Ingediend | 21 april 2010 |
---|---|
Beantwoord | 7 mei 2010 (na 16 dagen) |
Indiener | Boris van der Ham (D66) |
Beantwoord door | André Rouvoet (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport, minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
Onderwerpen | basisonderwijs beroepsonderwijs onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z07156.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2416.html |
Het is goed dat het initiatief «KlasseContact» bestaat voor díe leerlingen die vanwege hun ziekte echt niet in staat zijn om lessen in de klas te volgen. Overigens moet de inzet steeds zijn om deze leerlingen zo snel mogelijk weer in de klas onderwijs te laten volgen.
In totaal worden er jaarlijks tussen de 4000 en 4500 zieke leerlingen al dan niet tijdelijk ondersteund door onderwijsconsulenten van de onderwijsbegeleidingsdiensten of van de academische ziekenhuizen. Dat is exclusief korte contacten van minder dan een uur en de helpdeskfunctie voor de ouders van kinderen met een nierziekte. Veel van de zieke leerlingen blijven onderwijs in de klas volgen. Voor zieke leerlingen die dit voor een langere periode niet meer kunnen, kan «KlasseContact» een uitkomst bieden. Om hoeveel leerlingen het precies gaat, is moeilijk te zeggen, want hier zijn geen gegevens over. In totaal zijn er nu 237 ict-sets (Digibeter of Webchair) die vanaf 2008 tot op heden 323 keer zijn geplaatst. De sets worden vaak langdurig ingezet.
In totaal gaat er voor het onderwijs aan zieke leerlingen ca € 4.120.000 naar de schoolbegeleidingsdiensten en € 2.575.400 naar de Academische Ziekenhuizen.
Daarnaast zijn er nog leerlingen die een indicatie voor cluster 3 (langdurig ziek: somatisch) en 4 (langdurig ziek: psychiatrisch) hebben. Deze leerlingen volgen onderwijs in een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of in het reguliere onderwijs met leerlinggebonden financiering.
Er is geen indicatie te geven van de huidige kosten voor het lesgeven van zieke leerlingen buiten het klaslokaal. De kosten voor zieke leerlingen die niet naar school kunnen gaan en leerlingen die wel naar school gaan worden niet apart geregistreerd.
Er is niet specifiek onderzoek gedaan naar het effect van dit soort projecten op het voorkomen van doubleren en uitval. Wel blijkt uit onderzoek dat dit soort projecten positief van invloed zijn op het contact met klasgenoten en het onderwijsproces kunnen ondersteunen.
Ik heb de onderwijsinspectie onlangs gevraagd een onderzoek uit te voeren naar de kwaliteit van het onderwijs aan zieke leerlingen. Ik zal vragen of de invloed van ict-middelen in het onderzoek kan worden meegenomen.
Zoals in antwoord op vraag 4 is aangegeven is er geen specifiek onderzoek gedaan naar de financiële effecten van het lesgeven via deze methoden. Daarom is hierover geen beeld te schetsen.
Binnen de begroting zijn geen middelen beschikbaar voor de financiering voor «klasseContact» naast de middelen die al naar het onderwijs aan zieke leerlingen gaan.