Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2024
Tijdens de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Justitie en Veiligheid op donderdag 21 november 2024 is door het Kamerlid Palmen (NSC) een motie ingediend.1 De motie verzoekt de regering de eventuele verlaging van de ophogingenpercentages bij verkeersboetes op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) te betrekken bij de voorjaarsnota en de kosten hiervoor te dekken binnen de resterende middelen van de envelop «Groepen in de knel».
De Staatssecretaris Rechtsbescherming heeft toegezegd deze motie voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid schriftelijk te appreciëren. Met deze brief van de Staatssecretaris Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid wordt de toezegging gestand gedaan. Daarnaast wordt in deze brief voldaan aan het informatierverzoek van het lid Lahlah (GL-PvdA) met betrekking tot de besteding van de middelen uit de hierboven genoemde envelop.
Wij kunnen de motie «oordeel Kamer» geven als de motie zo mag worden geïnterpreteerd dat een eventuele verlaging van de ophogingenpercentages bij Wahv-boetes tijdens de aankomende voorjaarsbesluitvorming meegewogen wordt als onderwerp bij de integrale besluitvorming over de invulling van de resterende middelen van de envelop «Groepen in de knel».
Het verlagen van de ophogingenpercentages bij Wahv-boetes vinden we een sympathiek voorstel. Zoals in de brief van 18 november 2024 is gemeld naar aanleiding van een andere motie van het lid Palmen hebben wij het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) gevraagd scenario’s voor verlaging van de ophogingenpercentages uit te werken.2 Uw Kamer wordt hierover in het eerste kwartaal van 2025 nader geïnformeerd.
De dekking genoemd in de motie die tijdens de begrotingsbehandeling is ingediend, de envelop «Groepen in de knel», betreft een post op de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In de Miljoenennota 2025 heeft het kabinet invulling gegeven aan een gedeelte van deze envelop uit het Hoofdlijnenakkoord. Deze invulling is gedeeld met uw Kamer.3 Hiernaar is ook verwezen in de beantwoording van Kamervraag 179 bij de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.4
Onderstaande tabel toont de nog niet bestemde middelen uit de envelop.
x € 1 mln. |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
2030 |
Struc. |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Reservering voorjaar |
189 |
97 |
141 |
128 |
102 |
102 |
404 |
In de Miljoenennota is aangegeven dat voor de resterende middelen verschillende beleidsopties worden uitgewerkt.5 De besluitvorming over deze nog niet bestemde middelen6 uit de envelop «Groepen in de knel» zal mede op basis van de door het CJIB uitgewerkte scenario’s en in samenhang met de andere beleidsinitiatieven in het voorjaar van 2025 integraal en in samenspraak met de collega-bewindspersonen bij SZW worden gewogen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, I. Coenradie