Ingediend | 30 juni 2010 |
---|---|
Beantwoord | 1 september 2010 (na 63 dagen) |
Indiener | Richard de Mos (PVV) |
Beantwoord door | Tineke Huizinga (minister volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer) (CU) |
Onderwerpen | lucht natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z10061.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-3221.html |
Ja.
Het bureau van het IPCC doet de selectie van de auteurs op basis van de nominaties van landen en internationale organisaties en eventueel kan het bureau ook zelf experts benaderen. Die selectie vindt altijd plaats op basis van de wetenschappelijke expertise. Sommige van deze experts hebben banden met de milieubeweging, anderen hebben weer banden met het bedrijfsleven.
Het KNMI heeft na ontvangst van het nominatieverzoek van het secretariaat van het IPCC een voorlichtingsbijeenkomst gehouden, en een webpagina geopend waarop belangstellenden zich konden aanmelden. Alle aanmeldingen waren afkomstig van personen met relevante wetenschappelijke expertise, allen zijn door het Nederlandse IPCC Focal Point genomineerd. Het Focal Point is het officiële adres waarmee het IPCC met Nederland communiceert.
Ik heb drie lijsten met de geselecteerde auteurs voor de drie werkgroepbijdrages aan het AR5 bijgesloten.3
Professor Hoegh-Guldberg van de Universiteit van Queensland is aangesteld als Coordinating Lead Author van hoofdstuk 30 over oceanen. Naast Hoegh-Guldberg zijn er nog een Coordinating Lead Author, vijf Lead Authors en twee Review Editors aangesteld voor dit hoofdstuk. Bij de samenstelling van de auteursteams voor elk hoofdstuk streeft het IPCC-bureau een qua discipline, onderzoeksschool, geografische afkomst en maatschappelijke affiliatie evenwichtige samenstelling na. Dit geldt ook voor hoofdstuk 30 van werkgroep II van het vijfde Assessment Report van IPCC. Wetenschappelijk experts en overheidsfunctionarissen krijgen later de gelegenheid de concepten te becommentariëren.
Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zijn de gemaakte fouten in de IPCC klimaatrapporten niet van invloed op de hoofdconclusies dat de effecten van klimaatverandering op veel plaatsen op de wereld zijn waargenomen en dat het waarschijnlijk is dat die effecten zullen verergeren als de temperatuur verder toeneemt. De rapporten van het IPCC zijn een «assessment» van de stand van zaken in de klimaatwetenschap. Hierin wordt uitvoerig beschreven wat de oorzaken, de risico’s van de gevolgen van klimaatverandering en de maatregelen voor mitigatie en adaptatie van klimaatverandering zijn.
Op 5 juli heeft het PBL het rapport «Assessing an IPCC assessment» gepresenteerd, dat het in opdracht van de minister van VROM heeft opgesteld, in reactie op de Motie Samsom c.s. Op verzoek van de secretaris-generaal van de VN en van de voorzitter van het IPCC wordt op dit moment een review gehouden van de werkwijze van het IPCC (inclusief procedures, organisatie, beheer, management en communcatie) door de InterAcademy Council (IAC). De resultaten van dit review worden uiterlijk op 31 augustus gepresenteerd. De aanbevelingen uit beide rapporten zal ik meenemen in de Nederlandse inzet voor de volgende vergadering van het IPCC op 11-14 oktober 2010 in Korea.