Ingediend | 4 mei 2010 |
---|---|
Beantwoord | 21 juni 2010 (na 48 dagen) |
Indiener | Sharon Gesthuizen (GL) |
Beantwoord door | Maria van der Hoeven (minister economische zaken) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur financiën gemeenten organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z07724.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2698.html |
Het openbaar maken van het overzicht van betaaltermijnen van lagere overheden door MKB-Nederland is een zeer aansprekend voorbeeld van wat de markt zelf kan doen en ook doet om het probleem van late betalingen aan te pakken. Deze openbaarheid lijkt een gunstig effect op het betaalgedrag te hebben. Inmiddels is het aantal deelnemende gemeenten aan de inventarisatie door MKB-Nederland opgelopen tot 164 en het aantal te laat betalende gemeenten teruggelopen tot 25 (minder dan 1 op 6). Daarbij past het bovendien te vermelden dat blijkens de inventarisatie bij een zeer ruime meerderheid van die 25 gemeenten het merendeel van de rekeningen al wel op tijd betaald wordt en dat gemeenten ook de ambitie uitspreken om de scores verder te verbeteren.
De rijksoverheid heeft geen zeggenschap over het betalingsbeleid van decentrale overheden. Zoals u in de afgelopen maanden in de antwoorden van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van mijzelf op vragen van de leden Elias, Blanksma-van den Heuvel, Vietsch, Van der Ham en Gesthuizen over deze zelfde materie hebt kunnen lezen, zijn de gemeenten op ons initiatief via de VNG opgeroepen om een betaaltermijn van 30 dagen te hanteren. Inmiddels blijkt door de publicatie waaraan uw vragen refereren ook dat marktpartijen zelf in staat zijn initiatief te nemen om maatregelen om het probleem van niet-tijdige betaling aan de orde te stellen. Derhalve ben ik van mening dat geen aanleiding bestaat voor de rijksoverheid om van overheden te vragen om betalingsgegevens openbaar te maken en/of als rijksoverheid daartoe het initiatief te nemen. Overigens stel ik het op prijs als decentrale overheden dat wel uit zichzelf doen.
Voor de rijksoverheid zie ik geen taak weggelegd om gemeenten bij te staan in het adequaat inrichten van hun betalingsverkeer. Ik ben wel van mening dat het dienstig is dat de EU-richtlijn late betalingen wordt herzien om marktpartijen die worden benadeeld door het betaalgedrag van hun klanten, meer en eenvoudiger mogelijkheden te geven om dat nadeel te bestrijden. De besluitvorming rond die richtlijn lijkt voorspoedig te verlopen.