Ingediend | 3 mei 2010 |
---|---|
Beantwoord | 17 mei 2010 (na 14 dagen) |
Indieners | Liesbeth Spies (CDA), Jan van Bochove (SGP), Rikus Jager (CDA) |
Beantwoord door | |
Onderwerpen | energie natuur en milieu |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z07682.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2449.html |
Ik heb het ontwerp «Experimentenbesluit excellente gebieden en koplopergebied Noord-Nederland» in voorbereiding uit hoofde van het experimenteerartikel 120a van de Woningwet.
Het ontwerp «Experimentenbesluit excellente gebieden en koplopergebied Noord-Nederland» is 17 maart 2010 ter advisering voorgelegd aan de Raad van State. De Raad van State heeft mij inmiddels op 28 april 2010 bericht geen bezwaren te zien tegen publicatie.
Tevens is het ontwerpbesluit ter notificatie voorgelegd aan de Europese Commissie. De stand-stilltermijn van de notificatie eindigt 7 juni 2010.
De provincies hebben mij bij brief van 23 november 2009 laten weten dat zij bij de marktpartijen voldoende draagvlak hadden weten te verwerven. Deze brief gaf mij het vertrouwen dat het in procedure brengen van het ontwerpbesluit gewenst en verantwoord was.
Na de besluitvorming over het Experimentenbesluit in de ministerraad van 29 januari jongstleden, is in Noord-Nederland discussie ontstaan. Corporaties en marktpartijen willen meer zicht krijgen op de te hanteren rekenmethodiek en de kosten van energiezuinig bouwen. De provincies hebben mij verzekerd dat zij met partijen tot overeenstemming kunnen komen en dat ze willen vasthouden aan het Experimentenbesluit. Er loopt nog ambtelijk overleg tussen de provincies en WWI over de rekenmethodiek om inzicht te krijgen in de kosten van energiezuinig bouwen.
Nog voor 1 juli 2010 zal overleg worden gevoerd met de provincies en de marktpartijen in Noord-Nederland over de stand van zaken.
De provincies hebben mij in de brief van 23 november 2009 laten weten dat, met uitzondering van 2 gemeenten, alle gemeenten in Noord Nederland hebben aangegeven achter de aanscherping van de energieprestatie-eis te staan.
De provincies hebben een ondersteuningsprogramma gestart om de grenswaarden adequaat te kunnen laten naleven en handhaven. Dit programma bestaat uit een handleiding en een opleiding. Deze worden aangeboden aan zowel gemeenten als marktpartijen. De doelstelling is dat gemeenten en marktpartijen per 1 juli 2010 klaar zijn voor de aanwijzing.
Dat was mijn voornemen.
De drie noordelijke provincies hebben mij echter per brief van 23 april 2010 gevraagd of het mogelijk is het besluit later in werking te laten treden. Reden hiervoor is dat de provincies de betrokken bouwpartijen een overgangstermijn van 3 maanden willen geven om zich te kunnen voorbereiden op het werken met de scherpere EPC. Ik heb besloten het besluit op 1 oktober 2010 in werking te laten treden.
Ik ben voornemens om uw kamer te informeren bij de publicatie van het besluit.
Het besluit heeft zijn wettelijke grondslag in de Woningwet, artikel 120a. Anders dan bij andere besluiten op grond van de Woningwet (bijvoorbeeld het Bouwbesluit), geldt voor dit Experimentenbesluit geen nahangverplichting.
Ja.