Kamerstuk 36600-VIII-168

Toezegging gedaan tijdens het wetgevingsoverleg Cultuur op 11 november 2024, over conclusies van de Kamerbrief over het uitvoeren van de motie Kwint ten aanzien van het wettelijk inperken van woekerhandel in de doorverkoop van toegangskaarten voor sport- en culturele evenementen (Kamerstuk 36410-VIII-32)

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025

Gepubliceerd: 27 maart 2025
Indiener(s): Eppo Bruins (CU)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36600-VIII-168.html
ID: 36600-VIII-168

Nr. 168 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 maart 2025

Op 29 november 2023 heeft mijn voorganger uw Kamer geïnformeerd over de uitvoering van de motie Kwint ten aanzien van het wettelijk inperken van woekerhandel in de doorverkoop van toegangskaarten voor sport- en culturele evenementen.1, 2 Tijdens het Wetgevingsoverleg Cultuur op 11 november 2024 (Kamerstuk 36 600 VIII, nr. 138) heeft uw Kamer gevraagd in hoeverre de conclusies uit deze brief nog van toepassing zijn en of alle mogelijkheden erin verwerkt zijn. Ik heb toegezegd u te informeren over de navolging van de brief uit 2023.3 Dat doe ik in deze brief. Ik zend u deze brief mede namens de andere verantwoordelijke bewindslieden, de Minister van Economische Zaken, de Staatssecretaris Rechtsbescherming en de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport.

Ik ga eerst in op de Kamerbrief van 29 november 2023. Daarna schets ik recente ontwikkelingen omtrent dit onderwerp. Ik sluit af met een conclusie over hoe om te gaan met dit onderwerp.

Samenvatting en conclusies Kamerbrief 29 november 2023

Het fundament voor de Kamerbrief van 29 november 2023 was het onderzoek naar de aard, omvang en effecten van de koop en doorverkoop van toegangskaarten.4 Dit onderzoek toonde aan dat minder dan 1% van alle doorverkochte kaarten in Nederland professioneel werd doorverkocht voor een hogere prijs. De omvang van het probleem van professionele doorverkoop is dus relatief beperkt. Daarnaast was een internationale uitvraag gedaan naar (de effectiviteit van) maatregelen in EU-lidstaten. Hieruit bleek dat verschillende landen in de Europese Unie maatregelen hanteren om doorverkoop te beperken. Echter werd uit de uitvraag onvoldoende duidelijk over de effectiviteit en de handhaafbaarheid van de maatregelen.5, 6 Ten slotte zijn er ook stakeholdergesprekken gevoerd.7 Uit deze gesprekken kwam naar voren dat er ontwikkelingen zijn op de Nederlandse kaartverkoopmarkt en dat geen van de belanghebbenden een verbod op doorverkoop wil.

In de genoemde brief is aangegeven dat het de vraag is of wettelijke maatregelen wenselijk zijn. Het onderzoek toont aan dat de omvang van het probleem gering is. In de brief worden weliswaar oplossingsrichtingen genoemd, maar daarvan is onduidelijk of deze effectief zouden zijn. Als er aanvullende maatregelen worden genomen lijkt een Europese aanpak het meest voor de hand te liggen, gelet op de landgrensoverschrijdende problematiek. Echter is voor aanvullende Europese wetgeving de vraag of dit effectief zal zijn, omdat sommige doorverkoopplatforms buiten de EU gevestigd zijn. Verder wordt in de brief geconstateerd dat er vanuit de Nederlandse markt zelf ook (technologische) ontwikkelingen zijn die de koop en doorverkoop van toegangskaarten kunnen reguleren.

Ontwikkelingen sinds november 2023

Sinds de brief uit 2023 zie ik verschillende technologische ontwikkelingen en samenwerkingen tussen organisatoren, podia en doorverkoopplatforms. Deze laten zien dat de Nederlandse markt van doorverkoop van toegangskaarten zelf innoveert, met als doel professionele doorverkoop tegen disproportionele prijzen te beperken. Een voorbeeld daarvan is de samenwerking van poppodium Paradiso met een online doorverkoopplatform. Deze samenwerking heeft tot doel de professionele doorverkoop tegen disproportionele prijzen in te perken. De consument betaalt voor de doorverkochte toegangskaart de oorspronkelijke prijs, waardoor geen winst wordt gemaakt op doorverkochte kaarten. Soortgelijke initiatieven zien we op meerdere plaatsen ontstaan, wat ik van harte toejuich. Kanttekening hierbij is wel dat het van belang is dat de mededingingsregels in acht worden genomen.8

Conclusie

Als gezegd heb ik uw Kamer de toezegging gedaan terug te komen op de brief van 29 november 2023 van mijn voorganger. Ik constateer dat de Nederlandse markt voor doorverkoop van toegangskaarten snel innoveert en zich ontwikkelt. De ontwikkelingen zijn erop gericht de doorverkoop veilig en eerlijk te houden. De deelnemende partijen hebben daarbij oog voor zowel de consument als voor de markt.

Het eerdere onderzoek laat zien dat de schaal van het probleem relatief beperkt is. Daarnaast is er weinig inzicht te verkrijgen over de effectiviteit (handhaafbaarheid) van wettelijke maatregelen: het is niet duidelijk of maatregelen die elders in Europa zijn genomen werkelijk een oplossing bieden. Ook is de problematiek van de doorverkoop landgrensoverschrijdend. Daarom ga ik niet over tot nationale wetgeving. Als er op Europees niveau initiatief wordt genomen voor een aanpak die voor de gehele Europese Unie van toepassing wordt en effectief kan zijn, dan zal ik dat uiteraard steunen.

Slot

Ik ben positief over de manier waarop de belanghebbenden zich inzetten voor een toegankelijke evenementensector. Samen met mijn collega’s van het Ministerie van Economische Zaken, het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport blijf ik de ontwikkelingen volgen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins