Ingediend | 6 mei 2010 |
---|---|
Beantwoord | 21 juni 2010 (na 46 dagen) |
Indiener | Martin Bosma (PVV) |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA) |
Onderwerpen | cultuur en recreatie media recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z07797.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2700.html |
Ja.
Ik neem afstand van de interpretatie die de heer Bosma geeft aan de uitzending van Zembla. Verder constateer ik dat we in Nederland geen staatsomroep hebben maar een onafhankelijke publieke omroep met een wettelijk vastgelegde taak. Het toezicht op de uitvoering van de taak is onafhankelijk geregeld via het Commissariaat voor de Media. Indien een omroep de wet overtreedt, is het aan de rechter om een oordeel te vellen. Als de heer Wilders zich onheus bejegend voelt, kan hij een klacht indienen bij de Raad voor de Journalistiek of zich tot de rechter wenden wegens belediging.
De Mediawet schrijft voor dat de Publieke Omroep een pluriform en gevarieerd programma-aanbod verzorgt dat de interesses van de gehele Nederlandse samenleving weerspiegelt. Dit kan betekenen dat er binnen programma’s ook wel eens minder genuanceerde uitspraken worden gedaan. Dat hoort bij de vrijheid van meningsuiting die wij in Nederland hoog achten. Uiteraard dient dat binnen de grenzen van de wet te blijven. De verantwoordelijkheid voor de vorm en inhoud van de programmering blijft daarbij altijd een zaak van de omroep zelf.
Deze vraag acht ik niet relevant in relatie tot deze uitzending van Zembla. Verder is het niet aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om omroepen te wijzen op activiteiten van haar (oud-)bestuurders.