Kamervraag 2010Z10979

De hoge werkloosheid onder allochtone moeders

Ingediend 15 juli 2010
Beantwoord 10 september 2010 (na 57 dagen)
Indiener Tofik Dibi (GL)
Beantwoord door
Onderwerpen werk werkgelegenheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z10979.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-3306.html
1. Nu.nl, 13 juli 2010, «Allochtone moeders werken vaker niet».
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het zorgwekkende bericht dat ruim de helft van de allochtone moeders geen betaald werk heeft, tegen een kwart van de autochtone moeders?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat het een goed streven is dat zoveel mogelijk vrouwen zelfredzaam en economisch zelfstandig zijn? Zo nee, waarom niet?

    Het kabinet streeft naar het vergroten van de arbeidsparticipatie, mede in het licht van de vergrijzing. Economische participatie is cruciaal voor maatschappelijke emancipatie en voor sociale integratie. Dit geldt ook voor niet-westerse allochtone vrouwen.
    Het bevorderen van de arbeidsmarktparticipatie valt onder de primaire verantwoordelijkheid van mijn collega van SZW. Het is mijn rol om samen met SZW te kijken of het arbeidsmarktbeleid effectief is voor allochtonen. Dit doe ik mede op basis van onderzoek en de signalen die ik krijg uit mijn overleg met de minderhedenorganisaties. Het kabinet zet naast algemene maatregelen aanvullende maatregelen in om de arbeidsparticipatie van allochtone vrouwen te verbeteren. Gestimuleerd wordt bijvoorbeeld dat inburgeringscursussen (waarvan één van de profielen het profiel werk is) parallel lopen aan re-integratietrajecten. Voorts zijn het programma Duizend en één Kracht, de Methodiekontwikkeling allochtone vrouwen (via vrijwilligerswerk naar werk), de Handreiking allochtone vrouwen en arbeid en een Trainingsmodule allochtone vrouwen (voor gemeenteambtenaren) recente voorbeelden van aanvullend beleid. In opdracht van de departementen SZW, OCW en VROM/WWI wordt een onderzoek uitgevoerd naar de arbeidsmarktpositie van niet-westerse allochtonen. Hierin zal specifiek aandacht uitgaan naar de positie van allochtone meisjes. Aan de hand van de uitkomsten van dit onderzoek zal worden bekeken of, en zo ja welke maatregelen nodig zijn.
    In het boek «De kunst van het stijgen» vertolkt Heinz Schiller zijn visie dat de professie van het welzijnswerk moet blijven, maar dat de focus van welzijnswerk in het algemeen meer gericht moet zijn op onderwijs en arbeidsmarkttoeleiding. Dit past in het kabinetsbeleid.

  • Vraag 3
    Bent u voorts van mening dat er een groot arbeidspotentieel bestaat onder allochtone moeders, die met het oog op de vergrijzingsproblematiek benut zou moeten worden? Zo ja, welke rol ziet u hierin voor uzelf weggelegd als demissionair minister voor Integratie en wat heeft u daar concreet aan gedaan? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Wat vindt u van de visie van Heinz Schiller, zoals verwoord in het boek «De kunst van het stijgen»? Deelt u de mening dat het welzijnswerk allochtone moeders in mindere mate moet benaderen als «moeder», maar meer «als vrouw met eigen ontwikkelingsmogelijkheden en ambities»? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 5
    Welke maatregelen gaat u treffen om het wijkenbeleid en het welzijnswerk in buurten met achterstanden meer te laten richten op de sociale stijging, in het bijzonder die van allochtone moeders?

    Bij de start van de wijkenaanpak heeft het kabinet de keuze van maatregelen nadrukkelijk bij gemeenten neergelegd. In elk van de veertig wijken is door lokale partijen een aanpak ontwikkeld die is afgestemd op de lokale uitdagingen. Gemeenten hebben, naast de algemene programma’s, vaak specifieke maatregelen ingezet om werkloze wijkbewoners terug te leiden naar de arbeidsmarkt. Meestal gebeurt dit in combinatie met (wijkgerichte) inburgering. Voorbeelden van specifieke maatregelen zijn de participatiecoaches in Arnhem of het frontlineteam in Leeuwarden. Het kiezen van thema’s, prioriteiten en het ontwikkelen van een wijkaanpak is een lokale aangelegenheid. Overigens, allochtone vrouwen krijgen in principe dezelfde mogelijkheden om zich te ontwikkelen via het onderwijs of de arbeidsmarkt als iedereen in Nederland.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2010Z10979
Volledige titel: Vragen van het lid Dibi (GroenLinks) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over de hoge werkloosheid onder allochtone moeders (ingezonden 15 juli 2010).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20092010-3306
Volledige titel: Vragen van het lid Dibi (GroenLinks) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over de hoge werkloosheid onder allochtone moeders (ingezonden 15 juli 2010).