Voorgesteld 7 november 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de terugkeer van uitgeprocedeerde onderdanen uit derde landen in de praktijk met belemmeringen te maken heeft;
overwegende dat het wenselijk is dat de EU slagvaardiger wordt in de inzet en uitbreiding van haar instrumentarium om effectieve afspraken met derde landen te realiseren;
overwegende dat hiervoor meer coördinatie en coherentie op EU-niveau nodig is in de manier waarop omgegaan wordt met derde landen;
verzoekt de regering om in Europees verband te onderzoeken hoe het mandaat van de EU-terugkeercoördinator versterkt kan worden, teneinde tot een meer effectieve onderlinge afstemming van het terugkeerbeleid van de lidstaten te komen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ceder
Boomsma