Ingediend | 6 augustus 2010 |
---|---|
Beantwoord | 27 augustus 2010 (na 21 dagen) |
Indiener | Farshad Bashir |
Beantwoord door | Jan Kees de Jager (minister financiën) (CDA) |
Onderwerpen | belasting financiën |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z11484.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-3186.html |
Ik stel voorop dat ik het voorval ten zeerste betreur. De vragen grijp ik vervolgens graag aan om het voorval te verduidelijken. Het volgende is gebeurd. Een belastingplichtige heeft een papieren aangifte ingediend en daarbij een onduidelijk sofinummer ingevuld. Omdat papieren aangiften worden gescand, is bij deze aangifte het sofinummer onjuist digitaal vastgelegd. Dit onjuiste sofinummer is bij de daaropvolgende computerverwerking gesignaleerd en de aangifte is overgedragen aan een medewerker voor handmatige correctie. Hierbij is een menselijke fout gemaakt: de betrokken medewerker heeft een verkeerde koppeling gemaakt tussen een naam en een sofinummer. Deze onjuiste koppeling is bij een in het systeem ingebouwde controle niet opgemerkt, omdat de verwisselde personen, onder wie de overledene, dezelfde geboortedatum hadden. Daardoor is deze (voorlopige) aanslag opgelegd. De fout zou uiteindelijk bij het vaststellen van de definitieve aanslag zijn onderkend, omdat in dat proces een extra signalering op aangiften van overledenen plaatsvindt. Er is dus sprake van een zeer toevallige samenloop van omstandigheden, waarbij een menselijke fout in eerste instantie onopgemerkt is gebleven.
Gezien de oorzaak van de fout en het uitzonderlijke karakter ervan, heb ik niet het voornemen bijzondere acties te ondernemen. Ik wijs er nog op dat de initiële onduidelijkheid is ontstaan in het papieren aangifteproces, dat naar zijn aard gevoelig is voor fouten. Mijn beleid om te werken aan een nog hoger percentage elektronische aangiften zet ik daarom met kracht voort.
Overigens is de situatie bij alle betrokkenen inmiddels rechtgezet en heeft de Belastingdienst zijn excuses aangeboden voor de gemaakte fout.
Die stelling deel ik niet. Uitzonderlijke fouten bij een toevallige samenloop van omstandigheden zijn nimmer voor 100% uit te sluiten. Zolang er sprake is van menselijke betrokkenheid in een proces, dat overigens juist bedoeld is om fouten te corrigeren, kan zich een incidentele fout bij die correctie voordoen. Daarbij kan het gebeuren dat die fout in eerste instantie niet wordt opgemerkt.
Overleden personen blijven met hun BSN in de administratie van de Belastingdienst opgenomen. Via een speciale markering zijn zij als zodanig te herkennen. Omdat zich (ook) ten aanzien van overledenen nog gedurende een lange reeks van jaren fiscaal relevante feiten kunnen voordoen, blijven deze nummers, en de daarbij behorende informatie, beschikbaar voor de processen van de Belastingdienst.
BSN-nummers zijn unieke nummers, gekoppeld aan één persoon. Deze nummers worden dus niet opnieuw uitgegeven.
Er zijn geen gevallen van fraude bekend. Het is in het verleden wel voorgekomen dat een nabestaande onterecht het sofi-nummer van een overleden familielid gebruikte. Daarom is in de systemen een extra controle ingebouwd.
Sinds de invoering van het InkomstenBelastingSysteem medio jaren ’90 worden aangiften digitaal gearchiveerd. Deze zijn normaal gesproken dus nog beschikbaar voor raadpleging.