Ingediend | 11 mei 2010 |
---|---|
Beantwoord | 25 mei 2010 (na 14 dagen) |
Indiener | Fred Teeven (VVD) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | recht rechtspraak |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z07992.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2548.html |
Tijdens het spoeddebat van 10 maart 2010 (TK, vergaderjaar 2009-2010, Handelingen 61, 5401-5418) heb ik onder meer gezegd: «Ik heb niet beweerd dat wij op dit moment kunnen vaststellen dat er nergens iets is misgegaan of beter had kunnen worden gedaan.»
Het College van Procureurs-Generaal heeft mij inmiddels bericht dat het op 4 mei 2010, nadat het door medewerkers van het tv-programma NOVA was benaderd, heeft onderzocht of de vrouw en de dochter geïnformeerd waren over de beslissing van de raadkamer van de rechtbank van 23 februari 2010 om de voorlopige hechtenis van de man te schorsen per 24 februari 2010 om 09:00. Het OM was namelijk tot die tijd uitgegaan dat de vrouw was geïnformeerd en had daarom geen aanleiding gezien dat eerder te verifiëren. Het OM heeft vervolgens bekendgemaakt dat door het OM ten onrechte geen opdracht aan de politie heeft gegeven om de vrouw en de dochter te informeren. De burgemeester en de teamchef van de politie zijn wel op 25 februari 2010 geïnformeerd.
Zie voor nadere informatie het antwoord op vraag 3.
Het klopt dat er eind 2009 op initiatief van het Advies en meldpunt Kindermishandeling/Bureau Jeugdzorg een netwerkberaad tussen de betrokken hulpinstellingen in het leven is geroepen. Dit netwerkberaad is enkele keren bijeen geweest, waarbij afspraken zijn gemaakt over hulpverlening voor het gezin in acute, dreigende situaties. Ook medewerkers van het politieteam Zierikzee waren bij het overleg betrokken. Het OM participeerde hierin niet, aangezien het OM niet betrokken is bij de activiteiten die in de individuele zaken worden verricht door hulpverleningsinstellingen.
Nee, het OM-beleid voor het informeren van slachtoffers is niet volledig toegepast. Op grond van de geldende Aanwijzing huiselijk geweld, (en de nieuwe Aanwijzing huiselijk geweld en eergerelateerd geweld die per 1 juni 2010 in werking zal treden) en de Aanwijzing Opsporing en vervolging inzake seksueel misbruik, dient het OM de slachtoffers te informeren over - onder meer - het tijdstip waarop en de voorwaarden waaronder de verdachte in vrijheid wordt gesteld. Het OM kan het slachtoffer zelf informeren of de politie verzoeken het slachtoffer te informeren. Laatstgenoemde verzoeken worden aan de politie gedaan op basis van gegevens van personen die aangifte hebben gedaan en die zijn vastgelegd in het geautomatiseerd systeem van het parket.
Op twee manieren (per fax op 23 februari 2010 en mondeling tijdens een driehoeksoverleg op 25 februari 2010) is de politie over de schorsing van de voorlopige hechtenis geïnformeerd. Bij het versturen van de fax had aan de politie verzocht dienen te worden de slachtoffers in te lichten. Dat is per abuis nagelaten. Het OM betreurt ten zeerste dat het geen verzoek aan de politie heeft gedaan om moeder en dochter te informeren. Het zal in de komende weken tot in detail in kaart brengen hoe rond de invrijheidstelling van de man is omgegaan met de informatievoorziening aan de slachtoffers. Daaruit kunnen lessen worden getrokken voor wat betreft de inrichting van de interne procedures en het toezien op de naleving daarvan.
Er is geen sprake geweest van een discussie tussen gemeente en OM over de wijze van het informeren van de slachtoffers. Het OM-beleid op dit vlak is helder, het is echter niet volledig uitgevoerd. Zie mijn antwoord op vragen 2 en 3.
Ja.