Ingediend | 2 september 2010 |
---|---|
Beantwoord | 28 september 2010 (na 26 dagen) |
Indieners | Agnes Wolbert (PvdA), Hans Spekman (PvdA) |
Beantwoord door | Ab Klink (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid werk werkgelegenheid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z12132.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-60.html |
Ja.
Goed personeelsbeleid kan inderdaad bijdragen aan het terugdringen van de ervaren werkdruk.
Ik ga geregeld op werkbezoek in zorginstellingen en daar laat ik mij uitvoerig voorlichten over problemen op de werkvloer. Verder voer ik regelmatig overleg met de branche-organisaties en met vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties samen. Daarin wordt onder andere het thema arbeidsomstandigheden besproken. Zij zijn immers de primair verantwoordelijken voor alles wat samenhangt met een goede organisatie van het dagelijkse werk. Beheersing van de werkdruk blijkt voor werkgevers een grote uitdaging te zijn. Ze nemen verschillende maatregelen op het gebied van belasting, belastbaarheid en regelmogelijkheden van het personeel.
Reorganisaties zijn geen specifiek kenmerk van de zorg, dus zou dat niet tot van andere sectoren onderscheidende cijfers kunnen leiden. Reorganisaties vinden op verschillende wijze plaats en kunnen daardoor verschillende effecten hebben op de inzetbaarheid van medewerkers.
Zo specifiek als u het vraagt, daar zijn mij hier geen signalen van bekend. Wel is bekend dat ziekteverzuimcijfers gemiddeld hoger uitvallen naarmate organisaties groter zijn.
Daar zijn mij geen onderzoeken over bekend.
De verantwoordelijkheid voor het personeelsbeleid ligt, zoals ik hierboven al meldde primair bij de werkgevers al dan niet samen met werknemers. Het arbeidsomstandighedenbeleid valt, voor zover het om regelgeving en inspectie gaat, onder het domein van het ministerie van SZW. Mijn rol in deze aangelegenheid is dus maar een beperkte.
Net als u vind ik de cijfers van het UWV zorgwekkend. Daarom ga ik sociale partners daar naar vragen in mijn contacten met hen. In het onderzoeksprogramma Zorg en Welzijn, dat ik samen met sociale partners ondersteun, is voorzien om aandacht te besteden aan de mogelijke oorzaken van toenemende uitval.
Zie het antwoord op vraag 3 en vraag 7.
Zie het antwoord op vraag 3 en vraag 7.