Ingediend | 15 april 2010 |
---|---|
Beantwoord | 4 mei 2010 (na 19 dagen) |
Indieners | Roos Vermeij (PvdA), Mei Li Vos (PvdA) |
Beantwoord door | Piet Hein Donner (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (CDA) |
Onderwerpen | beroepsonderwijs onderwijs en wetenschap werk werkgelegenheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z06779.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-2405.html |
Ja.
Met een Ervaringscertificaat kan een werknemer inzicht krijgen in zijn eigen capaciteiten en die ook kenbaar maken aan een nieuwe werkgever. Voor een met werkloosheid bedreigde werknemer die meer in huis heeft dan zijn diploma’s aantonen, is het Ervaringscertificaat dan ook een waardevol instrument om een andere baan te vinden. Bovendien kan hij, afhankelijk van de uitkomsten van het Ervaringscertificaat, via een verkort opleidingstraject een diploma behalen. Op deze manier is het Ervaringscertificaat een belangrijk instrument om mensen van werk naar werk te helpen en daarmee werkloosheid en beroep op de sociale zekerheid te voorkomen. Naast het Ervaringscertificaat is er ook een Ervaringsprofiel, waarmee een werknemer snel zicht krijgt op zijn eigen kwaliteiten. Het Ervaringsprofiel kan hij gebruiken om toekomstige werkgevers van die kwaliteiten te overtuigen.
Er is een behoorlijk budget beschikbaar voor de vergoeding van Ervaringscertificaten en Ervaringsprofielen voor met werkloosheid bedreigde werknemers. Het gebruik van de maatregel Ervaringscertificaat/Ervaringsprofiel is tot nu toe beperkt. Dat betreur ik. Echter de inzet van het Ervaringscertificaat is veel groter dan het gebruik van de vergoeding voor het Ervaringscertificaat. Het UWV heeft vorig jaar voor 667 personen het Ervaringscertificaat ingezet. Het algemene gebruik van Ervaringscertificaten wordt geschat op ongeveer 10.000 personen per jaar.
Met het UWV heb ik nauw contact over de uitvoering van de Maatregel Ervaringscertificaat/Ervaringsprofiel; daarbij gaat het ook over de oorzaken van het beperkte gebruik ervan. Zoals ik heb aangegeven in de arbeidsmarktbrief van 12 maart jongstleden, is de maatregel nog onvoldoende bekend bij werkgevers. In maart en april van dit jaar is via een communicatiecampagne op radio, billboards, internet en in kranten, gericht op de werkgever, het Ervaringscertificaat en de Maatregel Ervaringscertificaat/Ervaringsprofiel breed onder de aandacht gebracht. Ook het UWV heeft de informatievoorziening over de Maatregel Ervaringscertificaat/Ervaringsprofiel richting werkgevers versterkt.
Verder zijn het Ervaringscertificaat en Ervaringsprofiel voor het UWV nog relatief nieuw instrumenten. Om die reden heeft het UWV moeten investeren in het vergroten van de kennis van werkcoaches, bedrijfsadviseurs en mobiliteitscentra over deze instrumenten.
Tot slot heb ik de maatregel Ervaringscertificaat/Ervaringsprofiel verbreed naar alle met ontslag bedreigde werknemers. De eis van het niet beschikken over een startkwalificatie heb ik geschrapt. Dit maakt de inzet van de maatregel voor groepen personeel die met ontslag bedreigd zijn beter mogelijk.
Zie antwoord vraag 3.
Toen de eerste signalen van een beperkt gebruik van de scholingsmaatregelen aan het licht kwamen, heb ik maatregelen getroffen. Dat heb ik uw Kamer gemeld in de Monitor Arbeidsmarkt van december 2009.