De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
2. de begrotingsstaten inzake de agentschappen van dit ministerie;
3. de begrotingsstaat van het begrotingsfonds Diergezondheidsfonds
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,P. Adema
De Minister voor Natuur en Stikstof,Ch. van der Wal-Zeggelink
De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan de ondergrenzen in onderstaande staffel worden op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) toegelicht.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerp-begroting) in € miljoen | Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) | Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
Toelichting
Subsidies
Het verplichtingenbudget van subsidies op dit artikel viel € 671,1 mln. Lager uit dan met Najaarsnota geraamd. De uitgaven worden verlaagd met € 106,9 mln.
De voornaamste oorzaak hiervoor zijn de lager aangegane verplichtingen voor de landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (LBV) en LBV-plus (€ 577,2 mln.). Om voldoende verplichtingruimte te hebben voor de LBV-plus was eerder in 2023 het verplichtingenbudget flink opgehoogd (€ 800 mln.). Dit bleek uiteindelijk niet allemaal benodigd in 2023, waardoor het budget moet worden verlaagd. Ook het uitgavenbudget voor de LBV(-plus) is in 2023 niet volledig tot besteding gekomen, omdat voorziene betalingen pas in 2024 gedaan kunnen worden (€ 25,4 mln.). Het betreft de LBV die in december 2023 is gesloten en de LBV-plus die nog open staat.
Voor de regeling Energie-efficiëntie glastuinbouw (EG) heeft laat in 2023 een openstelling en ophoging van het plafond plaatsgevonden. Hierdoor wordt uiteindelijk een deel van de verplichtingen pas in 2024 aangegaan, waardoor het verplichtingenbudget in 2023 met € 35,0 mln. daalt. Een deel van de uitgaven wordt ook pas in 2024 gedaan, waardoor het uitgavenbudget in 2023 met € 19,5 mln. daalt.
Met betrekking tot waterbassins mest is het verplichtingenbudget met € 34,0 mln. verlaagd. De reden hiervoor is dat de regeling vanwege onvoldoende onderbouwing van de doeltreffendheid geen doorgang heeft gevonden in 2023. Er wordt verder onderzoek gedaan naar de effectiviteit van vergelijkbare maatregelen die mogelijk in de toekomst kunnen plaatsvinden. Het uitgavenbudget daalde hierdoor met € 34,6 mln.
Verder is er in 2023 een start gemaakt aan het Actieplan biologische landbouw. Hier werden minder verplichtingen in 2023 voor aangegaan wat leidt tot een verlaging van het budget met € 8,4 mln. Omdat 2023 een opstartjaar was, hebben er minder uitgaven plaatsgevonden dan verwacht. Zo zou er worden gestart met een marktontwikkelingsprogramma maar kwamen er nog geen voorstellen (vanuit de sector) die uitgevoerd konden worden. Dit leidt tot een verlaging van het uitgavenbudget met € 10,5 mln.
Garanties
De lagere verplichtingenstand (€ 107,4 mln.) komt voor € 102,8 mln. doordat in 2023 minder garanties op leningen zijn afgegeven bij de Borgstelling MKB Landbouw (BL) dan het huidige LNV-plafond (€ 120,0 mln.) toelaat.
Ontvangsten
De ontvangsten op artikel 21 waren € 10,1 mln. hoger dan eerder geraamd. Dit komt voornamelijk door de hogere terugontvangen subsidievoorschotten (€ 7,9 mln.). Dit betreft met name ontvangsten in het kader van de Ongedekte vaste kosten land- en tuinbouw (OVK) die generaal terugvloeien en daarom niet mee zijn genomen in de raming bij Najaarsnota en de EG-regeling waarbij meer subsidievoorschotten zijn terugontvangen dan bij de Najaarsnota geraamd.
Toelichting
Subsidies
De uitgaven op het subsidiebudget komen € 98,2 mln. lager uit. Dit komt voornamelijk door een onderuitputting van € 65,6 mln. op de drie subsidieregelingen van het visserijspoor in het kader van de Brexit Adjustment Reserve (BAR). De onderuitputting ziet op de saneringsregeling en de liquiditeitsregeling. Ook is er € 18,4 mln. niet-uitgeput op de Wind op Zee middelen uit het Klimaatfonds doordat de betalingen op de energie-efficiëntieregeling in 2024 plaats gaan vinden. Daarnaast is er € 8,3 mln. onderuitputting op de middelen die geraamd zijn voor de Regeling versneld natuurherstel. Dit komt omdat er minder deelnemers aan de regeling zijn dan eerder werd verwacht.
Garanties
Het verplichtingenbudget voor garanties op artikel 22 worden met € 35,6 mln. verhoogd. Dit heeft te maken met het registreren van de garantieverplichting die LNV heeft richting het Nationaal Groenfonds voor het Klimaatfonds voor de landbouw. Het Nationaal Groenfonds trekt tot € 70 mln. extra geld aan voor de financiering van projecten die een bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen van de sector Landbouw en Landgebruik. LNV staat voor maximaal 80% garant.
Opdrachten
De uitgaven op het opdrachtenbudget op artikel 22 vallen € 33,7 mln. lager uit. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door vrijval van € 11,7 mln. op het opdrachtenbudget voor Wind op Zee. Deze middelen worden aangewend voor eerste oriënterende onderzoeken voor de versterking van het Noordzee ecosysteem. Het opstarten van dit traject duurt langer dan aan de voorkant ingeschat en middelen zullen in latere jaren aangewend worden.
Het aantal piekbelastersregelingen dat in 2023 open staat is lager dan was verwacht. Daardoor is naar de zaakbegeleiders van de aanpak piekbelasting in 2023 minder vraag geweest dan was gebudgetteerd. Het aantal uren dat de zaakbegeleiders die extern bij verschillende kantoren zijn ingehuurd hebben gedeclareerd is daarom € 8,1 mln lager uitgevallen.
Doordat er voor de Nationale Grondbank nog geen aankopen hebben plaatsgevonden en aankooptrajecten wegens vertraging van de provinciale gebiedsprogramma's pas later zijn opgestart zijn de uitvoeringskosten van de NGB ook lager uitgevallen dan was begroot. In de Veegbrief was de verwachte bijstelling 5,9 mln. In de realisatie is dit 5,0 mln. geworden.
Bijdragen Baten-Lastendiensten
De uitgaven op het budget Bijdrage baten-lastendiensten vallen € 10,8 mln. lager uit. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat voor de Nationale Grondbank er € 10 mln minder uitgegeven is dan was begroot. Een lopend aankooptraject heeft vertraging opgelopen waardoor betaling niet meer in 2023 plaats heeft kunnen vinden.
Bijdragen aan mede-overheden
De uitgaven op het budget vallen € 31,1 mln. lager uit. Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat de SPUK waarmee de zaakbegeleiders van de aanpak piekbelasters bij de provincies worden gefinancierd verschoven is naar 2024. De eerste betaling van € 10,7 mln. aan de provincies was voorzien voor 2023, echter de openstellingstermijn waarin provincies zich konden inschrijven voor deze regeling was buiten het tijdspad waarin dit nog in 2023 tot uitbetaling kon komen.
In de beoordeling door RVO is bij twee provincies een korting toegepast op het aangevraagde subsidiebedrag. Hierdoor wordt € 10.4 mln. minder uitgegeven dan het door de provincies aangevraagde bedrag. In de veegbrief was de verwachte onderuitputting € 10 mln. Het gaat specifiek om het budget voor de SPUK regeling provinciale maatregelen PAS-melders. Het betreft additionele onderuitputting bovenop de € 215 miljoen onderuitputting van het afgelopen najaar.
Daarnaast is er op het bijdrage aan mede-overheden budget van Programma Natuur een bedrag van € 5,9 mln. overgebleven. Dit bedrag wordt deels gecompenseerd met het opdrachtenbudget van Programma Natuur.
Toelichting
Subsidies
De uitgaven op het subsidiebudget vallen € 67,0 miljoen lager uit. Dit komt met name door een onderuitputting van € 75,0 mln. bij de vijf versnellingsmaatregelen uit de kamerbrief Toekomst Landbouw. Het opstarten van de versnellingsmaatregelen is vertraagd door verschillende oorzaken: de tijdelijkheid van de middelen, het niet slagen om tot een landbouwakkoord te komen en de demissionaire status van het kabinet.
Daarnaast is er sprake van een overschreiding van het subsidiebudget aan WR van 9,1 mln. De subsidieverlening aan WR vindt plaats uit diverse instrumenten. Binnen de categorie subsidies is sprake van een overschreiding van het budget, dit wordt gecompenseerd met de onderschreiding bij de categorie bijdrage aan ZBO's/RWT's. Op het saldo van alle WR instrumenten treedt lichte onderuitputting op (€ 4,1 mln.).
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Er is sprake van onderuitputting van € 12,5 mln. binnen de categorie bijdrage aan ZBO's/RWT's. Dit komt met name omdat de subsidieverlening aan WR plaatsvindt uit diverse instrumenten. Binnen de categorie bijdrage aan ZBO's/RWT's is sprake van een onderschreiding van het budget, dit compenseert de overschreiding bij de categorie subsidies. Op het saldo van alle WR instrumenten treedt lichte onderuitputting op (€ 4,1 mln.).
Toelichting
Conform de staffel in de leeswijzer worden er op dit artikel geen mutaties toegelicht.
Toelichting
Conform de staffel in de leeswijzer worden er op dit artikel geen mutaties toegelicht.
Toelichting
De uitgaven zijn € 94,9 mln. lager dan geraamd. Het betreft hier stikstofmiddelen waarover besluitvorming voorzien was in 2023. Die heeft uiteindelijk niet meer plaatsgevonden, waardoor de middelen niet meer bestemd en besteed zijn.
Toelichting
De agentschapsparagraaf is in deze Slotwet niet op genomen. Op basis van de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften 2024 wordt een agentschapsparagraaf opgesteld indien de realisatie cumulatief 5% of cumulatief € 20 mln. afwijkt van de begroting. Hier is geen sprake van.
Toelichting
Conform de staffel in de leeswijzer worden er op dit artikel geen mutaties toegelicht.