Ingediend | 20 mei 2010 |
---|---|
Beantwoord | 25 oktober 2010 (na 158 dagen) |
Indiener | Mark Harbers (VVD) |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie media |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z08590.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-284.html |
Ja.
De contractspraktijk van de publieke omroepen kent inderdaad regelmatig een ruime rechtenoverdracht door de auteur en verplichte inbreng van de compositie bij een door de omroep aangewezen muziekuitgever, zoals Crossmex. Dit geldt incidenteel voor liedjes en liedteksten voor televisieprogramma’s en in de regel voor langlopende jingles en tunes. Het gevolg van de verplichting om het werk onder te brengen bij een aangewezen muziekuitgever is dat een deel van de BUMA-inkomsten wordt uitgekeerd aan de muziekuitgever. Dit is ook de gangbare contractpraktijk bij commerciële omroepen en producenten.
Ik acht deze praktijk onwenselijk, omdat het de positie van de individuele makers kan benadelen. Dit is alleen anders indien de maker vrijwillig instemt met de inbreng bij een muziekuitgeverij en hij daar zelf ook voordeel van heeft. Ik was al bekend met deze praktijk. Om die reden is in de toelichting op het voorontwerp voor een wettelijke regeling van het auteurscontractenrecht2 de verplichte inbreng bij een aan de exploitant gelieerde muziekuitgever genoemd als voorbeeld van een evident onredelijke contractsbepaling die door de maker kan worden vernietigd. Op dit moment wordt over dit voorontwerp nog geconsulteerd.
Ten aanzien van langlopende netstylingmuziek, tunes en zenderjingles hanteren de NPO en Crossmex een aanvullende inkomstendelingsregeling. Die regeling houdt in dat als het auteursdeel van de BUMA-inkomsten boven een bepaalde grens komt, de auteur een percentage van zijn BUMA-inkomsten moet terugbetalen aan de omroep (zgn. kick-back). De NPO hanteert deze regeling, omdat er in het bijzonder bij in opdracht vervaardigde tunes en jingles, die zeer veelvuldig worden uitgezonden, vaak een onevenredigheid bestaat tussen de honorering (BUMA-gelden) en de door de componist te leveren prestatie.
Hoewel de NPO wettelijk verplicht is toe te zien op een doelmatige besteding van de omroepmiddelen vind ik het gebruik van dergelijke «kickback»-contracten een weinig gelukkige ontwikkeling, omdat hiermee het wettelijke systeem van collectief beheer van muziekrechten via contracten wordt omzeild. Een belangrijke verdienste van het systeem van collectief beheer is dat het makers een sterkere positie geeft in de onderhandelingen over auteursrechtvergoedingen. Hieraan wordt afbreuk gedaan als dat systeem van BUMA-inkomsten via individuele contractuele regelingen deels opzij wordt gezet. De publieke omroep is met BUMA een jaarlijkse lumpsumvergoeding overeengekomen voor het gebruik van muziekwerken en is bekend met de verdelingssystematiek die binnen BUMA wordt gehanteerd.
Er zijn meerdere zelfstandige muziekuitgeverijen, waaronder Crossmex, die samenwerken met de NPO en andere omroepinstellingen. De NPO voert geen eigen muziekuitgeverij.
Op het verplicht onderbrengen van composities bij een muziekuitgeverij ben ik al ingegaan in het antwoord op vraag 2. Dat auteurs verplicht zouden zijn om ook ouder werk onder te brengen bij een muziekuitgeverij, is mij niet gebleken en wordt door Crossmex en de NPO weersproken. Of er sprake is van misbruik van een machtspositie is niet ter beoordeling van mij, maar van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.
Door de NPO en de overige publieke omroepen worden geen bepalingen uit de Mediawet overtreden. Voor het opleggen van sancties bestaat dus geen rechtsgrond. Het heeft mijn voorkeur dat deze problematiek wordt behandeld in het kader van het aangekondigde wetsvoorstel auteurscontractenrecht.
Bij brief van 20 mei jl. hebt u mij de vragen gestuurd die het lid Harbers heeft gesteld inzake het terugsluizen van geld door de publieke omroep via een eigen muziekuitgeverij. Hierbij laat ik weten dat de afstemming en beantwoording van deze vragen meer tijd vraagt. Ik ga er van uit dat beantwoording tijdens het zomerreces zal plaats vinden.