Ingediend | 27 augustus 2010 |
---|---|
Beantwoord | 6 oktober 2010 (na 40 dagen) |
Indiener | Farshad Bashir |
Beantwoord door | Camiel Eurlings (minister verkeer en waterstaat) (CDA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid verkeer |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z11943.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-145.html |
Ja, ik ben bekend met het artikel.
Nee, die kritiek onderschrijf ik niet. Het instaptarief is een voorschot op de te betalen ritprijs en werkt tevens als borg om bewust foutief gebruik (i.c. niet uitchecken) tegen te gaan. Het instaptarief is door de decentrale overheden gezamenlijk vastgesteld en maakt onderdeel uit van het Landelijk Tarievenkader. De reiziger betaalt bij de start van elke rit een voorschot van
€ 4,00, dat bij het uitchecken verrekend wordt met de prijs van de rit. Die prijs is altijd hoger dan 78 cent (het landelijke basistarief dat de decentrale overheden gezamenlijk zijn overeengekomen), maar doorgaans lager dan € 4,00.
De decentrale overheden hebben mij laten weten dat de hoogte van het instaptarief in het stads- en streekvervoer is berekend met behulp van een inventarisatie van alle daadwerkelijk door reizigers betaalde ritprijzen in de afzonderlijke provincies en stadsregio’s. Indien de ritprijs hoger ligt dan het instaptarief ontbreekt de prikkel voor de reiziger om uit te checken. Hij betaalt dan immers minder dan de verschuldigde ritprijs. Daarom hebben de decentrale overheden gezamenlijk het bedrag van het instaptarief zodanig gekozen dat het overgrote deel van de ritten niet meer kost.
Reizigers betalen bij een zogenoemde incomplete transactie in het stads-/streekvervoer het door de decentrale overheden gezamenlijk vastgestelde instaptarief van € 4,00. Ik verwijs hiervoor ook naar de beantwoording van vraag 1.
Bij brief van 12 mei 2010 (Kamerstukken 2009/2010, 23 645, nr. 360) heb ik uw Kamer een overzicht gegeven van de incomplete transacties met de OV-chipkaart zoals deze informatie destijds door decentrale overheden en vervoerders was aangeleverd.
Recent zijn door het lid Van Gent vragen gesteld over incomplete transacties. Hiervoor verwijs ik naar de beantwoording van deze vragen. Bij de beantwoording van de vragen van het lid Van Gent heb ik mij gebaseerd op de informatie over incomplete transacties die de decentrale overheden en vervoerders mij recentelijk hebben aangeleverd.
Ik beschik niet over de gevraagde informatie over gegevens over incomplete transacties per maand, van 2009 en 2010 en gedifferentieerd naar vervoersbedrijf en modaliteit. De decentrale overheden en hun vervoerders hebben aangegeven dat zij niet bereid zijn deze gegevens te verstrekken.
Nee, die mening deel ik niet. Het instaptarief, zoals de decentrale overheden dat gezamenlijk hebben vastgesteld, is niet gebaseerd op het gemiddelde tarief. Volgens de decentrale overheden hebben de meeste ritten een prijs die lager ligt dan € 4,00. Indien gewerkt zou worden met een gemiddelde ritprijs, dan wordt het bij veel ritten lonend om niet uit te checken. Voor de volledigheid verwijs ik naar de beantwoording van vraag 1. De decentrale overheden hebben verder aangegeven dat in veel gevallen binnen een vervoersregio niet zo ver gereisd kan worden dat het instaptarief volledig gebruikt wordt. Dit verschilt wel tussen regio’s en is afhankelijk van de verstedelijkingsgraad.
NS heeft gekozen voor een instaptarief van € 20,- (bij het reizen met een Anonieme OV-chipkaart) en een instaptarief van € 10,– bij een Voordeelurenabonnement. Het instaptarief van € 20,– houdt verband met de maximale ritprijs met «Reizen op saldo» (tweede klasse) met NS (€ 22,70) . Een reiziger met een Voordeelurenabonement krijgt in de daluren korting (40%) op de ritprijs, waardoor de maximale ritprijs lager uitvalt.
De manier van betalen bij NS verschilt niet wezenlijk met de manier waarop dit in het stads- en streekvervoer gebeurt. Ook in het stads- en streekvervoer worden meerkosten (kosten bovenop het instaptarief van € 4,00) pas betaald bij het uitchecken. Zoals ik ook bij vraag 1 heb aangegeven hebben de decentrale overheden het bedrag van het instaptarief zodanig gekozen dat het overgrote deel van de ritten daar niet bovenuit komt.
Nee. Het instaptarief wordt door de decentrale overheden gezamenlijk vastgesteld en maakt onderdeel uit van het Landelijk Tarievenkader. Hiervoor verwijs ik naar de beantwoording van de vragen 1 en 3.
Ik deel die mening als het gaat om het compenseren van reizigers die door technische omstandigheden verhinderd worden uit te checken. Naar mijn mening is het onacceptabel dat reizigers de dupe worden als zij door technische omstandigheden niet kunnen uitchecken. In deze gevallen moet het voor de reiziger altijd mogelijk blijven om restitutie te krijgen.
Dit ligt anders bij het compenseren van reizigers die vergeten uit te checken. Ik vind het uitermate belangrijk dat decentrale overheden en hun vervoerders in de gewenningsperiode een ruimhartig en laagdrempelig restitutiebeleid voeren als reizigers vergeten uit te checken. Ik heb de sector hier ook op aangesproken.
De decentrale overheden en de vervoerders maken regionaal afspraken over het restitutiebeleid in gevallen wanneer reizigers vergeten uit te checken. Dit beleid kan per regio verschillen aangezien de OV-chipkaart in de ene regio langer in gebruik is dan in de andere. Ik kan mij voorstellen dat het in de gewenningsperiode geldende restitutiebeleid – ten aanzien van het compenseren van reizigers die vergeten uit checken – op termijn wordt aangescherpt (bijvoorbeeld door een maximaal aantal restitutieaanvragen gedurende een bepaalde periode). Reizigers die dan nog niet helemaal vertrouwd zijn met het systeem, en vergeten uit te checken, behouden hierdoor de mogelijkheid tot restitutie.
Op 24 augustus 2010 zijn er kamervragen gesteld door mevrouw Van Gent (GroenLinks) naar aanleiding van het bericht «Ov-reiziger miljoenen te duur uit» in het Nederlands Dagblad van 23 augustus jl. Op 27 augustus zijn hierover aanvullende vragen gesteld door de heer Slob (CU) en de heer Bashir (SP). Ik beschik niet over de gegevens waarnaar gevraagd wordt. Deze zijn uitgevraagd bij de decentrale overheden. Zodra ik deze gegevens van de overheden heb ontvangen, zal ik deze naar uw Kamer sturen.