Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2024
Hierbij informeer ik u, conform de Rijksbegrotingsvoorschriften, over de voornaamste budgettaire mutaties (kas-, ontvangsten- en verplichtingenmutaties) die zich hebben voorgedaan sinds de Tweede suppletoire begroting 2024 voor Buitenlandse Zaken (V). Met de Slotwet en het Jaarverslag ontvangt uw Kamer de definitieve standen voor 2024.
Begrotingsartikel 3: Effectieve Europese samenwerking
Verplichtingen en uitgaven:
Het verplichtingenbudget voor de Nederlandse bijdrage aan de Europese Vredesfaciliteit (EPF) wordt verhoogd met ruim EUR 120 miljoen vanwege een technische correctie. Hiermee zijn de verplichtingen naar het juiste jaar geboekt.
Begrotingsartikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden
Ontvangsten:
Door hogere visaontvangsten zijn de ontvangsten op artikelonderdelen 4.10 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland en 4.20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen hoger dan gemeld in de Tweede Suppletoire Begroting 2024. Het betreft een stijging van circa EUR 2 miljoen.
Begrotingsartikel 7: Apparaat
Verplichtingen en uitgaven:
Op begrotingsartikel 2 werden de uitgaven geadministreerd voor verkiezingswaarnemingen en civiele experts en op begrotingsartikel 4 werden de externe inhuurkosten van consulaire dienstverlening geadministreerd. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften worden deze kosten van ongeveer EUR 19 miljoen in 2024 geboekt op 7.1.13.2 Inhuur Extern onder de personele uitgaven van artikel 7 apparaat, zodat de uitgaven onder het juiste artikel zijn geregistreerd. Dit leidt tot een hogere realisatie op het apparaatsbudget en een lagere realisatie op artikel 2 en artikel 4. Vanaf 2025 worden deze budgetten overgeheveld van het programmabudget naar bovengenoemd subartikel van apparaat. Dit betreft een technische mutatie.
Ontvangsten
Buitenlandse Zaken werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de corporate rate). Deze koers wordt samen met de presentatie van de begroting vastgesteld. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar echter een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat er een saldo. Voor de koersontwikkeling bestaat op het moment van schrijven een tegenvaller van circa EUR 3 miljoen. Deze wordt verantwoord op beleidsartikel 7: Apparaat.
De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp