Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Paspoortwet te wijzigen met het oog op het niet meer vermelden van het geslacht van de houder op de Nederlandse identiteitskaart;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Paspoortwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3, eerste lid, wordt na de eerste zin een zin ingevoegd, luidende:
De Nederlandse identiteitskaart en de vervangende Nederlandse identiteitskaart zijn niet voorzien van de vermelding van het geslacht.
B
Artikel 47, eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:
e. de geslachtsnaam, de voornamen, de geboortedatum, het geslacht of het burgerservicenummer van de houder zijn gewijzigd, behalve als het een wijziging van het geslacht betreft van de houder van een Nederlandse identiteitskaart of een vervangende Nederlandse identiteitskaart, waarop het geslacht niet is vermeld;
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,