Ingediend | 27 april 2010 |
---|---|
Beantwoord | 18 mei 2010 (na 21 dagen) |
Indieners | Jasper van Dijk , Marianne Besselink (PvdA) |
Beantwoord door | Marja van Bijsterveldt (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z07524.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2501.html |
Ik heb geen uitspraak gedaan over een zgn. borgovereenkomst. Mijn eerdere uitspraak omvatte de mogelijkheid om de betaling van de borg voor schoolboeken als onderdeel op te nemen in de overeenkomst voor de vrijwillige bijdrage. Ik sta er nog steeds achter dat een ouder niet verplicht is om deze overeenkomst te ondertekenen, of kan weigeren om voor bepaalde onderdelen uit deze overeenkomst te tekenen.
Een vergelijkbare vraag van Uw Kamer heb ik reeds beantwoord (zie Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 910, vraag 10). In aanvulling hierop, ben ik van mening dat het stellen van sommige voorwaarden voor het krijgen van schoolboeken niet problematisch hoeft te zijn. Zo vind ik het vanzelfsprekend dat een school als voorwaarde stelt dat een ouder zelf de bestelling bij de distributeur plaatst. De levering van de schoolboeken mag echter niet afhankelijk worden gesteld van het betalen van een borg.
Ik wil graag nogmaals benadrukken dat niet de distributeur, maar de school als opdrachtgever van de distributeur verantwoordelijk is om de bestelprocedure van schoolboeken goed te regelen. Het is dan ook aan te raden dat de school heldere afspraken maakt met de distributeur aan de ene kant en ouders aan de andere kant over de bestelprocedure en de borg. De VO-raad doet in het stuk waarnaar u verwijst goede voorstellen om te komen tot deze afspraken. Wanneer een ouder aan de school kenbaar gemaakt heeft de borg niet te betalen, dan dient de school voor deze ouder een andere oplossing te vinden. Indien een ouder van mening is dat dit niet goed geregeld is, dan dient de ouder in eerste instantie zelf hierover de school aan te spreken, eventueel via de oudergeleding van de MR. Zie ook mijn antwoord bij vraag 4.
Het vragen van borg is een keuze die de school maakt, met instemming van de oudergeleding van de MR. De school is daarom de partij die goed met ouders moet communiceren over de borg. Het is dan ook logisch dat de ouder zich wendt tot de school (al dan niet via de MR). Ik vind de stellingname van de VO-Raad hier goed op aansluiten.
Zoals ik in antwoord op een eerdere kamervraag gezegd heb (zie Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009, nr. 3513, vraag2, betrekt de inspectie de borg bij het onderzoek naar de naleving van de wet- en regelgeving omtrent de ouderbijdrage. Dit onderzoek wordt in het lopende schooljaar voorgezet. Als uit dit onderzoek blijkt dat scholen zich niet aan de wet- en regelgeving houden, dan zal er handhavend opgetreden worden. Echter, ik wil nogmaals benadrukken dat het in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de individuele ouder en de oudergeleding van de MR is, om er op toe te zien dat de school correct handelt in haar schoolkostenbeleid (zie Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 910, vraag 11).
Nee, ik deel de mening van de VOO niet. Ik vind wel dat de verantwoordelijkheid voor de keuze van het instellen van borg bij de school ligt, en dat de school daarmee verantwoordelijk is voor heldere afspraken met de ouder, en transparantie over de (bestel)procedure.
Om de vrijwilligheid te garanderen kan de school ook vóór de bestelprocedure afspraken maken met de ouders over het al dan niet betalen van de borg, bijvoorbeeld ten tijde van het ondertekenen van (onderdelen van) de overeenkomst voor de vrijwillige bijdrage (zie vraag1. Ook de VO-raad geeft suggesties over hoe een school, in goed overleg met de ouders en de boekenleveranciers, de vrijwilligheid van de borg kan waarborgen (zie hiervoor de brief van de VO-raad).
Om te komen tot een zorgvuldige beantwoording van uw vragen was 1 mei jl. helaas niet haalbaar.