Ingediend | 18 augustus 2010 |
---|---|
Beantwoord | 20 september 2010 (na 33 dagen) |
Indiener | Betty de Boer (VVD) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | bestuur bouwnijverheid economie gemeenten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z11708.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-53.html |
Ja.
Ja. Echter, het feit dat er aanzienlijke verschillen zijn in bouwleges tussen gemeenten betekent nog niet dat gemeenten de opbrengsten gebruiken voor iets anders dan dekking van kosten van de vergunningverlening. Zie ook het antwoord op vraag 2 van de leden Karabulut en Van Raak. (Aanhangsel Handelingen nr. 52, vergaderjaar 2010–2011)
In grote lijnen is bekend waarom de verschillen er zijn: gemeenten maken verschillende keuzes als het gaat om bijvoorbeeld het al dan niet toepassen van kruissubsidiëring (op grotere bouwwerken hogere leges vragen en daarmee de leges op kleinere bouwwerken «subsidiëren») en om mate van kostendekkendheid. Zie de brief aan uw kamer d.d. 20 november 2009 (Kamerstukken (II), 2009/10, 31 953, nr. 27). Het toezicht op de leges is aan de gemeenteraad, zie ook het antwoord op vraag 4.
Gemeenteraden hebben de mogelijkheid om hier streng op toe te zien. Zij stellen bovendien de tarieven vast. Het is aan hen om van hun bevoegdheden gebruik te maken. Beslissingen met betrekking tot de hoogte van de tarieven, mits binnen de door de wet aangeven grens (zie antwoord op vraag 2 van de leden Karabulut en Van Raak) behoren tot de autonomie van de gemeenten.
Naar aanleiding van de vragen van de leden Karabulut en Van Raak (SP) en de aanvulling daarop van het lid De Boer (VVD), die werden ingezonden op respectievelijk 17 en 18 augustus deel ik u (mede namens de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie en de minister van VROM) mee, dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn van 3 weken te beantwoorden. De reden hiervan is dat de interdepartementale afstemming meer tijd vergt.