Kamerstuk 36560-XIII-1

Jaarverslag Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2023

Dossier: Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2023

Gepubliceerd: 15 mei 2024
Indiener(s): Rob Jetten (minister zonder portefeuille economische zaken) (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36560-XIII-1.html
ID: 36560-XIII-1

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT (XIII) 2023

Ontvangen 15 mei 2024

Vergaderjaar 2023–2024

GEREALISEERDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln). Totaal € 13.651,6 mln.

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln). Totaal € 7.919,8 mln.

A. ALGEMEEN

1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik, mede namens de Minister voor Klimaat en Energie en de Staatssecretaris Mijnbouw het departementale jaarverslag van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) over het jaar 2023 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Economische Zaken en Klimaat decharge te verlenen over het in het jaar 2023 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  • 1. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;

  • 2. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;

  • 3. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 4. de totstandkoming van de niet-financiele verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 5. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • 1. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2023;

  • 2. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • 3. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • 4. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2023 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2022, alsmede over de saldibalans over 2023 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,M.A.M. Adriaansens

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

De leeswijzer gaat in op de volgende onderwerpen:

  • 1. Opbouw jaarverslag;

  • 2. Ondergrenzen toelichtingen;

  • 3. Controlenormen financiële en niet-financiële gegevens;

  • 4. Groeiparagraaf;

  • 5. Grondslagen voor de vastlegging en de waardering;

  • 6. Motie Schouw en motie Hachchi c.s..

1. Opbouw jaarverslag

Dit jaarverslag bevat het beleidsverslag, een jaarrekening, en diverse bijlagen. Deze bevatten informatie over de in 2023 gerealiseerde beleidsresultaten en de budgettaire realisatiegegevens van EZK.

Het onderdeel beleidsprioriteiten van het beleidsverslag betreft de verantwoording over de beleidsagenda uit de EZK-begroting 2023. Naast het macro-economisch beeld worden in het beleidsverslag de behaalde resultaten op de prioriteiten van EZK voor 2023 toegelicht. Dit gebeurt via de volgende blokken:

  • Economisch beeld (Macro-economisch beeld, perspectief op de economie, brede welvaart);

  • Innovatief en weerbaar Nederland (o.a. Verdienvermogen zoals Nationaal Groeifonds, Industriebeleid en Economische Veiligheid, Verduurzaming Industrie, Innovatie, Regio en mkb);

  • Gaswinning Groningen;

  • Duurzaam Nederland (o.a. vervolg Klimaatakkoord, Fit-for-55 en energiebeleid);

  • Goed functionerende markten;

  • Digitale economie;

  • Europese- en internationale samenwerking.

De beleidsartikelen in dit jaarverslag hebben dezelfde opzet als de begroting 2023 (Kamerstuk 36 200 XIII, nrs. 1 en 2) en zijn conform de Rijksbegrotingsvoorschriften opgesteld (https://rbv.rijksfinancien.nl). Elk beleidsartikel bevat een paragraaf beleidsconclusies waarin voor de belangrijkste instrumenten een oordeel wordt gegeven over de uitvoering van het beleid in het afgelopen jaar. In beleidsartikel 4 (Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering) is net als in de begroting 2023 een overzicht opgenomen van uitgaven voor het klimaatbeleid van bij het Klimaatakkoord betrokken ministeries. De bedrijfsvoeringparagraaf doet verslag van relevante aandachtspunten in de bedrijfsvoering van het Ministerie van EZK.

De jaarrekening bestaat uit de departementale verantwoordingsstaten, de samenvattende verantwoordingsstaten inzake de agentschappen, de jaarverantwoordingen van de agentschappen, de saldibalans en de WNT-verantwoording.

De volgende bijlagen zijn opgenomen: Toezichtrelaties en Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s) en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT’s), Moties en toezeggingen, Afgerond evaluatie- en overig onderzoek, Inhuur externen, Focusonderwerp FJR 2023, Verantwoording EU-middelen in gedeeld beheer, Rijksuitgaven Caribisch Nederland, NGF-Bijlage, Klimaatfondsprojecten EZK, Rapportage burgercorrespondentie en een lijst van afkortingen.

2. Ondergrenzen toelichtingen

Voor wat betreft het toelichten van significante verschillen in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen in de realisatie versus de vastgestelde begroting 2023 zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

3. Controlenormen financiële en niet-financiële gegevens

Het jaarverslag bevat zowel financiële als niet-financiële gegevens (kengetallen en indicatoren). Deze gegevens zijn aan verschillende controlenormen onderhevig. De controle van financiële informatie is gebaseerd op normen zoals deze voortvloeien uit de Comptabiliteitswet 2016 en de Rijksbegrotingsvoorschriften 2024 (RBV). De controle van beleidsinformatie en informatie over de bedrijfsvoering is gebaseerd op normen zoals deze voortvloeien uit de RBV.

4. Groeiparagraaf

Bij de beleidsartikelen (betreft artikel 2 en artikel 4) is het overzicht begrotingsreserves vervallen. De informatie uit dit model wordt al opgenomen in het Saldibalans onder saldibalanspost 5.

Bij de jaarverantwoording van een aantal agentschappen (indien van toepassing) wordt in de tabel Voorgestelde resultaatbestemming een voorstel gedaan over de verdeling van het saldo van baten en lasten in onttrekking aan de bestemmingsreserve POK1 en WaU2 en het exploitatieresultaat. Met toestemming van het Ministerie van Financiën zijn bij agentschappen bestemmingsreserves gevormd, waarin ontvangsten van het moederdepartement voor POK en WaU worden geboekt. Ten laste van deze bestemmingsreserves komen kosten die de agentschappen gedurende het jaar in het kader van POK en WaU hebben gemaakt. Het resterende saldo van baten en lasten komt ten gunste of ten laste van de exploitatiereserve.

Ingevolge het verzoek van de Tweede Kamer om bij het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2023 aandacht te besteden aan resultaatbereik in relatie tot onderuitputting wordt eenmalig de bijlage Focusonderwerp FJR 2023 opgenomen in het Jaarverslag 2023 (bijlage 5: Focusonderwerp FJR 2023).

5. Grondslagen voor de vastlegging en de waardering

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2023 en de Regeling agentschappen. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast en voor de baten-lasten agentschappen het baten-lastenstelsel.

6. Motie Schouw en motie Hachchi c.s.

Motie Schouw

In juni 2011 is de motie Schouw c.s. ingediend en aangenomen (Kamerstuk 2010-2011, 21 501-20, nr. 537). Deze motie zorgt er voor dat de landspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen.

In de landspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie voor Nederland in 2022-2023 werd onder andere aanbevolen om meer overheidsinvesteringen te doen voor de groene en digitale transitie (COM(2022) 621 final). Extra investeringen vanuit het National Groeifonds in R&D en innovatie en de beschikbaarstelling van middelen vanuit het fonds voor onderzoek en innovatie voor versterking van faciliteiten voor toegepast onderzoek en voor versterking van Europese partnerschappen dragen bij aan extra overheidsinvesteringen voor de groene en digitale transitie en sluiten daarmee aan bij de landspecifieke aanbeveling. Daarnaast draagt met name het missiegedreven innovatiebeleid bij aan investeringen in de genoemde richtingen.

Binnen artikel 1 van de EZK-begroting wordt hieraan invulling gegeven vanuit een toekenning uit het Nationaal Groeifonds van € 210 mln (€ 152,5 mln onvoorwaardelijk, € 57,5 mln voorwaardelijk) met het opschalen van ca. 15 publiek-private samenwerkingen (PPS’en) in het beroepsonderwijs, gericht op onder meer de versterking van de aansluiting van het beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt. Tevens wordt met een bijdrage uit het fonds opgeschaald door een impuls te geven aan de toepassing van innovaties in de praktijk, het stimuleren van leven lang ontwikkelen en het verhogen van het productiviteitsniveau van (midden- en klein) bedrijven. In juni 2023 zijn 15 ingediende plannen van regionale PPS’en goedgekeurd en ontvangen in totaal € 123 mln.

Daarnaast heeft het AiNed investeringsprogramma een budget van € 204,5 mln toegekend gekregen uit het Nationaal Groeifonds voor het stimuleren van innovatie met AI. Met het AiNed Investeringsprogramma van de Nederlandse AI Coalitie worden bedrijven en publieke instellingen bij elkaar gebracht om in AI essentiële stappen te zetten die van groot economisch én maatschappelijk belang zijn. Voor de financiering van digitale innovatie op AI worden open calls van NWO en RVO ingezet, zoals een AI-call in de MIT-regeling voor het mkb met een budget van € 3,5 mln. Begin 2023 is het tienjarige AI-programma ROBUST gestart voor de realisatie van 17 nieuwe AI onderzoekslabs (PPS) en 170 promovendi op het gebied van betrouwbare machine learning. Voor ROBUST is € 45 mln beschikbaar voor de eerste vijf jaar, waaronder € 12,5 mln van NWO en € 7,5 mln van EZK en met zicht op NWO-financiering voor nog eens vijf jaar.

Daarnaast wordt er via de Important Project of Common European Interest Cloud Infrastructuur en Services (IPCEI-CIS) de komende jaren € 71,2 mln geïnvesteerd in de ontwikkeling van innovatieve cloudoplossingen door Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen.

Voor de ontwikkeling en innovatie van 6G – de technologie achter de toekomstige mobiele communicatienetwerken - heeft een consortium van rond de 60 partners onder regie van TNO en met ondersteuning van EZK in 2023 een investeringsvoorstel ingediend in de derde ronde van het Nationaal Groeifonds. Dit voorstel is gehonoreerd. Het kabinet heeft € 61 mln voorwaardelijk toegekend voor de eerste fase en is € 142 mln gereserveerd voor de tweede fase van het programma voor de ontwikkeling van de volgende generatie mobiele communicatienetwerken.

Via het Nationaal Groeifonds is ook voor een periode van tien jaar € 80 mln publieke financiering toegekend aan het Nationaal Onderwijslab AI (NOLAI). De oprichting van NOLAI in 2022 zorgt voor publiek-private samenwerking voor verantwoorde innovatie op het terrein van digitale leermiddelen die gebruik maken van AI. Hierbij is € 63 mln gereserveerd voor opschaling van digitale onderwijsinnovatie.

Binnen artikel 2 van de EZK-begroting wordt hieraan onder andere bijgedragen met projecten gefinancierd vanuit het Nationaal Groeifonds. In belangrijke mate zijn dat middelen die bijdragen aan R&D en innovatie ten behoeve van de groene en digitale transitie. In 2023 is voor een bedrag van € 327,2 mln aan toekenningen gedaan voor Nationaal Groeifonds-projecten op artikel 2 van de EZK-begroting. Het zijn toekenningen aan vier projecten, die alle bijdragen aan de groene dan wel digitale transitie: € 102 mln voor BioBased Circular, € 118 mln voor Material Independence & Circular Batteries, € 60,2 mln voor Quantum Delta NL en € 47 mln voor Health-RI (dat gericht is op de ontwikkeling van een gezondheidsdata-infrastructuur).

Middelen op artikel 2 van de EZK-begroting voor de IPCEI-projecten ‘Micro elektronica’ en ‘Cloudinfrastructuur en services’ vormen specifiek ter bevordering van de digitale transitie een belangrijke aanvulling op de middelen vanuit het Nationaal Groeifonds.

Ook vanuit het in het Coalitieakkoord gevormde Fonds Onderzoek en Wetenschap wordt bijdragen aan investeringen die de groene en digitale transitie bevorderen. Dit fonds wordt voor een bedrag van € 500 mln over een periode van 10 jaar aangewend voor het versterken van faciliteiten voor toegepast onderzoek bij TO2-instellingen en Rijkskennisinstellingen (Kamerstuk 31 288, nr. 964). In 2023 heeft de eerste financieringsronde plaatsgevonden, waarin is een bedrag van € 184 mln aan financiering toegezegd voor 14 hoogwaardige faciliteiten voor toegepast onderzoek. Voorts is uit het genoemde fonds een bedrag van € 372 mln over de periode 2022-2029 beschikbaar gekomen voor de versterking van Europese partnerschappen binnen Horizon Europe en aanpalende EU-onderzoeks- en innovatieprogramma’s (Kamerstuk 31 288, nr. 964). Met deze impuls wordt de samenwerking met Europa versterkt op strategische onderzoeks- en innovatiethema’s die een belangrijke bijdrage leveren aan de grote maatschappelijke en technologische uitdagingen van deze tijd, zoals op het gebied van chips, kwantum en klimaat. Hiervan is een bedrag van € 292 mln naar de EZK-begroting gevloeid, ten behoeve van Eurostars, EuroHPC, EuroQCI, Topsector High Tech Vliegtuigmaakindustrie, de Joint Undertaking Key Digital Technologies (alle op artikel 2) en Digital Europe (artikel 1).

Daarnaast draagt met name het missiegedreven innovatiebeleid bij aan investeringen die de groene en digitale transities bevorderen. Zoals eerder in de Kamerbrief ’Innovatie en impact‘ (Kamerstuk 33 009, nr. 117) is aangekondigd, is daarbij sterker de focus gelegd op de transities die in het Coalitieakkoord centraal zijn gesteld voor het missiegedreven innovatiebeleid: de klimaat- en energietransitie, digitalisering, circulaire economie en sleuteltechnologieën. In 2023 zijn nieuwe Kennis- en Innovatieagenda’s en een nieuw Kennis- en Innovatieconvenant opgesteld voor het missiegedreven innovatiebeleid in de jaren 2024-2027 (Kamerstuk 33 009, nr. 135).

De Europese Commissie heeft in 2020 een landspecifieke aanbeveling gedaan om investeringen toe te spitsen op de groene en digitale transitie, onder andere op de ontwikkeling van duurzame infrastructuur en het schoon en efficiënt opwekken en gebruiken van energie. Het kabinet erkent in zijn reactie dat een ambitieus klimaat- en energiebeleid en digitaliseringsbeleid essentieel is voor het toekomstige verdienvermogen van Nederland (brief van 5 juni 2020, Kamerstuk 21 501-20, nr. 1558). De ontwikkeling van duurzame infrastructuur is de inzet van het Programma Energiehoofdstructuur op artikel 4, waarin een nieuwe ruimtelijke planning van het energiesysteem wordt opgezet. Voor de ontwikkeling van het efficiënt opwekken van energie is de SDE+ in 2020 verbreed van hernieuwbare energieproductie naar CO2-reductie: de SDE++. Ook zijn er verschillende regelingen beschikbaar op artikel 4 voor investeringen in innovatie voor de energietransitie. Daarnaast is er besloten om een Klimaatfonds op te richten, waarmee extra wordt geïnvesteerd in het behalen van de klimaatdoelen en er ook ruimte is gecreëerd voor investeringen in de ontwikkeling van de energie-infrastructuur voor de transitie en de opschaling van hernieuwbare energie.

Motie Hachchi c.s.

Ter uitvoering van de motie Hachchi c.s. (Kamerstuk 33 000 IV, nr. 28) brengen departementen in kaart welke uitgaven zij doen in Caribisch Nederland, uitgesplitst per instrument. Voor het opnemen van deze uitgaven in de budgettaire tabellen geldt een ondergrens van € 1 mln. De totale uitgaven (realisatie) van EZK voor Caribisch Nederland in 2023 bedroegen € 24,2 mln. Deze uitgaven zijn verdeeld over de beleidsartikelen 1 (€ 4,2 mln), 2 (€ 1,0 mln) en 4 (€ 19,1 mln). 

In bijlage 7: Rijksuitgaven Caribisch Nederland zijn alle uitgavenreeksen van het Ministerie van EZK ten behoeve van Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba ofwel BES-eilanden) opgenomen, ongeacht de hoogte van de uitgaven.

B. BELEIDSVERSLAG

3. Beleidsprioriteiten

Inleiding

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) staat voor een duurzaam en ondernemend Nederland. Het jaar 2023 heeft voor EZK in het teken gestaan van een duurzaam herstel uit de coronacrisis, het voortvarend voortzetten van de klimaat- en energietransitie en het monitoren van en omgaan met de gevolgen van de oorlog in Oekraïne.

Samen met zijn partners werkt EZK aan de brede welvaart van alle Nederlanders, nu en later, en van mensen elders in de wereld. We streven naar een economie die kan vergroenen én kan groeien. We werken aan een economie die werkt voor mensen, en waar de samenleving van meeprofiteert. We staan voor een open economie met een sterke internationale concurrentiepositie en met oog voor economische veiligheid. Wij werken aan de klimaatambities en durven scherpe doelen te stellen. Wij zetten ons in voor een duurzame samenleving met schone, betrouwbare, veilige en betaalbare energie. Wij werken aan een nieuw begin voor de regio Groningen en aan een verbetering en versnelling van het herstel en de versterking van woningen in het aardbevingsgebied. We stimuleren innovatie en benutten de economische en maatschappelijke kansen van digitalisering. We geven ondernemers de ruimte en borgen de balans tussen de belangen van bedrijven en burgers. Juist ook om de transities waar we voor staan succesvol door te maken, hebben we een sterke economie met vindingrijke ondernemers hard nodig.

Middels het beëindigen van de gaswinning uit het Groningerveld, het schadevrij en veilig maken van gebouwen, maatwerkoplossingen te bieden in de regio, verduurzaming en het opstellen van een Sociale en Economische agenda zet EZK zich in om de ereschuld aan de Groninger in te lossen. Wij zetten ons in voor een nauwe samenwerking met de regio, maatschappelijke organisaties, het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG), Nationaal Coördinator Groningen (NCG) en de bewoner.

Economisch beeld

Macro-economisch beeld

In 2022 veroorzaakte de oorlog in Oekraïne een grote schok. Naast het menselijk leed en de geopolitieke spanningen, resulteerde de oorlog samen met de nasleep van de coronacrisis in een aanzienlijke stijging van de inflatie, voornamelijk veroorzaakt door de toegenomen energieprijzen. De Nederlandse economie is in internationaal perspectief goed hersteld van de coronacrisis. Grootschalige faillissementen van bedrijven zijn voorkomen en de werkloosheid bleef laag. In 2022 leidde dit tot een economische groei van 4,5 procent. Hiermee lag het bbp per inwoner weer boven het niveau van 2019. Dit is een resultaat van de veerkracht van de Nederlandse economie.

Tegelijkertijd zijn er in 2023 nieuwe uitdagingen op ons afgekomen. De (geopolitieke) onzekerheid en hogere rente beïnvloedt de buitenlandse vraag naar Nederlandse goederen. De Nederlandse economie verkeerde drie kwartalen van 2023 in een recessie na jaren van economische groei. De krimp hing samen met de afkoeling van de economie en was daarom niet onverwacht en vooralsnog niet problematisch. De afkoeling van de economie is vooral terug te zien in de afgenomen omzet en productie van de industrie. De dagproductie van de industrie was in november 2023 circa 10% lager dan het jaar daarvoor.3 In het vierde kwartaal is de economie weer licht gegroeid (0,3%).

De arbeidsmarkt is in 2023 nog steeds krap, ondanks dat de economie in een recessie zat. Dit is een gevolg van een nog steeds sterke economie. De krapte zal echter nog een aantal jaren aanhouden. Deze schaarste gaat gepaard met uitdagingen voor het bedrijfsleven. Het maakt het lastiger voor bedrijven om te groeien, bemoeilijkt publieke dienstverlening en kan belangrijke transities in de weg staan. Het is voor EZK belangrijk dat deze krapte een stimulans is voor innovatief ondernemerschap en de inzet van arbeidsbesparende technologie. Dit vermindert niet alleen de krapte, maar is ook een belangrijke motor van economische groei.

Een positieve ontwikkeling in 2023 is dat de inflatie is gedaald naar 3,8%. Een belangrijke reden voor deze ontwikkeling is de daling van energieprijzen. Door het wegvallen van gas uit Rusland in zijn de prijzen voor gas in rap tempo opgelopen, maar de verhoogde capaciteit van import van LNG en de vulling van gasopslagen in de winter dempen de gasprijs. Het prijsniveau voor energie is echter nog steeds hoger dan vóór 2022.

Hoewel de inflatie is afgenomen, zijn de effecten van hogere prijzen nog steeds merkbaar voor zowel huishoudens als bedrijven. Het is daarom belangrijk dat de koopkracht in Nederland kan herstellen. Een positieve ontwikkeling is de bovengemiddelde stijging van cao-lonen (6,9%).4 Daarnaast zijn in het afgelopen jaar maatregelen genomen om de koopkracht van huishoudens te bevorderen. Nu de inflatie daalt, is de verwachting daarom ook dat de koopkracht stevig herstelt in 2024 dankzij de stijging van de lonen.5 Desalniettemin zal de ontwikkeling van de inflatie bepalend zijn voor het economisch beeld, óók in de aankomende jaren.

Om de bestedingsruimte van huishoudens op peil te houden, is het van belang om in te zetten op duurzame economische groei waarvan de samenleving in den brede van kan profiteren. Door de afgelopen recessie, veranderende geopolitieke verhoudingen en de opgaven in de klimaat- en energietransitie is een positief economisch macro-economisch beeld geen gegeven. Dit heeft mogelijk gevolgen voor de (materiële) welvaart. Innovatieve ondernemers blijven daarom essentieel voor de veerkracht en verduurzaming van de Nederlandse economie.

Perspectief op de Nederlandse economie

In 2023 heeft het kabinet zijn visie op de Nederlandse economie gepresenteerd. Waar willen we met onze economie heen om ons land welvarend en zo toekomstbestendig mogelijk te houden? De Nederlandse economie is sterk, dynamisch en veelzijdig. Maar de wereld staat niet stil. Het Perspectief op de Nederlandse economie6 schetst de sterktes, zwaktes, uitdagingen en kansen van onze economie. Onze economie is veelzijdig, we zijn sterk in samenwerken, hebben een uitstekende geografische ligging, handelsgeest en internationale oriëntatie. Ook kent Nederland een sterke arbeidsproductiviteit, maar deze groeit net als in andere ontwikkelde landen niet hard meer.

De mate van valorisatie van wetenschappelijke kennis in Nederland kent ruimte voor verbetering en het aantal start-ups dat doorgroeit naar scaleups is relatief laag. Niet iedereen in Nederland profiteert in voldoende mate van de brede welvaart die de economie creëert. Nederland heeft te maken met drie wereldwijde ontwikkelingen: machtsverschuivingen, digitalisering en de transities naar een klimaatneutrale, circulaire en natuurinclusieve economie. Nederland loopt daarnaast tegen een aantal grenzen aan op het gebied van energie, grondstoffen, arbeid, natuur, water en ruimte. Zo is het tekort aan vakkrachten en technologisch experts een remmende factor voor de transitie naar een duurzame en digitale economie. De Nederlandse economie is robuust, maar behoud van onze concurrentiepositie en verdienvermogen op de lange termijn is geen gegeven. Het vereist investeringen in kennis en innovaties, en de toepassing hiervan in producten en diensten. Het vereist investeringen in verduurzaming zodat we niet alleen competitief maar ook duurzaam worden. En het vereist Europese en internationale samenwerking en het inzetten op en behouden van een diverse economie met daarin een technologisch hoogwaardig industrie zodat we ons als Europa beschermen tegen ongewenste afhankelijkheden en richting geven aan de ontwikkeling van internationale waardeketens. EZK bewerkstelligt dit middels verschillende beleidsinstrumenten, waaronder het Nationaal Groeifonds.

EZK heeft zich ook in 2023 weer ingezet, samen met regionale, internationale en Europese partners, voor een innovatieve, duurzame, sterke en welvarende economie met een zo hoog mogelijke brede welvaart waarvan iedereen kan profiteren.

Het CBS-factsheet over Brede Welvaart7 vat hierbij het brede spectrum van het EZK-beleidsterrein samen met vijftien indicatoren. Belangrijke graadmeters zijn het bruto binnenlands product per inwoner en de broeikasgasreductie, die respectievelijk het materiële welvaartsniveau en de voortgang van klimaatdoelen aangeven. Het factsheet omvat ook indicatoren voor energie, bedrijfsleven, ondernemerschap, innovatie en digitalisering, zoals hernieuwbare energie, energie-invoerafhankelijkheid, mkb-toegevoegde waarde, R&D-uitgaven en ICT-investeringen. Deze indicatoren voor 2023 bieden inzicht in het streven naar duurzaamheid, klimaatneutraliteit en een gunstig vestigingsklimaat, hoewel het slechts een selectie is van de bredere set aan indicatoren waar EZK (in)direct op stuurt.

Innovatief en weerbaar Nederland

Nederland heeft een sterke, dynamische en veelzijdige economie gebouwd, met bedrijven die zich graag vestigen en groeien in dit land. Ook grotere, vaak innovatieve bedrijven vestigen zich hier graag. We hebben daarnaast een aantrekkelijk ondernemers- en investeringsklimaat, maar dit is geen gegeven. In de afgelopen maanden zijn ondernemers in toenemende mate geconfronteerd met een terugvallende economie, oplopende kosten van energie en schaars aanbod van arbeidskrachten. De slagvaardigheid en innovativiteit van ondernemers zijn als motor van de economie belangrijk voor het duurzaam verdienvermogen van Nederland.

Ook in 2023 streeft EZK naar brede welvaart waar de hele samenleving van profiteert. Groei stelt ons in staat collectieve voorzieningen te bekostigen, maar moet ook bijdragen aan de welvaartsontwikkeling van alle Nederlanders. Het behoud van de goede Nederlandse concurrentiepositie en het lange termijn verdienvermogen is geen gegeven. Om onze brede welvaart en het duurzaam verdienvermogen ook in de toekomst te behouden, heeft EZK in 2023 ingezet op kennis en innovatie, een excellent vestigings- en investeringsklimaat gestimuleerd en samen met de industrie afspraken gemaakt om de industrie te verduurzamen. Daarbij houdt EZK ook nauw rekening met de gevolgen voor de gevolgen van regeldruk, de toegankelijkheid van financiering voor het mkb, het belang van de regionale economie en onze economische veiligheid.

Nationaal Groeifonds

Het Nationaal Groeifonds heeft als doel om ons duurzaam verdienvermogen te versterken door te investeren in onderzoek, ontwikkeling, innovatie en kennisontwikkeling. Er zijn inmiddels drie indieningsrondes geweest. In de derde ronde, die in 2023 plaatsvond, heeft het kabinet € 4 mld uitgetrokken voor de financiering van 18 innovatieve projecten. Op dit moment zijn er 52 projecten waarover positief is besloten. Dit bedraagt in totaal € 11,6 mld. Er wordt onder andere geïnvesteerd in het ontwikkelen van medicijnen tegen kanker, het technisch beroepsonderwijs, de bestrijding van laaggeletterdheid, de verduurzaming van de landbouw, lucht- en binnenvaart, en in de ontwikkeling van (sleutel)technologieën als quantum en 6G.

Veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames

Op 1 juni 2023 trad de Wet veiligheidstoets investeringen fusies en overnames (vifo) in werking, die een veiligheidstoets invoert voor investeringen, fusies en overnames die een risico vormen voor de nationale veiligheid. De toets is van toepassing op vitale aanbieders, bedrijven met sensitieve technologie en beheerders van bedrijfscampussen in Nederland. Zeggenschapswijzigingen in deze ondernemingen kunnen risico’s voor de nationale veiligheid opleveren, zoals ongewenste strategische afhankelijkheden, verstoring van vitale processen en verlies van exclusieve kennis. De Minister van EZK kan indien nodig voorwaarden stellen aan de investering of in een uiterste geval de transactie verbieden.

Beschermingsvoorziening Economische Veiligheid

De Beschermingsvoorziening Economische Veiligheid8 is een nieuw fonds ten behoeve van bescherming van strategische sectoren en technologieën. Deze voorziening komt pas in actie als bestaande instrumenten en regelgeving tekortschieten en biedt maatwerk per geval.

Nationaal Programma Verduurzaming Industrie (NPVI)

In 2023 is het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie (NPVI) gelanceerd.9 Het programma heeft als doel om op korte termijn duidelijkheid te bieden over randvoorwaarden voor duurzame investeringen. Vanuit het NPVI is de routekaart verduurzaming industrie ontwikkeld.10 Deze geeft weer welke besluiten, mijlpalen en randvoorwaarden er de komende jaren genomen moeten woorden voor verduurzaming van de industrie in Nederland.

Maatwerkafspraken verduurzaming industrie

In 2023 zijn hierbij belangrijke stappen gezet met de maatwerpaanpak ten behoeve van extra CO2-reductie van de grootste industriële uitstoters. Er zijn op dit moment 11 intentieverklaringen (Expressions of Principles) en één Joint Letter of Intent ondertekend met de maatwerkbedrijven.11 Met deze afgesproken ambities kan circa 13 Mton CO2-reductie in 2030 gerealiseerd worden bij realisatie van de plannen uit de EoP’s. In totaal moeten de 15 grootste industriële uitstoters in 2030 16 Mton gereduceerd hebben.

Actieplan Cluster 6

Voor grote bedrijven die niet gevestigd zijn in een van de vijf geografische clusters, ook wel cluster 6-bedrijven, is er een actieplan voor verduurzaming opgesteld.12 Het actieplan focust op specifieke casussen om knelpunten weg te nemen en zorgt ervoor dat de geleerde lessen vervolgens breder onder alle betrokken sectoren en bedrijven worden verspreid. Op dit moment zijn er vijf casussen onder handen in de provincies Noord-Brabant en Limburg. De werkvoorraad zal verder worden uitgebreid met casussen zodat verschillende regio’s en knelpunten aan bod komen.

Kennis- en Innovatieconvenant

Het hernieuwde Kennis- en Innovatieconvenant (KIC) 2024–202713 bevestigt de gezamenlijke inzet van bedrijven, kennisinstellingen, overheden en andere organisaties voor missiegedreven innovatie in Nederland. Tot 2024 zullen de deelnemers gezamenlijk € 5,7 mld investeren in acht gemeenschappelijke kennis- en innovatieagenda's. Deze samenwerking is belangrijk voor de overgang naar een innovatieve, duurzame, sterke en welvarende economie.

Programma Ruimte voor Economie

In oktober 2023 is het Programma Ruimte voor Economie14 vastgesteld met als doel een nationale aanpak te bieden voor de ruimtelijke economische uitdagingen. Het kabinet zal met dit programma landelijk regie voeren om voldoende economische ruimte te waarborgen. Doel is om te voorkomen dat bedrijven door ruimtegebrek niet hierheen komen of vertrekken, het bereiken van klimaat- en transitiedoelen, en het faciliteren van samenwerking tussen innovatieve onderzoekers en startups door voldoende locaties beschikbaar te stellen. Als onderdeel van het programma is dit jaar eveneens de landelijke beleidslijn voor grootschalige bedrijfsvestigingen door Rijk en provincies bekrachtigd.

Brainport

In 2023 is weer de nodige progressie geboekt op om de mainportstatus van Brainport door te ontwikkelen. Een tweejarig experiment werd gestart in maart 2023 om de high tech industrie in de Brainport regio beter te verbinden met de behoeften van het Ministerie van Defensie. Hiermee wordt beoogd om de defensie-industrie te versterken om zo bij te dragen aan de nationale veiligheid. Daarbij is de visie op het versterken van de Nederlandse hightech maakindustrie, evenals op vraagstukken op het gebied van fysieke ruimte, netcongestie, talent en infrastructuur gedeeld. Ook is gestart met de aanpak voor het ruimtelijk programmeren van de Nederlandse kennisindustrie, zodat relevante bedrijven zich in Nederland kunnen blijven ontwikkelen, doorgroeien en doorinvesteren.

Voortgang Nationale Grondstoffenstrategie

In 2023 is een fundament gelegd voor uitwerking van de vijf handelingsperspectieven15 uit de Nationale Grondstoffenstrategie.16 In het Nationaal Programma Circulaire Economie zijn maatregelen opgenomen om circulariteit en innovatie van kritieke grondstoffenketens te stimuleren, en daarbij zijn twee voorstellen voor het Nationaal Groeifonds gehonoreerd (Circulair Batteries en SolarNL).

Versterking ondernemersklimaat in Nederland

In het afgelopen jaar is er gewerkt aan de Strategische agenda17 voor het ondernemingsklimaat in Nederland ter versterking van het vestigings- en ondernemingsklimaat voor het gehele bedrijfsleven. Ook heeft het kabinet de nieuwe aanpak voor versterking van het ecosysteem van startups en scale-ups gepresenteerd.18Daarnaast is een strategie voor durfkapitaal ontwikkeld en is de voortzetting van het programma Techleap.nl tot medio 2026 aangekondigd. Bij het Ministerie van EZK hard gewerkt aan verbetering van de regelgeving. Zo is het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR)19 beoogd om als permanente college in te richten en wordt er verdere opvolging gegeven aan het actieplan Verminderen Regeldruk 2023.20

Actieplan Groene en Digitale Banen

In 2023 lanceerde het kabinet het Actieplan Goed Bezetten (AGDB) om de langdurige tekorten in de techniek en ICT aan te pakken. Het doel is om substantieel het aantal openstaande vacatures in deze sectoren te verminderen.21 Als onderdeel van het Actieplan Groene en Digitale Banen versterkt EZK 15 regionale publiek-private samenwerkingen (pps’en) in het beroepsonderwijs met een totale investering van € 123 mln voor de komende vier jaar. Ook investeert EZK ook in een kennis- en ontwikkelingsprogramma.22

Mkb dienstverlening en financiering

De Actieagenda mkb-dienstverlening heeft als doel om de komende jaren een vraaggestuurd publiek dienstverleningsstelsel te creëren dat 100.000 mkb-ondernemers bereikt.23 Daarnaast heeft het Ministerie van EZK een analyse uitgevoerd over de financiering voor het mkb, resulterend in een convenant voor mkb-financiering. Menno Snel is aangesteld om de ambities van het convenant uit te werken.24 In 2023 heeft het kabinet ook de Borgstelling MKB-Kredieten Groen geïntroduceerd, waarmee de toegang tot financiering voor verduurzamingsinvesteringen in het mkb wordt vergroot.25

Sectoragenda maritieme maakindustrie

Het Ministerie van EZK heeft een sectoragenda voor de maritieme maakindustrie ontwikkeld, met daarin de kansen en bedreigingen voor deze sector. De sectoragenda benoemd vijf strategische belangen van de maritieme maakindustrie, vijf actielijnen met 25 maatregelen en vijf koploperprojecten.26

TEK-regeling

Tussen maart en oktober 2023 is de regeling Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) opengesteld. De TEK-regeling was een tijdelijke regeling met gerichte steun aan het energie-intensieve mkb dat geconfronteerd werd met stijgende energieprijzen als gevolg van de oorlog in Oekraïne. In totaal zijn 10.864 aanvragen ingediend, waarbij na sluiting ongeveer € 156 mln aan voorschotten is uitgekeerd.27

Gaswinning Groningen

Het rapport ‘Groningers boven gas’ van de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen (PEGA) is op 24 februari 2023 gepubliceerd.28 De commissie stelde dat Nederland een ereschuld heeft aan de Groningers en heeft aanbevelingen gedaan om deze in te lossen. Op 25 april jl. is de kabinetsreactie Nij Begun naar de Tweede Kamer gestuurd29, waarin het kabinet vijftig maatregelen aankondigde. De maatregelen zien toe op beëindigen van gaswinning en het milder, menselijker en makkelijker maken van het schadeherstel en de versterking. Ook worden er extra middelen uitgetrokken om een periode van 30 jaar, een generatie lang, te investeren in de sociale en economische ontwikkeling van het gebied, en in een betere overheid. Deze generatielange aanpak moet bijdragen aan de brede welvaart van het aardbevingsgebied. Over de resultaten van de generatielange aanpak en het effect van de maatregelen die in Nij Begun zijn genomen zal vanaf 2024 jaarlijks gerapporteerd worden in de Staat van Groningen.

Beëindiging gaswinning Groningen

In 2023 zijn cruciale stappen gezet om de gaswinning in het Groningenveld te beëindigen. Op 1 april 2023 zijn 6 van de 11 productielocaties uitgezet.30 Met het vaststellingsbesluit voor het gasjaar 2023-2024 is op 1 oktober de gaswinning uit de overige 5 locaties gestopt.31 In het gasjaar 2023-2024 bestaat nog de mogelijkheid om in uitzonderlijke situaties, zoals bij strenge vrieskou, gedurende een korte periode gas te winnen om de leveringszekerheid van laagcalorisch gas te borgen. Het wetsvoorstel om de gaswinning vanaf 1 oktober 2024 te verbieden, is door de Tweede Kamer aangenomen op 12 maart 2024. Veiligheidsrisico's worden gemonitord door SoDM, en de NAM behoudt haar zorgplicht. Hiermee is definitieve beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld op korte termijn in zicht.

Verbeteringen in schadeafhandelingen

Op 6 oktober 2023 heeft het kabinet aangegeven hoe de verbeteringen in de schadeafhandeling die in de kabinetsreactie op de parlementaire enquête waren aangekondigd, worden uitgevoerd. Bewoners met schade krijgen de mogelijkheid om alle schades in hun woning tot € 60.000 die naar hun aard mijnbouwschade kunnen zijn, te laten herstellen zonder onderzoek naar de oorzaak van de schade. Daadwerkelijk herstel van schades wordt het uitgangspunt. Zo nemen we een belangrijk deel van de onvrede bij bewoners over de schadeafhandeling weg: onduidelijke rapporten, lange procedures en onverklaarbare verschillen. Bovendien verbeteren we zo de kwaliteit van het woningbestand in het aardbevingsgebied. Bewoners kunnen daarnaast ook kiezen voor een verhoogde vaste eenmalige schadevergoeding van € 10.000 of de bestaande financiële vergoeding op maat (zgn. maatwerkprocedure). Ook werkt het IMG aan een vaste herhaalvergoeding bij schade. Het IMG heeft begin 2023 ook bekend gemaakt de regeling voor immateriële schade te gaan verruimen en is hier in oktober 2023 mee gestart.

Verschillen in de schadeafhandeling en versterkingsopgave

De Commissie Van Geel is in het voorjaar van 2023 gevraagd om in kaart te brengen in welke situaties sprake is van onuitlegbare verschillen bij de afhandeling van schade en uitvoering van de versterking en om met oplossingsrichtingen te komen waarmee deze verschillen kunnen worden weggenomen.32 Op 25 september is het advies ‘Veilig, schadevrij en verduurzaamd’ aan de Tweede Kamer aangeboden.33 Het IMG en de NCG hebben een eerste uitvoeringsanalyse opgeleverd. Op 6 maart 2024 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de uitwerking van de adviezen van Van Geel.34

Versterkingsoperatie en de Nationaal Coördinator Groningen (NCG)

Met behulp van de Nationaal Coördinator Groningen zijn in 2023 rond de 1100 woningen bouwkundig versterkt.35 Daarnaast zijn bij ongeveer 3.000 woningen vastgesteld dat deze aan de veiligheidsnorm voldoen. Daarmee is voor ruim 4.000 woningen het versterkingstraject afgerond. De doelstelling voor het aantal gebouwen dat in 2023 versterkt wordt opgeleverd is daarmee gehaald. De NCG heeft meer tijd nodig dan oorspronkelijk voorzien voor het afronden van alle beoordelingen. Alle beoordelingen worden uiterlijk 1 juli 2024 afgerond.

Versterken van het perspectief

Met de kabinetsreactie Nij Begun zijn ook middelen beschikbaar gesteld voor het economisch en sociaal perspectief van de regio. De Sociale Agenda heeft als doel om in dertig jaar het welzijn en de toekomst van de inwoners van Groningen en Noord-Drenthe structureel te verbeteren. Op 28 november is Henk Nijboer benoemd als kwartiermaker voor de Sociale Agenda, met als opdracht om deze Sociale Agenda samen met de regio te ontwikkelen. Het Startdocument voor de Economische Agenda is in januari 2024 gepresenteerd, en zet in op thema’s als energie, gezondheid en landelijk gebied. In 2023 is in totaal € 103 mln uitgekeerd naar het NPG. Deze projecten dragen bij aan een toekomstbestendig en leefbaar Groningen.

Samen met de NCG zorgen we voor goede communicatie met bewoners en hebben we gezamenlijke aanspreekpunten (NCG, IMG, EZK, SNN) gecreëerd. Door regionale evenementen en initiatieven kunnen bewoners, jongeren en maatschappelijke organisaties actief deelnemen aan verschillende trajecten.

Duurzaam Nederland

Vanuit onze nationale verantwoordelijkheid om de mondiale temperatuurstijging te beperken, heeft Nederland in 2019 een Klimaatwet vastgelegd. Deze wet biedt een kader voor beleid gericht op het terugdringen van de emissies van broeikasgassen in Nederland, tot klimaatneutraliteit in 2050. Daarnaast streeft Nederland naar een circulaire economie in 2050. Nederland zit daarom in een grootschalige transitie op het gebied van duurzaamheid en een klimaatneutrale economie.

EZK zet zich in voor het combineren van het streven naar duurzame groei en een sterke economie met het verbeteren van het milieu, middels reductie van broeikasgasemissies en andere schadelijke emissies. Ook leveringszekerheid van energie, energiebesparing en een goed functionerende elektriciteitsmarkt waren belangrijke doelen in 2023.

Klimaat

EZK heeft zich afgelopen jaar ingespannen voor behoud van het ambitieniveau teneinde het 2030-doel van 55% CO2 broeikasgasreductie te kunnen halen. Inmiddels is de implementatie van het Fit-for-55 pakket gestart. Met de herziening van de hernieuwbare energierichtlijn (die toeziet op het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie in de energiemix) en de herziening van de energie-efficiëntierichtlijn (die toeziet op het verminderen van het energieverbruik) zijn stappen gezet. In het voorjaar heeft het kabinet maatregelen genomen voor een samenhangend beleidspakket om het doel uit de Klimaatwet voor 2030 te kunnen halen. Volgens het PBL komt de emissiereductie in 2030 hierdoor uit op ca. 46-57% ten opzichte van 1990. In het afgelopen jaar is verder gewerkt aan de implementatie van klimaatmaatregelen, maar het kabinet heeft aangegeven drie maatregelen over te laten aan een nieuw kabinet.36

Klimaatfonds

Het parlement heeft in 2023 ingestemd met de Tijdelijke wet Klimaatfonds. Het Klimaatfonds is een belangrijk instrument waaruit additionele maatregelen gefinancierd worden voor het behalen van de reductiedoelstellingen in de Klimaatwet, de transitie naar een klimaatneutrale energievoorziening, economie en samenleving en een rechtvaardige klimaattransitie. Op basis van de beoordelingen is er in het Meerjarenprogramma 202437 een voorstel gedaan om € 11,8 mld over te hevelen naar verschillende departementale begrotingen en € 15,3 mld te reserveren voor specifieke maatregelen.

Burgerforum

De energietransitie en klimaatopgave zorgen voor veranderingen in alle onderdelen van het dagelijks leven. Het kabinet wil daarom burgers beter betrekken bij deze transitie en heeft haar visie hierop gedeeld met de Kamer. EZK heeft hierop ingezet met onder meer een landelijk burgerforum klimaat.38

Energie

Ook in 2023 is veel werk verricht om de gasleveringszekerheid te borgen. Dit bestaat deels uit maatregelen om de gasleveringszekerheid van Nederland robuuster te maken. Dit doet EZK bijvoorbeeld met de visie gasopslag, waarin onder andere is aangekondigd de vultaak voor EBN voor Bergermeer te verlengen. Daarnaast wordt ingezet op het vergroten van de crisisparaatheid, bijvoorbeeld door het Bescherm- en Herstelplan gas te actualiseren en de afschakelstrategie voor niet beschermde afnemers te presenteren.39

Nationaal Plan Energiesysteem

EZK publiceerde in 2023 het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE).40 Dit bevat een strategische visie met vijf hoofdkeuzes die richting geven om tot een volledig duurzaam en integraal energiesysteem te komen in 2050. Met het NPE wordt er verder gewerkt aan de uitvoering van het Nationaal Programma Energietransitie door het opstellen van een beleids- en uitvoeringagenda voor het energiesysteem. Nieuwe afspraken met mede-overheden worden gemaakt om samen het beoogde integrale energiesysteem efficiënter, sneller en slimmer te realiseren, met lage maatschappelijke kosten en breed draagvlak. Het Programma Energiehoofdstructuur brengt daarnaast de ruimtevraag in kaart van de nationale energiehoofdstructuur energiesysteem.41

Elektriciteitsnet

Een groot deel van Nederland kent een vol elektriciteitsnet of een net waarvan de grenzen bijna zijn bereikt. Afgelopen jaar zijn daarom stappen met het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN) gezet. Gezien de toegenomen problematiek zijn daarnaast aanvullende maatregelen aangekondigd om netcongestie te verminderen.42 Met het prioriteringskader uitbreidingen elektriciteitsnet krijgen uitbreidingen met grote maatschappelijke impact meer prioriteit in de investeringsplannen van netbeheerders en overheden. Daarmee wil EZK zorgen dat energie-infrastructuurprojecten die belangrijk zijn voor de energietransitie op hoog tempo door kunnen gaan.43

Energiecontracten

Er zijn in 2023 belangrijke stappen gezet om de wettelijke regels ter bescherming van de consument bij energiecontracten aan te scherpen en deze wetgeving te moderniseren met het wetsvoorstel Energiewet. Daarnaast heeft de ACM de opzegvergoeding van energiecontracten beter laten aansluiten bij het verlies van de leverancier bij voortijdig opzeggen van een energiecontract met vaste tarieven voor bepaalde tijd.44 Intussen is ook het prijsplafond voor energieprijzen succesvol geïmplementeerd en afgebouwd.

Energiebesparing

Naast energiebesparende maatregelen zijn nu ook maatregelen voor de productie van hernieuwbare energie en maatregelen voor het vervangen van een energiedrager verplicht.45 Met de aanscherping van de energiebesparingsplicht vallen meer maatregelen en bedrijven onder de plicht, om alle maatregelen ter verduurzaming van het energiegebruik met een terugverdientijd van vijf jaar of minder uit te voeren en daarover vierjaarlijks te rapporteren. De Erkende Maatregelenlijst (voor het mkb) is hierbij geactualiseerd.

Waterstof

In de ontwikkeling van de waterstofmarkt zijn grote stappen gezet. Ten aanzien van het stimuleringsinstrumentarium heeft het kabinet in 2023 € 250 mln beschikbaar gesteld voor opschaling van kleinschalige elektrolysecapaciteit. Er zijn 12 ’Memorandi of Understanding' (MoU) afgesloten met potentiële exportlanden van waterstof. Ook zal in samenwerking met Duitsland een gezamenlijke importtender worden ontwikkeld.46 Nederland sluit hiermee aan bij het Duitse subsidieproject H2Global. Tevens heeft het Ministerie van EZK een strategie gepubliceerd voor de diversificatie van de import van waterstof om schokken in de leveringszekerheid van energie te voorkomen.47 Het creëren van opslagmogelijkheden voor (duurzaam opgewekt) waterstof in de diepe ondergrond is een belangrijke schakel in de waterstofketen en krijgt de komende jaren prioritaire aandacht.

Carbon Capture Storage (CCS)

In augustus kreeg het CCS-project Porthos groen licht van de Raad van State. Vanaf 2026 zal het project 2,5 Mton CO2 per jaar afvangen en permanent opslaan onder de Noordzee. De garantie van € 175,6 mln van het kabinet kwam hiermee te vervallen. Om de verdere uitrol van CCS te versnellen, ontving EBN in 2023 een lening voor het Aramis-project en subsidies voor haalbaarheidsstudies naar extra opslaglocaties. Daarnaast heeft Nederland een Memorandum of Understanding getekend met België en Denemarken om de import en export van CO2 te vergemakkelijken. Tevens lopen ook internationale onderzoeksprojecten onder het ACT III programma nog (2021 ‒ 2024). Hieraan heeft Nederland met in totaal € 4 mln bijgedragen.

Provinciale Meerjarenprogramma’s Infrastructuur Energie en Klimaat

Alle provincies hebben in 2023 voor het eerst een provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK) opgesteld. Deze programma’s bevatten regionale energie-infrastructuurprojecten die bijdragen aan het halen van de klimaatdoelen. In het pMIEK staat welke projecten voor uitbreiding van energie-infrastructuur het meest nodig zijn. De plannen gaan niet alleen over elektriciteit, deze gaan ook over de investeringen die nodig zijn voor warmtenetten en voor toekomstige energiedragers zoals waterstof.

Kernenergie

De versterking van de nucleaire kennis- en innovatiestructuur is randvoorwaardelijk aan de ambities rondom kernenergie als onderdeel van de CO2-vrije energievoorziening. Daarom is het MMIP Kernenergie uitgewerkt.48 Ook zijn twee van de drie overeenkomsten met technologieleveranciers van kerncentrales gesloten over de haalbaarheid van de bouw van kerncentrales.

Wind op Zee

In 2023 is ruim 4,5 GW aan windenergie op zee opgeleverd conform de plannen van de Routekaart Wind op Zee. Daarnaast is voor circa 4 GW aan capaciteit vergund, de grootste tenderronde tot nu toe in Nederland. De windparken worden naar verwachting eind 2029 en begin 2030 opgeleverd. 

Afhandeling mijnbouwschade voormalige steenkoolwinning Limburg

Op 27 oktober 2023 is met Limburg een bestuursakkoord afgesloten over de inrichtingsprincipes van de schadeafhandeling. Kleine schades zullen worden vergoed en grotere schades worden hersteld. Hiertoe zal in 2024 een Rijksdienst worden ingericht.

Draagvlak mijnbouwactiviteiten

Het draagvlak voor mijnbouwactiviteiten is kwetsbaar. Het meenemen van de omgeving in een adequaat gebiedsproces is daarbij cruciaal. Ook is het van belang dat een regio niet alleen de lasten van een activiteit draagt, maar daarvoor ook in een deel van de lusten kan meeprofiteren. In 2023 is als pilot in Schoonebeek geëxperimenteerd, wat eind 2023 heeft geleid tot een principeakkoord, waarbij de NAM een bijdrage zal leveren uit de opbrengst van de oliewinning. Het Rijk draagt daar middels de deelname van EBN ten minste 40% aan bij.

Goed functionerende markten

Goed functionerende markten zijn belangrijk voor economische ontwikkeling, innovatie en brede welvaart in Nederland. Goed werkende markten zijn ook belangrijk voor de gevraagde transities die bijvoorbeeld klimaat, energie en digitalisering vragen. Op veel departementaal brede thema’s werkt EZK aan de randvoorwaarden die noodzakelijk zijn voor het laten werken van de markten van nu, voor de economie van de toekomst. Zo is met het oog op duurzaamheid het Europese mededingingskader in 2023 op belangrijke punten herzien. Daarmee bestaat nu meer ruimte en duidelijkheid voor samenwerking tussen bedrijven met het oog op duurzaamheid, in het bijzonder voor de landbouwsector.49

Interne-markt actieagenda

Op 27 oktober 2023 is de eerste jaarlijkse voortgangsrapportage50 over de kabinetsbrede interne-marktactieagenda uit 2022 aan de Kamer verstuurd.51 Op EU-, Benelux- en nationaal niveau wordt aan een breed palet aan acties gewerkt om belemmeringen op de interne markt weg te nemen en de toepassing en naleving van interne-marktregels te verbeteren. De werkzaamheden en projecten van de Europese Taskforce interne-markthandhaving (SMET) dragen hieraan bij. Ook is een onderzoek van Ecorys naar territoriale leveringsbeperkingen eind november 2023 aan de Tweede Kamer aangeboden.52 Binnen de EU en de Benelux kaart het Ministerie van EZK dit probleem voor het vrij verkeer van goederen en mogelijke oplossingsrichtingen aan.

Consumentenbescherming

Moderne consumentenregels bevorderen consumentenbelangen, concurrentie, keuzevrijheid en kwalitatieve producten en diensten. In 2023 is een nieuwe Nederlandse consumentenagenda uitgebracht, waarin de verbetering van de consumentenpositie bij telefonische verkoop en verkoop aan de deur wordt benadrukt. Op Europees niveau streeft EZK naar een veilige online markt waar consumenten duurzame keuzes kunnen maken.53 Daarnaast zijn in 2023 nieuwe regels voor de aanduiding van prijsverminderingen (kortingsacties) geïmplementeerd, wat leidt tot meer zekerheid voor de consument.54

Verstorende buitenlandse subsidies

Het doel van de Verordening Buitenlandse subsidies (RFS) is om concurrentieverstoringen op de interne markt als gevolg van buitenlandse subsidies beter aan te kunnen pakken. Het Ministerie van EZK heeft zich sinds 2019 actief ingezet voor een dergelijk instrument onder andere met het NL voorstel voor een gelijk speelveld instrument.55 De RFS is vanaf 12 januari 2023 van kracht. Momenteel wordt aan de benodigde implementatiewetgeving gewerkt.

Nationale Normalisatie Agenda

In 2022 is de Europese normalisatiestrategie gepubliceerd.56Nationaal werkt EZK aan een Normalisatie Agenda (NNA). De ambitie van deze agenda is om de strategische ambities op weg naar een groen en digitaal Europa te ondersteunen. Op 30 november 2023 heeft Nederland ook een verklaring getekend voor de versterking van normalisatieopleiding en -kennis in de gehele Europese Unie.

Digitale economie

EZK werkt aan een open, weerbare, ondernemende, vernieuwende en duurzame digitale economie. In 2023 is de voortgangsrapportage van de strategie Digitale Economie gedeeld.57 Het jaar 2023 kende speciale aandacht voor digitale open strategische autonomie en digitalisering en duurzaamheid. Voor tien cruciale digitale technologieën en vijf dwarsdoorsnijdende beleidsprioriteiten is een handelingsperspectief opgesteld in de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie.58 Daarnaast heeft EZK in 2023 twee onderzoeken laten uitvoeren naar de mogelijkheden om de digitale sector te verduurzamen en digitalisering in te zetten om de verduurzamingsopgave van andere sectoren te versnellen.59

Nieuwe spelregels voor digitale markten

De Digital Services Act (DSA) is sinds 25 augustus 2023 van toepassing en harmoniseert de regels die van toepassing zijn op zogenaamde aanbieders van tussenhandeldiensten, waaronder online platforms, online marktplaatsen, sociale mediadiensten en internetaanbieders. In december 2023 is een politiek akkoord bereikt over de Europese AI-verordening (AI Act) met als doel ervoor te zorgen dat er veilige AI-systemen op de interne markt komen met waarborgen voor de bescherming van fundamentele rechten. Op 8 november 2023 is de vierde en laatste triloog inzake de revisie van de eIDAS verordening gehouden en is er een politiek akkoord bereikt. Deze verordening heeft als doel om het vertrouwen in digitale transactie te vergroten door een kader voor digitale identiteiten en vertrouwensdiensten (bv. elektronische handtekeningen) te stellen Tenslotte is er een politiek akkoord bereikt op de Data Act ter bevordering van het gebruik van data en te zorgen dat de waarde van deze data eerlijker wordt verdeeld. In de tussentijd werkt EZK aan de wetsvoorstellen ter uitvoering van deze verordeningen.

Nieuwe spelregels voor platforms

De Digital Markets Act (DMA) bevat regels voor de allergrootste platforms waar consumenten en ondernemers nauwelijks omheen kunnen (poortwachters). Het doel van de DMA is om consumenten en ondernemers te beschermen en te zorgen voor meer concurrentie op digitale markten. In september 2023 zijn de eerste poortwachters aangewezen. Zij moeten vanaf maart 2024 aan de verboden en verplichtingen uit de DMA voldoen. Om te zorgen voor een goede werking van de DMA is in 2023 een wetsvoorstel ter uitvoering van de DMA voorbereid. Daarnaast heeft een communicatietraject in 2023 bijgedragen aan de effectiviteit van de DMA door de kennis bij consumenten en ondernemers over de DMA te vergroten.60

Stimuleren digitale innovatie en vaardigheden

In november 2023 is de Kennis- en innovatie Agenda Digitalisering (KIA) gepresenteerd. Voor het versterken van de AI kennis- en innovatiebasis en het verzilveren van AI-kansen door publiek-private samenwerking, zijn initiatieven gestart. Het Nationaal Groeifonds is hierin belangrijk als investeerder in de programma’s AiNed en NOLAI. Daarnaast is het Centre of Excellence for Data Sharing and Cloud (CoE-DSC) gelanceerd om de kansen van het delen van data tussen bedrijven te stimuleren, neemt Nederland deel aan Important Project of Common European Interest Cloud Infrastructure and Services (IPCEI CIS)61 en worden digitale vaardigheden versterkt via het Actieplan groene en digitale banen.62

Hoogwaardige digitale infrastructuur

In 2023 zijn de verdere voorbereidingen voor uitvoering van de veiling van de 3,5 GHz-band getroffen en succesvol negen landelijke pakketten (FM/DAB) voor commerciële radio geveild. Daarnaast heeft EZK tijdens de onderhandelingen over de EU-verordening inzake gigabit infrastructuur (ter bevordering van de uitrol daarvan) met succes ingezet op proportionaliteit en beperking van administratieve lasten van het voorstel.

Cybersecurity versterken

Cybersecurity is een essentiële randvoorwaarde voor een goed functionerende Nederlandse digitale economie. Onder regie van de Minister van Justitie en Veiligheid heeft in 2023 de implementatie van de Nederlandse Cybersecurity Strategie (NLCS) vorm gekregen.63 EZK richt zich op de thema’s consumentenbescherming en de versterking van de digitale weerbaarheid van het bedrijfsleven. Dit betekent dat het aanbod van ICT-producten en diensten veiliger moet worden en dat consumenten en bedrijven zich bewuster moeten worden van digitale dreigingen en risico’s en daar meer weerbaar tegen worden. EZK geeft dit vorm door bedrijven te het ondersteunen via het Digital Trust Center, het invoeren van Europese markttoegangseisen voor hard- en software via de Cyber Resilience Act en het versterken van kennis en innovatie in cybersecurity via dcypher en NEXIS-NCC.

Europese- en internationale samenwerking

Het behoud van onze welvaart vereist een sterke positie van Nederland in een weerbaar Europa. Daarom is Europese en Internationale samenwerking ook in 2023 van groot belang geweest, en houdt EZK oog voor risicovolle strategische afhankelijkheden.

Technical Support Instrument (TSI)

Het Europese TSI heeft tot doel hervormingen in lidstaten te ondersteunen. Hiervoor is jaarlijks Europese financiering beschikbaar, waarvoor lidstaten projecten kunnen indienen. In 2023 kregen negen Nederlandse projecten, of projecten waar Nederland samen met andere lidstaten onderdeel van uitmaakt, financiering vanuit het TSI. De Nederlandse projecten zien onder andere op het ontwikkelen van regionale projecten op het gebied van hernieuwbare energie; het tegengaan van greenwashing; het bevorderen van duurzaamheid in lokale overheidsfinanciën en de ondersteuning van leraren bij de digitale transitie.

Critical Raw Materials Act (CRMA)

Op 13 november 2023 is er een akkoord bereikt op de Europese Critical Raw Materials Act. Het kabinet is positief over het bereikte akkoord, waarin alle aspecten van circulariteit (waaronder substitutie en vermindering van gebruik) zijn meegenomen en waarin ambitieuze doelen op het gebied van recycling worden gesteld. Ten opzichte van het eerste voorstel van de Europese Commissie van 16 maart jl. is het recyclingdoel verhoogd, en zijn de overige doelen voor het winnen en raffineren van grondstoffen gehandhaafd.

Analyse risicovolle strategische afhankelijkheden

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft ketenanalyses verricht naar 7 verschillende waardeketens in het energiedomein en het digitale domein. De Kamer is hierover geïnformeerd.64 De analyses van de 7 waardeketens laten zien of er sprake is van een risicovolle strategische afhankelijkheid en geven de verschillende handelingsperspectieven weer.

Europese maatregelen voor de energiemarkt

In de EU zijn twee richtlijnen65 voor de herziening van de elektriciteitsmarkt, inclusief het toezicht daarop, het gas- en waterstofpakket en de methaanverordening aangenomen. EZK heeft zich afgelopen jaar ingespannen voor EU-maatregelen voor gasopslag, energiebesparing, leveringszekerheid en een stabiele energiemarkt. Daarnaast heeft EZK een strategie ontwikkeld voor de diversificatie en bestendiging van importketens van waterstof.

Tot slot

In de verantwoordelijkheden van EZK kwamen grote uitdagingen samen in 2023. Het aanscherpen van de klimaatdoelen met een omvangrijk pakket aan maatregelen. Onze energie schoon, veilig en betaalbaar maken. Bewoners in de regio Groningen een nieuw perspectief geven door structurele versterking. Ervoor zorgen dat Nederland voldoende toekomstig welvaart heeft en dat de gehele samenleving kan meeprofiteren van de economische groei, en dat niemand achterblijft. Het ondernemers- en investeringsklimaat aantrekkelijk maken en behouden. Het vergroenen van onze economie en onze industrie. Oog hebben voor onze economische veiligheid.

Dit zijn zware opgaven, maar ook een kans om het verschil te maken. Niet alleen, maar juist in brede samenwerking met burgers, werknemers, ondernemers, maatschappelijke organisaties, de verschillende ministeries, medeoverheden, de EU en andere landen.

Realisatie periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen

Tabel 1 Realisatie periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen

BD/PR/PE1

Thema

Artikel(en)

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Kamerstuk

BD

Goed functionerende economie en markten

1

     

x

 

Kamerstuk 30 991, nr. 37

PR

Goed functionerende (digitale) economie en markten

1

       

Nog te starten

PR

Steun- en herstelbeleid Corona

2 en 3

       

Nog te starten

BD

Ondernemerschap

2

   

x

   

Kamerstuk 32 359, nr. 4 - bijlage Innovatieve samenleving

BD

Innovatiebeleid

2 en 3

   

x

   

Kamerstuk 32 359, nr. 4 - bijlage Innovatieve samenleving

Onderzoek

Expertcommissie Evaluatiemethoden

1 t/m 4

     

x

 

Durf te leren, ga door met meten

BD

Klimaatbeleid

4

 

x2

     

Kamerstuk 30 991, nr. 34

PR

Evaluaties van herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet)

4

       

Nog te starten

PE

Een veilig Groningen met perspectief

5

      

x

Kamerstuk 35 561, nr. 5

          

Kamerstuk 35 561, nr. 17

X Noot
1

BD = Beleidsdoorlichting; PR = Periodieke Rapportage; PE = Parlementaire Enquête

X Noot
2

Betreft de beleidsdoorlichting Klimaat die van IenW is overgegaan naar EZK (dit omvat slechts een deel van het oude artikel 19 van voormalig IenM).

Goed functionerende economie en markten: De beleidsdoorlichting inzake artikel 1 Goed functionerende economie en markten is afgerond en deze is in juni 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstuk 30 991, nr. 37).

Goed werkende (digitale) economie en markten: De beleidsdoorlichting inzake artikel 1 Goed functionerende economie en markten is in 2022 afgerond. Een belangrijk deel van het digitale economie beleid is hierin meegenomen. Een ander deel, het ICT-innovatiebeleid, was betrokken in de doorlichtingen van artikel 2 en 3 van de EZK begroting in 2020. Inmiddels is een groot deel van het digitale economie beleid samengebracht op artikel 1 van de EZK begroting waarvoor conform de ontwerpbegroting EZK 2024 een synthese wordt voorzien in 2027.

Steun- en herstelbeleid Corona: Dit beleid dient ter ondersteuning en herstel van het bedrijfsleven tijdens en na Covid-19. Hierbij wordt samen opgetrokken met FIN en SZW. Een synthese wordt conform de ontwerpbegroting EZK 2024 voorzien in 2025.

Ondernemerschap: Omdat het beleid onder artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei met de taakopdracht «Innovatieve Samenleving» meeliep in de «Brede Maatschappelijke Heroverwegingen», waarin de RPE-vragen 11 t/m 14 ook zijn beantwoord (Kamerstuk 32 359, nr. 4 - bijlage Innovatieve Samenleving, april 2020), kwam de geplande reguliere beleidsdoorlichting in 2020 te vervallen.

Innovatiebeleid: Omdat het beleid onder artikel 3 Toekomstfonds met de taakopdracht «Innovatieve Samenleving» meeliep in de «Brede Maatschappelijke Heroverwegingen», waarin de RPE-vragen 11 t/m 14 ook zijn beantwoord (Kamerstuk 32 359, nr. 4 - bijlage Innovatieve Samenleving, april 2020), kwam de geplande reguliere beleidsdoorlichting in 2020 te vervallen.

De Expertcommissie evaluatiemethoden heeft in oktober 2022 het rapport «Durf te leren, ga door met meten» opgeleverd aan EZK over kaders en methoden voor de evaluatie van systeem- en transitiebeleid.

Klimaatbeleid: De beleidsdoorlichting Klimaat is in december 2018 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstuk 30 991, nr. 34). Oplevering van de lerende evaluatie klimaatbeleid is voorzien in 2024. Jaarlijks wordt bij de Klimaatnota gerapporteerd over de uitvoering van de lerende evaluatie. Tevens is in 2024 de oplevering van het synthese-onderzoek klimaat(mitigatie)beleid voorzien.

Evaluaties van herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet): Dit betreft een synthese van evaluaties van de gewijzigde Elektriciteit- en gaswet en Warmtewet die conform de ontwerpbegroting EZK 2024 waarschijnlijk voorzien is in 2029.

Een veilig Groningen met perspectief: Voor artikel 5 is in 2021 en 2022 een parlementaire enquête Aardgaswinning Groningen uitgevoerd waarmee de geplande beleidsdoorlichting is komen te vervallen. In 2023 is het rapport «Groningers boven Gas» van de parlementaire enquêtecommissie opgeleverd (Kamerstuk 35 561, nr. 5). Vervolgens is ook een kabinetsreactie toegezonden aan de Kamer (Kamerstuk 35 561, nr. 17).

Samenvatting afgerond onderzoek 2023:Een veilig Groningen met perspectief. Rapport Parlementaire enquête Aardgaswinning Groningen: «Groningers boven Gas»De parlementaire enquêtecommissie Aardgaswinning Groningen heeft in februari 2023 het rapport «Groningers boven Gas» opgeleverd. De commissie concludeerde dat de belangen van de Groningers structureel zijn genegeerd bij de aardgaswinning in Groningen. De commissie stelde dat Nederland een ereschuld aan Groningen moet inlossen en heeft daar 11 aanbevelingen voor gedaan: 1) Maak schadeafhandeling voor bewoners milder, makkelijker en menselijker; 2) Geef bewoners snel duidelijkheid over de versterking; 3) Bied toekomstperspectief aan de regio; 4) Zorg dat er voldoende geld is voor alle toekomstige kosten; 5) Versterk de rol van de toezichthouder; 6) Vergroot de rol van het publieke belang binnen departementen; 7) Versterk de positie van de Tweede Kamer; 8) Geef toekomstige publiek-private samenwerking beter vorm; 9) Versterk kennisontwikkeling over de ondergrond; 10) Stuur op de ruimtelijke inrichting van de ondergrond; 11) Een uitnodiging aan Groningers.

Voor het meest recente overzicht van de programmering van periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen, zie het overzicht Ingepland en uitgevoerd onderzoek op rijksfinanciën.nl.

Voor de realisatie van deze en andere grote onderzoeken, zie bijlage 3 «Afgerond evaluatie- en overig onderzoek».

Overzicht van risicoregelingen

Tabel 2 Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Uitstaande garanties 2022

Verleend 2023

Vervallen 2023

Uitstaande garanties 2023

Garantieplafond

Totaal plafond

Totaalstand risicovoorziening

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

BMKB

1.426.994

311.262

‒ 437.459

1.300.797

765.000

 

174.010

 

BMKB-Corona

190.991

 

‒ 87.453

103.538

 

735.000

72.981

 

Garantie Ondernemings-financiering (GO)

254.806

49.548

‒ 91.050

213.304

400.000

 

70.509

 

GO-Corona

177.173

 

‒ 120.160

57.013

 

2.100.000

161.529

 

Groeifaciliteit

56.076

8.012

‒ 13.059

51.029

85.000

 

64.132

 

Klein Krediet Corona

41.213

 

‒ 15.325

25.888

 

250.000

15.077

 

Microkredieten

129.980

 

‒ 47.596

82.384

 

130.000

 
 

Garantie MKB-financiering

80.320

 

‒ 25.750

54.570

 

268.200

22.532

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Garantieregeling Aardwarmte

16.211

  

16.211

44.200

 

17.976

Totaal

 

2.373.764

368.822

‒ 837.852

1.904.734

1.294.200

3.483.200

 
Tabel 3 Overzicht uitgaven en ontvangsten garanties (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Uitgaven 2022

Ontvangsten 2022

Saldo 2022

Uitgaven 2023

Ontvangsten 2023

Saldo 2023

Totaalstand mutatie volume risicovoorziening 2023 en (2022)

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

BMKB

11.217

22.344

11.127

13.763

19.969

6.206

18.483 (33.449)

 

BMKB-Corona

1.016

340

‒ 676

4.536

43

‒ 4.493

‒ 3.322 (-13.176)

 

Garantie Ondernemings-financiering (GO)

11.115

6.979

‒ 4.136

 

5.217

5.217

3.404 (-5.811)

 

GO-Corona

 

9.059

9.059

7.400

3.850

‒ 3.550

20.750 (-75.941)

 

Groeifaciliteit

3.092

2.053

‒ 1.039

4.654

1.785

‒ 2.869

‒ 2.647 (-867)

 

Klein Krediet Corona

1.428

80

‒ 1.348

1.004

170

‒ 834

‒ 778 (-8.847)

 

Microkredieten

 

445

445

 

395

395

 
 

Garantie MKB-financiering

 

468

468

 

448

448

756 (884)

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Garantieregeling Aardwarmte

      

‒ 80(0)

Totaal

 

27.868

41.768

13.900

31.357

31.877

520

 

Een risicovoorziening is een begrotingsreserve die altijd gekoppeld is aan een risicoregeling en wordt door het verantwoordelijke ministerie op een afzonderlijke rekening-courant bij het Ministerie van Financiën aangehouden. In de tabel ‘Overzicht verstrekte garanties’ wordt met ‘totaalstand risicovoorziening’ het saldo van de betreffende begrotingsreserve ultimo 2023 bedoeld. In de tabel ‘Overzicht uitgaven en ontvangsten garanties’ wordt met ‘mutatie risicovoorziening’ de storting (+) dan wel de (-) aan deze begrotingsreserve bedoeld.

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

BMKB

De BMKB is bedoeld voor bedrijven die te weinig zekerheden (onderpand) kunnen bieden aan een bank. De bank vindt het risico dat het bedrijf zijn lening niet kan terugbetalen dan vaak te hoog. Via de BMKB staat de overheid borg voor het deel van de lening waar het bedrijf geen onderpand voor heeft. De bank kan voor dat deel dus terugvallen op de overheid. Op grond van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies kunnen financiers kredieten die zij verstrekken aan MKB-ondernemers onder de werking van de regeling brengen. Hierdoor stelt de Staat zich voor 90% borg ten behoeve van de financier voor de terugbetaling van deze kredieten (de zogenaamde bedrijfsborgstellingskredieten). Eén van de voorwaarden die de regeling hieraan stelt, is dat de financier gelijktijdig met het verstrekken van een bedrijfsborgstellingskrediet, aan de MKB-ondernemer een ander krediet verstrekt, waarvoor deze borgstelling van de Staat niet geldt. Als hoofdregel geldt dat het bedrijfsborgstellingskrediet ten minste even groot moet zijn als het daarmee gelijktijdig afgesloten andere krediet. Het laatstgenoemde krediet bedraagt daarmee ten minste 100% van het bedrijfsborgstellingskrediet (verhouding 1:1). Voor starters en het innovatieve MKB en kleine kredieten gelden andere verhoudingen. Financiers betalen een provisie om hun kredieten onder te brengen bij de BMKB, hierdoor is de regeling in principe kostendekkend.

BMKB-groen

De BMKB-Groen is een nieuw luik onder de BMKB geïntroduceerd in 2022. Voor de BMKB-Groen is een aparte risicoreserve ingericht. Doordat het gebruik van de regeling relatief tegenviel zijn er weinig provisies ontvangen of claims binnen gekomen. De ontvangen provisies waren dusdanig lager dan de geraamde provisie ontvangsten waardoor er € 3,1 mln aan de reserve is onttrokken.

BMKB-Corona

Na de uitbraak van de COVID-19 pandemie heeft het kabinet een coronaluik toegevoegd aan de BMKB. Hierbij staat de overheid voor per saldo 67,5% borg op krediet aan in de kern gezonde mkb-bedrijven. Er is in 2023 in totaal voor € 4,5 mln aan borgstellingen onder het coronaluik in de BMKB verstrekt. Er is in 2023 een bedrag van € 0,4 mln aan provisie ontvangen voor BMKB-C aanvragen. Er is voor de BMKB-Corona in 2023 geen beroep gedaan op de begrotingsreserve. Vanwege lager dan verwacht risico is er € 1,2 mln onttrokken aan de begrotingsreserve van de BMKB-Corona, deze is teruggevloeid naar de generale middelen. De BMKB-Corona regeling is in 2022 gesloten.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

Met het instrument GO kunnen banken een 50% Staatsgarantie krijgen op (middel)grote leningen vanaf € 1,5 mln. Door de verstrekking van een Staatsgarantie wordt het risico voor de bank op de ondernemingsfinanciering gereduceerd. Dit vergroot de mogelijkheden om te voorzien in de financieringsbehoefte bij het Nederlandse bedrijfsleven. In 2013 is de GO, naast de al bestaande mogelijkheid om bankgaranties onder de GO te brengen, ook opengesteld voor alternatieve aanbieders van financiering aan bedrijven.

GO-Corona

Het kabinet steunt bedrijven die krediet nodig hebben als gevolg van de Coronacrisis met een Staatsgarantie op bankleningen via de GO-C. Het betreft 80% garantie voor het grootbedrijf en 90% voor mkb-ondernemingen op leningen van maximaal € 150 mln. Er is in 2023 € 7,4 mln aan garanties verstrekt onder de GO-C. Er is 2023 een bedrag van € 3,9 mln aan provisie ontvangen voor GO-C aanvragen. De GO-Corona regeling is in 2022 gesloten.

Groeifaciliteit

Met de Groeifaciliteit worden bedrijven geholpen bij het aantrekken van risicodragend vermogen door een 50% Staatsgarantie te verstrekken op achtergestelde leningen van banken (ten hoogste € 5 mln) en op aandelen van participatiemaatschappijen (ten hoogste € 25 mln). De Groeifaciliteit kan ondernemingen in een groeifase, bij bedrijfsovernames en bij herstructureringen helpen bij het aantrekken van risicokapitaal. De regeling kent een horizonbepaling van 1 juli 2024.

Klein Krediet Corona (KKC)

Om getroffen ondernemers te helpen die geen kredietrelatie hebben met een bank of maar een kleine kredietbehoefte hebben is de garantieregeling KKC gestart voor kredieten tot € 50.000, met een looptijd van 5 jaar, 95% garantie en een premie van 2%. Er is in 2023 in totaal € 1 mln aan garantieverplichtingen verstrekt. Er is in 2023 een bedrag van € 0,2 mln aan premie ontvangen voor KKC aanvragen. Vanwege lager dan verwacht risico is er € 0,1 mln onttrokken aan de begrotingsreserve van de KKC, deze is teruggevloeid naar de generale middelen.

Microkredieten

In het Aanvullend Actieplan MKB-financiering uit 2014 is € 100 mln beschikbaar gesteld voor Microkredieten. Hierop is een garantie van € 86,7 mln verstrekt aan de Europese Investeringsbank voor de funding van de Stichting Qredits. De EIB lening wordt ingezet voor de verdere groei van de dienstverlening van Qredits (micro- en MKB-krediet tot € 150.000) en voor de nieuwe dienstverlening van Qredits (werkkapitaal en de hogere MKB kredieten tot € 250.000). In 2017 is in dit kader een garantie van € 13,3 mln verstrekt aan de Council of Europe Bank (CEB) voor de funding van Qredits. In 2019 is daarnaast een garantie verstrekt van € 25 mln aan de Bank Nederlandse Gemeenten voor de funding van Qredits. In 2020 is een aanvullende garantie verstrekt van € 5 mln aan CEB.

Garantie MKB-financiering

In het kader van het Actieplan MKB-financiering uit 2014 is in totaal € 268,2 mln aan garanties verstrekt aan alternatieve financiers van het MKB.

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Garantieregeling Aardwarmte

De garantieregeling Aardwarmte heeft als doel het afdekken van het financiële risico indien een boring van een put voor de toepassing van aardwarmte voor de borende partij minder oplevert dan verwacht. De garantieregeling dekt het risico dat een boring niet in een goede watervoerende laag uitkomt, waardoor het vermogen dat vooraf verwacht werd, niet wordt behaald. In dat geval wordt voor een deel van de gemaakte kosten een subsidie uitgekeerd, gerelateerd aan de mate waarin de aardwarmteboring mislukt is. Er wordt een premie van 7% gevraagd. De regeling richt zich zowel op gewone als diepe aardwarmte-projecten (dieper dan 3.500 meter).

Tabel 4 Overzicht verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)

nr.

Artikel omschrijving

Leningnemer

Huidig saldo

Einddatum

Totaalstand risicovoorziening 2023

Totaalstand mutatie volume risicovoorziening 2023 en 2022

1

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

Biopartner

13.524.483,75

31-12-2021

nvt

nvt

2

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

MARIN

6.806.703,24

1-1-2500

nvt

nvt

3

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

Microkrediet Ned (Qredits)

44.629.970,00

1-4-2045

nvt

nvt

4

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

Microkrediet Ned (SZW)

269.806,00

onbepaald

nvt

nvt

5

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

Provincie Limburg (voorheen LIOF Swentibold)

15.882.307,56

31-12-2023

nvt

nvt

6

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

Qredits

1.765.000,00

1-2-2026

nvt

nvt

7

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

B.V. Finance Continuïteit IHC

5.000.000,00

1-1-2500

nvt

nvt

8

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

Stichting Garantiefonds Reisgelden

138.739.158,75

8-4-2028

nvt

nvt

9

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

Stichting Qredits Microfinanciering Nederland Corona

10.000.000,00

21-5-2028

nvt

nvt

10

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

Sticht. Garantiefds. Gespecial. Touroperators (GGTO)

975.000,00

15-12-2026

nvt

nvt

11

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

Stichting Qredits Microfinanciering Nederland TOA

5.000.000,00

1-4-2030

nvt

nvt

12

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

VZR Garant Onderlinge Verzekeringen U.A.

600.000,00

15-12-2026

nvt

nvt

13

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

Stichting Qredits Microfinanciering

47.500.000,00

15-6-2030

nvt

nvt

14

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

Smart Photonics Holding B.V.

60.000.000,00

20-2-2033

nvt

nvt

15

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen

PhiX B.V.

4.549.375,00

31-12-2033

nvt

nvt

16

Artikel 3 Toekomstfonds

BOM Bioconnection 1-3161

1.083.775,37

1-1-2500

nvt

nvt

17

Artikel 3 Toekomstfonds

BOM Capital I B.V. (COL1/2)

24.074.571,00

31-12-2026

nvt

nvt

18

Artikel 3 Toekomstfonds

BOM Capital I B.V. (Smart Photonics)

20.000.000,00

30-6-2030

nvt

nvt

19

Artikel 3 Toekomstfonds

BOM Life Science & Health Fund Brabant (Pivot Park)

2.000.000,00

31-12-2025

nvt

nvt

20

Artikel 3 Toekomstfonds

Horizon Flevoland (Col1/2)

5.729.846,11

31-12-2026

nvt

nvt

21

Artikel 3 Toekomstfonds

InnovationQuarter (COL1/2)

41.230.619,49

31-12-2026

nvt

nvt

22

Artikel 3 Toekomstfonds

ROM Utrecht Region (COL1/2)

10.480.708,00

31-12-2026

nvt

nvt

23

Artikel 3 Toekomstfonds

NH Inwest (COL1/2)

38.906.504,32

31-12-2026

nvt

nvt

24

Artikel 3 Toekomstfonds

Innovation Quarter

5.700.000,00

31-12-2026

nvt

nvt

25

Artikel 3 Toekomstfonds

Impuls Zeeland (COL1/2)

1.933.709,71

31-12-2026

nvt

nvt

26

Artikel 3 Toekomstfonds

LIOF (COL1/2)

10.544.823,69

31-12-2026

nvt

nvt

27

Artikel 3 Toekomstfonds

Nedermaas Hightech Ventures

5.542.041,00

31-12-2023

nvt

nvt

28

Artikel 3 Toekomstfonds

NOM (COL1/2)

14.789.079,07

31-12-2026

nvt

nvt

29

Artikel 3 Toekomstfonds

NWO (Toegepaste en Technische Wetenschappen)

11.100.000,00

31-12-2032

nvt

nvt

30

Artikel 3 Toekomstfonds

NWO-TTW 2018

7.200.000,00

31-12-2030

nvt

nvt

31

Artikel 3 Toekomstfonds

Ontwikkelingsmaatschappij Oost-Nederland N.V. (COL1/2)

31.540.405,00

31-12-2026

nvt

nvt

32

Artikel 3 Toekomstfonds

Participatiemij Oost Nederland NV DVI-2

64.500.000,00

1-1-2035

nvt

nvt

33

Artikel 3 Toekomstfonds

Participatiemij Oost Nederland NV DVI-I

94.073.099,20

1-1-2030

nvt

nvt

34

Artikel 3 Toekomstfonds

StW 2014-2015

3.807.505,98

1-1-2500

nvt

nvt

35

Artikel 3 Toekomstfonds

StW 2016-2017

8.246.142,78

1-1-2500

nvt

nvt

36

Artikel 3 Toekomstfonds

Invest-NL Capital N.V.

14.093.500,00

31-12-2042

nvt

nvt

37

Artikel 3 Toekomstfonds

Invest-NL Capital N.V. Dutch Future Fund

10.386.569,67

31-12-2038

nvt

nvt

38

Artikel 3 Toekomstfonds

NWO 2022/2023/2024

1.500.000,00

31-12-2035

nvt

nvt

39

Artikel 3 Toekomstfonds

Invest-NL Deeptechfonds

35.000.000,00

15-8-2037

nvt

nvt

40

Artikel 3 Toekomstfonds

Lening aan EIF ten behoeve van ETCI

21.900.386,00

1-1-2043

nvt

nvt

41

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

EBN BV

29.000.000,00

1-12-2034

nvt

nvt

42

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

ECN

40.000.000,00

31-12-2026

nvt

nvt

43

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

NRG (ECN) instr 142310 (voorheen 1300018406)

85.027.882,38

31-12-2026

nvt

nvt

44

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Fibrant

2.142.857,00

1-12-2034

nvt

nvt

45

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Fibrant

7.142.849,00

1-12-2034

nvt

nvt

46

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Fibrant

20.714.286,00

1-12-2034

nvt

nvt

47

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Pallas

43.607.116,18

1-7-2022

nvt

nvt

48

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

EBN BV (Porthos)

53.400.000,00

31-12-2038

nvt

nvt

49

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Invest-NL Capital N.V. SIF

64.800.000,00

15-6-2029

nvt

nvt

50

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

EBN BV FEED Aramis Opslag

10.000.000,00

31-12-2042

nvt

nvt

51

Artikel 5 Meerjarenprogramma Nationaal Coordinator Groningen

St. Woonbedrijf Aardbevingsgebied Groningen

10.000.000,00

1-1-2026

nvt

nvt

1 Biopartner

Dit betreft een in het jaar 2000 verstrekte lening ten behoeve van een start-up participatiefonds life sciences. De lening is verlengd tot 1 juli 2021 om tot een definitieve afwikkeling te komen. Het doel is om de lening begin 2023 afgewikkeld te hebben.

2 MARIN

De lening van € 6,8 mln is in 2003 tussen de Staat en MARIN vastgelegd in een aangepaste overeenkomst van geldlening, in verband met de in 2003 opgerichte MARIN Stakeholders Association (MSA). In deze overeenkomst is bepaald dat MARIN is vrijgesteld van aflossingsverplichting voor zover de MSA voor ten minste het bedrag van de lening deelnemersovereenkomsten heeft gesloten. Ultimo 2023 was dit het geval.

3 Microkrediet Nederland (Qredits)

Dit betreft een achtergestelde lening aan stichting Qredits voor het verstrekken van micro- en mkbkrediet aan ondernemers.

4 Microkrediet Nederland (Qredits SZW)

Dit betreft een achtergestelde lening aan stichting Qredits voor het verstrekken van microkrediet aan ondernemers.

5 Provincie Limburg

Dit betreft een lening aan de Provincie Limburg in het kader van Industriepark Swentibold.

6 Qredits (pilot achtergestelde leningen fonds)

Dit betreft een subsidie met terugbetaalverplichting in het kader van de pilot achtergestelde leningenfonds van Qredits.

7 B.V. Finance Continuïteit IHC

Dit betreft een vergoeding aan de Staat van € 5 mln voor een overbruggingslening voor de continuiteit van Koninklijke IHC. Deze vergoeding staat voor onbepaalde tijd uit als lening aan B.V. Financiering Continuiteit IHC.

8 Stichting Garantiefonds Reisgelden

Dit betreft een lening aan SGR voor liquiditeitsleningen van SGR aan reisorganisaties, die tijdelijk onvoldoende middelen hebben om vouchers terug te betalen aan consumenten.

9 Stichting Qredits Microfinanciering Nederland Corona overbruggingskrediet

Dit betreft een lening aan Qredits ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingskredieten aan startende ondernemers.

10 Stichting Garantiefonds Gespecialiseerde Touroperators (GGTO)

Dit betreft een lening aan GGTO zodat deze stichting een vergoeding kan verstrekken in geval van insolventie van deelnemers en de liquiditeit van deelnemers kan borgen door coronavouchers onder de garantieregeling te brengen.

11 Stichting Qredits Microfinanciering Nederland TOA-krediet

Dit betreft een lening aan Qredits voor de uitvoering van de TOA-faciliteit. Dit is een faciliteit voor mkb-ondernemers die met gebruikmaking van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA), hun bedrijf willen doorstarten in de periode 2021-2024.

12 VZR Garant Onderlinge Verzekeringen U.A. (VZR)

Dit betreft een lening aan VZR Garant Onderlinge Verzekeringen U.A. in verband met verwacht extra beroep dat bedrijven in de reissector zullen doen op deze verzekering ten gevolge van de coronacrisis.

13 Stichting Qredits microfinanciering

Dit betreft een lening aan Qredits ten behoeve van het verstrekken van overbruggingskredieten aan ondernemers.

14 Smart Photonics Holding B.V.

Dit betreft een lening aan Smart Photonics als onderdeel van het NGFproject PhotonDelta.

15 Phix B.V.

Dit betreft een lening aan Phix B.V. als onderdeel van het NGFproject PhotonDelta.

16 BOM BioConnection

Dit betreft een in 2005 aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) verstrekte lening ten behoeve van BioConnection B.V.

17 BOM Capital I B.V. COL 1 / 2

Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

18 BOM Capital I B.V. Smart Photonics

Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) ten behoeve van de investering in Smart Photonics, een Eindhovense scale-up voor de productie van fotonische chips.

19 BOM Life Sciences & Health Fund

Dit betreft een lening aan de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij die in 2013 is verstrekt ten behoeve van de ontwikkeling van de Life Sciences & Health sector in Noord-Brabant. De lening wordt in 2025 terugbetaald.

20 Horizon de Aanjager (COL 1 / 2)

Dit betreft een lening aan Horizon de Aanjager ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Flevoland.

21 Innovation Quarter (COL 1 / 2)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

22 Innovation Quarter namens Utrecht (COL 1 / 2)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Utrecht.

23 Innovation Quarter namens Noord Holland (COL 1 / 2)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen in de provincie Noord Holland.

24 Innovation Quarter (Innogenerics)

Dit betreft een lening aan Innovation Quarter voor de investering in Innogenerics B.V. ten behoeve van de overname van de geneesmiddelen fabrikant Apotex.

25 Investeringsfonds Zeeland B.V. (COL 1 / 2)

Dit betreft een lening aan Investeringsfonds Zeeland B.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

26 LIOF (COL 1 / 2)

Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij LIOF ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

27 Nedermaas Hightech Ventures

Dit betreft een in 2009 aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij LIOF verstrekte lening ten behoeve van Nedermaas Hightech Ventures, een nieuw venture-capital fonds dat zich richt op de vroege financiering van hightech start up's in de Provincie Limburg.

28 NOM (COL 1 / 2)

Dit betreft een lening aan de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM B.V.) ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

29 NWO (Toegepaste en Technische Wetenschappen) 2019, 2020 en 2021

Dit betreft een lening aan NWO voor het verstrekken van kredieten aan ondernemingen in het kader van regeling vroegefasefinanciering.

30 NWO (Toegepaste en Technische Wetenschappen) 2018, 2019

Dit betreft een lening aan NWO voor het verstrekken van kredieten aan ondernemingen in het kader van regeling vroegefasefinanciering.

31 Oost NL N.V. (COL 1 / 2)

Dit betreft een lening aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Oost. N.V. ten behoeve van het verstrekken van Corona overbruggingsleningen aan ondernemingen.

32 Oost NL N.V. DVI-2

Dit betreft een lening aan Oost NL N.V. ten behoeve van het Dutch Venture Initiative II.

33Oost NL N.V. DVI

Dit betreft een lening aan Oost NL N.V. ten behoeve van het Dutch Venture Initiative.

34 StW 2014-2015

Dit betreft een lening aan de Stichting Technische Wetenschappen voor het vertrekken van kredieten in het kader van de regeling Vroegefase-financiering.

35 StW 2016-2017

Dit betreft een lening aan de Stichting Technische Wetenschappen voor het vertrekken van kredieten in het kader van de regeling Vroegefase-financiering.

36 Invest-NL Capital N.V.

Dit betreft een lening aan Invest-NL ten behoeve van het Dutch Alternative Credit Instrument (DACI).

37 Invest-NL Capital N.V. Dutch Future Fund

Dit betreft een lening aan Invest-NL ten behoeve van het Dutch Future Fund.

38 NWO 2022/2023/2024

Dit betreft een lening aan NWO voor het verstrekken van kredieten aan ondernemingen in het kader van de regeling Vroege fase financiering.

39 Invest-NL Deeptechfonds

Dit betreft een lening aan Invest-NL ten behoeve van het Deeptechfonds.

40 Lening aan EIF ten behoeve van ETCI

Dit betreft een lening aan EIF ten behoeve van de Nederlandse deelname aan ETCI (European Tech Champions Initiative).

41 EBN

De achtergestelde lening tegen 0% rente van in totaal € 48 mln van EZK aan EBN is bedoeld voor investeringen in geothermieprojecten in Nederland. EBN zal samen met professionele marktpartijen risicodragend deelnemen in projecten voor 20% tot 40%.

42 ECN

In 2016 is aan ECN een lening verstrekt van € 40 mln voor het verwerken en afvoeren van historisch radioactief afval in Petten.

43 NRG

Aan Stichting Nuclear Research and Consultancy Group (NRG) is een lening verstrekt voor het uitwerken en uitvoeren van een Herstelplan, in algemene zin gericht op de continuïteit van de bedrijfsvoering van NRG en in het bijzonder op het scheppen van de noodzakelijke financiële, technische, commerciële en organisatorische voorwaarden voor het in bedrijf houden van de Hoge Flux Reactor (HFR).

44 t/m 46 Fibrant

De leningen aan Fibrant zijn verstrekt vpor investeringen in (de ombouw van) installaties teneinde de uitstoot van lachgas (als CO2 equivalent) te reduceren. Hiermee worden drie projecten uitgevoerd met een totale lachgasreductie van ruim 0,6 Mton CO2 equivalent.

47 Pallas

Aan de Stichting Voorbereiding Pallas-reactor is een lening verstrekt voor fase 1 van de totstandkoming van een nieuwe hoge fluxreactor (de Pallas-reactor), die bestemd is voor de productie van medische en industriële radio-isotopen en voor nucleair technologisch onderzoek.

48 EBN BV

Dit betreft een in 2022 verstrekte lening aan EBN, tegen marktconforme rente, voor hun deelname aan de realisatiefase van het CCS-project Porthos, samen met de andere Staatsdeelnemingen HbR en GasUnie.

49 Invest_NL Capital N.V. SIF

Dit betreft een lening aan Invest-NL. Invest-NL leent dit bedrag door aan de SIF Group ten behoeve van uitbreiding van de productiecapaciteit voor monopiles voor windmolenparken.

50 EBN B.V. FEED Aramis Opslag

In 2023 is een marktconforme lening van in totaal € 32 mln verstrekt aan EBN voor deelname in de FEED-fase van Aramis, specifiek voor de ontwikkeling van de opslaglocaties. Het door EBN verkregen rendement op dit CCS-project zal worden gebruikt om deze lening af te lossen.

51 St. Woonbedrijf Aardbevingsgebied Groningen

Deze lening dient ter financiering van de aankoop van langdurig te koop staande particuliere woningen in het aardbevingsgebied.

Openbaarheidsparagraaf

Dit is de openbaarheidsparagraaf bij het jaarverslag van 2023 van het Ministerie van EZK en de bijbehorende dienstonderdelen.66 Met deze openbaarheidsparagraaf laten we zien hoe we uitvoering geven aan onze plannen op het gebied van informatiehuishouding en  actieve openbaarmaking en passieve openbaarmaking.

Met deze activiteiten maken we de omslag naar een meer open departement, dat zoveel mogelijk transparant is in haar handelen, besluitvorming en verantwoording. Deze omslag is een langdurig traject, waarin wij continu bijsturen en ons blijven ontwikkelen.

Verbetering van de informatiehuishouding

Afgelopen jaar is het belang van een goede informatiehuishouding steeds duidelijker geworden. De aandacht hiervoor binnen het ministerie is gegroeid en de impact van het niet op orde zijn van de informatiehuishouding komt steeds meer aan het licht. Het kost bijvoorbeeld nog veel tijd om documenten te vinden ter beantwoording van verzoeken op grond van de Wet open overheid (Woo). De roep om verbetering is groot, net zoals de welwillendheid om hier stappen in te zetten. Komend jaar worden de ambities op het gebied van informatiehuishouding versneld door een breed Groeiplan Informatiehuishouding.

In 2023 zijn de volgende activiteiten uitgevoerd en doelen gerealiseerd:

  • Emailarchivering. Er is gewerkt aan de realisatie van de technische oplossing voor het geautomatiseerd veiligstellen van e-mails. Invoering vindt in 2024 plaats.

  • Chatberichtenarchivering. Voor het opslaan van chatberichten is gewerkt aan ontwikkeling en invoering van rijksbreed beleid.

  • Webarchivering. Het project webarchivering is afgerond en de werkzaamheden zijn geborgd, zodat webarchivering nu een standaard proces is.

  • Aansluiting Woo-index en zoekfunctie. EZK heeft in 2023 ervaring opgedaan met het vullen van de Woo-index inclusief het testen van de achterliggende techniek en het aanscherpen van het bijbehorende proces.

  • Tooling. Octobox is sinds begin 2023 in gebruik genomen als tool om documenten sneller te lakken. Ook is geëxperimenteerd met Zylab.

  • Ontwikkeling dashboards. Het Woo-dashboard is ontwikkeld en voor een pilot groep live gegaan in de tweede helft van 2023. Het dashboard geeft inzicht in de Woo-verzoeken en de afhandeling daarvan voor het kerndepartement EZK.

  • N-meting. Uit de jaarlijkse meting voor de informatiehuishouding blijkt een lichte verbetering. De volwassenheidsscore van 2023 is 2,26 t.o.v. 2,13 in 2022. De resultaten zijn verwerkt in een rapportage die in 2024 openbaar wordt gemaakt.

  • SIRIS. Begin 2023 is het kerndepartement EZK overgegaan op een nieuw Document Management Systeem, SIRIS. De implementatie kende een lange opstartfase met de nodige uitdagingen en kinderziektes. Dit heeft zijn doorwerking gehad in diverse interne bedrijfsprocessen. Inmiddels is de implementatiefase afgerond en wordt het systeem door medewerkers gebruikt. Het systeem wordt doorontwikkeld om de bedrijfsprocessen beter te ondersteunen.

  • Informatieprofessionals. Het kerndepartement is versterkt met extra informatieprofessionals. Deze informatieprofessionals worden ingezet binnen het ministerie om diverse opgaven op het gebied van informatiehuishouding binnen het kerndepartement te implementeren.

  • Archiefwet. Ten behoeve van het archiveren van e-mails van sleutelfunctionarissen zijn selectielijsten opgesteld. Ook is gewerkt aan generieke selectielijsten. Deze lijsten worden in 2024 ter goedkeuring voorgelegd aan de CIO en de Rijksarchivaris.

Openbaarmaking – passief & (pro)actief

Hoewel er een stijging is in de afhandelingspercentages van de Woo, overschrijden we nog vaak de termijnen.67Dit komt onder andere door een toename van complexe verzoeken op thema’s als de oorlog in Oekraïne. Met het Masterplan Woo-proces zet EZK in op het verbeteren van de afhandeling van Woo-verzoeken. Concreet zijn in 2023 eerste stappen gezet met een Woo-dashboard voor meer inzicht en sturing.

In 2023 zijn de volgende activiteiten uitgevoerd en doelen gerealiseerd:

  • Basis op Orde - proactieve openbaarmaking. Met Basis op Orde is gewerkt aan het verbeteren van de informatiehuishouding en openbaarheidsadviezen voor directies met politiek gevoelige dossiers. Juist omdat deze dossiers al veel tijd vroegen van betrokken medewerkers, was het een uitdaging om tegelijkertijd te pionieren met (de voorbereidingen van) proactieve openbaarmaking.

  • Eerste ervaringen en verkenning proactieve openbaarmaking. In 2023 is diverse informatie proactief openbaar gemaakt, o.a. via het dashboard gaswinning Groningen en het dashboard klimaatbeleid.

  • Actieve openbaarmaking beslisnota’s. In 2023 zijn namens EZK 761 beslisnota’s gepubliceerd op rijksoverheid.nl. Om beslisnota’s uniformer en begrijpelijker te maken worden instructies voor medewerkers doorontwikkeld.

  • Actieve openbaarmaking van 17 categorieën onder de Woo. EZK heeft ervaring opgedaan met het vullen van de Woo-index voor het openbaar maken van de 17 verplichte categorieën informatie uit de Woo. Daarnaast is geïnventariseerd welke van de 17 categorieën nu al openbaar gemaakt worden en er is een groot traject gestart om toe te werken naar een gestroomlijnde openbaarmaking van alle categorieën. Verder is interdepartementaal samengewerkt aan een generiek platform voor het publiceren van informatie.

  • Masterplan Woo-proces – optimalisatie proces Woo-verzoeken. EZK is gestart met de ontwikkeling van het Masterplan Woo-proces om de afhandelingstermijnen van Woo-verzoeken komende jaren terug te dringen. In Q1 2024 vindt besluitvorming plaats en wordt gestart met de implementatie van een nieuwe aanpak.

  • Contactpersoon Woo. In overeenstemming met artikel 4.7 van de Woo heeft EZK een Woo-contactpersoon. Hierdoor kunnen journalisten en burgers laagdrempelig worden geholpen met hun vragen over informatie vanuit de overheid (niet zijnde een Woo-verzoek).

  • Interdepartementale Woo-pilot. Afgelopen jaar heeft EZK deelgenomen aan een interdepartementale Woo-pilot om te kunnen experimenteren met maatregelen die een positief effect hebben op het versnellen van de afhandeling van Woo-verzoeken.

  • Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (ACOI). Als ministerie zetten wij in op een duurzame relatie met het ACOI. In 2023 is er meerdere keren contact geweest tussen het ministerie en het ACOI. Zowel over de adviezen die zij uitbrengen, als om kennis te delen over onze processen.

Maatschappelijke correspondentie

Openbaarheid gaat ook over hoe wij als ministerie in contact staan met de samenleving. Bijvoorbeeld via telefonische vragen, whatsappberichten, e-mails en brieven. Op vragen en opmerkingen vanuit de samenleving willen wij zo goed mogelijk reageren. Hiervoor is onder andere Informatie Rijksoverheid (telefoonnummer 1400) en website rijksoverheid.nl ingericht. Mede op basis van de informatiebehoefte passen wij onze publiek toegankelijke informatie aan. Zo sluit deze informatie steeds beter aan op de behoefte van burgers.

Overkoepelende activiteiten

Naast bovenstaande activiteiten werken wij overkoepelend aan:

  • Integrale aanpak capaciteit. Om de doelstellingen op het gebied van openbaarheid, Woo en informatiehuishouding te halen, is ook capaciteit nodig. Vanuit de integrale aanpak capaciteit, gefinancierd met Woo-gelden, is 41 fte aan extra mensen aangenomen binnen de kerndepartementen EZK en LNV.

  • Ontwikkeling netwerk informatiehuishouding, openbaarmaking en transparantie. Specifiek voor medewerkers die betrokken zijn bij openbaarmaking en informatiehuishouding is in 2023 een netwerk gestart. Afgelopen jaar zijn vanuit het netwerk diverse themasessies georganiseerd ter bevordering van verbinding, kennisdeling, training, ontwikkeling en samenwerking op de diverse thema’s te stimuleren.

Financiële toelichting

De activiteiten op het gebied van openbaarmaking en verbetering van de informatiehuishouding worden deels gefinancierd uit de gelden die beschikbaar zijn gesteld voor de acties die volgen uit de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (vanaf 2021) en Woo-gelden (vanaf 2022) en deels uit eigen middelen van het departement. De POK- en Woo-gelden zijn meerjarig toegekend door het Ministerie van BZK. In 2023 was er vanuit POK- en Woo-gelden een totaalbudget van € 18,9 mln voor EZK en LNV. Het budget is aan EZK en LNV gezamenlijk toegekend vanwege de onderlinge verbondenheid. Van het budget is in 2023 € 11,2 mln toegekend aan dienstonderdelen. Deze verdeling is meerjarig doorgevoerd voor de planperiode t/m 2026.

In 2023 is er nagenoeg conform budget besteed. Er is sprake van een minimale onderbesteding van € 0,4 mln ten opzichte van het budget. Belangrijkste oorzaken hiervoor zijn dat enkele kosten lager zijn uitgevallen dan voorzien en dat binnen een aantal projecten vertraging is opgetreden.

Overzicht coronasteunmaatregelen

Tabel 5 Overzicht coronasteunmaatregelen (bedragen x € 1 mln)1

Art.

Maatregel

Verplichtingen 2023

Uitgaven 2023

Ontvangsten 2023

Relevante Kamerstukken

2

Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)

149

237

174

Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273, Kamerstuk 35 420, nr. 458, Kamerstuk 35 420, nr. 462, Kamerstuk 35 420, nr 466, Kamerstuk 35 420, nr. 479

2

Tegemoetkoming vaste lasten starters

2

4

1

Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 479

2

Bedrijfssteun

  

35

Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252

2

Noodloket (TOGS)

  

0

Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 217

2

Omscholing naar tekortsectoren

0

0

0

Kamerstuk 35 420, nr. 105

2

Herstructurering winkelgebieden en binnensteden

36

8

 

Kamerstuk 31 757, nr. 105

2

Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren

 

34

 

Kamerstuk 35 420, nr. 248

2

Evenementenregeling

2

13

0

Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 354, Kamerstuk 35 420, nr 454, Kamerstuk 35 420, nr 462

2

BMKB-Corona

 

5

0

Kamerstuk 35 420, nr. 1, Kamerstuk 35 420, nr. 16

2

Klein Krediet Corona

 

1

0

Kamerstuk 35 420, nr. 31, Kamerstuk 35 420, nr. 462

2

Garantie ondernemersfinanciering (GO-Corona)

 

7

4

Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 462

2

Bijdrage RVO.nl

18

18

2

Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248

2

Begrotingsreserve BMKB

‒ 3

‒ 3

1

Kamerstuk 35 420, nr. 1, Kamerstuk 35 420, nr. 16

2

Begrotingsreserve GO-Corona

21

21

 

Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16

2

Begrotingsreserve Klein Krediet Corona

  

1

Kamerstuk 35 420, nr. 31, Kamerstuk 35 420, nr. 462

3

Corona Overbruggingslening (COL)

1

5

27

Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42

3

Dutch Future Fund

 

4

 

Kamerstuk 33 009, nr. 96

3

Deep Tech Fund

 

35

 

Kamerstuk 33 009, nr. 96

3

Fonds Alternatieve Financiering (Dutch Alternative Credit Instrument)

 

6

 

Kamerstuk 33 009, nr. 96

      
 

Totaal

226

394

244

 
X Noot
1

Bedragen onder de € 0,5 mln zijn in het overzicht rekenkundig afgerond naar nul.

Toelichting coronasteunmaatregelen

Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

Ter ondersteuning van ondernemingen die zijn getroffen door de coronacrisis is subsidie verleend, waarbij de hoogte afhankelijk was van het omzetverlies en het percentage vaste lasten in de betreffende sector. De laatste opstelling van de TVL was in het eerste kwartaal van 2022, met een minimum percentage omzetverlies van 30%. In 2023 vonden de laatste afwikkelingen plaats en lopende bezwaar- en beroepzaken. In totaal zijn er voor TVL in 2023 € 237 mln aan betalingen verricht.

Tegemoetkoming Vaste Lasten Starters

Naast de TVL was er een separate regeling voor bedrijven die gedurende de coronacrisis zijn gestart, zo veel mogelijk gebaseerd op de uitgangspunten van de TVL. De regeling gold voor bedrijven gestart in de periode 15 maart 2020 tot en met 30 september 2021. In 2023 vonden de laatste afwikkelingen plaats en lopende bezwaar- en beroepzaken. In totaal is er voor TVL Starters in 2023 € 3,6 mln betaald.

Bedrijfssteun

Op basis van uitstaande leningen voor het Noodpakket banen en economie werd in 2023 34,5 mln ontvangen. Deze ontvangsten zijn in lijn met de raming.

Noodloket (TOGS)

Voor ondernemingen in sectoren die het zwaarst getroffen waren door de gezondheidsmaatregelen in verband met het coronavirus was een eenmalige tegemoetkoming van € 4.000 beschikbaar. De regeling is grotendeels in 2020 en 2021 uitgevoerd. In 2022 is nog aan 1 onderneming uitbetaald. In 2023 niet meer. In 2023 is € 26.000 terugontvangen, met name in verband met terugvorderingen en gecorrigeerde overboekingen.

Omscholing naar tekortsectoren

Vanwege de arbeidskrapte in sectoren als de techniek en de ICT heeft EZK in 2022 € 10 mln subsidie beschikbaar gesteld voor omscholingstrajecten. De subsidieregeling die hiervoor is opengesteld is vrijwel geheel onbenut gebleven. De verwachting is dat dit te maken had met de nog lopende Corona steunpakketten waardoor er weinig mobiliteit was op de arbeidsmarkt. Daarnaast is er in het algemeen grote krapte op de arbeidsmarkt, waardoor er weinig noodzaak is tot omscholing.

Herstructurering winkelgebieden en binnensteden

Bij Miljoenennota 2021 is € 100 mln op de Aanvullende Post (AP) geplaatst voor de herstructurering van winkelgebieden en bedrijventerreinen. Hiervoor is in 2021 een bestedingsplan ingediend bij het Ministerie van Financiën. De regeling is in 2022 gestart. In 2023 is aan deze maatregel in totaal circa € 16 mln uitgegeven. Hiervan werd circa € 8 mln gedekt uit coronamiddelen en € 8 mln uit reguliere middelen.   

Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren

Deze regeling is in januari 2021 aangekondigd als onderdeel van het coronasteunpakket (Kamerstuk 35 420, nr. 217). De regeling is in werking getreden in mei 2021, met een budget van € 150 mln (Stcrt. 2021, 24061). De regeling heeft als doel om een teruggang in investeringen in R&D in de Nederlandse automotive, luchtvaart- en maritieme industrie door de coronacrisis te mitigeren door het stimuleren van R&D-projecten. Consortia van bedrijven en kennisinstellingen konden voorstellen indienen van projecten die bijdragen aan verduurzaming en/of digitalisering van de mobiliteitssectoren. Er is subsidie verleend aan 8 projecten voor het totale budget van € 150 mln (Kamerstuk 35 420, nr. 460). In 2023 is voor deze regeling € 33,6 mln uitbetaald.

Evenementenregeling

Bedrijven konden tijdens corona een deel van de gemaakte kosten van het evenement terugkrijgen bij een evenementenverbod van de Rijksoverheid. Voor de Evenementenregeling is in 2023 € 13,4 mln uitgegeven aan de afhandeling van lopende bezwaar en beroepzaken.

BMKB-Corona

Na de uitbraak van de COVID-19 pandemie heeft het kabinet een coronaluik toegevoegd aan de BMKB. Hierbij staat de overheid voor per saldo 67,5% garant op krediet aan in de kern gezonde mkb-bedrijven. In 2023 is € 4,5 mln aan borgstellingen onder het coronaluik in de BMKB verstrekt. Het totaal aan ontvangsten, terugbetaalde subsidievoorschotten is € 43.000. De regeling is medio 2022 gesloten.

Klein Krediet Corona (KKC)

Om getroffen ondernemers te helpen die geen kredietrelatie hebben met een bank of maar een kleine kredietbehoefte hebben, is de garantieregeling KKC gestart voor kredieten tot € 50.000, met een looptijd van 5 jaar, 95% garantie en een premie van 2%. In 2023 is is € 1 mln aan schades uitbetaald in het kader van het KKC. De regeling is medio 2022 gesloten. Het totaal aan ontvangsten, terugbetaalde subsidievoorschotten, is € 170.000.

Garantie ondernemersfinanciering (GO-Corona)

Het kabinet steunt bedrijven die krediet nodig hebben als gevolg van de Coronacrisis met een staatsgarantie op bankleningen via de GO-Corona. Het betreft 80% garantie voor het grootbedrijf en 90% voor mkb-ondernemingen op leningen van maximaal € 150 mln. In 2023 is er €  7,4 mln aan garantie onder de GO-Corona verstrekt en is € 3,9 mln aan provisie ontvangen voor GO-Corona aanvragen. De regeling is medio 2022 gesloten.

Bijdrage RVO.nl

Betreft de uitvoeringskosten van RVO.nl voor de uitvoering van de coronamaatregelen.

Begrotingsreserve BMKB

Er is een begrotingsreserve (risicovoorziening) voor de BMKB waardoor een verevening mogelijk is van premie-inkomsten en schade-uitgaven over een reeks van jaren. De regeling is namelijk conjunctuurgevoelig (in tijden van krimp en recessie hogere verliezen) waardoor uitgaven en inkomsten kunnen fluctueren. Voor de BMKB-Corona is € 3,3 mln onttrokken uit de begrotingsreserve. Hiervan is € 1,2 mln teruggestort naar de generale middelen vanwege een lager risico op het gebruik van deze begrotingsreserve.

Begrotingsreserve GO-Corona

In 2023 is € 20,75 mln gestort in de begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering vanwege een lagere inschatting van schades en schade uitbetalingen.

Begrotingsreserve Klein Krediet Corona

In 2023 is € 778.000 onttrokken aan de begrotingsreserve Klein Krediet Corona.

Corona Overbruggingslening (COL) 

In 2023 is er voor € 27,1 mln ontvangen aan terugbetaalde Corona Overbruggingsleningen. Verder is er beheersvergoeding betaald voor 2021,2022 en 2023.

Dutch Future Fund

Het Dutch Future Fund (DFF), onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020, met een omvang van € 300 mln wordt uitgevoerd door het EIF in samenwerking met Invest-NL. EZK heeft € 25 mln voor dit fonds beschikbaar gesteld. Het fonds investeert in andere risicokapitaalfondsen, zodat via die investeringsfondsen de beschikbare hoeveelheid kapitaal voor Nederlandse innovatieve groeibedrijven wordt vergroot. Uitbetalingen worden gedaan op uitvraag van Invest-NL. In 2023 is € 4,3 betaald aan Invest-NL.

Deep Tech Fund

Het Deep tech Fonds is een fonds dat investeringen in bedrijven met innovatieve complexe technologie mogelijk maakt. Voor innovatieve ondernemingen die zowel kennis- als kapitaalintensief zijn, is het vaak moeilijk om financiering te vinden. Het fonds wordt uitgewerkt als co-investeringsfonds en als separaat fonds ondergebracht bij Invest-NL. De omvang van het fonds bedraagt € 250 mln, waarvan € 175 mln door EZK wordt ingebracht en het resterende deel door Invest-NL.

Fonds Alternatieve Financiering (Dutch Alternative Credit Instrument)

Als onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020 is samen met Invest-NL en het EIF een fonds opgericht voor de funding van alternatieve financiers. De fondsomvang bedraagt € 200 mln waarvan € 50 mln door EZK wordt ingebracht. Met het fonds wordt het aanbod van funding voor alternatieve financiers vergroot. Uitbetalingen worden gedaan op uitvraag van Invest-NL. In 2023 is de tweede uitbetaling gedaan van € 6,2 mln.

Budgettair overzicht Oekraïne

Tabel 6 Budgettair overzicht Oekraïne (bedragen x € 1.000)

Art.

Artikelnaam

Maatregel

Verplichtingen 2023

Uitgaven 2023

Ontvangsten 2023

Relevante Kamerstukken

4

Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Vulmaatregelen gasopslag

520.400

67.921

 

Kamerstuk 36 089, nr 1, Kamerstuk 36 089, nr 2 zie ook 1e en 3e ISB

4

Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Energiehulp Oekraïne

7.508

7.508

 

Kamerstuk 36 410, nr 89

Toelichting

Vulmaatregelen gasopslag

Met een subsidieregeling voor marktpartijen en een aanwijzing aan EBN wordt de gasopslag Bergermeer gevuld, dit om de voldoen aan de EC-verordening ten aanzien van minimale vulgraden. De kosten van het vullen van Bergermeer zullen in latere jaren door middel van een heffing op gastransport verhaald worden op de partijen die baat hebben bij het vullen van de gasopslag.

Energiehulp Oekraïne

Door middel van steunpakketten gecoördineerd door Buitenlandse Zaken wordt er geld vrijgemaakt voor steun aan Oekraïne. Deze steun betreft in-kind leveringen van noodzakelijke energie-infrastructuurcomponenten zoals generatoren, transformatoren, gaspijpen, -compressoren, hoogspanningskabels, alsook voertuigen die bijdragen aan het herstel van de energie infrastructuur. Deze bijdragen voorzien op een directe manier aan de behoeftes van Oekraïne voor het herstel van de energie infrastructuur.

4. Beleidsartikelen

Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten

A. Algemene doelstelling

Goed functionerende markten zijn een motor voor economische ontwikkeling, innovatie en brede welvaart. Dit geldt voor zowel de Nederlandse markt als de Europese interne markt. De Europese interne markt levert door de schaalgrootte nieuwe afzetmogelijkheden, de mogelijkheid om meer te specialiseren en voor nieuwe uitdagers de ruimte om snel op te schalen. Het kabinet zet zich daarom nationaal, Europees en internationaal in voor regels en afspraken die ervoor zorgen dat: (1) consumenten keuzevrijheid hebben, (2) bedrijven op een gelijk speelveld opereren en (3) markten open en transparant zijn.

Het kabinet zet in op het realiseren van de volgende strategische doelen:

  • 1. Het scheppen van voorwaarden voor goed functionerende markten.

  • 2. Het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende digitale economie.

  • 3. Het voorzien in maatschappelijke behoeften aan statistieken.

1. Het scheppen van voorwaarden voor goed functionerende markten

De Europese interne markt, met inbegrip van vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal, vormt een kernonderdeel van de Europese Unie en is cruciaal voor het Nederlandse verdienvermogen. Goed functionerende markten die concurrentie stimuleren en waar de consument goed wordt beschermd, leveren een belangrijke bijdrage aan economische groei en innovatie. 

Een goed functionerende interne markt is niet vanzelfsprekend. De interne markt staat in toenemende mate onder druk van oneerlijke concurrentie van binnen en buiten de EU. Digitalisering en vergroening leiden eveneens tot nieuwe uitdagingen. Via een actieagenda voor de interne markt wordt ingezet op het wegnemen van belemmeringen, het verbeteren van de toepassing van interne-marktregels en het versterken van de weerbaarheid van de interne markt.

EZK zet zich in EU-verband sterk in voor het competitief houden van markten en voor eerlijke onderlinge verhoudingen in markten. Hierdoor wordt de concurrentie tussen bedrijven geborgd, het vrije verkeer van diensten en goederen bevorderd en consumenten beschermd. Modern en toekomstbestendig consumentenbeleid draagt bij aan een sterke positie van consumenten, gezonde concurrentie, keuzevrijheid en kwalitatief goede producten en diensten. Goedwerkend mededingingsbeleid is een belangrijke randvoorwaarde voor de economie als geheel en het generieke vestigingsklimaat in Nederland. Het hangt nauw samen met de rest van ons economische beleid en kan een belangrijke bijdrage leveren aan het mogelijk maken van de complexe transities waar bijvoorbeeld klimaat, energie en digitalisering om vragen. Ook werkt EZK aan goede kaders om aanbestedingen te gebruiken als strategisch beleidsinstrument om doelen als duurzaamheid en open strategische autonomie te bevorderen. Ook de waarborg-, normalisatie- en accreditatiestelsels dragen bij aan de hiervóór genoemde doelen.

2. Het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende digitale economie

De digitale economie levert ongekende kansen op voor economie en samenleving. Een strategisch doel van het kabinet is het faciliteren van de transitie naar een klimaat neutrale, digitale en inclusieve economie. Op die manier zorgen we voor duurzame economische groei en de aanpak van maatschappelijke uitdagingen rond onderwijs, zorg, klimaat en vergrijzing. De ambities, doelstellingen en acties van EZK op het gebied van de digitale economie richting 2030, staan beschreven in de Strategie Digitale Economie (Kamerbrief 26 643, nr. 941). Vertrouwen is bij de digitale transitie van essentieel belang. Daarom moeten belangrijke randvoorwaarden als innovatie, veiligheid, eerlijke concurrentie en grip op gegevens geborgd zijn.

Om uitdagingen te adresseren en de vruchten van de digitale transitie te blijven plukken, werkt EZK in de Strategie Digitale Economie aan een open, weerbare, ondernemende, vernieuwende en duurzame digitale economie. De strategie zet stevig in op het versterken van ons verdienvermogen, het versterken van het fundament, het borgen van publieke waarden en het zorgvuldig afwegen van publieke belangen in een steeds geopolitiekere context met de volgende prioriteiten:

  • Stimuleren digitale innovatie en vaardigheden.

  • Creëren van de juiste randvoorwaarden voor goedwerkende digitale markten en diensten.

  • Behouden en versterken van een veilige, betrouwbare en hoogwaardige digitale infrastructuur.

  • Versterken cybersecurity.

  • Versnellen digitalisering mkb.

In oktober 2023 is de eerste voortgangsrapportage over de Strategie Digitale Economie aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 26 643, nr. 1082).

3. Het voorzien in maatschappelijke behoeften aan statistieken.

EZK is voor het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) systeemverantwoordelijk voor het in stand houden van de onafhankelijke productie van goede en betrouwbare statistieken, en voor de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van publieke gelden die daarmee gemoeid zijn. Het CBS heeft als onafhankelijk kennisinstituut de taak om betrouwbare statistische informatie te leveren. Onafhankelijke en betrouwbare statistieken zijn van belang om meer inzicht te krijgen in de samenleving en maatschappelijke fenomenen. Deze informatie draagt bij aan het voeren van becijferde maatschappelijke debatten en inzichten voor beleid. De Minister van Economische Zaken en Klimaat financiert het CBS om het van overheidswege verrichten van statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap en het openbaar maken van, uit onderzoek samengestelde, statistieken mogelijk te maken.

B. Rol en Verantwoordelijkheid

De Minister van Economische Zaken en Klimaat ziet het als haar taak belemmeringen voor het goed functioneren van markten te verminderen of weg te nemen en innovatie te stimuleren. In dat verband is de Minister systeemverantwoordelijk voor de Mededingingswet, de Aanbestedingswet en voor het functioneren van de Autoriteit Consument en Markt. Ook is zij systeemverantwoordelijk voor de Dienstenwet, de wet EU-beroepskwalificaties, de Metrologiewet, de Waarborgwet en het stelsel van normalisatie en accreditatie. Zij is voorts op grond van de Telecommunicatiewet verantwoordelijk voor het stellen van regels voor vaste en mobiele communicatienetwerken. Samen met bewindspersonen van J&V en BZK geeft de Minister van EZK invulling aan de Nederlandse Digitaliseringstrategie. Dat is een kabinetsbrede agenda om de maatschappelijke en economische kansen van digitalisering te benutten en het fundament van de digitale transitie te versterken, waaronder digitale vaardigheden, cybersecurity, cyberweerbaarheid, veiligheid, privacy, concurrentie en innovatie. De Minister heeft een systeemverantwoordelijkheid voor de statistische informatievoorziening van rijkswege.

Hieruit vloeien de volgende verantwoordelijkheden voort:

Stimuleren

  • Het stimuleren van een goede balans tussen de belangen van bedrijven en consumenten met generiek consumentenbeleid.

  • Het stimuleren van innovatie in het bedrijfsleven.

  • Het stimuleren van een goede werking van privaat-publieke samenwerking binnen de metrologie, waarborg, normalisatie en accreditatie.

Financieren

  • Het bijdragen aan het goed functioneren van markten door het financieren van een deel van de exploitatie van de Autoriteit Consument en Markt (ACM), van TenderNed (het elektronisch aanbestedingssysteem) en diverse organisaties op het gebied van metrologie, normalisatie, accreditatie en markttoezicht.

  • Het financieren van een deel van de exploitatie van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) en het verrichten van uitgaven voor opdrachten inzake beleidsvoorbereiding en evaluaties voor frequentiebeleid en veiligheid.

  • Het financieren van het CBS om het van overheidswege verrichten van statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap en het openbaar maken van, uit onderzoek samengestelde, statistieken mogelijk te maken.

  • Het bijdragen aan een vrij, veilig en open internet door het financieren van een aantal (internationale) organisaties op het terrein van Internet Governance, waaronder het Internet Governance Forum (IGF).

(Doen) uitvoeren

  • Het tegengaan van mededingingsbeperkende gedragingen met generiek mededingingsbeleid, zoals opgenomen in de Mededingingswet.

  • Het bijdragen aan de ontwikkeling van Europees en nationaal beleid ten aanzien van consumentenbescherming, aanbestedingsregelgeving, interne markt en mededinging.

  • Het opstellen van regels voor het gebruik van de ether, door afspraken te maken in internationaal verband voor harmonisatie en door – in geval van schaarste – te bepalen op welke wijze het spectrum wordt verdeeld.

  • Het realiseren van hoogwaardige en innovatieve breedbandige mobiele communicatie en omroeptoepassingen door verruiming van gebruiksmogelijkheden van het spectrum en door de uitgifte van frequentieruimte.

Regisseren

  • Het bevorderen van goed functionerende markten door het scheppen van randvoorwaarden via wet- en regelgeving.

  • Het scheppen van de juiste voorwaarden voor concurrentie met de Waarborgwet, de Winkeltijdenwet, de Aanbestedingswet 2012, de Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie en de Metrologiewet.

  • Het moderniseren van de telecommunicatieregelgeving om deze te kunnen laten meegroeien met de ontwikkelingen in de markt en de behoeftes in de samenleving.

Om - aanvullend op het jaarverslag - de Kamer te informeren over de voortgang en effecten van beleid treft u op de website https://www.cbs.nl/nl-nl/publicatieplanning de planning aan van de CBS-publicaties. Actuele en gedetailleerde informatie over de specifieke beleidsgebieden kunt u vinden op de websites van PIANOo, de ACM  (o.a. over de telecommunicatiemarkt), Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (Staat van de Ether, jaarberichten), TNO (Monitor Draadloze Technologie) het CBS (Cybersecuritymonitor en DAB+ ontvangers), NCSC (cybersecurity dreigingen, incidenten en maatregelen) en het Digital Trust Center (DTC).

Voor de hierna benoemde beleidsconclusies zijn data en kengetallen te vinden op de website Bedrijvenbeleid in beeld.

Tabel 7 Prestatie-indicatoren digitale infrastructuur

Kengetallen

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Ambitie 2023

Bron

1. Penetratiegraad van digitale radio ontvangers in huishoudens

10%

12%

15%

18%

22%

24%

28%

35%

CBS

2. Ranglijst digitale economie en maatschappij (DESI)

4

4

4

4

3

3

n.v.t.

Koploper

DESI1

3a. Connectiviteit – beschikbaarheid vast breedband

98%

98%

97%

99%

99+%

99+%

99+%

99+%

DESI/

EZK2

3b. Connectiviteit – beschikbaarheid mobiel breedband via 4G

99+%

99+%

99+%

99+%

    

DESI3

3c. Connectiviteit – beschikbaarheid mobiel breedband via 5G

    

80%

97%

99+%

99+%

DESI4

X Noot
1

X Noot
2

X Noot
3

X Noot
4

Digitale infrastructuurIn bovenstaande tabel staan de kengetallen uit de meest recente gegevens van de Index Digitale Economie en Samenleving (DESI) van de Europese Commissie en de meeste recente CBS-statistiek. Omdat de DESI vanaf 2021 alleen nog de beschikbaarheid van mobiel breedband via 5G dekking opneemt en niet langer via 4G dekking, is er een extra indicator (3c) toegevoegd aan de tabel en is de oorspronkelijke indicator (3b) verduidelijkt. De kengetallen voor de beschikbaarheid van vast breedband (ten minste 100 Mbps, indicator 3a) vanaf 2019 zijn afkomstig van de inventarisatie van EZK naar breedbanddekking in Nederland. De cijfers tonen de beschikbaarheid voor het betreffende jaar. In de kolom ambitie 2023 staan de streefwaarden van EZK voor de genoemde activiteiten.

De DESI ranglijst rangschikt Europese landen als het gaat om de kwaliteit van de digitale infrastructuur, de mate en wijze waarop het bedrijfsleven digitaal onderneemt, gebruik van digitale toepassingen door en vaardigheden van de inwoners en de digitale dienstverlening door de overheid zelf. In 2023 is de Europese Commissie gestopt met het uitbrengen van een DESI rangschikking. De Europese Commissie presenteert geen landenranking meer, maar stelt de Europese collectieve inspanning voor de digitale doelstellingen voor 2030 centraal en niet de relatieve prestaties van landen. Op 27 september 2023 verscheen het eerste landenrapport voor Nederland van het Digitaal Decennium. Daarin constateert de Europese Commissie dat Nederland er wat betreft digitalisering (historisch) goed voor staat. De Europese Commissie wijst op de goede staat van connectiviteit in Nederland en het hoge niveau van digitale vaardigheden van de Nederlandse bevolking. Tegelijkertijd benoemt zij ook de kwetsbaarheden zoals de uitrol van 5G in de 3,5 GHz band en de geringe aantallen nieuw-opgeleide ICT-professionals die de arbeidsmarkt bereiken.

C. Beleidsconclusies

1. Het scheppen van voorwaarden voor goed functionerende markten

Goed functionerende markten zijn niet alleen de motor achter economische ontwikkeling, innovatie en brede welvaart in Nederland. Soepel werkende markten zijn ook nodig om complexe transities mogelijk te maken die bijvoorbeeld klimaat, energie en digitalisering vragen.

Interne-marktactieagenda

Op 26 oktober 2023 is de eerste jaarlijkse voortgangsrapportage over de kabinetsbrede interne-marktactieagenda uit 2022 aan de Kamer verstuurd (Kamerstuk 22 112 nr. 3817). De actieagenda beoogt onder andere de interne markt weerbaarder te maken voor toekomstige crises. In dat kader is er het afgelopen jaar onderhandeld over het Commissievoorstel voor een interne-marktnoodinstrument (SMEI) zoals gepubliceerd in 2022 (Kamerstuk 22 112, nr. 3541, BNC-fiche: interne-marktnoodinstrument). Vooralsnog is daar nog geen akkoord over bereikt en zijn de onderhandelingen voortgezet onder het Belgische EU-voorzitterschap. Ook is een onderzoek van Ecorys naar territoriale leveringsbeperkingen eind november 2023 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstuk 27 838, nr. 29). Binnen de EU en de Benelux kaart Nederland dit probleem voor het vrij verkeer van goederen en mogelijke oplossingsrichtingen aan.

Herziening Europese mededingingskader ten behoeve van duurzame transitie

Voor samenwerking met het oog op duurzaamheid is het Europese mededingingskader in 2023 op belangrijke punten herzien (Kamerstuk 35 247, nr. 11). Dit heeft zijn concrete uitwerking gevonden in een aanpassing van de horizontale richtsnoeren in juli 2023 en het verduidelijken van een uitzondering voor duurzaamheidsafspraken in de landbouwsector. Deze nieuwe agro-richtsnoeren zijn in december 2023 gepubliceerd. Daarmee bestaat nu meer ruimte en duidelijkheid voor samenwerking tussen bedrijven met het oog op duurzaamheid. Dit is mede toe te schrijven aan inspanningen van het kabinet, de Autoriteit Consument en Markt (de ACM) en maatschappelijke organisaties over de jaren heen.

Verordening verstorende buitenlandse subsidies

De Verordening verstorende buitenlandse subsidies (RFS) is vanaf 12 januari 2023 van kracht (Kamerstuk 21 501-30, nr. 557). De meldingsverplichtingen voor concentraties en aanbestedingsprocedures gelden vanaf 12 oktober 2023. Het doel van de RFS is om concurrentieverstoringen op de interne markt als gevolg van buitenlandse subsidies beter aan te kunnen pakken. Het Ministerie van EZK heeft zich sinds 2019 actief ingezet voor een dergelijk instrument. Momenteel wordt aan de benodigde implementatiewetgeving gewerkt.

Postmarkt

Sinds de indiening van het wetsvoorstel in 2020 (Kamerstuk 35 423, nr. 7) is de situatie op de postmarkt veranderd; er resteert als gevolg van de concentratie tussen PostNL en Sandd nog één landelijk dekkend 24-uurs postnetwerk. Er wordt gewerkt aan een nota van wijziging bij het wetsvoorstel tot wijziging van de Postwet (Kamerstuk 35 423, nr. 8). De behandeling in de Tweede Kamer kan pas plaatsvinden nadat dit dossier niet meer controversieel is verklaard. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (Cbb) heeft in 2022 de vergunning waarmee EZK de concentratie tussen PostNL en Sandd had goedgekeurd vernietigd. De Rechtbank Rotterdam heeft in 2023 geoordeeld dat ACM terecht de vergunning voor de concentratie tussen PostNL en Sandd had geweigerd.

Rechtsbescherming bij aanbesteden

In februari 2021 is een uitwerking van maatregelen voor verbeterde rechtsbescherming bij aanbesteden naar de Tweede Kamer verzonden (Kamerstuk 34 252, nr. 21). Een deel van deze maatregelen vraagt om aanpassing van de Aanbestedingswet 2012. De wetteksten zijn in het afgelopen jaar in samenspraak met betrokken partijen uitgewerkt. De internetconsultatie van het wetsvoorstel is afgerond in september 2023. De resultaten van de internetconsultatie worden verwerkt en in 2024 zal toegewerkt worden naar het inbrengen van het wetsvoorstel voor advies bij de Raad van State.

Programma Beter Aanbesteden 2021-2024

In 2021 is het vervolgprogramma Beter Aanbesteden gestart (Kamerstuk 34 252, nr. 22). Dit programma is een samenwerking tussen VNG, VNO-NCW/MKB NL, EZK en PIANOo en loopt van 2021 tot en met 2024. Het programma richt zich op het verbeteren van de aanbestedingspraktijk door de dialoog tussen overheid en het bedrijfsleven te bevorderen. In 2023 zijn er meerdere bijeenkomsten, zoals kennissessies en regionale marktdagen georganiseerd om de betere toepassing van kennis in de praktijk te bevorderen. Bij deze bijeenkomsten worden overheden en ondernemers samengebracht en wordt er gewerkt aan het ondersteunen van regionale initiatieven. Een slimme wijze van aanbesteden draagt bij aan het bereiken van maatschappelijke doelen, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Het programma loopt in 2024 af. In 2023 is ook gestart met de verkenning hoe het programma na 2024 goed geborgd kan worden.

Consumentenbescherming

In 2023 is een nieuwe Nederlandse consumentenagenda (Kamerstuk 27 879, nr. 90) uitgebracht. Daarin is onder meer aangegeven dat de positie van de consument verder verbeterd kan worden bij telefonische verkoop (telemarketing) en bij verkoop aan de deur (colportage). Daarnaast gelden per 1 januari 2023 in het kader van consumentenbeleid nieuwe regels voor de aanduiding van prijsverminderingen (kortingsacties). De regelgeving komt voort uit de implementatie van artikel 2 van Richtlijn (EU) 2019/2161 (de richtlijn modernisering consumentenbescherming). Deze regels bieden consumenten meer zekerheid dat zij daadwerkelijk korting ontvangen.

2. Het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende digitale economie

Het faciliteren van de transitie naar een digitale economie is een van de strategische doelen van EZK. In de Strategie Digitale Economie staan de ambities, doelstelling en acties van EZK op het gebied van de digitale economie richting 2030 verder uitgewerkt (Kamerstuk 26 643, nr. 941). In oktober 2023 is de eerste voortgangsrapportage hierover aan de Kamer aangeboden (Kamerstuk 26 643, nr. 1082).

Stimuleren digitale innovatie en vaardigheden

Kennis- en Innovatieagenda (KIA) Digitalisering

Op 2 november 2023 is de Kennis- en innovatie Agenda Digitalisering (KIA) gepresenteerd, als onderdeel van het Kennis- en Innovatieconvenant (KIC) voor de periode 2024-2027. In dit convenant bekrachtigen bedrijven, kennispartijen en overheden hun inzet op belangrijke innovatiethema’s voor de komende jaren binnen het zogeheten Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid van het Ministerie van EZK. Het is voor het eerst dat er een aparte KIA is voor digitalisering en informatietechnologieën (DIT’s).

Kunstmatige intelligentie (AI): stimuleren innovatieVoor het versterken van de AI kennis- en innovatiebasis en het verzilveren van AI-kansen door publiek-private samenwerking, zijn in 2023 initiatieven gestart met middelen van het AiNed investeringsprogramma van het Nationaal Groeifonds. De start van 16 R&D-samenwerkingsprojecten voor het MKB (AI-luik in de MIT-regeling), 9 beurzen voor AI-onderzoekers en de voorbereiding van het eerste AI-systeemdoorbraakproject, Health AI zijn hiermee gerealiseerd.

Een florerende data-economieIn 2023 heeft EZK de maatschappelijke en economische kansen van data(delen) tussen bedrijven gestimuleerd. Zo is in maart 2023 het Centre of Excellence voor Data & Cloud (CoE-DSC) bij TNO gelanceerd. Dit centrum is voortgebouwd op de samenwerkingsverbanden Data Sharing Coalition (DSC), de werkgroep datadelen van de Nederlandse AI-coalitie en de GAIA-X hub NL. Samen vormen zij een ecosysteem van inmiddels meer dan 500 bedrijven en organisaties uit verschillende sectoren, die door EZK ondersteund worden in de ontwikkeling van (cross-sectorale) datadeel initiatieven en open-source kennis om economische en maatschappelijke waarde te creëren uit data.

Versterken digitale vaardighedenIn 2023 is het Actieplan (Human Capital Agenda ICT, HCA ICT) groene en digitale banen gelanceerd (Kamerstuk 29 544, nr. 1173). In dit plan heeft het kabinet, onder regie van de Minister van EZK, pijlers en acties beschreven om onder andere te komen tot 1 miljoen digitaal geschoolden in 2030. Om dit te bereiken is in 2023 onder andere de aansluiting tussen onderwijs en de arbeidsmarkt ICT-sector bevorderd en zijn om- en bijscholingsinitiatieven ondersteund door een nieuwe leerlijn voor digitale technologieën op het voortgezet onderwijs te lanceren.

Creëren van de juiste randvoorwaarden voor goedwerkende digitale markten en diensten

In 2023 zijn belangrijke Europese regels in werking getreden of zijn onder invloed van EZK mijlpalen bereikt bij aankomende regelgeving om digitale markten beter te laten werken. Dit zijn de volgende wetgevingsonderdelen:

Digital Services Act (DSA)De digitale dienstenverordening (Digital Services Act, hierna: «DSA») harmoniseert de regels die van toepassing zijn op zogenaamde aanbieders van tussenhandeldiensten, waaronder online platforms, online marktplaatsen, sociale mediadiensten en internetaanbieders. De DSA heeft als doel te zorgen voor een veilige, voorspelbare en betrouwbare online omgeving, waarin de verspreiding van illegale online-inhoud en de maatschappelijke risico’s die de verspreiding van desinformatie of andere inhoud met zich kunnen brengen, worden aangepakt en waarin de grondrechten doeltreffend worden beschermd en innovatie wordt vergemakkelijkt. Op de 19 aanbieders van zeer grote online platforms en zoekmachines, die in april 2023 als zodanig door de Europese Commissie zijn aangewezen, is de verordening al vanaf 25 augustus 2023 van toepassing. Deze platforms vallen primair onder toezicht van de Europese Commissie. In de maanden juli en augustus 2023 is het voorstel voor de Uitvoeringswet digitaledienstenverordening geconsulteerd via internetconsultatie. Het wetsvoorstel voorziet in bepalingen ter uitvoering van de DSA.

Digital Markets Act (DMA)In mei 2023 is de DMA van toepassing geworden. De DMA bevat regels voor de allergrootste platforms waar consumenten en ondernemers nauwelijks omheen kunnen (poortwachters). Het doel van de DMA is om consumenten en ondernemers te beschermen en te zorgen voor meer concurrentie op digitale markten. In september 2023 zijn de eerste poortwachters aangewezen. Zij moeten vanaf maart 2024 aan de verboden en verplichtingen uit de DMA voldoen. Dit zorgt ervoor dat ondernemers en consumenten minder afhankelijk zijn van poortwachters en toetreders makkelijker toegang krijgen tot de markt. Om te zorgen voor een goede werking van de DMA is in 2023 een wetsvoorstel ter uitvoering van de DMA voorbereid. Naar verwachting wordt het wetsvoorstel begin 2024 naar de Tweede Kamer verstuurd.

Artificial intelligence Act (AI Act)De Europese AI-verordening (AI Act) heeft als doel ervoor te zorgen dat er veilige AI-systemen op de interne markt komen met waarborgen voor de bescherming van fundamentele rechten. Daarmee krijgt mensgerichte AI voor ontwikkelaars, ondernemers en consumenten in de EU en Nederland een impuls. Het gaat onder andere om afspraken over de ontwikkeling en het gebruik van deze AI-systemen zodat risico’s worden voorkomen. In december 2023 is een politiek akkoord bereikt tussen de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie in de triloog. De Kamer is over de inzet voor de triloog geïnformeerd (Kamerstuk 21 501-33 nr. 1047). Dit akkoord wordt uitgewerkt, waarbij publicatie en inwerkintreding in 2024 verwacht worden.

Data Act De Data Act (DA) beoogt het gebruik van data te bevorderen en te zorgen dat de waarde van deze data eerlijker wordt verdeeld. Hiertoe bevat het maatregelen om te zorgen dat consumenten en bedrijven meer grip op data uit Internet-of-Things-producten krijgen en gebruikers gemakkelijker kunnen overstappen tussen clouddiensten, waardoor problemen zoals ‘vendor lock-in’ worden voorkomen. In juni 2023 is een akkoord bereikt op de Data Act (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1024 en Kamerstuk 26 643, nr. 1082). Op 22 december 2023 is de verordening gepubliceerd. In september 2025 zal de verordening van toepassing worden.

Verordening elektronische IDentificatie en VertrouwensDiensten (eIDAS)Deze verordening heeft als doel om het vertrouwen in digitale transactie te vergroten door een kader voor digitale identiteiten en vertrouwensdiensten (bv. elektronische handtekeningen) te stellen. Op 8 november 2023 is de vierde en laatste triloog inzake de revisie van de eIDAS verordening gehouden en is er een politiek akkoord bereikt. Op 21 november 2023 hebben de Minister van EZK en de staatssecretaris van BZK dit aan de Tweede Kamer gemeld (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1047). Deze revisie betekent de invoering van een Europese Identiteitswallet waarmee burgers en bedrijven niet alleen kunnen inloggen bij publieke én aangewezen private sectoren, maar ook hun attributen kunnen delen. Op 26 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van BZK de Tweede kamer geïnformeerd over de voortgang van de Europese digitale identiteit (Kamerstuk 26 643 21 501-33, nr. 1084).

Behouden en versterken van een veilige, betrouwbare en hoogwaardige digitale infrastructuur

Frequentie-uitgifte: ruimte voor mobiele communicatieIn 2023 heeft de rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan ten aanzien van de beroepen die waren ingesteld tegen het besluit tot wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2014 van 23 februari 2023 (NFP-wijziging 2023), waarin de bestemming van de 3,5 GHz-band wordt gewijzigd om mobiele communicatie mogelijk te maken. De rechtbank heeft alle beroepen tegen de NFP-wijziging 2023 ongegrond verklaard. Met de uitspraak van de rechtbank zijn de verdere voorbereidingen voor uitvoering van de veiling van de 3,5 GHz-band getroffen. De Tweede Kamer is hierover per brief van 21 december 2023 geïnformeerd (Kamerstuk 12 345, nr. 6).

Gigabit Infrastructure Act In februari 2023 is het voorstel voor een Verordening inzake gigabit infrastructuur uitgebracht (Kamerstuk 22 112 nr. 3639). Deze verordening heeft als doel de uitrol van gigabit infrastructuur te bevorderen. Nederland heeft in 2023 tijdens de onderhandelingen in de Raad met succes ingezet op een proportioneel wetgevend instrument waarbij de lasten in verhouding staan tot het doel. In de Telecomraad van 5 december 2023 is het voorlopig standpunt van de Raad (algemene oriëntatie) aangenomen, waarin de voor Nederland belangrijke aspecten van het voorstel zijn gerealiseerd. Inmiddels zijn de onderhandelingen met het Europees Parlement en de Europese Commissie in de triloog gestart. In deze fase zal Nederland zich blijven inzetten voor proportionaliteit en beperking van administratieve lasten van het voorstel, conform het BNC-fiche.

Toekomstige elektronische connectiviteit en digitale infrastructuur Nederland heeft in mei 2023 gereageerd op de verkennende consultatie van de Europese Commissie over toekomstige elektronische connectiviteit en digitale infrastructuur (Kamerstuk 21 501-33 nr. 1029). Over dit onderwerp zijn beleidsdebatten gevoerd in de Telecomraden van 2 juni, 23-24 oktober en 5 december 2023. Een brede groep lidstaten waaronder Nederland heeft zorgen over beleidsrichtingen zoals het mogelijk toestaan van een internettolheffing door telecombedrijven en het creëren van grote Europese telecomkampioenen. Nederland heeft samen met andere lidstaten gepleit voor een goede probleemanalyse en een op feiten gebaseerde aanpak bij het ontwikkelen van nieuw EU-beleid op dit vlak. Daarbij dienen de belangen van Europese eindgebruikers (consumenten en bedrijven) centraal te staan.

Versterken cybersecurity

Cybersecurity

Cybersecurity is een essentiële randvoorwaarde voor een goed functionerende Nederlandse digitale economie en samenleving. Onder regie van de Minister van Justitie en Veiligheid heeft in 2023 de implementatie van de Nederlandse Cybersecurity Strategie (NLCS) vorm gekregen (Kamerstuk 26 643, nr. 1072). EZK richt zich op de thema’s consumentenbescherming en de versterking van de digitale weerbaarheid van het bedrijfsleven. Dit betekent dat het aanbod van ICT-producten en diensten veiliger moet worden en dat consumenten en bedrijven zich bewuster moeten worden van digitale dreigingen en risico’s en daar meer weerbaar tegen moeten worden.

Versterken digitale weerbaarheid bedrijven (Digital Trust Center)

Het Digital Trust Center (DTC) helpt bedrijven en organisaties met advies en tools om veilig digitaal te ondernemen. Dit doet ze onder meer met een website met ruim 300.000 bezoekers in 2023. Met 20.000 ingevulde zelfscans en quizzen verdubbelde het bedrijfsleven het gebruik van DTC’s interactieve tools en zelfscans. De in april gelanceerde CyberVeilig Check voor zzp en mkb had met 33% het grootste aandeel in het gebruik van de 11 interactieve tools. De DTC Community heeft een groei doorgemaakt en had eind 2023 bijna 3000 IT-professionals, CISO’s en ondernemers aangesloten op het cyberplatform waar actuele cybersecurityinformatie, tips en best practices worden uitgewisseld. De DTC Notificatiedienst heeft in 2023 ruim 135.000 waarschuwingen afgegeven aan individuele bedrijven, organisaties of netwerkeigenaren.

Het aantal kwetsbaarheden waarvoor gewaarschuwd (ofwel genotificeerd) wordt, is fors uitgebreid doordat het CSIRT-DSP (Computer Security Incident Response Team voor digitale diensten), het Nationaal Cyber Security Center (NCSC) en het DTC in de zomer van 2023 intensief zijn gaan samenwerken op het gebied van slachtoffer- en doelwitnotificatie. Op 26 juni 2023 is de Kamer geïnformeerd over de voortgang van de integratie tussen deze drie organisaties (Kamerstuk 26 643, nr. 1058). Ook is in 2023 een transitiemanager aangesteld om deze transitie te coördineren. In de dagelijkse praktijk werken de verschillende organisaties steeds nauwer samen.

Cyber Resilience ActEind 2023 is een voorlopig akkoord bereikt op de Cyber Resilience Act (CRA). De CRA vereist dat digitale producten (alle hardware, software en losse componenten) aan essentiële cybersecurityeisen voldoen voordat zij in de EU in de handel mogen worden gebracht. Nederland heeft zich onder andere ingezet voor een ondersteuningstermijn die uitgaat van de redelijk te verwachten levensduur van producten, een helder toepassingsbereik op open sourcesoftware, de mogelijkheid van conformiteitstoetsing door derde partijen, voldoende implementatietijd en voldoende ondersteuning van het midden- en kleinbedrijf bij de implementatie van de CRA. De Kamer is op 14 juli 2023 geïnformeerd over de algemene oriëntatie van de Raad en de Nederlandse inzet (Kamerstuk 22 112, nr. 3734).

Versnellen digitalisering mkb

Deze pijler uit de Strategie Digitale Economie wordt uitgevoerd en verantwoord via de middelen op artikel 2.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

 

Vastgestelde begroting12

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

265.347

226.206

258.215

362.214

349.134

304.412

44.722

        

Uitgaven

251.493

230.938

260.228

291.380

335.957

340.794

‒ 4.837

        

Subsidies

517

2.769

3.625

16.262

31.800

66.272

‒ 34.472

Cyber security

517

926

677

966

6.416

534

5.882

Telecom Caribisch Nederland

 

1.843

2.890

3.629

3.560

3.500

60

EU-cofinanciering Digital Europe

    

4.246

26.800

‒ 22.554

Beter aanbesteden

  

58

488

297

 

297

NGF project AiNed

   

5.719

10.519

29.800

‒ 19.281

NGF project Nationaal onderwijslab

   

5.460

6.538

5638

900

Inkoopdomein

    

224

 

224

        

Opdrachten

54.511

20.025

28.978

20.008

31.500

32.898

‒ 1.398

Onderzoek en Opdrachten

1.710

1.842

2.040

1.571

2.484

2.280

204

Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid

6.204

7.528

5.413

6.112

3.693

5.681

‒ 1.988

Digital trust centre

125

196

356

227

408

3.941

‒ 3.533

Cyber security

901

1.387

689

2.180

4.083

8.823

‒ 4.740

ICT beleid

 

6.296

5.673

7.031

8.298

7.593

705

Terugbetaling boetes ACM

45.571

2.733

14.228

1.633

11.338

 

11.338

CSIRT-DSP

   

3

19

1.040

‒ 1.021

Nationaal Groeifonds

 

43

579

1.251

1.177

2.007

‒ 830

Vervolgprogramma beter aanbesteden

     

1.533

‒ 1.533

        

Bijdragen aan agentschappen

34.814

39.503

47.694

51.255

67.540

54.734

12.806

Rijksinspectie Digitale Infrastructuur

23.576

28.698

33.068

36.089

43.941

41.402

2.539

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

11.238

10.805

14.626

15.166

23.599

13.332

10.267

        

Bijdragen aan ZBO’s /RWT’s

157.720

164.884

176.185

200.228

201.068

182.702

18.366

Metrologie

9.480

10.706

15.980

11.524

17.293

11.565

5.728

Raad voor Accreditatie

235

263

274

1.099

1.394

1.060

334

ACM

614

632

670

712

726

802

‒ 76

CBS

147.391

153.283

159.261

186.893

181.655

169.275

12.380

        

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

3.931

3.757

3.746

3.625

4.048

4.188

‒ 140

Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)

1.157

1.186

1.187

1.245

1.254

1.239

15

Internationale organisaties

2.774

2.571

2.559

2.380

2.794

2.949

‒ 155

        

Ontvangsten

19.558

933.838

428.676

120.881

171.160

31.934

139.226

Ontvangsten ACM

162

162

163

162

162

162

0

High Trust

17.486

106.954

6.846

117.969

28.060

30.200

‒ 2.140

Diverse ontvangsten

1.910

826.722

421.667

2.750

142.937

1.572

141.365

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

X Noot
2

NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de suppletoire begroting Prinsjesdag en de tweede suppletoire begroting. De reden hiervoor is dat bij deze begrotingsstukken de suppletoire begrotingen voorafgaand aan het stuk opgeteld zijn bij de stand vastgestelde begroting. Bij het jaarverslag is dat niet het geval.

Tabel 9 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

 

Vastgestelde begroting12

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

265.347

226.206

258.215

362.214

349.134

304.412

44.722

waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

265.347

226.206

258.215

362.214

349.134

304.412

44.722

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

X Noot
2

NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de suppletoire begroting Prinsjesdag en de tweede suppletoire begroting. De reden hiervoor is dat bij deze begrotingsstukken de suppletoire begrotingen voorafgaand aan het stuk opgeteld zijn bij de stand vastgestelde begroting. Bij het jaarverslag is dat niet het geval.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Subsidies

Cyber Security

Het bedrag van € 5,9 mln betreft het beschikbaar stellen van middelen ter financiering van de jaarbundel 2024 voor de Electronic Commerce Platform (ECP) en de subsidies van het Digital Trust Center (DTC) die door RVO worden uitgevoerd. Hiervoor hebben verschillende overboekingen moeten plaatsvinden om de middelen op de juiste instrumenten te krijgen.

EU-cofinanciering Digital Europe

Het verschil van € 22,6 mln betreft een schuif van verplichtingen- en kasbudget naar de jaren 2025 tot en met 2028 op basis van de verwachte projecten uit de werkprogramma's van de Europese Commissie, zoals toegelicht in de suppletoire begroting Prinsjesdag. Daarnaast is het verschil te verklaren door overboekingen naar de bijdrage aan RVO.

NGF-project AiNed

Het verplichtingenbudget van AiNed stond volledig op 2022 terwijl de verplichtingen over verschillende jaren wordt aangegaan. Bij voorjaarsnota 2023 is het verplichtingenbudget dat niet is gebruikt in 2022 verdeeld over de jaren 2023 en verder. In 2023 is er een geactualiseerde raming gemaakt waaruit blijkt dat het kasbudget anders moet worden verdeeld. Voor 2023 stond er € 19,3 mln teveel begroot.

Opdrachten

Terugbetaling boetes ACM

De ACM is volledig onafhankelijk in het opleggen van boetes. Na het aanspannen van een gerechtelijke procedure tegen sancties van de ACM wordt de betalingsverplichting van boetes niet opgeschort. Hierdoor kan het voorkomen dat, afhankelijk van de gerechtelijke uitspraak bij (hoger) beroep, de ACM een deel van de ontvangen boetebedragen in een komend jaar moet terugbetalen. Dit jaar betreft het in totaal € 11,3 mln aan terug te betalen boeteontvangsten.

Bijdragen aan agentschappen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Voor de opdracht aan RVO voor het jaar 2023 heeft er een overheveling van middelen plaatsgevonden ter hoogte van € 10,3 mln voor onder meer de uitvoering van de subsidie regeling van het Nationaal Groeifonds, het EU-programma Digital Europe en de subsidieregeling Beter aanbesteden.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Metrologie

Het bedrag van € 5,7 mln betreft grotendeels de overboeking van middelen binnen artikel 1 voor de EZK-bijdrage aan de koop van VSL door TNO en de uitkering van de loon- en prijsbijstelling.

CBS

Het verschil ter hoogte van € 12,4 mln wordt veroorzaakt door de uitkering van de loon- en prijsbijstelling, zoals toegelicht in de suppletoire begroting Prinsjesdag.

Ontvangsten

Diverse ontvangsten

Dit betreft voornamelijk de ontvangsten van de landelijke veiling FM-frequenties die in de zomer van 2023 heeft plaatsgevonden. Hiermee is in totaal € 152,8 mln opgehaald. Hiervan is € 120,2 mln in 2023 uitbetaald aan EZK. Daarnaast heeft EZK € 15,8 mln ontvangen voor de verlening van vergunningen voor de FM-frequenties over de periode 2022-2023.

Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

A. Algemene doelstelling

Met het bedrijvenbeleid zorgt EZK ervoor dat bedrijven hun bijdrage kunnen leveren aan duurzame en inclusieve welvaartsgroei: een gezond en maatschappelijk betrokken bedrijfsleven dat oog heeft voor de individuele en maatschappelijke belangen van bedrijven èn burgers. EZK doet dat vanuit het publieke belang, met maatschappelijke impact en in samenwerking met (netwerken van) bedrijven, kennisinstellingen, overheden en maatschappelijke organisaties: maatschappelijk betrokken, resultaatgericht en professioneel.

Bedrijven spelen een belangrijke rol bij het voorzien in de basisbehoeften, de materiële welvaart en de maatschappelijke vooruitgang waarop onze samenleving drijft: voedsel, medische hulpmiddelen, huizen, werk, inkomen, ontplooiingsmogelijkheden, mobiliteit, connectiviteit, energie, veiligheid, ontspanningsmogelijkheden in de vrije tijd en digitale diensten, maar ook met zonnepanelen, windmolens, energiebesparingsmogelijkheden, de ontwikkeling van alternatieve energiebronnen zoals waterstof en ook het realiseren van maatschappelijke vernieuwing door toepassingen te ontwikkelen van nieuwe sleuteltechnologieën. Ze dragen op deze manier wezenlijk bij aan de kwaliteit van ons bestaan.

Bedrijven vervullen een sleutelrol in onze samenleving. Als de maatschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen tijd één ding duidelijk hebben gemaakt, dan is het wel de kwetsbaarheid van onze manier van leven en werken. Gezondheid, de beschikbaarheid van voldoende zorg, inkomen, werk of winstgevende bedrijvigheid en zelfs onze energievoorziening zijn niet vanzelfsprekend. Goed functionerende bedrijven hebben naast werk en inkomen ook een maatschappelijke functie, waardoor werknemers zich gewaardeerd en betrokken voelen. Ze kunnen zich bovendien via opleidingen en cursussen verder ontwikkelen. Daarnaast hebben bedrijven een maatschappelijke verantwoordelijkheid om de negatieve gevolgen van hun economische activiteiten te beperken. Denk hierbij aan gevolgen voor onze leefomgeving en samenleving. Zo dragen bedrijven bij aan maatschappelijk verantwoorde en CO2-arme producten, eerlijke prijzen, goede lonen en pensioenvoorzieningen. Bovendien komen bedrijven met nieuwe producten en technologieën die inspelen op de grote maatschappelijke vraagstukken van deze tijd, zoals de energietransitie, verduurzaming van de industrie en digitalisering. De overheid stelt daarbij de ambities, normen en randvoorwaarden vast, reguleert en zorgt voor adequate wetgeving en voor ondersteunende publieke voorzieningen (zoals een infrastructuur die verduurzaming mogelijk maakt); en ze stimuleert gedrag dat bijdraagt aan de maatschappelijk gewenste uitkomsten.

Door innovatie te bevorderen en uitmuntende voorwaarden voor succesvol ondernemerschap te realiseren, draagt het bedrijvenbeleid bij aan onze welvaartsgroei door economische vooruitgang op een evenwichtige wijze te combineren met materiële welvaart en een hoge kwaliteit van onze leefsituatie; zodat Nederland ook internationaal aantrekkelijk blijft om in te wonen, te werken, te ontspannen en te leven.

Het speelveld strekt zich daarbij uit buiten de grenzen van de «bedrijfspoort». Samenwerking tussen grote internationaal opererende ondernemingen en het midden- en kleinbedrijf inclusief startups en scale-ups is essentieel voor het ondernemerssucces. Ook internationale samenwerking is onmisbaar voor een open economie als de onze. Strategische samenwerking tussen bedrijven, (hoge) scholen en wetenschap is belangrijk omdat de wetenschap en de (hoge) scholen fundamentele ideeën en ontwikkelcapaciteit bieden, en het bedrijfsleven de mogelijkheden ziet waar nieuwe technologieën kunnen worden toegepast in nieuwe producten of productieprocessen. Deze samenwerking is ook belangrijk op het terrein van de maatschappelijke uitdagingen zoals fossielarm energiegebruik, gezondheid, hybride werken en veiligheid. Door ruimte te geven aan onder nemende geesten ontstaan kansen voor bestaande en nieuwe bedrijven. Dat gebeurt in partnerschap tussen Rijk, regionale overheden, Europa en met bilaterale internationale samenwerking.

Nederland behoort tot de mondiale top van de meest dynamische en concurrerende kenniseconomieën in de wereld en is ook één van de landen met de hoogste arbeidsproductiviteit ter wereld. Het kabinet zet er met het bedrijvenbeleid op in deze toppositie te behouden en verder te versterken en onze welvaart duurzaam veilig te stellen voor de toekomstige generaties in een wereld die sterk in beweging is. Tegelijkertijd maakt onze kenniseconomie Nederland ook tot een aantrekkelijk doelwit voor landen die kennis en technologie willen vergaren ten gunste van hun eigen (techno­logische) positie. Dit vraagt om een aanpak die deze risico’s adequaat ondervangt en om een offensieve innovatie- en ondernemersstrategie die zich niet alleen richt op materiële welvaart, maar ook via transities bijdraagt aan bijvoorbeeld klimaat, duurzaamheid, veiligheid, gezondheid, voedselkwaliteit en een uitdagende werkomgeving.

Om deze economische kracht te behouden en te versterken heeft het kabinet Rutte 4 ingezet op het realiseren van de volgende drie strategische doelen op het terrein van bedrijfsleven & innovatie:

  • 1. Het stimuleren van innovatie met een grote impact op de economische en maatschappelijke vooruitgang en voortbouwend op de sterktes van de Nederlandse ecosystemen.

  • 2. Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het waarborgen van een uitmuntend ondernemings- en vestigingsklimaat met optimale randvoorwaarden voor succesvol ondernemerschap.

  • 3. Het faciliteren van de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie.

1) Het stimuleren van innovatie met een grote impact op de economische en maatschappelijke vooruitgang en voortbouwend op de sterktes van de Nederlandse ecosystemen.

Innovatie is één van de belangrijkste bronnen voor economische groei, welvaart en vooruitgang op tal van maatschappelijke terreinen. Succesvolle innovaties creëren niet alleen toegevoegde waarde, maar bieden ook (deel)oplossingen voor de maatschappelijke vraagstukken, onder meer op de terreinen «Energietransitie en Duurzaamheid», «Landbouw, Water en Voedsel», «Gezondheid en Zorg» en «Veiligheid». Om bedrijven aan te zetten tot innovatie, stimuleert en financiert de overheid onderzoek en ontwikkeling (R&D) bij publieke kennisinstellingen en bedrijven. Dat gebeurt met generiek beleid gericht op innovatie in het bedrijfsleven en met missiegedreven innovatiebeleid dat zich richt op het adresseren van maatschappelijke uitdagingen en sterktes in sleuteltechnologieën. Verder draagt Nederland bij aan internationale ruimtevaartprogramma’s, die maatschappelijke doelen dienen en daarnaast ook innovatieve bedrijvigheid in Nederland bevorderen, onder andere via opdrachten aan Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen ter realisatie van ruimtevaartprogramma’s.

Het kabinet Rutte 4 streeft naar verhoging van de R&D-uitgaven in Nederland. De ambitie is in lijn met de in het coalitieakkoord genoemde Lissabondoelstelling dat de totale R&D-uitgaven op termijn stijgen tot 3% van het bruto binnenlands product, zonder dat het private aandeel daalt (Kamerstuk 33 009, nr. 117). Het streefjaar voor het realiseren van deze R&D-ambitie is 2030 (Kamerstuk 33 009, nr. 131). De uitgaven aan R&D in Nederland bedroegen in 2022 2,30% van het bruto binnenlands product volgens voorlopige cijfers van het CBS, waarmee er nog een grote afstand bestaat ten opzichte van de voor 2030 geformuleerde ambitie.

Investeren in R&D is hierbij geen doel in zichzelf, maar vormt één van de fundamenten voor het innovatief vermogen van een land, naast een goed ondernemingsklimaat, een goede kennisinfrastructuur, kennissamenwerking, een goed werkende financieringsmarkt (zie hiervoor ook beleidsartikel 3 van deze begroting) en het beschikbaar zijn van bekwaam personeel.

Nederland kan en moet beter presteren bij het toepassen en het economisch en maatschappelijk benutten van kennis. Daarom krijgt in het innovatiebeleid juist dat ook specifieke aandacht. Daarbij gaat het om valorisatie van kennis bij publieke instellingen, het vergroten van innovatieve toepassingen door effectieve samenwerking in innovatie-ecosystemen, het integraal ondersteunen van startups en scale-ups en het realiseren van een excellent toepassingsgericht kennisstelsel gericht op maatschappelijke en economische vooruitgang.

Met het missiegedreven innovatiebeleid worden R&D-investeringen van publieke en private partijen gericht op het vinden van oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Dat gebeurt mede met behulp van inzet op sleuteltechnologieën en digitalisering, die een belangrijke rol vervullen bij het adresseren van maatschappelijke uitdagingen. In 2023 zijn nieuwe Kennis- en Innovatieagenda’s en een nieuw Kennis- en Innovatieconvenant opgesteld voor het missiegedreven innovatiebeleid in de jaren 2024-2027 (Kamerstuk 33 009, nr. 135). Hierbij werken 32 partners vanuit bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheden en maatschappelijke organisaties samen aan acht Kennis- en Innovatieagenda’s. De Kennis- en Innovatieagenda’s liggen op de volgende terreinen: Klimaat en Energie, Circulaire Economie, Landbouw, Water en Voedsel, Gezondheid en Zorg, Veiligheid, Sleuteltechnologieën, Digitalisering en Maatschappelijk Verdienvermogen. In de agenda’s en het convenant wordt sterker dan voorheen ingezet op het naar de markt brengen van kennis en innovaties, met specifiek inzet op valorisatie en marktcreatie als speerpunt. Dat gebeurt onder andere via het verbinden van de netwerken en instrumenten van de provincies en de ROM’s voor het versterken van de regionale innovatie-ecosystemen met de inzet van de overige partners. Als nieuwe partner levert ook Invest-NL een belangrijke bijdrage aan valorisatie en impact, door middelen in te zetten langs de lijnen Capital en Business Development.

Op het terrein van sleuteltechnologieën is in 2023 gewerkt aan een Nationale Technologiestrategie, die in januari 2024 naar de Tweede Kamer is gestuurd (Kamerstuk 33 009, nr.140). De strategie geeft bouwstenen voor een strategisch technologiebeleid door 10 prioritaire sleuteltechnologieën te identificeren waar het Nederlandse kennisveld en het Nederlandse bedrijfsleven een positieve impact mee kan maken en waar een unieke Nederlandse positie op mogelijk is. Met deze strategie is de komende jaren richting te geven aan keuzes bij de publieke inzet op sleuteltechnologieën. De strategie wordt verder betrokken in de Kennis- en Innovatieagenda Sleuteltechnologieën. In die agenda werden nog inhoudelijke keuzes opengelaten, om deze af te kunnen stemmen op de Nationale Technologiestrategie.

Voorts is in december 2023 een rapport naar de Tweede Kamer gestuurd dat kansrijke groeisectoren voor Nederland in kaart brengt (Kamerstuk 33 009, nr. 137). De groeimarkten kunnen richting geven aan het beleid van EZK, vooral dat deel van het beleid dat zich richt op specifieke technologieën en sectoren. De keuzes voor sleuteltechnologieën in de Nationale Technologiestrategie zijn mede op deze analyse van groeimarkten gebaseerd. Sleuteltechnologieën bieden namelijk oplossingen die kunnen worden toegepast in groeimarkten. In juni 2023 is een rapport naar de Tweede Kamer gestuurd waarin een breed perspectief op de Nederlandse economie in de toekomst wordt gegeven (Kamerstuk 33 009, nr. 131). Daarin wordt beschreven dat Nederland een economie nodig heeft die innovatief, duurzaam en sterk is en waarvan de hele samenleving profiteert. Investeringen in kansrijke groeimarkten en sleuteltechnologieën helpen bij het verwezenlijken van die ambitie.

In 2020 heeft het kabinet Rutte 3 het Nationaal Groeifonds (NGF) opgericht om daarmee vanaf 2021 € 20 mld aan (publieke) investeringen te doen in R&D en innovatie, infrastructuur en kennisontwikkeling (Kamerstuk 35 300, nr. 83). In het Coalitieakkoord zijn de middelen herverdeeld, waarbij de middelen voor de pijler ‘Onderzoek, ontwikkeling en innovatie’ en Kennisontwikkeling binnen het Nationaal Groeifonds met € 6,7 mld zijn verhoogd (in totaliteit over de periode t/m 2028). Hiervan is de helft begroot voor de pijler ‘Onderzoek, ontwikkeling en innovatie’ (Kamerstuk 35 925, nr. 143). De pijler infrastructuur is overgeheveld naar het Mobiliteitsfonds. Het NGF heeft ook als doel om via publieke investeringen extra private investeringen aan te moedigen. Een deel van de middelen van het NGF vloeit via toekenningen voor NGF-projecten naar artikel 2 van EZK-begroting, waarbij het primair om middelen vanuit de pijler ‘Onderzoek, ontwikkeling en innovatie’ gaat. In 2023 is er voor een bedrag van € 327,2 mln aan artikel 2 van de begroting van EZK toegevoegd vanwege toekenningen van middelen voor NGF-projecten. Dat betreft middelen voor de NGF-projecten Health-RI (€ 47 mln), Quantum Delta NL (€ 60,2 mln), BioBased Circular (€ 102 mln) en Material Independence & Circular Batteries (€ 118 mln).

Vanuit het budget voor Faciliteiten Toegepast Onderzoek (FTO) is in totaal € 500 mln over een periode van 10 jaar beschikbaar voor versterking van faciliteiten voor toegepast onderzoek bij TO2-instellingen en Rijkskennisinstellingen (Kamerstuk 31 288, nr. 964). In 2023 heeft de eerste financieringsrondes plaatsgevonden. Daarin is een bedrag van € 184 mln aan financiering toegezegd voor 14 hoogwaardige faciliteiten voor toegepast onderzoek. 

De WBSO is een omvangrijke fiscale faciliteit waarmee ondernemers hun kosten voor onderzoek en ontwikkeling kunnen verlagen. Sinds budgetjaar 2023 wordt het WBSO-budget geïndexeerd voor loon- en prijsstijgingen (Kamerstuk 36 202, nr. 37). De indexatie bedroeg in 2023 € 54 mln, conform een besluit hiertoe in 2022 (Kamerstuk 32 637, nr. 526). Het budget nam daarmee toe tot € 1.437 mln). In 2023 in de indexatie voor het jaar 2024 bepaald op € 42 mln (Kamerstuk 32 637, nr. 577).

Invulling van landspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie

In de landspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie voor Nederland in 2022-2023 (COM(2022) 621 final) is onder andere aanbevolen om meer overheidsinvesteringen te doen voor de groene en digitale transitie. Hieraan wordt vanuit EZK bijgedragen via het al eerder genoemde NGF als begrotingsfonds. Over een langere periode is ongeveer € 10 mld beschikbaar voor projecten binnen de pijler ‘Onderzoek, ontwikkeling en innovatie’ van het NGF, mede door de extra middelen die voor deze pijler beschikbaar zijn gekomen in het Coalitieakkoord. De uitgaven voor NGF-projecten lopen deels via artikel 2 van de EZK-begroting. In belangrijke mate zijn het middelen die bijdragen aan R&D en innovatie ten behoeve van de groene en digitale transitie.. Middelen op artikel 2 van de EZK-begroting voor de IPCEI-projecten ’Micro elektronica’ en ’Cloudinfrastructuur en services’ vormen specifiek ter bevordering van de digitale transitie een belang rijke aanvulling op de middelen vanuit het Nationaal Groeifonds. Ook vanuit het in het Coalitieakkoord gevormde Fonds Onderzoek en Wetenschap wordt bijdragen aan investeringen die de groene en digitale transitie bevorderen. In 2022 is bepaald dat dit fonds voor een bedrag van € 500 mln wordt aangewend voor het versterken van faciliteiten voor toegepast onderzoek bij TO2-instellingen en Rijkskennisinstellingen. Die middelen zijn in het voorgaande al aan de orde gekomen. Verder is uit het Fonds Onderzoek en Wetenschap voor een bedrag van € 372 mIn beschikbaar gekomen voor de versterking van Europese partnerschappen binnen Horizon Europe en aanpalende EU-onderzoeks- en innovatieprogramma‘s. Beide categorieën van middelen vloeien in belang rijke mate naar artikel 2 van de EZK-begroting. Daarnaast draagt met name het missiegedreven innovatiebeleid bij aan investeringen die de groene en digitale transities bevorderen. Zoals eerder in de Kamerbrief ’Innovatie en impact‘ (Kamerstuk 33 009, nr. 117) is aangekondigd, is daarbij sterker de focus gelegd op de transities die in het Coalitieakkoord centraal zijn gesteld voor het missiegedreven innovatiebeleid: de klimaat- en energietransitie, digitalisering, circulaire economie en sleuteltechnologieën.

In de landspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie voor Nederland in 2023-2024 (COM(2023) 619 final) is in relatie tot artikel 2 van de EZK-begroting aanbevolen om door te gaan met de snelle uitvoering van de programma’s van het cohesiebeleid, in nauwe complementariteit en synergie met het herstel- en veerkrachtplan. Beleidsinstrumenten op artikel 2 van de EZK-begroting zijn in dit verband EFRO, INTERREG A en het Fonds voor Rechtvaardige Transactie. Hierbij zijn de door EZK beschikbaar gestelde financiële middelen cofinancieringsmiddelen in aanvulling op de middelen die worden verstrekt door de Europese Unie. Deze regelingen worden uitgevoerd door regionale uitvoeringsorganisaties. In het geval van EFRO en INTERREG A heeft EZK een systeemverantwoordelijkheid. In het geval van het Fonds voor Rechtvaardige Transitie is er een gedeelde verantwoordelijkheid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid samen met EZK. Het Fonds voor Rechtvaardige Transitie is in 2023 tot uitvoer gekomen met zes regionale subsidieprogramma’s. Bij EFRO en INTERREG A is in respectievelijk 2023 en 2022 gestart met de eerste openstellingen binnen de nieuwe programmaperiode 2021-2027. De genoemde instrumenten zijn complementair aan de maatregelen in het herstel- en veerkrachtplan bij het bevorderen van vergroening en innovatie, onder andere door een regionale focus en een brede toegankelijkheid voor het mkb.

2) Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het waarborgen van een uitmuntend ondernemings- en vestigingsklimaat met optimale randvoorwaarden voor succesvol ondernemerschap.

EZK stimuleert langs verschillende wegen een goed functionerend bedrijfsleven dat bestaat uit zowel grootbedrijf als mkb, uiteenlopend van kennis­ intensieve en multinationaal opererende ondernemers, maar ook startups, scale-ups en éénpitters. EZK helpt bij de vernieuwing met wetten en regels, zoals het beschermen van intellectueel eigendom, en het merkenrecht. Door oog te hebben voor veranderende machtsverhoudingen die vragen om een visie en regelgeving ten aanzien van het borgen van economische veiligheid en het delen van gegevens voor consumenten en bedrijven onderling. Bij het ontwikkelen van wet- en regelgeving is toetsing op werkbaarheid en uitvoerbaarheid bij mkb meer en meer de norm. EZK steunt opschaling en uitrol van nieuwe technologieën door standaardisatie en voorwaarden vast te leggen.

Daarbij vraagt deze tijd om groter te denken: de uitdagingen vragen vaak om oplossingen op een schaal waarbij tenminste Europees moet worden gedacht. Dat geldt onder meer op het terrein van economische veiligheid, het beschermen van vitale belangen in sectoren, het voorkomen van ongewenste strategische afhankelijkheid en het vrijwaren van spionage en sabotage. Voor de economische kansen geldt dat net zo goed: met de grootte van de uitdagingen, de Europese interne markt en de opkomst van mondiaal opererende bedrijven geldt eens te meer dat Nederlandse ondernemers en bedrijven hun vleugels uit moeten slaan en zich moeten willen en kunnen richten op grotere markten dan Nederland alleen. Op al deze terreinen zet het bedrijvenbeleid in op een Europese aanpak. Personeelstekorten vormen op dit moment een grote belemmering voor het realiseren van de transities op het gebied van klimaat en digitalisering. In samenwerking met OCW en SZW wordt op het wegnemen van de personeelstekorten door EZK stevig ingezet.

Ook de fysieke ruimte en een adequate ruimtelijke ordening voor bedrijven en transities zijn een voortdurend aandachtspunt. Hiervoor is vooral goede samenwerking tussen het Rijk en de regio vereist. De schaarste aan ontwikkelruimte, zowel fysiek als ook vanwege restricties vanwege stikstof, geluid en andere milieufactoren, vraagt een actievere rol van het Rijk in het samen met de regio’s zoeken naar slim ruimtegebruik en goede afstemming van belangen en behoeften.

3) Het faciliteren van de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en inclusieve economie.

Eén van de prioritaire missies van het kabinet Rutte 4 betreft het klimaat en de verduurzaming van de industrie. Met de klimaatambities van het kabinet zal innovatie zich ook nadrukkelijk gaan richten op het realiseren van een CO2-arme en innovatieve industrie in 2050. De nationale doelstelling in het Regeerakkoord van Rutte 3 van 49% CO2-emissiereductie ten opzichte van 1990, vertaalde zich voor de industrie (inclusief de afvalverwerkende industrie) in het klimaatakkoord van 2019 in een 59% CO2-emissiereductie in 2030 ten opzichte van 1990. Deze emissiereductie van broeikasgassen bestond uit een reductie 5,1 Mton CO2-eq. vanuit bestaand beleid (in 2019) en een additionele opgave van 14,3 Mton CO2-eq. Deze inzet impliceert een restemissie doelstelling van 35,7 Mton CO2-eq. in 2030 voor de klimaatsector industrie. In het coalitieakkoord van 15 december 2021 is de nationale emissiereductiedoelstelling verhoogt naar een emissiereductie van 55% in 2030 ten opzichte van 1990, in navolging van de Europese Green Deal. Om met voldoende zekerheid deze doelstelling te realiseren is ingezet op een nationaal streefdoel van 60% emissiereductie in 2030 ten opzichte van 1990. Dit vertaalde zich voor de klimaatsector industrie in een verdere aanscherping van de sector doelstelling naar 66% emissiereductie in 2030 ten opzichte van 1990, wat neerkomt op een restemissiedoelstelling van 29,6 Mton CO2-eq. in 2030 (Kamerstuk 32 813, nr. 1230).

In het Beleidsprogramma Klimaat (Kamerstuk 32 813, nr. 1230) heeft het kabinet aangegeven met welke maatregelen zij uitvoering wil geven aan het coalitieakkoord. Om aanvullende CO2-reductie te realiseren heeft het kabinet tijdens de augustusbesluitvorming (Kamerstuk 36410) besloten om het restemissiedoel van de industrie verder aan te scherpen naar 29,1 Mton middels verbreding van de maatwerkaanpak en een reductie van emissies bij afvalwater- en rioolzuiveringsinstallaties.

De tweede grote missie van het kabinet waarin de industrie een centrale rol vervult, betreft de realisatie van een circulaire economie. In 2050 moet de industrie circulair zijn en worden er zo weinig mogelijk primaire abiotische grondstoffen gebruikt. De bijdrage die EZK levert aan de circulaire maakindustrie in het kader van het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030 draagt hier mede aan bij. Het nieuwe kabinet Rutte 4 heeft de ambities en beleidsinspanning verder aangescherpt. Als randvoorwaarde wil het kabinet de concurrentie­ positie van de industrie behouden en versterken. Verduurzaming biedt immers grote kansen voor bedrijven die voorop lopen in de transitie. De rijksoverheid heeft, via de eigen bedrijfsvoering, een voorbeeldrol in de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie.

Verder zorgt EZK ervoor dat bedrijven de economische en maatschappelijke kansen kunnen pakken die de digitalisering van de economie biedt (zie verder beleidsartikel 1 van deze begroting).

EZK creëert, samen met BZ, IenW en andere partijen, ook de condities voor een gezond en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven. Dat is een bedrijfsleven dat in staat is om winstgevend te zijn en zich voortdurend vernieuwt, met aandacht voor haar maatschappelijke impact en verant­woordelijkheden. Zo stimuleert EZK dat bedrijven transparant rapporteren over de impact van hun bedrijfsvoering en beleid op mens en milieu, ofwel hoe zij maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Sinds 2004 stellen wij hiervoor de Transparantiebenchmark op. Deze benchmark wordt eens in de twee jaar opgesteld en is een onderzoek naar de transparantie van de MVO-verslaglegging door de circa 500 grootste Nederlandse bedrijven. Hierdoor leren deelnemers over de criteria voor maatschappe­lijke verslaggeving en krijgen zij inzicht in verbetermogelijkheden en hoe zij scoren in vergelijking met andere ondernemingen. Ook wordt elk jaar de Kristalprijs uitgereikt aan het bedrijf dat het meest transparant rapporteert over MVO. Om dit te versterken heeft de Minister voor Economische Zaken en Klimaat namens het kabinet in februari van dit jaar ook haar steun uitge­ sproken voor de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). De CSRD verplicht een groep bedrijven om in hun jaarrapportage aan te geven hoe zij maatschappelijk verantwoord ondernemen, en ook aan te geven hoe de onderneming aansluit bij de transitie naar een duurzame economie en de klimaateisen van het Verdrag van Parijs.

Daarnaast worden (I)MVO-standaarden toegepast op het bedrijfsleveninstrumentarium van EZK. Zo worden bedrijven geïnformeerd over risico’s voor mens en milieu wanneer zij een subsidie ontvangen voor de inkoop van zonnepanelen of een innovatietraject, en geadviseerd en gestimuleerd om op een verant­woorde manier met deze risico’s om te gaan door ze in kaart te brengen, te mitigeren en zo nodig waardeketens te verleggen en/of toegang tot herstel te bieden. Op deze manier leren bedrijven hoe zij verantwoord kunnen ondernemen in hun sector. Tot eind 2022 loopt hiervoor bij EZK een pilot, die gebruikt zal worden om de komende jaren (I)MVO proportioneel te integreren in ons gehele instrumentarium.

In de aansluitende tabel staan de voornaamste kengetallen voor het bedrijvenbeleid. EZK streeft naar een koppositie voor Nederland op de gepresenteerde ranglijsten, zoals de Global Competitiveness Index en het European Innovation Scorebord. De doelstelling voor R&D-investeringen in Nederland is 2,5% van het BBP.

Tabel 10 Kengetallen
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Bron

1. Arbeidsproductiviteitsniveau (positie NL)

6

6

6

6

9

9

10

10

10

10

Conference Board

2. Global Competitiveness Index (positie NL)1

8

5

4

5

6

4

n.b.

n.b.

n.b.

n.b.

World Economic Forum

3. European Innovation Scoreboard (positie NL)

51

5

5

4

4

4

5

4

4

4

Europese Commissie

4. R&D intensiteit (in % van BBP)

2,17

2,15

2,15

2,18

2,14

2,18

2,32

2,27

2,3

n.n.b.

CBS

5. Omvang PPS-projecten (mln €)

814

970

1.060

1.207

1.282

1.238

1.106

1.325

1.383

n.n.b.

RVO.nl/ TKI’s

waarvan private middelen (%)

44%

49%

48%

46%

45%

44%

44%

49%

49%

n.n.b.

 

6. Broeikasgasemissies voor industrie inclusief afval (Mton CO2-equivalenten)

55,5

55,1

55,8

56,6

55,6

54,6

53,3

53,6

49,2

n.n.b.

Emissieregistratie

7. Kwaliteit ondernemersklimaat (positie NL)

    

3

2

2

2

5

n.n.b.

Global Entrepreneurship Monitor (GEM), National Entrepreneurship Context Index (NECI)

X Noot
1

Het World Economic Forum is vanaf 2020 gestopt met het publiseren van de cijfers.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Onderstaande tabel geeft een samenvattend overzicht van de rollen en verantwoordelijken die de Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft in het bedrijvenbeleid. In de tekst onder de tabel wordt verder toegelicht wat deze rollen en verantwoordelijkheden behelzen en op welke van de twee hierboven onderscheiden strategische doelen ze betrekking hebben.

Tabel 11 Rol en verantwoordelijkheid
 

Stimuleren

Financieren

Regisseren

(Doen) uitvoeren

Het realiseren van duurzame innovaties die bijdragen aan de maatschappelijke vooruitgang met het missiegedreven innovatiebeleid, de topsectorenaanpak en publiek-private onderzoekssamenwerking.

 

Goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door goede randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie

 

Het realiseren van duurzame innovaties die bijdragen aan de maatschappelijke vooruitgang met het missiegedreven innovatiebeleid, de topsectorenaanpak en publiek-private onderzoekssamenwerking.

Stimuleren

De Minister stimuleert innovaties die bijdragen aan maatschappelijke vooruitgang door private investeringen in R&D onder meer te bevorderen via de WBSO en het inrichten van een effectief en efficiënt werkend stelsel van intellectueel eigendom. Voor het stimuleren van private deelname aan publiek-private onderzoeksinitiatieven wordt onder meer de pps-innovatieregeling ingezet vanuit de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI's).

Financieren/regisseren

De Minister van EZK is verantwoordelijk voor toegepast onderzoek en innovatie en werkt nauw samen met de Minister van OCW, die verantwoordelijk is voor het stelsel van (fundamenteel) onderzoek en wetenschap en de verwevenheid met onderwijs. De Minister van EZK coördineert het missiegedreven innovatiebeleid en financiert het ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking door onder meer:

  • de TO2-instituten TNO (inclusief ECN per 1 april 2018), Deltares, MARIN en NLR te financieren; 

  • gezamenlijke regie met OCW op de publiek-private samenwerking via NWO, waarbij EZK een deel van NWO-TTW subsidieert;

  • cofinanciering van de EFRO-programma's (Europees Fonds Regionale Ontwikkeling); voor de EFRO-programma's binnen Nederland draagt de Minister systeemverantwoordelijkheid;

  • het bevorderen van innovatiegericht inkopen door overheden;

  • het Nationaal Groeifonds (NGF) te benuten om onderzoeks- en innovatieprojecten te financieren die structureel het groeivermogen versterken.

Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het creëren van excellente randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie

Stimuleren

De Minister stimuleert een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door onder meer:

  • Het bedrijvenbeleid een samenhangend aanbod te doen van financieringsinstrumenten om gewenste investeringen in bedrijven en projecten mogelijk te maken die onvoldoende financiering in de markt kunnen aantrekken (zie ook artikel 3 van deze begroting);

  • het versnellen van de toepassing van digitalisering door het mkb via de programma’s «versnelling digitalisering MKB», «smart industry», de «retailagenda» en het identificeren en helpen opschalen van (regionale of sectorale) best practices op het gebied van digitalisering.

Regisseren

De Minister regisseert en coördineert de condities voor een gezond en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door onder meer:

  • samenwerking met de relevante regionale netwerken en partners;

  • informeren en ondersteunen van ondernemers (van het starten van een bedrijf tot het vinden van een opvolger) via de Kamer van Koophandel (KvK);

  • het bevorderen van de oprichting en groei van startups naar scale-ups, o.a. door de inzet van TechLeap;

  • mkb-ondernemers beter bij wet- en regelgeving betrekken via MKB-toets en het toegankelijker maken van aanbestedingen voor het mkb;

  • eerlijk en verantwoord handelsverkeer te bevorderen via afspraken, gedragscodes of regelgeving (corporate governance, franchise, betaalme.nu);

  • in samenwerking met bedrijfsleven, maatschappelijk middenveld, de vakbeweging, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en andere ministeries door middel van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) convenanten in te zetten op het identificeren, voorkomen en verminderen van IMVO-risico’s in de waardeketens van het Nederlands bedrijfsleven.

(Doen) uitvoeren

De Minister biedt overheids- en informatiediensten aan ter ondersteuning van ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau door onder meer toegang tot overheidsdiensten (financieel en/of door middel van kennis) via:

(a) de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

(b) het aansturen van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) met als oogmerk het aantrekken van buitenlandse investeerders, samen met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking; en

(c) het Innovatie Attaché Netwerk ter ondersteuning van topsectoren, ondernemers en kennisinstellingen uit binnen- en buitenland bij hun internationale R&D- en innovatie-ambities.

Om – aanvullend op het jaarverslag – de Kamer te informeren over voortgang en effecten van beleid treft u op de website www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl informatie aan over de indicatoren en kengetallen. Deze website is te zien als een digitale bijlage van het EZK-jaarverslag. Deze website geeft tevens een volledig overzicht van de uitkomsten van alle op dit artikel uitgevoerde evaluaties.

C. Beleidsconclusies

Tegemoetkoming energiekosten (TEK)

Om het energie-intensieve mkb te ondersteunen is in korte tijd de Tegemoetkoming in de energiekosten (TEK) opgezet. De TEK was open t/m 2/10/2023 en compensatie kon worden aangevraagd met terugwerkende kracht voor de periode 1/11/2022 t/m 31/12/2023. Aangezien de energieprijzen over 2023 lager bleken dan waarmee vooraf rekening werd gehouden bij de totstandkoming van de TEK, zal naar verwachting een aanzienlijk aantal energie-intensieve bedrijven die de TEK hebben aangevraagd het voorschot (gedeeltelijk) moeten terugbetalen. Nadat de definitieve energieprijzen bekend zijn (medio februari 2024) die de basis vormen van de berekening van de tegemoetkoming, zal de Minister van EZK een brief sturen naar de Kamer en hierop verder ingaan.  

TVL en Corona

De Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) stond in het teken van het definitief vaststellen van de subsidies en afhandelen van bezwaar- en beroepszaken. Inmiddels is ruim 98% van alle toegekende TVL-subsidies definitief vastgesteld. Ruim 99% van alle ingediende bezwaarzaken en ruim 43% van alle beroepszaken zijn inmiddels afgerond. Bij ongeveer 19% van vaststellingen moet de ondernemer de subsidie gedeeltelijk of volledig terugbetalen. RVO biedt ruime betalingsregelingen aan, waarbij altijd maatwerk mogelijk is.

BMKB-Groen

De BMKB-Groen vergroot de toegang tot externe financiering voor duurzame investeringen. Ondernemers met een zekerhedentekort kunnen via dit instrument verduurzamingsinvesteringen in bedrijfsmiddelen en bedrijfspanden financieren bij een geaccrediteerde financier. Het Ministerie van EZK staat voor 75% garant op een krediet van maximaal € 1,5 mln per onderneming. Daarnaast is de provisiestructuur voor dit luik lager.

Kennis- en Innovatieconvenant 2024-2027 getekend

Op 2 november 2023 is het Kennis- en Innovatieconvenant (KIC) 2024–2027 getekend (Kamerstuk 33 009, nr. 135). Met dit hernieuwde Kennis- en Innovatieconvenant bekrachtigen bedrijven, kennisinstellingen, overheden en andere organisaties hun gezamenlijke inzet op het missiegedreven innovatiebeleid voor de komende jaren in Nederland. Voor 2024 zijn de deelnemende private en publieke deelnemers aan het convenant overeengekomen om in totaal € 5,7 mld in te zetten op acht Kennis- en Innovatieagenda's. Het convenant bouwt voort op de samenwerking in de vorige periode, waarvoor het Kennis- en Innovatieconvenant 2020–2023 was aangegaan.

PPS-toeslag aangepast tot PPS-innovatieregeling

De PPS-toeslag is hervormd en als gevolg daarvan hernoemd tot PPS-innovatieregeling. De nieuwe regeling is in oktober 2023 in werking getreden (Stcrt. 2023, nr. 28651). Het doel van de hervorming is dat de ontvangers van de subsidies, de Topconsortia voor Kennis en Innovaties (TKI’s), bij de inzet ervan scherpere keuzes maken ter aansluiting op het missiegedreven innovatiebeleid. Belangrijke hervormingen zijn dat er subsidieplafonds per TKI’s zijn gaan gelden, dat er strengere eisen worden gesteld aan de indiening, besteding en verantwoording van de middelen aan publiek-private samenwerkingsprojecten (pps’en) en dat er sterkere financiële prikkels zijn om pps’en te ondersteunen met betrokkenheid van het mkb en die bijdragen aan valorisatie en marktcreatie.

Unified Patent Court gestart en Nederlandse lokale divisie geopend

Op 1 juni 2023 is het Unified Patent Court van start gegaan, wat betekent dat ondernemers voortaan in één procedure hun octrooi kunnen handhaven in zeventien landen van de Europese Unie (Kamerstuk 30 635, nr. 10). Per dezelfde datum startte het unitair octrooi, waarmee het verkrijgen van een octrooi verregaand wordt vereenvoudigd. Op 10 mei 2023 is de Nederlandse lokale divisie van het Unified Patent Court in Den Haag ceremonieel geopend. 

Meer strategische benadering van bilaterale samenwerking

In 2023 is de aanzet gegeven voor nader onderzoek hoe de bilaterale innovatiesamenwerking meer strategisch kan worden ingezet ten behoeve van het toekomstige innovatievermogen van Nederland. Bezien wordt hoe het huidige Innovatie Attaché netwerk (IAN) hiervoor het beste kan worden ingezet en hoe de EZK-diplomatie het beste kan worden versterkt, in relatie tot de Nationale Technologiestrategie (Kamerstuk 33 009, nr.140) en de studie naar kansrijke groeimarkten (Kamerstuk 33 009, nr. 137). Een goed voorbeeld van de strategische inzet van het IAN is het Innovatiepact met Frankrijk, overeengekomen in april 2023, waarin Nederland en Frankrijk samenwerking op innovatie en verduurzaming intensiveren. Het gaat om meer publiek-private samenwerking tussen Nederlandse en Franse bedrijven, kennisinstellingen en overheden op het gebied van bijvoorbeeld halfgeleiders, quantum, kritieke grondstoffen, duurzame mobiliteit en energie-infrastructuur.68

Nederland handhaaft goede positie in het European Innovation Scoreboard

Het European Innovation Scoreboard (EIS) geeft een overzicht van prestaties van EU-landen op het terrein van onderzoek en innovatie. In de ranglijst van EU-landen staat Nederland in 2023 net als in 2022 op de vierde plaats. Nederland behoudt daarbij de status van innovatieleider, waarvoor als criterium geldt dat de totaalscore van een land meer dan 25% boven het EU-gemiddelde scoort. Met een score van 28,7% boven het EU-gemiddelde voldoet Nederland daar ruim aan. Denemarken voert de ranglijst aan, met een score van 37,6% boven het EU-gemiddelde, gevolgd door Zweden en Finland.

R&D-uitgaven in verhouding tot bbp licht gedaald in 2022

De uitgaven in Nederland aan Research en Development (R&D) bedroegen volgens voorlopige cijfers van het CBS in 2022 2,30% van het bbp. Dit betreft een stijging t.o.v. van 2021, waarin de R&D-uitgaven op 2,27% van het bbp lagen. De stijging is gelegen bij de R&D-uitgaven van bedrijven. Die komen in 2022 op 1,56% van het bbp uit, tegenover 1,50% van het bbp in 2021. Opvallend is dat de R&D-uitgaven in verhouding tot het bbp in de jaren 2020-2022 aanzienlijk zijn gestegen ten opzichte van 2019, toen ze nog 2,18% van het bbp bedroegen. De stijging deed zich het sterkst voor bij de R&D-uitgaven van bedrijven en in mindere mate bij de R&D-uitgaven van hoger onderwijsinstellingen.

Stikstof Aanpak piekbelasters

Begin 2023 is ingezet op de inrichting van extra capaciteit om de eind november 2022 aangekondigde aanpak piekbelasters industrie uit te kunnen voeren. Het gaat hierbij om een vereenvoudigde versie van de maatwerkaanpak zoals die met de 20 grootste CO2-emittenten wordt uitgevoerd, maar dan primair toegespitst op de reductie van stikstofemissies. De doelgroep betreft de industriebedrijven die in 2019 en 2020 tot de 3000 bedrijven met de grootste depositievracht op binnen 25km gelegen, overbelast Natura2000-areaal behoorden. Dat zijn feitelijk 22 bedrijven.

In 2023 is hiertoe een subsidie verleend voor bovenwettelijke reductie van ammoniakemissies bij het bedrijf Yara Sluiskil, van € 11,5 mln. Deze subsidie is onderdeel van de eerdere reservering van € 30 mln voor dit doel op de begrotingen van LNV en Financiën. Yara Sluiskil behoort niet tot de industriële piekbelasters, maar is wel de nummer 1 of 2 (wisselend per jaar) emittent van ammoniak in Nederland.

Verduurzaming Industrie

Ter bevordering van CO2-reducerende maatregelen in de industrie was vanuit de klimaatenveloppe in 2023 € 85 mln beschikbaar op de begroting van EZK. Daarnaast is er € 15 mln via de begroting van IenW beschikbaar gesteld. Met deze financiële middelen is een aantal subsidieregelingen voor bedrijven gefinancierd zoals de DEI+ en de TSE. Met deze regelingen wordt innovatie bij MKB en grote bedrijven gestimuleerd.

Er is ter stimulering van innovatie € 33,6 mln bijgedragen aan de DEI+-regeling. Deze regeling is in 2023 goed benut. De toenemende druk om te verduurzamen vergroot de belangstelling voor innovatieregelingen. De resultaten van de DEI+ worden verantwoord onder artikel 4 van de EZK begroting. Daarnaast is er € 15 mln bijgedragen aan de opschalingsregeling van groene waterstof.

TSE

De TSE industriestudies is een subsidieregeling met een budget van € 20 mln in 2023 die de haalbaarheid van CO2 reducerende investeringen ondersteund. Het gaat hierbij om innovatieve technologie waarvoor eerst een haalbaarheidsstudie moet worden gedaan voordat er een installatie wordt gebouwd. De subsidieregeling is gericht op complexe investeringen zoals elektrificatie van een fabriek. De regeling sluit 31 maart 2024.

De regeling TSE industrieonderzoek en ontwikkeling is met een budget van € 1,9 mln ondertekend. De regeling biedt subsidie voor kleine onderzoeks- en pilotprojecten voor bedrijven in de industrie. Deze regeling ondersteunt de stapsgewijze innovatie bij innovatie bedrijven.

Kritieke Grondstoffen

Het terugbrengen van risicovolle afhankelijkheden in ketens van kritieke grondstoffen, en het vergroten van de leveringszekerheid is cruciaal voor onze economische veiligheid. In 2023 is het fundament gelegd voor uitwerking van de vijf handelingsperspectieven onder de Nationale Grondstoffenstrategie; kennisopbouw en monitoring, duurzame Europese mijnbouw en raffinage, diversificatie, circulariteit en innovatie, en verduurzaming van internationale ketens. Zoals uiteengezet in de voortgangsrapportage van december 2023 investeerde het kabinet onder meer in kennisopbouw. De basis is gelegd voor een Nationaal Observatorium waarin we cruciale kennis willen opbouwen over kritieke grondstoffenketens. Er zijn eerste resultaten van onderzoeken naar Nederlandse winningsmogelijkheden.

In het Nationaal Programma Circulaire Economie zijn maatregelen opgenomen om circulariteit en innovatie van kritieke grondstoffenketens te stimuleren, en er zijn hiertoe twee Groeifondsvoorstellen gehonoreerd t.a.v. batterijen en zonnepanelen. Ook is er onderzoek gestart naar de mogelijkheden voor raffinagecapaciteit en strategische voorraden in Nederland. In december 2023 werd bovendien een akkoord bereikt op de Europese Critical Raw Materials Act. Hiermee staan er zowel een nationaal als een Europees raamwerk waarop de komende jaren kan worden voortgebouwd.

Topsectorenbeleid

Op 30 mei 2023 is de Kamer geïnformeerd de herijkte missies van het missiegedreven innovatiebeleid. Door het bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheden en andere stakeholders, onder andere via de Topsectoren, zijn aansluitend acht nieuwe Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA's) opgesteld voor de periode 2024-2027: 

1) Klimaat en Energie 2) Circulaire Economie 3) Landbouw, Water, Voedsel 4) Gezondheid & Zorg 5) Veiligheid 6) Sleuteltechnologieën 7) Digitalisering 8) Maatschappelijk Verdienvermogen

De eerste vijf agenda’s gaan over de inzet op de centrale missies; van fundamenteel onderzoek en ontwikkeling (R&D) tot valorisatie en aandacht voor marktcreatie. De KIA’s Sleuteltechnologieën en Digitalisering creëren belangrijke voorwaarden voor realisatie van deze missies en economische groei. De KIA Maatschappelijk Verdienvermogen richt zich specifiek op wat er nodig is om van technologische ontwikkeling te komen tot daadwerkelijke versnelling van transities via opschaling van innovatie. Op 2 november 2023 is het Kennis- en Innovatieconvenant 2024-2027 (KIC) getekend (Kamerstuk 33 009, nr. 135). Dit Convenant is opgesteld door 32 partners vanuit bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheden, topsectoren en maatschappelijke organisaties. Het Convenant beschrijft de samenwerkingsafspraken, de inzet en de middelen – voor 2024 € 5,7 mld - van de partners in het missiegedreven innovatiebeleid.

Uitvoering stelsel van investeringstoetsing en toezicht op naleving sancties

Het Bureau Toetsing Investeringen bewaakt de economische veiligheid van Nederland. Dit doet zij door middel van investeringstoetsing en toezicht op sancties waar dit een raakvlak heeft met in Nederland gevestigde niet-beursgenoteerde ondernemingen.

In Kamerbrief van 27 november 2023 - Rapportage toepassing Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (oktober 2022-2023) is er een breder beeld gegeven van de onderzoeken op het gebied van investeringstoetsing. Daarin is ook aangekondigd dat in het vervolg zal dit bredere beeld zal terugkomen in het jaarverslag van het Bureau Toetsing Investeringen. Dit is gepland in eerste kwartaal van 2024.

In de periode van oktober 2022 t/m september 2023 zijn in totaal 37 investeringsmeldingen binnengekomen bij het BTI. Het grootste deel hiervan (26 meldingen) is ingediend op basis van de Wet vifo, die in juni 2023 in werking is getreden. Daarnaast zijn er vijf meldingen ontvangen op basis van de Elektriciteitswet 1998 en één op grond van de Gaswet. Zoals hierboven toegelicht zijn er vijf meldingen ontvangen onder de Telecommunicatiewet, waarvan één buiten het toepassingsbereik lag.

Onderzoeken op het gebied van sanctienaleving worden uitgevoerd door een separaat sanctieteam dat onderdeel is van BTI. Over het jaar 2023 zijn door BTI 48 onderzoeken uitgevoerd naar eigendom van - en controle door – gesanctioneerde personen over in Nederland gevestigde niet-beursgenoteerde ondernemingen.

De wettelijke basis voor het toezicht op de naleving van de sancties wanneer het gaat om de eigendom van bedrijven – is het samenstel van:

Naast het toezicht op de sanctienaleving volgens het hierboven beschreven wettelijk kader was het BTI Sanctieteam in 2023 beheerder en tevens voorzitter en secretaris van het Samenwerkingsplatform Sanctienaleving (SPS), door de Ministerraad ingesteld in november 2022. In het SPS komen de overheidspartners met een rol in de sanctienalevingsketen regelmatig bijeen om casuïstiek te delen, dubbelwerk te voorkomen en gegevensuitwisseling tussen de sanctiepartners te bevorderen. In 2023 zijn 20 SPS bijeenkomsten gehouden. Over de voortgang wordt elk kwartaal gerapporteerd aan de NVR. Medio 2023 is het SPS geëvalueerd en is een voorstel voor verlenging van het mandaat in 2024 uitgewerkt.

Fors bedrag aan middelen vanuit het Nationaal Groeifonds toegevoegd aan artikel 2 van de EZK-begroting

Er zijn reeds veel projecten in uitvoering die met middelen uit het Nationaal Groeifonds (NGF) worden gefinancierd, zowel Rijksbreed als onder verantwoordelijkheid van EZK vallend. Zie de NGF-bijlage in dit jaarverslag voor een overzicht van de projecten die op de EZK-begroting staan. Het aantal NGF-projecten op artikel 2 van de EZK-begroting is in 2023 met 2 gestegen naar 11.

Toekenningen aan projecten vanuit het NGF zijn in 2023 voor een bedrag van € 327,2 mln naar artikel 2 van de EZK-begroting gevloeid. Dat betreft middelen voor vier projecten. In februari 2023 werd een bedrag van € 47 mln toegekend aan Health-RI als project uit de eerste beoordelingsronde van het Nationaal Groeifonds. Dat project had eerder een toekenning van € 22 mln verkregen, waarmee het totaal toegekende bedrag op € 69 mln uitkwam (Kamerstuk 36 200 L, nr. 9). In juni 2023 is een bedrag van € 60,2 mln toegekend aan Quantum Delta NL als project uit de eerste beoordelingsronde. Daarmee steeg het totale bedrag aan toekenningen voor dit project naar € 342,2 mln (Kamerstuk 36 200 L, nr. 11).

In oktober 2023 is voor een bedrag van € 102 mln toegekend aan het project BioBased Circular en voor een bedrag van € 118 mln aan het project Material Independence & Circular Batteries. Dat zijn toekenningen aan projecten die voor de derde beoordelingsronde zijn ingediend. Deze projecten zijn nieuw op artikel 2 van de EZK-begroting gekomen. Dat heeft in oktober 2023 plaatsgevonden met een nota van wijziging op de EZK-ontwerpbegroting 2024 (Kamerstuk 36 410 XIII, nr. 7).   

Impulsaanpak winkelgebieden

Nederlandse binnensteden te herstellen en zeker te stellen voor de toekomst. In totaal staan vier openstellingsronden gepland waarin gemeenten een projectaanvraag in kunnen dienen. De derde openstellingsronde is december 2023 afgerond. In totaal werd aan 9 gemeenten een bijdrage toegekend en het beschikbare budget van € 26 mln werd volledig uitgeput. Projecten van twee gemeenten werden goedgekeurd, maar konden niet worden gehonoreerd omdat het beschikbare budget was uitgeput. De vierde en laatste openstellingsronde start 21 mei 2024 en sluit op 1 juli. De afgifte van de laatste beschikkingen staat gepland voor november 2024. Gemeenten hebben na ontvangst van hun beschikking zeven jaar de tijd om hun projecten af te ronden. Met de realisatie van de ondersteunde projecten worden ervaringen en inzichten opgedaan rond herstructurering en transformatie in binnensteden, die breed wordt gedeeld met andere gemeenten en geïnteresseerde derden om hen te informeren en te inspireren zelf met vergelijkbare problemen aan de slag te gaan.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting12

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

1.745.131

6.249.234

10.788.922

5.290.393

3.812.305

5.732.946

‒ 1.920.641

        

Uitgaven

913.164

3.578.266

7.004.468

4.995.025

2.282.149

4.422.761

‒ 2.140.612

        

Subsidies

102.042

2.046.853

5.702.794

3.956.769

1.073.288

3.125.926

‒ 2.052.638

MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

15.496

16.467

10.818

7.626

9.172

22.251

‒ 13.079

Eurostars

16.530

16.961

17.764

18.930

20.645

21.252

‒ 607

Bevorderen Ondernemerschap

18.367

17.144

21.714

19.417

18.766

20.826

‒ 2.060

Groene Groei en Biobased Economy

8

5

    

0

Cofinanciering EFRO, inclusief INTERREG

24.709

13.358

14.674

25.675

24.441

26.477

‒ 2.036

Bijdrage aan ROM's

5.661

6.726

7.154

8.620

13.109

9.870

3.239

Verduurzaming industrie

12.588

4.844

9.149

45.380

57.217

66.609

‒ 9.392

Startup-beleid

3.637

7.788

10.684

10.821

11.677

13.333

‒ 1.656

Urgendamaatregelen industrie

386

9.982

27.494

90

3.792

11.700

‒ 7.908

Noodloket (TOGS)

 

866.886

164

4

  

0

Noodloket (TOGS) Caribisch Nederland

 

3.290

    

0

Qredits (subsidie)

 

6.000

    

0

Tegemoetkoming vaste lasten

 

1.059.190

5.434.647

3.486.352

236.810

300.000

‒ 63.190

Tegemoetkoming vaste lasten Caribisch Nederland

 

9.311

25.922

228

  

0

Invest-NL

1.010

7.966

6.387

10.276

20.237

11.090

9.147

Europees Defensie Fonds cofinanciering

   

5

17

10.620

‒ 10.603

Omscholing naar tekortsectoren

  

368

596

11

 

11

Tegemoetkoming vaste lasten starters

  

13.007

14.820

3.625

 

3.625

Infrastructuur duurzame industrie

  

4.832

285

1.192

 

1.192

R&D mobiliteitssectoren

  

8.173

32.452

33.581

37.500

‒ 3.919

SEG

  

78.974

76.166

13.145

 

13.145

Herstructurering winkelgebieden

   

6.219

15.215

24.800

‒ 9.585

NGF project Groenvermogen Nederlandse Economie

   

10.706

30.607

268.179

‒ 237.572

NGF project Health-RI

   

10.000

12.000

12.000

0

NGF project RegMed XB

  

9.400

15.541

12.061

9.783

2.278

NGF project QuantumDeltaNL

   

45.855

82.508

80.900

1.608

NGF project Oncode-PACT

   

3.236

44.968

60.000

‒ 15.032

NGF project Circulaire Plastics

    

7.279

48.970

‒ 41.691

NGF project NXTGEN HIGH TECH

    

126.616

150.000

‒ 23.384

NGF project PhotonDelta

    

39.812

84.948

‒ 45.136

NGF project Opschaling PPS beroepsonderwijs

    

38.256

42.900

‒ 4.644

Indirecte kostencompensatie ETS

   

59.802

  

0

IPCEI Cloudinfrastructuur en services

    

1.506

29.951

‒ 28.445

IPCEI Micro elektronica

    

21.173

79.951

‒ 58.778

Aanvullende tegemoetkoming evenementen

   

19.882

267

 

267

Omzetderving Limburg

   

23.600

  

0

Investeringen Verduurzaming Industrie Klimaatfonds

    

3.947

50.000

‒ 46.053

EuroHPC

    

647

5.000

‒ 4.353

EuroQCI

     

5.000

‒ 5.000

Tegemoedkoming Energiekosten

    

156.233

1.400.000

‒ 1.243.767

Brecxit Adjustment Reserve

   

609

9.504

211.200

‒ 201.696

Overige subsidies

3.650

935

1.469

3.576

3.252

10.816

‒ 7.564

        

Leningen

0

65.000

230.500

1.500

64.549

100.000

‒ 35.451

Bedrijfssteun

 

40.000

193.000

1.500

  

0

Qredits (leningen)

 

25.000

37.500

  

100.000

‒ 100.000

NGF project PhotonDelta (leningen)

    

64.549

 

64.549

        

Garanties

28.944

24.039

29.003

27.868

31.357

112.195

‒ 80.838

BMKB

23.682

16.916

23.826

12.233

18.299

42.228

‒ 23.929

Klein Krediet Corona

  

521

1.428

1.004

 

1.004

Groeifaciliteit

2017

5.216

15

3.092

4.654

8.222

‒ 3.568

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

3245

1.907

4.641

11.115

 

11.745

‒ 11.745

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) Corona

    

7.400

50.000

‒ 42.600

        

Opdrachten

13.989

7.911

7.927

5.896

9.065

11.627

‒ 2.562

Onderzoek en opdrachten

3.655

3.648

4.206

2.999

4.981

4.138

843

Caribisch Nederland

976

496

501

558

169

1.093

‒ 924

ICT beleid

4.863

254

73

3

  

0

Regeldruk

1380

582

731

836

1.134

4.136

‒ 3.002

Regiekosten regionale functie

94

137

11

   

0

Invest-NL

381

88

    

0

Budget samenwerking regio

   

379

223

915

‒ 692

Cyber security

2.209

     

0

Small Business Innovation Research

431

2.706

2.405

1.121

1.058

1.345

‒ 287

Stikstofaanpak piekbelasters industrie

    

1.500

 

1.500

        

Bijdragen aan agentschappen

100.232

121.919

168.731

179.045

165.473

152.121

13.352

Bijdrage RVO.nl

91.771

120.156

168.023

178.480

164.670

151.416

13.254

Rijksinspectie Digitale Infrastructuur

474

549

708

565

803

705

98

Bijdrage Logius

700

     

0

Invest-NL

7.287

1.214

    

0

        

Bijdragen aan ZBO’s /RWT’s

321.274

361.869

369.824

373.731

431.896

357.882

74.014

Bijdrage aan TNO

171.636

207.782

207.525

216.876

251.535

189.901

61.634

Kamer van Koophandel

124.494

125.551

134.518

143.881

159.177

141.563

17.614

NWO TTW

25.144

28.536

27.781

12.974

21.184

26.418

‒ 5.234

        

Bijdragen aan medeoverheden

5.000

25.388

20.570

23.282

38.274

20.064

18.210

Sterke Regio's en Nota Ruimte

5.000

     

0

MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

 

25.388

20.570

23.282

38.274

20.064

18.210

        

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

318.506

341.231

378.120

405.813

428.175

542.946

‒ 114.771

Internationaal Innoveren

35.978

36.289

40.751

38.246

45.406

60.646

‒ 15.240

PPS-toeslag

144.922

121.479

171.099

199.531

185.314

214.991

‒ 29.677

TO2 (exclusief TNO)

48.914

63.098

62.593

60.122

63.010

57.008

6.002

Topsectoren overig

1.897

5.752

8.843

6.492

9.355

96.712

‒ 87.357

Ruimtevaart (ESA)

73.878

99.159

75.287

82.162

85.685

75.922

9.763

Bijdrage NBTC

9.036

9.750

9.425

9.755

10.497

9.525

972

Bijdragen organisaties

3.881

3.624

3.423

3.251

2.545

4.887

‒ 2.342

Economische ontwikkeling en technologie

 

2.080

6.699

6.237

 

6.631

‒ 6.631

EU-cofinanciering JTF

   

17

18.961

16.624

2.337

NGF project NXTGEN HIGH TECH Ruimtevaart

    

7.402

 

7.402

        

Stortingen in begrotingsreserves

23.177

584.056

96.999

21.117

40.071

0

40.071

Storting reserve BMKB

16.877

229.642

3.564

4.123

15.161

 

15.161

Storting reserve Klein Krediet Corona

 

164.763

    

0

Storting reserve Groeifaciliteit

1.767

890

52.210

   

0

Storting reserve GO

4.098

178.244

40.506

 

24.154

 

24.154

Storting reserve MKB Financiering

435

10.517

719

844

756

 

756

Storting BMKB-groen

   

16.150

  

0

        

Ontvangsten

121.958

143.256

591.029

1.004.319

330.800

576.949

‒ 246.149

Luchtvaartkredietregeling

2.879

2.227

1.801

2.447

3.065

1.809

1.256

Rijksoctrooiwet

46.811

48.758

46.554

51.954

52.857

47.041

5.816

Eurostars

7724

5.152

5.370

5.011

4.906

4250

656

F-35

2.755

3.315

4.669

5.399

4.893

10.576

‒ 5.683

Diverse ontvangsten

13.384

20.098

14.140

23.012

17.525

1.240

16.285

Bedrijfssteun

  

46.269

21.425

34.532

43.033

‒ 8.501

Noodloket (TOGS)

 

2.454

1.363

186

26

 

26

Tegemoetkoming vaste lasten

  

155.355

275.539

173.682

200.000

‒ 26.318

Tegemoetkoming vaste lasten starters

  

202

191

728

 

728

Omscholing tekortsectoren

    

23

 

23

BMKB

37.196

37.561

23.116

22.684

23.112

33.000

‒ 9.888

Onttrekking reserve BMKB

  

126.882

   

0

Klein Krediet Corona

 

763

461

80

170

 

170

Onttrekking reserve KKC

  

140.061

8.847

778

 

778

Groeifaciliteit

3.012

5.384

1.753

2.053

1.785

8.000

‒ 6.215

Onttrekking reserve Groeifaciliteit

 

10.000

 

867

2.647

 

2.647

SEG

   

373

9

 

9

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

7.762

6.650

22.245

16.038

9.067

13.000

‒ 3.933

Onttrekking reserve Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

 

324

 

81.752

  

0

Tegemoetkoming Energiekosten

    

137

 

137

MKB Financiering

435

570

788

913

843

 

843

Brexit Adjustment Reserve

   

485.547

13

215.000

‒ 214.987

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

X Noot
2

NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de suppletoire begroting Prinsjesdag en de tweede suppletoire begroting. De reden hiervoor is dat bij deze begrotingsstukken de suppletoire begrotingen voorafgaand aan het stuk opgeteld zijn bij de stand vastgestelde begroting. Bij het jaarverslag is dat niet het geval.

Tabel 13 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting12

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

1.745.131

6.249.234

10.788.922

5.290.393

3.812.305

5.732.946

‒ 1.920.641

waarvan garantieverplichtingen

814.748

1.669.958

535.736

333.583

368.822

1.250.000

‒ 881.178

waarvan overige verplichtingen

930.383

4.579.276

10.253.186

4.956.810

3.443.485

4.482.946

‒ 1.039.461

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

X Noot
2

NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de suppletoire begroting Prinsjesdag en de tweede suppletoire begroting. De reden hiervoor is dat bij deze begrotingsstukken de suppletoire begrotingen voorafgaand aan het stuk opgeteld zijn bij de stand vastgestelde begroting. Bij het jaarverslag is dat niet het geval.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen

Garantieverplichtingen

De garantieverplichtingen zijn voor circa € 881 mln niet benut. Dit wordt deels veroorzaakt door de reguliere garantieregelingen.

De onderbenutting betreft de volgende regelingen: BMKB € 453 mln; Garantie Ondernemingsfinanciering € 350 mln en de Groeifaciliteit € 77 mln.

Overige verplichtingen

Naast de garantieverplichtingen is per saldo voor ca € 1,04 mld minder verplichtingen aangegaan dan begroot. De belangrijkste oorzaken zijn:

  • Voor de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) bedroeg het oorspronkelijke verplichtingenbudget in 2023 € 1,4 mld. In 2023 is € 331,4 mln aan verplichtingen gerealiseerd. Op basis van het gebruik van de TEK in het afgelopen jaar is de raming neerwaarts bijgesteld. Het aantal aanvragen en de hoogte van de aanvragen bleken echter lager dan de aangepaste raming. Op dit moment lopen er nog bezwaren bij RVO die eventueel in 2024 moeten worden uitbetaald.

  • Voor het NGF-project Groenvermogen Nederlandse Economie bedroeg het verplichtingenbudget in 2023 € 249,5 mln. In 2023 is € 51,6 mln aan verplichtingen gerealiseerd. Deze onderuitputting is ontstaan als gevolg van een vertraging in de uitvoering. Diverse subsidieregelingen - waaronder de ondersteuning van grootschalige demonstraties en ketenprojecten via een zogenaamde ‘opschalingsregeling’ - zijn of worden later gepubliceerd dan eerder voorzien en zullen pas in 2024 tot uitvoering komen en/of tot uitgaven leiden. In het voorjaar van 2024 zal het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer worden opgevraagd voor de zelfde doelen en uitgaven.

  • Voor het NGF-project PhotonDelta is er bij de 1e suppletoire begroting 2023 en 2e suppletoire begroting 2023 middelen overgeheveld naar het PhotonDelta leningen-instrument voor het beschikken van een lening aan SMART Photonics (€ 60 mln) en Phix (€ 4,5 mln). Hiernaast is er vertraging opgelopen met het opstellen en verstrekken van een subsidie waardoor deze niet dit jaar, maar volgend jaar wordt verleent. In het voorjaar van 2024 zal van de mogelijkheid gebruik gemaakt worden om het verplichtingenbudget dat in 2023 niet is besteed weer op te vragen voor de zelfde doelen en uitgaven via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.

  • Op het verplichtingbudget NGF-project Circulaire Plastics is € 87,5 mln minder gerealiseerd dan geraamd. Deze onderuitputting is ontstaan als gevolg van een vertraging in de uitvoering. Diverse (deel)projecten zullen naar verwachting pas in 2024 tot uitvoering komen. Bij de 2e suppletoire begroting is om deze reden al een deel van het budget afgeboekt, dit geldt ook voor deze resterende middelen die met de Slotwet worden afgeboekt. In het voorjaar van 2024 zal het budget dat in 2023 niet wordt besteed, via de begroting, weer worden opgevraagd voor de zelfde doelen en uitgaven.

  • Op het verplichtingbudget NGF-project NXTGEN HIGH TECH is € 72 mln minder gerealiseerd dan geraamd. Deze onderuitputting is ontstaan als gevolg van een te hoge eerste inschatting van het verplichtingenbudget voor 2023. Het budget dat in 2023 niet is besteed zal via de eindejaarsmarge op NGF-middelen weer op worden gevraagd in 2024.

  • Op het verplichtingbudget Verduurzaming Industrie - Klimaatfonds is € 360 mln minder gerealiseerd dan geraamd. Het aantal aanvragen op de VEKI-regeling blijft achter bij de oorspronkelijke raming. Investeringen lijken o.a. uit te blijven door gestegen prijzen. De regeling staat nog open tot in januari 2024. Naar verwachting zullen voor de sluitingsdatum nog wel meer aanvragen worden ingediend, maar deze zullen dan dus pas in 2024 worden behandeld, verplicht en betaald. In het voorjaar van 2024 zal het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer worden opgevraagd voor de zelfde doelen en uitgaven.

Uitgaven

Subsidies

MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

Dit betreft de overheveling (á € 13 mln) voor de MIT-middelen 2023 die via een SPUK zullen worden uitgekeerd aan provincies. Dit is overgeheveld naar een ander instrument. De kasuitgaven zijn verdeeld over drie jaar. Het overige budget (€ 9 mln) is hetgeen wat voor het landelijk deel van de MIT wordt gebruikt en is volledig uitgegeven.

Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

Voor de TVL is in 2023 € 237 mln aan kasuitgaven gerealiseerd, terwijl in de ontwerpbegroting € 300 mln was geraamd. De verlaging van het budget van Tegemoetkoming vaste lasten betreft een bijstelling van het budget op basis van actuele ramingen van RVO. Ondanks dat de regeling gesloten is worden er nog uitgaven verwacht in verband met bezwaren en beroepen.

Europees Defensie Fonds cofinanciering

Het is in 2023 helaas niet gelukt vanwege tegenvallende interesse een nieuwe programma uit te schrijven ten gunste van de projecten in relatie tot Europese Defensie Fonds cofinanciering. Dit heeft geleid tot een onderuitputting van € 10,6 mln.

SEG

Tijdens de eerste suppletoire begroting is er aanvullend budget beschikbaar gesteld voor de Subsidieregeling Evenementen Garantie. Dit om lopende bezwaren en beroepen te betalen.

NGF-project Groenvermogen van de Nederlandse economie

De onderuitputting is ontstaan als gevolg van een vertraging in de uitvoering. Diverse subsidieregelingen - waaronder de ondersteuning van grootschalige demonstraties en ketenprojecten via een zogenaamde ‘opschalingsregeling’- zijn of worden later gepubliceerd dan eerder voorzien en zullen pas in 2024 tot uitvoering komen en/of tot uitgaven leiden. In het voorjaar van 2024 zal het budget dat in 2023 niet wordt besteed weer worden opgevraagd voor de zelfde doelen en uitgaven.

IPCEI Micro elektronica

Voor het IPCEI-project Microelektronica heeft er een kassschuif plaatsgevonden waardoor het verschil tussen ontwerpbegroting en realisatie is te verklaren. Het ramen van deze uitgaven bleek lastig door onzekerheid over het notificatietraject bij de Europese Commissie.

IPCEI Cloudinfrastructuur en services

Vanwege vertraging in het Europese notificatie traject is de uitvoering van IPCEI CIS vertraagd. Eind 2023 is de subsidiemodule definitief gepubliceerd. Hierbij is ook een herziene raming gemaakt. De uitfinanciering van de projecten loopt t/m 2031. Er was in 2023 aanzienlijk minder budget nodig dan was geraamd.

NGF project Oncode-PACT

Voor het NGF-project Oncode-PACT is er minder besteed dan initieel geraamd in 2023. De verplichtingen voor dit NGF-project zijn al wel volledig aangegaan en zullen daarom in de resterende looptijd van het project nog wel tot uitbetalingen leiden. Het budget dat in 2023 niet is besteed zal via de eindejaarsmarge op NGF-middelen weer worden opgevraagd in 2024.

NGF-project NXTGEN HIGH TECH

Voor het NGF-project NXTGEN HIGHTECH is er kasbudget onbenut gebleven omdat een aantal projecten niet gestart zijn in 2023 en er een te ruime inschatting was het benodigde kasbudget in het eerste jaar. Deze projecten zullen in 2024 starten, daarom worden deze bij de 1e suppletoire begroting in 2024 weer opgevraagd.

NGF-project PhotonDelta

Voor het NGF-project PhotonDelta is er bij de 1e suppletoire begroting 2023 en 2e suppletoire begroting 2023 middelen overgeheveld naar het PhotonDelta leningen-instrument voor het beschikken van een lening aan SMART Photonics (€ 60 mln) en Phix (€ 4,5 mln). Hiervoor is er kasbudget voor dit instrument uit 2024 en 2025 naar 2023 geschoven en daarna overgeheveld naar het PhotonDelta leningen-instrument. Hiernaast is er vertraging opgelopen met het opstellen en verstrekken van een subsidie waardoor deze niet dit jaar, maar volgend jaar wordt verleent. In het voorjaar van 2024 zal het kasbudget dat in 2023 niet is besteed weer op worden gevraagd voor de zelfde doelen en uitgaven via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.

Brexit Adjustment Reserve

De EU heeft geld beschikbaar gesteld om bedrijven die op een negatieve manier zijn geraakt door de Brexit te ondersteunen door middel van de Brexit Adjustment Reserve (BAR). Door tegenvallende interesse heeft de BAR-regeling te maken gehad met forse onderuitputting, voornamelijk in het bedrijfslevenspoor. Ondanks versoepeling in de voorwaarden hebben ondernemers hier weinig gebruik van gemaakt. Daarnaast is er € 280 mln van de BAR-middelen overgeheveld naar het programma REPowerEU.

Leningen

Qredits (leningen)

Dit betreft de Time-out-arrangement (TOA) regeling, een Corona-regeling. In 2023 zijn er minder aanvragen van bedrijven dan verwacht waardoor er onderuitputting plaatsvindt. Om die reden is er geld teruggeboekt naar de generale middelen.

NGF project PhotonDelta (leningen)

Voor het NGF-project PhotonDelta is er bij de 1e suppletoire begroting 2023 en 2e suppletoire begroting 2023 middelen overgeheveld naar het PhotonDelta leningen-instrument voor het beschikken van een lening aan SMART Photonics (€ 60 mln) en Phix (€ 4,5 mln). Deze leningen zijn volledig beschikt en uitbetaald in 2023 resulterende in een realisatie van € 64,5 mln

Garanties

BMKB

Voor de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) hebben bedrijven minder aanvragen bij financiers gedaan dan het garantieplafond toelaat. Dit is een herkenbare trend uit de afgelopen jaren. Doordat minder aanvragen zijn gedaan en doordat er minder bedrijven failliet zijn gegaan, zijn er minder schadeclaims uitbetaald.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

De Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) is een garantieregeling gericht op middelgrote en grote leningen waarbij in 2023 weinig aanvragen zijn binnengekomen dan wel door RVO zijn goedgekeurd.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO-C)

De Garantie Ondernemingsfinanciering Corona (GO-C) is de Corona-variant van de GO. De GO-C is gesloten op 15 juni 2022. Er zijn minder schadeclaims ingediend dan in eerste instantie verwacht waardoor er minder kasbudget benodigd is dan initieel geraamd. Deze middelen vloeien terug naar de generale middelen.

Bijdragen aan agentschappen

Bijdrage DG Bedrijfsleven & Innovatie aan RVO

Het verschil is ontstaan doordat er geen kosten voor lokaal personeel voor Q3 en Q4 zijn overgeheveld aan Buitenlandse Zaken en doordat de personele en materiële budgetten voor NGF-projecten zijn geadministreerd op een ander instrument.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Bijdrage aan TNO

Het kasbudget voor de Rijksbijdrage aan TNO is in 2024 in totaal met € 61,6 mln opwaarts bijgesteld. Dit wordt veroorzaakt door de interdepartementale bijdragen voor aanvullende onderzoeks- en kennisvragen die TNO op vraag van de departementen uitvoert voor het Rijk.

Kamer van Koophandel

Het budget voor de KVK is gedurende het jaar opgehoogd vanwege aanvullende opdrachten. Hier vallen bijvoorbeeld de mobiliteitsrichtlijn, UBO-register kosten en Transparantie in Informatie onder.

Bijdragen aan mede-overheden

MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

Dit betreft de meerjarige overheveling voor de MIT-middelen 2023 die via een SPUK is uitgekeerd aan provincies. De meerjarige kasuitgaven zijn verdeeld over drie jaar.

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

Internationaal Innoveren

Eurostars / Internationaal Innoveren betreft regelingen die meerjarig van karakter zijn. De meeste dossiers hebben een looptijd van 3 tot 5 jaar. In 2023 zijn geen Global Stars projecten verstrekt. Daarnaast is eind 2023 een verwachtte onderuitputting (door minder projecten) van € 10 mln afgeboekt.

PPS-Toeslag

Door het karakter van de open einde regeling is het lastig om bij te sturen op prognoses. De TKI's hebben in de laatste maanden van 2023 minder bevoorschotting gevraagd dan eerder geprognostiseerd was. Dit komt mogelijk door de herzieningen van de regeling, waarmee uitgavenplafonds in de regeling zijn opgenomen.

Topsectoren overige

Op het instrument Innovatieprogramma's Algemeen is het niet gelukt een doelmatige besteding te vinden van de middelen die eerder bestemd waren voor o.a. SBO/Holst.

Stortingen Begrotingsreserves

Storting reserve BMKB

Er zijn minder BMKB schades uitbetaald waardoor de kas uitgaven lager uitkwam dan de raming . Hierdoor zijn onbenutte middelen gestort in de BMKB begrotingsreserve om eventuele toekomstige tegenvallers op te vangen.

Storting reserve GO

Er zijn minder GO schades uitbetaald waardoor de kas uitgaven lager uitkwam dan de raming. Hierdoor zijn onbenutte middelen gestort in de GO begrotingsreserve om eventuele toekomstige tegenvallers op te vangen.

Kengetallen

Strategisch doel 1: Het realiseren van duurzame innovaties die bijdragen aan de maatschappelijke vooruitgang met het missiegedreven innovatiebeleid, de topsectorenaanpak en publiek-private onderzoekssamenwerking.

Tabel 14 Kengetallen behorend bij strategisch doel 1

Kengetallen behorend bij strategisch doel 1

           
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Bron

MIT

          

RVO

Aantal bedrijven dat deelneemt aan MIT

662

1.206

1.287

1.434

1.422

1.693

1.846

1.576

1.498

n.n.b.1

 

Omvang private R&D-uitgaven ondersteund met MIT (x € 1 mln)

61

86

83

96

106

112

119

114

111

n.n.b.

 

Eurostars

          

RVO

Aantal Nederlandse deelnemers aan Eurostars

20

69

75

72

72

68

74

87

81

82

 

waarvan bedrijven

13

50

52

49

55

43

48

64

67

67

 

waarvan hightech MKB (%)

100%

96%

90%

98%

93%

88%

94%

95%

91%

90%

 

Door Eurostars ondersteunde private R&D-uitgaven van Nederlandse deelnemers (x € 1 mln)

7

32

28

30

36

30

33

40

39

41

 

Horizon2020

          

RVO/ EC

Aantal Nederlandse deelnemers aan H2020

449

712

985

1.388

1.567

1.853

2.183

2.438

n.v.t.

n.v.t.

 

waarvan bedrijven

298

500

713

1.003

1.148

1.378

1.625

1.855

n.v.t.

n.v.t.

 

Omvang H2020-middelen voor Nederlandse deelnemers (retour in mln euro)

538

1.016

1.644

2.272

3.026

4.001

4.822

5.379

n.v.t.

n.v.t.

 

waarvan aan bedrijven (%)

31%

28%

25%

27%

26%

25%

25%

24%

n.v.t.

n.v.t.

 

Retourpercentage voor Nederland (%)

8,1%

7,7%

7,5%

7,6%

7,6%

7,7%

7,6%

7,9%

n.v.t.

n.v.t.

 

Horizon Europe2

          

RVO/ EC

Aantal Nederlandse deelnemers aan Horizon Europe

       

39

806

1.267

 

waarvan bedrijven

       

8

527

871

 

Omvang Horizon EU-middelen voor Nederlandse deelnemers (retour in mln euro)

       

34,5

1.365

3.124

 

waarvan aan bedrijven (%)

       

5%

19,7%

26,5%

 

Retourpercentage voor Nederland (%)

       

5,9%

9,0%

9,4%

 

WBSO3

          

RVO

Aantal bedrijven (met S&O verklaring) dat gebruik maakt van WBSO

22.974

22.980

22.330

21.265

20.279

20.046

20.340

20.339

19.484

n.n.b.

 

Door WBSO ondersteunde private R&D-uitgaven (S&O-loon, x € 1 mln)

3.997

3.868

3.930

4.008

4.042

4.291

4.396

4.611

4.728

n.n.b.

 

Door WBSO ondersteunde private R&D-uitgaven (S&O- NIET-loonuitgaven, x € 1 mln)

2.587

2.426

2.787

2.686

2.746

2.831

2.857

3.150

3.494

n.n.b.

 

TO2

           

Klanttevredenheid Deltares

7,9

8,7

8,6

8,2

8,7

9,2

9,1

8,7

9,1

9

Deltares

Klanttevredenheid MARIN

9

8,8

8,9

9,1

9

8,9

9,2

9,1

9,6

9,1

Marin

Klanttevredenheid NLR

8,7

8,8

8,7

8,7

8,7

8,7

8,7

8,9

8,9

8,9

NLR

Klanttevredenheid TNO

8,3

8,4

8,6

8,6

8,8

8,7

8,9

8,9

8,9

8,9

TNO

Kennisbenutting Deltares

 

96%

97%

93%

95%

88%

82%

96%

93%

100%

Deltares

Kennisbenutting Marin

 

97%

100%

100%

100%

97%

100%

100%

100%

100%

Marin

Kennisbenutting NLR

 

99%

99,5%

99%

96%

97%

98%

96%

98%

97%

NLR

Kennisbenutting TNO

 

98%

98%

98%

99%

96%

97%

97%

97%

98%

TNO

Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA)

           

Aantal Nederlandse bedrijven dat deelneemt aan ruimtevaartprogramma’s ESA

552

121

121

136

160

179

193

208

218

n.n.b.

ESA

Ruimtevaart geo-return/retour (%)

1,14

1,02

1,18

1,16

1,11

1,13

1,07

1,09

1,08

1,08

ESA

X Noot
1

De cijfers van 2023 zijn nog niet beschikbaar. In de zomer van 2024 verwachten we de cijfers wel beschikbaar te hebben.

X Noot
2

Het Horizon 2020 programma is afgerond. Cijfers van opvolger Horizon Europe zijn inmiddels beschikbaar.

X Noot
3

De cijfers van 2023 zijn nog niet beschikbaar. In de zomer van 2024 verwachten we de cijfers wel beschikbaar te hebben.

Strategisch doel 2: Een goed functionerend en maatschappelijk verantwoord bedrijfsleven door het creëren van excellente randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie.

Tabel 15 Kengetallen behorend bij strategisch doel 2

Kengetallen behorend bij strategisch doel 2

           
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Bron

BMKB

          

RVO

Verstrekte garanties BMKB, x € 1 mln (90%)

335

401

591

502

527

538

380

301

326

311

 

Totaal aantal verstrekte garanties

1.949

2.545

3.688

3.299

3.094

2.751

1.962

1.138

1.042

975

 

BMKB-Corona1

          

RVO

Verstrekte garanties BMKB, x € 1 mln (90%)

      

448

42

1

0

 

Totaal aantal verstrekte garanties

      

4.123

245

7

0

 

Groeifaciliteit2

          

RVO

Verstrekte garanties Groeifaciliteit, x € 1 mln

32

19

37

21

19

10

3

10

8

8

 

Totaal aantal verstrekte garanties

20

14

17

8

10

9

7

7

7

6

 

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)3

          

RVO

Verstrekte garanties GO, x € 1 mln

82

137

58

91

56

45

158

34

11

49,5

 

Totaal aantal verstrekte garanties

39

76

36

80

54

31

15

6

6

11

 

GO-Corona

          

RVO

Verstrekte garanties GO, x € 1 mln

      

572

91,3

2

0

 

Totaal aantal verstrekte garanties

      

92

14

1

0

 

Klein Krediet Corona4

          

RVO

Verstrekte garanties KKC, x € 1 mln (95%)

      

36

27

0,2

0

 

Totaal aantal verstrekte garanties

      

1.117

913

8

0

 

Qredits

          

Qredits

Aantal verstrekte kredieten

1.192

1.373

1.750

2.238

3.557

4.277

4.988

4.155

3.835

4.546

 

Innovatie Attaché Netwerk5

          

IAN/RVO.nl

Geformaliseerde samenwerkingsverbanden

115

78

97

60

57

37

15

21

51

69

 

Klanttevredenheid

8,8

8,6

8,1

8,2

8

8,6

8,2

8,2

8,4

n.n.b.

 

Netherlands Foreign Investment Agency6

          

NFIA/RVO.nl

Projecten

187

207

227

224

248

268

180

265

211

n.n.b.

 

Investeringsomvang (x € 1 mln)

3.185

1.765

1.467

1.227

2.755

4.105

1.443

2.074

3.819

n.n.b.

 

Werkgelegenheid (arbeidsplaatsen)

6.304

7.779

7.570

8.158

8.475

10.866

6.397

9.905

7.943

n.n.b.

 

KvK

          

KvK

Waardering Kamer van Koophandel

7,1

7,1

7,2

‒ 10

‒ 10

‒ 5

5

6

7

n.n.b.

 
X Noot
1

In december 2022 is de BMKB-groen (BMKB-G) gestart om de financieringsmogelijkheden voor verduurzamingsinvesteringen voor het mkb te vergroten, waarbij 2 borgstellingen zijn in 2022 verleend. In 2023 is het aantal BMKB-G borgstellingen gegroeid tot 8 borgstellingen met een garantieomvang van € 4,1 mln. In 2023 zijn de Corona verruimingen BMKB-C en KKC gestopt. Vandaar zijn er geen meldingen onder BMKB-C en KKC meer in 2023.

X Noot
2

Per 1 juli 2021 is het maximale bedrag dat voor achtergestelde leningen onder garantie kan worden gebracht verhoogd van € 5 mln naar € 25 mln per financier en € 50 mln in totaal per onderneming.

X Noot
3

De Corona verruiming GO-C is sinds het 3e kwartaal van 2022 gestopt. Vandaar zijn er geen meldingen onder GO-C meer in 2023.

X Noot
4

De Corona verruimingen BMKB-C en KKC zijn sinds het 3e kwartaal van 2022 gestopt. Vandaar zijn er geen meldingen onder BMKB-C en KKC meer in 2023.In 2020 is er door EZK afgesproken dat voor de cijfers van de KKC, net als bij de BMKB niet wordt uit gegaan van 100% borgstelling, maar van 95% van het krediet, waar we daadwerkelijk borg voor staan.

X Noot
5

Door een fout in de organisatie van het klanttevredenheidsonderzoek komt het cijfer over de klanttevredenheid pas in het tweede kwartaal van 2024 beschikbaar.

X Noot
6

De cijfers van 2023 zijn nog niet binnen. In april 2024 verwachten we de cijfers wel beschikbaar te hebben.

Ontvangsten

Diverse ontvangsten

Op dit instrument zijn door RVO de terugontvangsten uit de coronasteunmaatregelen gerealiseerd. In 2023 is er meer gerealiseerd dan geraamd.

Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

Voor de TVL waren de terugontvangsten in de ontwerpbegroting 2023 globaal geraamd op € 200 mln. Het gaat hierbij voornamelijk om (gedeeltelijke) terugbetaling van subsidies in verband met lagere omzetderving dan verwacht. Het bedrag is in 2023 uitgekomen op € 174 mln.

Brexit Adjustment Reserve (BAR)

Dit betreft de overheveling van de de BAR-middelen (€ 280,0 mln) naar de Herstel en Veerkrachtfaciliteit (hierna: HVF). Dit betrof middelen die waren gereserveerd voor het onderdeel Algemeen bedrijfsleven. Uw Kamer werd hierover geïnformeerd in de Kamerbrief van 14 maart jl. De ontvangsten zijn hierdoor eveneens afgenomen met € 280 mln, verdeeld over 2023 en 2025.

Toelichting op de begrotingsreserves

De begrotingsreserves zijn ervoor bedoeld inkomsten uit premies en uitgaven voor schades, die over de jaren kunnen fluctueren, te verevenen. De reserve wordt aangehouden om als buffer te dienen voor uitgaven door EZK indien bedrijven niet aan hun terugbetalingsverplichtingen kunnen voldoen inzake leningen bij financieringsinstellingen waarop EZK een borgstelling heeft afgegeven. Gegeven de steunpakketten in het kader van de coronacrisis zijn de kasbuffers voor de garantieregelingen en coronamodules versterkt. De kasbuffers voor de coronamodules zijn in het voor- en najaar van 2022 herijkt. Het saldo van enerzijds stortingen (uit inkomsten premies en/of bijdragen uit de EZK-begroting) en anderzijds onttrekkingen (schades uit borgstellingen) wordt jaarlijks aan de begrotingsreserves toegevoegd of onttrokken.

Er zijn begrotingsreserves voor de BMKB (inclusief de BMKB-C), voor BKMB-groen, de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) inclusief de GO-C, de garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC), de Groeifaciliteit (GF) en de garanties voor nieuwe aanbieders van MKB-financiering. De GO, GF en de garanties voor alternatieve aanbieders van MKB-financiering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Ultimo begrotingsjaar wordt op basis van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven vastgesteld of een onttrekking of storting dient plaats te vinden.

Tabel 16 Budgetflexibiliteit begrotingsreserves (bedragen x € 1 mln)

Stand begrotingsreserves per 31 december 2023

 

Waarvan juridisch verplicht

Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

233,94

100%

Borgstelling MKB-groen kredieten (BMKB-groen)

13,05

100%

Groeifaciliteit

64,13

80%

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

232,04

100%

Klein Krediet Corona

15,07

100%

Garantie MKB-financiering

22,53

100%

Het percentage juridisch verplicht is bepaald op basis van het uitstaand garantieobligo in relatie tot de omvang van de begrotingsreserve. Indien het garantieobligo hoger is dan de begrotingsreserve dan is het percentage juridisch verplicht op 100% gesteld.

Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

A. Algemene doelstelling

De algemene doelstelling van het Toekomstfonds is het versterken van de innovatieve kracht van Nederland door het beschikbaar stellen van financiering voor innovatief en snelgroeiend MKB en voor fundamenteel en toegepast onderzoek en het behouden van vermogen voor toekomstige generaties. Dit deel van het beleid is onderdeel van het bedrijvenbeleid zoals omschreven in artikel 2 van deze begroting. Het Toekomstfonds is revolverend van aard.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van EZK is rijksbreed systeemverantwoordelijk voor versterking van het innovatievermogen, in het bijzonder gericht op het bedrijfsleven en verantwoordelijk voor het scheppen van randvoorwaarden voor een excellent ondernemingsklimaat.

De Minister van EZK en de bewindslieden van OCW coördineren en borgen de publieke kennisinfrastructuur voor toegepast en fundamenteel onderzoek.

Vanuit deze verantwoordelijkheden heeft de Minister een financierende en faciliterende rol, samenhangend met de stimulerende, regisserende en faciliterende rollen, zoals vermeld in artikel 2 van deze begroting:

Financieren/faciliteren

  • Het mede-financieren van investeringen in R&D en innovatie (zie tevens artikel 2);

  • Het faciliteren van toegang tot en financieren van (risico)kapitaal voor bedrijven.

Om – aanvullend op de begroting – de Kamer te informeren over voortgang en effecten van beleid treft u op de website www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl informatie aan over de indicatoren en kengetallen. Deze website is te zien als een digitale bijlage van de EZK-begroting.

C. Beleidsconclusies

Start-up en mkb-financiering

Het onderdeel startups en mkb-financiering van het Toekomstfonds is erop gericht om de beschikbaarheid van risicokapitaal voor startups en het snelgroeiende en innovatieve bedrijfsleven in Nederland te vergroten. Een goede toegang tot financiering ondersteunt ondernemingen in hun groei- strategie en daarmee het economische groeivermogen.

In mei 2023 is de Kamerbrief ‘Startups en scale-ups als motor voor transities en groei’ (Kamerstuk 32 637, nr. 567) met de Kamer gedeeld. Onderdeel hiervan is de Strategie durfkapitaal gericht op het verbeteren van de beschikbaarheid van durfkapitaal voor startups en scale-ups. Hier zijn in 2023 de eerste stappen in gezet, onder andere door het samen met pensioenfondsen verkennen van de mogelijkheden voor het mobiliseren van kapitaal voor de durfkapitaalsector.

In 2023 is gestart met de evaluatie van de durfkapitaalregelingen (Seed Capital, Vroegefase Financiering, Innovatiekrediet en DVI). Deze evaluatie zal medio 2024 worden afgerond. In de evaluatie zal er aandacht zijn voor de samenhang van de verschillende instrumenten alsmede de revolverendheid. In 2023 is gestart met een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) naar bedrijfsfinanciering. Doel van dit IBO is om te onderzoeken welke knelpunten er zijn op de bedrijfsfinancieringsmarkt en of het huidige bedrijfsfinancieringsinstrumentarium het meest effectieve en efficiënte middel is om deze knelpunten op te lossen. Dit omvat tevens het durfkapitaalinstrumentarium uit het Toekomstfonds. Uit dit IBO volgen concrete beleidsopties. De resultaten worden verwacht vóór juni 2024.

Investeren in fundamenteel en toegepast onderzoek

De regelingen in het kader van investeren in fundamenteel en toegepast onderzoek zijn gericht op ondersteuning van kennisproductie, -verspreiding en -toepassing. Hiervoor geldt een gezamenlijke beleidsverantwoordelijkheid met het Ministerie van OCW. In 2023 is de evaluatie van dit deel van het Toekomstfonds (hierna: onderzoeksdeel) afgerond. Op basis van de evaluatie kan een eerste inschatting worden gemaakt van de revolverendheid binnen het onderzoeksdeel. Deze wordt in de evaluatie geschat op circa 60%, maar kent nog grote onzekerheden.

De evaluatie en de kabinetsreactie daarop zijn op 17 mei 2023 naar de Tweede Kamer gestuurd. In de kabinetsreactie is aangegeven dat de evaluatie aanleiding geeft de huidige vormgeving en doelen van het onderzoeksdeel te heroverwegen, mede in het licht van de conclusie dat de revolverendheid van het onderzoeksdeel niet zo heeft gefunctioneerd als bij de oprichting daarvan werd voorzien. Dit wordt onderdeel van een bredere visie op de rol van het Toekomstfonds als geheel.

Voor het Toekomstfonds heeft de specifieke tender binnen de Thematisch Technology Transfer (TTT)-regeling op het thema pandemische paraatheid, waarvoor VWS € 9,5 mln beschikbaar heeft gesteld, helaas niet tot inschrijvingen geleid. Op dit moment zijn EZK, VWS en RVO in gesprek met partijen om te onderzoeken of een hernieuwde openstelling in 2024 zinvol is.

De vier regelingen die vanuit het deel fundamenteel en toegepast onderzoek zijn gefinancierd zitten in de beheerfase. Twee van deze regelingen zijn reeds vervallen (voor onderzoeksfaciliteiten aangeduid als begrotingspost ‘Fundamenteel en toegepast Onderzoek’ en Smart Industry). Op twee projecten na zijn van alle projecten die binnen deze regelingen een toekenning hebben gekregen terugbetalingsschema’s vastgesteld omdat de projecten zijn afgerond. Voor de Haalbaarheidsstudies STW die via NWO lopen zijn nog middelen beschikbaar voor nieuwe toekenningen. De verschillende initiatieven op basis van de Thematische Technology Transfer-regeling en Onco Research als pilot daarvan zitten in de uitvoeringsfase. Een regeling voor de middelen gereserveerd onder de post RegMed XB is in 2023 uitgewerkt en wordt naar verwachting in 2024 gepubliceerd.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting12

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

132.206

510.706

389.876

330.250

216.531

170.864

45.667

        

Uitgaven

124.306

440.276

328.336

136.227

208.266

227.187

‒ 18.921

        

Subsidies

1.050

2.791

2.905

2.941

3.413

3.136

277

Smart Industry

254

172

120

38

13

158

‒ 145

Haalbaaarheidsstudies STW

796

796

796

547

547

 

547

Thematische Technology Transfer

 

1.823

1.989

2.356

2.853

2.978

‒ 125

        

Leningen

114.532

429.134

316.250

123.838

195.836

215.034

‒ 19.198

Startups / MKB financiering

       

Volledig revolverend

       

Fund to Fund

28.000

16.500

7.000

 

7.000

11.266

‒ 4.266

ROM's

 

317.197

207.162

5.036

19.301

9.000

10.301

Co-investment venture capital instrument / EIF

5.000

     

0

Dutch Future Fund

   

6.083

4.333

7.000

‒ 2.667

Deep Tech Fund

    

35.000

25.000

10.000

Fonds Alternatieve Financiering

   

7.844

6.250

10.000

‒ 3.750

European Tech Champions Initiative

    

21.900

 

21.900

Deels revolverend

       

Innovatiekrediet

40.954

50.838

53.334

41.211

43.591

51.933

‒ 8.342

Risicokapitaal Seed Capital

27.617

26.916

34.916

38.039

41.099

40.682

417

Vroegefasefinanciering / informal investors

10.736

12.657

6.855

16.961

10.394

20.497

‒ 10.103

Startups / MKB

      

0

Q4C

     

24.425

‒ 24.425

Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek

       

Met vermogensbehoud

       

Fundamenteel en toegepast onderzoek

1.732

497

2.514

117

  

0

Onco research

 

2.323

1.016

4.441

2.209

1.170

1.039

Smart Industry

493

333

231

74

19

 

19

Thematische Technology Transfer

 

1.873

3.222

4.032

4.740

7.061

‒ 2.321

RegMed XB

     

7.000

‒ 7.000

        

Bijdrage aan agentschappen

8.724

8.351

9.181

9.449

9.017

9.017

0

Bijdrage RVO.nl

8.724

8.351

9.181

9.449

9.017

9.017

0

        

Ontvangsten

33.447

60.150

82.025

106.437

138.565

80.200

58.365

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

 

26.756

20.889

38.421

64.134

30.000

34.134

Fund to Fund

 

0

   

17.900

‒ 17.900

DVI II

 

0

   

2.000

‒ 2.000

Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek

5.981

1.183

980

642

635

 

635

Smart Industry

    

187

 

0

Co-investment venture capital instrument / EIF

 

15.000

    

0

Innovatiekrediet

10.585

8.452

28.021

42.070

58.100

20.000

38.100

Seed Capital

14.156

7.542

30.362

23.189

13.648

10.300

3.348

Vroege fase financiering

2.725

1.217

1.530

2.082

1.861

 

1.861

Thematische Technology Transfer

  

243

2

  

0

Dutch Future Fund

   

30

  

0

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

X Noot
2

NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de suppletoire begroting Prinsjesdag en de tweede suppletoire begroting. De reden hiervoor is dat bij deze begrotingsstukken de suppletoire begrotingen voorafgaand aan het stuk opgeteld zijn bij de stand vastgestelde begroting. Bij het jaarverslag is dat niet het geval.

Tabel 18 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting12

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

132.206

510.706

389.876

330.250

216.531

170.864

45.667

waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

132.206

510.706

389.876

330.250

216.531

170.864

45.667

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

X Noot
2

NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de suppletoire begroting Prinsjesdag en de tweede suppletoire begroting. De reden hiervoor is dat bij deze begrotingsstukken de suppletoire begrotingen voorafgaand aan het stuk opgeteld zijn bij de stand vastgestelde begroting. Bij het jaarverslag is dat niet het geval.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen

De verplichtingenrealisatie is € 45,7 mln hoger dan de raming. Dit wordt met name veroorzaakt door verhoging van het budget voor de ROM's en een toekenning aan European Tech Champions Initiative (ETCI). Het verplichtingenbudget van artikel 3 is in de 1e en 2e suppletoire begroting verhoogd met respectievelijk € 123 mln en € 120 mln. Dit heeft ook geleid tot een hogere realisatie t.o.v. de ontwerpbegroting 2023.

Uitgaven

Leningen

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

Het budget voor de kapitaalverstrekking aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's) is met de 1e suppletoire begroting in 2023 opgehoogd door het opboeken van de Eindejaarsmarge uit 2022. Hierdoor zijn de ramingen hoger geweest in 2023 dan de geplande en gerealiseerde stortingen voor 2023. De midelen die vanuit 2023 worden meegenomen via de specifieke Eindejaarsmarge die geldt voor middelen op het Toekomstfonds naar 2024 zijn bestuurlijk gebonden en zullen daarom in latere jaren nog tot kapitaalverstrekkingen aan andere ROM's leiden. Er wordt gekeken of deze Eindejaarsmarge begin 2024 in een beter ritme geraamd kan worden.

Deep Tech Fund

Het Deep Tech Fund is als onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020 na enkele jaren vertraging dit jaar begonnen met de eerste capital calls via Invest NL. Zoals ook benoemd bij de 2e suppletoire begroting is het gehele budget niet benut in 2023. De verwachting is dat in 2024 dit budget wordt uitbetaald.

Regmed

De subsidiemodule regeneratieve geneeskunde heeft vertraging opgelopen in de openstelling. Redenen hiervoor waren de complexiteit van de regeling en personele wisselingen.

European Tech Champions Initiative (ETCI)

Het European Tech Champions Initiative (ETCI) is een nieuw Europees fonds dat belegd is bij European Investment Fund (EIF). Nederland neemt sinds 2023 deel aan ETCI voor in totaal € 100 mln. Dit is beschikbaar gesteld bij de 2e suppletoire begroting 2023. Uitbetalingen aan ETCI vinden plaats op basis van capitall call, in 2023 heeft de eerste capital call plaatsgevonden. De verwachting is dat de komende jaren verschillende capital calls gedaan worden en dat de rest van de € 100 mln wordt uitbetaald.

Innovatiekrediet

De technische innovatiekredietprojecten hebben lage kasuitgaven gehad in 2023. Dit komt door vertragingen in de projectuitvoering. Ook is er minder verleend en kwamen de verleningen wat later op gang dan aan het begin van het jaar de verwachting was.

Vroegefasefinanciering / informal investors

De regeling Vroegefasefinanciering biedt financiering in de vorm van een geldlening voor innovatieve bedrijven in de vroege ontwikkelingsfase. De omvang en het moment van uitbetaling is afhankelijk van aanvragen van de provincies (uitvoerder regionale luik), innovatieve bedrijven en starters. Het aantal aanvragen van bedrijven viel lager uit dan verwacht in 2023. De provincies mogen eenmaal per drie jaar een aanvraag doen, de verwachting is dat in 2024 een hoog aantal aanvragen gedaan wordt.

Q4C

In 2023 is € 15 mln van het Q4C budget alternatief ingezet door dit beschikbaar te stellen voor Techleap.nl. De beoogde pilot die origineel voorzien was met de middelen voor Q4C is tot heden nog niet gerealiseerd, mede doordat de middelen voor andere, soortgelijke doelstellingen zijn ingezet zoals Techleap.nl.

Tabel 19 Kengetallen

Kengetallen

           
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Bron

Innovatiekrediet

          

RVO

Aantal bedrijven dat Innovatiekrediet gebruikt

40

33

32

29

31

29

27

19

16

23

 

Omvang private R&D-uitgaven ondersteund met een Innovatiekrediet (x € 1 mln)

123

119

136

159

173

139

167

97

116

134

 

Seed Capital en Fund of funds

          

RVO.nl/EIF

Aantal participaties via SEED (vanaf 2018 incl. SEED Business Angels)

24

35

37

48

58

77

51

42

1081

110

 

Omvang gestimuleerd risicokapitaal voor innovatieve bedrijven door SEED (x € 1 mln) (vanaf 2018 incl. SEED Business Angels)

27,3

31,1

31,6

40,4

47

54,6

52,8

69,6

79,4

88,3

 

Vroegefasefinanciering2

          

RVO.nl/NWO-TTW

Aantal ondernemers dat Vroege Fase Financiering gebruikt

 

21

22

19

20

19

17

22

7

1

 

Thematische Technology Transfer (TTT) regeling

          

RVO

Het aantal nieuwe (initiële) participaties in het afgelopen kalenderjaar van TTT-fondsen

      

10

14

233

n.n.b.4

 

Aantal startende bedrijven ten gevolgen van de valorisatieactiviteiten door een TTT-samenwerkingsverband

      

6

24

75

n.n.b.

 
X Noot
1

In verband met de migratie naar het nieuwe systeem zijn de cijfers herzien. Hierdoor is het aantal participaties via SEED en SEED Business Angels over het jaar 2022 gewijzigd van 67 (zonder de correcties) naar 108 (met de correcties).

X Noot
2

Het aantal verstrekte VFF-leningen in 2023 is 1. Dit gaat alleen om VFF-leningen die direct door RVO zijn verstrekt aan ondernemers. Sinds 2022 zijn er ook regionale luiken die het merendeel van de VFF-financieringen doen. Rapportages hierover worden pas eind Q1 2024 bij RVO aangeleverd.

X Noot
3

Door het beschikbaar komen van nieuwe monitoringsinformatie zijn de cijfers voor de TTT-regeling met terugwerkende kracht bijgewerkt voor de jaren 2020 t/m 2022.

X Noot
4

De cijfers voor 2023 zijn pas op een later moment in 2024 beschikbaar.

Ontvangsten

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

Via de ROM's zijn er meer ontvangsten binnen gekomen dan geraamd, specifiek heeft dit betrekking op de ontvangsten op de Corona Overbruggingsleningen. Hiervoor zijn in 2023 meer leningen afgelost dan gepland.

Fund to Fund

Onder het Fund to Fund wordt het Dutch Venture Initiative en Dutch Venture Initiative II uitgevoerd door de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) Oost NL. Omdat de ontvangsten op de fondsen door Oost NL opnieuw worden ingezet zijn er minder middelen ontvangen van de ROM Oost NL dit jaar.

Innovatiekrediet

De hogere ontvangsten worden hoofdzakelijk veroorzaakt doordat een Innovatiekrediet project in één keer de lening heeft afgelost. Dit bedroeg € 35 mln. Normaal gesproken lossen projecten hun lening verspreid over meerdere jaren af.

Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

A. Algemene doelstelling

Beleidsartikel 4 heeft doelstellingen in het kader van het klimaat- en energiebeleid. Voor het klimaatbeleid, en in internationaal verband, betreft dit de bijdrage aan het realiseren van de doelen van de klimaatovereenkomst van Parijs en, in Europees verband, het realiseren van een netto-reductie van broeikasgassen in 2030 van ten minste 55% ten opzichte van 1990 en klimaatneutraliteit in 2050.

In het kader van het energiebeleid werken we toe naar een CO2-arme energievoorziening die veilig, betrouwbaar en betaalbaar is, op zodanige wijze dat economische kansen worden verzilverd en energie in het ruimtelijk beleid is geïntegreerd. De belangrijkste maatschappelijke uitdagingen waarop gefocust wordt zijn de klimaat- en energietransitie en de goede technische en veilige invulling van de afbouw van de winning uit het Groningenveld.

Nationaal worden de doelen uit de Klimaatwet nagestreefd. De wijziging van de Klimaatwet is op 14 februari 2023 aangenomen door de Tweede Kamer en vervolgens op 4 juli 2023 door de Eerste Kamer. In de gewijzigde wet is besloten om de doelstellingen als volgt aan te passen:

  • Het streefdoel van 49% reductie in 2030 wordt vervangen door een streefdoel van tenminste 55% reductie (inclusief landgebruik) en geldt onverminderd de bindende EU-norm voor 2030.

  • Het doel van 95% reductie in 2050 wordt aangescherpt tot een verplichting voor Nederland in 2050 de netto-uitstoot van broeikasgassen overeenkomstig de Europese klimaatwet tot nul te reduceren.

Voor de kortere termijn stuurt het kabinet daarnaast nog op het realiseren van de doelstelling van 16% duurzame energie in 2023, die nog voortvloeit uit het Energieakkoord. Om deze doelstellingen te bereiken zet EZK een mix van normerende en beprijzingsinstrumenten en subsidies in, maar ook niet-financiële instrumenten zoals het transitiegericht maken van energieregelgeving om de werking van de energiemarkt te verbeteren. Om uitvoering te geven aan het Urgendavonnis moet Nederland in 2020 en de jaren daarna de CO2-uitstoot met minimaal 25% reduceren ten opzichte van 1990. Hiertoe heeft het kabinet de afgelopen jaren op verschillende momenten maatregelen aangekondigd. Om deze doelstellingen te bereiken zet EZK financiële instrumenten in zoals subsidies en garanties, maar ook niet-financiële instrumenten zoals het stroomlijnen van energieregelgeving om de werking van de energiemarkt te verbeteren, de regeldruk te verminderen en efficiënter toezicht mogelijk te maken.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister voor Klimaat en Energie is op basis van de Klimaatwet verantwoordelijk voor het nationale klimaatbeleid en de inhoudelijke lijn voor de nationale inbreng in de ontwikkeling van het Europese en het mondiale klimaatbeleid.

De Minister voor Klimaat en Energie is verder op grond van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Mijnbouwwet verantwoordelijk voor het energiebeleid. Hieruit vloeien de volgende verantwoordelijkheden voort:

Klimaatbeleid

Regisseren

  • Regisseren van het nationale klimaatbeleid op basis van de nationale doelen en de werkwijze zoals deze is vastgelegd in de Klimaatwet, met het oog op het door Nederland nakomen van de (onder andere) in United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) en EU-verband gemaakte afspraken over het reduceren van CO2 en overige broeikasgasemissies. Hieronder valt ook het emissiehandelssysteem, waarin CO2-emissierechten worden toegewezen en geveild.

  • De regie op de internationale aspecten van het klimaatbeleid, inclusief het politieke optreden en de vertegenwoordiging in de betreffende internationale gremia. Daaronder vallen onder andere de Europese Transport- en Milieuraad en relevante VN-bijeenkomsten.

(Doen)Uitvoeren

  • De coördinatie van de Nederlandse inzet in internationaal kader bij de vaststelling van normen en plafonds, de vertaling daarvan naar Nederlandse wet- en regelgeving en de verdeling van doelstellingen over sectoren en milieuthema’s. De doelen en normen hebben betrekking op het reduceren van CO2-emissies van motorvoertuigen, op brandstofkwaliteit, op de productie en de inzet van duurzame biobrandstoffen, op de mondiale uitfasering van ozonlaagafbrekende stoffen en van gefluorideerde broeikasgassen en op de handel in CO2-emissierechten (Emissions Trading System/ETS).

  • De opdracht aan de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) voor het handelssysteem in CO2-emissierechten, waaronder het toewijzen en doen veilen van CO2-emissierechten. Ook de registratie van hernieuwbare energie voor het verkeer en de rapportage hierover ter controle van de duurzaamheid en de CO2-prestatie en het toezicht op de bijstook van duurzame biomassa bij energiecentrales zijn hier onderdeel van.

Stimuleren

Om de klimaatdoelen te behalen worden maatschappelijke partners proactief betrokken. De Minister voor Klimaat en Energie stimuleert het in stand houden, aangaan en organiseren van allianties met en tussen bedrijven, branches, overheden, burgers en kennisorganisaties rondom de doelen uit de Overeenkomst van Parijs, het Klimaatakkoord en het Energieakkoord.

Energiebeleid

Regisseren

  • Het regisseren van de realisatie van grote energie-infrastructuurprojecten die onder de Rijkscoördinatieregeling (RCR) vallen; dit betekent als projectminister, samen met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), verantwoordelijk voor de ruimtelijke inpassing van projecten en voor de coördinatie van benodigde vergunningen;

  • Het versneld uitrollen van windenergie op zee richting 2030 en verder;

  • Het actief participeren in Europese en internationale netwerken ten behoeve van energy governance, kennis brengen naar en leren van andere landen en instellingen;

  • Het creëren van randvoorwaarden waardoor de energievoorziening internationaal kan concurreren en het verdienpotentieel van de energiesector in relatie tot de energietransitie ten volle wordt benut;

  • Het creëren van randvoorwaarden voor een doelmatige, veilige en verantwoorde winning van onze bodemschatten;

  • Het bieden van mogelijkheden aan, en het faciliteren van, lokale duurzame energie-initiatieven;

  • Het coördineren van het energiebesparingsbeleid via de verschillende vakministers;

  • Het creëren van randvoorwaarden voor de ontwikkeling van innovatie-ecosystemen;

  • Het uitvoeren van de vergunningverlening voor de mijnbouw;

  • Het creëren van randvoorwaarden voor een goede nucleaire (kennis)infrastructuur en veilige uraniumverrijking, met inbegrip van de taken die hierover zijn opgenomen in internationale verdragen, met het oog op de bewaking en beveiliging van de hierbij betrokken kennis en technologie.

Financieren

Het voeren van het financieel instrumentarium op de beleidsterreinen hernieuwbare energie, energiebesparing, mijnbouwklimaat en klimaat- en energie-innovatie gericht op het realiseren van CO2-reductie en een goed werkend energiesysteem.

Stimuleren

  • Het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie (conform afspraken Energieakkoord resp. Klimaatakkoord en de Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED));

  • Het stimuleren van energiebesparing (conform afspraken Energieakkoord resp. Klimaatakkoord en de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED)).

  • Het stimuleren van de ontwikkeling en gebruik van klimaat- en energie-innovaties;

  • Het stimuleren van de verdergaande reductie van CO2-uitstoot van en energiebesparing bij energiebedrijven en industrie;

  • Het stimuleren van een goed werkende Europese energiemarkt met een adequate infrastructuur en bijbehorende wetgeving;

  • Het stimuleren van de transitie naar een duurzame en betrouwbare energievoorziening, inclusief de bijdrage aan het internationale oliecrisisbeleid.

Het Ministerie van EZK geeft inzicht in de in 2022 geleverde prestaties op het gebied van het klimaatbeleid met de Monitor Klimaatbeleid 2021 ((Kamerstuk 32 813, nr. 901) en het Dashboard Klimaatbeleid (www.dashboardklimaatbeleid.nl). Een aantal prestatie-indicatoren en kengetallen die hierin niet zijn opgenomen wordt hieronder weergegeven.

Tabel 20 Prestatie-indicatoren klimaat- en energiebeleid
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

20231

Ambitie 2023

Bron

Algemene Prestatie-indicator

          

Emissies ETS-sectoren

93,9

91,4

87,4

83,7

74,1

74,1

68,52

n.n.b

n.v.t.

Emissieregstratie

Emissies niet-ETS-sectoren

99,6

99,6

98,6

96,5

90,2

93,6

85,52

n.n.b

n.v.t.

Emissieregstratie

Reductie van de emissies van broeikasgassen t.o.v. 1990

11,7%

12,6%

15,1%

17,8%

25,2%

24,9%

30,5%

n.n.b

n.v.t.

Emissieregstratie

Aandeel hernieuwbare energie

6,0%

6,6%

7,4%

8,8%

11,5%

12,0 ‒ 13,4%

15%

n.n.b

n.v.t.

KEV 2023, PBL

           

Prestatie-indicatoren Elektriciteit

          

Gerealiseerde vermogen windenergie op zee in MW

957

957

957

957

2.460

2.460

2.571

n.n.b

2023: 4.450 MW 2030: 11.000 MW

Dashboard Klimaatbeleid

Gerealiseerd vermogen wind op land en zon-PV in MW

5.435

6.156

8.044

10.753

15.109

19.590

25.188

n.n.b

2020: 6000 MW voor Wind op Land (voor Zon-PV is er geen doelstelling)

Dashboard Klimaatbeleid

Gerealiseerd vermogen in waterstofprojecten uit elektrolyse in MW

  

1,1

1,1

2

2,0

3,0

3,6

n.v.t.

RVO

Concentratiegraad in de retailsector elektriciteit - HHI

1.992

1.822

1.951

2.021

1.918

2.026

1.984

1.958

n.v.t.

ACM

Concentratiegraad in de retailsector elektriciteit -C3

75%

72%

74%

75%

72%

72%

71%

68%

n.v.t.

ACM

Concentratiegraad in de retailsector gas - HHI

1.895

1.821

1.949

1.949

1.941

2.048

2.005

1.961

n.v.t.

ACM

Concentratiegraad in de retailsector gas - C3

74%

72%

74%

72%

73%

73%

71%

68%

n.v.t.

ACM

Elektriciteitsstoringen in minuten per jaar

21

24

27

20

21

20

22

22

n.v.t.

Netbeheer Nederland

Ontwikkeling kostprijs hernieuwbare Wind op Land EUR/MWh

86

79

67

68

51

50

51

n.n.b

52

Dashboard Klimaatbeleid

Ontwikkeling kostprijs Zon-PV EUR/MWh

128

125

110

95

80

66

63

n.n.b

83

Dashboard Klimaatbeleid

           

Prestatie-indicatoren Industrie

          

Cumulatieve vermeden CO₂ vanaf 2015 door procesefficientie-maatregelen uit MJA/MEE in kton)

1.007.183

1.830.466

2.560.195

3.215.997

3.688.000

n.b.3

n.b.3

n.b.3

n.v.t.

 

Gerealiseerde cumulatieve energiebesparing van EIA en MJA/MEE (in PJ)

18,0

31,9

45,5

57,0

663

n.b.3

n.b.3

n.b.3

n.v.t.

 

Toegekende duurzame investeringen in de industrie via EIA en MIA-Vamil (bedragen in € 1.000)

224.746

275.438

421.000

400.000

347.000

439.000

394.000

n.n.b.

n.v.t.

RVO.nl

Groengasproductie in relatie tot de productie van elektriciteit en warmte uit biomassa (in PJ)

2,62

3,10

3,38

4,50

6,39

7,16

7,304

n.n.b.

n.v.t.

 
X Noot
1

Vaststelling 2023 cijfers vindt pas in de zomer van 2024 plaats.

X Noot
2

Op basis van voorlopige cijfers vastgesteld in juli 2023.

X Noot
3

De convenanten MJA/MEE zijn stopgezet. Er zijn dus geen gegevens meer beschikbaar.

X Noot
4

Voorlopige waarde.

Kengetal HHI en C3

De C3 is het gezamenlijk marktaandeel van de drie grootste leveranciers. De mate van concentratie op de kleinverbruikersmarkt voor elektriciteit en gas vormt een indicatie voor de concurrentie op die markten. Een indicator hiervoor is de Herfindahl-Hirschman Index (HHI). Een markt met een HHI onder de 1.800 punten wordt gezien als een competitieve markt en een markt met een index tussen de 1.800 en 8.000 punten wordt gezien als een geconcentreerde markt. Het is vele jaren beleid van het ministerie geweest om de concentratiegraad te verlagen en dat beleid is nu geëffectueerd, zodat er geen actief beleid meer op gevoerd wordt. Wel wordt de concentratiegraad nog jaarlijks door ACM gemonitord.

Tabel 21 Uitstoot broeikasgassen (mld CO2-equivalenten)
 

Realisatie 1990

Realisatie 2005

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 20221

Raming 2025

Raming 20302

Brandbreedte 2030

Elektriciteit

39,6

52,1

32,5

32,4

30,7

26,1-32,43

8,1-13,53

7-21

Industrie

86,4

66,3

53,7

54

49,8

54,4

40,9

32-47

Gebouwde omgeving

30,0

29,3

22,1

24,8

20,1

19,9

18,2

15-21

Mobiliteit

32,2

39,8

29,9

29,8

29,6

31,6

28,2

26-31

Landbouw

33,1

26,1

26,5

26,6

23,9

24,6

23,2

21-24

Landgebruik

5,7

5,2

4,1

4,3

4,4

3,9

3,7

3,0-4,2

Totaal

227,0

218,8

168,8

171,9

158,5

160,5-166,84

122,2-127,64

114-1394

X Noot
1

CBS (2023), Emissies broeikasgassen (IPCC).

X Noot
2

PBL (2022), Voorlopige raming van broeikasgasemissies in 2030.

X Noot
3

Het ontbreken van een puntwaarde voor de elektriciteitssector heeft als gevolg dat de raming voor de nationale totale emissies ook alleen met een onzekerheidsbandbreedte kan worden gegeven.

X Noot
4

Deze bandbreedte voor het nationale totaal is afgeleid van de onzekerheidsbandbreedtes van de individuele sectoren, waarbij er rekening is gehouden met interacties tussen onzekerheden. Dit is de reden waarom de bandbreedtes per sector niet optelbaar zijn tot de bandbreedte voor de nationale totale emissie.

Figuur 3 Kengetal: Elektriciteitsstoringen in minuten per jaar

Bron: Netbeheer Nederland

C. Beleidsconclusies

Beleidsconclusies Klimaatbeleid

Algemene voortgang van het Klimaatbeleid in 2023

Het kabinet heeft sinds zijn aantreden werk gemaakt van een ambitieus, rechtvaardig en uitvoerbaar klimaatbeleid. 2023 was opnieuw een belangrijk jaar voor de besluitvorming over en de uitvoering van het klimaatbeleid. Het Beleidsprogramma Klimaat uit juni 2022 is in het voorjaar van 2023 aangevuld om te komen tot een samenhangend beleidspakket van normering, subsidiëring en beprijzing om het aangescherpte doel uit de Klimaatwet voor 2030, dat in 2022 volgens PBL-ramingen nog buiten bereik lag, te kunnen halen.

Op basis van de Klimaatwet legt het kabinet in de Klimaatnota 2023 verantwoording af over het gevoerde klimaatbeleid, op basis van de Klimaat en Energieverkenning (KEV) van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).  Volgens de KEV van 2023 komt de emissiereductie in 2030 uit op ca. 46-57% ten opzichte van 1990. In de KEV van 2022 was de raming nog 41-52%. Het doel van 55% kwam hiermee in 2023 voor het eerst binnen bereik. Echter: om op koers te komen en de 55% te halen zullen bijna alle meegenomen klimaatplannen maximaal effect moeten hebben en zullen andere niet stuurbare factoren (zoals het weer of de export van elektriciteit) gunstig moeten uitpakken. Met de in het voorjaar 2023 aangekondigde maatregelen die het PBL nog niet in de raming kon meenemen verwacht het kabinet nog ongeveer 4% extra emissiereductie te behalen. Deze reductie zou met name komen uit invulling van het klimaatbeleid in de landbouw, de subsidieregeling CO2-vrije gascentrales en de realisatie van negatieve emissies. De reductie is echter onzeker en is alleen reëel als ook dit beleid voortvarend en volledig wordt uitgevoerd.

Op Prinsjesdag 2023 is aan de Tweede Kamer gemeld dat het kabinet tijdens zijn demissionaire periode naar letter en geest van de Klimaatwet doorwerkt aan het Klimaatbeleid dat met de Tweede Kamer is besproken. Komende periode gaat het kabinet ook in demissionaire status door met uitwerking en implementatie van klimaatmaatregelen, onder andere de maatregelen die voorgesteld zullen worden in het kader van de Voorjaarsnota. Het kabinet heeft aangegeven dat het drie maatregelen die onderdeel waren van het Voorjaarsnotapakket, zal overlaten aan een nieuw kabinet. Dit betreft: i) de invoering van betalen naar gebruik, ii) besluitvorming over de aanpassing van de Energiebelasting en iii) de besluitvorming over een afbouwpad van de fossiele subsidies.

Klimaatfonds

Voor de periode tot en met 2030 heeft het kabinet Rutte-IV besloten om een Klimaatfonds op te richten dat bijdraagt aan het behalen van de gestelde klimaatdoelen. De uitwerking van dit fonds geschiedt via een begrotingsfonds met een instellingswet. Het wetsvoorstel Tijdelijke wet Klimaatfonds dat hiervoor nodig is, is op 6 juli 2023 door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel op 19 december 2023 behandeld. Een meerderheid van de fracties in de Eerste Kamer heeft ingestemd met het voorstel, zodat het wetsvoorstel is aanvaard en het Klimaatfonds een feit is.

In het voorjaar van 2023 is het concept-Meerjarenprogramma 2024 van het Klimaatfonds gepresenteerd en bij de Miljoenennota is uiteindelijk het definitieve Meerjarenprogramma 2024 (MJP 2024) van het Klimaatfonds gedeeld. Het programma geeft een integraal overzicht van de investeringen die worden gedaan uit de zes percelen die binnen het Klimaatfonds gedefinieerd zijn. De gedefinieerde percelen zijn Kernenergie, CO2-vrije gascentrales, Energie-infrastructuur, Vroege fase opschaling, Verduurzaming industrie en innovatie MKB en Verduurzaming gebouwde omgeving. Per perceel is toegelicht voor welke maatregelen er middelen zijn aangevraagd en of deze middelen zijn toegekend vanuit het Klimaatfonds. Het voorstel in het MJP 2024 is, om € 11,8 mld over te hevelen naar de departementale begrotingen en € 15,3 mld te reserveren voor specifieke doelen.

Ook is er bij de Miljoenennota een proeve van de begroting 2024 van het Klimaatfonds gepresenteerd. Hierin zijn de budgettaire gevolgen van het MJP 2024 opgenomen, waarbij elk perceel een begrotingsartikel vormt. Het doel van de proeve van begroting is om de Kamer over de jaren heen een integraal overzicht te bieden van de uitgaven van het Klimaatfonds. Om deze reden wordt gelijktijdig met het ontwerp Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025 een proeve van jaarverslag Klimaatfonds 2023 gepresenteerd die de kamer een integraal beeld geeft op de status en onderuitputting van de reeds toegekende/overgehevelde middelen.

Europese klimaatdoelen

In juli 2021 heeft de Europese Commissie het Fit-for-55%-pakket gepresenteerd, bestaande uit een groot aantal voorstellen om nieuwe en bestaande klimaat- en energieregelgeving in lijn te brengen met de opgehoogde emissiereductiedoelen voor 2030 en 2050. Inmiddels is het hele Fit-for-55 pakket, behalve de energiebelastingsrichtlijn, ter implementatie van het te behalen doel van ten minste 55% broeikasgasreductie in 2030 afgerond in trilogen en het merendeel heeft de Europese Commissie ook al officieel gepubliceerd. Daarnaast is ook de nationale implementatie van start gegaan en aan de Tweede Kamer gestuurd, waaronder het ETS. Het Ministerie van EZK heeft zich hierbij ingespannen voor snelle besluitvorming en behoud van het ambitieniveau, teneinde het 2030-doel van 55% emisiereductie te kunnen halen.

CO2-heffing

Het kabinet heeft in het voorjaar van 2023 aangeven het tarief van de CO2-heffing per 1-1 januari 2025 op te hogen en de heffing te verlengen tot 2032. Hiervoor voert PBL een tariefstudie uit die in het voorjaar van 2024 wordt verwacht. Het aangepaste tarief wordt meegenomen in het Belastingplan 2025.

Per 1 januari 2023 is een oplopende minimum CO2-prijs voor de industrie geïntroduceerd. Het kabinet heeft in 2023 als onderdeel van de voorjaarsnotabesluitvorming een voorstel gedaan voor ophoging van deze minimum CO2-prijs. Maar uiteindelijk is het voorstel als onderdeel van de Wet fiscale klimaatmaatregelen industrie en elektriciteit niet aangenomen in de Eerste Kamer.

Beleidsconclusies Energiebeleid

Windenergie op zee

In 2023 is de eerste fase van de routekaart windenergie op zee afgesloten. Deze fase geeft uitvoering aan de afspraak in het Energieakkoord (2013) om in 2023 het vermogen van windenergie op zee te hebben opgeschaald naar circa 4,5 gigawatt (GW). Geconcludeerd kan worden dat dit doel met een realisatie van circa 4,7 GW ruimschoots gehaald is. Het doel is binnen de geplande tijd en budget behaald. Tegelijkertijd is een belangrijke stap gezet in de uitvoering van de vervolgfase, die tot doel heeft om eind 2031 circa 21 GW gerealiseerd te hebben. Daartoe zijn eind december 2023 de definitieve kavelbesluiten en tenderregelingen voor kavels Alpha en Beta van windenergiegebied IJmuiden Ver in de Staatscourant gepubliceerd, nadat de aangepaste planning in juni 2023 was gepubliceerd (Kamerstuk 33 561, nr. 57). Deze kavels bieden ruimte voor maximaal 4,6 GW.

Het afgelopen jaar zijn verschillende procedures afgerond voor het Net op zee. Voor zowel Net op zee IJmuiden Ver Beta als IJmuiden Ver Gamma zijn alle benodigde besluiten onherroepelijk en is TenneT begonnen met de realisatie. Ook voor Net op zee IJmuiden Ver Alpha zijn de besluiten uit de eerste fase onherroepelijk. Voor windgebied Nederwiek zijn de netten op zee in voorbereiding.

Daarnaast zijn in de programma’s Verbindingen Aanlanding Wind op Zee 2031-2040 en Aansluiting Wind op Zee – Eemshaven stappen gezet in het onderzoeken van de mogelijkheden om aan te landen voor de periode vanaf 2030. Ook zijn met de verschillende regio’s gesprekken opgestart over de invulling van de zogenaamde gebiedsinvesteringen.

In 2023 is ook het Nederlands voorzitterschap van het North Seas Energy Cooperation (NSEC) afgerond. Via NSEC wordt de internationale samenwerking tussen de Noordzeelanden voor windenergie op zee vormgegeven. Onder het Nederlands voorzitterschap is een gezamenlijke Actie Agenda opgesteld, die toewerkt naar een geïntegreerd energiesysteem in 2050, duurzame en sterke toeleveringsbedrijven in Europa en een beter evenwicht tussen energie en natuur op de Noordzee.

In oktober 2023 is de Tweede Kamer op de hoogte gebracht van de voortgang van de routekaart windenergie op zee (Kamerstuk 33 561, nr. 59). In diezelfde brief is aangegeven dat de totale investeringskosten voor het net op zee voor de genoemde 21 GW geraamd worden op € 35,5 mld in plaats van de eerder geraamde € 26 mld.

Voor de langere termijn onderzoekt het kabinet of er vraag naar en ruimte is voor 50 GW in 2040 en 70 GW windenergie op zee in 2050. Om hiervoor voldoende ruimte op zee aan te wijzen is het kabinet, onder leiding van de Minister van IenW, gestart met een partiële herziening van het Programma Noordzee 2022-2027 (Kamerstuk 35 325, nr. 8). Hiermee beoogt het kabinet extra ruimte aan te wijzen voor ten minste 23 tot 26 GW voor de periode 2032 tot en met circa 2038. Ook is in 2023 gestart met het Energie Infrastructuur Plan Noordzee (EIPN). Dit plan geeft richting aan de infrastructuur die nodig is voor het verzamelen, transporteren en aan land brengen van de energie die windparken op de Noordzee opwekken. Voor de periode na 2030 is voorzien dat transport van windenergie op zee zowel in de vorm van elektriciteit als waterstof zal gebeuren. Om de grootschalige productie van waterstof op zee tegen aanvaardbare kosten mogelijk te maken heeft de Minister voor Klimaat en Energie voor twee demonstratieprojecten de voorkeurslocaties Hollandse Kust (demo 1, <100 MW) en Ten Noorden van de Waddeneilanden (demo 2, 500 MW) bekendgemaakt en hiervoor € 1,78 mld gereserveerd uit het Klimaatfonds (Kamerstuk 33 561, nr. 58).

Geconcludeerd kan worden dat de realisatie van wind op zee tot en met 2031 op schema ligt en dat de voorbereidingen voor continuering in de periode erna zijn ingezet.

Overige verduurzaming van de productie van elektriciteit

In 2023 zijn volgens planning (Kamerstuk 32 645, nr. 116) de eerste stappen gezet voor de bedrijfsduurverlenging van de kerncentrale in Borssele en voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Dat betekent voor de bedrijfsduurverlenging van de bestaande centrale dat de milieueffectenrapportage-procedure (hierna MER-procedure) voor de wijziging van de Kernenergiewet is gestart met de publicatie van de concept-NRD (Notitie Reikwijdte en Detailniveau), als eerste stap in de MER-procedure. Voor de technische haalbaarheidsstudies voor de nieuw te bouwen centrales zijn in december 2023 de eerste twee contracten getekend met technologieleveranciers KHNP en EDF. Naar verwachting wordt het contract met de derde partij (Westinghouse) begin 2024 getekend. Daarmee zullen de technische haalbaarheidsstudies begin 2024 van start gaan. Parallel daaraan loopt de marktconsultatie naar de financieringsconstructie, waarvoor de eerste constructieve gesprekken met de drie technologieleveranciers zijn gevoerd. Verder is een intensief participatie- en communicatietraject gestart, op basis van het gepubliceerde participatie- en communicatieplan.

Voor de nodige impuls in de nucleaire kennisinfrastructuur is – conform planning – een start gemaakt door kernenergie als afzonderlijke missie toe te voegen aan het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid. Daarbinnen is het Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma (MMIP) Kernenergie opgesteld, waarmee is gekozen voor een programmatische aanpak van essentiële investeringen in kennis en innovatie in het nucleaire domein met aandacht voor onderwijs, onderzoek en het bedrijfsleven, ook internationaal. Dit programma zal vanaf 2024 ten uitvoer worden gebracht. De internationale context en ervaringen van andere landen zijn cruciaal om de opbouw van de nucleaire kennis en kunde in Nederland mogelijk te maken. Om de technische samenwerking op kernenergie en uitwisseling van kennis en expertise te stimuleren, worden (afzonderlijke) Memoranda of Understanding met verschillende landen afgesloten. Eind 2023 is een MoU met Zuid-Korea ondertekend. In 2023 is bovendien veel aandacht uitgegaan naar de Small Modular Reactors (SMRs), waarvan de ontwikkeling wereldwijd snel gaat. De Nuclear Research and consultancy Group (NRG) heeft in opdracht van het Ministerie van EZK een SMR-marktanalyse uitgevoerd. Ook in Nederland wordt door verschillende partijen (waaronder provincies en gemeenten) gekeken naar de mogelijkheden die deze SMRs bieden. Zij vragen daarbij ondersteuning vanuit het Rijk. Daarom heeft afgelopen periode een uitgebreide stakeholderanalyse plaatsgevonden, die de basis vormt voor de programma-aanpak die medio 2024 van start gaat.

Nationaal Plan Energiesysteem (NPE)

Het kabinet heeft 1 december 2023 het eerste Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) gepresenteerd om de regie van de rijksoverheid op de energietransitie te versterken. Het NPE bevat een visie op de ontwikkeling van het energiesysteem tot 2050, inclusief vijf hoofdkeuzes en ontwikkelpaden voor de ketens van het toekomstige energiesysteem. Met dit plan ligt er een integrale visie die zowel over de verschillende onderdelen van het energiesysteem heen kijkt als over het gebruik van energie in Nederland tot 2050. Het NPE dient tevens als bouwsteen voor de update van het Integraal Nationaal Energie- en Klimaatplan (INEK) dat Nederland in het kader van Europese klimaatafspraken in 2024 opstuurt naar de Europese Commissie. Begin juli 2023 presenteerde het kabinet eerst het concept-NPE (Kamerstuk 32 813, nr. 1280), waarin onder meer gebruik is gemaakt van het in april 2023 gepresenteerde rapport van het Expertteam Energiesysteem 2050. Tot september 2023 lag het concept-NPE voor ter consultatie en zijn er diverse dialoogbijeenkomsten over het concept-NPE geweest in regio’s in Nederland en met een reeks aan belanghebbenden. De reacties hieruit zijn verwerkt in de definitieve versie van het NPE dat begin december 2023 aan de Tweede Kamer is gezonden (Kamerstuk 32 813, nr. 1319). Met het uitbrengen van het NPE start ook een cyclus waarin het kabinet jaarlijks verantwoording aflegt over de voortgang van het energiesysteem en met een beleids- en uitvoeringsagenda stuurt op de uitvoering van de in het NPE vastgelegde visie.

Op 3 juli 2023 hebben de Ministers voor Klimaat en Energie en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening het Ontwerp-Programma Energiehoofdstructuur (PEH) gepubliceerd (Kamerstuk 3 239, nr. 380). Het PEH betreft de ruimtelijke visie voor de energiehoofdstructuur van nationaal belang voor Nederland in 2050. Het ontwerp en de bijbehorende Integrale Effectenanalyse (IEA) hebben van vrijdag 1 september tot en met donderdag 12 oktober 2023 ter inzage gelegen. In die periode was het mogelijk om een formele zienswijze in te dienen. Alle zienswijzen worden door de betrokken overheden meegenomen bij het opstellen van de definitieve besluiten. Het definitieve PEH zal naar verwachting begin 2024 worden vastgesteld, samen met een uitvoeringsprogramma.

Geconcludeerd kan worden dat het Ministerie van EZK op schema ligt ten aanzien van het NPE en PEH.

CCS

Medio augustus 2023 heeft de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een voor het CCS-project Porthos positieve uitspraak gedaan. Hiermee konden de initiatiefnemers EBN, Gasunie en het Havenbedrijf Rotterdam in november hun finale investeringsbeslissing voor het grootschalige CO2-transport en -opslagproject nemen. Dit is een belangrijke mijlpaal voor het Nederlandse en Europese klimaatbeleid. Hierdoor zal er vanaf 2026 2,5 Mton CO2 per jaar worden afgevangen en permanent worden opgeslagen onder de Noordzee. De door het kabinet verstrekte garantie van € 175,6 mln kwam hiermee te vervallen. Om de verdere uitrol van CCS te versnellen, is in 2023 een lening aan EBN verstrekt om deel te nemen aan de ontwikkeling van de opslaglocaties behorende bij de opstartfase van het Aramis-project. Daarnaast is EBN gestart met de voorbereidingen voor het uitvoeren van haalbaarheidsstudies naar additionele opslaglocaties. Om de Noordwest-Europese markt verder op gang te brengen heeft Nederland met zowel België als met Denemarken een Memorandum of Understanding getekend, om de import en export van CO2 met deze landen te vergemakkelijken. Op het gebied van onderzoek en innovatie draagt Nederland bij via het Europese CETP (Clean Energy Transition Partnership). In 2023 is hiervoor € 4 mln subsidie aan verschillende internationale onderzoekprojecten toegekend. Tevens lopen ook de internationale onderzoeksprojecten onder het ACT III programma nog (2021 ‒ 2024). Hiervoor heeft Nederland met € 4 mln in totaal bijgedragen.

Afhandeling mijnbouwschade voormalige steenkoolwinning Limburg

Voor het jaar 2023 was voor de schadeafhandeling € 3,3 mln gereserveerd. Vanuit de regio kwam het verzoek om eerst verder te spreken over de wijze waarop de schadeafhandeling zou worden ingericht. Op 27 oktober 2023 is met de provincie Limburg een bestuursakkoord afgesloten over de inrichtingsprincipes van de schadeafhandeling. Kleine schades zullen worden vergoed en grotere schades worden hersteld. Hier zal in 2024 een Rijksdienst voor worden ingericht. De Tweede Kamer is hierover per brief geïnformeerd (Kamerstuk 32 849, nr. 238).

Schoonebeek

In het gebiedsproces Schoonebeek is in 2023 gesproken over een andere verdeling van de lusten en lasten van de mijnbouwactiviteiten aldaar, ook vooruitlopend op de aangekondigde verkenning in de Contourennota Mijnbouwwet. Dat heeft eind 2023 geleid tot een principeakkoord dat begin 2024 aan de regio zal worden bevestigd en waarover de Kamer vervolgens zal worden geïnformeerd. NAM zal een bijdrage leveren uit de opbrengst van de oliewinning. Het Rijk draagt daar via de deelname van EBN voor ten minste 40% aan bij.

Groene waterstof

Waterstof Important Project of Common European Interest (IPCEI Waterstof) is een meerjarig traject met vier verschillende thema’s (golven). Deze golven lopen ieder een afzonderlijk traject door bij de Europese Commissie en hebben ieder een aparte nationale subsidietender. De samenloop van de tijdlijnen van het Europese en het nationale proces blijft een uitdaging bij de uitvoering van het IPCEI-traject.

In 2023 heeft de nationale selectie voor golf 4 met als thema mobiliteit plaatsgevonden. Voor de andere drie golven heeft dit proces in 2021 en 2022 al plaatsgevonden. Het Europese traject voor golf 3 (thema import en opslag) en golf 4 is nog gaande. Beide golven zouden initieel in 2023 afgerond zijn, maar door vertraging in de planning van de Europese Commissie wordt het Europese proces voor beide golven in 2024 afgerond. Na afronding mag de subsidie worden uitgekeerd aan de geselecteerde projecten.

Opschaling waterstofproductie via elektrolyse (OWE)

In 2023 vond volgens plan de openstelling plaats van de eerste tender van de Subsidieregeling Opschaling volledig hernieuwbare waterstofproductie via elektrolyse (OWE) met een budget van € 249,9 mln. Met deze tender beoogt het Ministerie van EZK elektrolyseprojecten tussen de 0,5 en 50 MW te ondersteunen. Er was veel belangstelling voor de beschikbare subsidies: het ministerie heeft voor meer dan € 600 mln aan aanvragen ontvangen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) gaat de aanvragen komende maanden beoordelen en maakt naar verwachting na het eerste kwartaal van 2024 de resultaten bekend.

Transport Waterstof

Zijne Majesteit de Koning heeft op 27 oktober 2023 de starthandeling verricht voor de aanleg van het landelijke waterstofnetwerk in Nederland. Gasuniedochter Hynetwork Services (HNS) ontwikkelt het net en zal het gaan beheren. HNS is hiertoe door de Minister voor Klimaat en Energie belast met het uitvoeren van een Dienst van Algemeen Economisch Belang. Hierbij is een subsidie verstrekt van maximaal € 750 mln om de verliezen in de aanloopfase af te dekken waarin de opbrengsten de kosten nog niet kunnen dekken. Op termijn wordt HNS gereguleerd beheerder van het transportnet voor waterstof.

Energie-innovatie

In 2023 zijn de Integrale Kennis en Innovatie Agenda Klimaat en Energie (IKIA) en Meerjarige Missiegedreven Innovatieprogramma’s (MMIPs) succesvol herijkt in samenspraak met bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden. Dit houdt in dat de meerjarige programmering van energie-innovaties en -technologieën volledig is aangesloten op de nieuwe klimaatdoelstellingen van 55% CO2-emmissiereductie in 2030 en klimaatneutraal in 2050. Hierdoor kunnen de benodigde innovaties voor het energiesysteem van de toekomst verder ontwikkeld worden. Daarnaast is het energie-innovatie instrumentarium geëvalueerd, waaruit volgde dat de instrumenten zowel doelmatig als doeltreffend zijn. Een van de aanbevelingen uit de evaluatie is de verdere stroomlijning van het instrumentarium: deze acties zijn in 2023 deels in gang gezet en lopen door in 2024. Deze stroomlijning houdt in dat er minder verschillende instrumenten zijn die weinig onderscheidend zijn. In plaats hiervan is er een drietal grotere integrale instrumenten die meer soorten energie-innovatietechnologieën kunnen ondersteunen en duidelijke verschillende doeleinden hebben. Hierdoor is er voor de aanvrager meer duidelijkheid met welk instrument de financieringsbehoefte kan worden vervuld. Het afgelopen jaar zijn de DEI+, de HER+ en verschillende Topsector Energie tenderregelingen opengesteld. Met name voor de openstelling van de DEI+ was veel belangstelling. De DEI+ is opengesteld met ca. € 65 mln en er is uiteindelijk voor € 226 mln aangevraagd. Door de verruiming van de Europese staatssteunkaders is er in de DEI+ nu ruimte voor projecten met een bovengrens van € 30 mln aan subsidie in plaats van € 15 mln. In 2024 zal een nieuwe openstelling van de MOOI plaatsvinden.

Risicobeleid

In de kamerbrief Verantwoord omgaan met veiligheid en gezondheid in de energietransitie (Kamerstuk 32 813, nr. 1113) is aangekondigd dat er interdepartementale uitgangspunten voor verantwoord omgaan met veiligheids- en gezondheidsrisico’s van de energietransitie worden vastgesteld. In 2023 zijn deze uitgangspunten uitgewerkt voor beleid, vergunningverlening en toezicht. De uitgangspunten risicobeleid worden naar verwachting medio 2024 mede namens de ministeries van IenW, VWS, BZK, JenV en SZW aan de Tweede Kamer aangeboden. Eerdere concepten van de uitgangspunten zijn al verwerkt in risicobeleid voor geothermie en in interdepartementale richtsnoeren voor waterstofveiligheid.

Regionale Energiestrategieën

Sinds 2019 werken dertig regio’s aan een Regionale Energiestrategie (RES). Dit houdt in dat ze plannen maken voor het opwekken van elektriciteit uit zonne- en windenergie in hun regio. Gezamenlijk moet het bod van alle regio’s optellen tot ten minste 35 TWh in 2030. Het door de overheden in de dertig regio’s vastgestelde opgetelde bod komt hier met in totaal 55 TWh ruim bovenuit. Zoals blijkt uit de PBL-voortgangsmonitor en de RES-foto van december 2023 blijft de doelstelling van 35 TWh in 2030 goed haalbaar. De bandbreedte voor de elektriciteitsproductie in 2030 is ongeveer gelijk aan de monitor uit 2022, en bedraagt 34 tot 44 TWh. Omdat het PBL constateert dat het kwantitatieve doel van 2030 binnen bereik ligt, lijkt het ingezette beleid succesvol en zijn er vooralsnog geen redenen tot aanvullende maatregelen. De opdrachtgevende partijen van het nationaal programma RES (NP RES) kijken kritisch naar het tijdspad en de opgave van 35 TWh en het bod van 55 TWh. De continuering van de RES’en is geborgd. Er is jaarlijks € 12 mln beschikbaar voor de proceskosten van de 30 RES-regio’s samen. Ook wordt de financiering van het NP RES gecontinueerd. Dit maakt onderdeel uit van de in totaal € 5,38 mld voor de uitvoeringskosten klimaat- en energiebeleid van gemeenten en provincies voor de jaren 2023 tot en met 2030.

Energiebelasting en opslag Duurzame energie- en klimaattransitie

Het Belastingplan 2024 volgt het bestaande basispad voor de Energiebelasting. Hiermee wordt ingezet op het laten lonen om het energieverbruik te verminderen en/of over te stappen van aardgas naar elektriciteit, voor huishoudens, bedrijven en maatschappelijke instellingen. Tegelijkertijd is de belastingvermindering bij amendement verhoogd, met het oog op de betaalbaarheid van de energierekening. In het Belastingplan 2023 is bij amendement geregeld dat er nieuwe eerste schijven gas en elektriciteit in de energiebelasting worden geïntroduceerd per 1 januari 2024. In het Belastingplan 2024 is met aanvullende wetgeving geregeld dat een aangepast tarief in de eerste schijf gas ook daadwerkelijk uitgevoerd kan worden op enig moment. Daarnaast is in het pakket Belastingplan 2024 het wetsvoorstel Fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw aangenomen. Verder is geregeld dat over bedrijven die staatssteun ontvangen in de vorm van verlaagde energiebelastingtarieven, informatie over deze steun wordt verstrekt, die vervolgens in de Transparency Aid Module (TAM) wordt opgenomen ter naleving van de Europese regels voor transparantie bij staatssteun. Ook is de lijst van duurzame warmtebronnen van stadsverwarmingsinstallaties geactualiseerd, met als doel het gebruik van duurzame warmtebronnen in stadsverwarmingssystemen te bevorderen. Met het in 2023 doorgevoerde fiscale beleid worden investeringen in verduurzaming gestimuleerd en zal de energiebelasting beter bijdragen aan de klimaat- en energietransitie.

SDE++

Voor de ontwikkeling van het efficiënt reduceren van CO2-emissies is de SDE+ in 2020 verbreed van hernieuwbare energieproductie naar CO2-reductie: de SDE++. Deze subsidieregeling is nu viermaal opengesteld. In 2023 zijn binnen de SDE++ «hekjes» geïntroduceerd om op dit moment relatief dure, maar op lange termijn noodzakelijke maatregelen voor kosteneffectieve CO2-reductie (zoals duurzame warmte) beter aan bod te laten komen. Er was in 2023 een openstellingsbudget van € 8 mld en er is voor € 16,3 mld subsidie aangevraagd. De uiteindelijk hoogte aan positieve beschikkingen is nog niet bekend. Door de gestegen energieprijzen waren de op basis van de SDE, SDE+ en SDE++ uitbetaalde bevoorschottingsbedragen zeer gering.

Voor maatregelen die kosteneffectief bijdragen aan CO2-reductie, maar die op dit moment niet onder de SDE++ vallen, is eveneens een specifiek perceel binnen het Klimaatfonds ingericht dat zich richt op de opschaling van hernieuwbare energiedragers, zoals waterstof. Over de uitwerking hiervan zal de Kamer geïnformeerd worden.

Leveringszekerheid en vulling gasopslag Bergermeer

Op 1 november 2023 waren de gasopslagen in Nederland voor 99,6% gevuld. Hiermee voldeed Nederland ruimschoots aan de Europese vulverplichting (73%), evenals aan de aanvullende kabinetsambitie (een gemiddelde minimale vulgraad van 90%). Dit was met name te danken aan marktpartijen. Zo werden bijvoorbeeld de gasopslagen Norg, Grijpskerk en PGI Alkmaar volledig gevuld. Daarnaast heeft EBN – in opdracht van EZK ‒ 14,1 TWh aan gas in gasopslag Bergermeer opgeslagen. Het kabinet was oorspronkelijk van plan een subsidiemaatregel voor marktpartijen in te zetten om het vullen van de gasopslag Bergermeer te stimuleren, maar heeft deze uiteindelijk niet ingezet. In mei 2024 kan het kabinet met zekerheid zeggen wat de vultaak van EBN gekost heeft. Naast de focus op de winter van 2023-2024 heeft het kabinet ook verder vooruitgekeken. In juni 2023 presenteerde het kabinet de visie gasopslagen (Kamerstuk 29 023, nr. 442). Hierin staan ook voor de langere termijn maatregelen aangekondigd om twee doelen te borgen:

  • 1. Het goed functioneren van verschillende typen gasopslagen met voldoende opslagcapaciteit en functionaliteit (invoersnelheid, onttrekkingssnelheid) om te voorzien in a) seizoensopslag, b) pieklevering en c) het balanceren van het net.

  • 2. Voldoende gas in deze verschillende typen gasopslagen om te voorzien in a) de seizoensvraag, b) de piekvraag en c) het balanceren van het net.

Monitoren en adviseren over betaalbaarheid energierekening tijdens energietransitie

De implementatie van het prijsplafond is in 2023 voorspoedig verlopen. De Tweede Kamer is elk kwartaal geïnformeerd over de voortgang en implementatie van het prijsplafond en de Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen (TTB). De geschillencommissie is gestart op 20 maart 2023 en heeft inmiddels in de eerste zaken van consumenten een uitspraak gedaan. Er is afgezien van een apart onderzoek naar prijsverschillen met buurlanden, omdat er al een onderzoek op dit vlak is uitgevoerd door de Belgische toezichthouder (openbaar), waardoor veel gegevens al beschikbaar zijn en onderzoek op dit moment nog niet nodig is. Gedurende 2023 is op verzoek van de Tweede Kamer afgewogen hoe om te gaan met de tijdelijke maatregelen ten aanzien van de betaalbaarheid van de energievoorziening na 2023. Uitkomst is dat de meeste tijdelijke crisismaatregelen niet verlengd worden na 2023. Beleid voor huishoudens met een lager inkomen, om te compenseren voor de huidige energieprijzen (die nog altijd een stuk hoger liggen dan voor de prijscrisis), verloopt grotendeels via generiek koopkracht- en armoedebeleid en is daardoor gerichter dan in 2023.

Uitwerking landspecifieke aanbevelingen (motie-Schouw)

De Europese Commissie heeft in 2020 een landspecifieke aanbeveling gedaan om investeringen toe te spitsen op de groene en digitale transitie, onder andere op de ontwikkeling van duurzame infrastructuur en het schoon en efficiënt opwekken en gebruiken van energie. Het kabinet erkent in zijn reactie dat een ambitieus klimaat- en energiebeleid en digitaliseringsbeleid essentieel is voor het toekomstige verdienvermogen van Nederland (brief van 5 juni 2020, Kamerstuk 21 501-20, nr. 1558). De ontwikkeling van duurzame infrastructuur is de inzet van het Programma Energiehoofdstructuur, waarin een nieuwe ruimtelijke planning van het energiesysteem wordt opgezet. Voor de ontwikkeling van het efficiënt opwekken van energie is de SDE+ in 2020 verbreed van hernieuwbare energieproductie naar CO2-reductie: de SDE++. Ook zijn er verschillende regelingen beschikbaar voor investeringen in innovatie voor de energietransitie. Daarnaast is er besloten om een Klimaatfonds op te richten, waarmee extra wordt geïnvesteerd in het behalen van de klimaatdoelen en er ook ruimte is gecreëerd voor investeringen in de ontwikkeling van de energie-infrastructuur voor de transitie en de opschaling van hernieuwbare energie.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting12

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

10.752.857

9.775.219

6.728.172

28.512.525

18.448.402

13.992.188

4.456.214

        

Uitgaven

2.925.027

3.674.944

3.388.161

8.880.062

7.707.014

15.971.667

‒ 8.264.653

        

Subsidies

1.664.641

2.160.036

3.038.234

4.912.846

5.725.251

15.204.206

‒ 9.478.955

Missiegedraven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)

57.589

40.675

54.508

59.862

66.176

64.234

1.942

Hernieuwbare Energietransitie (HER+)

26.535

38.427

25.539

29.610

31.114

45.440

‒ 14.326

Energie-efficiency

3.281

3.260

2.959

1.273

2.435

2.368

67

Green Deals

118

141

25

45

2.284

500

1.784

Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+)

42.139

33.605

53.144

71.256

49.777

93.188

‒ 43.411

Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS)

1.392

2.834

4.890

3.307

2.939

7.596

‒ 4.657

Projecten Klimaat en Energieakkoord

1.708

1.612

672

2.227

706

10.345

‒ 9.639

MEP

1.515

429

   

0

0

SDE

559.025

587.388

604.440

204.728

701

591.000

‒ 590.299

SDE+

706.742

1.192.654

1.932.881

666.705

397.600

2.835.661

‒ 2.438.061

SDE++

  

120

1.488

102.375

52.600

49.775

Aardwarmte

20.000

15.000

15.000

17.500

30.000

17.500

12.500

ISDE-regeling

84.368

101.383

112.141

249.518

510.696

387.200

123.496

Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)

40.313

110.083

172.739

  

0

0

Carbon Capture and Storage (CCS)

6.586

6.285

3.927

2.677

2.786

4.580

‒ 1.794

Subidieregeling Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties (EDS)

36

32

   

0

0

Hoge Flux Reactor

7.250

7.451

6.401

6.401

6.401

6.401

0

Elektrisch rijden

42

    

0

0

Caribisch Nederland

6.791

14.460

32.304

34.887

19.064

22.644

‒ 3.580

Overige subsidies

16.711

4.014

16.421

57.565

49.134

26.507

22.627

Opschalingsinstrument waterstof

    

2.150

21.100

‒ 18.950

Maatregelen voor CO2-reductie

82.500

303

   

0

0

Ombouw grootverbruikers

    

1.949

0

1.949

Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE)

  

19

496

 

4.000

‒ 4.000

Nationale co-financiering EU Innovation Fund

      

0

Subsidie ondersteuning verduurzaming mkb

  

104

8.424

655

15.800

‒ 15.145

Subsidieregeling Maatschappelijke Organisatie Klimaatakkoord (SMOK)

      

0

IPCEI waterstof

   

45

124.282

160.000

‒ 35.718

Vulmaatregelen gasopslag

    

67.921

633.250

‒ 565.329

Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI)

   

1.039

5.821

12.140

‒ 6.319

Schadeafhandeling mijnbouw Limburg

    

27

3.337

‒ 3.310

Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS)

    

78

130.000

‒ 129.922

NGF-project NieuweWarmteNu!

    

10.153

75.000

‒ 64.847

Tegemoetkoming energieprijzen 2022

   

3.123.553

9.366

0

9.366

Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

   

370.240

3.668.290

9.748.495

‒ 6.080.205

Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten

     

0

0

Tegemoetkomin blokaansluitingen

    

496.880

0

496.880

Uitbreiding ontwikkelfonds energiecoöperaties warmteprojecten

    

26.791

0

26.791

Investeringen waterstofbackbone

    

36.700

233.320

‒ 196.620

NGF-project circulaire zonnepanelen

     

0

0

Geothermie (Klimaatfonds)

     

0

0

Ondersteuning Energiehubs

     

0

0

Kwaliteitsbudget energieprojecten

     

0

0

Energiecoörperaties en burgerbetrokkenheid energietransitie (SE)

     

0

0

        

Leningen

3.000

4.000

5.000

1.061.400

83.800

9.000

74.800

Lening Pallas

     

0

0

Lening EBN

3.000

4.000

5.000

61.400

19.000

9.000

10.000

Lening EBN voor vullen Bergermeer

   

1.000.000

 

0

0

Lening InvestNL

    

64.800

0

64.800

        

Garanties

0

4.475

0

0

0

0

0

Verliesdeclaratie aardwarmte

 

4.475

   

0

0

        

Opdrachten

6.718

20.845

10.570

16.236

34.309

81.700

‒ 47.391

Onderzoek mijnbouwbodembeweging

1.937

1.938

2.515

2.552

1.352

3.410

‒ 2.058

SodM onderzoek

 

1.059

1.193

1.153

1.781

2.500

‒ 719

Joint Implementation

1.368

    

0

0

Uitvoeringsagenda Klimaat

288

203

163

320

275

473

‒ 198

Klimaat mondiaal

120

275

156

139

330

347

‒ 17

Onderzoek en opdrachten

3.005

17.370

6.543

12.072

23.056

41.690

‒ 18.634

Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER)

    

7

15.280

‒ 15.273

Energiehulp Oekraïne

    

7.508

18.000

‒ 10.492

        

Bijdrage aan agentschappen

75.957

84.148

89.683

106.102

140.635

117.894

22.741

Bijdrage RVO.nl

66.634

71.171

77.196

90.998

119.398

92.134

27.264

Bijdrage Rijksdienst Digitale Infrastructuur (RDI)

 

397

882

4.002

4.621

7.492

‒ 2.871

Bijdrage NEa

5.962

8.766

7.117

7.197

12.843

13.030

‒ 187

Bijdrage KNMI

1.419

1.437

2.047

1.424

1.872

1.430

442

Bijdrage NVWA

703

703

841

846

 

914

‒ 914

Bijdrage RIVM

     

1.061

‒ 1.061

Bijdrage RWS

1.239

1.674

1.600

1.635

1.901

1.833

68

Bijdrage ILT

     

0

0

        

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

142.831

128.307

125.186

134.579

148.464

146.393

2.071

Doorsluis COVA-heffing

110.088

94.845

89.426

96.233

104.973

111.000

‒ 6.027

TNO kerndepartement

31.637

32.547

34.688

36.965

41.718

33.602

8.116

TNO-SodM

1.106

915

1.072

1.381

1.773

1.791

‒ 18

        

Bijdrage aan medeoverheden

15.978

8.971

19.020

13.236

367.187

399.700

‒ 32.513

Uitkoopregeling

15.978

8.971

19.020

2.454

2.749

0

2.749

Regeling toezicht energiebesparingsplicht

   

10.732

12.858

13.200

‒ 342

Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden

   

50

351.580

386.500

‒ 34.920

        

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

10.800

10.446

33.578

9.110

9.344

12.774

‒ 3.430

Nuclear Research Group (NRG)

9.008

9.207

32.094

7.789

8.194

7.930

264

Internationale contributies

1.792

1.239

1.484

1.321

1.150

1.681

‒ 531

PBL Rekenmeesterfunctie

     

2.156

‒ 2.156

ILT handhaving F-gassen

     

1.007

‒ 1.007

        

Stortingen begrotingsreserves

1.005.102

1.253.716

66.890

2.626.555

1.198.024

0

1.198.024

Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie

993.682

1.253.716

66.333

2.626.555

1.198.024

0

1.198.024

Storting begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie

11.000

    

0

0

Storting in begrotingsreserve aardwarmte

420

 

557

  

0

0

        

Ontvangsten

2.390.399

3.738.266

4.346.787

6.819.604

2.407.827

4.505.077

‒ 2.097.250

Ontvangsten COVA

110.088

94.845

89.426

96.233

104.973

111.000

‒ 6.027

Opbrengst heffing ODE (SDE++)

1.631.970

2.542.250

3.077.606

2.825.906

259.779

225.000

34.779

Ontvangsten zoutwinning

2.399

2.391

2.412

3.288

2.536

2.511

25

Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie

78.000

236.020

259.886

1.576.186

454.186

454.186

0

ETS-ontvangsten

440.136

441.408

893.987

1.135.862

1.281.353

1.400.000

‒ 118.647

Onttrekking begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie

115.790

395.210

    

0

Diverse ontvangsten

12.016

26.142

23.470

116.007

241.535

12.380

229.155

Ontvangsten lening EBN Bergermeer

   

1.002.656

 

2.300.000

‒ 2.300.000

Opbrengsten tenders Wind op Zee

   

63.465

63.465

0

63.465

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

X Noot
2

NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, de suppletoire begroting Prinsjesdag, de tweede suppletoire begroting, de tweede en de derde incidentele suppletoire begrotingen en de slotwet. De reden hiervoor is dat in het jaarverslag de ISB's, die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting, niet zijn opgeteld bij de stand vastgestelde begroting. Bij de eerste suppletoire begroting, de suppletoire begroting Prinsjesdag, de tweede suppletoire begroting, de tweede en de derde incidentele suppletoire begrotingen en de Slotwet is dat wel het geval. In de suppletoire begroting Prinsjesdag en de tweede suppletoire begroting bevat de stand vastgestelde begroting alle suppletoire begrotingen en ISB’s voorafgaand aan het stuk. Bij het jaarverslag is dat niet het geval.

Tabel 23 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting12

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

10.752.857

9.775.219

6.728.172

28.512.525

18.448.402

13.992.188

4.456.214

waarvan garantieverplichtingen

0

0

8.250

799.000

140.000

44.200

95.800

waarvan overige verplichtingen

10.752.857

9.775.219

6.719.922

27.713.525

18.308.402

13.947.988

4.360.414

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

X Noot
2

NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, de suppletoire begroting Prinsjesdag, de tweede suppletoire begroting, de tweede en de derde incidentele suppletoire begrotingen en de slotwet. De reden hiervoor is dat in het jaarverslag de ISB's, die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting, niet zijn opgeteld bij de stand vastgestelde begroting. Bij de eerste suppletoire begroting, de suppletoire begroting Prinsjesdag, de tweede suppletoire begroting, de tweede en de derde incidentele suppletoire begrotingen en de Slotwet is dat wel het geval. In de suppletoire begroting Prinsjesdag en de tweede suppletoire begroting bevat de stand vastgestelde begroting alle suppletoire begrotingen en ISB’s voorafgaand aan het stuk. Bij het jaarverslag is dat niet het geval.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen

Garantieverplichtingen

Garantieregeling aardwarmte

Voor de garantieregeling aardwarmte zijn in 2023 geen garantieverplichtingen afgegeven, zodat het gehele garantieplafond van € 44,2 mln niet is benut.

Garantstelling lening COVA

De garantstelling aan de Stichting COVA is eind 2023 met € 140 mln verhoogd voor de herfinanciering van een lopende lening aan COVA binnen het afgesproken leenplafond van € 1,465 mld. In 2023 heeft COVA € 165 mln aan leningen afgelost. Op 31 december 2023 was het saldo van de leningen daarmee € 25 mln lager dan een jaar eerder.

Overige verplichtingen

Het hogere bedrag aan overige verplichtingen (€ 4,0 mld) heeft een aantal oorzaken. De belangrijkste hiervan zijn (van groot naar klein, bedragen boven de € 10 mln):

Verhogingen

  • Voor het prijsplafond energieleveranciers 2023 is in het voorjaar van 2023 € 6.667 mln verplichtingenbudget aan de EZK-begroting toegevoegd, in de tweede suppletoire begroting nog eens € 83 mln. Hierop is in 2023 uiteindelijk voor een bedrag van € 6.755,9 mln administratief vastgelegd als maximaal aangegane betalingsverplichting. Gedurende het jaar zijn de kasuitgaven voor deze regeling neerwaarts bijgesteld als gevolg van dalende energieprijzen. Dit is mede vanwege de grote onzekerheid omtrent de energieprijzen niet gedaan voor de aangegane verplichtingen.

  • Door de hoge energieprijzen is, net als in 2022, ook in 2023 veel minder bevoorschot op de SDE, SDE+, SDE++, HER+ en ISDE dan geraamd. De ongebruikte middelen binnen het SDE-domein zijn in hun geheel in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort. Omdat elke storting ook een verplichting is, heeft dit geleid tot een additionele realisatie op het verplichtingenbudget van € 1.198,0 mln (zie ook bij Uitgaven).

  • De subsidie voor de aanleg van de waterstofbackbone zou oorspronkelijk in 2022 verstrekt worden, maar dit is uiteindelijk niet gelukt. Daarom is het verplichtingenbudget 2023 hiertoe opgehoogd en is uiteindelijk een verplichting gerealiseerd van € 745,8 mln.

  • Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden: omdat RVO de verplichtingen voor de Specifieke Uitkeringen (SPUK's) naar de medeoverheden ter financiering van de uitvoering van hun klimaatbeleid in 2023 in één keer is aangegaan voor de periode 2023-2025, is een schuif van verplichtingenbudget van € 675 mln van 2025 naar 2023 doorgevoerd. Uiteindelijk is € 661,8 mln meer verplicht dan oorspronkelijk geraamd.

  • Samenhangend met het prijsplafond is voor eigenaren van woningen die een blokaansluiting hebben in 2023 de regeling Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluiting (TTB) opengesteld en is hiervoor € 861,3 mln verplichtingenbudget (inclusief € 11,3 mln aan uitvoeringskosten) aan de EZK-begroting toegevoegd. Het bedrag aan aangevraagde subsidies bleek gedurende 2023 mee te vallen: uiteindelijk is voor € 517,9 mln aan subsidies verleend.

  • Op het verplichtingenbudget voor de vulmaatregelen gasopslag is sprake van een overschrijding van € 520,4 mln, omdat in de Ontwerpbegroting nog geen rekening gehouden was met het verstrekken van de subsidie aan EBN voor het vullen van de gasopslag in Bergermeer.

  • Het eerste nadeelcompensatiebesluit ten aanzien van de tijdelijke productiebeperking kolencentrales is in 2023 genomen. Dit betreft de toekenning van € 331,8 mln aan compensatie voor het nadeel dat RWE heeft geleden als gevolg van de productiebeperking. Met deze toekenning was bij Ontwerpbegroting 2023 nog geen rekening gehouden. De Tweede Kamer gis hierover eïnformeerd in Kamerstuk 35 668, nr. 51.

  • Gelet op de grote vraag naar subsidies voor warmtepompen en isolatiemaatregelen is het subsidieplafond van de InvesteringsSubsidie Duurzame Energie (ISDE) in 2023 fors verhoogd. Het oorspronkelijke verplichtingenbudget voor de ISDE-regeling is met € 148,7 mln overschreden, omdat er veel meer subsidieaanvragen zijn ingediend dan oorspronkelijk geraamd. Het grootste deel van de overschrijding (€ 109,9 mln) is uit het Klimaatfonds gefinacierd.

  • Aardwarmte: EBN heeft in 2023 ter financiering van de hogere kosten van het SCAN-programma een aanvullende subsidie ontvangen van € 50 mln. Dit is gedekt uit de SDE++-middelen.

  • Het oorspronkelijke verplichtingenbudget voor de Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+) is met € 49,9 mln overschreden. Bij Voorjaarsnota 2023 zijn bedragen toegevoegd vanuit artikel 2 van de EZK-begroting (€ 33,6 mln voor de TSE-Industrie) en vanuit de BZK-begroting (€ 9 mln voor Aardgasvrije wijken). Daarnaast is verplichtingenbudget toegevoegd omdat een aantal verplichtingen uit de openstelling 2022 pas in 2023 verplicht zijn.

  • Overige subsidies: het grootste deel van de overschrijding van het verplichtingenbudget voor overige subsidies wordt veroorzaakt doordat in navolging van de motie-Grinwis/Erkens budget is toegevoegd voor de Correctieregeling duurzame warmte. Hierop is uiteindelijk voor € 48,1 mln aan verplichtingen aangegaan.

  • Het verplichtingenbudget voor het programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER) is bij de 1e suppletoire begroting opgehoogd met de onbenutte middelen 2022. Met dit budget heeft Rijkswaterstaat opdracht gekregen om werkzaamheden voor het OER-programma uit te voeren. Uiteindelijk is hierdoor het oorspronkelijke budget met € 28,6 mln overschreden.

  • Bijdrage RVO: op het uitvoeringsbudget van RVO is € 27,3 mln meer verplicht dan oorspronkelijk begroot. Zie voor een toelichting op deze overschrijding onder 'Bijdragen aan agentschappen'.

  • Uitbreiding ontwikkelfonds energiecoöperaties warmteprojecten: bij 2e suppletoire begoring is budget hiervoor toegevoegd aan het begrotingsartikel. Er is voor € 26,8 mln aan verplichtingen aangegaan.

  • Onderzoek en opdrachten (+18,3 mln): vanuit het Klimaatfonds zijn middelen toegevoegd voor diverse uitgaven op het gebied van kernenergie, zoals voor de nieuwbouw van kerncentrales en de bedrijfsduurverlenging van de kerncentrale in Borssele. Daarnaast zijn middelen toegvoegd voor de Commissie Mijnbouwschade. Per saldo is het verplichtingenbudget daardoor met € 18,3 mln overschreden.

  • TNO Kerndepartement (+12,6 mln): door aanvullend onderzoek door zowel TNO-Energietransitie als TNO-AGE is het verplichtingenbudget met € 12,6 mln overschreden.

Verlagingen

  • Het verplichtingenbudget dat voor de SDE++-regeling beschikbaar was bedroeg € 11,5 mld. Hierop is in 2023 uiteindelijk € 5.411,1 mln verplicht, waarvan € 3.533,1 mln betrekking had op de openstelling 2022 en € 1.878,0 mln op de openstelling 2023. De onderschrijding van het verplichtingenbudget van € 6.089,4 mln wordt vooral veroorzaakt doordat in 2023 minder verplichtingen zijn aangegaan op de openstelling 2023: gepland was dat de verplichtingen voor deze openstelling in hun geheel in 2023 zouden worden aangegaan.

  • Het verplichtenbudget van de regeling Opschaling waterstof is met € 249,9 mln onderschreden, omdat de beschikkingen op basis van de openstelling 2023 niet meer in 2023 verstrekt konden worden. Reden hiervoor is dat de regeling pas op 14 december 2023 gesloten is en vanwege de behandeltermijn bij RVO de eerste beschikkingen pas in het eerste kwartaal van 2024 afgegeven kunnen worden.

  • Het verplichtingenbudget van de IPCEI Waterstof laat een onderschrijding zien van € 199 mln, omdat de beschikkingen voor de vierde golf, anders dan geraamd, pas in 2024 zullen worden afgegeven.

  • Het verplichtingenbudget van de regeling Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) laat een onderschrijding zien van € 117,4 mln. In 2023 is in totaal voor € 248 mln subsidie aangevraagd. Na grondige toetsing is er in 2023 voor € 82,7 mln verplichtingen aangegaan voor subsidie aan verschillende aanvragers. De prognose is dat er voor nog ca. € 45-50 mln aan verplichtingen zal worden aangegaan in de eerste maanden van 2024. Een deel van de lagere realisatie is daarom te verklaren door het feit dat een groot deel van de toe te zeggen subsidies over de jaargrens heen zijn geschoven. Een ander deelvan de onderuitputting is te verklaren door het feit dat RVO de aanvragen streng toetst op doelmatigheid.

  • Op het verplichtingenbudget van de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) is € 78,5 mln minder verplicht dan geraamd, omdat RVO er niet in geslaagd is om alle subsidieaanvragen op tijd te behandelen, ondanks dat er veel meer subsidieaanvragen in 2023 zijn ingediend dan in 2022.

  • Op het verplichtingenbudget van de SDE+ is sprake van een onderschrijding van € 48,9 mln, mede omdat voor het flankerend beleid Wind op Zee omvangrijke budgetten zijn overgeheveld naar de ministeries van IenW en LNV en naar artikel 40 van de EZK-begroting.

  • Op het verplichtingenbudget van het vanuit het Nationaal Groei Fonds (NGF) gefinancierde project Nieuwe|WarmteNu! Is er een onderuitputting van € 35,3 mln, omdat de behandeling van subsidieaanvragen door RVO vertraging heeft opgelopen.

  • Op de in-kind leveringen aan Oekraïne van goederen die bijdragen aan het herstel van de energie-infrastructuur in Oekraïne is € 10,5 mln niet uitgegeven, omdat deze leveringen afhankelijk zijn van meerdere externe factoren, waardoor het proces van daadwerkelijke levering lang kan duren voordat een traject afgerond is. Hierdoor is het niet gelukt om de voor 2023 beschikbare budget te besteden.

  • Op de Subsidieregeling ondersteuning Verduurzaming MKB (SVM) is sprake van een onderschrijding van het verplichtingenbudget van € 15,1 mln, omdat er nauwelijks subsidieaanvragen zijn ingediend.

  • Regeling toezicht energiebesparingsplicht (-€ 13,2 mln): het voor deze regeling beschikbare verplichtingenbudget 2023 is niet gebruikt, omdat in 2022 al voor de periode 2023 tot en met 2026 de Specifieke Uitkeringen aan de betrokken medeoverheden in één keer zijn toegekend.

  • Het verplichtingenbudget voor Projecten Klimaatakkoord is met € 10,1 mln verlaagd als gevolg van overheveling van budget naar artikel 40 voor de intensivering van de campagne Zet Ook De Knop Om (€ 7,5 mln) en een budgetoverheveling naar de begroting van het Ministerie van IenW als bijdrage aan het Nationaal Klimaat Platform (€ 2,4 mln).

Uitgaven

Subsidies

Hernieuwbare Energietransitie (HER+)

Op de HER+ is € 14,3 mln minder uitgegeven dan begroot, vooral door lagere uitbetalingen op de openstellingen tot en met 2023 en het doorschuiven van subsidieprojecten van 2023 naar 2024.

Demonstratieregeling Klimaat- en Energie-innovatie (DEI+)

De uitgaven voor de DEI+ zijn € 43,4 mln lager uitgevallen dan oorspronkelijk begroot, onder andere omdat een kasschuif heeft plaatsgevonden van € 18,3 mln van 2023 naar 2024 tot en met 2027. Daarnaast kan een deel van de onderuitputting worden verklaard doordat projecten zijn vertraagd en uitgevallen.

Projecten Klimaatakkoord (-€ 9,6 mln)

Zie voor de toelichting van de lagere uitgaven (€ 9,6 mln) bij Verplichtingen.

SDE

Door de hoge energieprijzen in 2023 was de onrendabele top van veel energieprojecten veel kleiner dan waar in de begroting rekening gehouden was, zodat op deze projecten veel minder subsidie uitbetaald hoefde te worden. Dit alles heeft geleid tot een lagere realisatie op het SDE-budget van € 590,3 mln. Hiervan is in 2023 € 365 mln ingezet ter financiering van het energiepakket van het kabinet Rutte-IV (waaronder de uitgaven voor het tijdelijk prijsplafond kleinverbruikers). Het restantbedrag van de onderuitputting is in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort.

SDE+

Evenals bij de SDE is hier sprake van een veel lagere realisatie (€ 2.438,1 mln) dan waar bij de Ontwerpbegroting 2023 rekening was gehouden. Ook hier is een belangrijke oorzaak dat de hoge energieprijzen geleid hebben tot veel lagere subsidievoorschotten. Daarnaast is in 2023 € 929 mln ingezet ter financiering van het energiepakket van het kabinet Rutte-IV, is € 500 mln overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Financiën ter financiering van de kapitaalversterking van Stedin en hebben er in het kader van het flankerend beleid voor Wind op Zee diverse overhevelingen van budget naar andere departementen plaatsgevonden. Het volledige bedrag van de resterende onderuitputting is in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort.

SDE++

De realisatie op het SDE++-budget is € 49,8 mln hoger uitgevallen, omdat de betaling aan Denemarken voor de statistische overdracht die in 2022 gepland stond pas in 2023 heeft plaatsgevonden. Op de SDE++-regeling zelf zijn geen kasuitgaven gedaan.

Aardwarmte

Om de versnelling en ontwikkeling van aardwarmte mogelijk te maken, is € 12,5 mln extra subsidie aan EBN verleend voor het SCAN project waarin de kennis van de ondergrond verder wordt uitgebreid.

ISDE-regeling

Op de ISDE-regeling is meer uitgegeven dan oorspronkelijk geraamd, omdat bij 2e suppletoire begroting 2023 € 140 mln vanuit het Klimaatfonds voor het Nationaal Isolatie Programma (NIP) aan het ISDE-budget is toegevoegd. De uiteindelijke meeruitgaven bedroegen € 123,5 mln.

Overige subsidies

Aan overige subsidies is € 22,6 mln meer uitgegeven dan oorspronkelijk geraamd, omdat op basis van de motie Grinwis-Erkens vanuit het Klimaatfonds budget is toegevoegd voor de Correctieregeling duurzame warmte. Dit heeft geleid tot € 28,9 mln hogere uitgaven. Hier tegenover staan echter lagere uitgaven voor het WarmtelinQ-project (€ 7,9 mln).

Opschalingsinstrument waterstof

Op het opschalingsinstrument waterstof is € 19 mln minder uitgegeven dan geraamd, omdat de openstelling van de Subsidieregeling Opschaling volledig hernieuwbare waterstofproductie via elektrolyse (OWE) vertraagd is, waardoor de eerste beschikkingen hiervoor pas in 2024 worden afgegeven. Er is alleen een voorschot van € 2,15 mln verleend aan de gemeente Hoogeveen voor een pilot met een waterstofwijk in deze gemeente.

Subsidie ondersteuning verduurzaming MKB (SVM)

De SVM is in juli 2022 tijdelijk stopgezet omdat er signalen waren van oneigenlijk gebruik van de regeling. Na aanpassing van de regeling is deze in 2023 opnieuw opengesteld, maar er bleek uiteindelijk weinig belangstelling vanuit het mkb voor de regeling te bestaan. Hierdoor is het oorspronkelijk voor 2023 beschikbare kasbudget voor een groot deel (€ 15,1 mln) niet besteed.

IPCEI Waterstof

Op het budget voor de Important Projects of Common European Interest Waterstof is € 35,7 mln minder uitgegeven dan oorspronkelijk geraamd. Voor golf 1 (thema technologie) is € 5,1 mln minder uitgegeven en voor golf 3 (thema import en opslag) € 50 mln, omdat het Europese traject voor deze golf niet in 2023 afgerond is. Voor golf 2 (thema waterstofproductie door elektrolyse) is juist € 19,7 mln meer uitgegeven dan geraamd, omdat er in de loop van 2023 budget is toegevoegd vanuit de Klimaatfondsmiddelen.   

Vulmaatregelen gasopslag

Aan de vulmaatregelen voor de gasopslagen is uiteindelijk € 565,3 mln minder uitgegeven dan geraamd, omdat openstelling van een regeling (naast de aan EBN verstrekte subsidie) uiteindelijk niet nodig bleek en ook de uitgaven voor de EBN-subsidie door gunstige marktomstandigheden veel lager zijn uitgevallen.

Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS)

Op het voor de WIS beschikbare kasbudget is uiteindelijk vrijwel niets bevoorschot, omdat het kasritme dat in de begroting 2023 stond niet meer passend bleek. In de uitwerking van de regeling is, samen met de uitvoerder RVO, een nieuw kasritme vastgesteld op basis van een mijlpalenbegroting van de aanvragers. Dit ritme is nog niet verwerkt in de begroting en dit verklaart het grote verschil tussen wat er is uitgegeven en wat er begroot was.

NGF-project NieuweWarmteNu!

Op het voor het NGF-project NieuweWarmteNu! geraamd kasbudget is uiteindelijk € 64,8 mln minder uitgegeven, omdat het kasritme waar in de begroting 2023 van was uitgegaan niet meer passend bleek. Na overleg met de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) bleek dat het ritme van de uit te betalen subsidievoorschotten meer verspreid over de jaren moest zijn dan oorspronkelijk werd gedacht. Er stond te veel budget begroot in 2023, daarom is een groot deel van dit budget met een kasschuif in 2023 naar latere jaren geschoven.

Tegemoetkoming energieprijzen 2022

Voor nabetalingen op de regeling Compensatie Energieverbruik Kleinverbruikers 2022 is in het najaar van 2023 budget toegevoegd aan de EZK-begroting. Op de regeling is in 2023 nog € 9,4 mln uitbetaald.

Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

Op het Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 is € 6.080,2 mln minder uitgekeerd dan geraamd, omdat de kosten van de regeling door de in 2023 gedaalde energieprijzen uiteindelijk bleken mee te vallen.

Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen

Bij 1e suppletoire begroting 2023 is € 850 mln budget aan de EZK-begroting toegevoegd (zie bij Verplichtingen). Hierop is uiteindelijk € 496,9 mln aan subsidievoorschotten uitbetaald.

Uitbreiding ontwikkelfonds energiecoöperaties warmteprojecten

Bij 2e suppletoire begroting 2023 is budget aan artikel 4 van de EZK-begroting toegevoegd voor een pilot voor de uitbreiding van het ontwikkelfonds voor energiecoöperaties die zich richten op warmteprojecten. Hierop is € 26,8 mln uitbetaald. Zie ook bij Verplichtingen.

Investeringen waterstofbackbone

Op het voor de subsidie voor de aanleg van de waterstofbackbone beschikbare kasbudget is € 196,6 mln minder bevoorschot dan geraamd, omdat het bevoorschottingsritme in de loop van 2023 met een kasschuif in lijn is gebracht met de werkelijke kasbehoefte per jaar zoals opgenomen in de afgegeven subsidiebeschikking.

Leningen

Lening EBN

Om de verdere uitrol van CCS te versnellen, is een marktconforme lening aan EBN verstrekt om deel te nemen aan de ontwikkeling van de opslaglocaties behorende bij de opstartfase van het Aramis-project. Hierdoor is in 2023 € 10 mln meer uitgegeven dan eerder geraamd.

Lening InvestNL

Voor het verstrekken van een lening aan InvestNL is € 65 mln aan het leningenbudget toegevoegd vanuit de SDE-middelen. De lening is bedoeld om het bedrijf SIF, dat zich richt op offshore funderingen van windmolens, te ondersteunen. Aan InvestNL is hiervoor een lening van € 64,8 mln verstrekt en uitbetaald.

Opdrachten

Onderzoek en opdrachten

De lagere realisatie op dit onderdeel (€ 18,6 mln) is met name veroorzaakt door lagere uitgaven voor het onderzoek naar de nieuwbouw van kerncentrales, projecten in het kader van de Rijkscoördinatieregeling en meevallers in de kosten van juridische procedures rond de productiebeperking van de kolencentrales.

Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER)

De lage realisatie op het OER-programma wordt vooral veroorzaakt doordat in 2023, anders dan geraamd, geen voorschot is verleend aan Rijkswaterstaat (RWS) voor de opdracht die was verstrekt voor de uitvoering van werkzaamheden voor het RWS-areaal voor het OER-programma.

Energiehulp Oekraïne

Zie toelichting bij Verplichtingen.

Bijdragen aan agentschappen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Aan uitvoeringskosten van RVO is in 2022 in totaal € 27,3 mln meer uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Deze hogere uitgaven worden voornamelijk veroorzaakt door:

  • De toevoeging van loon- en prijsbijstelling 2023 (€ 4,7 mln).

  • Het doorschuiven van niet-besteed uitvoeringsbudget voor Klimaatfondsregelingen van 2022 naar 2023 (€ 2 mln).

  • De terugbetaling van € 8,1 mln door RVO van het teveel betaalde voorschot over 2022, dit bedrag is gebruikt om het tekort 2023 deels te dekken.

  • Bijdragen vanuit artikel 2 (€ 0,9 mln) voor de uitvoering van de TSE-Industrie en de DEI+-Industrie.

  • Overheveling door BZK van budget (€ 0,6 mln) voor de uitvoering van de TSE/Gebouwde omgeving en de DEI+/Aardgasvrije wijken.

  • Overheveling vanuit andere beleidsbudgetten op artikel 4 om resterende budgettaire knelpunten in de uitvoering te dekken.

Bijdragen aan medeoverheden

Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden

Op het budget voor de Specifieke Uitkeringen (SPUK's) aan medeoverheden ter financiering van hun uitvoeringskosten op het gebied van klimaat is € 34,9 mln minder bevoorschot dan geraamd, omdat het totale bedrag aan SPUK's die over de periode 2024-2026 verleend zijn lager is uitgevallen dan begroot.

Stortingen begrotingsreserves

Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie

De volledige onderuitputting op de voor de SDE, SDE+, SDE++, HER+ en ISDE beschikbare budgetten (€ 1.198,0 mln) is aan de reserve duurzame energie en klimaattransitie toegevoegd.

Ontvangsten

Opbrengst heffing ODE (SDE+)

De energiebelasting (EB) en de ODE worden gecombineerd door de Belastingdienst geïnd. De verdeling naar EB en ODE vindt plaats op basis van verdeelsleutels. In december 2023 zijn de verdeelsleutels voor de tariefjaren 2020 tot en met 2022 opnieuw berekend. Op basis hiervan zijn de ontvangsten van deze tariefjaren opnieuw verdeeld. Dit heeft per saldo geleid tot een verhoging van de ontvangsten van de ODE ten nadele van de EB. Omdat met deze ontwikkeling geen rekening was gehouden in de Ontwerpbegroting 2023, vallen de ODE-ontvangsten hierdoor € 34,8 mln hoger uit dan geraamd.

Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie

Zoals in het coalitieakkoord van het kabinet Rutte-III is afgesproken zal in de periode 2023-2028 totaal € 1.700 mln aan de reserve duurzame energie en klimaattransitie worden onttrokken en toegevoegd aan het SDE++-budget. Hiervan heeft € 450 mln betrekking op het jaar 2023. Daarnaast is € 4,2 mln onttrokken ter financiering van de kasgevolgen in 2023 van het amendement-Sienot (ophoging SCE-regeling met € 67 mln naar € 100 mln).

ETS-Ontvangsten

Aan ETS-ontvangsten is in 2023 € 118,6 mln minder gerealiseerd dan oorspronkelijk begroot. Voor de ETS-ontvangsten is bij Ontwerpbegroting 2023 een inschatting gemaakt op basis van de verwachte prijs van CO2-emissierechten. De ETS-ontvangsten zijn afhankelijk van de marktprijs van ETS-emissierechten op de veiling. Voor de raming wordt gebruik gemaakt van een schatting van deze prijs. De prijs is in werkelijkheid variabel; dat verklaart het verschil tussen de geraamde en daadwerkelijke ETS-ontvangsten.

Diverse ontvangsten

Het bedrag aan diverse ontvangsten is € 229,2 mln hoger dan begroot, omdat ontvangers van SDE- en SDE+-subsidie in 2023 voorschotten die in 2022 en eerder uitbetaald waren hebben teruggestort naar RVO.

Ontvangsten lening EBN Bergermeer

Bij het verstrekken van de lening aan EBN werd ervan uitgegaan dat de lening in 2023 zou worden afgelost. De lening is echter (met rente) al in december 2022 door EBN terugbetaald. Daarom is het voor 2023 geraamde bedrag van de terugbetaling (€ 2,3 mld) niet gerealiseerd.

Ontvangsten tenders Wind op Zee

Voor wind op zee is in totaal € 63,5 mln aan ontvangsten gerealiseerd waar bij Ontwerpbegroting geen rekening mee gehouden was. Dit betreft de opbrengst van de in 2022 uitgeschreven tender voor het windpark Hollandse Kust West (kavel 6).

Toelichting op de begrotingsreserves

Tabel 24 Stand begrotingsreserves per 31 december 2023 (bedragen x € 1.000)
  

Waarvan juridisch verplicht

Begrotingsreserve Aardwarmte

17.976

100%

Begrotingsreserve Duurzame Energie en Klimaattransitie

5.773.437

100%

Begrotingsreserve aan NRG verstrekte leningen

6.600

0%

De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor deze regeling meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten en uitgaven op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO) die wordt gestort in de begrotingsreserve. In 2023 zijn er geen nieuwe verliesdeclaraties op basis van de garantieregeling bij RVO ingediend en zijn ook geen nieuwe garanties afgegeven, zodat er ook geen provisie-inkomsten zijn geweest. Gelet op de uitstaande garanties is de gehele reserve benodigd om mogelijke verliesdeclaraties op te kunnen vangen en is daarmee voor 100% juridisch verplicht.

De begrotingsreserve Duurzame Energie en Klimaattransitie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij projecten waaraan reeds subsidie is toegekend en reeds verplichte projecten die niet tot uitvoering komen en door andere projecten worden vervangen met het oog op het bereiken van de doelstelling voor duurzame energieproductie of CO2-reductie. Het gaat hier om middelen ten behoeve van de MEP, SDE, SDE+, SDE++, ISDE en de HER+. Via de begrotingsreserve blijven de middelen beschikbaar tot het moment dat ze alsnog zullen worden uitbetaald. In 2023 is € 1.198,0 mln in de reserve gestort en € 454,2 mln aan de reserve onttrokken, zodat het saldo van de reserve met € 743,8 mln is toegenomen.

Tabel 25 Specificatie stortingen/onttrekkingen begrotingsreserve Duurzame Energie en Klimaattransitie (bedragen x € 1 mln)1
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Totaal

Juridisch verplicht

SDE+

59

134

204

282

281

523

903

1.146

33

2.577

468

6.610

100%

SDE++

        

0

92

730

822

100%

MEP

23

16

2

0

34

‒ 2

0

0

   

73

0%

SDE

143

220

297

191

63

16

91

107

14

‒ 43

0

1.100

100%

Onttrekking reserve t.b.v. ophoging ISDE-MKB (amendement-Mulder)

       

‒ 100

   

‒ 100

100%

Onttrekking reserve t.b.v. financiering Urgenda 2.0-pakket

       

‒ 63

‒ 236

  

‒ 299

100%

Onttrekking reserve op basis van Regeerakkoord Rutte-III

          

‒ 450

‒ 450

100%

Onttrekking reserve op basis van Regeerakkoord Rutte-IV

         

‒ 1.572

 

‒ 1.572

100%

Onttrekking t.b.v. financiering ophoging SCE (amendement Sienot)

        

‒ 4

‒ 4

‒ 4

‒ 13

100%

tijdelijke onttrekking

  

‒ 20

‒ 77

‒ 77

‒ 73

‒ 78

‒ 73

   

‒ 398

100%

Totaal2

225

369

483

396

301

465

916

1.018

‒ 194

1.050

744

5.773

100%

X Noot
1

Bedragen onder de € 0,5 mln zijn in het overzicht rekenkundig afgerond naar nul.

X Noot
2

Inclusief afrondingsverschillen.

Eind 2023 bedraagt de stand van de reserve € 5.773,4 mln. Daarvan is 100% juridisch verplicht. Bij de huidige inzichten is de in de meerjarencijfers beschikbare uitgavenruimte voorlopig toereikend voor de kasuitloop van de afgegeven beschikkingen.

Tabel 26 Ontwikkeling begrotingsreserve Duurzame Energie en Klimaattransitie (bedragen x € 1 mln)

Stand 1/1/2023

5.773,4

– Geplande onttrekking 2023-2035 (ophoging budget postcoderoosregeling/amendement-Sienot)

‒ 50,2

– Geplande onttrekking 2023-2028 (toevoeging aan SDE+-budget)

‒ 1.250,0

Resterend voor SDE/SDE+/SDE++-beschikkingen

4.473,2

De middelen in de begrotingsreserve risicopremie NRG zullen worden aangesproken als NRG – al dan niet tijdelijk – (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de in 2014 afgesloten leningsovereenkomst. De lening heeft een looptijd tot 1 juli 2023. Deze reserve betreft uitsluitend een zekerstelling binnen de rijksbegroting. Derden kunnen geen beroep op deze middelen doen en daarmee zijn de middelen op deze reserve niet juridisch verplicht.

In onderstaande tabel wordt weergegeven wat de realisatie is van de klimaatuitgaven van de bij het Klimaatakkoord betrokken departementen (EZK, LNV, BZK, IenW en FIN). In antwoord op het onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de overzichten van de klimaatuitgaven in de begroting, de Klimaatnota en de Miljoenennota is in de Ontwerpbegroting 2024 een verbeterslag gemaakt op basis van heldere criteria wat klimaatuitgaven zijn. Dit verbeterde overzicht van klimaatuitgaven zal de basis vormen voor het overzicht van de realisatie op de klimaatuitgaven in het jaarverslag over 2024.

Tabel 27 Overzicht maatregelen in het kader van het klimaatbeleid1(bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Begroting 2023

Verschil

ELEKTRICITEIT

2.565.095

3.248.580

2.849.125

3.911.218

2.367.472

4.123.037

‒ 1.755.565

MEP (EZK, art. 4)

1.515

429

   

0

0

SDE (EZK. art. 4)

559.025

587.388

604.440

204.728

701

591.000

‒ 590.299

SDE+ incl. flankerend beleid en Net op Zee (EZK, art.4)

706.742

1.192.654

1.932.881

666.705

397.600

2.835.6612

‒ 2.438.061

SDE++ (EZK, art. 4)

  

120

1.488

102.375

52.600

49.775

Windenergie Op Zee (LNV, art. 22)

    

2.501

10.3043

‒ 7.803

Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (EZK, art. 4)

  

19

496

 

4.000

‒ 4.000

Storting in begrotingsreserve duurzame energie (EZK, art. 4)

993.682

1.253.716

66.333

2.626.555

1.198.024

0

1.198.024

InvesteringsSubsidie Duurzame Energie (EZK, art.4)

84.368

101.383

112.141

249.518

510.696

387.200

123.496

Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) (EZK, art. 4)

57.589

40.675

54.508

59.862

66.176

64.2342

1.942

Demonstratieregeling Klimaat en Energie-innovatie (DEI+) (EZK, art. 4)

42.139

33.605

53.144

71.256

49.777

93.188

‒ 43.411

Hernieuwbare Energietransitie (HER+) (EZK, art. 4)

26.535

38.427

25.539

29.610

31.114

45.4402

‒ 14.326

Kernenergieprojecten (EZK, art. 4)

   

1.000

8.418

24.000

‒ 15.582

Maatregelen CO2-reductie (EZK, art. 4)

82.500

303

   

0

0

Storting begrotingsreserve maatregelen voor CO2-reductie (EZK, art. 4)

11.000

    

0

0

Programma Opwerk Energie op Rijksvastgoed (OER) (EZK, art. 4)

    

7

15.280

‒ 15.273

Nucleaire Veiligheid (IenW, art 22)

    

83

130

‒ 47

        

INDUSTRIE

61.282

157.227

239.308

189.671

270.796

581.549

‒ 310.753

Compensatie indirecte kosten ETS (EZK, art. 2)

   

59.802

 

0

0

Compensatie indirecte kosten ETS (EZK, art. 4)

40.313

110.083

172.739

  

0

0

Verduurzaming industrie (EZK, art. 2)

12.588

4.844

9.149

45.380

57.217

66.609

‒ 9.392

Urgenda en industrie (EZK, art. 2)

386

9.982

27.494

90

3.792

11.700

‒ 7.908

Investeringen Verduurzaming Industrie (EZK, art. 2)

    

3.947

50.000

‒ 46.053

Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI. EZK, art. 2)

  

4.832

285

1.192

0

1.192

Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI. EZK, art. 4)

   

1.039

5.821

12.140

‒ 6.319

Opschalingsinstrument waterstof (EZK, art. 4)

    

2.150

21.100

‒ 18.950

Transport waterstof (backbone) (EZK, art. 4)

    

36.700

233.320

‒ 196.620

IPCEI Waterstof (EZK, art. 4)

   

45

124.282

160.000

‒ 35.718

Stimulering van Recycling en biobased kunststoffen en textiel en circulaire economie (IenW, art. 21, via DEI+)

1.409

16.033

5.467

7.629

2.694

0

2.694

Chemische recycling (IenW, art. 21)

  

2.700

  

0

0

Innovatieregeling bouw Grond, Weg en Waterbouw (IenW, art. 12)

 

5.000

   

0

0

Maatregelen in de Grond, Weg en Waterbouw (IenW, art. 21)

 

1.000

2.000

2.000

3.000

3.000

0

Ketenaanpak (IenW, art. 21)

 

3.000

3.000

5.000

6.348

5.300

1.048

Klimaatneutraal en circulair inkopen en aanbesteden (IenW, art. 21)

 

1.000

2.000

3.000

1.958

3.000

‒ 1.042

Kunststof- en textielrecycling (IenW, art. 21)

  

3.000

4.000

3.749

4.000

‒ 251

Subsidieregeling circulaire ketenprojecten (IenW, art. 21)

  

3.000

5.124

5.124

0

5.124

Stimuleringsprogramma recycling (IenW, art. 21)

   

200

36

6.800

‒ 6.764

CCS, leningdeel (EZK, art. 4)

   

53.400

10.000

0

10.000

CCS, subsidiedeel (EZK, art. 4)

6.586

6.285

3.927

2.677

2.786

4.580

‒ 1.794

        

GEBOUWDE OMGEVING

208.581

482.001

368.564

274.418

1.039.339

991.455

47.884

Aardwarmte (SCAN-programma EBN) (EZK, art. 4)

20.000

15.000

15.000

17.500

30.000

17.500

12.500

WarmtelinQ, subsidiedeel (EZK, art. 4)

15.000

 

12.000

56.012

17.575

25.500

‒ 7.925

Maatschappelijke Investeringssubsidie Warmtenetten (MIW) (EZK, art. 4)

    

78

130.000

‒ 129.922

NGF-project NieuweWarmteNu! (EZK. Art. 4)

    

10.153

75.000

‒ 64.847

Storting in begrotingsreserve aardwarmte (EZK, art. 4)

420

 

557

  

0

0

Garantieregeling Aardwarmte (EZK, art. 4)

 

4.475

   

0

0

Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) (BZK, art. 4)

18.000

    

0

0

Bijdragen aan agentschappen (BZK, art. 4)

5.813

6.336

3.514

3.681

4.955

1.236

3.719

Energiebesparing huursector STEP (BZK, art. 4)

134.309

101.656

18.225

10.636

1.006

0

1.006

Energietransitie en duurzaamheid (Subsidies en opdrachten) (BZK, art. 4)

8090

15.701

19.385

16.882

31.011

7.775

23.236

Uitvoeringskosten medeoverheden lokale energietransitie en RES aanpak (BZK art. 4)

   

9.705

 

0

0

Energiebesparing Koopsector SEEH (BZK, art. 4)

3664

2.490

12.326

7.003

11.815

18.888

‒ 7.073

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken Innovatieprogamma CO2 (BZK art. 4)

     

10.132

‒ 10.132

GF aardgasvrije wijken (PAW) (BZK, art. 4)

 

80.585

54.677

62.626

 

0

0

Regionale energiestrategie (RES) Gemeentefonds (BZK, art. 4)

     

0

0

Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) (BZK, art. 4)

 

28.796

13.986

3.773

9.322

42.200

‒ 32.878

Renovatieversneller klimaatakkoord (BZK, art. 4)

  

2.633

1.000

2.839

26.750

‒ 23.911

Verduurzaming en ontzorging maatschappelijk vastgoed (BZK, art. 4)

 

8.000

15.317

  

0

0

Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH+) en Programma reductie energieverbruik (PRE) (BZK, art. 4)

3285

146.898

77.808

  

0

0

Programma regeling reductie energieverbruik Wonen (RREW) (BZK, art. 4)( koop en huur) bijdrage aan medeoverheden

 

5.064

95.736

  

0

0

Warmtefonds (BZK, art. 4)

 

67.000

27.400

85.600

155.390

97.390

58.000

Recyclaat in bouwmaterialen (IenW-deel, art. 21)

    

1.500

1.500

0

Nationaal programma lokale warmtetransitie (BZK, art. 4)

    

12.071

15.000

‒ 2.929

Emissiearm aanbesteden ( bijdrage aan agentschappen) (BZK, art. 4)

    

3.929

3.640

289

Lokale aanpak woonisolatie (BZK, art. 4)

    

361.286

250.000

111.286

Energiearmoede (BZK, art. 4)

    

181.109

0

181.109

Brede verduurzamingscoalitie (BZK, art. 4)

    

3.357

5.000

‒ 1.643

Contigentenaanpak woonisolatie (BZK, art. 4)

     

3.000

‒ 3.000

Natuurinclusief en communicatie (BZK, art. 4)

    

112

1.000

‒ 888

Natuurinclusief (BZK, art. 4)

    

47.061

0

47.061

Woonisolatie verhuurders (BZK, art. 4)

     

50.000

‒ 50.000

maVa Zon op dak (excl. uitvoeringskosten) (BZK, art. 4)

    

744

800

‒ 56

maVa Verduurzaming gebouwen (excl uitvoeringskosten) (BZK, art. 4)

    

900

8.400

‒ 7.500

Subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) (BZK, art. 4)

    

131.800

155.000

‒ 23.200

Kennis- en innovatieprogramma stikstof (subsidie) (BZK, art. 4)

    

6.590

3.900

2.690

Kennis- en innovatieprogramma stikstof (bijdrage) (BZK, art. 4)

     

7.198

‒ 7.198

Subsidieregeling Verduurzaming Onderhoud Huurwoningen (SVOH ) (BZK, art. 4)

    

2.257

34.646

‒ 32.389

Biobased Bouwen (BZK, art. 4)

    

1.800

0

1.800

Nationaal Groeifonds subsidies (BZK, art. 4)

    

4.351

0

4.351

Nationaal Groeifonds bijdrage (BZK, art. 4)

    

6.287

0

6.287

Nationaal Groeifonds agentschappen (BZK, art. 4)

    

41

0

41

        

MOBILITEIT

21.821

86.513

75.819

111.241

191.685

182.546

9.139

Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (EZK, art. 4)

1.392

2.834

4.890

3.307

2.939

7.5962

‒ 4.657

Elektrisch rijden (EZK, art. 4)

42

   

0

0

0

Elektrisch rijden (IenW, art. 14)

1498

800

   

0

0

Meerjaren bewustwordingscampagne «Hopper» (IenW, art. 14)

    

36

0

36

Organisatiekosten Green Deal Autodelen (IenW, art. 14)

30

50

   

0

0

Nationale benchmark duurzame mobiliteit (IenW, art. 14)

42

    

0

0

Diverse beleidsonderzoeken duurzame mobiliteit (IenW, art. 14)

50

50

   

0

0

Werkgeversaanpak mobiliteit (IenW, art. 14)

54

100

  

809

0

809

Demonstratieregeling Klimaattechnologie - Klimaatenveloppe 2019 (IenW, art. 14)

16.823

13.700

12.106

 

11.013

0

11.013

Laadinfrastructuur - Klimaatenveloppe 2019 (IenW, art. 14)

 

15.000

  

7.908

0

7.908

Duurzame energiedragers zero-emissiebussen (IenW, art. 14)

 

2.146

1.683

5.935

5.181

14.200

‒ 9.019

Duurzame energiedragers tankinfra (IenW, art. 14)

 

1.140

526

2.435

608

6.500

‒ 5.892

Duurzame logistiek (IenW, art. 14)

 

4.835

10.564

9.834

11.346

20.000

‒ 8.654

Verduurzaming personenmobiliteit (IenW, art. 14)

 

7.800

1.899

2.487

4.813

11.000

‒ 6.187

Klimaatakkoord: Elektrisch Vervoer (IenW, art. 14)

 

2.899

3.972

4.160

2.510

6.000

‒ 3.490

Klimaatakkoord: nieuwe elektrische auto's (IenW, art. 14)

 

7.261

11.159

28.830

34.668

43.000

‒ 8.332

Klimaatakkoord: 2e hands elektrische auto's (IenW, art. 14)

 

6.168

12.475

19.482

28.409

25.500

2.909

Klimaatakkoord: Bestel en Vracht (IenW, art. 14)

 

120

6.579

34.299

78.298

48.000

30.298

Aanvulling klimaatakkoord: Fietsparkeren (IenW, art. 13)

     

750

‒ 750

Maatregelen in de Grond-Weg- en Waterbouw (IenW, art. 21)

1.000

16.500

7.500

  

0

0

Campagne veilige, zuinige, stille banden op spanning (IenW, art. 14)

836

464

1.131

42

1.077

0

1.077

Campagne het nieuwe rijden (IenW, art. 14)

 

200

773

 

259

0

259

Versterken overige gedragsmaatregelen, monitoring en evaluatie (IenW, art. 14)

54

1.946

561

429

1.811

0

1.811

Bijdrage RWS (IenW, art. 21)

 

2.500

   

0

0

        

LANDBOUW EN LANDGEBRUIK

16.963

147.431

414.169

267.890

87.944

329.348

‒ 241.404

Innovatieagenda Energie (LNV, art. 21)

5.956

5.761

17.225

11.296

11.540

31.237

‒ 19.697

Marktintroductie energie innovaties (MEI) (LNV, art. 21)

3.130

3.764

7.879

2.764

1.796

5.789

‒ 3.993

Energie-efficiency glastuinbouw (EG) (LNV, art. 21)

4.421

9.367

17.258

46.781

28.878

35.829

‒ 6.951

Subsidieregeling sanering varkenshouderijen + SPUK (LNV, art. 21)

 

25.137

189.690

51.724

4.583

0

4.583

Subsidieregeling brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (LNV, art. 21)

 

2.049

13.748

10.002

15.548

31.179

‒ 15.631

Geïntegreerde aanpak methaan en ammoniak via voer- en dierspoor (LNV, art. 21) pilots en demo's en randvoorwaarden voor verdienmodel klimaatvriendelijke producten

 

12.355

2.034

6.626

521

8.678

‒ 8.157

Brongerichte maatregelen pilots en demo's (LNV, art. 21)

 

3.400

4.600

  

0

0

Bodem (bodemkoolstof) en klimaatadaptatie (LNV, art. 21)

420

1.378

2.094

1.606

1.177

2.766

‒ 1.589

Kunstmestvervanging (LNV, art. 21)

   

0

2.985

6.157

‒ 3.172

Duurzaam Voedsel(consumptie) (LNV, art. 21)

  

5.235

5.082

8.361

7.963

398

Randvoorwaarden voor verdienmodel / klimaatvriendelijke producten (LNV, art. 21)

 

2.000

   

0

0

Kringlooplandbouw (LNV, art. 21)

92

659

167

  

0

0

Versterken bomen, bos, natuur (LNV, art. 22)

2.944

4.795

 

4.288

5.083

5.780

‒ 697

Aanpak veenweideproblematiek en impuls veenweidegebieden (LNV, art. 22)

 

76.295

59.239

6.251

7.238

8.689

‒ 1.451

Middelen Gerichte Opkoop rond Natura2000-gebieden (LNV, art. 22)

 

471

95.000

121.470

234

185.2814

‒ 185.047

        

SECTOROVERSTIJGENDE EN OVERIGE MAATREGELEN

351.329

339.013

401.667

643.473

1.171.966

1.010.729

161.237

MJA3 / MEE / Uitvoeringsprogramma Energiebesparing (EZK, art. 4)

3.281

3.260

2.959

1.273

2.435

2.368

67

Regeling toezicht energiebesparingsplicht (EZK, art. 4)

   

10.732

12.858

13.200

‒ 342

EIA (FIN, fiscaal)

125.000

144.000

181.000

290.000

340.0005

249.0006

91.000

Subsidieregeling Verduurzaming MKB (EZK, art. 4)

  

104

8.424

655

15.8002

‒ 15.145

Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden (EZK, art. 4)

   

50

351.580

386.5007

‒ 34.920

Diverse onderzoeken en opdrachten op gebied klimaat en energie (EZK, art. 4)

3.005

17.370

6.543

11.072

14.638

17.690

‒ 3.052

RVO uitvoeringskosten klimaat- en energieregelingen (EZK, art. 4)

66.634

71.171

77.196

90.998

119.398

92.134

27.264

NEa uitvoeringskosten klimaat- en energieregelingen (EZK, art. 4)

5.962

8.766

7.117

7.197

12.843

13.030

‒ 187

Overige subsidies (EZK, art. 4)

1.711

4.014

4.421

1.553

31.559

1.007

30.552

MIA/VAMIL (fiscaal, FIN)

145.700

90.100

118.700

220.800

285.0005

219.0006

66.000

Uitvoeringskosten voor RVO.nl voor de ophoging van de MIA en de VAMIL (IenW, art. 21)

 

300

 

1.000

1.000

1.000

0

Verbetering en optimalisatie industriele wasproces van plastic verpakkingen (IenW, art. 21)

  

1.498

374

 

0

0

Textiel vervezeling (IenW, art. 21)

  

2.129

  

0

0

Subsidieregeling Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties (EZK, art. 4)

36

32

   

0

0

        

Totaal

3.225.071

4.460.765

4.348.652

5.397.911

5.129.202

7.218.664

‒ 2.089.462

X Noot
1

De cijfers van de ministeries van LNV, IenW, BZK en Financiën zijn afkomstig van de desbetreffende departementen.

X Noot
2

Inclusief amendement

X Noot
3

Deze maatregel is in de ontwerpbegroting 2023 per abuis niet opgenomen.

X Noot
4

Dit bedrag betreft het gehele geraamde bedrag in de ontwerpbegroting voor deze maatregel, inclusief stikstofmiddelen, conform de LNV-begroting.

X Noot
5

Voorlopige cijfers van RVO.nl.

X Noot
6

Deze definitieve ramingen zijn te vinden in bijlage 9 van de Miljoenennota 2023.

X Noot
7

Inclusief nota van wijziging

Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

A. Algemene doelstelling

Hoewel de gaswinning uit het Groningenveld flink is verminderd, hebben de inwoners van Groningen nog dagelijks te maken met de gevolgen van de gaswinning. Dit brengt gevoelens van angst, frustratie en onzekerheid met zich mee. Voor het kabinet staan de veiligheid, het goed afhandelen van schade en het creëren van perspectief voor de inwoners voorop. Het kabinet werkt aan perspectief en duidelijkheid voor mensen in Groningen langs vier sporen:

  • Het beëindigen van de gaswinning uit het Groningenveld op zo kort mogelijke termijn.

  • Het stimuleren van een snelle, begrijpelijke en ruimhartige afhandeling van de schade door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG).

  • Het versnellen van de uitvoering van de versterkingsoperatie door de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), zodat elk gebouw in 2028 aan de veiligheidsnorm voldoet.

  • Het bieden van perspectief, via het Nationaal Programma Groningen (NPG) en de Toekomstagenda Groningen.

Op grond van de Mijnbouwwet neemt de Minister van EZK alle maatregelen die redelijkerwijs gevergd kunnen worden om te voorkomen dat de veiligheid wordt geschaad als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld.

Naast het Ministerie van EZK zijn enkele andere organisaties betrokken bij de gaswinning in Groningen en het aanpakken van de gevolgen daarvan. In 2020 is het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) opgericht. Het IMG is een zbo (zelfstandig bestuursorgaan) en voert de afhandeling van schade uit. De Minister van EZK is verantwoordelijk voor het beleid dat het IMG uitvoert en voor het toezicht daarop. Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) adviseert over de veiligheid in Groningen als gevolg van de gaswinning. Het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) adviseert over kaders en normen voor de veiligheid van gebouwen en beoordeelt de typologieën die in de versterking worden gebruikt. De versterkingsopgave wordt uitgevoerd door de uitvoeringsorganisatie Nationaal Coördinator Groningen (NCG).

B. Rol en verantwoordelijkheid

Met ingang van 2022 zijn de afhandeling van de schade en de uitvoering van de versterkingsoperatie ondergebracht op één begroting. De verantwoordelijkheid is belegd bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Deze heeft de volgende rollen en verantwoordelijkheden:

Uitvoeren

  • Het jaarlijks vaststellen van het gaswinningsniveau en het inwinnen van advies hierover bij het SodM en TNO;

  • Het aan de exploitant van het mijnbouwnetwerk doorbelasten van de kosten voor de schadeafhandeling als gevolg van de gaswinning in Groningen en de gasopslag in Norg en het doorbelasten van de kosten van de versterkingsoperatie;

  • Het vaststellen van veiligheidskaders voor gebouwen in het aardbevingsgebied en het inwinnen van advies hierover bij het ACVG;

  • Het doen uitvoeren van de versterkingsoperatie door de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) conform de planning en prioritering in het Meerjarenversterkingsplan (MJVP).

Financieren

  • Het ter beschikking stellen van voldoende financiële middelen aan het IMG ter uitoefening van zijn taken en bevoegdheden op het gebied van de afhandeling van mijnbouwschade;

  • Het ter beschikking stellen van voldoende financiële middelen aan de NCG ter uitoefening van zijn taken en bevoegdheden op het gebied van de versterkingsoperatie;

  • Het financieren van de gemaakte afspraken met provincie en gemeenten in het kader van het verbeteren van het toekomstperspectief van de regio, met inbegrip van programma’s voor speciale doelgroepen zoals het mkb, agrariërs en erfgoedpartijen.

Regisseren

  • Het in stand houden van een systeem van publiekrechtelijke schade-afhandeling door het IMG;

  • Het creëren van de randvoorwaarden voor een zo snel mogelijke beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld, met behoud van leveringszekerheid;

  • Het creëren van mogelijkheden voor gebruik van geïmporteerd hoogcalorisch gas in Nederland;

  • Ervoor zorgen dat het Nationaal Programma Groningen (NPG) zo veel mogelijk een programma is van Groningers voor Groningers waarbij de regierol en de uitvoering in de regio zelf is belegd.

Stimuleren

Het stimuleren van een rechtvaardige, ruimhartige en doelmatige afhandeling van alle vormen van schade als gevolg van de gaswinning in Groningen en de gasopslag in Norg.

C. Beleidsconclusies

Beëindiging van gaswinning uit het Groningenveld

In 2023 zijn belangrijke stappen gezet om de gaswinning in het Groningenveld te beëindigen. De laatste productielocaties zijn per 1 oktober 2023 gesloten. Wel is het nog mogelijk gebleven om de gaswinning tijdelijk op te regelen tot waakvlamniveau als zeer strenge kou aanstaande is, zodat snel gereageerd kan worden als in die omstandigheden belangrijke productiemiddelen uitvallen. Ten slotte is in oktober het Voorstel van wet, houdende wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld bij de Tweede Kamer ingediend (Kamerstukken II, 2023-2024, 36441 nr. 2). Onderdeel van dit wetsvoorstel is dat per 1 oktober 2024 gaswinning uit het Groningenveld verboden wordt. Gaswinning is dan niet meer mogelijk en de productielocaties zullen worden ontmanteld. Veiligheidsrisico’s blijven vanzelfsprekend gemonitord worden en de NAM behoudt haar zorgplicht. Met deze stappen liggen we goed op schema om de gaswinning uit het Groningenveld zo snel mogelijk definitief te beëindigen. 

Publicatie kabinetsreactie Nij Begun

In 2023 heeft de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen het rapport ‘Groningers boven gas’ opgeleverd. Op 25 april jl. is de kabinetsreactie Nij Begun naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II, 2022-2023, 35561 nr. 17), waarin het kabinet vijftig maatregelen aankondigde in reactie op het rapport van de PEGA-commissie. In totaal is er ruim € 22 mld geraamd voor alle lopende en nieuwe toezeggingen voor de Groningers en Noord-Drenthen. Een groot deel van de middelen is in eerste instantie opgenomen op de aanvullende post bij het Ministerie van Financien. De betrokken departementen kunnen deze middelen opvragen als de maatregelen verder zijn uitgewerkt. Na publicatie is, samen met de betrokken uitvoeringsorganisaties, provincies en gemeenten, begonnen met het uitwerken en implementeren van de maatregelen.

Snelle, begrijpelijke en ruimhartige afhandeling van de schade

In de reactie op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie (dd. 25 april 2023) heeft het kabinet aangegeven de schadeafhandeling fundamenteel te willen verbeteren zodat deze milder, makkelijker en menselijker wordt. Samen met het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) is een nieuwe aanpak voor de afhandeling van fysieke schades uitgewerkt, die op 6 oktober 2023 is gedeeld met de Tweede Kamer. Het IMG heeft melders van fysieke schade in afwachting van de uitwerking van de maatregelen de mogelijkheid geboden de afhandeling te pauzeren om gebruik te kunnen maken van de verruimmingen van maatregelen. Hierdoor heeft het IMG in 2023 minder fysieke schademeldingen afgehandeld en minder vergoed uitgekeerd dan voorgaande jaren. In 2023 is voor € 167,2 mln aan vergoedingen voor fysieke schade uitgekeerd.

In 2023 is € 20,7 mln aan vergoedingen voor waardedaling van woningen. Vanaf 1 juli 2021 kon bij het IMG een aanvraag ingediend worden voor verkochte bedrijfspanden en andere verkochte panden zonder woonbestemming (objecten) in de voormalige gemeenten Loppersum en Appingedam. Deze circa 80 aanvragen voor een eenmalige vergoeding voor waardedaling niet-woningen zijn vanaf het vierde kwartaal in 2023 behandeld door het IMG. IMG stelt de regeling in de loop van 2024 ook open voor nieuwe aanvragen.  

Ook is het IMG is in oktober 2023 gestart met het uitkeren van de verhoogde vergoedingen voor immateriële schade als gevolg van de gaswinning. Eind 2023 is ruim 85% van alle 70.000 reeds genomen besluiten herzien door het IMG en hebben circa 17.000 aanvragers een aanvullende vergoeding van totaal € 39 mln ontvangen.

Het IMG is in de zomer van 2023 gestart met de pilot duurzaam herstel in de omgeving van Appingedam, Loppersum en Ten Boer. De eerste constructieve onderzoeken voor duurzaam herstel zijn van start gegaan in februari 2024. Parallel heeft het IMG ook afspraken gemaakt met de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) over hoe om te gaan met huizen waar zowel sprake is van versterking, als van duurzaam herstel. Hierbij is het uitgangspunt dat bewoners de keuze krijgen om beide opgaves in één integraal traject te laten oppakken, onder coördinatie van de NCG.

Versterkingsoperatie

De NCG voert de versterkingsoperatie uit. De NCG heeft in 2023 ruim 1.100 woningen bouwkundig versterkt. Hiermee is de productiedoelstelling voor 2023 gehaald. Daarnaast heeft de NCG voor ruim 3.000 woningen vastgesteld dat deze aan de veiligheidsnorm voldoen. Daarmee heeft de NCG voor bijna dan 12.000 woningen het versterkingstraject afgerond. De doelstelling om de beoordeling van alle gebouwen in de versterkingsopgave af te ronden in 2023 is niet gehaald; er zitten nog ten minste 2.588 woningen in deze werkvoorraad (Kamerstuk 12 345, nr 6).    

Er is in 2023 geïnvesteerd het samenwerken met de NCG, met als resultaat verbeterde afstemmingsstructuren, veelvuldig contact tussen bestuur, beleid en medewerkers en een gezamenlijk werkplan. 

De Commissie Van Geel is in het voorjaar samengesteld en gevraagd in kaart te brengen in welke situaties sprake is van onuitlegbare verschillen bij de afhandeling van schade en uitvoering van de versterking en met oplossingsrichtingen te komen waarmee de soorten verschillen kunnen worden weggenomen (Kamerstukken II 2022/2023, 33 529, nr. 1137). Op 25 september is het advies ‘Veilig, schadevrij en verduurzaamd’ van de Commissie Van Geel aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2023/2024, 33 529, nr. 1165). De commissie schetst een eindbeeld waarin iedere woning een gelijkwaardige uitkomst wordt geboden. De commissie geeft aan de uitwerking van haar advies zoveel mogelijk in lijn te hebben gebracht met de insteek, intentie en maatregelen van het Kabinet bij de vaststelling van Nij Begun. In 2024 wordt een uitvoeringstoets uitgevoerd waarmee de uitvoerbaarheid van de aanbevelingen worden getoetst en zal de Staatsecretaris van Economische Zaken en Klimaat een appreciatie van het advies aan de Tweede Kamer sturen. 

Betrekken bewoners 

We investeren, met de NCG, in de communicatie met bewoners middels diverse projecten, waarbij we de bewoners niet enkel informeren, maar ook betrekken. Er zijn gezamenlijke aanspreekpunten voor bewoners gerealiseerd met de NCG en IMG; deze zullen worden uitgebreid met de SNN. Verder verbeteren we de processen rondom burgercorrespondentie om de stem van de bewoner verder centraal te stellen. Middels het organiseren van evenementen en initiatieven in de regio kunnen bewoners, jongeren en maatschappelijke organisaties participeren in de verschillende trajecten. Zo zijn er onder andere samen met de regio een startbijeenkomst Nij Begun en een JongerenTop georganiseerd. In de vorm van negen dialoogsessies spraken jongeren over thema's die zij belangrijk vinden voor hun toekomst in Groningen.   

Perspectief

Met de Toekomstagenda Groningen en het Nationaal Programma Groningen (NPG) werkt het kabinet samen met de regio aan nieuwe kansen en nieuw perspectief voor een regio waar het veilig en fijn wonen, werken en ondernemen is. In 2023 is de zevende tranche van het NPG overgemaakt naar de provincie en gemeenten. Deze projecten dragen bij aan een toekomstbestendig en leefbaar Groningen. Het NPG heeft in haar jaarverslag gerapporteerd over de belangrijkste resultaten in 2022 (bijlage 2 bij Kamerstukken II, 2023-2024, 35561, nr. 54).

Met de kabinetsreactie Nij Begun zijn ook middelen beschikbaar gesteld voor het economisch en sociaal perspectief van de regio. De Economische Agenda wordt momenteel vormgegeven en zet in op thema’s als energie, gezondheid en landbouw. De eerste stap die hiervoor is gezet is het opstellen van een startnotitie waarin op hoofdlijnen de verschillende onderdelen van de economische agenda zijn beschreven.  De Sociale Agenda heeft als doel om in dertig jaar het welzijn en de toekomst van de inwoners van Groningen en Noord-Drenthe structureel te verbeteren. Op 28 november is Henk Nijboer benoemd als kwartiermaker voor de Sociale Agenda. De kwartiermaker heeft de opdracht om de sociale agenda samen met een brede coalitie uit de regio te gaan ontwikkelen en zal deze eind 2024 opleveren. Vooruitlopend op de ontwikkeling van de sociale agenda zijn financiële middelen beschikbaar gesteld voor leefbaarheid en behoud van voorzieningen in het gaswinningsgebied. Conform moties van het lid Nijboer c.s. en het lid Vedder is breed opgehaald wat in de regio speelt op het gebied van leefbaarheid, sociaal welbevinden en brede welvaart. Zo hoeven er geen onomkeerbare besluiten genomen te worden over het sluiten/stoppen van openbare voorzieningen. Zo krijgt de gemeente Oldambt een financiële bijdrage voor Stichting MFC de Hardenberg voor het behoud van het zwembad in Finsterwolde. Ook heeft het kabinet een financiële bijdrage geleverd voor behoud van een bibliotheek en een dorpshuis. 

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 28 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting12

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

834.537

726.384

1.056.576

10.924.819

2.630.163

4.486.758

‒ 1.856.595

        

Uitgaven

825.005

717.746

1.036.547

11.139.678

2.507.998

4.490.008

‒ 1.982.010

        

Subsidies

0

33.597

138.100

716.536

559.841

392.657

167.184

Waardevermeerderingsregeling

 

33.517

138.020

116.016

46.612

73.000

‒ 26.388

Geestelijke bijstand

 

80

80

40

574

550

24

Uitgaven Nadeelcompensatie

    

51

0

51

Duurzaam Herstel

     

125.000

‒ 125.000

Woonbedrijf

   

3.523

1.330

3.507

‒ 2.177

Diverse subsidies versterken

   

71.254

151.202

108.250

42.952

Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken

   

521.277

203.833

82.000

121.833

Huurderscompensatie

   

112

473

350

123

Nieuwbouwregeling

   

4.314

2.766

0

2.766

Uitbreiding bereik woningsverbeteringssubsidie

    

153.000

0

153.000

        

Inkomensoverdrachten

0

497.231

606.189

0

0

0

0

Schadevergoedingen

 

317.544

309.843

    

Vergoedingen waardedaling Groningen

 

179.687

295.460

    

Vergoedingen immateriële schade Groningen

  

506

    

Bijdrage Commissie Bijzondere Situaties

  

380

    

Tegemoetkoming aan huurders

     

0

 
        

(Schade)vergoeding

0

0

0

367.875

330.657

437.712

‒ 107.055

Vergoeding fysieke schade

   

269.101

167.744

329.926

‒ 162.182

Vergoeding waardedaling

   

38.435

20.865

10.000

10.865

Vergoeding immateriële schade

   

55.775

100.620

70.000

30.620

Commissie Bijzondere Situaties

   

435

1.527

3.000

‒ 1.473

Herbeoordeling waardedaling

    

21.150

0

21.150

Vastgelopen dossiers

   

206

24

12.500

‒ 12.476

Vergoeding zelf aangebrachte voorzieningen

   

1.072

5.516

2.286

3.230

Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen

   

2.851

8.311

10.000

‒ 1.689

Knelpunten (bestuurlijke afspraken)

    

3.081

0

3.081

Versterken industrie

    

99

0

99

Versterken in eigen beheer

    

1.720

0

1.720

        

Opdrachten

 

2.418

1.805

9.654.904

1.144.833

3.259.922

‒ 2.115.089

Werkbudgetten

 

2.418

1.805

5.187

3.005

17.853

‒ 14.848

Versterkingsoperatie

   

312.398

377.947

599.998

‒ 222.051

Knelpunten (bestuurlijke afspraken)

   

1.867

4.915

22.500

‒ 17.585

Versterken industrie

   

50

101

1.041

‒ 940

Nieuwbouwregeling

     

4.930

‒ 4.930

Vergoeding Norg akkoord

   

9.335.402

756.647

2.613.600

‒ 1.856.953

Vastgelopen dossiers

    

2.185

0

2.185

Verduurzaming bij versterken

    

33

0

33

        

Bijdrage aan agentschappen

 

180.968

283.206

254.799

229.986

213.106

16.880

Bijdrage RVO.nl

 

179.148

281.256

252.551

227.416

211.024

16.392

Bijdrage aan bestuur Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG)

 

1.820

1.950

2.248

2.570

2.082

488

        

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

 

0

977

1.438

1.461

1.400

61

TNO publieke SDRA

  

977

1.438

1.461

1.400

61

        

Bijdrage aan medeoverheden

 

0

2.200

142.117

241.220

179.113

62.107

MKB-programma (bestuurlijke afspraken)

  

2.200

 

4.400

2.200

2.200

Nationaal Programma Groningen

   

19.693

100.284

50.500

49.784

Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken)

   

122.424

35.670

11.938

23.732

Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)

    

93.782

112.475

‒ 18.693

Sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten (bestuurlijke afspraken)

    

6.584

2.000

4.584

NCG bijdrage aan medeoverheden

    

500

0

500

        

Bijdrage aan (internationale) organisaties

 

3.532

4.070

2.009

0

6.098

‒ 6.098

Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG)

 

3.532

2.485

2.009

 

3.098

‒ 3.098

Commissie Bijzondere Situaties

  

1.585

  

0

0

Raad voor Rechtspraak

     

3.000

‒ 3.000

        

Ontvangsten

 

0

191.193

3.025.192

4.779.961

11.735.415

‒ 6.955.454

Ontvangsten NAM fysieke schade

  

110.034

422.333

 

365.803

‒ 365.803

Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade

  

46.333

278.425

236

197.517

‒ 197.281

Dividenduitkering EBN

  

2.789

 

2.159.391

5.074.500

‒ 2.915.109

Dividenduitkering GasTerra

  

3.600

3.600

3.600

3.600

0

Ontvangsten Mijnbouwwet

  

25.816

1.614.617

2.429.474

5.396.000

‒ 2.966.526

Ontvangsten NAM waardedaling

  

948

471.174

118

32.500

‒ 32.382

Ontvangsten NAM immateriële schade

   

545

17

71.250

‒ 71.233

Ontvangsten NAM publieke SDRA

  

618

482

602

1.400

‒ 798

Ontvangsten NAM versterken industrie

  

440

238

359

1.430

‒ 1.071

Diverse Ontvangsten

  

615

36.301

39.725

0

39.725

Ontvangsten NAM versterkingsoperatie

   

172.477

146.439

561.485

‒ 415.046

Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM)

   

25.000

 

25.000

‒ 25.000

Ontvangsten NAM Nieuwbouwregeling

     

4.930

‒ 4.930

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

X Noot
2

NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de suppletoire begroting Prinsjesdag en de tweede suppletoire begroting. De reden hiervoor is dat bij deze begrotingsstukken de suppletoire begrotingen voorafgaand aan het stuk opgeteld zijn bij de stand vastgestelde begroting. Bij het jaarverslag is dat niet het geval.

Tabel 29 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting12

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

834.537

726.384

1.056.576

10.924.819

2.630.163

4.486.758

‒ 1.856.595

waarvan garantieverplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

834.537

726.384

1.056.576

10.924.819

2.630.163

4.486.758

‒ 1.856.595

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

X Noot
2

NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de suppletoire begroting Prinsjesdag en de tweede suppletoire begroting. De reden hiervoor is dat bij deze begrotingsstukken de suppletoire begrotingen voorafgaand aan het stuk opgeteld zijn bij de stand vastgestelde begroting. Bij het jaarverslag is dat niet het geval.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen

In 2023 zijn er per saldo € 1.856,6 mln minder verplichtingen aangegaan dan begroot. Dit heeft grotendeels dezelfde oorzaken als de hieronder toegelichte verschillen op de uitgaven. Uitzonderingen hierop zijn de volgende:

  • Versterkingsoperatie: in 2023 is er per saldo € 60,3 mln minder aan verplichtingen aangegaan dan was begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door de overheveling van de categorie opdrachten naar de categorie subsidies (zie toelichting bij Diverse subsidies versterken).

  • Subsidieregeling bestuurlijke afspraken: in het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 is een aantal subsidieregelingen geintroduceerd. Er is in 2023 € 82,8 mln meer verplichtingen aangegaan dan was begroot. Bij de eerste suppletoire begroting zijn de middelen die in 2022 niet tot besteding zijn gekomen (€ 125 mln) toegevoegd aan de EZK-begroting voor 2023. Vervolgens is € 39,5 mln verplichtingenbudget niet nodig gebleken, omdat de verplichtingen in het verleden al zijn aangegaan.

  • Nationaal Programma Groningen: er is in 2023 per saldo € 36,1 mln meer aan verplichtingen gerealiseerd dan was begroot, dit heeft te maken met budget dat in 2022 niet tot besteding is gekomen en is toegevoegd aan 2023.

  • Versterken in eigen beheer: sinds de inwerkingtreding van de Tijdelijke Wet Groningen per 1 juli 2023 was er de mogelijkheid voor het in eigen beheer uitvoeren van versterking. Hiervoor zijn in 2023 per saldo €10,9 mln meer verplichtingen aangegaan dan was begroot.

Uitgaven

Subsidies

Waardevermeerderingsregeling

Er zijn in 2023 per saldo € 27 mln minder verplichtingen en € 26,3 mln minder kasuitgaven gerealiseerd dan was begroot. In de eerste suppletoire begroting is € 33 mln opgehoogd, vanwege de toevoeging van middelen die in 2022 niet tot besteding zijn gekomen. Zoals toegelicht in de tweede suppletoire begroting is het voor de regeling beschikbare budget ingezet als dekking voor de aanpassing van de schadeafhandeling. De budgetmutatie om dit budget af te boeken is voor 2023 (- € 59 mln) verwerkt in de tweede suppletoire begroting.

Duurzaam herstel

In 2023 is € 125 mln minder gerealiseerd dan was begroot. Duurzaam schadeherstel zal deel gaan uitmaken van de versterkings- en hersteloperatie (Kamerstukken II, 2021-2022, 33 529, nr. 948). Vanwege de latere start van duurzaam herstel zijn er in 2023 geen uitgaven gedaan en schuiven de middelen voor duurzaam herstel door naar latere jaren, zoals toegelicht staat in de Prinsjesdag suppletoire begroting 2023.

Diverse subsidies versterken

Er is in 2023 € 42,9 mln meer gerealiseerd dan begroot. Dit verschil wordt met name veroorzaakt door een overheveling van categorie opdrachten naar categorie subsidies. Er is bij de tweede suppletoire begroting € 40 mln overgeheveld omdat een deel van de versterkingsoperatie wordt uitgekeerd in de vorm van een subsidie in plaats van een opdracht. Dit bleek meer te zijn dan verwacht bij de ontwerpbegroting.

Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 is een aantal subsidieregelingen geïntroduceerd. Er is in 2023 € 121,8 mln meer aan kasuitgaven gerealiseerd dan was begroot. Dit komt doordat de middelen die in 2022 niet tot besteding zijn gekomen à € 125 mln bij de eerste suppletoire begroting zijn toegevoegd aan de EZK-begroting voor 2023 en zijn besteed in 2023.

Uitbreiding bereik woningverbeteringssubsidie

In 2023 is € 153 mln meer gerealiseerd dan was begroot in de ontwerpbegroting 2023. Dit is veroorzaakt door de uitvoering van maatregel 30 uit Nij Begun (€ 150 mln) en het uitkeren van € 3 mln uitvoeringskosten voor eerdere tranches van de woningverbeteringssubsidie. Zoals aangekondigd in Nij Begun is de bestaande subsidieregeling voor verduurzaming en verbetering (voor eigenaren van woningen die geen onderdeel zijn van het versterkingsprogramma van NCG) uitgebreid met 28 extra postcodegebieden aan de randen van het huidige toepassingsgebied .

Schade(vergoedingen)

Vergoeding fysieke schade

Sinds 1 juli 2020 besluit het IMG over (fysieke) schadevergoedingen aan bewoners uit Groningen die aardbevingsschade hebben als gevolg van de gaswinning. Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) heeft in 2023 € 162 mln minder uitgegeven aan vergoedingen voor fysieke schade dan begroot. Door wijzigingen in de schadeafhandeling en door uitwerking van de PEGA-maatregelen is niet het volledige budget besteed in 2023. In afwachting van de uitwerking van de PEGA-maatregelen hadden bewoners de mogelijkheid gekregen hun schademelding te pauzeren. De schadevergoedingen worden via een wettelijke heffing op de NAM verhaald. Meer gedetailleerde informatie over de regeling voor fysieke schade is te vinden in het jaarverslag van het IMG.

Vergoeding waardedaling

Er is in 2023 per saldo € 10,8 mln meer gerealiseerd dan was begroot. Naar aanleiding van de jaarlijkse actualisatie van de raming van de schadeafhandeling is bij de eerste suppletoire begroting 2023 het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de vergoedingen voor waardedaling bijgesteld.

Vergoeding immateriële schade

Er is in 2023 per saldo € 30,6 mln meer gerealiseerd dan was begroot, zoals verwerkt in de tweede suppletoire begroting. Dit wordt veroorzaakt door een aantal door het IMG aangekondigde wijzigingen in de regeling (het gelijkstellen van uitkeringen van gezinsleden, de regeling voor het immateriële schade kinderen en jongeren en de verruiming van de regeling voor het beschikken van bezwaar).

Herbeoordeling waardedaling

Groningers die een lagere schadevergoeding voor waardedaling hebben ontvangen van de NAM dan nu zou zijn toegekend door het IMG kunnen een tegemoetkoming ontvangen. Er is in 2023 per saldo € 21,1 mln meer gerealiseerd dan was begroot. In de eerste suppletoire begroting zijn de in 2022 niet tot besteding gekomen middelen toegevoegd aan het budget voor 2023, die volledig tot besteding zijn gekomen (€ 17,5 mln). Daarnaast zijn er meer tegemoetkomingen uitgekeerd dan verwacht.

Vastgelopen dossiers

Er is in 2023 € 12,5 mln minder gerealiseerd dan was begroot. Het budget voor Vastgelopen dossiers wordt door IMG en NCG ingezet voor de begeleiding van complexe zaken, oplossingen worden veelal gevonden in de regulieren trajecten en regelingen waardoor een groot deel van het budget niet tot besteding is gekomen.

Opdrachten

Werkbudgetten

In 2023 is er per saldo € 14,8 mln minder besteed op de werkbudgetten. Dit heeft verschillende oorzaken. Bij de eerste suppletoire begroting zijn de in 2022 niet bestede midelen toegevoegd aan de begroting van 2023 (€ 12,3 mln). Deze zijn in 2023 niet volledig besteed. Bij de tweede suppletoire heeft er een overboeking van budget van het werkbudget NCG plaatsgevonden (- € 10,1 mln) naar de categorieën subsidies en bijdrage aan medeoverheden voor een subsidie voor het Zorgakkoord Groningen en twee specifieke uitkeringen voor het erfgoedprogramma. Tot slot hebben enkele eerder verwachte projecten geen doorgang gevonden.

Versterkingsoperatie

In 2023 is er per saldo € 222 mln minder besteed aan kasuitgaven op de opdrachten voor de versterkingsoperatie dan was begroot. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de overhevelingen bij de tweede suppletoire begroting van € 40 mln van de categorie opdrachten naar de categorie subsidies (zie toelichting bij Diverse subsidies versterken) en van € 20 mln naar de categorie schade(vergoedingen). Daarnaast wordt een deel veroorzaakt doordat de kasuitgaven volgen na het aangaan van verplichtingen, verspreid over gemiddeld 1 jaar. Hierdoor zijn de aangegane verplichtingen niet volledig gerealiseerd in de uitgaven in 2023 en zullen deels plaatsvinden in 2024.

Knelpunten (bestuurlijke afspraken)

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 is budget gereserveerd voor het oplossen van knelpunten. In 2023 zijn er per saldo € 15,9 mln minder aan verplichtingen en € 17,5 mln minder kasuitgaven gerealiseerd dan was begroot. In de eerste suppletoire begroting zijn middelen die in 2022 niet tot besteding zijn gekomen (€ 17,7 mln) in 2023 toegevoegd aan de EZK-begroting. Bij de prinsjesdag suppletoire begroting is vervolgens € 16 mln overgeboekt naar de categorie (schade)vergoedingen en de categorie subsidies. Tot slot is gebleken dat het beschikbare budget niet volledig gerealiseerd is, omdat het moeilijk is gebleken om in te schatten hoeveel knelpunten in enig jaar worden afgehandeld en welke bedragen daarmee gemoeid zijn.

Vergoeding Norg akkoord

In het Norg akkoord (Kamerstuk 33 529, nr. 850) is afgesproken dat de Staat een vergoeding betaald voor de inzet van gasopslag Norg, waardoor de gaswinning in Groningen sneller naar nul kan. De te betalen vergoeding wordt aan het einde van het betreffende gasjaar bepaald aan de hand van de werkelijke marktprijzen, die lager waren dan waar op voorhand rekening mee was gehouden. In 2023 is daardoor per saldo € 1,8 mld minder verplichtingen en uitgaven gerealiseerd dan was begroot. Conform de afspraken in het Norg akkoord betaalt de Staat een vergoeding aan NAM. De berekeningswijze van de vergoeding is vastgesteld in arbitrage, de hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de gasprijs. Over de vergoeding moet btw worden betaald (Kamerstuk 33 529, nr. 997).

Bijdragen aan agentschappen

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

Met de bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) wordt de uitvoering van de schadeafhandeling door het IMG bekostigd. In 2023 kwam deze bijdrage neer op ca. € 227 mln, wat circa € 16 mln hoger is dan begroot. Omdat dit bedrag slechts een voorschot betreft, biedt dit geen inzicht in de daadwerkelijke uitvoeringskosten van het IMG. De uitvoeringskosten van het IMG worden via een wettelijke heffing op de NAM verhaald. Meer gedetailleerde informatie over de uitvoeringskosten van het IMG is te vinden in het jaarverslag van het IMG.

Bijdrage aan medeoverheden

Nationaal Programma Groningen

Met het Nationaal Programma Groningen (NPG) wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. Het NPG is een samenwerkingsverband van het Rijk, de provincie en gemeenten. In 2023 zijn er per saldo € 36,1 mln meer verplichtingen en € 49,7 mln meer kasuitgaven gerealiseerd dan was begroot. In de eerste suppletoire begroting zijn de in 2022 niet tot besteding gekomen middelen toegevoegd aan de EZK begroting voor 2023 (€ 84,8 mln). Er zijn uiteindelijk minder aanvragen gedaan dan waarvoor in totaal budget bschikbaar was in 2023, daarom is bij de tweede suppletoire begroting het budget naar beneden bijgesteld met € 45 mln.

Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken)

De versterkingsoperatie in Groningen vraagt personeelscapaciteit van de provincie Groningen en de aardbevingsgemeenten. Voor deze extra kosten worden zij gecompenseerd. In 2023 is er per saldo € 23,7 mln meer gerealiseerd dan was begroot, vanwege een aanvullende incidentele uitkering in 2023 aan de gemeenten in het aardbevingsgebied in het kader van een soepel verloop van de versterkingsoperatie. Hiermee kunnen hobbels in de uitvoering van de versterkingsoperatie voor de bewoner effectief worden weggenomen.

Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 worden uitkeringen gedaan aan medeoverheden voor clustering van woningen en het gebiedsfonds (blokken B en D uit de bestuurlijke afspraken). Er is in 2023 per saldo € 15,1 mln minder gerealiseerd dan begroot. Er is bij slotwet € 14,4 mln overgeboekt naar Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken) ter dekking van de hierboven genoemde aanvullende incidentele uitkering.

Ontvangsten

Ontvangsten NAM fysieke schade

Er zijn in 2023 per saldo € 365,8 mln minder ontvangsten gerealiseerd dan begroot. De uitgaven voor de schadeafhandeling worden via heffing bij de NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven zijn bij de eerste suppletoire begroting ook de geraamde ontvangsten van NAM neerwaarts bijgesteld met € 97 mln. In 2023 zijn uiteindelijk geen ontvangsten gerealiseerd, omdat de heffing voor de in 2022 door het IMG gemaakte kosten van de schadeafhandeling later dan gepland wordt verstuurd. De ontvangsten vanuit de NAM zullen naar verwachting in 2024 ontvangen worden.

Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade

Er zijn in 2023 per saldo € 197,2 mln minder ontvangsten gerealiseerd dan begroot. De uitgaven voor de uitvoeringskosten van de schadeafhandeling worden via een heffing bij de NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven zijn bij de eerste suppletoire begroting ook de geraamde ontvangsten van de NAM opwaarts bijgesteld met € 3,9 mln. In 2023 zijn uiteindelijk geen ontvangsten gerealiseerd, omdat de heffing voor de in 2022 door het IMG gemaakte kosten van de uitvoeringskosten later dan gepland wordt verstuurd. De ontvangsten vanuit de NAM zullen naar verwachting in 2024 ontvangen worden.

Dividenduitkering EBN

Voor de raming van de ontvangsten aan dividend EBN wordt gebruik gemaakt van de gasprijsraming van het CPB. De geraamde ontvangsten waren in 2023 € 2.915,1 mln lager dan bij Ontwerpbegroting geraamd vanwege de gedaalde gasprijs. Tijdens het opstellen van de Ontwerpbegroting was de gasprijs buitengewoon volatiel.

Ontvangsten Mijnbouwwet

Voor de raming van de ontvangsten Mijnbouwwet wordt gebruik gemaakt van de gasprijsraming van het CPB. De geraamde ontvangsten waren in 2023 € 2.966,5 mln lager dan bij Ontwerpbegroting geraamd. Tijdens het opstellen van de Ontwerpbegroting was de gasprijs buitengewoon volatiel en de belangrijkste oorzaak van de lagere ontvangsten is dan ook de gedaalde gasprijs waardoor er € 2.233 mln minder is ontvangen. Daarnaast is de realisatie € 733,5 mln lager dan verwacht doordat de rapportage die voor de raming gebruikt wordt niet aan bleek te sluiten op de realiteit.

Ontvangsten NAM waardedaling

Er zijn in 2023 per saldo € 32,5 mln minder ontvangsten gerealiseerd dan begroot. De uitgaven voor NAM waardedaling worden via een heffing bij de NAM in rekening gebracht. In 2023 zijn geen ontvangsten gerealiseerd, omdat de heffing voor de in 2022 door het IMG gemaakte kosten van de waardedaling later dan gepland wordt verstuurd. De ontvangsten vanuit de NAM zullen naar verwachting in 2024 ontvangen worden.

Ontvangsten NAM immateriële schade

Er is in 2023 per saldo € 71,3 mln minder gerealiseerd dan begroot. De uitgaven voor de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. In 2023 zijn uiteindelijk geen ontvangsten gerealiseerd, omdat de heffing voor de in 2022 door het IMG gemaakte kosten van de waardedaling later dan gepland wordt verstuurd. De ontvangsten vanuit de NAM zullen naar verwachting in 2024 ontvangen worden.

Diverse ontvangsten

Op het budget voor Diverse ontvangsten is in 2023 € 39,7 mln meer ontvangen dan eerder verwacht, grotendeel doordat voor de uitvoeringskosten van IMG in 2023 een verrekening heeft plaatsgevonden voor de aanvankelijk te hoog vastgestelde bijdrage voor de werkzaamheden van IMG in 2022.

Ontvangsten NAM Versterkingsoperatie

De uitgaven voor de versterkingskosten NCG tot 1 juli 2023 worden per kwartaal met een factuur bij NAM in rekening gebracht. Vanaf 1 juli 2023 is de Tijdelijke wet Groningen onderdeel versterken van kracht, waarna gewerkt wordt met een heffing. Er zijn in 2023 per saldo € 415 mln minder ontvangsten gerealiseerd dan begroot. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven en doordat NAM de facturen ten dele betaalt, zijn bij zowel de eerste als tweede suppletoire begroting ook de geraamde ontvangsten van de NAM neerwaarts bijgesteld. Aanvullend is vervolgens € 90 mln minder aan ontvangsten gerealiseerd. Dit heeft als reden dat nog niet alle door de NCG gemaakte kosten bij NAM gefactureerd zijn. De geraamde ontvangsten vanuit de NAM schuiven door naar 2024.

Nationaal Programma Groningen

NAM draagt jaarlijks € 25 mln bij aan het NPG. Meerjarig gaat het om een totaalbedrag van € 500 mln. Deze bijdrage loopt mee in de uitkering van EZK aan het NPG. Er is in 2023 geen bedrag gerealiseerd, dit omdat de bijdrage voor 2023 nog niet in rekening is gebracht en doorschuift naar 2024.

Tabel 30 Kengetallen aardgasbaten

Kengetallen

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

1. Gewonnen volume aardgas kleine velden (in Nm3)1

26 mld Nm3

24 mld Nm3

22 mld Nm3

20 mld Nm3

18 mld Nm3

16 mld Nm3

15 mld Nm3

13 mld Nm3

13 mld Nm3

11 mld Nm3

8,7 mld Nm3

2. Aantal boringen exploratie onshore en offshore1

9

21

16

4

6

5

4

3

2

4

5

3. Aantal boringen productie onshore en offshore1

18

32

17

16

8

7

7

9

7

3

2

4. Gewonnen volume aardgas Groningenveld (in Nm3)2

54 mld Nm3

42 mld Nm3

28 mld Nm3

28 mld Nm3

24 mld Nm3

19 mld Nm3

15 mld Nm3

8 mld Nm3

6 mld Nm3

5 mld Nm3

1,5 mld Nm3

5. Gewonnen volume aardgas totaal (in Nm3)1

80 mld Nm3

66 mld Nm3

50 mld Nm3

48 mld Nm3

42 mld Nm3

35 mld Nm3

30 mld Nm3

21 mld Nm3

19 mld Nm3

16 mld Nm3

10,2 Nm3

6. Beursprijs van TTF-gas (eurocent/ m3)3

26,0

21,3

19,8

13,6

16,6

21,5

14,9

9,1

37,8

127,6

46,9

X Noot
1

Bron: Voorlopige cijfers van TNO.

X Noot
2

Bron: Voorlopige cijfers van TNO.

X Noot
3

Bron: Gasterra

Beleidsartikel 6 Bijdrage Nationaal Groeifonds

A. Algemene doelstelling

Op dit artikel worden de bijdragen vanuit de EZK-begroting (XIII) aan Hoofdstuk L - Nationaal Groeifonds verantwoord.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Financieren

Zaken die op het Nationaal Groeifonds worden verantwoord zijn terug te vinden in de verschillende beleidsartikelen op Hoofdstuk L - Nationaal Groeifonds.

C. Beleidsconclusies

Voor de beleidsconclusies wordt verwezen naar de betreffende beleidsartikelen op Hoofdstuk L - Nationaal Groeifonds.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 31 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting12

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

    

0

7.702.871

‒ 7.702.871

        

Uitgaven

    

0

1.195.710

‒ 1.195.710

        

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

    

0

1.195.710

‒ 1.195.710

Bijdrage aan het Nationaal Groeifonds

     

1.195.710

‒ 1.195.710

        

Ontvangsten

    

0

1.572.633

‒ 1.572.633

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

X Noot
2

NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, de suppletoire begroting Prinsjesdag, de derde incidentele suppletoire begrotingen en de slotwet. De reden hiervoor is dat in het jaarverslag de ISB's, die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting, niet zijn opgeteld bij de stand vastgestelde begroting. Bij de eerste suppletoire begroting, de suppletoire begroting Prinsjesdag, de tweede suppletoire begroting, de tweede en de derde incidentele suppletoire begrotingen en de Slotwet is dat wel het geval. In de suppletoire begroting Prinsjesdag en de tweede suppletoire begroting bevat de stand vastgestelde begroting alle suppletoire begrotingen en ISB’s voorafgaand aan het stuk. Bij het jaarverslag is dat niet het geval.

Tabel 32 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting12

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

    

0

7.702.871

‒ 7.702.871

waarvan garantieverplichtingen

    

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

    

0

7.702.871

‒ 7.702.871

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

X Noot
2

NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, de suppletoire begroting Prinsjesdag, de derde incidentele suppletoire begrotingen en de slotwet. De reden hiervoor is dat in het jaarverslag de ISB's, die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting, niet zijn opgeteld bij de stand vastgestelde begroting. Bij de eerste suppletoire begroting, de suppletoire begroting Prinsjesdag, de tweede suppletoire begroting, de tweede en de derde incidentele suppletoire begrotingen en de Slotwet is dat wel het geval. In de suppletoire begroting Prinsjesdag en de tweede suppletoire begroting bevat de stand vastgestelde begroting alle suppletoire begrotingen en ISB’s voorafgaand aan het stuk. Bij het jaarverslag is dat niet het geval.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Het betreft hier de bijdragen vanuit de EZK-begroting (Hoofdstuk XIII) aan Hoofdstuk L - Nationaal Groeifonds ten behoeve van uitgaven die op het fonds worden verantwoord.

5. Niet-beleidsartikelen

Artikel 40 Apparaat

Op dit artikel zijn de personele en materiële uitgaven en ontvangsten van EZK geraamd, voor zover die betrekking hebben op het kerndepartement (directoraten-generaal en stafdirecties) en de diensten van EZK (ACM69, CPB, SodM en NCG). De uitgaven externe inhuur, de uitgaven aan ICT en bijdragen aan shared service organisaties (SSO's) zijn apart inzichtelijk gemaakt. Tevens bevat dit artikel onder SSO DICTU de realisatiegegevens voor de bijdrage aan agentschappen voor zover het opdrachten betreft ten behoeve van het kernministerie EZK.

Tabel 33 Apparaatsuitgaven Kerndepartement Budgettaire gevolgen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting12

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

298.069

294.990

304.961

466.055

610.217

529.932

80.285

        

Uitgaven

298.069

294.990

304.961

466.055

610.217

529.932

80.285

        

Personele uitgaven

214.957

219.736

226.323

350.417

453.037

390.036

63.001

eigen personeel

179.851

190.717

199.337

325.740

328.538

363.140

‒ 34.602

inhuur externen

19.506

15.989

14.641

16.985

117.410

8.860

108.550

overige personele uitgaven

15.600

13.030

12.345

7.692

7.089

18.036

‒ 10.947

        

Materiële uitgaven

83.112

75.254

78.638

115.638

157.180

139.896

17.284

ICT3

8.284

13.812

2.807

1.965

6.816

28.957

‒ 22.141

bijdrage aan SSO's

14.794

13.742

14.066

13.382

28.834

13.382

15.452

DICTU

32.148

25.527

21.147

20.225

42.993

20.014

22.979

overige materiële uitgaven

27.886

22.173

40.618

80.066

78.537

77.543

994

        

Ontvangsten

26.426

26.126

59.857

104.550

91.493

135.350

‒ 43.857

NCG

29

0

0

55.372

46.575

112.254

‒ 65.679

Overig

26.397

26.126

59.857

49.178

44.918

23.096

21.822

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

X Noot
2

De stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de suppletoire begroting Prinsjesdag en de tweede suppletoire begroting. De reden hiervoor is dat bij deze begrotingsstukken de suppletoire begrotingen voorafgaand aan het stuk opgeteld zijn bij de stand vastgestelde begroting. Bij het jaarverslag is dat niet het geval.

X Noot
3

Het totaal van de ICT-uitgaven van het kerndepartement en de buitendiensten bestaat uit de ICT-uitgaven geraamd onder de post materiële uitgaven en de bijdrage aan SSO DICTU.

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Personeel

De gerealiseerde uitgaven in 2023 liggen circa € 63 mln hoger dan in de Vastgestelde begroting. De hogere uitgaven hebben met name betrekking op toegevoegde loonbijstelling en de versterking van capaciteit bij het kerndepartement en de toezichthouders ACM en SodM, zoals toegelicht in de suppletoire begrotingen die in 2023 zijn uitgebracht.

Eigen personeel

De realisatie laat een onderuitputting zien ten opzichte van de begroting. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat bij de begroting onder andere een deel van de externe inhuur onder eigen personeel is begroot.

Inhuur externen

In de Vastgestelde begroting was in de raming voor Inhuur externen ten onrechte geen rekening gehouden met de inhuur die plaatsvindt bij de diensten van EZK. Dit is gecorrigeerd in de presentatie van het Jaarverslag, wat leidt tot een substantieel verschil tussen de kolommen Realisatie 2023 en Vastgestelde begroting. Bijlage 4 van het jaarverslag gaat nader in op de externe inhuur van het geheel EZK (inclusief de agentschappen).

Overige personele uitgaven

De overige personele uitgaven zijn € 10,9 mln lager dan begroot. Dit komt mede door een onderuitputting op het gebied van wachtgelden van € 0,7 mln. De rest van de onderuitputting wordt met name veroorzaakt door de onjuiste onderverdeling van personele uitgaven in de begroting.

Materieel

Het totaal van de gerealiseerde materiële uitgaven van het kerndepartement en de diensten ligt circa € 17 mln hoger dan de raming in de Vastgestelde begroting. Deze hogere uitgaven is het saldo van diverse mutaties toegelicht in de suppletoire begrotingen 2023, waaronder een verhoging voor diverse uitvoeringskosten van diensten waaronder NCG en ACM en de toevoeging van prijsbijstelling.

ICT

De uitgaven voor ICT vallen lager uit dan geraamd. Dit komt met name door de foutieve onderverdeling van materiële uitgaven in de begroting.  

Bijdrage aan SSO's

Op het gebied van bijdrage aan SSO's is € 15,5 mln meer gerealiseerd dan begroot. Dit komt voornamelijk doordat de onderverdeling in materiële uitgaven niet juist is begroot.

DICTU

Er is een overschrijding van € 23 mln op DICTU. Dit komt met name door de foutieve onderverdeling van materiële uitgaven in de begroting. Ook is de dienstverleningsovereenkomst DICTU met ongeveer € 3,0 mln hoger uitgevallen dan geraamd.

Toelichting op de ontvangsten

In 2023 zijn de ontvangsten € 31,6 mln lager dan begroot. Dit betreft met name de NCG. Bij de NCG is de realisatie van de ontvangsten namelijk € 35,7 mln lager dan geraamd. Dit komt doordat niet alle kosten over 2023 in rekening zijn gebracht bij de NAM. Deze ontvangsten schuiven door naar 2024.

Tabel 34 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en Zelfstandige Bestuursorganen/Rechtspersonen met een wettelijke taak (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Totaal apparaatsuitgaven Ministerie

298.068

294.989

304.960

466.054

610.217

529.932

80.285

Kerndepartement (beleid en staf)

192.549

191.904

199.293

348.668

476.206

413.188

63.018

Apparaatsuitgaven diensten:

       

Centraal Planbureau (CPB)

17.271

17.305

18.265

17.846

20.289

18.011

2.278

Autoriteit Consument en Markt (ACM)

73.091

69.486

68.561

79.882

92.296

78.775

13.521

Staatstoezicht op de Mijnen (SodM)

15.157

16.294

18.841

19.658

21.426

19.958

1.468

        

Totaal apparaatskosten agentschappen

1.019.206

1.142.480

1.307.753

1.392.980

1.538.164

1.460.228

77.936

Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI)

48.703

54.297

57.997

64.488

70.482

65.422

5.060

Dienst ICT Uitvoering (DICTU)

271.254

285.625

300.845

318.007

357.569

335.770

21.799

Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)

8.480

9.164

9.461

10.901

13.146

15.124

‒ 1.978

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

690.769

793.394

939.450

999.584

1.096.967

1.043.912

53.055

        

Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's

952.167

938.441

956.785

1.033.018

1.056.872

1.111.141

‒ 54.269

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

191.355

195.570

200.011

204.5712

209.3483

225.677

‒ 16.329

Stichting COVA

1.410

1.435

1.503

1.6314

1.908

1.980

‒ 72

Raad voor de Accreditatie

14.374

13.528

13.943

13.531

14.506

14.089

417

Bestuur Autoriteit Consument en Markt (ACM)

614

632

670

712

726

848

‒ 122

TNO

513.504

516.453

516.453

559.522

559.5223

588.195

‒ 28.673

Kamer van Koophandel (KvK)

230.910

210.823

224.205

253.051

270.862

280.352

‒ 9.490

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

X Noot
2

Het bedrag van 2022 is aangepast. Exclusief voorzieningen, afschrijvingen en rente.

X Noot
3

De realisatie is opgenomen uit 2022, omdat de realisatie 2023 nog niet bekend is

X Noot
4

Het bedrag van 2022 is aangepast.

Artikel 41 Nog onverdeeld

Dit niet-beleidsartikel bevat de posten prijsbijstelling, loonbijstelling en onvoorzien.

Tabel 35 Nominaal en onvoorzien: opbouw verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van de vastgestelde begroting 2023, realisatie en het verschil (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting12

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

        

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

        

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

programma

       

apparaat

       

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

programma

       

apparaat

       

Onvoorzien

0

0

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

X Noot
2

NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de suppletoire begroting Prinsjesdag. De reden hiervoor is dat bij dit begrotingsstuk de suppletoire begrotingen voorafgaand aan het stuk opgeteld zijn bij de stand vastgestelde begroting. Bij het jaarverslag is dat niet het geval.

Op dit artikel is geen sprake van realisatie. Bij de 1e suppletoire begroting 2023 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2023 uitgekeerd. Deze bijstellingen zijn bij 2e suppletoire begrotingswet 2023 toebedeeld naar de relevante onderdelen.

6. Bedrijfsvoeringsparagraaf

Inleiding

In de bedrijfsvoeringparagraaf (BVP) wordt verslag gedaan van relevante aandachtspunten in de bedrijfsvoering. De informatie opgenomen in de BVP is tot stand gekomen vanuit het departementale management control systeem en informatie uit audits van de Auditdienst Rijk (ADR). Deze paragraaf omvat drie elementen:

Paragraaf 1 - Rapportage voor de volgende verplichte onderdelen:

a. Rechtmatigheid

b. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

c. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

d. Misbruik en oneigenlijk gebruik

e. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

f. Fraude- en corruptierisico's

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

1. Rapportage voor de volgende verplichte onderdelen

a. Rechtmatigheid

Vanuit de bij het Ministerie van EZK bekende informatie zijn er fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid van de verantwoordingsinformatie die gerapporteerd moeten worden.

Inkopen

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is categoriemanager van een aantal rijksbrede raamovereenkomsten, waarvan er drie (Interim Management & Organisatieadvies, Auditdiensten en Financiële Adviesdiensten) in dit verslagjaar nog steeds waren verlengd middels overbruggingsovereenkomsten. Als gevolg daarvan worden de verplichtingen die op nadere overeenkomsten onder deze overbruggingsovereenkomsten worden aangegaan als onrechtmatig bestempeld. De raamovereenkomsten voor Financiële Adviesdiensten zijn per 3 april 2023 gereedgekomen en hebben tot rechtmatige contracten geleid. De her-aanbestedingen voor de overige raamovereenkomsten zijn vertraagd, als gevolg van juridische bezwaren en rechtszaken door inschrijvers. Voor Organisatieadvies verwacht het Ministerie van IenW dat daarvoor eind februari 2024 de nieuwe contracten beschikbaar komen. Voor Interim Management is de lopende aanbesteding definitief ingetrokken en wordt met de nu ingezette maatregelen een rechtmatige oplossing medio 2024 voorzien.

Omdat met name bij de agentschappen van EZK inkopen zijn gedaan onder die nadere overeenkomsten is daar sprake van een overschrijding van de rapporteringstolerantie.

Tijdelijke subsidieregeling tegemoetkoming blokaansluitingen

EZK heeft uitvoering van de Tijdelijke subsidieregeling tegemoetkoming blokaansluitingen (TTB) belegd bij het Ministerie van Financiën (Belastingdienst). EZK heeft met Kamerbrief 18 september 2023 de Tweede Kamer laatstelijk geïnformeerd over het verhoogde risico van misbruik en oneigenlijk gebruik van de regeling door woningbouwcorporaties, particuliere verhuurders en Vereniging van Eigenaren.

Op 22 december 2023 is de Tweede Kamer voor het laatst geïnformeerd over de uitvoering van de TTB. Hierbij kon onder andere het uiteindelijke aantal aanvragen (34.769) worden gemeld. De Belastingdienst verwacht in april 2024 alle aanvragen definitief te hebben afgehandeld.

Tabel 36 Overzicht overschrijdingen rapporteringstoleranties fouten en onzekerheden (bedragen x € 1.000)

(1) Rapporteringstolerantie

(2) Verantwoord bedrag in € (omvangsbasis)

(3) Rapporterings-tolerantie voor fouten en onzekerheden in €

(4) Bedrag aan fouten in €

(5) Bedrag aan onzekerheden in €

(6) Bedrag aan fouten en onzekerheden in €

(7) Percentage aan fouten en onzekerheden t.o.v. verantwoord bedrag = (6)/(2)*100%

Totaalniveau artikelen verplichtingen

€ 26.066.752

€ 521.355

€ 150.290

€ 484.118

€ 634.408

2,43%

       

Artikel 1, verplichtingen

€ 349.134

€ 25.000

€ 8.718

€ 0

€ 8.718

1

Artikel 4, verplichtingen

€ 18.448.402

€ 922.420

€ 32.658

€ 468.301

€ 500.959

 

Artikel 5, verplichtingen

€ 2.630.163

€ 131.508

€ 81.128

€ 15.817

€ 96.945

 

Artikel 40, verplichtingen

€ 610.217

€ 30.511

€ 26.800

€ 0

€ 26.800

 
       

Samenvattende staat baten-lastenagentschappen

€ 1.575.769

€ 31.515

€ 60.037

€ 0

€ 60.037

3,81%

X Noot
1

Hiervoor geldt dat het bedrag aan fouten en onzekerheden mede is bepaald door middel van steekproeven. De maximale fout overschrijdt de rapporteringstolerantie, de meest waarschijnlijke fout daarentegen niet. Daarom wordt hier geen percentage weergegeven.

Er worden in totaal 6 tolerantiegrenzen overschreden. Hieronder worden de belangrijkste nader toegelicht.

1. Uit bovenstaand overzicht van overschrijdingen van de rapporteringstoleranties blijkt een bedrag aan fouten en onzekerheden in de aangegane verplichtingen op totaalniveau gerelateerd aan de TTB en de inkopen van NCG van € 634 mln (kolom 6).

2. De fout op de verplichtingen van artikel 1 wordt veroorzaakt door het voor meer dan vier jaar verstrekken van een incidentele subsidie aan één organisatie. Hiervoor geldt dat het totaal bedrag van de fout is bepaald door middel van steekproeven. De maximale fout overschrijdt de rapporteringstolerantie, de meest waarschijnlijke fout daarentegen niet. Daarom wordt in kolom 7 in de tabel geen percentage weergegeven.

3. De regeling TTB is ingesteld omdat het prijsplafond voor de hoge energieprijzen niet goed aansloot bij huishoudens met een blokaansluiting. EZK heeft de Belastingdienst belast met de uitvoering van de regeling en deze heeft hiervoor een tijdelijke organisatie neergezet. Omdat de regeling TTB niet voldoet aan het Uniform Subsidiekader worden alle verplichtingen ad € 497 mln volledig als onzeker aangemerkt voor de rechtmatigheid. Daarnaast zijn bij de beoordeling van de aanvragen op basis van de regeling, het daarbinnen gehanteerde principe «vertrouwen tenzij» en de snelheid waarmee de regeling moest worden ingericht en uitgevoerd, hoge afwijkingen voor de rechtmatigheid geaccepteerd. Dit heeft vanuit een steekproefcontrole door de ADR op de uitvoering van de regeling geleid tot € 29 mln aan fouten en € 242 mln aan onzekerheden voor de rechtmatigheid. Laatstgenoemd bedrag is onderdeel van de eerdergenoemde onzekerheden, die naast de fouten € 468 mln bedragen. In de tabel is de voornoemde € 29 mln als fout gepresenteerd, en het restant van € 468 mln als onzeker.

4. De overschrijding op artikel 5 wordt voor aan fouten € 81 mln en € 16 mln aan onzekerheden, veroorzaakt door onrechtmatige inkopen NCG. Hier geldt dat het bedrag aan fouten en onzekerheden mede is bepaald door middel van steekproeven. De maximale fout en onzekerheid overschrijdt de rapporteringstolerantie, de meest waarschijnlijke fout en onzekerheid daarentegen niet. Daarom wordt in kolom 7 in de tabel geen percentage weergegeven.

5. De belangrijkste oorzaken voor de fouten in de verplichtingen van artikel 40 zijn waiverprocedures / voldongen feiten alsook onrechtmatige overbruggingen van rijksbrede raamcontracten (€ 21 mln) en onrechtmatige inkopen van NCG, SodM en ACM (€ 6 mln). Ook hier geldt dat het bedrag aan fouten en onzekerheden mede is bepaald door middel van steekproeven. De maximale fout overschrijdt de rapporteringstolerantie, de meest waarschijnlijke fout daarentegen niet. Daarom wordt in kolom 7 in de tabel geen percentage weergegeven.

6. Tevens blijkt uit bovenstaand overzicht een bedrag aan fouten gerelateerd aan inkopen bij baten-/lastenagentschappen (zie toelichting hierboven) van in totaal € 60 mln (kolom 6).

b. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn weinig bijzonderheden omtrent totstandkoming van de niet-financiële indicatoren (NFI’s). Voor artikel 2 'Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei' geldt dat de niet opgenomen NFI’s nog niet beschikbaar zijn doordat deze zijn opgebouwd uit (internationale) bronnen die ten tijde van het opstellen van het jaarverslag nog niet beschikbaar zijn. Jaarlijks is sprake van deze timelag. Voor artikel 4 ‘Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering’ geldt dat de bron Monitor Klimaatbeleid 2022 is aangepast, waardoor een enkel kengetal op een andere manier gepresenteerd wordt. Deze gewijzigde presentatie zal in de begroting 2024 verwerkt worden. 

c. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Opvolging aanbevelingen Algemene Rekenkamer 

De Algemene Rekenkamer (AR) heeft met haar verantwoordingsonderzoek EZK 2022 van 17 mei 2023 geconcludeerd dat de bedrijfsvoering en de financiële verantwoordingsinformatie in het jaarverslag EZK 2022 aan de gestelde eisen voldoet. Wel zijn daarbij twee onvolkomenheden vastgesteld, te weten, (1) het autorisatiebeheer (toegang tot financiële systemen) en (2) het inkoopbeheer.

Hierop zijn in 2022 en 2023 verbeteracties uitgezet door (1) het in overleg met dienstonderdelen implementeren van procedures om het risico van ongewenste toegangs-rechten en functievermenging in het financiële systeem beter te beheersen en (2) door het opstellen en via Bedrijfsvoeringsoverleg delen van een ‘Plan van Aanpak Verbetering Inkoopbeheer EZK/LNV 2023’.

Regeling tegemoetkoming energiekosten

De ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) van de energieprijzen tonen een aanzienlijke daling van de energieprijzen voor 2023; veel meer dan het CPB in november 2022 verwachtte. Het risico bestond dat het merendeel van de mkb-ondernemingen die een subsidie zouden aanvragen op grond van de Regeling tegemoetkoming energiekosten (TEK) automatisch een te hoog voorschot zullen ontvangen en dat zij het teveel, na vaststelling van de subsidie in 2024 terug zouden moeten betalen. Om dit risico te beperken is op 20 maart 2023, bij wijziging van de TEK het voorschotpercentage verlaagd van 50 procent naar 35 procent. De wijziging werkte terug tot en met 1 november 2022.

d. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het Ministerie van EZK beschikt over een toereikend beleid om de risico’s van misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) van subsidies door begunstigden zo veel mogelijk te beperken. Bestaande maatregelen om misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies door begunstigden te bestrijden zijn onder andere: de tijdige opstelling van risicoanalyses M&O met beheersmaatregelen, het opvragen van gegevens zoals die bekend zijn bij andere departementen, het in voorkomende gevallen opvragen van accountantsproducten bij subsidieverantwoordingen, het via de fraudesectie van RVO en Bureau Bijzondere Onderzoeken van het Instituut Mijnschade Gorningen (IMG) melden van vermoedens van fraude bij het OM en het goed informeren van de Tweede Kamer.

Steunmaatregelen COVID-19

EZK, Financiën en SZW hebben de Tweede Kamer in 2023 tussentijds over de uitvoering van de tijdelijke steunmaatregelen COVID-19 geïnformeerd (zie Kamerstuk 35 420, nr. 528 van 6 juli 2023). De focus lag in 2023 vooral op een goede afronding, zoals het vaststellen van de laatste subsidies, de afwikkeling van de bezwaar- en beroepsprocedures en de uitvoering van de terugbetalingsregelingen.

Tijdelijke subsidieregeling tegemoetkoming blokaansluitingen (TTB)

De regeling wordt uitgevoerd door de Belastingdienst (BD). EZK heeft met Kamerbrief 18 september 2023 de Tweede Kamer laatstelijk geïnformeerd over het verhoogde risico van misbruik en oneigenlijk gebruik van de regeling door woningbouwcorporaties, particuliere verhuurders en Vereniging van Eigenaren. Omdat voor deze regeling sprake is van een verhoogd restrisico van misbruik en oneigenlijk gebruik voert de BD een nacontrole uit om vast te stellen of de aangevraagde subsidie is doorbetaald aan de bewoners met een blokaansluiting.

Op 22 december 2023 is de Tweede Kamer voor het laatst geïnformeerd over de uitvoering van de TTB. Hierbij kon onder andere het uiteindelijke aantal aanvragen (34.769) worden gemeld.

Er is een fraudegeval gesignaleerd van beperkte omvang in de uitvoering van de subsidieregeling TTB.

e. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te vermelden.

f. Fraude- en corruptierisico's

In 2023 zijn geen materiële interne fraudes en/of corrupties aan het licht getreden die in de bedrijfsvoeringsparagraaf moeten worden vermeld. EZK beschikt over een vastgesteld integriteitsbeleid, een Beveiligingsautoriteit (BVA), zoals bedoeld in artikel 3 van het Besluit BVA-stelsel Rijksdienst 2021 en een BVA-team. Het BVA-team geeft advies, houdt toezicht op de integrale beveiliging en laat analyses en audits uitvoeren. Dienstonderdelen geven in het jaarplan en tussentijdse voortgangsrapportages aan welke grote risico’s het dienstonderdeel in de realisatie van de doelen voorziet en hoe deze risico’s worden beheerst. Daarnaast worden in de Bestuursraad wekelijks de actuele strategische risico's besproken. Risicomanagement is hiermee verankerd in de departementale P&C-cyclus.

Met periodieke managementverificaties, het toepassen van controle technische functiescheiding en verbijzonderde interne controle bij financiële transacties wordt het risico van interne fraude en daarmee onbetrouwbare informatievoorziening vanuit de administraties van EZK voldoende beheerst.

Het acteren op risico’s in dit verband, die gepaard gaan met interne- en externe ontwikkelingen is verankerd in de departementale P&C-cyclus en daarmee een continu proces bij EZK. De gezamenlijke Bestuursraad EZK en LNV heeft op 6 november 2023 ingestemd met het opnemen van een frauderisicoanalyse in de jaarplannen. Door een frauderisicoanalyse vanaf 2024 op te nemen in de jaarplannen ontstaan mogelijk nieuwe inzichten naar aanleiding van de nadere detaillering door dienstonderdelen of bij vervolggesprekken over dit thema.

Onderdeel van het integriteitsbeleid is voorts het moeten voldoen aan de normen en regels ter voorkoming van eventuele belangenverstrengeling dat kan leiden tot of als doel kan hebben misbruik of oneigenlijk gebruik van (koersgevoelige) informatie door medewerkers en daarmee reputatieschade voor EZK en/of persoonlijke verrijking. Burgers en bedrijven moeten erop kunnen vertrouwen dat medewerkers van EZK niet bevooroordeeld of partijdig zijn.

EZK voert in samenwerking met de ADR een additioneel onderzoek uit naar het beheer van risico’s op het gebied van fraude, corruptie en belangen-verstrengeling en verankering daarvan in de departementale P&C-cyclus.

2. Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Herstel- en Veerkrachtplan

In de zomer van 2020 besloten de EU-lidstaten tot een gezamenlijke aanpak om te herstellen van de coronacrisis. In februari 2021 is daarom de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit opgericht. Dit is een tijdelijk middel waarmee de EU subsidies en leningen aan EU-landen kan geven om te investeren in hervorming. EU-lidstaten moeten een Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) opstellen, waarin staat naar welke hervormingen en investeringen het geld gaat. De EU heeft het Nederlandse HVP in oktober 2022 goedgekeurd. In het Nederlandse HVP staan 53 maatregelen, waarvan 25 hervormingen en 28 investeringen. Het kabinet gebruikt bijna de helft (54,9%) van de middelen voor de groene transitie. En 25,6% voor de digitalisering.

Het Ministerie van Financiën zal conform het HVP vanaf 2024 tot en met 2026 halfjaarlijks een onderbouwd betalingsverzoek bij de Europese Commissie (EC) indienen. EZK beschikt over een door de Bestuursraad vastgesteld Verantwoordingskader HVP-EZK met afspraken om risico’s in de tussentijdse verantwoording over realisatie van in het HVP opgenomen mijlpalen en doelen te verdelen over het departement. Het financieel belang van het HVP is circa € 5,4 mld. EZK is veruit de grootste uitvoerder van HVP-projecten (€ 2,7 mld).

Grote ICT-projecten

Voorgenomen ICT-projecten van dienstonderdelen (vanaf € 1 mln) worden voor instemming aan het CIO office van EZK voorgelegd. De Bestuursraad van EZK wordt hierover geïnformeerd. Bij projecten vanaf € 5 mln wordt de Bestuursraad om instemming gevraagd. Het CIO office consulteert waar nodig de CIO-raad van EZK (en LNV), de CIO-Rijk en/of het adviescollege ICT-toetsing. Daarnaast maakt de CIO-office conform kabinetsafspraken alle lopende grote ICT-projecten (vanaf € 5 mln) op het Rijks ICT-dashboard openbaar:

  • Programma IT-Continuïteit (KvK);

  • Kern Gezond (KvK);

  • MIVSP (Maritiem informatievoorzieningsplatform van DG K&E);

  • Doorontwikkeling BKG (NCG).

Audit Committee

In 2022 heeft een zelfevaluatie - zoals voorgeschreven in § 6 van de Regeling Audit Committees van het Rijk - plaatsgevonden. Hierin is geconcludeerd dat het Audit Committee (AC) goed functioneert met daarin een opgaande lijn in de afgelopen jaren. In 2023 heeft het AC viermaal vergaderd. Hierbij is onder meer gesproken over de zelfevaluatie, de halfjaarlijkse toezichtrapportages van FEZ, de voorlopige bevindingen van de ADR, het Herstel- en Veerkrachtplan en de taskforce Verbetering Financieel Beheer.

Departementale checks and balances subsidieregelingen

Om de kwaliteit van subsidie-instrumenten te bewaken en te verbeteren leggen beleidsdirecties alle voorstellen voor nieuwe of gewijzigde subsidie-instrumenten ter beoordeling voor aan de Monitorcommissie (MC) onder leiding van de Chief Economist. De MC kijkt kritisch naar nut, noodzaak en vormgeving van nieuwe of gewijzigde subsidie-instrumenten. Om een onafhankelijke toetsing te borgen zijn de directeuren FEZ en de directeur Wetgeving en Juridische Zaken (WJZ) lid van deze commissie evenals een aantal beleidsdirecteuren en RVO als uitvoerende dienst. Bij de beoordeling worden uitkomsten van uitgevoerde evaluaties betrokken die conform de regelgeving voor subsidies eens in de 5 jaar plaatsvinden. Daarnaast toetst FEZ alle nieuwe subsidie-instrumenten op financiële gevolgen, doelmatigheid en doeltreffendheid. De directeur FEZ van EZK is daarnaast voorzitter van de departementale Beleidskwaliteit en -Evaluatiecommissie (BEC) waar met behulp van externe onafhankelijke deskundigen van planbureaus en universiteiten advies wordt gegeven over evaluatieopzetten. Beide commissies werken zowel voor EZK als LNV waardoor expertise en ervaringen effectief worden gedeeld.

Normenkader financieel beheer: verhoging (onder)mandaten

In 2023 is het Kader voor financiële ondermandatering van de kerndepartementen EZK en LNV geactualiseerd. De ondermandaten waren de afgelopen 10 jaar niet gewijzigd, terwijl de inflatie de afgelopen jaren sterk is gestegen, de begrotingen zijn gegroeid en de werkdruk bij (onder)mandaathouders is toegenomen. 

3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Klimaatfonds

In december 2022 is het wetsvoorstel tot oprichting van het Klimaatfonds als een begrotingsfonds, zoals bedoeld in artikel 2.11 van de CW, ingediend bij de Staten-Generaal. De Tweede Kamer heeft op 6 juli 2023 ingestemd met de Tijdelijke wet Klimaatfonds.

De Eerste Kamer heeft op 19 december ingestemd met de Tijdelijke wet Klimaatfonds. Dit voorstel wijst de Minister voor Klimaat en Enegie als fondsbeheerder aan. Met Prinsjesdag 2024 zal een eerste begroting van het fonds voor 2025 worden aangeboden.

Nationaal Groeifonds

Met het Nationaal Groeifonds (NGF) investeert het kabinet tussen 2021 en 2025 in projecten die het duurzaam verdienvermogen vergroten. Met de instelling van de Tijdelijke Wet Nationaal Groeifonds door het parlement en de vaststelling van de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds door de minister, kunnen vanaf 2 januari 2023 verplichtingen/uitgaven direct ten laste van het NGF worden gedaan. Daarnaast blijft het nog steeds mogelijk om middelen over te hevelen naar departementale begrotingen voor departementale investeringsvoorstellen. Er is in 2023 één verplichting aangegaan.

Verduurzaming EZK - organisatie

EZK en LNV publiceren sinds vier jaar hun gezamenlijk verslag over de duurzaamheid van de eigen organisaties. Het duurzaamheidsverslag geeft inzicht in de verduurzaming van de eigen bedrijfsvoering en ketenverduurzaming bij beide ministeries en hun diensten en agentschappen zoals de RVO, Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI, voorheen Agentschap Telecom), etc. Bij het opstellen van het duurzaamheidsverslag worden de rapportagestandaarden van het Global Reporting Initiative (GRI) in beschouwing genomen. De verwachting is dat in mei 2024 het duurzaamheidsverslag 2023 wordt gepubliceerd op rijksoverheid.nl. Daarin zal onder meer worden ingegaan op het Manifest verduurzaming bedrijfsvoering EZK & LNV 2.0 dat in september 2023 is vastgesteld.

C. JAARREKENING

7. Departementale verantwoordingsstaat

Tabel 37 Departementale verantwoordingsstaat 2023 van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)12

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3) = (2) - (1)

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

32.919.971

27.178.059

18.637.558

26.066.752

13.651.601

7.919.806

‒ 6.853.219

‒ 13.526.458

‒ 10.717.752

           
 

Beleidsartikelen

32.390.039

26.648.127

18.502.208

25.456.535

13.041.384

7.828.313

‒ 6.933.504

‒ 13.606.743

‒ 10.673.895

1

Goed functionerende economie en markten

304.412

340.794

31.934

349.134

335.957

171.160

44.722

‒ 4.837

139.226

2

Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

5.732.946

4.422.761

576.949

3.812.305

2.282.149

330.800

‒ 1.920.641

‒ 2.140.612

‒ 246.149

3

Toekomstfonds

170.864

227.187

80.200

216.531

208.266

138.565

45.667

‒ 18.921

58.365

4

Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

13.992.188

15.971.667

4.505.077

18.448.402

7.707.014

2.407.827

4.456.214

‒ 8.264.653

‒ 2.097.250

5

Een veilig Groningen met perspectief

4.486.758

4.490.008

11.735.415

2.630.163

2.507.998

4.779.961

‒ 1.856.595

‒ 1.982.010

‒ 6.955.454

6

Bijdrage Nationaal Groeifonds

7.702.871

1.195.710

1.572.633

0

0

0

‒ 7.702.871

‒ 1.195.710

‒ 1.572.633

           
 

Niet-beleidsartikelen

529.932

529.932

135.350

610.217

610.217

91.493

80.285

80.285

‒ 43.857

40

Apparaat

529.932

529.932

135.350

610.217

610.217

91.493

80.285

80.285

‒ 43.857

41

Nog onverdeeld

0

0

0

0

0

0

0

0

0

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

X Noot
2

NB de stand zoals gepresenteerd onder stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, de suppletoire begroting Prinsjesdag, de tweede suppletoire begroting, de tweede en de derde incidentele suppletoire begrotingen en de Slotwet. De reden hiervoor is dat in het jaarverslag de ISB's, die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting, niet zijn opgeteld bij de stand vastgestelde begroting. Bij de eerste suppletoire begroting, de suppletoire begroting Prinsjesdag, de tweede suppletoire begroting, de tweede en de derde incidentele suppletoire begrotingen en de Slotwet is dat wel het geval. In de suppletoire begroting Prinsjesdag en de tweede suppletoire begroting bevat de stand vastgestelde begroting alle suppletoire begrotingen en ISB’s voorafgaand aan het stuk. Bij het jaarverslag is dat niet het geval.

8. Samenvattende verantwoordingsstaat agentschappen

Tabel 38 Samenvattende verantwoordingsstaat 2023 inzake de baten-lastenagentschappen van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

Realisatie 2022 (4)

Dienst ICT Uitvoering

    

Totale baten

356.700

373.089

16.389

352.890

Totale lasten

356.700

373.520

16.820

334.413

Saldo van baten en lasten

0

‒ 431

‒ 431

18.477

     

Totale kapitaaluitgaven

42.425

46.322

3.897

54.264

Totale kapitaalontvangsten

22.000

7.329

‒ 14.671

18.723

     

Nederlandse Emissieautoriteit

    

Totale baten

15.929

15.430

‒ 499

11.941

Totale lasten

15.929

14.285

‒ 1.644

11.228

Saldo van baten en lasten

0

1.145

1.145

713

     

Totale kapitaaluitgaven

180

2.641

2.461

3.431

Totale kapitaalontvangsten

500

1.557

1.057

367

     

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

    

Totale baten

1.054.012

1.112.066

58.054

990.951

Totale lasten

1.054.012

1.121.859

67.847

1.017.887

Saldo van baten en lasten

0

‒ 9.793

‒ 9.793

‒ 26.936

     

Totale kapitaaluitgaven

44.500

41.974

‒ 2.526

43.431

Totale kapitaalontvangsten

28.500

54.672

26.172

39.272

     

Rijksinspectie Digitale Infrastructuur1

    

Totale baten

69.597

75.184

5.587

65.871

Totale lasten

69.597

79.277

9.680

67.907

Saldo van baten en lasten

0

‒ 4.093

‒ 4.093

‒ 2.036

     

Totale kapitaaluitgaven

11.019

6.308

‒ 4.711

9.220

Totale kapitaalontvangsten

5.750

9.237

3.487

7.692

X Noot
1

Vanaf 1 januari 2023 is Agentschap Telecom Rijksinspectie Digitale Infrastructuur geworden.

9. Jaarverantwoording baten-lastenagentschappen per 31 december 2023

Dienst ICT Uitvoering (DICTU)

Jaarverantwoording van het baten-lastenagentschap DICTU per 31 december 2023
Tabel 39 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap DICTU voor het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2022 (4)

Baten

    

- Omzet

356.700

372.222

15.522

351.078

waarvan omzet moederdepartement

239.268

264.459

25.191

249.827

waarvan omzet overige departementen

116.529

106.867

‒ 9.662

100.808

waarvan omzet derden

903

896

‒ 7

443

Rentebaten

0

39

39

0

Vrijval voorzieningen

0

818

818

1.812

Bijzondere baten

0

10

10

0

Totaal baten

356.700

373.089

16.389

352.890

     

Lasten

    

Apparaatskosten

335.770

357.569

21.799

318.007

- Personele kosten

238.517

240.598

2.080

227.911

waarvan eigen personeel

101.882

98.833

‒ 3.049

92.055

waarvan inhuur externen

132.685

138.387

5.701

133.026

waarvan overige personele kosten

3.950

3.378

‒ 572

2.830

- Materiële kosten

97.252

116.971

19.719

90.096

waarvan apparaat ICT

25.189

26.695

1.506

13.449

waarvan bijdrage aan SSO's

21.100

26.263

5.163

24.444

waarvan overige materiële kosten

50.963

64.013

13.050

52.203

Rentelasten

5

413

408

75

Afschrijvingskosten

20.425

15.430

‒ 4.995

15.466

- Materieel

14.250

11.430

‒ 2.820

10.631

waarvan apparaat ICT

14.250

11.430

‒ 2.820

10.631

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

0

0

0

- Immaterieel

6.175

4.000

‒ 2.175

4.835

Overige lasten

500

108

‒ 392

865

waarvan dotaties voorzieningen

500

12

‒ 488

0

waarvan bijzondere lasten

0

96

96

865

Totaal lasten

356.700

373.520

16.820

334.413

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

‒ 431

‒ 431

18.477

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

‒ 431

‒ 431

18.477

Toelichting op de baten

De totale baten zijn ten opzichte van de ontwerpbegroting € 16,4 mln hoger.

In zijn geheel is de gerealiseerde omzet van € 372,2 mln 4,4% hoger dan begroot. In de ontwerpbegroting is bij het moederdepartement een afvlakking van de omzet t.o.v. 2022 aangegeven. In de realisatie is de omzet van het moederdepartement € 25,2 mln hoger. Dit is grotendeels (€ 17,8 mln) het gevolg van de verschuiving van de opdrachtgever Nationaal Coördinator Groningen (NCG) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties naar het moederdepartement.

De verdeling per productgroep wordt in de onderstaande tabellen weergegeven:

Tabel 40 Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2023

Realisatie 2023

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2022

Applicatiebeheer (applicatieservices)

78.308

81.484

3.176

75.443

Ontwikkelopdrachten

92.485

107.694

15.209

105.750

Werkplekservices

60.441

66.179

5.738

60.149

Overige omzet

1.266

1.524

258

1.205

Generieke eBS

6.767

7.579

812

7.280

Totaal

239.268

264.459

25.191

249.827

De toename bij ontwikkelopdrachten (inclusief dienstverlening Rijkszaak) en werkplekservice is met name het gevolg van de genoemde verschuiving van de opdrachtgever Nationaal Coördinator Groningen (resp. € 13,1 mln en € 4,1 mln).

Tabel 41 Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2023

Realisatie 2023

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2022

Applicatiebeheer (applicatieservices)

43.932

55.885

11.953

48.132

Ontwikkelopdrachten

43.772

25.498

‒ 18.274

28.050

Werkplekservices

21.059

19.509

‒ 1.550

19.177

Overige omzet

6.134

4.683

‒ 1.451

4.049

Generieke eBS

1.633

1.292

‒ 341

1.400

Totaal

116.529

106.867

‒ 9.662

100.808

De hogere omzet onder Applicatiebeheer van € 11,9 mln zien we met name bij de klant Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (€ 12,1 mln) met betrekking tot applicatie beheer voor diensten platformen.

De lagere omzet onder ontwikkelopdrachten (€ 18,3 mln) wordt deels veroorzaakt door de genoemde verschuiving van opdrachtgever NCG van overige departementen (onder Ministerie van BZK) naar moederdepartement. Daarnaast is de omzet voor ontwikkelopdrachten bij de klant Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport € 6,9 mln lager door minder dienstverlening voor de diensten Rijkszaak en Toegangs Verlenings Service.

Tabel 42 Omzet overige departementen per departement (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2023

Realisatie 2023

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2022

Ministerie van BZK

35.844

31.007

‒ 4.837

29.033

Ministerie van Fin

557

134

‒ 423

579

Ministerie van IenW

12.225

11.489

‒ 736

9.400

Ministerie van J&V

1.713

1.535

‒ 178

1.933

Ministerie van LNV

46.852

52.841

5.989

47.067

Ministerie van OCW

260

168

‒ 92

131

Ministerie van SZW

2.075

285

‒ 1.790

911

Ministerie van VWS

15.751

8.716

‒ 7.035

11.059

Overig

1.252

692

‒ 560

695

Totaal

116.529

106.867

‒ 9.662

100.808

Vrijval voorziening

De vrijval van de voorziening van € 0,8 mln betreft de voorziening dubieuze debiteuren. Deze vrijval is het gevolg van meer aandacht en inzet op debiteuren beheer. En als gevolg hiervan is de voorziening niet meer nodig.

Toelichting op de lasten

De totale lasten zijn met € 16,8 mln toegenomen.

Personele kosten

In de realisatie zijn de personele lasten per saldo maar 1% hoger dan begroot. Voor intern personeel is in de ontwerpbegroting uitgegaan van gemiddeld 991 FTE. Door krapte op de arbeidsmarkt is DICTU er niet in geslaagd de doelstelling voor interne FTE’s te realiseren. De  werkelijke gemiddelde bezetting is 66 FTE lager en uitgekomen op gemiddeld 925 FTE. De kosten intern personeel zijn verder gestegen als gevolg van CAO effecten, en hiermee wordt het effect van lagere kosten als gevolg van een gemiddeld lager aantal fte grotendeels opgeheven.

In de realisatie is de externe inhuur € 5,7 mln hoger dan begroot. Het aantal extern ingehuurde FTE’s is conform begroting gedaald en uitgekomen op gemiddeld 780 FTE. Hier zijn twee onderliggende verklaringen voor: enerzijds zijn de inhuurkosten externen hoger doordat het sourcingstraject voor ICT diensten niet in 2023 is afgerond. Anderzijds zijn de inhuurkosten lager door een andere organisatie van Rijkszaak implementaties door klanten. De uiteindelijk hogere kosten zijn het gevolg van een andere mix van functies waarop is ingehuurd en een stijging van de inhuurtarieven als gevolg van de opgelopen inflatie.

Materiele kosten

De materiele kosten zijn in de realisatie hoger dan opgenomen in de ontwerpbegroting. Dit is grotendeels het gevolg van een nieuw meerjarig contract met de cloudpartner waarbij de kern van de dienst is dat zij DICTU gaat helpen met de doorontwikkeling van DICTU conform de eerder vastgestelde Bedrijfsstrategie. De werkvorm (sourcing) is níet uitbesteden, maar ‘samen doen’. Concreet gaat het om beter en sneller kunnen inspelen op technologische innovaties, met name ook op public cloud gebaseerde diensten. Ook is een sterke stijging zichtbaar door hogere licentiekosten, aanschafwaarde overige hardware en kosten van huisvesting.

Afschrijvingskosten

Afschrijvingskosten zijn in de realisatie lager als gevolg van uitblijvende investeringen, met name met betrekking tot infrastructurele componenten / hardware.

Tabel 43 Balans per 31 december 2023 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 2023

Balans 2022

Activa

  

Vaste activa

40.742

42.565

Immateriële vaste activa

9.855

7.178

Materiële vaste activa

30.887

35.387

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

28.680

33.591

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

2.207

1.796

Vlottende activa

68.645

78.725

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

23.611

26.283

Overige vorderingen en overlopende activa

25.204

23.222

Liquide middelen

19.830

29.220

Totaal activa

109.387

121.290

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

17.121

34.290

Exploitatiereserve

17.552

15.813

Onverdeeld resultaat

‒ 431

18.477

Voorzieningen

167

348

Langlopende schulden

21.325

28.830

Leningen bij het Ministerie van Financiën

21.325

28.830

Kortlopende schulden

70.774

57.822

Crediteuren

15.663

3.035

Belastingen en premies sociale lasten

0

0

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

14.462

16.128

Overige schulden en overlopende passiva

40.649

38.659

Totaal passiva

109.387

121.290

Activa

Vaste Activa

De immateriële vaste activa zijn met € 2,7 mln gestegen. Voor Rijkszaak is bijna € 1,8 mln in zelf ontwikkelde activa geïnvesteerd en is er voor € 1,7 mln aan zelfontwikkelde software in gebruik genomen. Daarnaast is voor € 4,7 mln geïnvesteerd in licenties voor het nieuwe document management systeem (SIRIS) voor het kerndepartement. Op de immateriële vaste activa is in 2023 € 4,0 mln afgeschreven.

De materiële vaste activa zijn ten opzichte van vorig jaar met € 4,5 mln gedaald. Dit komt door het achterblijven van vervangingsinvesteringen op de infrastructurele componenten als gevolg van het voornemen om meer diensten af te nemen van Rijkspartners of met de cloud te gaan werken. Afgelopen jaar is er voor € 3,8 mln aan storage & backup en overige infrastructurele componenten geïnvesteerd en € 2,0 mln aan werkplek devices. In totaal is voor € 11,4 mln afgeschreven.

Vlottende activa

De debiteuren positie is ten opzichte van 2022 met € 2,7 mln gedaald. In 2023 is extra aandacht geweest op het debiteurenbeheer en dit heeft geresulteerd in een lager openstaand saldo en een sterke verbetering van de ouderdom van de openstaande debiteurenposten. Dit betekent ook dat er geen voorziening dubieuze debiteuren nodig is.

Passiva

Eigen vermogen

Tabel 44 Tabel vermogensontwikkeling (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

1. Eigen vermogen per 1/1

13.310

16.627

31.207

34.290

2. Saldo baten en lasten

3.317

20.900

18.477

‒ 431

3. Directe mutaties in het eigen vermogen

0

‒ 6.320

‒ 15.394

‒ 16.738

‒ 3a Uitkering aan moederdepartement

0

‒ 6.400

‒ 15.701

‒ 17.100

‒ 3b Bijdrage door moederdepartement ter versterking eigen vermogen

0

0

307

362

‒ 3c Overige mutaties

0

80

0

0

4. Eigen vermogen per 31/12

16.627

31.207

34.290

17.121

De uitkering aan het moederdepartement van € 17,1 mln betreft de afroming van het overschot aan eigen vermogen. Het eigen vermogen einde boekjaar bedraagt € 17,1 mln. Dit is 4,8% van de gemiddelde jaaromzet over de laatste drie jaar en dat valt onder de maximum grens van 5%.

Tabel 45 Voorzieningen (bedragen x € 1.000)
 

Boekwaarde 1-1-2023

Dotaties

Onttrekkingen

Vrijval

Boekwaarde 31-12-2023

Voorziening personeel

348

12

193

0

167

Voorzieningen

De voorziening personeel wordt benut als voorziening voor contractuele afspraken met medewerkers. Van de voorziening personeel is gedurende 2023 € 0,2 mln onttrokken conform de opbouw van de voorziening. De dotatie heeft betrekking op een aanvulling als gevolg van een te lage beginstand.

Kortlopende schulden

Crediteuren

De toename van het crediteurensaldo van € 12,6 mln wordt veroorzaakt doordat het laatste betaalmoment niet eind 2023 was maar begin 2024. Medio januari is ruim 95% van het openstaande factuurbedrag betaald.

Overige schulden en overlopende passiva

De lichte stijging van de post overige schulden en overlopende passiva van € 1,9 mln (5,0%) is met name het gevolg van de toename van de post passivering vakantiedagen en overuren. De extra passivering wordt voornamelijk veroorzaakt door een toename van de IKB-verlofuren op basis van CAO-afspraken.

Tabel 46 Kasstroomoverzicht over het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2022 + stand depositorekeningen

15.407

27.957

12.550

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

356.700

374.317

17.617

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 336.275

‒ 343.453

‒ 7.178

2.

Totaal operationele kasstroom

20.425

30.864

10.439

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 22.000

‒ 13.094

8.906

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

10

10

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 22.000

‒ 13.084

8.916

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

‒ 17.100

‒ 17.100

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

362

362

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 20.425

‒ 16.128

4.297

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

22.000

6.957

‒ 15.043

4.

Totaal financieringskasstroom

1.575

‒ 25.909

‒ 27.484

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2022 + stand depositorekeningen  (=1+2+3+4)

15.407

19.828

4.421

Toelichting kasstroomoverzicht

In 2023 zijn de ontvangsten in de operationele kasstroom € 17,6 mln hoger dan begroot door een hogere hoeveelheid geleverde diensten van DICTU. Dit wordt versterkt door een beter debiteurenbeleid. De uitgaven van de operationele kasstroom liggen € 7,2 mln boven het niveau van de begroting. Dit komt door enerzijds een hogere hoeveelheid geleverde diensten van DICTU, waardoor de kosten meestijgen en anderzijds door stijgende kosten van lopende contracten. De gestegen crediteuren positie dempt dit effect.

De investeringskasstroom is € 8,9 mln lager dan begroot. De investeringen bij de divisie Infrastructurele Diensten zijn substantieel lager als gevolg van terughoudende investeringen in afwachting van de nieuwe sourcingsstrategie.

In 2023 zijn voor € 7,0 mln aan leningen afgeroepen. Dit bedrag is lager dan de € 13,1 mln aan investeringen. Het verschil wordt veroorzaakt door investeringen die zijn gedaan in de laatste weken van december. Deze investeringen drukken op het leenplafond van 2024.

De eenmalige uitkering aan het moederdepartement heeft betrekking op afroming als gevolg van het maximale eigen vermogen.

Tabel 47 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2023
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2020

2021

2022

2023

2023

Omschrijving generiek deel

     

Kostprijzen per product (groep)

     

a. Basistarief werkplek CW

3.746

3.516

3.126

3.026

3.026

Tarieven/uur1

     

a. Senior medewerker (ontwikkeling)

137

136

135

141

141

b. Medior medewerker (bouw)

114

112

111

116

116

c. Junior medewerker (test en beheer)

102

100

99

103

103

Indicatoren

     

Aantal werkplekken CW2

14.929

16.027

18.042

19.186

18.559

FTE-totaal (excl. externe inhuur)3

828

905

927

925

991

Aantal interne FTE’s in percentage van het totale aantal FTE’s

54%

55%

54%

54%

56%

Saldo van baten en lasten (%)4

1,04%

6,02%

5,24%

‒ 0,12%

0,00%

Ziekteverzuim

3,7%

4,8%

6,3%

6,1%

4,0%

Klanttevredenheid

7,0

7,8

7,7

7,3

7,0

Beschikbaarheid applicaties

99,8%

99,7%

99,5%

99,7%

98,0%

Aantal grote verstoringen5

  

4

5

max 5

Eindgebruikerstevredenheid afhandeling incidenten5

  

8,4

8,5

7,0 ‒ 7,5

Oplospercentage 1ste lijn helpdesk

71%

70%

81%

83%

75%

X Noot
1

DICTU hanteert met ingang van 2020 een nieuw kostprijsmodel. In dit model wordt overgegaan van directe kostprijzen naar integrale kostprijzen, met als gevolg een (financieel-technische) stijging van de tarieven.

X Noot
2

Aantal werkplekken ultimo jaar.

X Noot
3

Gemiddeld aantal FTE over het jaar.

X Noot
4

Saldo als percentage van de baten.

X Noot
5

Deze indicator is in 2022 toegevoegd.

Basistarief werkplek CW

Het tarief voor de basis Cloudwerkplek is met € 100 per werkplekaccount per jaar verlaagd ten opzichte van het (reeds verlaagde) tarief van 2022. Voor een standaard basis account gaat het tarief van € 3.126 in 2022 naar € 3.026 in 2023. Deze tariefsverlaging wordt gerealiseerd door schaalvoordelen en kostenbeheersing in de Cloudwerkplek-keten.

Aantal werkplekken CW

Ten tijde van de ontwerpbegroting is gerekend met een gemiddeld aantal van 18.559 werkplekken CW. Vanwege de genoemde hogere vraag door verdere groei bij onze klanten is de realisatie eind 2023 van het aantal geleverde werkplekken 19.186 (gemiddeld 18.688).

Aantal interne FTE in % van het totale aantal FTE

In de realisatie is het aantal interne fte als percentage van het totale aantal fte lager dan ten opzichte van de begroting. Dit is het gevolg van de gestegen vraag naar ICT dienstverlening ten opzichten van de begroting en de krapte op de arbeidsmarkt waardoor de benodigde extra capaciteit is verkregen via externe inhuur. 

Saldo van baten en lasten

DICTU heeft in 2023 een negatief resultaat geboekt van € 0,431 mln.

Ziekteverzuim

Voor de uitvoering van de doelstellingen is het nog altijd hoge ziekteverzuim een risico en een zorgelijke ontwikkeling. Hier is dan ook in 2023 volop aandacht voor geweest. Naast verzuim is ook sociale veiligheid een belangrijk thema binnen DICTU, zeker ook als randvoorwaarde voor de veranderopgave. Het verzuimpercentage is in 2023 nagenoeg stabiel gebleven na een stijging die in 2021 begon en in 2022 doorzette. Het voortschrijdend jaargemiddelde van geheel DICTU schommelde rond de 6,2% en ligt daarmee, ondanks de versterkte zorg en aandacht, ruim boven het streefgemiddelde van 4%. Terugbrengen van het ziekteverzuim naar het streefgemiddelde blijft een aandachtspunt en is daarom ook expliciet opgenomen in het jaarplan 2024.

Klanttevredenheid

Ten opzichte van het in de begroting opgenomen doel is de gemeten klanttevredenheid hoger.

Beschikbaarheid Applicaties

De beschikbaarheid van frontend-applicaties wordt gemeten door middel van tooling (BSM). Deze meting is per applicatie per maand over de beschikbaarstellingsperiode, exclusief de overeengekomen onderhoudsperioden. In 2023 is het gemeten percentage (99,7%) hoger dan het percentage uit 2022 (99,5%) en ligt ook boven de doelstelling voor 2023 (98,0%).

Oplospercentage 1e lijn helpdesk

Dit percentage geeft weer hoeveel procent van de calls door de 1e lijn kan worden opgelost. Het gemeten percentage (83%) over 2023 is hoger dan het percentage uit 2022 (81%) en ligt ook boven de doelstelling voor 2023 (75%).

Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)

Jaarverantwoording van het baten-lastenagentschap NEa per 31 december 2023

De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) is de onafhankelijke nationale autoriteit voor de uitvoering van en het toezicht op marktinstrumenten die bijdragen aan een klimaatneutrale samenleving. De NEa ondersteunt bedrijven om hun verplichtingen na te leven, maar treedt ook op bij overtredingen. Ook draagt de NEa bij aan de totstandkoming van uitvoerbaar en doelmatige wet- en regelgeving.

Het gaat daarbij om het Europees Emissiehandelsysteem (EU-ETS), de HBE-systematiek (Hernieuwbare brandstofeenheden) voor het behalen van de Europese klimaatdoelen voor transport uit de Europese Richtlijn hernieuwbare energie en om diverse nationale instrumenten, waaronder de CO2-heffing voor de industrie. In de afgelopen jaren heeft de NEa verschillende nieuwe taken opgepakt die voortvloeien uit het Europese Fit for 55 pakket en die binnenkort uitgevoerd gaan worden, zoals het EU-ETS voor de Zeevaart en voor de gebouwde omgeving en wegtransport, de Europese brandstofverordeningen voor luchtvaart en zeevaart en de koolstofgrensheffing (CBAM). Ook nationale instrumenten zoals de inframarginale elektriciteitsheffing en de bijmengverplichting voor groen gas gaat de NEa uitvoeren.

De uitvoering van de wettelijke taken van het agentschap NEa valt onder de eindverantwoordelijkheid van het bestuur van de NEa dat als zodanig een ZBO is.

Tabel 48 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap NEa voor het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2022 (4)

Baten

    

- Omzet

15.929

15.157

‒ 772

11.904

waarvan omzet moederdepartement

10.350

10.279

‒ 71

7.441

waarvan omzet overige departementen

5.579

4.878

‒ 701

4.463

waarvan omzet derden

0

0

0

0

Rentebaten

0

158

158

15

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

115

115

22

Totaal baten

15.929

15.430

‒ 499

11.941

     

Lasten

    

Apparaatskosten

15.124

13.146

‒ 1.978

10.901

- Personele kosten

11.609

9.820

‒ 1.789

8.229

waarvan eigen personeel

10.281

8.651

‒ 1.630

7.520

waarvan inhuur externen

812

528

‒ 284

455

waarvan overige personele kosten

516

641

125

254

- Materiële kosten

3.515

3.326

‒ 189

2.672

waarvan apparaat ICT

797

1.270

473

673

waarvan bijdrage aan SSO's

1.312

1.566

254

1.378

waarvan overige materiële kosten

1.406

490

‒ 916

621

Rentelasten

34

28

‒ 6

0

Afschrijvingskosten

771

1.035

264

303

- Materieel

0

0

0

0

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

0

0

0

- Immaterieel

771

1.035

264

303

Overige lasten

0

76

76

24

waarvan dotaties voorzieningen

0

 

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

76

76

24

Totaal lasten

15.929

14.285

‒ 1.644

11.228

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

1.145

1.145

713

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

1.145

1.145

713

Tabel 49 Voorgestelde resultaatbestemming (bedragen x € 1.000)

Voorgestelde resultaatbestemming

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2022 (4)

(Voorgesteld het resultaat als volgt te verdelen)

    
     

Toevoeging/ onttrekking:

    

- POK/Woo

0

0

0

‒ 114

- Exploitatiereserve

0

1.145

1.145

827

Saldo van baten en lasten

0

1.145

1.145

713

Toelichting op de baten

De totale baten zijn € 0,5 mln lager uitgevallen dan de vastgesteld begroting 2023. Het verschil is een opsomming van de lagere omzet dan verwacht en hogere overige baten dan verwacht. Dit wordt hieronder toegelicht.

Omzet

De gerealiseerde omzet is € 0,8 mln lager dan begroot. De oorzaak ligt met name bij de omzet overige departementen. De omzet overige departementen betreft de bijdragen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) voor de opdracht Energie voor Vervoer. De omzet IenW is € 0,7 mln lager dan de ontwerpbegroting 2023. Dit is het gevolg van een geactualiseerde inschatting van de snelheid en noodzaak van de beoogde capaciteitsuitbreiding en het gevolg van het wegvallen van de jaarverplichting voor binnenvaart. Hierdoor zijn in de offerte EZK minder fte’s opgenomen dan begroot. De realisatie was ongeveer gelijk aan de offerte.

Bijzondere baten

De bijzondere baten betreffen met name een tegemoetkoming vanuit het UWV voor werknemers van de NEa die in 2022 langdurig ziek of zwanger waren (€ 0,05 mln), een ontvangen creditfactuur waarmee een factuur uit 2022 gecorrigeerd werd (€ 0,05 mln) en vrijval van reserveringen voor facturen die lager uitvielen dan verwacht (€ 0,02 mln).

Rentebaten

De rentebaten over 2023 zijn een gevolg van het positieve saldo op de Rekening-Courant bij het Ministerie van Financiën.

Toelichting op de lasten

De totale lasten zijn € 1,6 mln lager uitgekomen dan in de ontwerpbegroting over 2023. De verschillen komen met name voort uit de personele kosten.

Personele kosten

De totale personele kosten zijn € 1,8 mln lager dan werd opgenomen in de ontwerpbegroting 2023.

Dit betreft grotendeels lagere kosten voor het eigen personeel (€ 1,6 mln). Ter voorbereiding op de nieuwe taken en op uitbreiding van taken waren extra personeelsleden begroot. Een groot deel hiervan is later in het jaar aangenomen dan verwacht, mede door de krappe arbeidsmarkt. Hierdoor waren de personele kosten lager dan verwacht. Bij de NEa waren begin 2022 84 fte’s in dienst, eind 2023 was dat gegroeid tot 98 fte’s.

Daarnaast betreft de lagere realisatie met name de inhuur (€ 0,3 mln), ook hiervoor geldt dat de situatie op de arbeidsmarkt in 2023 het lastig maakte om de juiste mensen in te huren.

Materiële kosten

De materiele kosten zijn € 0,2 mln lager dan begroot. Dit is als volgt te verklaren:

  • De ICT-kosten zijn hoger (€ 0,5 mln) omdat de kosten van beheer en onderhoud stijgen doordat investeringen hoger zijn dan begroot (door extra taken die erbij zijn gekomen) en daardoor ook meer activa in gebruik zijn genomen. De ontwikkelkosten zijn bekostigd met de leenfaciliteit.

  • De bijdragen aan SSO’s zijn gestegen (€ 0,3 mln) door de gestegen tarieven.

  • De overige materiele kosten zijn lager (€ 0,9 mln) door lagere uitbestedingen van advieswerkzaamheden. NEa heeft meer zaken zelf op kunnen pakken door de toename aan medewerkers.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn iets hoger (€ 0,3 mln) dan begroot, omdat de geactiveerde investeringen hoger zijn uitgevallen dan begroot.

Rentelasten

De rentelasten betreffen rente voor de leenfaciliteit van het Ministerie van Financiën en de rente die betaald is voor het negatieve saldo op de Rekening-Courant bij het Ministerie van Financiën.

Overige lasten

De overige lasten bestaan uit bijzondere lasten. De bijzondere lasten betreffen nagekomen facturen over 2022 waarvoor geen transitorische post was opgenomen.

Resultaat

Het resultaat van de NEa over het jaar 2023 is € 1,1 mln positief. De grootste oorzaak hiervan is dat het percentage directe uren per persoon hoger is dan verwacht. Dit kon onder meer worden bereikt door goed te sturen op het volledig boeken van de directe uren. Ook is de (relatief duurdere) inhuur lager dan begroot.

Voorgestelde resultaatbestemming

Voorgesteld wordt het resultaat geheel toe te voegen aan de exploitatiereserve.

De bestemmingsreserve voor de Parlementaire Onderzoekscommissie Kinderopvang en de Wet open overheid (hierna POK/Woo) komt vrij te vallen (zoals ook toegelicht bij het eigen vermogen).

Tabel 50 Balans per 31 december 2023 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 2023

Balans 2022

Activa

  

Vaste activa

5.133

4.909

Immateriële vaste activa

5.133

4.909

Materiële vaste activa

0

0

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

0

0

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

0

0

Vlottende activa

5.342

3.270

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

21

0

Overige vorderingen en overlopende activa

188

44

Liquide middelen

5.133

3.226

Totaal activa

10.475

8.179

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

1.695

1.426

POK/ Woo reserve

0

245

Exploitatiereserve

550

354

Onverdeeld resultaat

1.145

827

Voorzieningen

0

0

Langlopende schulden

2.107

1.680

Leningen bij het Ministerie van Financiën

2.107

1.680

Kortlopende schulden

6.673

5.073

Crediteuren

219

208

Belastingen en premies sociale lasten

0

0

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

842

560

Overige schulden en overlopende passiva

5.612

4.305

Totaal passiva

10.475

8.179

Toelichting op de Balans

Vaste activa

Immateriële vaste activa

In 2023 zijn nieuwe registers in ontwikkeling genomen: EHP2 en EHP Fit for 55 (voor luchtvaart en zeevaart).

In 2023 is € 1,0 mln afgeschreven en € 1,3 mln geïnvesteerd.

Vlottende activa

De debiteuren betreffen facturen voor de vrijwillige rekeninghouders van het ETS-register.

De overige vorderingen en overlopende activa bestaat bijna volledig uit nog te ontvangen creditrente voor de Rekening-Courant bij het Ministerie van Financiën.

De liquide middelen betreffen met name de Rekening-Courant bij het Ministerie van Financiën (€ 5,1 mln). In het kasstroomoverzicht is het verloop hiervan toegelicht.

Passiva

Eigen vermogen

Het eigen vermogen einde boekjaar is het totaal van de bestemmingsreserve, de exploitatiereserve, en het onverdeeld resultaat boekjaar.

Met instemming van het Ministerie van Financiën heeft NEa een bestemmingsreserve POK/Woo gevormd.

De gereserveerde gelden voor POK/Woo waren bestemd om de NEa aan te laten sluiten aan het door EZK te ontwikkelen platform PLOOI, waarvan nu wordt voorzien dat de ontwikkeling in de voorzienbare toekomst niet voltooid zal worden. De POK/Woo reserve wordt daarom terugbetaald aan het Ministerie van EZK, waardoor de bestemmingsreserve ultimo 2023 op nul komt.

De exploitatiereserve is toegenomen door het positieve resultaat in het boekjaar 2022 en afgenomen door de afroming.

Het eigen vermogen bedraagt eind 2023 € 1,7 mln. Het vermogensplafond is € 0,6 mln (5% van de gemiddelde jaaromzet over de laatste drie jaar). Het verschil ad. € 1,07 mln zal teruggestort worden naar het Ministerie van EZK.

Tabel 51 Vermogensontwikkeling (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

1.Eigen Vermogen per 1/1

1.402

1.632

1.331

1.426

2. Saldo Baten en Lasten

894

798

827

1.145

3. Directe mutaties in het Eigen Vermogen

‒ 664

‒ 1.099

‒ 732

‒ 876

‒ 3a Uitkering aan moederdepartement

‒ 990

‒ 1.169

‒ 985

‒ 631

‒ 3b Additionele bijdrage van moederdepartement

326

70

8

0

‒ 3c Overige Mutaties

0

0

0

0

‒ 3d Toevoeging aan de bestemmingsreserve

0

0

359

147

‒ 3e Onttrekking aan de bestemmingsreserve

0

0

‒ 114

‒ 392

4. Eigen vermogen per 31/12

1.632

1.331

1.426

1.695

Omzet

10.439

10.629

11.904

15.157

Vermogensplafond (5%)

463

507

550

628

Vermogensontwikkeling

De uitkering aan het moederdepartement betreft de afroming van het eigen vermogen over het boekjaar 2022.

De toevoeging aan de bestemmingsreserve betreft een bijdrage van het moederdepartement aan de bestemmingsreserve POK/Woo.

De onttrekking aan de bestemmingsreserve betreft de vrijval van de bestemmingsreserve POK/Woo. Zoals toegelicht bij het Eigen Vermogen.

Langlopende schulden

De lening bij het Ministerie van Financiën betreft de lening voor de zelfontwikkelde immateriële vaste activa.

Kortlopende schulden

De crediteuren betreffen alleen derden (en geen rijksoverheidsorganisaties).

Het kortlopende deel van de leningen voor 2024 is € 0,8 mln. Dit betreft de bedragen die in 2024 moeten worden afgelost van de twee huidige leningen.

De overige schulden en overlopende passiva (€ 5,6 mln) bestaan uit een schuld aan het moederdepartement (EZK) (€ 3,5 mln), een schuld aan het Ministerie van IenW (€ 0,3 mln), schulden aan overige ministeries (in totaal € 0,1 mln), schulden aan derden (€ 0,4 mln) en salarisgerelateerde schulden (€1,3 mln, dit betreft met name vakantiedagen).

De schuld aan EZK betreft de terug te betalen omzet, vanwege de lagere realisatie van de geboekte directe uren (€ 2,6 mln), terug te storten boetes en vergoedingen voor vrijwillige rekeninghouders van het ETS (€ 0,1 mln), nog door EZK door te belasten kosten voor diensten die NEa afneemt van FM Haaglanden (€ 0,3 mln) en van HRM (€ 0,1 mln) en de terugbetaling van de POK/Woo gelden (€ 0,4 mln).

De reden dat er omzet moet worden terugbetaald, is dat bij het opstellen van de offerte rekening werd gehouden met veel meer in te zetten uren. Ter voorbereiding op de nieuwe taken en voor uitbreiding van taken zijn in de offerte 2023 extra personeelsleden opgenomen. Een groot deel hiervan is later in het jaar aangenomen dan verwacht, mede door de krappe arbeidsmarkt. Hierdoor zijn directe uren lager dan verwacht.

De schuld aan IenW betreft de terug te betalen omzet, vanwege de iets lagere realisatie van de geboekte directe uren en de terug te storten boetes.

Tabel 52 Kasstroomoverzicht over het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2023 + stand depositorekeningen

2.639

3.225

586

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

15.929

15.270

‒ 659

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 15.158

‒ 12.279

2.879

2.

Totaal operationele kasstroom

771

2.991

2.220

 

Totaal investeringen (-/-)

0

‒ 1.309

‒ 1.309

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

0

‒ 1.309

‒ 1.309

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

‒ 631

‒ 631

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

147

147

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 180

‒ 701

‒ 521

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

500

1.410

910

4.

Totaal financieringskasstroom

320

225

‒ 95

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2023 + stand depositorekeningen  (=1+2+3+4)

3.730

5.132

1.402

Toelichting Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht geeft aan hoeveel kasmiddelen in de verslagperiode beschikbaar zijn gekomen en op welke wijze gebruik is gemaakt van deze middelen.

Operationele kasstroom

Bij het bepalen van de operationele kasstroom is uitgegaan van het saldo van baten en lasten, dat is gecorrigeerd voor de afschrijvingen, aflossingen en de mutaties in de balansposten kortlopende activa en passiva.

Investeringskasstroom

In 2023 heeft de NEa € 1,3 mln geïnvesteerd in de immateriële vaste activa. Dit betreft alle registers die bij de NEa zelf ontwikkeld worden.

Financieringskasstroom

In 2023 heeft de NEa € 0,6 mln aan eigen vermogen afgedragen aan het moederdepartement. Verder heeft de NEa budget gekregen ten behoeve van de projecten Parlementaire Onderzoekscommissie Kinderopvang (POK) en de Wet open overheid (Woo) van € 0,15 mln.

In 2023 is er een beroep gedaan op de leenfaciliteit voor € 1,4 mln en is € 0,71 mln afgelost op de leenfaciliteit.

Tabel 53 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2023
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2020

2021

2022

2023

2023

Omschrijving generiek deel

     

Tarieven/uur

     

Laag

69

68

68

75

68

Midden

93

89

91

100

91

Hoog

118

117

117

130

117

Omzet per productgroep (x € 1000)

     

Naleving ETS

6.946

6.374

6.322

8.628

10.348

Naleving EV

3.493

3.889

4.463

4.878

5.579

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

68,7

71,2

84,3

97,9

99

Saldo van baten en lasten (%)

8,52%

7,49%

5,97%

7,42%

0,00%

Kwaliteitsindicatoren

     

Naleving ETS

     

% vergunningen afgegeven binnen wettelijke termijn (4 maanden)

83%

100%

100%

67%

90%

% afgehandelde meldingen binnen wettelijke termijn (8 weken)

89%

100%

88%

85%

80%

Voortgang toezichtprogramma

69%

70%

58%

70%

100%

Naleving EV

     

Opleveringsdatum rapportage Naleving jaarverplichting t-1 EV en brandstoffen luchtverontreiniging

29-6-2020

2-7-2021

1-7-2022

17-7-2023

<15 juli

Voortgang toezichtprogramma

116%

125%

115%

130%

100%

Algemeen

     

Directe uren/totaal aantal gewerkte uren

63%

64%

76%

76%

>70%

Toelichting doelmatigheidsindicatoren

De NEa tarieven zijn in 2023 gemiddeld 12% gestegen t.o.v. 2022. Vier procent is het gevolg van de daling van het aantal productieve uren, door de extra IKB-uren die zijn toegekend in de nieuwe CAO. De overige stijging is het gevolg van de hogere salarissen. Deze stijging is extra hoog, omdat bij de berekening van tarieven 2022 de salarisstijging in 2022 nog niet was meegenomen. Bij de berekening van de tarieven 2023 zijn dus salarisstijgingen van twee jaar meegenomen.

Het percentage directe uren (77%) is gedaald, maar wel boven de norm van 70%.

Naleving ETS

Twee van de zes vergunningen zijn buiten de wettelijke termijn afgegeven, omdat ze door procesveranderingen en de komst van nieuwe medewerkers relatief laat op naam van een medewerker zijn gezet. Dit proces is nu verbeterd.

Het percentage afgehandelde meldingen ligt boven de norm.

Het toezichtprogramma is niet volledig uitgevoerd. Er is bewust voor gekozen een deel van de mensen hiervoor prioritair in te zetten bij het opbouwen van nieuwe taken. En met een relatief nieuw team ligt de focus nu vooral op het verder opbouwen van kennis en verhogen van de kwaliteit van de output. Het is de verwachting dat daardoor de doorlooptijden van bijvoorbeeld het uitvoeren van een handhavingsonderzoek of AVS-onderzoek kunnen worden verkort.

Naleving EV

Het toezichtprogramma is volledig uitgevoerd.

De rapportage Naleving jaarverplichting t-1 EV en brandstoffen luchtverontreiniging is 2 dagen te laat gepubliceerd. Nea heeft de rapportage wel tijdig verstuurd naar het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

Jaarverantwoording van het baten-lastenagentschap RVO.nl per 31 december 2023
Tabel 54 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap RVO.nl voor het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2022 (4)

Baten

    

- Omzet

1.054.012

1.104.554

50.542

989.924

waarvan omzet moederdepartement

548.759

573.458

24.699

524.926

waarvan omzet overige departementen

470.062

504.834

34.772

432.835

waarvan omzet derden

35.191

26.262

‒ 8.929

32.163

Rentebaten

0

7.439

7.439

1.007

Vrijval voorzieningen

0

69

69

7

Bijzondere baten

0

4

4

13

Totaal baten

1.054.012

1.112.066

58.054

990.951

     

Lasten

    

Apparaatskosten

1.043.912

1.096.967

53.055

999.584

- Personele kosten

570.235

703.956

133.721

622.193

waarvan eigen personeel

417.806

489.749

71.943

422.617

waarvan inhuur externen

137.661

186.302

48.641

179.009

waarvan overige personele kosten

14.768

27.905

13.137

20.567

- Materiële kosten

473.677

393.011

‒ 80.666

377.391

waarvan apparaat ICT

3.846

1.939

‒ 1.907

3.229

waarvan bijdrage aan SSO's

191.463

203.971

12.508

195.983

waarvan overige materiële kosten

278.368

187.101

‒ 91.267

178.179

Rentelasten

0

716

716

238

Afschrijvingskosten

10.100

15.895

5.795

12.876

- Materieel

100

37

‒ 63

144

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

100

37

‒ 63

144

- Immaterieel

10.000

15.858

5.858

12.732

Overige lasten

0

8.281

8.281

5.189

waarvan dotaties voorzieningen

0

286

286

0

waarvan bijzondere lasten

0

7.995

7.995

5.189

Totaal lasten

1.054.012

1.121.859

67.847

1.017.887

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

‒ 9.793

‒ 9.793

‒ 26.936

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

‒ 9.793

‒ 9.793

‒ 26.936

Tabel 55 Voorgestelde resultaatbestemming (bedragen x € 1.000)

Voorgestelde resultaatbestemming

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2022 (4)

(Voorgesteld het resultaat als volgt te verdelen)

    
     

Toevoeging/ onttrekking:

    

- Pok/ Wau

0

‒ 19.200

‒ 19.200

‒ 7.298

- Exploitatiereserve

0

9.407

9.407

‒ 19.638

Saldo van baten en lasten

0

‒ 9.793

‒ 9.793

‒ 26.936

Toelichting op de baten

Algemeen

De baten zijn ten opzichte van de begroting 5,5% hoger dan begroot. Gedurende het jaar is een tariefstijging van 2,5% doorgevoerd. Dit heeft bijgedragen aan een omzetstijging van het gehele opdrachtenpakket. Hieronder wordt de stijging van de omzet ten opzichte van de ontwerpbegroting verder verklaard.

Tabel 56 Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2023

Realisatie 2023

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2022

DG Bedrijfsleven en Innovatie

154.444

175.290

20.846

182.387

DG Klimaat en Energie

100.000

109.447

9.447

85.296

DG Groningen en Ondergrond

254.539

245.343

‒ 9.196

223.721

DG Groningen Ondergrond kosten commissie

5.000

1.872

‒ 3.128

1.416

Chief Economist

0

0

0

14.007

DG Economie en Digitalisering

15.089

21.692

6.603

0

Overig

19.687

19.814

127

18.099

Totaal

548.759

573.458

24.699

524.926

Omzet moederdepartement

De gerealiseerde omzet van het moederdepartement is ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 4,5% hoger uitgevallen, wat grotendeels verklaard wordt door een hogere opdracht van het DG Bedrijfsleven en Innovatie (B&I).

De omzet voor het DG B&I is in 2023 uitgekomen op € 175,3 mln. Dit is per saldo € 20,9 mln hoger dan begroot. Het grootste deel van deze stijging wordt veroorzaakt door de TEK-regeling (Tegemoetkoming Energie Kosten). Deze regeling was nieuw voor B&I in 2023 en is uitgekomen op een omzet van € 12,1 mln Het resterende deel van de stijging is grotendeels veroorzaakt door de TVL-regeling (Tegemoetkoming Vaste Lasten) (€ 3,2 mln). De TVL-regeling werd geconfronteerd met meer en complexere bezwaren dan oorspronkelijk verwacht.

De omzet vanuit het DG Klimaat en Energie (K&E) is € 109,4 mln, € 9,4 mln hoger dan de ontwerpbegroting. De toename komt met name door twee nieuwe opdrachten. De nieuwe opdracht CEK23 betreft € 4,3 mln voor de bekostiging van een plafond voor energietarieven bij kleinverbruikers. De andere nieuwe opdracht is het Bescherm- en Herstelplan Gas voor € 0,9 mln Daarnaast vond intensivering plaats bij de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE) en Waterstof en Bureau Energieprojecten. Tenslotte is de afdeling Regionale Energiestrategieën (RES) overgeheveld van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar K&E, wat leidde tot een hoger opdrachtenpakket van K&E van € 0,8 mln ten opzichte van de begroting.

De gerealiseerde omzet op de opdracht van het DG Groningen en Ondergrond is uitgekomen op € 245,3 mln Dat is € 9,2 mln lager dan wat er in de ontwerpbegroting is begroot. De onderuitputting wordt voornamelijk veroorzaakt door vertraging bij de inzet op nieuwe ontwikkelingen. De uitvoeringskosten vallen hiervoor € 9,0 mln lager uit. De vertraging is een gevolg van het rapport Parlementaire Enquête Aardgaswinning Groningen (PEAG) en het uitwerken van de maatregelen en aanbevelingen naar aanleiding van het PEAGrapport.

Voor het DG Economie en Digitalisering (E&D) is de omzet voor 2023 uitgekomen op € 21,7 mln Dit is € 6,6 mln hoger dan oorspronkelijk begroot. De stijging bestaat voornamelijk uit aanvullende opdrachten vanuit het groeifonds (€ 2,5 mln) en de overheveling van opdrachten die oorspronkelijk uit de B&I-bundel komen (€ 2,6 mln).

De overige baten zijn vrijwel gelijk gebleven aan de ontwerpbegroting met een lichte stijging van € 0,1 mln.

Tabel 57 Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2023

Realisatie 2023

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2022

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

275.400

301.651

26.251

252.863

Ministerie van Buitenlandse Zaken

98.307

112.719

14.412

96.742

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

44.187

37.239

‒ 6.948

34.030

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

33.818

38.048

4.230

32.262

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

4.604

5.776

1.172

4.665

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

115

701

586

569

Ministerie van Justitie en Veiligheid

4.381

2.273

‒ 2.108

5.122

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

8.496

5.529

‒ 2.967

5.821

Overig

755

898

143

761

Totaal

470.062

504.834

34.772

432.835

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen betreft de uitvoering van opdrachten voor diverse ministeries, waarvan 59,8% afkomstig is van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).

Voor 2023 is vanuit Ministerie van LNV de realisatie € 301,7 mln. Dit is € 26,3 mln hoger dan de ontwerpbegroting. Gedurende het jaar is voor € 33,5 mln aan meerwerkopdrachten verstrekt aan RVO. Het meerwerk betreft onder andere de afbouwregeling derogatie, de landelijke beëindigingsregeling Veehouderij, Arrangement Piekbelasters, Maripark en Programma Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2023. Daarnaast is een deel van de begrote opdrachten nog niet uitgevoerd en verschoven naar 2024. Dit compenseert ongeveer de helft van de stijging van het meerwerk.

De omzet vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) is in 2023 € 112,7 mln. Dat is € 14,4 mln hoger dan begroot. Bij DG Internationale Samenwerking is er gedurende het jaar een aantal grote opdrachten bijgekomen, wat leidde tot een stijging van € 13,4 mln. Voorbeelden van deze opdrachten zijn Partnerschapsfaciliteit Oekraïne, ‘Social Sustainability Fund’, Matra en ‘Digital 4 Development hub’.

De omzet van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is € 37,2 mln, wat € 6,9 mln lager is dan begroot. Bij de Directie Bouwen & Energie (B&E) was onderbesteding van € 4,5 mln ten opzichte van de opdracht. De onderbesteding is enerzijds veroorzaakt door grote opdrachten die pas laat in het jaar zijn toegezegd, en anderzijds door de meerjarige opdrachten, waarbij de uitvoering deels is verschoven naar 2024.

De omzet voor het opdrachtenpakket van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) inclusief Partners voor Water bedraagt € 38,0 mln. Dit is € 4,2 mln hoger ten opzichte van de ontwerpbegroting. Het opdrachtenpakket van DG Mobiliteit is met € 3,4 mln toegenomen. De groei zit met name bij de opdrachten SSEB (Subsidie Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel) en het project terugsluis vrachtwagenheffing.

Het opdrachtenpakket van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) valt € 1,2 mln hoger uit dan begroot. De voornaamste reden is de groei van Expert loket kennisveiligheid met € 0,8 mln.

Het opdrachtenpakket van het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid (SZW) is € 0,6 mln hoger dan begroot, doordat de opdracht Praktijkleren Derde Leerweg MBO niet was meegenomen in de ontwerpbegroting. De regeling zou vernieuwd worden, maar uiteindelijk is besloten om bij deze regeling te blijven.

Het opdrachtenpakket van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V) is € 2,1 mln lager uitgevallen dan begroot, doordat minder beroep werd gedaan op de crisisregeling Waterschade Limburg.

Het opdrachtenpakket van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is € 3,0 mln lager dan begroot, doordat bij het opstellen van de begroting uit werd gegaan van een hogere omzet bij Subsidieregeling Ondersteuning Wijkverpleging en Stimuleringsregeling E-health Thuis.

Tabel 58 Omzet derden (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2023

Realisatie 2023

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2022

Europese Unie

4.913

3.128

‒ 1.785

4.157

Provincies

27.583

21.503

‒ 6.080

24.760

Overig

2.695

1.631

‒ 1.064

3.246

Totaal

35.191

26.262

‒ 8.929

32.163

Omzet derden

De omzet derden heeft betrekking op opdrachten voor met name de Provincies en Europese Unie. De omzet van de Europese Unie is € 1,8 mln lager dan de ontwerpbegroting (€ 4,9 mln). Dit verschil is voornamelijk een gevolg van cofinanciering door een nationale opdrachtgever. Deze omzet is onderdeel van de omzet van de ministeries die hierin participeren. Een onderuitputting op directe uitvoeringskosten (€ 0,7 mln) verklaart het overige verschil.

Bij Provincies is de realisatie € 6,1 mln lager uitgevallen dan begroot. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door vertraging bij de opdracht Nieuw Gemeenschappelijk Landbouw Beleid. Deze is voor € 5,5 mln opgenomen in de begroting, maar is uitgekomen op een realisatie van € 0,3 mln.

Vrijval voorzieningen

De vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren heeft voornamelijk betrekking op in 2023 alsnog ontvangen bedragen, welke in 2022 (gedeeltelijk) waren voorzien.

Bijzondere baten

De bijzonder baten hebben betrekking op verkoop van activa (met name kunstvoorwerpen).

Toelichting op de lasten

Algemeen

De lasten zijn 6,4%hoger dan begroot. Hieronder worden de lasten toegelicht.

Personele kosten

De personele kosten vallen € 133,7 mln hoger uit dan begroot, wat neerkomt op een stijging van 23,4%. De kosten voor ambtelijk personeel zijn gestegen door de nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst (CAO). Daarnaast stegen de inhuurtarieven voor extern personeel. Verder is het opdrachtvolume toegenomen, zoals hierboven toegelicht. Dit vraagt om een hogere inzet van personeel.

De kosten voor eigen personeel zijn € 71,9 mln hoger dan begroot als gevolg van de nieuwe CAO en een groter opdrachtenpakket. De gemiddelde loonkosten per fte ambtelijk zijn door CAO afspraken gestegen van € 87.680 naar € 92.124. De kosten van externe inhuur zijn € 48,6 mln hoger dan begroot. Dit is te verklaren door een krappe arbeidsmarkt en inflatie, wat heeft geleid tot hogere inhuurtarieven. De gemiddelde kosten per fte externe inhuur gestegen van € 160.690 naar € 177.380 per jaar. Er is doelbewust ingezet op verambtelijking van het personeel, omdat de kosten voor ambtelijk personeel lager liggen dan van extern personeel. Het aandeel externe inhuur van de totale bezetting is lager in 2023 ten opzichte van 2022.

De begrote ambtelijke bezetting voor 2023 was 4.850 fte. De gemiddelde bezetting was in 2023 6.347 fte, waarvan 5.297 fte in ambtelijke dienst en 1.050 fte externe inhuur. Ultimo december 2023 was de bezetting 6.432 fte, waarvan 5.436 fte in ambtelijke dienst en 996 fte externe inhuur.

Materiële kosten

De materiële kosten vallen € 80,9 mln lager uit dan begroot, wat neerkomt op een daling van 17%. De directe uitvoeringskosten zijn lager dan begroot. Dit zijn kosten die direct verband houden met de uitvoering van het opdrachtenpakket.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn € 5,8 mln hoger uitgevallen dan begroot. Dit ligt in lijn met de relatief hogere investeringen van voorgaande jaren.

Dotaties voorzieningen

De dotaties voorzieningen bedragen in 2023 € 0,3 mln. Dit heeft betrekking op dubieuze debiteuren.

Bijzondere lasten

Desinvestering UPRI betreft een activa in aanbouw project dat geen toekomstige voordelen meer kent. Hierdoor zijn de in 2023 geactiveerde kosten van het in aanbouw zijnde project verwerkt als een bijzondere waardevermindering. De totale projectkosten zijn € 8,0 mln.

Saldo van baten en lasten

Het resultaat over het boekjaar 2023 bedraagt € 9,8 mln negatief voor de toevoeging uit het resultaat aan de resultaatbestemming van € 19,2 mln. Het onverdeeld resultaat van RVO over 2023 bedraagt € 9,4 mln positief. Na vaststelling van de jaarrekening ligt het besluit bij het moederdepartement EZK of het bedrag van het onverdeeld resultaat over het boekjaar wordt toegevoegd aan de exploitatiereserve.

Tabel 59 Balans per 31 december 2023 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 2023

Balans 2022

Activa

  

Vaste activa

64.930

61.936

Immateriële vaste activa

64.909

61.876

Materiële vaste activa

21

60

waarvan grond en gebouwen

10

39

waarvan installaties en inventarissen

11

19

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

0

2

Vlottende activa

189.192

212.728

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

3.022

5.011

Overige vorderingen en overlopende activa

35.094

23.238

Liquide middelen

151.076

184.479

Totaal activa

254.122

274.664

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

40.309

26.055

Pok/ Wau reserve

8.369

3.920

Exploitatiereserve

22.533

41.773

Onverdeeld resultaat

9.407

‒ 19.638

Voorzieningen

0

0

Langlopende schulden

45.920

41.820

Leningen bij het Ministerie van Financiën

45.920

41.820

Kortlopende schulden

167.893

206.789

Crediteuren

6.061

11.990

Belastingen en premies sociale lasten

815

283

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

18.600

15.160

Overige schulden en overlopende passiva

142.417

179.356

Totaal passiva

254.122

274.664

Toelichting op de balans

Debiteuren en nog te ontvangen bedragen

Onder de debiteuren en nog te ontvangen bedragen zijn ontvangsten van het moederdeaprtement, overige departementen en derden opgenomen.

Eigen vermogen

Het Eigen vermogen einde boekjaar is het totaal van de exploitatiereserve, bestemmingsreserve en het onverdeeld resultaat (zijnde het exploitatieresultaat na resultaatsbestemming) over het boekjaar. Het Eigen vermogen einde boekjaar bedraagt € 40,3 mln inclusief de bestemmingsreserve en € 31,9 mln exclusief de bestemmingsreserve. Het Eigen vermogen exclusief de bestemmingsreserve (vrij besteedbaar) is 3,1% van de gemiddelde jaaromzet over de laatste drie jaar, waar maximaal 5% is toegestaan.

Tabel 60 Vermogensontwikkeling (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

1. Eigen vermogen per 1/1

28.299

55.594

48.309

26.055

Bestemmingsreserve

0

0

3.920

4.449

2. Saldo van baten en lasten

26.735

22.776

‒ 19.638

9.407

3. Directe mutaties in het eigen vermogen

    

‒ 3a uitkering aan moederdepartement

0

‒ 30.223

‒ 6.600

0

‒ 3b bijdrage moederdepartement ter versterking eigen vermogen

560

162

64

398

‒ 3c overige mutaties

0

0

0

0

4. Eigen vermogen per 31/12

55.594

48.309

26.055

40.309

Verloop en stand van de voorzieningen

De vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren heeft voornamelijk betrekking op in 2023 alsnog ontvangen bedragen, welke in 2022 (gedeeltelijk) waren voorzien.

Crediteuren en nog te betalen bedragen

Onder de crediteuren en de nog te betalen bedragen zijn schulden aan het moederdepartement, overige departementen en derden opgenomen.

Tabel 61 Kasstroomoverzicht over het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2023 + stand depositorekeningen

187.848

184.479

‒ 3.369

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

1.054.012

1.102.129

48.117

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 1.043.912

‒ 1.148.230

‒ 104.318

2.

Totaal operationele kasstroom

10.100

‒ 46.101

‒ 56.201

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 28.500

‒ 26.814

1.686

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

7.925

7.925

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 28.500

‒ 18.889

9.611

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

24.047

24.047

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 16.000

‒ 15.160

840

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

28.500

22.700

‒ 5.800

4.

Totaal financieringskasstroom

12.500

31.587

19.087

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2023 + stand depositorekeningen  (=1+2+3+4)

181.948

151.076

‒ 30.872

Toelichting kasstroomoverzicht

De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht worden gevormd door de rekening-courant met het Ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding). Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de operationele kasstroom.

De gerealiseerde operationele kasstroom is per saldo € 56,2 mln lager dan begroot. Een deel van dit verschil (€ 24,0 mln) is te verklaren door uitgaven aan initiatieven van Werk aan Uitvoering (WaU), Wet Open Overheid (WOO) en Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). Deze ontvangsten zijn in het kasstroomoverzicht opgenomen onder ‘Eenmalige storting door het moederdepartement’. Het overige deel is te verklaren door gerealiseerdebaten en lasten en mutaties in de positie van kortlopende vorderingen en schulden.

De gerealiseerde investeringskasstroom is € 1,7 mln hoger dan verwacht. In 2023 is geïnvesteerd in immateriële vaste activa, dit betreft software en licenties (€ 35,8 mln) en activa in aanbouw (€ 26,8 mln). In materiële activa is niet geïnvesteerd.

Het verschil tussen de begrote en gerealiseerde financieringsstroom van € 19,1 mln betreft met name de ontvangen middelen voor POK-, WaU- en WOO-middelen. Het beroep op de leenfaciliteit is € 5,8 mln lager dan begroot als gevolg van een lager investeringsniveau.

Tabel 62 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2023
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2020

2021

2022

2023

2023

Omschrijving generiek deel

     

Inputindicatoren

     

Kernindicatoren

     

Verhouding direct/indirect personeel

83%

83%

81%

80%

84%

      

Outputindicatoren

     

Kernindicatoren

     

Tariefindex in reële termen

103,3%

102,4%

97,3%

100,7%

100%

Totaal aantal ambtelijk fte werkzaam excl. externe inhuur

4.084

4.574

5.022

5.436

4.850

Saldo baten en lasten

3,3%

2,4%

‒ 2,7%

0,7%

0%

      

Kwaliteitsindicatoren

     

Kernindicatoren

     

Klanttevredenheid

7,5

7,7

7,5

7,6

7,7

Gehonoreerde bezwaarschriften

41%

44%

35%

40%

25%

Toelichting

Inputindicatoren

De verhouding van de gerealiseerde inzet van direct en indirect personeel (80%/20%) wijkt 4% af ten opzichte van de begroting (84%/16%). Dit komt doordat RVO nu een transitie ondergaat vanwege de nieuwe strategie. Dit zorgt voor een grotere inzet van indirect personeel.

Outputindicatoren

Het aantal ambtelijke fte ultimo 2023 is 5.436 fte, dit is 586 fte hoger dan begroot. De bezetting is hoger dan begroot vanwege de toename van het opdrachtenpakket van RVO. Daarnaast is er ingezet op verambtelijking van het personeel.

Kwaliteitsindicatoren

De klanttevredenheid wordt jaarlijks gemeten onder de klanten van RVO. De klanten van RVO zijn de burgers en bedrijven die gebruikmaken van de dienstverlening van RVO. De score dit jaar (7,6) is in lijn met vorige jaren. RVO streeft naar een score van 7,7.

Het percentage gehonoreerde bezwaarschriften is onverminderd hoog (40%). In 2023 zijn er in totaal 12.190 bezwaarschriften afgehandeld, waarvan 4.860 bezwaren gegrond zijn verklaard. Net als in vorige jaren draagt met name de TVL-regeling bij aan dit hoge percentage met 5.197 afgehandelde bezwaren, waarvan 48% gegrond is verklaard. Dit percentage was bij TVL vanaf aanvang hoger dan bij andere regelingen. Bij de afhandeling van aanvragen is in eerste instantie gefocust op snelheid vanwege het doel van de TVL. Het gaat om noodsteun die ondernemingen helpt met het betalen van hun vaste lasten. Dit kon alleen als de voorschotten zo spoedig mogelijk werden uitbetaald. In de bezwaarfase was meer ruimte voor maatwerk. Daarnaast heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven enkele uitspraken gedaan, waardoor ruimte werd geboden voor het beoordelen van bijzondere situaties. RVO heeft deze maatwerkruimte benut in de lopende bezwaarzaken.

Op de tweede plaats staat opnieuw de ISDE met 1.970 afgehandelde bezwaren een gegrond-percentage van 43%. Op de derde plaats staat de Bedrijfsbetalingsregeling met 740 bezwaren, waarvan 55% gegrond is verklaard.

Rijksinspectie Digitale Infrastructuur  (RDI)

Jaarverantwoording van het baten-lastenagentschap RDI per 31 december 2023

Nederland is door digitalisering ingrijpend veranderd in de manier waarop wij communiceren en toegang hebben tot diensten en informatie. De digitalisering is in toenemende mate verweven geraakt met bijna alle aspecten van ons dagelijks leven en biedt grote kansen voor de maatschappij en economie. We zien een diepgaande maatschappelijke afhankelijkheid van digitalisering en tegelijkertijd een toename van dreigingen en potentiële verstoringen. De samenleving moet er op kunnen vertrouwen dat maatschappelijke vraagstukken rond de digitale infrastructuur tijdig worden gedetecteerd, risico’s worden gesignaleerd en belangen worden beschermd. Aan de digitalisering ligt een infrastructuur ten grondslag, die in toenemende mate digitaal is. Deze digitale infrastructuur is ons werkveld en wij zorgen ervoor dat de digitale infrastructuur beschikbaar, betrouwbaar en veilig te gebruiken is. 

Deze jaarverantwoording geeft u het inzicht in de financiële staat van het agentschap.

Tabel 63 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap RDI voor het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2022 (4)

Baten

    

- Omzet

69.597

73.943

4.346

65.763

waarvan omzet moederdepartement

39.568

41.229

1.661

35.296

waarvan omzet overige departementen

5.159

6.451

1.292

5.095

waarvan omzet derden

24.870

26.264

1.394

25.372

Rentebaten

0

943

943

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

297

297

108

Totaal baten

69.597

75.184

5.587

65.871

     

Lasten

    

Apparaatskosten

65.422

70.482

5.060

64.488

- Personele kosten

42.145

51.041

8.896

42.379

waarvan eigen personeel

32.495

37.935

5.440

32.236

waarvan inhuur externen

7.026

10.391

3.365

8.265

waarvan overige personele kosten

2.624

2.715

91

1.878

- Materiële kosten

23.277

19.440

‒ 3.837

22.109

waarvan apparaat ICT

0

120

120

79

waarvan bijdrage aan SSO's

13.841

14.814

973

17.732

waarvan overige materiële kosten

9.436

4.506

‒ 4.930

4.298

Rentelasten

100

135

35

29

Afschrijvingskosten

4.000

4.534

534

3.218

- Materieel

2.000

2.153

153

1.976

waarvan apparaat ICT

0

679

679

719

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

2.000

1.473

‒ 527

1.257

- Immaterieel

2.000

2.382

382

1.242

Overige lasten

75

4.126

4051

172

waarvan dotaties voorzieningen

75

‒ 250

‒ 325

152

waarvan bijzondere lasten

0

4.376

4.376

20

Totaal lasten

69.597

79.277

9.680

67.907

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

‒ 4.093

‒ 4.093

‒ 2.036

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

‒ 4.093

‒ 4.093

‒ 2.036

Tabel 64 Voorgestelde resultaatbestemming (bedragen x € 1.000)

Voorgestelde resultaatbestemming

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2022 (4)

(Voorgesteld het resultaat als volgt te verdelen)

    
     

Toevoeging/ onttrekking:

    

- Pok/ Wau

0

‒ 5.312

‒ 5.312

‒ 1.450

- Exploitatiereserve

0

1.219

1.219

‒ 586

Saldo van baten en lasten

0

‒ 4.093

‒ 4.093

‒ 2.036

Toelichting op het saldo van baten en lasten

Het boekjaar 2023 is afgesloten met een resultaat van ‒ € 4,1 mln. Naar aanleiding van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) en het programma Werk aan Uitvoering (WaU) zijn middelen vrijgemaakt ter versterking van uitvoeringsorganisaties. Na verrekening van deze kosten met die gelden (zie onderstaande tabel) zien we een positief resultaat bij de RDI van € 1,2 mln (inclusief resultaat Caribisch Nederland van € 0,1 mln).

Tabel 65 Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2023

Realisatie 2023

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2022

Structurele bijdragen moederdepartement

    

Beleidsopdrachten

12.438

9.605

‒ 2.833

8.520

Toezichttaken

23.117

23.260

143

16.916

Subtotaal structurele bijdragen

35.555

32.865

‒ 2.690

25.436

     

Incidentele bijdragen

    

Projecten

4.013

8.364

4.351

9.860

Subtotaal projecten

4.013

8.364

4.351

9.860

     

Totaal omzet moederdepartement

39.568

41.229

1.661

35.296

Toelichting op de baten

In 2023 heeft het agentschap ten opzichte van de vastgestelde begroting een hoger aantal projecten (uitgedrukt in omzet) voor beleidsdirecties uitgevoerd, zoals het project 3,5 GHZ. Overige voorbeelden van projecten zijn 2,6 GHz verdeelbeleid, Artificial Intelligence en Digitaal Veilige Apparatuur.

Tabel 66 Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2023

Realisatie 2023

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2022

Ministerie van Defensie

1.473

1.432

‒ 41

1.432

Ministerie van I&W

1.124

1.196

72

1.098

Ministerie van J&V

632

660

28

614

Ministerie van OC&W

65

69

4

64

Ministerie VWS

0

119

119

48

Ministerie van BZK

1.865

2.975

1.110

1.839

Totaal omzet overige departementen

5.159

6.451

1.292

5.095

Tabel 67 Omzet derden (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2023

Realisatie 2023

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2022

Vergunninghouders en overige

22.891

24.259

1.368

23.682

- landelijke exclusieve vergunningen (exclusief omroep)

3.235

3.338

103

3.239

- vergunningen met algemene planning met regionaal bereik

2.484

2.695

211

2.684

- vergunningen met individuele planning met regionaal bereik

3.353

3.644

291

3.486

- Vergunning regionale planning tijdelijk gebruik

664

540

‒ 124

411

- omroep

5.624

6.019

395

5.416

- vergunningen straalverbindingen

1.958

1.918

‒ 40

2.847

- registratie RZAM en Maritiem

3.114

3.321

207

3.142

- certificaten

432

626

194

480

- eindapparaten

2.027

2.158

131

1.977

Satellietoperators

643

618

‒ 25

649

CN

1.235

1.375

140

1.027

Hercontrole meetinstrumenten

51

12

‒ 39

14

Diversen / verlengingen overdracht

50

0

‒ 50

0

     

Totaal omzet derden

24.870

26.264

1.394

25.372

De omzet derden is ten opzichte van de begroting 5% hoger. Dit is in overeenstemming met de tariefbijstelling van 5% zoals opgenomen in de Regeling Vergoedingen ten opzichte van de loon- en prijscompensatie in de begroting.

Rentebaten

De rentebaten zijn ten opzichte van de begroting hoger. Dit komt doordat de rentepercentages die de RDI ontvangt op het saldo rekening courant in 2023 ten opzichte van de prognose zijn toegenomen.

Bijzondere baten

De realisatie bestaat uit de restwaarde op afgeschreven auto’s bij verkoop en diverse kleinere incidentele posten.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

De gerealiseerde gemiddelde bezetting in fte inclusief externe inhuur bedraagt 424,3 fte (begroot: 391,4 fte). De gerealiseerde gemiddelde loonsom (intern- en extern personeel) is 13% hoger dan de begroting door CAO loonbijstellingen, waardering toename saldo verlofrechten (wettelijk- en IKB verlof) en doordat de nieuwe taken van het agentschap zeer specialistisch personeel (hogere schalen) vergen. De overige personele kosten voor onder andere de binnen- en buitenlandse dienstreizen en opleidingen zijn in overeenstemming met de vastgestelde begroting.

Materiële kosten

De materiele kosten zijn in overeenstemming met de begroting uitgezonderd de materiele budgetten (diensten derden) voor de uitvoering van de structurele en incidentele taken moeder en overige departementen. Het verschil op de post bijdrage SSO in realisatie ten opzichte van 2022 komt door een vrijval vanuit de ICT op onderhanden werk.

Overige lasten

Er is op basis van een door M&I Partners uitgevoerd onderzoek met betrekking tot het zaaksysteem GENIUS een bijzondere waardevermindering doorgevoerd van € 4,3 mln op de balanspost immateriële vaste activa.

Tabel 68 Balans per 31 december 2023 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 2023

Balans 2022

Activa

  

Vaste activa

13.066

15.139

Materiële vaste activa

8.131

5.965

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

6.267

3.993

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

1.864

1.972

Immateriële vaste activa

4.935

9.174

Vlottende activa

31.564

27.506

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

1.420

1.995

Overige vorderingen en overlopende activa

1.917

556

Liquide middelen

28.227

24.955

Totaal activa

44.630

42.645

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

4.801

3.041

Exploitatiereserve

2.247

2.693

Bestemmingsreserve

1.335

934

Onverdeeld resultaat

1.219

‒ 586

Voorzieningen

643

637

Langlopende schulden

11.391

11.978

Leningen bij het Ministerie van Financiën

11.391

11.978

Kortlopende schulden

27.795

26.989

Crediteuren

1.420

3.141

Belastingen en premies sociale lasten

5

1

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

4.372

3.847

Overige schulden en overlopende passiva

21.998

20.000

Totaal passiva

44.630

42.645

Activa

Materiële vaste activa

De toename in materiële vaste activa van € 2,2 mln wordt verklaard door de investeringen van het agentschap in specifieke meet- en analyse apparatuur.

Immateriële vaste activa

Zie overige lasten.

Debiteuren

De post debiteuren is in 2023 met 29% afgenomen. Dit komt door het met goed gevolg hebben kunnen doorlopen van een aantal omvangrijke incassozaken.

Overige vorderingen en overlopende activa

De toename ten opzichte van 2022 op deze post komt door het bedrag aan nog te ontvangen rentebaten 2023 van € 0,9 mln.

Liquide middelen

De post liquide middelen is in omvang toegenomen. Die toename wordt verklaard door de stijging van de voorzieningen wettelijk verlof en IKB van in totaal € 2,0 mln.

Passiva

Tabel 69 Vermogensontwikkeling (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

1. Eigen vermogen per 1/1

‒ 497

‒ 464

2.011

3.041

1.a Bestemmingsreserve

0

0

934

401

2. Saldo van baten en lasten

‒ 1.824

‒ 268

‒ 586

1.219

3. Directe mutaties in het eigen vermogen

1.857

2.743

682

140

‒ 3a uitkering aan moederdepartement

0

0

‒ 26

0

‒ 3b bijdrage moederdepartement ter versterking eigen vermogen

1.128

2.187

0

0

‒ 3c overige mutaties

729

556

708

140

4. Eigen vermogen per 31/12

‒ 464

2.011

3.041

4.801

De exploitatiereserve van het agentschap na resultaatsbestemming 2022 bedraagt € 2,2 mln. Het resultaat bij het agentschap in 2023 bedraagt, na verrekening Caribisch Nederland (CN) ad € 0,1 mln, € 1,2 mln. Het voornemen is om dit resultaat toe te voegen aan de exploitatiereserve. Het eigen vermogen heeft, exclusief bestemmingsreserve, een omvang van € 3,5 mln (maximum: € 3,3 mln).

De omvang van de post ‘Te verrekenen met CN’ na resultaatsbestemming 2022 bedraagt € 0,6 mln. Het voornemen is om het resultaat CN ad € 0,1 mln te verrekenen met genoemde post, waarmee deze ultimo 2023 op € 0,6 mln uitkomt.

Voor de POK/WaU- gelden is er bij RDI met toestemming van het Ministerie van Financiën een bestemmingsreserve gevormd. RDI heeft in 2023 middelen ontvangen van het moederdepartement voor € 5,7 mln. Na aftrek van de ten behoeve hiervan gemaakte kosten in 2023 ten bedrage van € 5,3 mln resteert er ultimo 2023 een bestemmingsreserve van € 1,3 mln.

Voorzieningen

Tabel 70 Verloop en stand van de voorzieningen (bedragen x € 1.000)
 

Boekwaarde 1-1-2023

Dotaties

Onttrekkingen

Vrijval

Boekwaarde 31-12-2023

Ambtsjubilea

637

6

0

0

643

Totaal

637

6

0

0

643

Leningen bij het Ministerie van Financiën

Voor de investeringen in vaste activa leent het agentschap bij het Ministerie van Financiën.

Kortlopende schulden

De omvang van de post crediteuren is significant afgenomen. Er is met succes bijgestuurd om het effect van de naamwijziging van het agentschap met ingang van 1 januari 2023 op de post crediteuren in te lopen. Het agentschap heeft in 2023 92,0% (norm 95%) van de facturen binnen de termijn betaald. De post Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën bestaat uit de aflossingen op de lopende leningen bij het Ministerie van Financiën 2024. 

Tabel 71 Kasstroomoverzicht over het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2023 + stand depositorekeningen

13.457

24.955

11.498

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

69.597

74.398

4.801

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 65.597

‒ 74.054

‒ 8.457

2.

Totaal operationele kasstroom

4.000

343

‒ 3.657

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 5.750

‒ 2.461

3.289

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 5.750

‒ 2.461

3.289

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

5.452

5.452

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 5.269

‒ 3.847

1.422

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

5.750

3.785

‒ 1.965

4.

Totaal financieringskasstroom

481

5.390

4.909

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2023 + stand depositorekeningen  (=1+2+3+4), de maximale roodstand is € 0,5 mln.

12.187

28.227

16.040

Toelichting kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht geeft een analyse van de liquiditeitsontwikkeling.

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal.

Investeringskasstroom

In 2023 heeft het agentschap voor een bedrag van € 2,5 mln geïnvesteerd in materiële vaste activa zoals elektronische apparatuur en antennes en in immateriële vaste activa voor onder meer het zaaksysteem GENIUS.

Financieringsstroom

Het agentschap heeft in 2023 middelen ontvangen van het moederdepartement voor een bedrag van € 5,7 mln: € 1,5 mln voor het programma Tii en € 4,2 mln voor het programma WAU. Voor de financiering van de begrote investeringen is een beroep gedaan op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën.

Tabel 72 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2023
 

Realisatie

   

Vastgestelde begroting

Omschrijving generiek deel

2020

2021

2022

2023

2023

Kostprijzen per product (reële stijging Regeling Vergoedingen)

7,40%

1,04%

3,85%

0,00%

0,00%

Tarieven/uur (Reële stijging

5,66%

1,59%

3,53%

0,00%

0,00%

FTE-totaal (excl. Externe inhuur

310,7

323,2

338,3

377,1

352,3

Saldo van baten en lasten (%)

‒ 3%

0%

‒ 3%

‒ 5%

0%

Personeelkosten per FTE

€ 100.046

€ 100.342

€ 103.612

€ 114.571

€ 100.958

Toelichting

Personeelskosten per FTE / Kosten inhuur externen

De gerealiseerde gemiddelde personeelskosten per FTE zijn circa 13% hoger dan de vastgestelde begroting. Doordat de nieuwe taken van het agentschap zeer specialistisch (extern) personeel vergen stijgen de kosten per FTE. Daarnaast stijgen de kosten door het opbouwen van het IKB-spaarverlof en overige CAO wijzigingen. Het percentage externe inhuur uitgedrukt in euro’s bedraagt 21% (begroot 18%).

10. Saldibalans

Tabel 73 Saldibalans per 31 december 2023 van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) (bedragen x € 1.000)

Model 3.31

          

Activa

31-12-2023

 

31-12-2022

 

Passiva

31-12-2023

 

31-12-2022

          

Intra-comptabele posten

       

1

Uitgaven ten laste van de begroting

13.651.598

 

25.908.425

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

7.919.803

 

11.180.982

3

Liquide middelen

16.831

 

20.102

     

4

Rekening-courant RHB1

  

0

4a

Rekening-courant RHB

5.725.851

 

14.698.385

5

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

6.378.782

 

5.601.478

5a

Begrotingsreserves

6.378.782

 

5.601.478

6

Vorderingen buiten begrotingsverband

17.659

 

23.642

7

Schulden buiten begrotingsverband

40.434

 

72.802

8

Kas-transverschillen

        

Subtotaal intra-comptabel

20.064.870

 

31.553.647

Subtotaal intra-comptabel

20.064.870

 

31.553.647

          

Extra-comptabele posten

       

9

Openstaande rechten

0

 

0

9a

Tegenrekening openstaande rechten

0

 

0

10

Vorderingen

3.625.662

 

3.426.744

10a

Tegenrekening vorderingen

3.625.662

 

3.426.744

11a

Tegenrekening schulden

0

 

0

11

Schulden

0

 

0

12

Voorschotten

24.644.770

 

19.259.658

12a

Tegenrekening voorschotten

24.644.770

 

19.259.658

13a

Tegenrekening garantieverplichtingen

3.025.731

 

3.519.761

13

Garantieverplichtingen

3.025.731

 

3.519.761

14a

Tegenrekening andere verplichtingen

81.624.434

 

75.523.567

14

Andere verplichtingen

81.624.434

 

75.523.567

15

Deelnemingen

1.625.921

 

1.616.921

15a

Tegenrekening deelnemingen

1.625.921

 

1.616.921

Subtotaal extra-comptabel

114.546.518

 

103.346.651

Subtotaal extra-comptabel

114.546.518

 

103.346.651

          

Totaal

134.611.388

 

134.900.298

Totaal

134.611.388

 

134.900.298

X Noot
1

Rijkshoofdboekhouding

Toelichting op de saldibalans

Algemeen

De balansposten zijn bepaald en gewaardeerd overeenkomstig de geldende voorschriften van de Comptabiliteitswet. Indien van de geldende voorschriften is afgeweken is dit nader toegelicht.

Alle bedragen zijn opgenomen in duizenden euro's tenzij anders vermeld. In de tabel van de saldibalans zijn de bedragen overeenkomstig de voorschriften naar boven afgerond. In de tabellen van de toelichting zijn de bedragen op de standaard wijze afgerond en opgeteld. Door de verschillende wijze van afronden kan de som van de overige tabellen afwijken van de bedragen van de tabel van de saldibalans.

Saldibalanspost 8, kas-transverschillen, is niet van toepassing voor het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Balanspost 1

Uitgaven ten laste van de begroting 2023

13.651.598

De uitgaven over 2023 zijn gespecificeerd in het jaarverslag van EZK (hoofdstuk XIII), onderdeel uitgaven, artikelen 1 t/m 6, en 40.

Balanspost 2

Ontvangsten ten gunste van de begroting 2023

7.919.803

De ontvangsten over 2023 zijn gespecificeerd in het jaarverslag van EZK (hoofdstuk XIII), onderdeel ontvangsten, artikelen 1 t/m 6, en 40.

Balanspost 3

Liquide Middelen

16.831

De post liquide middelen is opgebouwd uit de saldi van banken.

 

De post liquide middelen bestaat uit de aanwezige banksaldi bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voor de uitvoering van de regeling Borgstelling Midden en Klein Bedrijf Kredieten.

Balanspost 4

Rekening-Courant Rijkshoofdboekhouding

5.725.851

Op de rekening-courant Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding tussen EZK en de Rijksschatkist van het Ministerie van Financiën geadministreerd.

Het bedrag op de saldibalans is overeenkomstig de saldo opgave per 31 december 2023 van het Ministerie van Financiën.

Balanspost 5

Begrotingsreserves

6.378.782

Een begrotingsreserve is een meerjarige budgettaire voorziening binnen de begroting die EZK aanhoudt op een afzonderlijke rekening-courant bij het Ministerie van Financiën. De reserve blijft meerjarig beschikbaar voor het doen van uitgaven in latere jaren.

 

EZK maakt gebruik van de mogelijkheid om begrotingsreserves aan te houden. In het jaarverslag is er bij de betreffende begrotingsartikelen informatie opgenomen over toevoegingen aan en onttrekkingen uit de begrotingsreserves aangevuld met relevante feiten en of ontwikkelingen.

Tabel 74 Begrotingsreserves

Specificatie begrotingsreserves:

Saldo 31-12-2022

Toevoegingen

Onttrekkingen

Saldo 31-12-2023

Artikel

Garantie Ondernemersfinanciering

207.884

24.154

0

232.038

2

Borgstelling MKB-kredieten (BBMKB)

218.780

15.161

0

233.941

2

Borgstelling MKB-kredieten Groen

16.150

0

3.100

13.050

2

Groeifaciliteit

66.779

0

2.647

64.132

2

Garantie MKB-financiering

21.776

756

0

22.532

2

Klein Krediet Corona

15.855

0

778

15.077

2

ECN verstrekte leningen

6.600

0

0

6.600

4

Aardwarmte

18.056

0

80

17.976

4

Duurzame Energie

5.029.598

1.198.024

454.186

5.773.436

4

      

Totaal

5.601.478

1.238.095

460.791

6.378.782

 
Balanspost 6

Vorderingen buiten begrotingsverband

17.659

Onder de vorderingen buiten begrotingsverband zijn bedragen opgenomen die nog van derden moeten worden ontvangen.

 
Tabel 75 Vorderingen buiten begrotingsverband

De vorderingen buiten begrotingsverband zijn als volgt te specificeren:

Bedrag

Opdrachten derden

14.724

Salarisvorderingen

907

Overige vorderingen

2.027

  

Totaal

17.658

Opdrachten derden

RVO.nl voert opdrachten uit voor derden. De opdrachten worden verstrekt door publieke en Europese organisaties. Het openstaande bedrag zal RVO.nl in rekening brengen bij de betreffende opdrachtgevers.

Salarisvorderingen

Dit betreft betalingen aan personeel inzake salarissen en diverse vergoedingen in afwachting van definitieve verrekening.

Balanspost 7

Schulden buiten begrotingsverband

40.434

Onder de schulden buiten begrotingsverband zijn de bedragen opgenomen die nog ten gunste van derden moeten worden gebracht.

 
Tabel 76 Schulden Buiten Begrotingsverband

De schulden buiten begrotingsverband zijn als volgt te specificeren:

Bedrag

Opdrachten derden

28.700

RVO.nl af te dragen gelden aan derden

9.230

Ontvangen bijdrage NCG

522

Overige schulden

1.982

  

Totaal

40.434

Opdrachten derden

RVO.nl voert opdrachten uit voor derden. De opdrachten worden verstrekt door publieke en Europese organisaties. RVO.nl zal de betreffende gelden overeenkomstig opdracht of overeenkomst aan begunstigden verstrekken.

RVO.nl af te dragen gelden aan derden

Door RVO.nl geinde bedragen voor derden. Deze dienen nog verrekend te worden, het betreft onder andere het Europees Octrooibureau (EOB).

Ontvangen bijdrage NCG

Dit betreft door NCG van de Gemeente Appingedam ontvangen gelden ten behoeve van de versterkingsoperatie.

Balanspost 9

Rechten

0

Rechten onstaan doordat op grond van wettelijke regelingen, in de toekomst aanspraak bestaat op gelden van derden.

 
Balanspost 10

Vorderingen

3.625.662

De vorderingen hebben betrekking op te ontvangen bedragen voor de begroting van EZK.

 
Tabel 77 Vorderingen

De vorderingen zijn als volgt te specificeren:

Bedrag

Direct opeisbare vorderingen

876.662

Op termijn opeisbare vorderingen

2.152.672

Geconditioneerde vorderingen

596.328

  

Totaal

3.625.662

Tabel 78 Direct opeisbare vorderingen

De direct opeisbare vorderingen zijn als volgt te specificeren:

Bedrag

Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.

494.421

Overige vorderingen inzake uitvoering beleid

229.458

Teruggave dividendbelasting EBN

137.187

Opgelegde boetes ACM (inclusief wettelijke rente)

11.964

Nog af te dragen veilingopbrengsten en boetes RDI

1.061

Overige vorderingen

2.571

  

Totaal

876.662

Nederlandse Aardoliemaatschappij B.V.

Dit betreft voornamelijk de nog door de NAM te betalen vergoedingen voor de kosten van de versterkingsoperatie en de uitvoeringskosten die daarmee samenhangen.

Vorderingen inzake uitvoering beleid

EZK heeft vorderingen voortkomend uit subsidie vaststellingen van diverse regelingen, uit het verstrekken van vergunningen en uit het opleggen van heffingen voor diverse economische activiteiten.

Terug te vorderen dividenbelasting

Dit betreft de nog van de belastingdienst terug te ontvangen dividendbelasting.

Opgelegde boetes ACM

Voor de uitvoering van de mededingingswet heeft ACM boetes opgelegd.

Nog af te dragen veilingopbrengsten en boetes RDI

Dit betreft de door de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur in 2023 ontvangen veilinggelden en boetebedragen die nog aan het kerndepartement moeten worden afgedragen.

Tabel 79 Op termijn opeisbare vorderingen

De op termijn opeisbare vorderingen zijn als volgt te specificeren:

Bedrag

Leningen

1.206.356

Kredietregelingen RVO.nl

809.866

Vorderingen inzake uitvoering beleid RVO

98.319

RDI nog te ontvangen veilinggelden

32.645

Opgelegde boetes ACM

4.564

Overige vorderingen ACM

921

  

Totaal

2.152.671

Leningen

EZK maakt bij de overdracht van beleidsgelden onder meer gebruik van het instrument leningen. Dergelijke leningen kennen in de regel specifieke afspraken en voorwaarden. De verstrekte leningen zijn in onderstaand overzicht verwerkt en geven de stand per balansdatum aan.

Tabel 80 Leningen

De leningen zijn als volgt te specificeren:

Bedrag

Corona OverbruggingsLening (COL)

179.230

Participatie Maatschappij Oost Nederland bv

158.573

Stichting Garantiefonds Reisgelden

138.739

Invest-NL Capital N.V.

124.280

Stichting Qredits Microfinanciering

109.165

EBN

92.400

Nuclear Research and consultancy Group (ECN)

85.028

Smart Photonics Holding B.V.

60.000

Pallas

43.607

ECN

40.000

Fibrant

30.000

Overige leningen

145.334

  

Totaal

1.206.356

Kredietregelingen RVO.nl

RVO.nl voert een aantal regelingen uit waarbij kredieten voor diverse beleidsdoelstellingen beschikbaar worden gesteld. Het gaat hier onder andere om kredieten voor technische ontwikkeling, elektronische diensten ontwikkeling, milieugerichte productontwikkeling, technische ontwikkelingsprojecten, startende ondernemingen, vroege fase financiering, innovatieve kredieten en het toekomstfonds voor onderzoeksfaciliteiten. De aanvragers kunnen een vooraf overeengekomen tijd over deze kredieten beschikken en betalen de kredieten terug als bepaalde verwachte ontwikkelingen en of condities zich hebben voorgedaan zoals het behalen bepaalde omzet, winst, rendementen, aandelenverkoop, etc.

Vorderingen inzake uitvoering beleid RVO

RVO heeft vorderingen voortkomend uit subsidie vaststellingen van diverse regelingen

RDI nog te ontvangen veilinggelden

Het bedrag heeft betrekking op twee betalingsregelingen die lopen in het kader van de in juli 2023 afgeronde verdeling van Landelijke Commerciële Radio-omroep. Deze gelden zijn nog niet door RDI ontvangen.

Opgelegde boetes ACM

Voor de uitvoering van de mededingingswet heeft ACM boetes opgelegd. Voor deze vorderingen zijn door ACM betalingsregelingen getroffen.

Tabel 81 Geconditioneerde vorderingen

De geconditioneerde vorderingen zijn als volgt te specificeren:

Bedrag

Nederlandse Defensie Industrie

428.602

Garantieregelingen

109.673

Borgstelling MKB-kredieten

56.876

Overige vorderingen

1.177

  

Totaal

596.328

Nederlandse Defensie Industrie

Deze vordering geeft weer welke bedragen de Nederlandse overheid tegoed heeft van de industrie voor deelname in de ontwikkelingsfase van de F-35.

Garantieregelingen

Met deze regelingen worden ondernemers in staat gesteld om bankleningen te verkrijgen zodat ondernemen mogelijk blijft. EZK staat garant voor de leningen waardoor het risico voor de bank op de bedrijfsfinanciering kleiner wordt. Bij aanspraak van de bank op de garantie betaalt RVO.nl de bank. Hierdoor ontstaat er voor RVO.nl een vordering op de onderneming die wordt opgenomen in de debiteurenadministratie. Wanneer een ondernemer een voorstel tot afkoop bij de bank indient legt de bank dit ter beoordeling voor aan RVO.nl. Na instemming van RVO.nl zorgt de bank voor afwikkeling van de overeengekomen regeling en maakt het aan RVO.nl toekomende bedrag over.

Borgstelling MKB-kredieten

Op basis van het besluit Borgstelling Midden Kleinbedrijf (BBMKB) verstrekken deelnemende banken krediet aan een ondernemer onder garantie (borgstelling) van de Staat. Op het moment dat de bank de garantie aanspreekt betaalt RVO.nl de claim uit aan de bank. Hierdoor ontstaat er voor RVO.nl een vordering op de onderneming die wordt opgenomen in de debiteurenadministratie. De bank heeft conform de regeling een volgplicht. Wanneer een ondernemer een voorstel tot afkoop bij de bank indient legt de bank dit ter beoordeling voor aan RVO.nl. Na instemming van RVO.nl zorgt de bank voor afwikkeling van de overeengekomen regeling en maakt het aan RVO.nl toekomende bedrag over.

Balanspost 11

Schulden

0

De schulden hebben betrekking op bedragen die ten gunste van de begroting van EZK zijn ontvangen.

 
Balanspost 12

Voorschotten

24.644.770

Voorschotten zijn bedragen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op later definitief vast te stellen of af te rekenen bedragen.

 
Tabel 82 Voorschotten ouderdomsoverzicht

Beleidsartikelen

2019 en eerder

2020

2021

2022

2023

Totaal

01. Goed functionerende economie en markten

4.086

4.334

8.452

50.094

249.852

316.819

02. Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

506.803

185.230

325.931

590.737

1.589.897

3.198.598

03. Toekomstfonds

2.883

2.619

2.785

3.020

3.400

14.707

04. Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

4.415.718

1.685.921

2.430.390

4.462.369

5.084.536

18.078.934

05. Een veilig Groningen met perspectief

262.877

170.662

844.029

860.131

800.598

2.938.298

       

Buiten begrotingsverband

525

1.808

3.625

3.902

87.553

97.414

       

Totaal

5.192.894

2.050.574

3.615.213

5.970.253

7.815.835

24.644.769

Tabel 83 Verloopstaat voorschotten

Verloop van voorschotten gedurende het dienstjaar 2023

Bedrag

Beginstand 31 december 2022

19.259.658

Verstrekte voorschotten

8.000.810

Eindafgerekende voorschotten

‒ 2.615.698

Eindstand 31 december 2023

24.644.769

De mutaties buiten begrotingsverband hebben betrekking op voorschotten die namens EZK zijn verstrekt maar waarvan financiering door derden plaatsvindt. De voorschotten die EZK heeft verstrekt namens de volgende opdrachtgevers zijn niet in de openstaande voorschotten buiten begrotingsverband meegenomen:

  • Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;

  • Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • Ministerie van Buitenlandse Zaken;

  • Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • Ministerie van Justitie en Veiligheid;

  • De provincies.

Balanspost 13

Garantieverplichtingen

3.025.731

De garantieverplichtingen zijn voorwaardelijke financiële verplichtingen. Deze verplichtingen komen op een later moment tot uitbetaling als bij de werderpartij die de garantie heeft ontvangen zich bepaalde omstandigheden voordoen, bijvoorbeeld een bepaald risico of een onzekere gebeurtenis.

 
Tabel 84 Verloop van de garantieverplichtingen

Beleidsartikelen

Stand per 31-12-2022

In 2023 aangegaan +

Bijstellingen -/-

Uitgaven -/-

Stand per 31-12-2023

01. Goed functionerende economie en markten

0

0

0

0

0

02. Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

2.357.551

368.822

806.496

31.357

1.888.520

03. Toekomstfonds

0

0

0

0

0

04. Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

1.162.211

140.000

165.000

0

1.137.211

05. Een veilig Groningen met perspectief

0

0

0

0

0

      

Totaal

3.519.762

508.822

971.496

31.357

3.025.731

Het saldo op «bijstellingen -/- « heeft betrekking op negatieve correcties van aangegane verplichtingen uit voorgaande jaren. Bijstellingen op verplichtingen aangegaan in dit verslaggevingsjaar zijn in mindering gebracht op het saldo «in 2023 aangegaan».

Onder de post garantieverplichtingen zijn ook opgenomen de garantieverplichtingen die vallen onder het domein van het schatkistbankieren van het Ministerie van Financiën. Dit is aan de orde bij artikel 4 (COVA).

Balanspost 14

Andere verplichtingen

81.624.434

Het gaat hier om financiële verplichtingen ten opzichte van een wederpartij die op een later moment tot betaling zal leiden. Indien de wederpartij alle gestelde voorwaarden nakomt zal de verplichting volledig tot betaling komen.

 
Tabel 85 Verloop van de andere verplichtingen

Beleidsartikelen

Stand per 31-12-2022

In 2023 aangegaan +

Bijstellingen -/-

Uitgaven -/-

Stand per 31-12-2023

01. Goed functionerende economie en markten

89.199

349.133

715

335.956

101.661

02. Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

2.521.956

3.443.482

315.333

2.250.791

3.399.314

03. Toekomstfonds

700.828

216.530

11.783

208.265

697.310

04. Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

71.559.166

18.308.402

5.521.167

7.707.013

76.639.388

05. Een veilig Groningen met perspectief

574.500

2.630.163

8.919

2.507.998

687.746

40. Apparaat EZK

0

610.217

0

610.217

0

Buiten begrotingsverband

77.918

116.373

460

94.816

99.015

      

Totaal

75.523.567

25.674.300

5.858.377

13.715.056

81.624.434

Het saldo op «bijstellingen -/- « heeft betrekking op negatieve correcties van aangegane verplichtingen uit voorgaande jaren. Bijstellingen op verplichtingen aangegaan in dit verslaggevingsjaar zijn in mindering gebracht op het saldo «in 2023 aangegaan».

Een groot deel van de verplichtingen op artikel 4 is aangegaan voor de subsidieregeling bekostiging plafond energietarieven kleinverbruikers 2023 (CEK23, ook wel het prijsplafond). Het gaat hierbij om administratief vastgelegde maximale betalingsverplichtingen. Gedurende het jaar zijn de kasramingen van deze regeling neerwaarts bijgesteld. Dit is mede vanwege de grote onzekerheid omtrent energieprijzen niet gedaan voor de administratief vastgelegde verplichtingen. Bij de afrekening van de bijdragen aan energieleveranciers in 2024 zal ook het bedrag aan aangegane verplichtingen worden bijgesteld.

Voor het verantwoorden van de verplichtingen van apparaatsuitgaven op artikel 40 in bovenstaande tabel wordt het principe verplichtingen is gelijk aan kas toegepast. Het verplichtingensaldo wordt gelijk gesteld aan het uitgavensaldo waardoor er per saldo op 31 december geen openstaande verplichtingen worden verantwoord.

Voor de andere verplichtingen is voor wat betreft het onderdeel buiten begrotingsverband dezelfde verantwoordingswijze toegepast als bij de openstaande voorschotten.

Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen

Verduurzaming Industrie: JLoI Nobian

Met de Maatwerkaanpak Verduurzaming Industrie worden er maatwerkafspraken gemaakt ter verduurzaming van de grootste 10-20 industriële uitstoters. Deze afspraken hebben als doel bedrijven sneller te verduurzamen. In het kader van deze aanpak is er op 21 november 2023 een Joint Letter of Intent (JLoI) getekend met Nobian. Een JLoI is een bestuurlijke inspanningsverplichting om op termijn middels een bindende maatwerkafspraak wederzijdse resultaatsverplichtingen aan te gaan. In de toekomst leidt, de getekende JLoI van Nobian, tot financiële verplichtingen van de Rijksoverheid. Bij het verschijnen van dit jaarverslag is de daadwerkelijke verplichtingenruimte in de begroting van 2024 verwerkt.

Nij Begun - kabinetsreactie parlementaire enquête aardgaswinning Groningen

In 2023 heeft de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen het rapport ‘Groningers boven gas’ opgeleverd. Op 25 april jl. is de kabinetsreactie Nij Begun naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II, 2022-2023, 35 561, nr. 17), waarin het kabinet vijftig maatregelen aankondigde in reactie op het rapport van de commissie. Bij Voorjaarsnota 2023 is € 11,5 mld van de middelen opgenomen op de aanvullende post bij het Ministerie van Financiën. De betrokken departementen kunnen deze middelen opvragen als de maatregelen verder zijn uitgewerkt, waarna het wordt opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van het beleid en de vastgelegde verplichtingen.

Energie Beheer Nederland (EBN)

In 2018 hebben de Staat, Shell en Exxon afspraken gemaakt in het Akkoord op Hoofdlijnen. Hierin is onder andere afgesproken dat de Staat ervoor zal zorgdragen dat EBN kan voldoen aan het EBN-deel van de verplichtingen ten aanzien van betalingen voor schadeafhandeling en de versterkingsopgave. Mogelijk leidt dat tot een kapitaalinjectie van de Staat aan EBN in de toekomst. Vanwege de onzekerheid over de precieze omvang en de timing van de eventuele kapitaalinjectie worden de verplichtingen in de financiële administratie vastgelegd in hetzelfde jaar als de kasbetalingen.

Niet uit de salibalans blijkende financiële risico's voortkomend uit lopende juridische procedures

Wet verbod op kolen

Er loopt een rechtszaak over (on)rechtmatigheid van de Wet verbod op kolen van RWE en Uniper tegen de Staat/EZK. Op 30 november 2022 heeft de rechtbank Den Haag de vorderingen van eisers tot betaling van schadevergoeding afgewezen. Er is een hoger beroep aangetekend tegen deze uitspraak bij het Gerechtshof Den Haag.

Balanspost 15

Deelnemingen

1.625.921

Onder de post deelnemingen worden alle deelnemingen in besloten-, naamloze-, commanditaire vennootschappen en internationale instellingen opgenomen.

 
Tabel 86 Deelnemingen

Naam deelneming

Nominaal

Betaald

 
 

Ultimo 2022

Ultimo 2023

Ultimo 2022

Ultimo 2023

Deelnemings percentage

N.V. NOM

25.950

25.950

46.555

46.555

50,0

N.V. BOM

16.587

16.587

42.004

42.004

49,9

ROM Innovation Quarter B.V.

56.793

56.793

56.793

56.793

45,1

N.V. LIOF

26.625

26.625

35.324

35.324

50,0

GasTerra B.V.

18.000

18.000

18.000

18.000

10,0

EBN N.V.

128.138

128.138

1.242.281

1.242.281

100,0

Oost N.V.

50.064

50.064

69.266

69.266

52,9

NPEX B.V.

14

14

1.347

1.347

10,6

Investeringsfonds Zeeland B.V.

2

2

24.200

29.200

47,3

ROM Regio Utrecht B.V.

11

11

23.990

23.990

46,6

Groeifonds Flevoland B.V.

6.700

10.700

6.700

10.700

50,0

Bonaire Brandstof Terminals

1

1

20.100

20.100

100,0

Rom InWest BV

30

30

30.360

30.360

49,9

      

Totaal

328.915

332.915

1.616.920

1.625.920

 

11. WNT-verantwoording 2023 Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstverband vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.

Voor dit departement heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigingsmaximum bedraagt in 2023 € 223.000.

Naast de hieronder vermelde functionarissen zijn er geen andere functionarissen die in 2023 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2023 geen functionarissen die hun werkzaamheden als topfunctionaris hebben neergelegd en die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar aangemerkt worden als topfunctionaris. Er zijn in 2023 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.

Tabel 87 Bezoldiging van topfunctionarissen

Naam instelling

Naam topfunctionaris

Functie

Datum aanvang dienstverband (indien van toepassing)

Datum einde dienstverband (indien van toepassing)

Dienstverband in fte (+ tussen haakjes omvang in 2022)

Op externe inhuur-basis (nee; <= 12 kalender-mnd; > 12 kalender-mnd)

Beloning plus onkostenvergoedingen (belast) (+ tussen haakjes bedrag in 2022)

Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (+ tussen haakjes bedrag in 2022)

Totale bezoldiging in 2023 (+ tussen haakjes bedrag in 2022)

Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum

Motivering en bedrag (indien overschrijding)

Nederlandse Emissieautoriteit

J.C.M. Sap

Bestuurslid

  

0,11(0,11)

nee

20.860(19.719)

2.498(2.530)

23.357(22.249)

24.778

 

Nederlandse Emissieautoriteit

M.P.C. Bressers

Directeur-bestuurder

  

1,00(1,00)

nee

159.194(152.756)

22.479(22.769)

181.688(175.524)

223.000

 

Nederlandse Emissieautoriteit

J.F. de Leeuw

Bestuurslid

  

0,10(0,10)

nee

19.184(18.105)

 

19.184(18.105)

22.300

 

Autoriteit Consument en Markt

T.M. Snoep

Voorzitter

  

1,00(1,00)

nee

196.204(195.209)

22.664(24.395)

218.869(219.604)

223.000

 

Autoriteit Consument en Markt

C.M.L. Hijmans van den Bergh

Bestuurslid

  

1,00(1,00)

nee

196.204(195.209)

22.664(24.395)

218.869(219.604)

223.000

 

Autoriteit Consument en Markt

M.R. Leijten

Bestuurslid

  

1,00(1,00)

nee

196.204(195.209)

22.664(24.395)

218.869(219.604)

223.000

 

Instituut Mijnbouwschade Groningen

S.C.J.J. Kortmann

Voorzitter

 

30-4-2023

1,00(1,00)

nee

43.147(125.716)

 

43.147(125.716)

72.704

 

Instituut Mijnbouwschade Groningen

M. Tj. Bouwes

Bestuurslid

  

0,89(0,89)

nee

97.614(114.511)

 

97.614(114.511)

198.470

 

Instituut Mijnbouwschade Groningen

P.B.M.J. van der Beek-Gillessen

Bestuurslid

  

0,56(0,56)

nee

36.578(71.091)

 

36.578(71.091)

124.880

 

Instituut Mijnbouwschade Groningen

H.C.D. Korvinus

Voorzitter

15-5-2023

 

1,00

nee

71.162

 

71.162

140.520

 

Instituut Mijnbouwschade Groningen

E.C.M. van Schie

Bestuurslid

  

0,48(0,44)

nee

53.928(51.488)

 

53.928(51.488)

124.880

 

Instituut Mijnbouwschade Groningen

B.J. Wierenga

Bestuurslid

  

0,67(0,56)

nee

80.769(30.338)

 

80.769(30.338)

149.410

 

Instituut Mijnbouwschade Groningen

S.F.M. Wortman

Bestuurslid

6-11-2023

 

0,44

nee

4.168

 

4.168

33.603

 

D. BIJLAGEN

Bijlage 1: Toezichtrelaties Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT's) en Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO's)

Tabel 88 Overzichtstabel inzake RWT’s en ZBO’s van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (bedragen x € 1.000)

Naam ZBO/RWT

Begrote bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Gerealiseerde bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Begrote bijdrage overige departementen

Gerealiseerde bijdrage overige departementen

Bijzonderheden

Centraal Bureau voor de Statistiek

169.275

181.655

4.695

4.732

Nee

Edelmetaal Waarborg Nederland

    

Nee

Examinerende instanties als bedoeld in artikel 19 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008

    

Nee

Kamer van Koophandel

136.3801

153.8192

676

597

Nee

Keuringsinstanties als bedoeld in artikel 10.3 Telecommunicatiewet

    

Nee

Nederlandse Emissieautoriteit

221

224

  

Nee

Raad voor de Accreditatie

1.060

1.394

  

Nee

Bestuur Autoriteit Consument en Markt

802

726

655

525

Nee

Instituut Mijnbouwschade Groningen

2.000

2.570

  

Nee

Stichting COVA

111.000

104.973

  

Nee

TNO

226.694

296.487

  

Nee

VSL

11.565

17.293

  

Nee

De in het kader van de Metrologiewet art. 11 en 12 aangewezen instanties en erkende keurders

    

Nee

WaarborgHolland

    

Nee

X Noot
1

Dit bedrag is exclusief budgetfinanciering van het Handelsregister groot € 5.183.000.

X Noot
2

Betreft Rijksbijdrage 2023. Dit bedrag is exclusief de budgetfinanciering van het Handelsregister groot € 5.358.000.

Bijlage 2: Moties en toezeggingen

Deze bijlage bevat de stand van zaken van alle nieuwe moties en toezeggingen sinds de peildatum (augustus 2023) van de gelijknamige bijlage bij de ontwerpbegroting, de nog openstaande moties en toezeggingen uit voorgaande jaren en de moties en toezeggingen die sinds de genoemde peildatum zijn afgehandeld. Uitgangspunt van de bijlage is dat deze de actuele stand van zaken rond moties en toezeggingen weergeeft en aansluit op de eerder hierover verstrekte informatie.

Tabel 89 Stand van zaken moties Minister van EZK parlementair jaar 2022–2023 (Tweede Kamer)

Indieners

Omschrijving

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Verhoeven, K. (D66)

Verzoekt de regering, in dit onderzoek mee te nemen of het nodig en proportioneel is om publiek toezicht een rol te geven in collectieve bescherming van kleine ondernemers en in de beoordeling hiervan mee te nemen of uit het onderzoek blijkt dat sprake is van schadelijke onevenwichtige verhoudingen.

13-11-2018

Parlementaire agenda [08-11-2018] - Begroting EZK 2e termijn - (Tijden onder voorbehoud)

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Verhoeven, K. (D66)

Verzoekt de regering, om bij alle inspanning om merkbaar verbeteringen in ervaren regeldruk aan te brengen specifiek ook in te zetten op het toetsen van nieuwe wet- en regelgeving aan de praktijk van digitale ondernemers en in overleg met departementen en toezichthouders innovatieve toezichtarrangementen op te zetten.

13-11-2018

Parlementaire agenda [08-11-2018] - Begroting EZK 2e termijn - (Tijden onder voorbehoud)

Afgedaan met Kamerstuk 29 515, nr. 437

Lee, T.M.T. van der (GL-PvdA)

Heerma, P.E. (CDA)

Verzoekt de regering, actief te monitoren welke bedrijven gaan investeren en welke bedrijven in de problemen zouden kunnen komen door een cumulatie van maatregelen, en een draaiboek met instrumenten voor te bereiden waarmee investeringen in verduurzaming in Nederland plaatsvinden en werkgelegenheidsverlies wordt afgewend.

4-7-2019

Parlementaire agenda [03-07-2019] - Debat Klimaat

Onderhanden

Segers, G.J.M. (CU)

Yesilgöz-Zegerius, D. (VVD)

Jetten, R.A.A. (D66)

Berg, J.A.M.J. van den (CDA)

Verzoekt de regering, binnen Nederland een dialoog te starten over het al dan niet gebruiken van cookiewalls.

26-11-2019

Parlementaire agenda [21-11-2019] - VAO Telecomraad

Onderhanden

Weverling, A. (VVD)

Aartsen, A.A. (VVD)

Verzoekt de regering, te onderzoeken hoe het mkb beter kan worden beschermd tegen misbruik van de positie door grote bedrijven.

26-11-2019

Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK

Onderhanden

Martels, M.R.H.M. von (CDA)

Verzoekt de regering, om in overleg te treden met de toeristische sector en de nationale en regionale vervoeraanbieders om het openbaar vervoer te promoten voor vakanties in Nederland.

11-2-2020

Parlementaire agenda [04-02-2020] - VAO Toerisme

Onderhanden

Schonis, R.A.J. (D66)

Weverling, A. (VVD)

Verzoekt de regering, om in overleg te treden met de betrokken partijen om een oplossing te zoeken waarbij de uitrol van 5G in Noord-Nederland mogelijk gemaakt wordt zonder dat dit tot interruptie leidt van het nood-, spoed- en veiligheidsverkeer.

11-2-2020

Parlementaire agenda [06-02-2020] - Debat inzake 5G + spionage

Onderhanden

Verhoeven, K. (D66)

Verzoekt de regering, na overleg met de betrokken partijen, de Kamer periodiek te informeren over de impact van het wetsvoorstel op de conform de memorie van toelichting als beperkt ingeschatte administra-tieve lasten voor het (telecom)bedrijfsleven.

7-5-2020

Parlementaire agenda [20-04-2020] - Debat Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (WOZT)

Onderhanden

Weverling, A. (VVD)

Stoffer, C. (SGP)

Aartsen, A.A. (VVD)

Verzoekt de regering, om vertegenwoordigers van franchisegevers en franchisenemers bij elkaar te brengen in een periodiek overlegorgaan en hen hierbinnen aan te moedigen om te komen tot modelafspraken en -overeenkomsten over de invulling van de open normen uit de Wet franchise.

16-6-2020

Parlementaire agenda [09-06-2020] - Wet Franchise

Onderhanden

Verhoeven, K. (D66)

Verzoekt de regering, om in overleg met de sector te komen tot een verlenging van de bestaande FM-licenties voor commerciële radiostations voor de duur van drie jaar, tot 1 september 2025.

3-11-2020

Parlementaire agenda [29-10-2020] - VAO Telecommunicatie

Afgedaan met Kamerstuk 24 095, nr. 534

Graus, D.J.G. (PVV)

Bruins, E.E.W. (CU)

Berg, J.A.M.J. van den (CDA)

Weverling, A. (VVD)

Moorlag, W.J. (PvdA)

Rajkowski, Q.M. (VVD)

Verzoekt de regering, voor 1 januari 2022 met voorstellen te komen om de «witte gebieden» in Nederland te ontsluiten, zodat voldaan kan worden aan de ondergrens van mobiele bereikbaarheid, namelijk 112 te kunnen bellen.

8-6-2021

Parlementaire agenda [01-06-2021] - Telecommunicatie

Afgedaan met Kamerstuk 29 517, nr. 222

Dijk, I. van (CDA)

Leijten, R.M. (SP)

Verzoekt de regering om per direct te beginnen met het uitwerken van steunopties, in samenspraak met Brussel en Tata Steel, voor een versnelde overstap op waterstof bij Tata Steel; Verzoekt de regering, om in dit onderzoek rekening te houden met het voorkomen van weglek van investeringen naar de (buitenlandse) aandeelhouders; roept de regering op, om in het onderzoek alle mogelijke opties te verkennen om het nationale belang na te streven, van het juridisch vastleggen van afspraken tot het nemen van een overheidsbelang, en om hierover de Kamer uiterlijk eind 2021 te informeren.

16-9-2021

Parlementaire agenda [16-09-2021] - Tweeminutendebat Toekomst Tata Steel met MEZK/SKE/SIW

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 969

Mulder, A.H. (CDA)

Lee, T.M.T. van der (GL-PvdA)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Boucke, R.M. (D66)

Dassen, L.A.J.M. (Volt)

Grinwis, P.A. (CU)

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Verzoekt de regering, het betreffende subsidiebedrag beschikbaar te stellen voor de route waarbij de ovens direct vernieuwd en verduurzaamd worden.

16-9-2021

Parlementaire agenda [16-09-2021] - Tweeminutendebat Toekomst Tata Steel met MEZK/SKE/SIW

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 969

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering, als onderdeel van een strategisch beleid voor de Nederlandse maakindustrie: –een overzicht te maken met mogelijke maatregelen voor toekomstige crisissen, gericht op behoud van werkgelegenheid en kennis, (om)scholing, continuïteit van productie en leveringszekerheid, en het aanjagen van investeringen en innovatie; –hiervoor ervaringen uit de coronacrisis, voorgaande crisissen en andere landen te gebruiken; en de Kamer hierover vóór 1 april 2022 te informeren.

30-9-2021

Parlementaire agenda [29-09-2021] - Debat Steunpakket met MEZK/MFIN/MSZW

Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 147

Dijk, G.J. van (PvdA)

Aartsen, A.A. (VVD)

Palland, H.M. (CDA)

Maatoug, S. (GL-PvdA)

Kaag, S.A.M.(D66)

Grinwis, P.A. (CU)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering, om samen met het bedrijfsleven een inventarisatie te maken van de omvang van dit probleem, de voornaamste sectoren waar het knelt en mogelijke oplossingen voor zowel de korte als de middellange termijn, en dit onderdeel te laten zijn van de aangekondigde brief over de (maak)industrie, en de Kamer hierover te informeren.

30-9-2021

Parlementaire agenda [29-09-2021] - Debat Steunpakket met MEZK/MFIN/MSZW

Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 147

Stoffer, C. (SGP)

Aartsen, A.A. (VVD)

Kaag, S.A.M.(D66)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering, om te onderzoeken op welke wijze ondernemers kunnen worden geholpen bij het beëindigen van hun onderneming zonder een enorme schuldenlast als gevolg van de coronacrisis.

30-9-2021

Parlementaire agenda [29-09-2021] - Debat Steunpakket met MEZK/MFIN/MSZW

Onderhanden

Dijk, G.J. van (PvdA)

Aartsen, A.A. (VVD)

Maatoug, S. (GL-PvdA)

Jong, R.H. de (D66)

Grinwis, P.A. (CU)

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering het zwartboek regeldruk van MKB-Nederland ter harte te nemen en voorts het mandaat van het Adviescollege toetsing regeldruk te bestendigen en verstevigen, gezien de aanhoudende en stijgende regeldruk.

9-11-2021

Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn)

Afgedaan met Kamerstuk 36 450

Eerdmans, B.J. (JA21)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering actief in gesprek te gaan met de campussen om te bezien hoe de handvatten uit de strategie-ecosystemen versneld kunnen worden gerealiseerd, en de Kamer te informeren over de uitkomst van deze gesprekken.

9-11-2021

Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn)

Onderhanden

Lee, T.M.T. van der (GL-PvdA)

Dijk, G.J. van (PvdA)

Stoffer, C. (SGP)

Jong, R.H. de (D66)

Strien, P.J.T. van (VVD)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering te onderzoeken hoe campussen als de High Tech Campus Eindhoven, waar publiek-privaat wordt samengewerkt ten behoeve van technologische en economische ontwikkeling die het strategisch belang van Nederland dient, kunnen worden beschermd tegen ongewenste overnames en ongewenste invloed.

9-11-2021

Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn)

Afgedaan met Kamerstuk 35 880, nr. 19

Dijk, I. van (CDA)

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering te onderzoeken welke zaken het meest bijdragen aan een eventueel besluit van een bedrijf om te verhuizen naar een land buiten Nederland.

9-11-2021

Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn)

Onderhanden

Eerdmans, B.J. (JA21)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Graaf, M. de (PVV)

Verzoekt het kabinet, te onderzoeken hoe de bescherming van de privacy van aandeelhouders in het UBO-register verbeterd kan worden.

26-10-2021

Parlementaire agenda [11-10-2021] - Notaoverleg Familiebedrijven

Afgedaan met Kamerstuk 31 477, nr. 85

Amhaouch, M. (CDA)

Plas, C.A.M. van der (BBB)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering om de – voor de overstap naar een groene staalproductie relevante – vergunningstrajecten en procedures waar mogelijk te versnellen en centraal te coördineren.

14-12-2021

Parlementaire agenda [09-12-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

Kuiken, A.H. (PvdA)

Verzoekt de regering op korte termijn het overleg met sociale partners opnieuw op te pakken en te bezien hoe een gezamenlijk perspectief kan bijdragen aan een bestendige aanpak van de coronacrisis, en dit overleg structureel voort te zetten.

14-12-2021

Parlementaire agenda [08-12-2021] - Voortzetting debat Steunpakket

Afgedaan met Kamerstuk 25 295, nr. 1883, Nadere uitwerking langetermijnaanpak COVID-19, 13 juni 2022

Amhaouch, M. (CDA)

Baarle, S.R.T. van (DENK)

Verzoekt de regering om opnieuw in gesprek te treden met lease- en verzekeringsmaatschappijen teneinde coulance voor taxichauffeurs die in de knel zijn geraakt te laten bieden.

14-12-2021

Parlementaire agenda [08-12-2021] - Voortzetting debat Steunpakket

Afgedaan met Kamerstuk 23 645, nr. 769

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze EZK een actievere, centrale en coördinerende rol richting andere overheden en departementen kan pakken om ons toekomstige verdienvermogen te versterken, en de Kamer hierover uiterlijk te informeren in het actieplan vestigings- klimaat, dat zij voor de zomer naar de Kamer stuurt.

29-3-2022

Parlementaire agenda [23-03-2022] - TMD Hoofdlijnen

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Strien, P.J.T. van (VVD)

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt het kabinet, te onderzoeken hoe de bescherming van de privacy van aandeelhouders in het UBO-register verbeterd kan worden.

26-10-2021

Parlementaire agenda [11-10-2021] - Notaoverleg Familiebedrijven

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Plas, C.A.M. van der (BBB)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt het kabinet, te onderzoeken hoe de bescherming van de privacy van aandeelhouders in het UBO-register verbeterd kan worden.

26-10-2021

Parlementaire agenda [11-10-2021] - Notaoverleg Familiebedrijven

Afgedaan, overgenomen door Ministerie van Financien

Amhaouch, M. (CDA)

Plas, C.A.M. van der (BBB)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Rahimi, H. (VVD)

Verzoekt de regering bij de evaluatie van de wet te onderzoeken of als gevolg van deze wet nadelen zijn ontstaan voor de detaillisten in het mkb, en daarover aan de Kamer te rapporteren.

15-3-2022

Parlementaire agenda [09-03-2022] - Debat Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen (35 769)

Onderhanden

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering om te onderzoeken waar de knelpunten in de financiering van mkb-bedrijven zitten als het gevolg van het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen en welke instrumenten er zijn om dit te verhelpen.

15-3-2022

Parlementaire agenda [09-03-2022] - Debat Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verkorten van de wettelijke betaaltermijn tot 30 dagen (35 769)

Afgedaan met Kamerstuk 29 515, nr. 488

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering te onderzoeken welke bestaande regels leiden tot de meeste regeldruk bij mkb-ondernemers en deze resultaten te betrekken bij de aangekondigde meetbare aanpak van regeldruk.

19-4-2022

Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk

Afgedaan met Kamerstuk 29 515, nr. 488

Rahimi, H. (VVD)

Goudzwaard, M. (JA21)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering regels sectoraal of domeingericht door te lichten op ervaren knelpunten en kosten, zodat er een sectorale aanpak ontwikkeld kan worden ter vermindering van de regeldruk, en de resultaten hiervan met de Kamer te delen.

19-4-2022

Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk

Afgedaan met Kamerstuk 29 515, nr. 488

Graaf, S.J.F. van der (CU)

Rahimi, H. (VVD)

Jong, R.H. de (D66)

Goudzwaard, M. (JA21)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering in overleg met ondernemers te inventariseren welke regels op korte termijn geschrapt kunnen worden om dreigende faillissementen te voorkomen, en de Kamer hierover voor het zomerreces te informeren.

19-4-2022

Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk

Afgedaan met Kamerstuk 29 515, nr. 488

Smolders, H.A.J. (FvD)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Graaf, M. de (PVV)

Verzoekt de regering bij de aanpak regeldruk expliciet aandacht te hebben voor interdepartementale samenwerking en zich maximaal in te spannen zodat er op de verschillende departementen gericht wordt gewerkt aan het meetbaar verminderen van regeldruk en de kamer periodiek over de voortgang te informeren. Spreekt uit om de uitkomsten van de periodieke voortgang te bespreken in de verschillende (departementale) commissies.

19-4-2022

Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Stoffer, C. (SGP)

Rahimi, H. (VVD)

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering de bestaande wet- en regelgeving waarmee het mkb in de praktijk te maken krijgt te analyseren en indien mogelijk hierbij de mkb-toets te betrekken.

19-4-2022

Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk

Afgedaan met Kamerstuk 29 515, nr. 488

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Roept het kabinet op het mkb als volwaardige gesprekspartner te betrekken bij het opstellen van een dashboard dat inzage geeft in de concrete totale toename of afname van de regeldruk binnen het mkb.

19-4-2022

Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk

Afgedaan met Kamerstuk 29 515, nr. 488

Goudzwaard, M. (JA21)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Roept het kabinet op om uiterlijk voor het voorjaar van 2023 de Kamer een overzicht te geven van de behaalde concrete winsten op dit terrein.

19-4-2022

Parlementaire agenda [13-04-2022] - TMD Regeldruk

Afgedaan met Kamerstuk 29 515, nr. 488

Goudzwaard, M. (JA21)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering om, samen met de bevoegde gezagen, om tafel te gaan met de middelgrote industriële bedrijven en het industrieel mkb om te verkennen welke extra CO2-reductie en energiebesparing in aanvulling op de energiebesparingsplicht mogelijk is en hoe deze het beste gerealiseerd kan worden.

7-6-2022

Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

Grinwis, P.A. (CU)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt het kabinet van bedrijven die steun krijgen bij het verduurzamingsproces in de maatwerkafspraken als voorwaarde een concreet en onafhankelijk doorgerekend plan te vragen over hoe zij klimaatneutraal worden.

7-6-2022

Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE

Onderhanden

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Leijten, R.M. (SP); Rajkowski, Q.M. (VVD)

Verzoekt de regering bij de onderhandelingen in te brengen dat nationaal toezicht op en/of nationale toepassing van algoritmen mogelijk moet zijn, ondanks dat er een Europese markt is.

7-6-2022

Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Telecomraad

Onderhanden

Smolders, H.A.J. (FvD)

Verzoekt de regering na twee jaar op hoofdlijnen de doeltreffendheid en andere effecten van de wet te evalueren, boven op de geplande evaluatie na vijf jaar.

19-4-2022

Parlementaire agenda [13-04-2022] - Debat Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Wet Vifo)

Onderhanden

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze Nederland mee kan doen en voortrekker kan worden van de nog in ontwikkeling zijnde IPCEI-Solar.

28-6-2022

Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie

Onderhanden

Stoffer, C. (SGP)

Jong, R.H. de (D66)

Strien, P.J.T. van (VVD)

Kathmann, B.C. (GL-PvdA)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Smolders, H.A.J. (FvD)

Verzoekt de regering te onderzoeken of innovatieregelingen drastisch kunnen worden versimpeld door deze terug te brengen tot hooguit enkele regelingen.

28-6-2022

Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie

Onderhanden

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt het kabinet om in samenwerking met private en publieke partijen een actieve strategie te ontwikkelen ten aanzien van de nieuwe innovatieve ontwikkelingen in batterijtechnologie; Verzoekt het kabinet de mogelijkheden van Nederlandse deelname in nieuwe IPCEl-batterijtechnologie-initiatieven te onderzoeken met gelijkgezinde landen.

28-6-2022

Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie

Onderhanden

Strien, P.J.T. van (VVD)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe een landelijke stimuleringsregeling om de financiële belemmeringen met betrekking tot hybride docentschap weg te nemen, eruit kan komen te zien en hoe een dergelijke regeling geïmplementeerd zou kunnen worden.

28-6-2022

Parlementaire agenda [22-06-2022] - TMD Innovatie

Afgedaan met Kamerstuk 29 544, nr. 1207

Graaf, S.J.F. van der (CU)

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering om bij de geplande evaluaties van de verschillende instrumenten specifieke aandacht te hebben voor de samenhang tussen de instrumenten rond criteria en termijnen.

7-7-2022

Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/MFIN/SFIN

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Graaf, S.J.F. van der (CU)

Stoffer, C. (SGP)

Jong, R.H. de (D66)

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering het totaalpakket aan schulden en kosten ontstaan door de gedwongen sluiting tijdens de coronacrisis, integraal te bezien en met gepaste oplossingen te komen.

7-7-2022

Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/MFIN/SFIN

Afgedaan met Kamerstuk 35 420, nr. 531

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering om dit jaar een ontzorgingsprogramma met daarbij één loket voor alle verduurzamingsinstrumenten uit te werken voor het kleine mkb; Verzoekt de regering om het kleine mkb nog dit jaar toegang te geven tot het warmtefonds.

7-7-2022

Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Klimaat & Energie (CD 20-4)

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering om een noodpakket voor te bereiden om lage- en middeninkomensgroepen te beschermen tegen grote prijsstijgingen van gas, hetzij door vermindering van de vraag naar gas, hetzij door koopkrachtmaatregelen te nemen.

7-7-2022

Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid

Onderhanden

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering voor de korte termijn in aanloop naar de aankomende ministeriële ESA-conferentie een laatste krachtige inspanning te doen om het beoogde budget voor de inschrijvingen in de optionele programma's te verhogen, zodat verlies van onze positie in programma's voorkomen wordt; Verzoekt tevens de regering voor de middellange termijn een interdepartementale budgettaire verkenning uit te voeren met als doel uitvoering te geven aan het NSO-advies om het ambitieniveau van 4,7% bnp-aandeel in optionele ESA-programma's te bereiken en hier eventueel al in tussentijdse ESA-inschrijvingen de volgende stap voor te zetten.

15-11-2022

Parlementaire agenda [08-11-2022] - TMD Innovatie & Ruimtevaart

Onderhanden

Eerdmans, B.J. (JA21)

Strien, P.J.T. van (VVD)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Omtzigt, P.H. (Omtzigt)

Leijten, R.M. (SP)

Verzoekt de regering te regelen dat in de Raadspositie over de Al-verordening duidelijk wordt dat een genomen besluit altijd begrijpelijk kenbaar wordt gemaakt, waarbij ook de gebruikte data worden vermeld teneinde iemand kan toetsen of het besluit op correcte gegevens tot stand is gekomen.

1-12-2022

Parlementaire agenda [30-11-2022] - TMD Telecomraad

Onderhanden

Rajkowski, Q.M. (VVD)

Verzoekt de regering om in overleg te treden met het Digital Trust Center en betrokken brancheorganisaties om te komen tot een eenduidig mkb-keurmerk, om mkb’ers beter te ondersteunen bij het vormen van hun securitybeleid.

22-11-2022

Parlementaire agenda [14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV

Afgedaan met Kamerstuk 26 643, nr. 1068

Rajkowski, Q.M. (VVD)

Verzoekt de regering om in samenwerking met het Digital Trust Center, brancheorganisaties en regionale partners een structurele cyberoefenagenda te ontwikkelen met daarin cyberoefeningen specifiek gericht op niet-vitale bedrijven.

22-11-2022

Parlementaire agenda [14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV

Afgedaan met Kamerstuk 26 643, nr. 1068

Kathmann, B.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering om met een integraal plan te komen voor duurzame digitalisering.

22-11-2022

Parlementaire agenda [14-11-2022] - WGO Begrotingsonderdelen Digitale Zaken met MEZK/SBZ/MJV

Onderhanden

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering om een regierol voor de Minister van EZK ter voorkoming van disproportionele regeldruk en onnodige nationale koppen en om de mkb-toets voor bestaande en nieuwe regelgeving te borgen.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Rahimi, H. (VVD)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering naar de houdbaarheid van regels te kijken, door een mkb-toets uit te voeren, een jaar na inwerkingtreding bij gebleken klachten, zoals ook is aangekondigd in het nieuwe regeldrukprogramma, en steevast een algehele evaluatie na vijf jaar.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Afgedaan met Kamerstuk 29 515, nr. 488

Rahimi, H. (VVD)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering te onderzoeken wat ondernemers zelf kunnen doen en waar zij kunnen worden geholpen inzicht te krijgen in het verduurzamen van het productieproces van hun bedrijf.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Afgedaan met Kamerstuk 29 515, nr. 488

Jong, R.H. de (D66)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering om te onderzoeken, samen met sectoren, of een Wet bevordering industriële ontwikkeling of een ander passend instrument kan worden ingericht waarmee structureel ingezet wordt op proces- en productie-innovatie, met als doel de arbeidsproductiviteit in Nederland te verhogen.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Jong, R.H. de (D66)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering om samen met provincies een meerjarenplan op te stellen voor de ROM’s, waarbij aandacht is voor bovenregionale samenwerking, programmatische samenwerking met het Rijk en Europa, en te onderzoeken of en hoe het brede mkb beter bediend kan worden door en met passende publiek-private financiering voor de ROM’s, in samenhang met de activiteiten van KVK en RVO.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering te onderzoeken of er een fonds beschikbaar kan worden gemaakt waarmee het kleinbedrijf middels een duurzaamheidslening van maximaal € 50.000 en tegen een lage rente een overbruggingsfinanciering of een investeringskrediet via Qredits kan aanvragen.

15-11-2022

Parlementaire agenda [10-11-2022] - Notaoverleg Prijsplafond en Energie

Onderhanden

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Verzoekt de regering om ondernemers te ondersteunen bij de bescherming van intellectueel eigendom.

22-12-2022

Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Bedrijfslevenbeleid (CD 19/10)

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering in gesprek te gaan met verhuurders en een moreel beroep op hen te doen om tot gezamenlijke richtlijnen te komen om maatwerk te bieden aan degenen die toch in de knel dreigen te komen.

22-12-2022

Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Bedrijfslevenbeleid (CD 19/10)

Onderhanden

Stoffer, C. (SGP)

Verzoekt de regering te verkennen in hoeverre voor belangenorganisaties met een ideëel doel op grond van artikel 3:305a BW nadere vereisten met het oog op de representativiteit gesteld moeten worden.

21-2-2023

Parlementaire agenda [08-02-2023] - Debat Implementatie Europese klimaatwet (36 169) re- en dupliek

Overdragen naar JenV

Eerdmans, B.J. (JA21)

Plas, C.A.M. van der (BBB)

Plas, C.A.M. van der (BBB)

Verzoekt het kabinet om een plan van aanpak te ontwikkelen om de daadwerkelijke emissies van industriële bedrijven in beeld te krijgen, en daar de Kamer voor de zomer over te informeren.

8-3-2022

Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE

Overgedragen naar IenW

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering om te onderzoeken wat de rol kan zijn van een groene bijmengverplichting voor goederen die onder CBAM vallen en de chemische basisindustrie, inclusief een opbouwpad; Verzoekt de regering in Europees verband gesprekken op te starten over hoe een bijmengverplichting Europees kan worden uitgerold; Verzoekt de regering bilateraal met België en Duitsland te onderzoeken of eerder een vrijwillige bijmengverplichting voor de bovengenoemde sectoren vormgegeven kan worden.

6-12-2022

Parlementaire agenda [30-11-2022] - Debat ‘Klimaat en Energieverkenning (KEV) + Klimaatnota’

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

Dassen, L.A.J.M. (Volt)

Grinwis, P.A. (CU)

Bontenbal, H. (CDA)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering bestaande en mogelijke nieuwe financiële instrumenten om investeringen in robotisering en digitalisering te versnellen te onderzoeken.

21-2-2023

Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering de meerwaarde te onderzoeken van een regionaal vestigingsfonds, waarmee geïnvesteerd kan worden in inbreiding, verplaatsing, clustering van (maak)bedrijven, in samenwerking met provincies en gemeenten, als dat nuttig en noodzakelijk is.

21-2-2023

Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat

Onderhanden

Strien, P.J.T. van (VVD)

Verzoekt de regering om de mogelijkheden voor experimenteerruimte beter te benutten en meer onder de aandacht te brengen, en te onderzoeken waar meer ruimte in regelgeving voor maatschappelijk relevante innovaties nodig is, zodat vergunningen eerder kunnen worden verleend, bijvoorbeeld via een experimenteerwet.

21-2-2023

Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat

Afgedaan met Kamerstuk 29 515, nr. 488

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering om een visie op te stellen op de economie van de toekomst, met daarin in ieder geval de randvoorwaarden voor het groene verdienvermogen van Nederland en onze strategische autonomie binnen de daarvoor beschikbare ruimte (fysiek en milieu), de kansen voor bedrijven (groot en klein) die vooroplopen in de transitie en een risicoanalyse van een achterblijvende transitie voor het Nederlandse vestigingsklimaat, en deze zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk aankomend najaar met de Kamer te delen.

21-2-2023

Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat

Onderhanden

Jong, R.H. de (D66)

Bisschop, R. (SGP)

Verzoekt de regering bij de piekbelastersaanpak bij industriële bedrijven een ambitieuze bijdrage te formuleren aan het algehele doel van de aanpak piekbelasters van 100 mol per hectare per jaar; Verzoekt de regering in de maatwerkaanpak voor de industrie nadrukke-lijker te sturen op de reductie van stikstof (NOx, én, waar relevant, NH3) in aanvulling op het klimaatdoel, en de Kamer te informeren over voortgang en resultaten.

7-3-2023

Parlementaire agenda [23-02-2023] - Debat NPLG / Stikstof

Onderhanden

Boswijk, D.G. (CDA)

Plas, C.A.M. van der (BBB)

Grinwis, P.A. (CU)

Rajkowski, Q.M. (VVD)

Verzoekt de regering om tot een integrale visie te komen over de inzet, het potentieel én de risico’s van nieuwe AI-producten, zoals generatieve AI.

4-4-2023

Parlementaire agenda [28-03-2023] - TMD Kunstmatige intelligentie

Onderhanden

Dekker-Abdulaziz, H. (D66)

Rajkowski, Q.M. (VVD)

Verzoekt het kabinet te inventariseren welke negatieve gevolgen en uitwassen het gebruik van kunstmatige intelligentie met zich mee kan brengen voor de Nederlandse samenleving; Verzoekt het kabinet met organisaties in gesprek te gaan over hoe zij, vooruitlopend op de AI-verordening, verantwoordelijkheid nemen om de risico’s van AI voor de samenleving te verkleinen, en de Kamer hierover uiterlijk in de zomer van 2023 te informeren.

4-4-2023

Parlementaire agenda [28-03-2023] - TMD Kunstmatige intelligentie

Onderhanden

Dekker-Abdulaziz, H. (D66)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering verschillende opties voor het opzetten van een landelijke wervingscampagne voor de groene en digitale sector uit te werken en daarbij de benodigde middelen, financieringsmogelijkheden en verwachte effecten in kaart te brengen.

27-6-2023

Parlementaire agenda [22-06-2023] - TMD Actieplan Groene en Digitale Banen (CD 25/5)Minister ZEZK + Minister SZW + minister OCW

Onderhanden

Boutkan, E. (Volt)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering samen met het maatschappelijk middenveld in kaart te brengen op welke manier de aansluiting op Europese fondsen en financiële en niet-financiële programma’s ter versterking van de personele instroom richting de groene en digitale sector verbeterd kan worden, en hiervoor concrete beleidsopties aan te dragen.

27-6-2023

Parlementaire agenda [22-06-2023] - TMD Actieplan Groene en Digitale Banen (CD 25/5)Minister ZEZK + Minister SZW + minister OCW

Onderhanden

Boutkan, E. (Volt)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering om vanuit de departementen EZK en OCW een gezamenlijke inspanning te leveren om het model van het Franse Grande École du Numérique – waar nodig met behulp van middelen uit het Nationaal Groeifonds – ook in Nederland te implementeren ten behoeve van de opschaling van CODAM en vergelijkbare innovatieve opleiders in bijvoorbeeld Rotterdam en de regio Zuid-Oost Nederland.

27-6-2023

Parlementaire agenda [22-06-2023] - TMD Actieplan Groene en Digitale Banen (CD 25/5)Minister ZEZK + Minister SZW + minister OCW

Onderhanden

Brink, G. van den (CDA)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering om netbeheerders, in nauw overleg met de marktpartijen, zo snel mogelijk andere flexibele contracten te laten vaststellen en toepassen, waaronder groepscapaciteitsbeperkingscontracten; Verzoekt de regering om erop toe te zien dat netbeheerders proactief flexibele contracten aanbieden aan bedrijven en daarbij aansluiten bij de behoefte van de bedrijven en ze mogelijk stimuleren in de omslag naar flexibel netgebruik; Verzoekt de regering om bedrijven zo snel mogelijk in staat te stellen het «right to challenge»-principe te hanteren wanneer bovenstaande contracten geen uitweg bieden; Verzoekt de regering de Kamer te informeren hierover uiterlijk Q4 2023.

27-6-2023

Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket

Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 451

Boucke, R.M. (D66)

Grinwis, P.A. (CU)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering om vaart te maken met het zoeken naar nieuwe partnerschappen waarmee de Nederlandse en Europese toegang tot kritieke grondstoffen verbeterd kan worden en de Kamer actief over de voortgang van deze zoektocht te informeren.

6-7-2023

Parlementaire agenda [05-07-2023] - TMD Internationale Klimaatstrategie (CD 30/3)

Afgedaan met Kamerstuk 32 850, nr. 291

Klink, J.J. (VVD)

Sjoerdsma, S.W. (D66)

Verzoekt de regering om er bij de Europese Commissie op aan te dringen dat zij optimaal voorbereid zijn om de DSA vanaf inwerkingtreding te handhaven ten opzichte van grote sociale mediaplatformen, en er zorg voor te dragen dat de digitale diensten coördinator operationeel is op 17 februari 2024 om toezicht te houden op in Nederland gevestigde aanbieders van tussenhandeldiensten.

6-6-2023

[01-06-2023] Debat over persvrijheid en persveiligheid

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering om nog dit jaar samen met de ROM’s en de provincies inzichtelijk te maken wat er nodig is om de aanjagende positie te versterken om zo innovatiekracht in de regio beter te ontsluiten.

6-7-2023

Parlementaire agenda [06-07-2023] - TMD Innovatie (CD 21/6)

Onderhanden

Graaf, S.J.F. van der (CU)

Jong, R.H. de (D66)

Strien, P.J.T. van (VVD)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering om deze belemmeringen in kaart te brengen en te onderzoeken op welke manier deze belemmeringen gemitigeerd kunnen worden.

6-7-2023

Parlementaire agenda [06-07-2023] - TMD Innovatie (CD 21/6)

Onderhanden

Jong, R.H. de (D66)

Strien, P.J.T. van (VVD)

Strien, P.J.T. van (VVD)

Verzoekt de regering verkennende voorstellen te doen over hoe, waar nodig, binnen het huidige innovatie- en financieringsinstrumentarium de doelen aangepast dienen te worden zodat deze maximaal aansluiten bij onder andere de ambities in het Perspectief op de Nederlandse Economie, het herijkte missiegedreven innovatiebeleid, de Nationale Technologiestrategie en de groeimarktenstudie ten behoeve van duurzame innovatieve verdienmodellen passende bij de uitdagingen van morgen; Verzoekt de regering tevens om met haar inzet ten aanzien van Europese gelden voor innovatie en innovatieve bedrijven, bij deze ambities aan te laten sluiten en deze inzet mee te nemen in bovenstaande voorstellen.

6-7-2023

Parlementaire agenda [06-07-2023] - TMD Innovatie (CD 21/6)

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering om samen met de regio acties te ondernemen voor de doorontwikkeling en schaalsprong van de mainport en bij het eerstvolgende bestuurlijk overleg af te stemmen hoe de knelpunten op het gebied van onderwijsinfrastructuur, de arbeidsmarkt en de netcongestie kunnen worden opgepakt.

6-7-2023

Parlementaire agenda [06-07-2023] - TMD Innovatie (CD 21/6)

Onderhanden

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Jong, R.H. de (D66)

Strien, P.J.T. van (VVD)

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Plas, C.A.M. van der (BBB)

Verzoekt de regering om te onderzoeken wat wij kunnen leren van landen waar het valoriseren van innovaties beter gaat en dit te verwerken in een actieplan voor Nederland.

6-7-2023

Parlementaire agenda [06-07-2023] - TMD Innovatie (CD 21/6)

Onderhanden

Hagen, K.B. (D66)

Verzoekt de regering de nationale grondstoffenstrategie verder uit te werken tot het niveau van concrete maatregelen en in deze uitwerking een massabalans grondstoffen op te nemen; Verzoekt de regering om in deze uitwerking een duidelijk plan van aanpak op te nemen voor de ontwikkeling van een circulaire industrie in Nederland.

6-7-2023

Parlementaire agenda [06-07-2023] - TMD Nationale Grondstoffenstrategie (CD 29/6)

Afgedaan met Kamerstuk 32 850, nr. 291

Kuiken, A.H. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering om de acties uit de verschillende kabinetsplannen die direct relevant zijn om de Nederlandse afhankelijkheid van China voor gallium en germanium te verminderen, versneld uit te voeren; Verzoekt de regering bovendien te inventariseren voor welke andere kritieke grondstoffen het risico op een soortgelijke exportrestrictie het grootst is en acties voor te bereiden om ook wat betreft deze grondstoffen versneld de afhankelijkheid van China te verminderen.

6-7-2023

Parlementaire agenda [06-07-2023] - TMD Nationale Grondstoffenstrategie (CD 29/6)

Afgedaan met Kamerstuk 32 850, nr. 291

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering om conform het actieplan verantwoorde diepzeemijnbouw de komende drie jaar in te zetten op de volgende sporen: • breid onderzoek verder uit naar ecologische effecten van diepzeemijnbouw; • vergroot de inzet op technologische ontwikkelingen via innovatieprogramma’s; • stel nationale wet- en regelgeving vast; • zet een landencoalitie op voor verantwoorde diepzeemijnbouw; • vraag een exploratievergunning aan bij de ISA zonder over te gaan op exploitatie.

6-7-2023

Parlementaire agenda [06-07-2023] - TMD Nationale Grondstoffenstrategie (CD 29/6)

Afgedaan met Kamerstuk 32 850, nr. 291

Bontenbal, H. (CDA)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering om bij totstandkoming van een mkb-financieringsakkoord met diverse van belang zijnde partijen zorg te dragen dat deelnemende partijen naar een zo hoog mogelijk ambitieniveau streven, om zo het mkb-financieringsklimaat voor de lange termijn te verbeteren.

17-10-2023

Parlementaire agenda [10-10-2023] - TMD Ondernemen en bedrijfsfinanciering (CD 19/4)

Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 591

Jong, R.H. de (D66)

Strien, P.J.T. van (VVD)

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering om te onderzoeken wat nodig is om een nieuwe versie van de durfkapitaalregeling op te zetten waarbij particulieren met belastingvoordelen geld kunnen verstrekken aan mkb-bedrijven, en in kaart te brengen welke kosten hiermee gemoeid zijn.

17-10-2023

Parlementaire agenda [10-10-2023] - TMD Ondernemen en bedrijfsfinanciering (CD 19/4)

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Jong, R.H. de (D66)

Strien, P.J.T. van (VVD)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering te onderzoeken hoe gezamenlijke projectontwikkeling voor verduurzaming van de industrie enerzijds en het opschalen van het aanbod van duurzame energie anderzijds beter kan worden gefaciliteerd en in kaart te brengen welke beleidsinstrumenten (zoals de maatwerkafspraken) daar geschikt voor zijn.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Boswijk, D.G. (CDA)

Grinwis, P.A. (CU)

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering marktmachtsmisbruik te voorkomen door de Autoriteit Consument & Markt (ACM) te laten onderzoeken of er sprake is van een eerlijk speelveld in de huurmarkt voor winkelvastgoed.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Stoffer, C. (SGP)

Eerdmans, B.J. (JA21)

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering de mkb-toets als periodieke check in te zetten om te zien waar regeldruk onbetaalbaar en onuitvoerbaar is, ook ten behoeve van bestaande wet- en regelgeving.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Stoffer, C. (SGP)

Eerdmans, B.J. (JA21)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering om een concrete reductiedoelstelling van 25% en deze in te zetten als voorbeeldbeleid richting andere departementen.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Afgedaan met Kamerstuk 36 410-XIII, nr. 87

Stoffer, C. (SGP)

Eerdmans, B.J. (JA21)

Strien, P.J.T. van (VVD)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Stoffer, C. (SGP)

Verzoekt de regering een stringente hardheidsclausule voor de nationale marginale CO2-heffing gericht op vermijdbare uitstoot uit te werken en te implementeren uiterlijk op 1 januari 2025.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Erkens, S.P.A. (VVD)

Boswijk, D.G. (CDA)

Eppink, D.J. (JA21)

Grinwis, P.A. (CU)

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering te verkennen of het in aansluiting op de strategische agenda ondernemingsklimaat van toegevoegde waarde is om een wederkerig en breed ondernemersakkoord te formuleren waarbij de overheid onder andere voorspelbaarheid, dienstbaarheid en wendbaarheid inbrengt en het bedrijfsleven onder andere goed ondernemerschap, belastingbetaling, maatschappelijke verantwoordelijkheid en transparantie; Verzoekt de regering om een regierol voor de Minister van EZK in dezen en de verkenningen voor dit traject op korte termijn te starten ten behoeve van de oordeelsvorming van de volgende Kamer en het volgende kabinet, en de Kamer over de voortgang te informeren.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Stoffer, C. (SGP)

Jong, R.H. de (D66)

Eppink, D.J. (JA21)

Strien, P.J.T. van (VVD)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering helder in kaart te brengen hoeveel Europese aanbestedingen in Nederland gegund worden aan Nederlandse, Europese en uit derde landen afkomstige inschrijvers en hoe daarbij de Nederlandse industrie betrokken wordt en beter betrokken kan worden;Verzoekt de regering te reageren op het zwartboek aanbestedingen dat in juni aan de Minister van EZK is aangeboden en te verklaren waar de daarin genoemde grote verschillen door ontstaan;Verzoekt de regering daarbij ook te onderzoeken welke barrières Nederlandse bedrijven ervaren bij aanbestedingen in andere lidstaten en op basis van deze bevindingen zo nodig voorstellen te doen voor een herziene aanbestedingsstrategie die de aanbestedingspositie van de Nederlandse maakindustrie versterkt; Verzoekt de regering de Kamer hierover uiterlijk voor de zomer 2024 te rapporteren.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Eerdmans, B.J. (JA21)

Eppink, D.J. (JA21)

Strien, P.J.T. van (VVD)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering de plastictaks zo snel mogelijk af te schaffen.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Stoffer, C. (SGP)

Jong, R.H. de (D66)

Strien, P.J.T. van (VVD)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering om in de maatwerkafspraken met Tata Steel het overgaan op groene staalproductie in de tijd los te koppelen van de afspraken om de meest vervuilende productieprocessen versneld uit te faseren.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering een verkenning te doen naar een Nationale Strategische Industrie & Technologie Tafel in een vorm die bij Nederland past, waarin de industrie, onderzoeks- en kennisinstellingen en de overheid structureel en transparant overleggen over de toekomst van de economie en ons verdienvermogen.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Amhaouch, M. (CDA)

Stoffer, C. (SGP)

Jong, R.H. de (D66)

Strien, P.J.T. van (VVD)

Koekkoek, M. (CDA)

Graaf, S.J.F. van der (CU)

Verzoekt de regering een verkenning uit te laten voeren naar de noodzaak van een fonds voor kleine en achtergestelde leningen van 50.000 tot 500.000 euro voor het mkb.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Stoffer, C. (SGP)

Graaf, S.J.F. van der (CU)

Verzoekt de regering op korte termijn, doch uiterlijk in aanloop naar de Voorjaarsnota 2024, voor de bedrijven uit het zesde cluster die daar behoefte aan hebben ofwel een maatwerktraject op te starten ofwel een plan van aanpak op te stellen dat knelpunten oplost, en additionele financiële behoeftes ten behoeve van verduurzaming van het zesde cluster inzichtelijk te maken.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Erkens, S.P.A. (VVD)

Grinwis, P.A. (CU)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering de Adviescommissie Gids Proportionaliteit te vragen om te adviseren over een wijziging van de Gids Proportionaliteit waarin wordt verduidelijkt wat de ruimte is voor het een-op-een contracteren van sociale ondernemingen en het klein mkb en waarin het drempelbedrag voor het een-op-een contracteren van sociale ondernemingen en het klein mkb wordt verhoogd; Verzoekt de regering om in overleg met sociale ondernemingen en kennisinstellingen te verkennen of in de aanbestedingsregelgeving en de toepassing daarvan meer ruimte kan worden geboden aan sociale ondernemingen.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Graaf, S.J.F. van der (CU)

Stoffer, C. (SGP)

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Koekkoek, M.Dijk, I. van (CDA)

Rajkowski, Q.M. (VVD)

Verzoekt de regering te onderzoeken of een dergelijk Nederlands adviserend orgaan rondom kunstmatige intelligentie geïmplementeerd kan worden binnen een al bestaand orgaan of dat er een nieuw orgaan moet worden opgericht

23-10-2023

Parlementaire agenda [18-10-2023] - TMD Telecomraad (Informeel) d.d. 23-24 oktober 2023

Onderhanden

Dekker-Abdulaziz, H. (D66)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering om het initiatief te nemen tot een convenant met marktpartijen en medeoverheden, waarin deze partijen zich gezamenlijk verbinden aan concrete oplossingen om de 19.000 resterende adressen binnen een redelijk tijdsbestek aan te sluiten op snel vast internet.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Rajkowski, Q.M. (VVD)

Dekker-Abdulaziz, H. (D66)

Hagen, K.B. (D66)

Verzoekt de regering om een publiekscampagne te starten om consumenten te wijzen op hun wettelijke garantie.

26-10-2023

Parlementaire agenda [26-10-2023] - TMD Circulaire economie

Onderhanden

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Verzoekt de regering om ondernemers de mogelijkheid te geven om een ontheffing voor de zero-emissiezone aan te vragen als zij door een zwaarwegende reden niet over kunnen stappen op emissieloos vervoer.

6-7-2023

Parlementaire agenda [06-07-2023] - TMD Verduurzaming mkb (CD 1/6)

Overgedragen naar IenW

Aartsen, A.A. (VVD)

Verzoekt de regering om te onderzoeken op welke manier de € 150 mln die is vrijgemaakt ter ondersteuning van het mkb bij de aangescherpte energiebesparingsplicht kan worden ingezet om duurzaamheidsleningen voor kleine ondernemers tegen een lage rente beschikbaar te maken.

6-7-2023

Parlementaire agenda [06-07-2023] - TMD Verduurzaming mkb (CD 1/6)

Onderhanden

Jong, R.H. de (D66)

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om met wetgeving te waarborgen dat Tata Steel zo snel als mogelijk overgaat tot groenstaalproductie.

30-5-2023

Parlementaire agenda [25-05-2023] - TMD Verduurzaming Industrie

Onderhanden

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering om op korte termijn een plan van aanpak te maken om de verwerking van grondstoffen die cruciaal zijn voor de energietransitie naar Nederland te halen en de Kamer daarover te informeren uiterlijk eind 2023.

30-5-2023

Parlementaire agenda [25-05-2023] - TMD Verduurzaming Industrie

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat de maatwerkafspraken in lijn zijn met de Nederlandse circulariteitsdoelen voor 2030 en 2050.

30-5-2023

Parlementaire agenda [25-05-2023] - TMD Verduurzaming Industrie

Onderhanden

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering de maatwerkafspraken in lijn met ETS-doelen te brengen.

30-5-2023

Parlementaire agenda [25-05-2023] - TMD Verduurzaming Industrie

Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 197

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering om inzichtelijk te maken in hoeverre de financiële steun uit het Klimaatfonds aan de industrie doelmatig en noodzakelijk is.

30-5-2023

Parlementaire agenda [25-05-2023] - TMD Verduurzaming Industrie

Onderhanden

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering om het zesde cluster een integraal onderdeel te laten zijn van de NPVI; Verzoekt de regering om samen met de netbeheerders en Gasunie duidelijkheid te bieden aan het zesde cluster waar en wanneer duurzame infrastructuur aangelegd gaat worden en daar de Kamer voor het einde van het jaar over te informeren.

30-5-2023

Parlementaire agenda [25-05-2023] - TMD Verduurzaming Industrie

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

Grinwis, P.A. (CU)

Bontenbal, H. (CDA)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering in aanvulling op het onderzoek van EZK en ook in samenspraak met relevante partijen: te onderzoeken welke fiscale of financiële regelingen zouden kunnen bijdragen aan het succes van zo’n «financieringshub»; daarbij ook te kijken naar succesvolle regelingen in het buitenland; een lijst met mogelijke opties aan de Kamer te sturen.

10-10-2023

Algemene Financiële Beschouwingen - MFIN ‒ 5 oktober 2023

Onderhanden

Dijk, I. van (CDA)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering een haalbaarheidsstudie uit te voeren naar de mogelijkheid om een regionale ontwikkelingsmaatschappij in het Caribisch deel van het Koninkrijk op te richten, die zich toespitst op lokale business development ten aanzien van digitalisering, klimaat, duurzame landbouw en het (regionale) ondernemingsklimaat en de Kamer voor de zomer van 2024 te infomeren over de uitkomsten;

24-10-2023

BZK Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023 19-10-2023

Onderhanden

Jong, R.H. de (D66)

Wuite, J. (D66)

Veldhoven, S. van (D66)

Verzoekt de regering om bij het aanstellen van een gebiedscoördinator ook de bewoners en belanghebbenden uit het betreffende gebied te betrekken.

27-10-2015

Parlementaire agenda [15-10-2015] - Voortzetting Begrotingsbehandeling EZ, deel economie en innovatie

Afgedaan met Kamerstuk 33 009, nr. 136

Mulder, A.H. (CDA)

Veen, M.S. van (VVD)

Verzoekt de regering om het proces over het toekennen van de markteconomiestatus van China pro-actief en zeer kritisch te volgen en het gelijke speelveld voor industriële sectoren een doorslaggevende plek te geven in de totale afweging, Verzoekt de regering de Kamer hier nauwgezet bij te betrekken.

8-2-2016

Parlementaire agenda [18-02-2016] - VSO Raad voor het concurrentievermogen d.d. 29 februari 2016

Niet langer relevant; het proces markteconomiestatus China speelt nu niet meer

Gesthuizen, S.M.J.G. (SP)

Verzoekt de regering om zich tijdens de komende Raad voor Buitenlandse Handel actief in te zetten voor een snelle hervorming van het handelsdefensieve systeem, inclusief een aanpassing van de lesser duty rule, bij structurele marktverstoring op het gebied van grondstoffen of bij grote overcapaciteit, en de Kamer te informeren over de uitkomsten.

8-11-2016

Parlementaire agenda [28-09-2016] - VSO Raad voor het Concurrentievermogen d.d. 29 en 30 september 2016 (Minister FIN vervangt)

Afgedaan met Kamerstuk 21 501-02, nr. 1691

Teeven, dhr. F. (VVD)

Mulder, A.H. (CDA)

Bruins, E.E.W. (CU)

Tongeren, L. van (GL)

Verzoekt de regering om, de Europese Commissie op te roepen, te onderzoeken hoe Europa een aantrekkelijke vestigingsplaats voor de schone auto-industrie wordt.

6-6-2017

VAO Transport d.d. 1 juni 2017

Niet langer relevant, onderdeel van bestaand beleid

Heerma, P.E. (CDA)

Verzoekt de regering, actief te monitoren welke bedrijven gaan investeren en welke bedrijven in de problemen zouden kunnen komen door een cumulatie van maatregelen, en een draaiboek met instrumenten voor te bereiden waarmee investeringen in verduurzaming in Nederland plaatsvinden en werkgelegenheidsverlies wordt afgewend.

4-7-2019

Parlementaire agenda [03-07-2019] - Debat Klimaat

Niet langer relevant, omdat het verzoek doorlopend in beleid wordt verwerkt; zie hiervoor Kamerstuk 29 826, nr. 196

Segers, G.J.M. (CU)

Yesilgöz-Zegerius, D. (VVD)

Jetten, R.A.A. (D66)

Graus, D.J.G. (PVV);

Verzoekt de regering, om niet de veilingopbrengst, maar de nationale veiligheid leidend te laten zijn bij het opstellen van een veilingmodel en bij de diverse veilingen van frequentiebanden voor 5G.

4-7-2019

Parlementaire agenda [04-07-2019] - Debat over uitrol 5G

Afgedaan met Kamerstuk van 5 december 2019, kenmerk 2019D49984

Sjoerdsma, S.W. (D66)

Bruins, E.E.W. (CU)

Berg, J.A.M.J. van den (CDA)

Futselaar, F.W. (SP)

Weverling, A. (VVD)

Moorlag, W.J. (PvdA)

Stoffer, C. (SGP)

Bromet, L. (GL)

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering, de Kamer jaarlijks te informeren over de voortgang van dit samenwerkingsverband en hun inzet om potentiële gevaren het hoofd te bieden.

4-7-2019

Parlementaire agenda [04-07-2019] - Debat over uitrol 5G

Afgedaan met Kamerbrief over de voortgang van de aanpak van statelijke dreigingen Kamerstuk 30 821, nr. 12 en in gerelateerde brieven, zoals de beleidsreactie op het CSBN Kamerstuk 26 643, nr. 767

Sjoerdsma, S.W. (D66)

Bruins, E.E.W. (CU)

Berg, J.A.M.J. van den (CDA)

Futselaar, F.W. (SP)

Weverling, A. (VVD)

Moorlag, W.J. (PvdA)

Stoffer, C. (SGP)

Bromet, L. (GL)

Sjoerdsma, S.W. (D66)

Verzoekt de regering, in navolging van het onderzoek en de aanpak van de mobiele netwerken, te onderzoeken hoe deze risico’s kunnen worden geminimaliseerd en op basis daarvan een gedegen aanpak te ontwikkelen.

4-7-2019

Parlementaire agenda [04-07-2019] - Debat over uitrol 5G

Afgedaan: er is een structureel proces ingericht waarbinnen overheidsorganisaties en telecomaanbieders risico’s beoordelen Waar nodig worden op basis hiervan aanvullende veiligheidsmaatregelen genomen, zoals vermeld in Kamerstuk 30 821, nr.143

Moorlag, W.J. (PvdA)

Bromet, L. (GL)

Martels, M.R.H.M. von (CDA)

Verzoekt de regering, om in overleg te treden met de toeristische sector en de nationale en regionale vervoeraanbieders om het openbaar vervoer te promoten voor vakanties in Nederland.

11-2-2020

Parlementaire agenda [04-02-2020] - VAO Toerisme

Niet langer relevant, omdat de coronacrisis voorbij is

Schonis, R.A.J. (D66)

Graus, D.J.G. (PVV)

Verzoekt de regering, jaarlijks per brief aan de Kamer te rapporteren over hoe de Minister de wet heeft toegepast en van zijn verbodsbevoegdheid gebruik heeft gemaakt, inclusief motivatie.

7-5-2020

Parlementaire agenda [20-04-2020] - Debat Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (WOZT)

Afgedaan met Kamerstuk 35 925 XIII, nr. 8

Berg, J.A.M.J. van den (CDA)

Haga, W.R. van (VVD)

Moorlag, W.J. (PvdA)

Verzoekt de regering, te onderzoeken of deze vitale diensten en infra-structuur nationaal en in Europees verband minder kwetsbaar kunnen worden gemaakt.

7-5-2020

Parlementaire agenda [20-04-2020] - Debat Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (WOZT)

Afgedaan met Kamerstuk 30 821, nr. 143

Stoffer, C. (SGP)

Verzoekt de regering, samen met de maritieme sector werk te maken van een maritiem herstelplan, en daarbij te bezien wat de mogelijkheden zijn voor cofinanciering, of defensieopdrachten naar voren gehaald kunnen worden en hoe Europese fondsen benut kunnen worden.

10-11-2020

Parlementaire agenda [05-11-2020] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK

Afgedaan met Kamerstuk 31 409, nr. 423

Marijnissen, L.M.C. (SP)

Verzoekt de regering, om over deze oproep van de FNV in gesprek te gaan met het Veiligheidsberaad en de detailhandel.

17-12-2020

Parlementaire agenda [09-12-2020] - Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus

Niet langer relevant, aangezien de coronacrisis voorbij is

Stoffer, C. (SGP)

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering, om te bezien of het nodig is om aanvullend een voorziening te treffen indien blijkt dat er toch gevolgen optreden voor de werkgelegenheid ten gevolge van deze maatregel; Verzoekt de regering, om in dat geval in te zetten op omscholingstrajecten en werkbegeleidingstrajecten voor werknemers van kolencentrales zodat de gevolgen voor hen en de lokale gemeenschappen zo beperkt mogelijk blijven, waarvoor eventueel de Voorziening werkgelegenheidseffecten energietransitie kan worden aangesproken; Verzoekt de regering, hierover in dat geval tijdig een plan van aanpak aan de Kamer terug te koppelen.

18-5-2021

Parlementaire agenda [11-05-2021] - Debat Wet Kolen

Niet langer relevant met de intrekking van de productiebeperking

Stoffer, C. (SGP)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Boucke, R.M. (D66)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering, om via de VNG een oproep te doen aan gemeentes voor snelle vergunningverlening indachtig de motie-Amhaouch/Palland (35 669, nr. 20), extra standplaatsruimte en coulance met het innen van pachtgelden.

8-6-2021

Parlementaire agenda [02-06-2021] - Debat steun- en herstelpakket met MEZK/MSZW/MFIN.

Afgedaan met Kamerbrief 29 517, nr.s 222 en 247

Aartsen, A.A. (VVD)

Amhaouch, M. (CDA)

Verzoekt de regering, om te onderzoeken op welke wijze ondernemers kunnen worden geholpen bij het beëindigen van hun onderneming zonder een enorme schuldenlast als gevolg van de coronacrisis.

30-9-2021

Parlementaire agenda [29-09-2021] - Debat Steunpakket met MEZK/MFIN/MSZW

Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 904

Dijk, G.J. van (PvdA)

Aartsen, A.A. (VVD)

Maatoug, S. (GL)

Jong, R.H. de (D66)

Grinwis, P.A. (CU)

Dijkgraaf, E. (SGP)

Verzoekt de regering bij het sluiten van met name nieuwe green deals in te zetten op het opnemen van meetbare en afdwingbare afspraken en doelen; Verzoekt de regering tevens de effectiviteit van de green deals stelselmatig te monitoren en te evalueren, waarbij de autonome ontwikkeling als uitgangspunt genomen wordt.

13-12-2011

 

Niet langer relevant

Klaver, J.F. (GL)

Overwegende dat het voor het concurrentievermogen van de Europese economie van cruciaal belang is om voorop te lopen in energie-efficiëntie en groene energie; overwegende dat een snellere en ambitieuzere uitvoering van de ecodesignrichtlijn hieraan een belangrijke bijdrage kan leveren; overwegende dat Ecofys becijferd heeft dat een aanscherping van de normen en het brengen van meer producten onder de richtlijn het elektriciteitsverbruik in de EU met 17% kan terugdringen, de energierekening van bedrijven en consumenten met € 90 mld per jaar kan verlagen en 1 miljoen extra banen kan scheppen; Verzoekt de regering, zich in te zetten voor een snellere en ambitieuzere uitvoering van de ecodesignrichtlijn en de Kamer te informeren over haar inspanningen.

21-5-2013

Debat Europese Top d.d. 21-5-2013

Niet langer relevant

Dik-Faber, R.K. (CU)

Verzoekt de regering, samen met genoemde instanties te onderzoeken wat een sociaal- en verkeersveilig lichtniveau is zodat genoemde normen en richtlijnen kunnen worden aangepast om lichtvervuiling tegen te gaan en de Kamer te informeren over de onderzoeksresultaten en de vertaling daarvan in aangepaste normen.

12-11-2013

 

Niet langer relevant

Gerven, drs. H.P.J. van (SP)

Verzoekt de regering, in haar normerings- en beprijzingsgedrag deze tak van sport in de volle breedte te koesteren.

12-11-2013

 

Niet langer relevant

Smaling, E.M.A. (SP)

Tabel 90 Stand van zaken moties Minister van EZK parlementair jaar 2022–2023 (Eerste Kamer)

Indieners

Omschrijving

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Huizinga-Heringa, J.C. (CU)

Verzoekt de regering ten behoeve van zo’n debat binnen drie maanden een voorbereidende notitie aan deze Kamer te doen toekomen, waarin zij gemotiveerd uiteen zet welke nieuwe keuzes gemaakt worden over de rolverdeling tussen huishoudens, overheid en markt bij grote uitdagingen als de klimaattransitie.

1-11-2022

Parlementaire agenda [18-10-2022] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen EK

Onderhanden

Rosenmöller, P. (GL-PvdA)

Vos, dr. M.L. (GL-PvdA)

Crone, drs. F.J.M. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering om zo snel mogelijk, doch uiterlijk voor het einde van het eerste kwartaal van 2024, een inventarisatie te maken welke programma's en regelingen er rijksbreed zijn die in het verlengde liggen van de doelen van de Tijdelijke wet Klimaatfonds én welk specifiek doel deze dienen en voorts maatregelen te nemen die concurrentie en conflictering van deze programma's en regelingen tegengaan.

19-12-2023

Parlementaire agenda [19-12-2023] - Tijdelijke wet Klimaatfonds (36.274) / Begrotingsstaten Economische Zaken en Klimaat 2024 (36.410 XIII)

Onderhanden

Holterhues, drs. F.W.J. (CU)

Panman, T. (BBB)

Tabel 91 Stand van zaken moties Minister voor Klimaat en Energie parlementair jaar 2022–2023 (Tweede Kamer)

Indieners

Omschrijving

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Tongeren, L. van (GL)

Verzoekt de regering, de gevolgen van de wetgeving met betrekking tot de volumecorrectie uiterlijk vijf jaar na inwerkingtreding te evalueren en de Kamer hierover te informeren, verzoekt de regering tevens, bij die evaluatie de voordelen van het stabiliseren door middel van vrijwillige vraagsturing te betrekken.

5-12-2013

Parlementaire agenda [02-12-2013] - WGO Nettarieven

Afgedaan met antwoorden op vragen van het lid Bontenbal (CDA), Aanhangsel van de Handelingen 2021-2022, nr. 1849

Veldhoven, S. van (D66)

Vos, Jan C. (PvdA)

Veldhoven, S. van (D66)

Verzoekt de regering om bij de evaluatie van het Energieakkoord in 2016 ook de opgave van reservelocaties per provincie te betrekken.

26-4-2014

Parlementaire agenda [24-04-2014] - VAO Windenergie

Niet langer relevant, aangezien deze doelstelling voor wind op land al is behaald

Verhoeven, K. (D66)

Veldhoven, S. van (D66)

Verzoekt de regering, onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden en baten van gelijkstroom en de uitkomst hiervan met de Kamer te delen.

27-11-2014

Parlementaire agenda [27-11-2014] - Heropening WGO Energie

Niet langer relevant

Smaling, E.M.A. (SP)

Verzoekt de regering, warmteaansluiting niet te laten concurreren met woningisolatie, bijvoorbeeld volgens het model Stroomversnelling.

1-7-2015

Parlementaire agenda [25-06-2015] - VAO Energie

Afgedaan met Kamerstuk nr. 32 813, nr. 749

Vos, Jan C. (PvdA)

Verzoekt de regering, in overleg met Gasunie experimenten mogelijk te maken met betrekking tot de aanleg en het beheer van gasinfrastructuur die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van een duurzame energievoorziening.

13-10-2015

Parlementaire agenda [06-10-2015] - Tweede termijn Gas- en Electriciteitswet

Afgedaan met Kamerstuk 34 627, nr. 50 Het kabinet heeft besloten om in de Energiewet geen nieuwe bepaling op te nemen

Smaling, E.M.A. (SP)

Verzoekt de regering, de gepresenteerde alternatieven, zoals zonneparken, volwaardig mee te wegen in de verdere besluitvorming rond duurzame investeringen die een grote impact op landschap en omwonenden hebben.

8-3-2016

Parlementaire agenda [02-03-2016] - VSO Energie

Niet langer relevant: de afweging tussen de alternatieven zon en wind op land is meegenomen in de RES-aanpak

Veldhoven, S. van (D66)

Verzoekt de regering om, in overleg met zowel de chemiesector als de energiesector te onderzoeken hoe binnen de 25 petajoule voor biomassa-bijstook uit het energieakkoord, een impuls kan worden gegeven aan de cascadering van biomassa, bijvoorbeeld door een oplopend percentage gecascadeerde biomassa.

1-11-2016

Parlementaire agenda [27-10-2016] - Voortzetting Begrotingsbehandeling Economische Zaken (deel Economie en Innovatie)

Niet langer relevant, omdat het verzoek al in beleid is verwerkt Zie Kamerstuk 32 813 nr. 617

Tongeren, L. van (GL)

Verzoekt de regering om deze ambities ook in de Energieagenda op te nemen en mee te nemen in de verdere uitwerking van de Energieagenda.

14-2-2017

Parlementaire agenda [07-02-2017] - Debat Toekomstig Energiebeleid

Niet langer relevant: de Energieagenda is in 2016 uitgebracht

Veldhoven, S. van (D66)

Dik-Faber, R.K. (CU)

Verzoekt de regering, actief bij te dragen aan het realiseren van het pilotproject Blue Energy.

19-12-2017

Parlementaire agenda [14-12-2017] - Begrotingsbehandeling Economische Zaken en het begrotingsonderdeel Klimaat (aanvang beantwoording)

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 676

Jetten, R.A.A. (D66)

Bisschop, R. (SGP)

Verzoekt de regering om, in Energiewet 1.0 de toestemming voor het netwerkbedrijf om laadapparatuur als activiteit uit te voeren te schrappen uit de wet; verzoekt de regering tevens om, dan ook te bezien of deze activiteit nog een plaats moet hebben in de AMvB.

30-1-2018

Parlementaire agenda [25-01-2018] - Plenaire behandeling van de Wet VET (Voortgang Energie Transitie)

Afgedaan met Kamerstuk 36 378, nr. 5

Yesilgöz-Zegerius, D. (VVD)

Dik-Faber, R.K. (CU)

Verzoekt de regering, ervoor zorg te dragen dat wanneer de Amercentrale in 2024 niet volledig op duurzame biomassa draait, er een duurzaam alternatief voorhanden is voor het aan deze centrale gekoppelde warmtenet, en zo nodig hiervoor zekerstellingen te eisen.

4-7-2019

Parlementaire agenda [04-07-2019] ‒ 3e termijn wet op kolen

Onderhanden

Lee, T.M.T. van der (GL-PvdA)

Sienot, M.F. (D66)

Dik-Faber, R.K. (CU)

Verzoekt de regering, na te gaan of en hoe kan worden geborgd dat zonder subsidie verstookte biomassa voor elektriciteits- en warmtepro-ductie ook zal voldoen aan de eisen van het in ontwikkeling zijnde nieuwe duurzaamheidskader biomassa, inclusief cascadering.

4-7-2019

Parlementaire agenda [04-07-2019] ‒ 3e termijn wet op kolen

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr.617

Lee, T.M.T. van der (GL)

Sienot, M.F. (D66)

Dik-Faber, R.K. (CU)

Verzoekt de regering zich blijvend in te zetten voor ophoging van het doel naar 55%, en na definitieve afspraken in de Europese Raad over het uiteindelijke doel de Kamer te informeren over hoe zij het Nederlands klimaatbeleid hier op aanpast.

19-12-2019

Parlementaire agenda [17-12-2019] - Debat KEV

Onderhanden

Lee, T.M.T. van der (GL-PvdA)

Sienot, M.F. (D66)

Lee, T.M.T. van der (GL-PvdA)

Verzoekt de regering, een nationaal plan op te stellen, in aanvulling op het Klimaatakkoord en vervlochten met de regionale energiestrategieën, voor het transport en de opslag van energie, waarin duidelijke keuzes worden gemaakt over waar energie moet worden opgewekt, hoe deze dient te worden getransporteerd en waar nodig dient te worden opgeslagen.

26-11-2019

Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK

Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 380

Beckerman, S.M. (SP)

Verzoekt de regering goed te monitoren of de door de ACM vastgestelde tarieven per 1-1-2020 voor WKO-systemen in voldoende mate bescherming bieden aan de consument, zodat indien nodig aanscherping kan plaatsvinden in Warmtewet 2.0.

26-11-2019

Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK

Onderhanden

Sienot, M.F. (D66)

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering, de benodigde aanpassing van de Kernenergiewet voor te bereiden waarmee eventuele levensduurverlenging van de kerncentrale in Borssele na 2033 mogelijk wordt gemaakt, als de vergunninghouder het technisch en bedrijfseconomisch haalbaar acht.

30-6-2020

Parlementaire agenda [10-06-2020] - Notaoverleg Klimaat en Energie

Onderhanden

Harbers, M.G.J. (VVD)

Dik-Faber, R.K. (CU)

Verzoekt de regering, een overzicht voor te bereiden waarin de mogelijkheden van burgerpanels met de voor- en nadelen en de ervaringen in Nederland en in het buitenland worden beschreven, en deze voor de verkiezingen van maart 2021 te presenteren, zodat eventuele besluitvorming hierover bij de kabinetsformatie kan plaatsvinden.

13-10-2020

Parlementaire agenda [07-10-2020] - Notaoverleg Klimaat en Energie

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 674

Mulder, A.H. (CDA)

Lee, T.M.T. van der (GL-PvdA)

Beckerman, S.M. (SP)

Raan, L. van (PvdD)

Moorlag, W.J. (PvdA)

Sienot, M.F. (D66)

Stoffer, C. (SGP)

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering, om in het plan voor het nationale waterstofpro-gramma in te gaan op hoe zij de ontwikkeling van groene waterstof gepaard laat gaan met de nodige groei aan schone energieopwekking in Nederland, zodat er daadwerkelijk CO2-reductie wordt gerealiseerd, hoe bestaande gasinfrastructuur kan worden gebruikt voor groene waterstof en hoe de kansen benut worden van het importeren van groene waterstof uit het buitenland; verzoekt de regering, tevens om in de eerste helft van 2021 de Kamer hierover te rapporteren.

10-11-2020

Parlementaire agenda [05-11-2020] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 915 en Kamerstuk 32 813, nr.756

Diertens, A.E. (D66)

Sienot, M.F. (D66)

Harbers, M.G.J. (VVD)

Beckerman, S.M. (SP)

Spreekt uit dat er een goede oplossing moet komen voor de medewerkers in de centrale en keten, minimaal gelijk aan de regeling getroffen bij de kolencentrale Hemweg; verzoekt de regering, de Kamer hier op zo kort mogelijke termijn over te informeren.

8-12-2020

Parlementaire agenda [03-12-2020] ‒ 2e termijn Notaoverleg Klimaat en Energie

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1006

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering, een Routekaart Aquathermie op te stellen voor de periode na de green deal.

8-12-2020

Parlementaire agenda [03-12-2020] ‒ 2e termijn Notaoverleg Klimaat en Energie

Onderhanden

Lee, T.M.T. van der (GL-PvdA)

Nijboer, H. (GL-PvdA)

Spreekt uit dat er geen kerncentrale kan komen in Groningen en dat de Eemshaven als mogelijke locatie in SEV III geschrapt moet worden.

10-3-2021

Parlementaire agenda [04-03-2021] - Vervolg debat tijdelijke Wet Groningen

Ter kennisgeving aangenomen (afgedaan)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Beckerman, S.M. (SP)

Mulder, A.H. (CDA)

Spreekt uit dat om bovengenoemde overwegingen geen kerncentrale wordt gerealiseerd in de provincie Groningen.

10-3-2021

Parlementaire agenda [04-03-2021] - Vervolg debat tijdelijke Wet Groningen

Ter kennisgeving aangenomen (afgedaan)

Sienot, M.F. (D66)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering, om te onderzoeken wat de effecten zullen zijn indien de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie in verband met beperking van de CO2-emissie ook na 2025 van kracht blijft.

18-5-2021

Parlementaire agenda [11-05-2021] - Debat Wet Kolen

Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 312

Boucke, R.M. (D66)

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering, om de ontwikkeling van de energierekening zorgvuldig in de gaten te houden, en wanneer nodig de Kamer hierover te informeren.

18-5-2021

Parlementaire agenda [11-05-2021] - Debat Wet Kolen

Afgedaan met Kamerstuk 36 410, nr. 48

Stoffer, C. (SGP)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering, om in de AMvB over de nadeelcompensatie zorg te dragen voor een methodiek die overcompensatie voorkomt en een mechanisme bevat waarmee de minister overcompensatie terugvordert als achteraf blijkt dat er te veel gecompenseerd wordt.

18-5-2021

Parlementaire agenda [11-05-2021] - Debat Wet Kolen

Afgedaan met Kamerstuk 35 668, nr. 46

Lee, T.M.T. van der (GL-PvdA)

Boucke, R.M. (D66)

Grinwis, P.A. (CU)

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Lee, T.M.T. van der (GL)

Verzoekt de regering, om samen met de decentrale overheden te onderzoeken welke ruimte er bestaat, met inachtneming van zorgvuldigheid en rechtvaardigheid, voor het versnellen van de bestaande doorlooptijden voor netuitbreidingen als gevolg van besluitvormingsprocedures.

8-7-2021

Parlementaire agenda [07-07-2021] - Notaoverleg Klimaat en Energie

Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 451

Boucke, R.M. (D66)

Dassen, L.A.J.M. (Volt)

Thijssen, J. (PvdA)

Bontenbal, H. (CDA)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering, om snel inzichtelijk te maken welke no-regretmaatregelen al genomen kunnen worden in de demissionaire status voor de verduurzaming van de industrie; verzoekt de regering, om te inventariseren wat in de komende vier jaar nodig is aan investeringen voor de energie-infrastructuur en de transport-capaciteit op het elektriciteitsnet om te kunnen voldoen aan de klimaat-doelen, en de Kamer uiterlijk 1 november hierover te informeren.

8-7-2021

Parlementaire agenda [07-07-2021] - Notaoverleg Klimaat en Energie

Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 132

Boucke, R.M. (D66)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering, om bij de noodzakelijke aanpassing van de nationale Klimaatwet als gevolg van het aannemen van de Europese klimaatwet te bekijken hoe om te gaan met emissies van geïmporteerde en geëxporteerde elektriciteit.

8-7-2021

Parlementaire agenda [07-07-2021] - Notaoverleg Klimaat en Energie

Onderhanden

Bontenbal, H. (CDA)

Stoffer, C. (SGP)

Verzoekt de regering, onderzoek te ondersteunen naar validatie van de potentiële opbrengst van Dynamic Tidal Power-energiedammen in zee, daarbij onder meer Deltares en de TU Delft te betrekken en de potentie in een waterloopkundig laboratorium te toetsen, en de Kamer over de voortgang binnen een jaar te informeren.

8-7-2021

Parlementaire agenda [08-07-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie

Onderhanden

Groot, P.C. de (VVD)

Grinwis, P.A. (CU)

Verzoekt de regering, om voorafgaand aan de openstelling van de SDE++-voorjaarsronde helder te maken onder welke voorwaarden en met welke risiconormen geothermie toegepast kan worden in deze regio’s, en daarbij te leren van de aanpak in Duitsland; verzoekt de regering, om voorafgaand aan de openstelling van de SDE++-voorjaarsronde alternatieven beter inzichtelijk te maken en om te kijken waar die alternatieven ontbreken voor glastuinbouwbedrijven die niet kunnen voldoen aan de gestelde voorwaarden en risiconormen.

5-10-2021

Parlementaire agenda [28-09-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie

Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 366

Erkens, S.P.A. (VVD)

Eerdmans, B.J. (JA21)

Verzoekt de regering, te verkennen en in de scenariostudies te onderzoeken of realisatie van een nieuwe generatie III+-reactor in Nederland binnen een termijn van tien jaar mogelijk is.

23-9-2021

Parlementaire agenda [22-09-2021] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen TK

Afgedaan met Kamerstuk 32 645, nr. 99 en Kamerstuk 32 645, nr. 116

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering zich in te spannen voor een «projects of common interest»-list waarbij gasprojecten uitgesloten zijn, en hier samen met gelijkgezinde landen in op te trekken.

1-12-2021

Parlementaire agenda [30-11-2021] - Tweeminutendebat Energieraad

Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 904

Dassen, L.A.J.M. (Volt)

Kröger, S.C. (GL)

Verzoekt de regering zich in te spannen voor een «projects of common interest»-list waarbij gasprojecten uitgesloten zijn, en hier samen met gelijkgezinde landen in op te trekken.

1-12-2021

Parlementaire agenda [30-11-2021] - Tweeminutendebat Energieraad

Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 904

Dassen, L.A.J.M. (Volt)

Erkens, S.P.A. (VVD)

verzoekt de regering bij de onderhandelingen en verdere beoordeling van voorstellen uit het Europese «Fit for 55»-pakket expliciet aandacht te besteden aan het thema leveringszekerheid en afstemming hierover tussen lidstaten, en de Kamer hierover te informeren in de periodieke voortgangsrapportages over Fit for 55

1-12-2021

Parlementaire agenda [30-11-2021] - Tweeminutendebat Energieraad

Afgedaan met Kamerstuk 22 112, nr. 3701

Bontenbal, H. (CDA)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering daarbij te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om deze rechten uit de markt te halen met inachtneming van de wetsvoorstellen in Fit for 55, inclusief de voorstellen ter herziening van de EU ETS-richtlijn en de regels voor het Market Stability Reserve, en de Tweede Kamer over de uitkomsten in het eerste kwartaal van 2022 te informeren.

14-12-2021

Parlementaire agenda [09-12-2021] - Tweeminutendebat Milieuraad met Stas IenW

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1006

Boucke, R.M. (D66)

Hagen, K.B. (D66)

Grinwis, P.A. (CU)

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Bontenbal, H. (CDA)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering om een onafhankelijk onderzoek uit te zetten naar hoe de leveringszekerheid van gas de komende tien tot vijftien jaar beter geborgd kan worden; verzoekt de regering om naast of bij dit onderzoek ook een analyse naar de benodigde rol van de overheid en overheidsgelieerde bedrijven in de gasmarkt te laten doen; verzoekt de regering dit onderzoek met de inzet van het kabinet qua beleidsopties naar de Kamer te sturen voorafgaand aan het commissie-debat Gasmarkt en leveringszekerheid.

14-12-2021

Parlementaire agenda [09-12-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie

Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 442; Kamerstuk 32 813, nr. 1280 en Kamerstuk 29 023, nr. 446

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering om te bezien of een beleidsdoel voor het volume van industriële elektrificatie in 2030 vastgelegd moet worden; verzoekt de regering de toegankelijkheid en dekking voor elektrificatie in de SDE++ te verbeteren met ondersteuning voor meer draaiuren voor elektrificatieopties op voorwaarde dat (vrijwel geheel) aantoonbaar duurzame elektriciteit wordt ingezet, op een wijze die past binnen het Europese staatssteunkader.

14-12-2021

Parlementaire agenda [09-12-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 869, «Appreciatie van de routekaart elektrificatie industrie» van 19 september 2022

Grinwis, P.A. (CU)

Thijssen, J. (PvdA)

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt het kabinet te onderzoeken of het GvO-systeem kan worden uitgebreid door GvO’s te verstrekken op uur- of kwartierbasis in plaats van enkel op jaarbasis, zodat partijen op basis hiervan PPA’s kunnen afsluiten en zo een impuls aan de verduurzaming van de elektriciteitsmarkt kan worden gegeven; verzoekt de regering te onderzoeken of op het stroometiket van Nederlandse energieleveranciers ook informatie kan worden opgenomen over het land van herkomst van de gebruikte GvO’s, zodat consumenten kunnen zien waar de stroom vandaan komt.

14-12-2021

Parlementaire agenda [09-12-2021] - Debat behandeling Wet implementatie EU richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong

Afgedaan met Kamerstuk 35 814, nr. 17, «Transparantie herkomst garanties van oorsprong voor hernieuwbare energie» van 13 december 2021

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe we geïntegreerde waterstof-productie via wind op zee versneld kunnen uitvoeren en te onderzoeken hoe restricties in de markt, zoals rondom vergunningen, weggenomen kunnen worden met als doel waterstof ook financieel te ondersteunen.

12-4-2022

Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD SDE++ (CD 24/3)

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1272

Raan, L. van (PvdD)

Verzoekt de regering om een importverbod op houtige biomassa uit Rusland.

12-4-2022

Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3)

Onderhanden

Bontenbal, H. (CDA)

Verzoekt de regering in Europa stevig te pleiten voor een andere doelstelling die meer flexibiliteit biedt.

12-4-2022

Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Fit for 55 - CBAM en ETS (CD 27/1)

Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 1012

Lee, T.M.T. van der (GL)

Verzoekt de regering bij de onderhandelingen over RED te pleiten voor sterk aangescherpt toezicht, handhaving en transparantie; verzoekt de regering ervoor te pleiten dat de duurzaamheid van ingezette biomassa voorwaardelijk wordt voor het laten meetellen van het behalen van de doelstelling.

2-11-2021

Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55

Afgedaan met Kamerstuk 22 112, nr. 3521

Dassen, L.A.J.M. (Volt)

Thijssen, J. (PvdA)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering om zich in te spannen om de inkomenspositie van lage en middeninkomensgroepen te beschermen.

2-11-2021

Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55

Afgedaan met Kamerstuk 22 112, nr. 3521

Boucke, R.M. (D66)

Bontenbal, H. (CDA)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering de totale financiële impact van het «Fit for 55»-pakket voor de Nederlandse huishoudens, bedrijven en overheid inzichtelijk te maken, daarbij aan te geven voor welke doeleinden deze middelen ingezet worden, en welke alternatieve inzet mogelijk is om op een kosteneffectieve manier tot 55% te komen.

2-11-2021

Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55

Afgedaan met Kamerstuk 22 112, nr. 3521

Bontenbal, H. (CDA)

Grinwis, P.A. (CU)

Verzoekt de regering om een uitvoerbaarheidstoets uit te voeren voor het gehele «Fit for 55»-pakket en daarbij zowel de voornaamste zorgen per voorstel inzichtelijk te maken, alsook additioneel flankerend beleid in kaart te brengen dat nodig kan zijn om tot een goed uitvoerbaar pakket te komen.

2-11-2021

Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55

Afgedaan met Kamerstuk 22 112, nr. 3521

Erkens, S.P.A. (VVD)

Lee, T.M.T. van der (GL)

Verzoekt de regering te onderzoeken welke mogelijkheden Nederland met andere lidstaten heeft om gezamenlijke projecten die tot CO2-reductie leiden, onder andere maar niet uitsluitend op het gebied van hernieuwbare energie, te starten om de «Fit for 55»-doelen te behalen, en de Kamer over deze uitkomsten te informeren.

2-11-2021

Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55

Afgedaan met Kamerstuk 22 112, nr. 3521

Erkens, S.P.A. (VVD)

Dassen, L.A.J.M. (Volt)

Stoffer, C. (SGP)

Verzoekt de regering om in samenspraak met de planbureaus en het CBS bij beleid en jaarlijkse analyses in het kader van de klimaat- en energietransitie de maatschappelijke en economische effecten voor regio’s inzichtelijk te maken, zodat beleid gevoerd kan worden op het voorkomen van ongewenste ongelijkheden.

2-11-2021

Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55

Onderhanden

Grinwis, P.A. (CU)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering verder uit te werken welke rol negatieve emissies kunnen spelen bij het bereiken van de klimaatdoelstellingen op de lange termijn en daarbij in ieder geval aandacht te besteden aan: – de toegevoegde waarde van een langetermijndoel voor negatieve emissies; – definities van negatieve emissies en meet-, rapportage- en verificatiemethoden; – opties voor het stimuleren van negatieve-emissietechnologieën (binnen en buiten het EU ETS); – erkenning van emissies binnen het EU ETS.

7-6-2022

Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE

Onderhanden

Bontenbal, H. (CDA)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering om voorafgaand aan de COP27 vast te stellen welke klimaatdoelen voor Nederland en de EU in lijn zijn met 1,5 graden opwarming.

7-7-2022

Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Klimaat & Energie (CD 20-4)

Afgedaan met Kamerstuk 31 793, nr. 210

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering zich er in EU-verband voor in te spannen dat dit energiebesparingsdoel bindend wordt en nieuwe afspraken te maken over vraagreductie in de elektriciteitssector.

8-9-2022

Parlementaire agenda [07-09-2022] - Tweeminutendebat Informele Energieraad d.d. 9 september 2022

Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 979

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Lee, T.M.T. van der (GL-PvdA)

Verzoekt de regering de ACM te vragen om de redelijkheid van de tarieven per leverancier versterkt te toetsen.

15-12-2022

Parlementaire agenda [14-12-2022] - Debat Tiende incidentele suppletoire begroting inzake regelingen in verband met hoge Energieprijzen (36 252)

Afgedaan met Kamerstuk 29 515, nr. 488

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Bontenbal, H. (CDA)

Verzoekt de regering een inventarisatie te doen bij de vijf industrieclusters en de grote bedrijven daarin over hun visie op de rol van de SMR’s en hun plannen daarmee.

22-12-2022

Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Kernenergie (CD 13/10)

Onderhanden

Grinwis, P.A. (CU)

Verzoekt de regering in overleg met de gemeente Borsele en de provincie Zeeland en in samenspraak met omwonenden en relevante organisaties en bedrijven te komen tot: - een zorgvuldige landschappelijke en ruimtelijke inpassing van de centrales en bijbehorende energie-infrastructuur; - passend flankerend beleid, waarbij er proportioneel in Zeeland wordt geïnvesteerd;- uitbreiding van het kenniscluster rondom nucleaire energieopwekking in Borssele en omgeving;verzoekt de regering deze afspraken goed te borgen, zodat gemeente, provincie en omwonenden ook in de verdere toekomst kunnen rekenen op uitvoering van wat afgesproken wordt.

22-12-2022

Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Kernenergie (CD 13/10)

Onderhanden

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering om in navolging van Duitsland en Frankrijk een robuust additioneel pakket energiebesparende maatregelen uit te werken en de Kamer hierover begin 2023 te informeren.

22-12-2022

Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid (CD 15/9)

Onderhanden

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Jong, R.H. de (D66)

Verzoekt de regering met verzekeraars om tafel te gaan om te kijken waar de knelpunten zitten en hoe ondernemers geholpen kunnen worden in hun duurzame energieambitie; verzoekt de regering voorts te onderzoeken wat mogelijke oplossingen zijn voor het risico van het opruimen van zonnepaneeldeeltjes die verspreid worden als gevolg van een brand met een zon-PV-systeem, zoals het inrichten van een garantstelingsfonds.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Afgedaan met Kamerstuk 29 515, nr. 488

Rahimi, H. (VVD)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering om de plannen voor wind op zee te beschermen door te sturen op het minstens matchen van de elektriciteitsbehoefte van de industrie met de plannen voor wind op zee, zodat de financiële levensvatbaarheid van wind op zee verzekerd wordt.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 196

Boucke, R.M. (D66)

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering om eisen ten aanzien van circulariteit op te nemen in alle nog uit te schrijven tenders voor wind op zee.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Afgedaan met Kamerstuk 33 561, nr. 59

Hagen, K.B. (D66)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering dat er voor de aanvang van het stookseizoen 2023–2024 bij zo veel mogelijk huishoudens op postcodes waar het risico op energiearmoede het hoogst is, een Fix It-team langsgaat.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Overdragen naar BZK

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Grinwis, P.A. (CU)

Verzoekt de regering in het aangekondigde pakket aanvullende maatregelen komend voorjaar de omslag naar in Nederland geteelde biogrondstoffen in de bouw te versnellen en daartoe een voorstel uit te werken uitgaande van subsidiëring uit het klimaatfonds en normering, bijvoorbeeld door aanpassing van het Bouwbesluit en de daarin vastgelegde bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen ten faveure van biobased bouwen.

29-11-2022

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

Stoffer, C. (SGP)

Verzoekt de regering alvorens een wetsvoorstel in te dienen om het streefdoel voor CO2-reductie in 2030 bindend te maken eerst vast te stellen wat de doelstelling voor 2030 betekent voor het beleid en of het bijbehorende maatregelenpakket sociaal-maatschappelijk aanvaardbaar en systeemtechnisch haalbaar is met behoud van een betrouwbare energievoorziening.

14-2-2023

Parlementaire agenda [08-02-2023] - Debat Implementatie Europese klimaatwet (36 169) re- en dupliek

Onderhanden

Azarkan, F. (DENK)

Verzoekt de regering best practices en knelpunten in beeld te brengen bij deze lokale initiatieven, en deze vervolgens te delen met de decentrale overheden, met als doel de energietransitie te versterken en te verbeteren.

8-3-2022

Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1231

Raan, L. van (PvdD)

Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat de subsidies niet terechtkomen bij partijen die sjoemelen met duurzaamheidscertificering.

15-12-2022

Parlementaire agenda [14-12-2022] - Tweeminutendebat Energieraad (formeel) d.d. 19 december 2022

Onderhanden

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Verzoekt de regering te onderzoeken wat variabele beprijzing bijdraagt aan het dempen van de pieken op het stroomnet, en de Kamer hierover te informeren.

31-1-2023

Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering te onderzoeken hoe bestaand en mogelijk nieuw beleid beter kan stimuleren dat er meer zonnepanelen in Nederland en Europa worden geproduceerd; verzoekt de regering de Kamer hierover te informeren uiterlijk 1 september 2023.

31-1-2023

Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1281

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering inzichtelijk te maken welke (juridische) knelpunten zich voordoen op het gebied van thuis- en buurtopslag en beleidsvoorstellen te doen om deze knelpunten weg te nemen zodat de markt voor opslag beter van de grond kan komen; verzoekt de regering hierbij expliciet te kijken welke stappen er nog nodig zijn op het vlak van veiligheid, innovatie, recycling, ruimtelijke inpassing en opschaling van de productie- en installatiecapaciteit; verzoekt de regering hierbij ook de financiële implicaties weer te geven, en hierover de Kamer te informeren uiterlijk september 2023.

31-1-2023

Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

Grinwis, P.A. (CU)

Leijten, R.M. (SP)

Verzoekt de regering te onderzoeken wat de invloed is geweest van zonnestroom op de algemene consumentenprijs en welk voordeel de energieleveranciers hebben bij het doorverkopen van (goedkope) zonnestroom.

31-1-2023

Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Plas, C.A.M. van der (BBB)

Verzoekt het kabinet een feitelijke onderbouwing te maken van de verwachte dalende prijzen voor zonnepanelen, en de Kamer hier op zo kort mogelijke termijn over te informeren.

31-1-2023

Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest

Afgedaan met Kamerstuk 2023Z19517

Plas, C.A.M. van der (BBB)

Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe ze netbeheerders kunnen ondersteunen op het gebied van netcapaciteit en het netbeheerders mogelijk te maken om tijdig te kunnen voorsorteren op toekomstige capaciteitsbehoeftes.

31-1-2023

Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest

Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 443

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat de investeringen van de netbeheerders in lijn worden gebracht met wat nodig is om deze aangescherpte doelen te halen en de Kamer over de voortgang te informeren; verzoekt de regering tevens het Programma Energiehoofdstructuur (PEH) en andere programma’s op het gebied van netcapaciteit op dit punt te actualiseren.

28-3-2023

Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES (CD 9/3)

Onderhanden

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering om het verplicht plaatsen van zonnepanelen boven grote parkeerterreinen die daarvoor geschikt zijn, rekening houdend met onder andere schaduwwerking en transportcapaciteit op het net, zo spoedig mogelijk op te nemen in wet- en regelgeving, en daarbij 2030 als streefjaar aan te houden; verzoekt de regering om subsidies ook toe te snijden op zonnedaken boven parkeerterreinen en die projecten daarmee aantrekkelijker te maken dan zonprojecten die lager staan in de voorkeursvolgorde zon; verzoekt de regering om via het Nationaal Programma Regionale Energiestrategieën kennis en kunde te delen over zonnedaken boven parkeerterreinen.

18-3-2023

Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Klimaat en Energie (algemeen) (CD 15/2)

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1281

Boulakjar, F. (D66)

Eppink, D.J. (JA21)

Verzoekt de regering de middelen, al dan niet uit het coronaherstelfonds, voor kernenergie open te stellen en ook bedrijven en beleggers aan te sporen tot meer investeringen in deze groene energie.

29-11-2022

[07-07-2022] TMD Eurogroep/Ecofinraad van 11 en 12 juli 2022 (CD 7/7)

Afgedaan met Kamerstuk 32 645 nr. 121

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering de drie pijlers natuurinclusief, nature-based en klimaatpositief nadrukkelijk te verankeren in de transitiepaden als onderdeel van de visie voor het klimaatbeleid na 2030.

27-6-2023

Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 (CD 20/4)

Onderhanden

Boutkan, E. (Volt)

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Grinwis, P.A. (CU)

Verzoekt de regering Gasunie nadrukkelijk de opdracht te geven allereerst te zoeken naar de mogelijkheden om bestaande gasinfrastructuur op zee te hergebruiken alvorens nieuwe gasinfrastructuur te ontwikkelen.

27-6-2023

Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 (CD 20/4)

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1275

Bontenbal, H. (CDA)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering om nog dit jaar een routekaart voor negatieve emissies te ontwikkelen, in samenwerking met de sector en gebaseerd op geverifieerde rekenmodellen, inclusief een beschrijving van het instru-mentarium ter ondersteuning en stimulering van de technologieën die langjarig CO2 uit de atmosfeer verwijderen, zonder een lock-in voor fossiele brandstoffen te creëren.

27-6-2023

Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 (CD 20/4)

Onderhanden

Bontenbal, H. (CDA)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering om een programma-aanpak langs de volgende lijnen uit te werken, de Kamer hierover uiterlijk te informeren in Q4 2023 en te beginnen met de uitvoering in 2024: • het koppelen van SMR-ontwikkelaars en de Nederlandse maakindustrie; • het ondersteunen van provincies die mogelijk geïnteresseerd zijn in SMR’s in hun verkenningen middels een gestandaardiseerde aanpak; • het gericht bijdragen aan onderzoek naar Generatie IV-SMRontwerpen, waar dit een win-win oplevert voor de brede nucleaire kennis- en waardeketen.

27-6-2023

Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket

Onderhanden

Bontenbal, H. (CDA)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering ook de biodiversiteitseffecten van het nieuwe klimaatpakket inzichtelijk te maken.

27-6-2023

Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket

Onderhanden

Teunissen, Ch. (PvdD)

Boutkan, E. (Volt)

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Plas, C.A.M. van der (BBB)

Verzoekt het kabinet prioriteit te geven aan het slimmer maken van het net door netbeheerders te verplichten metingen uit te laten voeren, knelpunten in wet- en regelgeving hiervoor weg te nemen en de netbeheerders dit jaar nog te laten rapporteren over hoe meer inzicht in de netten door middel van metingen gerealiseerd kan worden en welke investeringen ervoor nodig zijn om dit landelijk uit te rollen.

27-6-2023

Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket

Afgedaan met Kamerstuk Kamerstuk 29 023, nr. 458

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat huishoudens in energiearmoede geen negatieve gevolgen ondervinden van de aanpassing van de energiebelasting, dan wel hen hiervoor te compenseren.

27-6-2023

Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket

Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 459

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering het burgerberaad eerder in te plannen zodat de aanbevelingen zorgvuldig overgenomen kunnen worden.

6-7-2023

Parlementaire agenda [06-07-2023] - TMD Nationaal burgerforum klimaat- en energiebeleid (CD 28/6)

Onderhanden

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering te monitoren waar burgers en bedrijven tegen aanlopen bij het indienen van een subsidieaanvraag alsook waar op dit moment het overzicht van subsidieregelingen gebrekkig is; verzoekt de regering de uitkomsten van deze monitor te betrekken bij het opzetten van nieuwe regelingen onder andere gefinancierd uit het Klimaatfonds, om zo aan de voorkant al te zorgen voor eenvoudigere aanvraagtrajecten.

6-7-2023

Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274)

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1291

Boucke, R.M. (D66)

Boucke, R.M. (D66)

Verzoekt de regering om te regelen dat de fondsbeheerder betrokken blijft bij de uitwerking van toegekende maatregelen en te verzekeren dat aan de gestelde beoordelingscriteria blijft worden voldaan.

6-7-2023

Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274)

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1291

Stoffer, C. (SGP)

Verzoekt de regering om in het jaarlijkse Meerjarenprogramma Klimaatfonds dan wel in de jaarlijkse Klimaatnota overzicht te bieden, samenhang aan te brengen en in te zetten op synergie tussen alle ingezette relevante sporen, programma’s en financiële arrangementen, waardoor de Kamer haar controlerende taak en budgetrecht beter kan uitoefenen.

6-7-2023

Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274)

Onderhanden

Grinwis, P.A. (CU)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering om, met inachtneming van de reflectie van experts over de sociaaleconomische gevolgen, bij het Meerjarenprogramma 2024 de klimaattransitie rechtvaardig vorm te geven, met daarbij speciale aandacht voor: - een betaalbare energierekening; - eerlijke verdeling van subsidie tussen lage en hoge inkomens;- omscholing van werknemers en toeleiding naar nieuw werk; -de vervuiler betaalt.

6-7-2023

Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274)

Onderhanden

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering in regelingen gericht op de ombouw van industrie, zoals beschreven in perceel 5 (NIKI en maatwerk) als voorwaarde op te nemen een route naar klimaatneutraliteit van het bedrijf die in lijn is met de doelstellingen van de Klimaatwet, of hogere doelstellingen in het recht van de Europese Unie; verzoekt de regering om als ontvangers van subsidie niet aan de subsidieverplichting blijken te voldoen, de subsidie terug te vorderen.

6-7-2023

Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274)

Onderhanden

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering om zich stevig in te spannen om in de EZK-begroting 2024 een post op te nemen voor een kwaliteitsbudget voor projecten voor hernieuwbare energie; verzoekt de regering om de nodige voorbereidingen te treffen zodat dit budget zo snel als mogelijk ingezet kan worden.

20-6-2023

Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering om in kaart te brengen in welke sectoren, product-groepen en diensten nog geen sprake is van echte prijzen; verzoekt de regering om te onderzoeken hoe consumenten meer inzicht kunnen krijgen in de echte prijzen van producten en om te onderzoeken met welke instrumenten de overheid kan bijdragen aan het tot stand brengen van een systeem van echte prijzen, en de Kamer hierover in het voorjaar van 2024 te informeren.

27-6-2023

Parlementaire agenda [20-06-2023] - Debat over het aanvullend Klimaatpakket

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

Grinwis, P.A. (CU)

Bontenbal, H. (CDA)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering scenario’s op te stellen voor het afbouwen van de verschillende fossiele subsidies (op de termijn van 2, 5 en 7 jaar), waarbij per regeling ook wordt aangegeven op welke manier eventuele negatieve effecten kunnen worden gemitigeerd, en eventuele nationale maatregelen worden geschetst voor als fossiele subsidie in Europees verband vast liggen, en hierbij ook de positieve impact op innovatieve, circulaire bedrijvigheid mee te nemen en deze voor het kerstreces met de Kamer te delen.

10-10-2023

Parlementaire agenda [05-10-2023] - TMD Klimaat en energie (algemeen) (CD 27/9)

Onderhanden

Teunissen, Ch. (PvdD)

Boucke, R.M. (D66)

Nijboer, H. (GL-PvdA)

Verzoekt het kabinet woonwijken en gebouwen van maatschappelijk nut te prioriteren boven andere gebruikers van netaansluitingen.

26-9-2023

Parlementaire agenda [13-09-2023] - TMD Woningbouwopgave en Koopsector

Onderhanden

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering te onderzoeken of de voorwaarden van de SCE kunnen worden verruimd naar een geïnstalleerd vermogen of maximale vraag tot 6 MW voor zonne-energieprojecten en tot maximaal 18 MW voor windenergieprojecten.

17-10-2023

Parlementaire agenda [05-10-2023] - TMD Klimaat en energie (algemeen) (CD 27/9)

Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 385

Boucke, R.M. (D66)

Grinwis, P.A. (CU)

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering in het bouwstenendocument voor de formatie expliciet aandacht te besteden aan mogelijke weglekeffecten, de impact op een gelijk speelveld en onze economie, en de effectiviteit van al bestaand klimaatbeleid zoals het ETS.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Boswijk, D.G. (CDA)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt het kabinet om actief te sturen op het versterken van de decentrale opwek, waarbij de mogelijkheden voor burgers om zelf of samen energie op te wekken, te delen en op te slaan, worden vergroot.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Eppink, D.J. (JA21)

Verzoekt de regering om te kijken hoe het kernenergietraject en de stappen die nodig zijn om uiteindelijk centrales te kunnen bouwen, versneld kunnen worden.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Eppink, D.J. (JA21)

Verzoekt de regering om een overzicht naar de Kamer te sturen over de omvang van de middelen uit het Klimaatfonds die bestemd zijn voor het verduurzamen van het mkb, het klein mkb en huishoudens, en hierbij ook aan te geven of de middelen in verhouding staan tot de eisen; verzoekt de regering om deze regelingen simpeler en meer toegankelijk te maken.

17-10-2023

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Erkens, S.P.A. (VVD); Bontenbal, H. (CDA)

Verzoekt de regering een robuuste impactanalyse op te stellen waarbij het Ministerie van Financiën en het Ministerie van EZK samen optrekken, ook ten aanzien van de externe partijen die worden ingeschakeld.

30-5-2023

Parlementaire agenda [25-05-2023] - TMD Verduurzaming Industrie

Onderhanden

Erkens, S.P.A. (VVD); Bontenbal, H. (CDA)

Verzoekt de regering zich stevig in te spannen voor een directe verbinding van de DRC met industriecluster Chemelot in Limburg ten aanzien van de waterstof- en CO2-leidingen, en waar mogelijk ook de productleidingen, in de eerste fase van de DRC.

30-5-2023

Parlementaire agenda [25-05-2023] - TMD Verduurzaming Industrie

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66); Grinwis, P.A. (CU); Bontenbal, H. (CDA)

Verzoekt de regering in de lopende verkenningsfase koppelkansen zo veel mogelijk te inventariseren en, waar kansrijk, mee te nemen in de planuitwerking; verzoekt de regering tevens zich in te spannen om zo snel mogelijk duidelijk commitment te krijgen van bedrijven wat betreft het transport en de afname van groene waterstof.

30-5-2023

Parlementaire agenda [25-05-2023] - TMD Verduurzaming Industrie

Onderhanden

Tabel 92 Stand van zaken moties Minister voor Klimaat en Energie parlementair jaar 2022–2023 (Eerste Kamer)

Indieners

Omschrijving

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Gerkens, A.M.V. (SP)

Roept de regering op bij het vaststellen van beleid voor het wegwerken van capaciteitstekorten en van andere klimaatmaatregelen niet te rekenen met grootschalig laagwaardig gebruik van houtige biomassastromen, waarbij onduidelijkheid is over de daadwerkelijke bijdrage aan de reductie van nationale en Europese CO2-emissies.

6-7-2021

Parlementaire agenda [29-06-2021] - Debat Verbod op kolen i.v.m. beperking CO2

Onderhanden

Dijk, mr. D.J.H. van (SGP)

Schalk, P. (SGP)

Baay-Timmerman, mr. M.H.H. (50PLUS)

Crone, drs. F.J.M. (GL-PvdA)

Kluit, drs. S.M. (GL-PvdA)

Linden, L.P. van der (FVD)

Prast, H.M.. (PvdD)

Tabel 93 Stand van zaken moties Staatssecretaris Mijnbouw parlementair jaar 2022–2023 (Tweede Kamer)

Indieners

Omschrijving

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering, om NAM te verzoeken om in 2021 de evaluatie door een onafhankelijke organisatie uit te voeren om te onderzoeken in hoeverre afvalwaterinjectie nog de meest geschikte verwerkingsmethode is en of in de afgelopen jaren serieus is gekeken naar de alternatieven; verzoekt de regering voorts, deze evaluatie te beoordelen en daarbij SodM te betrekken; verzoekt de regering tevens, deze evaluatie onafhankelijk te laten toetsen waarbij ook gekeken wordt naar welke andere opties voor afvalwaterzuiveringsvarianten er mogelijk zijn en wat hiervan de effecten op het milieu, bodemdaling en de kosten per optie zijn.

2-6-2020

Parlementaire agenda [27-05-2020] - Notaoverleg Mijnbouw Groningen

Onderhanden

Lee, T.M.T. van der (GL-PvdA)

Verzoekt de regering, deze inzagetermijn te verlengen of naar een later moment te verplaatsen.

2-7-2020

Parlementaire agenda [02-07-2020] - VAO Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

Nijboer, H. (GL-PvdA)

Spreekt uit dat de waardevermeerderingsregeling moet blijven bestaan.

16-12-2021

Parlementaire agenda [15-12-2021] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 9/12)

Voor kennisgeving aangenomen

Beckerman, S.M. (SP)

Plas, C.A.M. van der (BBB)

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering zo snel mogelijk een besluit te nemen over een alternatieve wijze van verwerking van het afvalwater; verzoekt de regering om de afvalwaterinjectie, in afwachting van een besluit naar aanleiding van de evaluatie over de verwerking van afvalwater uit Schoonebeek, per direct op te schorten.

16-12-2021

Parlementaire agenda [15-12-2021] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 9/12)

Onderhanden

Boucke, R.M. (D66)

Grinwis, P.A. (CU)

Wijngaarden, J. van (VVD)

Verzoekt het kabinet in gesprekken met de NAM geen onomkeerbare stappen te zetten en de Kamer nauwgezet te informeren over hoe deze gesprekken verlopen; verzoekt het kabinet terughoudendheid te betrachten met het delen van informatie die de rechtspositie van de Staat ten opzichte van de NAM kan verzwakken.

15-2-2022

Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen

Onderhanden

Boulakjar, F. (D66)

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering een circulair alternatief voor afvalwaterinjectie als voorkeursalternatief mee te nemen in de evaluatie en met spoed verder te uit te werken, daarbij ook draagvlak in de betrokken regio’s mee te nemen, zodat nog voor de zomer in overleg met de NAM afspraken kunnen worden gemaakt waarin ook een einddatum voor afvalwaterinjectie naar voren komt.

15-2-2022

Parlementaire agenda [09-02-2022] - Debat Groningen

Onderhanden

Boulakjar, F. (D66)

Beckerman, S.M. (SP)

Verzoekt de regering de mogelijkheden van een garantiefonds te onderzoeken, waaraan bedrijven meebetalen en dat ingezet kan worden bij een faillissement van een geothermiebedrijf.

22-2-2022

Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Onderhanden

Groot, T.C. de (D66)

Verzoekt de regering geen nieuwe vergunning af te geven voor gaswinning onder de Waddenzee.

22-2-2022

Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Onderhanden

Boulakjar, F. (D66)

Grinwis, P.A. (CU)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Spreekt uit dat het wenselijk is dat de oliewinning en afvalwaterinjectie onder verscherpt toezicht staan.

19-4-2022

Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente

Voor kennisgeving aangenomen

Beckerman, S.M. (SP)

Boulakjar, F. (D66)

Omtzigt, P.H. (Omtzigt)

Beckerman, S.M. (SP)

Verzoekt de regering te borgen dat Drenthe doorslaggevende zeggenschap moet krijgen.

19-4-2022

Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente

Onderhanden

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering de oliewinning in Schoonebeek mee te nemen in de energiebesparingsplannen van het kabinet; verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat in de op te stellen MKBA over de oliewinning in Schoonebeek en de beleidsuitgangspunten in het afwegingskader de recente ontwikkelingen rondom gas en de situatie in Oekraïne mee worden genomen.

19-4-2022

Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente

Onderhanden

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering de afvalwaterinjectie in Twente dit jaar te beëindigen en de Kamer actief te informeren over de stappen die daartoe worden gezet, zodat de Kamer te allen tijde de mogelijkheid heeft om een behandelvoorbehoud te maken.

19-4-2022

Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente

Onderhanden

Segers, G.J.M. (CU)

Wijngaarden, J. van (VVD)

Boulakjar, F. (D66)

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering uiterlijk begin 2024 een circulair en schoner proces in Drenthe te hebben of anders te stoppen met afvalwaterinjectie en daarmee de oliewinning in Schoonebeek; verzoekt de regering tevens met SodM in contact te treden over het blijvend toepassen van het verscherpt toezicht bij de verwerking van het afvalwater.

19-4-2022

Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente

Onderhanden

Segers, G.J.M. (CU)

Wijngaarden, J. van (VVD)

Boulakjar, F. (D66)

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering om in gesprek te gaan met de NAM over een zo snel mogelijke definitieve ontmanteling van de injectieputten die niet meer in gebruik zijn; verzoekt de regering de Kamer hierover uiterlijk eind juni nader te informeren.

19-4-2022

Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente

Onderhanden

Boulakjar, F. (D66)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering het advies van PBL op dit punt in zijn geheel over te nemen en een levensduur van 30 jaar te hanteren bij geothermieprojecten.

12-4-2022

Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD SDE++ (CD 24/3)

Onderhanden

Grinwis, P.A. (CU)

Kops, A. (PVV)

Verzoekt de regering over deze plannen met Nogepa in gesprek te gaan en ervoor te zorgen dat de gasproductie zo snel mogelijk wordt opgeschroefd.

12-4-2022

Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3)

Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1174

Kops, A. (PVV)

Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat deze vergunningprocedures substantieel worden verkort en tot die tijd bestaande termijnen niet worden overschreden.

12-4-2022

Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3)

Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 158 en Kamerstuk 33 529, nr. 1174

Erkens, S.P.A. (VVD)

Verzoekt de regering om samen met de sector een ambitieus doel voor 2025 op te stellen voor gaswinning op de Noordzee.

12-4-2022

Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3)

Onderhanden

Bontenbal, H. (CDA)

Haga, W.R. van (Groep Van Haga)

Verzoekt de regering in te zetten op versnelling van lopende en in de toekomst startende procedures voor de winning van aardgas uit kleine velden op land en daarvoor met een plan te komen.

12-4-2022

Parlementaire agenda [06-04-2022] - TMD Leveringszekerheid van aardgas (CD 22/3)

Afgedaan met Kamerstuk 32 849, nr. 214

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering alle juridische mogelijkheden om de activiteiten van Gazprom in Nederland te stoppen in kaart te brengen, inclusief de mogelijke kosten, en dit overzicht naar de Kamer te sturen.

17-5-2022

Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3)

Onderhanden

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering hierover in gesprek te gaan met Nobian, en het verplichten van een extern opruimfonds mee te nemen in de aanstaande wijziging van de Mijnbouwwet.

17-5-2022

Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3)

Onderhanden

Segers, G.J.M. (CU)

Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe deze mensen aan de hand genomen kunnen worden en om het idee van een buurtbus hierin mee te nemen.

17-5-2022

Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3)

Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1067

Wijngaarden, J. van (VVD)

Boulakjar, F. (D66)

Raan, L. van (PvdD)

Verzoekt de regering om zich in te zetten voor het beëindigen van schadelijke extractieve industriële activiteiten in beschermde Europese zeegebieden.

17-5-2022

Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3)

Onderhanden

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt het kabinet te identificeren welke mogelijkheden de Nederlandse wetgeving biedt om Russische bedrijven, ook als onderdeel van consortia of joint ventures, uit te sluiten van nieuwe gaswinningsprojecten op de Noordzee; verzoekt het kabinet, als dat nu nog niet het geval is, op korte termijn met een voorstel te komen om deze wettelijke mogelijkheid alsnog te creëren.

17-5-2022

Parlementaire agenda [11-05-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 30/3)

Onderhanden

Segers, G.J.M. (CU)

Wijngaarden, J. van (VVD)

Boulakjar, F. (D66)

Kops, A. (PVV)

Verzoekt het kabinet het advies van de Mijnraad te volgen en de gasopslagen maximaal te vullen.

7-7-2022

Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid

Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 339

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering alle juridische mogelijkheden te onderzoeken om Gazprom uit het Nederlandse energiesysteem te weren en hierbij de randen op te zoeken van wat juridisch mogelijk is.

7-7-2022

Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid

Afgedaan met vertrouwlijke Kamerbrief

Erkens, S.P.A. (VVD)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering opties uit te werken hoe het aandeel van Gazprom in Bergermeer kan worden verminderd, rekening houdend met de financiële en juridische gevolgen; verzoekt de regering te onderzoeken hoe de betrokkenheid en zeggenschap van de rijksoverheid van de Nederlandse gasopslagen kan worden vergroot.

7-7-2022

Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Gasmarkt en Leveringszekerheid

Afgedaan met vertrouwlijke Kamerbrief

Raan, L. van (PvdD)

Boucke, R.M. (D66)

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Nijboer, H. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering alle noodzakelijke stappen hiervoor te zetten, en de Kamer direct na het zomerreces te informeren over de stand van zaken alsmede de eventuele financiële gevolgen.

7-7-2022

Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

Beckerman, S.M. (SP)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering een wetenschappelijk onderbouwd afbouwpad voor fossiele winning vast te stellen voor bestaande en eventuele nieuwe vergunningen in lijn met het doel om temperatuurstijging tot 1,5 graden te beperken, en dit voor de begrotingsbehandeling EZK met de Kamer te delen.

7-7-2022

Parlementaire agenda [06-07-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

Thijssen, J. (GL-PvdA)

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt het kabinet om na de parlementaire behandeling van het rapport van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen een Conferentie voor het Noorden in Groningen te beleggen teneinde deze langetermijninvesteringsagenda op te stellen.

13-12-2022

Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen

Onderhanden

Segers, G.J.M. (CU)

Wijngaarden, J. van (VVD)

Boulakjar, F. (D66)

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering een voorstel te doen voor het beter verdelen van de lasten en de lusten in de betrokken regio’s van de gaswinning op land; verzoekt de regering daaraan de voorwaarde te verbinden dat de inkomsten worden besteed aan verduurzaming en de energietransitie.

13-12-2022

Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen

Onderhanden

Segers, G.J.M. (CU)

Nijboer, H. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering te inventariseren hoe groot dit probleem is, en de Kamer daarover in het eerste kwartaal van 2023 te informeren.

13-12-2022

Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen

Onderhanden

Beckerman, S.M. (SP)

Beckerman, S.M. (SP)

Verzoekt de regering de databescherming van IMG te laten doorlichten en de Kamer daarover in het voorjaar te informeren.

22-12-2022

Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 30/6)

Onderhanden

Wijngaarden, J. van (VVD)

Verzoekt de regering in gesprek te gaan met de NAM om deze elektrische boilers gerealiseerd te krijgen.

28-3-2023

Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1269

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering in overleg te gaan met provincies en gemeenten om zo spoedig mogelijk te kunnen komen tot een concreet en gedragen voorstel voor het beter verdelen van de lusten en lasten van mijnbouwactiviteiten tussen Rijk en regio.

11-4-2023

Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet

Onderhanden

Wijngaarden, J. van (VVD)

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering om uiterlijk medio 2023 in samenwerking met de regio een regeling te ontwikkelen voor het afhandelen van mijnbouw-schade in Limburg en daarbij te proberen zo dicht mogelijk te blijven bij de bestaande regionale aanpak.

11-4-2023

Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet

Afgedaan met Kamerstuk 32 849, nr. 238

Beckerman, S.M. (SP)

Beckerman, S.M. (SP)

Verzoekt de regering ook bij de actualisatie van de vergunningen voor de OSF en de injectielocatie het nee-tenzijprincipe leidend te laten zijn en een maatschappelijke dialoog te organiseren, waarmee omwonenden zeggenschap krijgen.

11-4-2023

Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet

Onderhanden

Beckerman, S.M. (SP)

Verzoekt de regering ook bij zoutwinning het nee-tenzijprincipe leidend te laten zijn en een maatschappelijke dialoog te organiseren waarmee omwonenden zeggenschap krijgen over het wel of niet doorgaan van plannen, waaronder bij de nieuwe plannen voor zoutwinning in Winschoten.

11-4-2023

Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet

Onderhanden

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt het kabinet om het afbouwpad voor fossiele winning uit zowel bestaande als nieuwe winning in lijn te brengen met de plannen voor een CO2-vrij energiesysteem.

11-4-2023

Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet

Onderhanden

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering in de Mijnbouwwet vast te leggen dat vergunningen iedere aantal jaar getoetst worden op het noodzakelijke afbouwpad voor fossiele winning.

11-4-2023

Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet

Onderhanden

Wijngaarden, J. van (VVD)

Verzoekt de regering mijnbouw van aardmetalen op te nemen in de verdere uitwerking van de aanpassing van de Mijnbouwwet.

11-4-2023

Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet

Onderhanden

Wijngaarden, J. van (VVD)

Verzoekt de regering onderzoek te doen naar mogelijkheden voor mijnbouw van duurzame aardmetalen in Nederland.

11-4-2023

Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet

Onderhanden

Boulakjar, F. (D66)

Verzoekt de regering om in kaart te brengen welke kennis en opleidingen nodig zijn voor het veilig en duurzaam uitvoeren van toekomstige mijnbouwactiviteiten, en of deze in voldoende mate aanwezig is/zijn in Nederland en specifiek bij de toezichthouders; verzoekt de regering om in nationaal en Europees verband in te zetten op kennisontwikkeling op het gebied van de mijnbouwactiviteiten van de toekomst.

11-4-2023

Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet

Onderhanden

Nijboer, H. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering er op toe te zien dat bij de overdracht van vergunningen van NAM aan een opvolger de verkoop alleen wordt toegestaan als SodM en EBN betrokken zijn bij het toetsen van de nieuwe eigenaar en de regering er via de verantwoordelijkheidszin op toeziet dat nieuwe partij een valide partij is.

9-5-2023

Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Klaver, J.F. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering in de wet Groningen deze generatielange inzet te borgen, door vast te leggen: • dat er een meer dan generatielange verantwoordelijkheid bestaat; • dat koste wat kost alles wordt gedaan om ervoor te zorgen dat alle schade wordt vergoed en iedereen een veilig huis heeft, ongeacht hoelang dat noodzakelijk is, en dat in de aanpak hiervan de bewoners centraal staan; • dat hierbij geen financiële limiet vooraf wordt gesteld aan de beschikbare middelen en de kosten voor de schade- en hersteloperatie ook in de toekomst buiten het begrotingskader worden gehouden; • dat indicatoren en doelstellingen voor brede welvaart die al zijn vastgelegd in het Nationaal Programma Groningen worden gehanteerd als ondergrens voor de doelen die in overleg met de regio worden vastgesteld; • dat de doelen uit het Nationaal Programma Groningen dienen te worden gehaald zodat het welvaartsniveau van Groningen omhoog wordt getrokken naar dat van de rest van Nederland; • over welke hoofddoelen door het kabinet in de Staat van Groningen verantwoording wordt afgelegd.

13-6-2023

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Onderhanden

Nijboer, H. (GL-PvdA)

Wijngaarden, J. van (VVD)

Teunissen, Ch. (PvdD)

Bikker, M.H. (CU)

Boulakjar, F. (D66)

Plas, C.A.M. van der (BBB)

Boutkan, E. (Volt)

Vedder, E.C. (CDA)

Klaver, J.F. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering samen met de regio te verkennen hoe te realiseren dat de opbrengsten van deze projecten niet alleen privaat zijn maar ook publiek, en bij de regio terechtkomen.

13-6-2023

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Afgedaan met Kamerstuk 2024D01637

Nijboer, H. (GL-PvdA)

Klaver, J.F. (GL-PvdA)

Verzoekt het kabinet de voorgestelde regelingen te vereenvoudigen, aantrekkelijker te maken en het doel te stellen en de medeverantwoordelijkheid te dragen dat de energierekeningen in het Noorden het laagst worden in Nederland.

13-6-2023

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Onderhanden

Nijboer, H. (GL-PvdA)

Beckerman, S.M. (SP)

Stoffer, C. (SGP)

Teunissen, Ch. (PvdD)

Plas, C.A.M. van der (BBB)

Boutkan, E. (Volt)

Wijngaarden, J. van (VVD)

Over het voorop stellen van de veiligheid en gezondheid van de Groningers. Verzoekt de regering daartoe alles in het werk te stellen.

13-6-2023

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Onderhanden

Stoffer, C. (SGP)

Bikker, M.H. (CU)

Boulakjar, F. (D66)

Vedder, E.C. (CDA)

Wijngaarden, J. van (VVD)

Verzoekt de regering binnen dit programma nadrukkelijk aandacht te besteden aan het borgen van de aspecten omgevings)veiligheid, gezondheid en leefbaarheid; verzoekt de regering de Kamer in de Staat van Groningen periodiek te informeren over de voortgang van dit traject, met name op voornoemde punten.

13-6-2023

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Onderhanden

Stoffer, C. (SGP)

Bikker, M.H. (CU)

Boulakjar, F. (D66)

Verzoekt de regering om in overleg met jongeren minimaal 1% van de beschikbare middelen specifiek te laten begroten door jeugd en jongeren.

13-6-2023

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Onderhanden

Bikker, M.H. (CU)

Boulakjar, F. (D66)

Verzoekt de regering deze van-deur-tot-deuraanpak in Groningen maximaal te ondersteunen en belemmeringen weg te nemen.

13-6-2023

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Onderhanden

Bikker, M.H. (CU)

Wijngaarden, J. van (VVD)

Verzoekt de regering het enquêterapport en de kabinetsreactie Nij Begun zwaar te laten wegen bij het maken van een definitieve investeringsbeslissing voor de Lelylijn en de Nedersaksenlijn en de MIRT-systematiek zo veel als mogelijk te verkorten.

13-6-2023

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Onderhanden

Vedder, E.C. (CDA)

Klaver, J.F. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering in ieder geval de (sociale) doelen uit het NPG als ondergrens op te nemen in de sociale agenda.

13-6-2023

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Onderhanden

Nijboer, H. (GL-PvdA)

Stoffer, C. (SGP)

Bikker, M.H. (CU)

Boulakjar, F. (D66)

Vedder, E.C. (CDA)

Wijngaarden, J. van (VVD)

Verzoekt de regering om het IMG een streefdoel op te leggen voor overheadkosten en dit vast te leggen in de Staat van Groningen met als doel zo snel mogelijk minimaal een halvering.

13-6-2023

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Onderhanden

Stoffer, C. (SGP)

Nijboer, H. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering bewoners die eigen geld hebben moeten inzetten schadeloos te stellen; verzoekt de regering een meldpunt voor gedupeerden die zelf geld hebben moeten inzetten, te laten openen.

6-7-2023

Parlementaire agenda [05-07-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

Beckerman, S.M. (SP)

Kröger, S.C. (GL-PvdA)

Verzoekt de Staatssecretaris het besluit tot uitstel terug te trekken conform de eerder aangenomen moties en uitspraken van de Staatssecretaris, en NAM te verplichten een verwijderingsplan voor alle (voormalige) injectieputten in Twente in te dienen.

6-7-2023

Parlementaire agenda [05-07-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

Boulakjar, F. (D66)

Verzoekt de regering om het besluit over de gaswinning bij Ternaard uit te stellen tot na de UNESCO-vergadering van september en bij het komen tot een besluit de meest recente studie over zeespiegelstijging te gebruiken.

6-7-2023

Parlementaire agenda [05-07-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

Nijboer, H. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering te komen tot een gelijkwaardige uitkomst via een echte deur-tot-deuraanpak waarbij woningen heel, veilig en duurzaam worden, en onterecht afgewezen schades, zoals B- en C-schades van de NAM, alsnog te vergoeden.

24-10-2023

Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen

Onderhanden

Beckerman, S.M. (SP)

Nijboer, H. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering gedupeerden die eigen geld hebben moeten inleggen, schadeloos te stellen, gedupeerden die nog vastzitten extra financieel te ondersteunen, en voor de verkiezingen met gedupeerden uit deze batch in gesprek te gaan.

24-10-2023

Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen

Onderhanden

Beckerman, S.M. (SP)

Nijboer, H. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering nog dit jaar te komen tot compensatie van de waardedaling voor ondernemers.

24-10-2023

Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen

Onderhanden

Beckerman, S.M. (SP)

Boulakjar, F. (D66)

Verzoekt de regering om bij de participatietrajecten binnen de dorpen-aanpak alle dorpsbewoners de mogelijkheid te geven om te participeren.

24-10-2023

Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen

Onderhanden

Boulakjar, F. (D66)

Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe sociale projecten binnen het Nationaal Programma Groningen zo veel mogelijk structureel gefinancierd kunnen worden, en de Kamer over de uitkomsten daarvan te informeren.

24-10-2023

Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen

Onderhanden

Boulakjar, F. (D66)

Verzoekt de regering om kennis op het gebied van aardgasvrij maken van woningen zo veel mogelijk bij elkaar te brengen en daarmee een expertisecentrum op het gebied van het aardgasvrij maken op te zetten in Groningen.

24-10-2023

Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen

Onderhanden

Boulakjar, F. (D66)

Verzoekt de regering de mogelijkheden voor financiering en uitvoering van het aardgasvrij-gereed maken van de woningen in het aardbevingsgebied in kaart te brengen; verzoekt de regering de mogelijkheden in kaart te brengen om te komen tot een (verplichte) bijdrage hiervoor vanuit de NAM; verzoekt de regering in beeld te brengen welke overlap er met andere rijksmiddelen bedoeld voor isolatie/verduurzaming bestaat.

24-10-2023

Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen

Onderhanden

Vedder, E.C. (CDA)

Drost, N. (CU)

Verzoekt de regering de voorgestelde gebiedsgerichte deur-tot-deuraanpak te verwerken in de voorgestelde versterkingsaanpak uit Nij begun, en de Kamer hierover zo spoedig mogelijk te informeren.

24-10-2023

Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen

Onderhanden

Wijngaarden, J. van (VVD)

Verzoekt de regering vormen van benefit sharing uit te werken en de uitkomsten te betrekken bij de aangekondigde herziening van de Mijnbouwwet.

24-10-2023

Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen

Afgedaan met Kamerstuk 32 849, nr. 229

Boulakjar, F. (D66)

Wijngaarden, J. van (VVD)

Verzoekt de regering vormen van benefit sharing uit te werken en de uitkomsten te betrekken bij de aangekondigde herziening van de Mijnbouwwet.

24-10-2023

Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen

Afgedaan met Kamerstuk 32 849, nr. 229

Nijboer, H. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering de problemen niet te verplaatsen maar te helpen oplossen door de problemen, met huurders en anderen, te inventariseren en de corporaties waar nodig financieel te ondersteunen.

24-10-2023

Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen

Onderhanden

Beckerman, S.M. (SP)

Boulakjar, F. (D66)

Nijboer, H. (GL-PvdA)

Verzoekt de regering de waardevermeerderingsregeling open te laten staan tot februari 2025, en ondernemers, kerken en andere maatschappelijke instellingen ook in aanmerking te laten komen.

24-10-2023

Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen

Onderhanden

Beckerman, S.M. (SP)

Stoffer, C. (SGP)

Verzoekt de regering dit bedrag jaarlijks volledig te indexeren, ook als vanwege bezuinigingen elders in de rijksbegroting onverhoopt niet wordt geïndexeerd, en dit te borgen in de Groningenwet.

20-6-2023

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Onderhanden

Bikker, M.H. (CU)

Boulakjar, F. (D66)

Vedder, E.C. (CDA)

Leegte, R.W. (VVD)

Verzoekt de regering: -in de verdere uitwerking van de zesde variant voor de locatie N33 in overleg met de provincie Groningen eventuele hinder en schade voor bewoners zo veel mogelijk te voorkomen en te beperken; -in de verdere uitwerking van het plangebied Veenkoloniën, conform de eerder door de Kamer aangenomen motie, zo veel mogelijk rekening te houden met de door de provincie Drenthe vastgestelde gebiedsvisie en bij de verdere uitwerking daarvan in te zetten op het voorkomen en beperken van eventuele hinder en schade voor de bewoners in de bovengenoemde woonkernen.

27-11-2014

Parlementaire agenda [27-11-2014] - Heropening WGO Energie

Afgedaan met Kamerstuk 34 682, nr. 178

Vos, Jan C. (PvdA)

Vries, A. de (PvdA)

Vos, Jan C. (PvdA)

Verzoekt de regering om, in de nieuwe Omgevingswet een nieuw schadevergoedingsartikel op te nemen, teneinde een meer realistische schadevergoeding van de waardevermindering te bewerkstelligen.

22-11-2016

 

Niet langer relevant; een schadevergoedingsartikel is opgenomen in de Omgevingswet die per 1 januari 2024 in werking is getreden

Smaling, E.M.A. (SP)

Lee, T.M.T. van der (GL)

Verzoekt de regering, de kansen inzichtelijk te maken die verduurzaming van (individuele) grootgebruikers mogelijk maken, zonder de snelheid en doelgerichtheid van het traject te verstoren.

12-6-2018

Parlementaire agenda [07-06-2018] - Debat Groningen

Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 536

Beckerman, S.M. (SP)

Raan, L. van (PvdD)

Wassenberg, F.P. (PvdD)

Dik-Faber, R.K. (CU)

Verzoekt de regering, een plan te maken om de monitoring van oude olie- en gaswinningsputten en het dichten van eventuele lekken te verbeteren, en de Kamer hierover zo spoedig mogelijk te informeren.

5-3-2019

Parlementaire agenda [20-02-2019] - VAO Mijnbouw

Afgedaan met Kamerstuk 32 849, nr. 190

Mulder, A.H. (CDA)

Nijboer, H. (PvdA)

Yesilgöz-Zegerius, D. (VVD)

Lee, T.M.T. van der (GL)

Beckerman, S.M. (SP)

Wassenberg, F.P. (PvdD)

Sienot, M.F. (D66)

Dik-Faber, R.K. (CU)

Verzoekt de regering om, bij de gaswinning in het Steenwijkerland een bouwkundige vooropname uit te laten voeren door een onafhankelijke partij in overleg met de inwoners; verzoekt de regering tevens, om het KNMI-meetsysteem uit te laten breiden met een grondversnellingsmeter en zorg te dragen dat dit meetsysteem in te zien is voor de inwoners; verzoekt de regering voorts, om SodM te vragen proactief gebruik te maken van hun toezichtstaken op kleine gasvelden zoals Steenwijkerland.

5-3-2019

Parlementaire agenda [20-02-2019] - VAO Mijnbouw

Afgedaan; de metingen worden uitgevoerd door KNMI en zijn publiek beschikbaar

Mulder, A.H. (CDA)

Yesilgöz-Zegerius, D. (VVD)

Lee, T.M.T. van der (GL)

Beckerman, S.M. (SP)

Sienot, M.F. (D66)

Mulder, A.H. (CDA)

Verzoekt de regering, ervoor zorg te dragen dat het SodM voldoende budget heeft om al zijn adviserende en controlerende taken uit te kunnen voeren, in het bijzonder die in Groningen.

11-6-2019

Parlementaire agenda [04-06-2019] - Debat Groningen (met MP)

Afgedaan met Kamerstuk 35 561, nr. 56

Lee, T.M.T. van der (GL)

Nijboer, H. (PvdA)

Verzoekt de regering, te expliciteren wat de criteria zijn om te bepalen dat de wet afloopt en wie bepaalt dat daaraan voldaan is.

21-1-2020

Parlementaire agenda [14-01-2020] - Debat tijdelijke wet Groningen

Afgedaan met Kamerbrief Nij begun: op weg naar erkenning, herstel en perspectief, nr. 17784, dd 25-04-2023

Beckerman, S.M. (SP)

Otterloo, G.J. van (50PLUS)

Lee, T.M.T. van der (GL)

Verzoekt de regering, deze inzagetermijn te verlengen of naar een later moment te verplaatsen,

2-7-2020

Parlementaire agenda [02-07-2020] - VAO Mijnbouw/Groningen

Afgedaan: de ontwerpbesluiten hebben ter inzage gelegen vanaf 27 augustus 2020

Tabel 94 Stand van zaken moties Staatssecretaris Mijnbouw parlementair jaar 2022–2023 (Eerste Kamer)

Indieners

Omschrijving van de motie

Datum stemming

Vindplaats

Stand van zaken

Overzicht toezeggingen parlementair jaar 2022-2023

In het parlementaire jaar 2022–2023 zijn circa 300 toezeggingen aan de Eerste en Tweede Kamer gedaan. In de onderstaande tabellen staan de stand van zaken rond de uitvoering van een aantal toezeggingen op de verschillende EZK-beleidsterreinen. De tabel biedt daarmee geen uitputtend overzicht, maar geeft een beeld van de wijze waarop een aantal toezeggingen is/wordt afgehandeld.

Tabel 95 Toezeggingen Minister van EZK aan Tweede Kamer

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken

De Minister van EZK zegt toe de Kamer op een geschikt moment per brief te informeren, onder voorbehoud van vertrouwelijkheid, nadat er duidelijkheid is over toekomst van de fabriek in Hengelo.

Parlementaire agenda [21-11-2017] - Mondelinge vragen van het lid HIJINK (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht dat Siemens in Hengelo gaat sluiten (Nos.nl, 16 november 2017)

Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 107

De Minister President zegt toe dat de Minister van EZ in gesprek met het bedrijfsleven gaat over een green deal om de transitie naar duurzame energie te versnellen en daarover de Kamer zal informeren.

 

Niet langer relevant, verzoek is inmiddels in wetgeving omgezet

De Minister van EZK zegt toe met MKB-NL te spreken over de situatie in de detailhandel en te bezien of er samenwerkend, ook met de gemeenten, verbeteringen gerealiseerd kunnen worden.

Parlementaire agenda [15-01-2013] -Begroting Economische Zaken: onderdeel Economische Zaken (XIII)

Niet langer relevant, de toezegging heeft een duidelijke en succesvolle follow up gekregen Het initiatief van de Retailagenda is bekend bij de leden van de Kamer

De Minister van EZK zegt toe bij de eerstvolgende gelegenheid van gedachten te wisselen met de detailhandel over het sluiten van winkeldeuren in de winter ten behoeve van energiebesparing en de Kamer te informeren over de uitkomsten.

 

Niet langer relevant

De Minister van EZK zegt toe de jaarrapportages te zullen uitbreiden met toelichting op/nadere cijfers over 1) concrete orders, 2) werkgelegenheid, 3) betrokkenheid MKB, 4) betrokkenheid kennisinstellingen, 5) een internationale vergelijking van de mate waarin het Nederlandse bedrijfsleven profiteert in vergelijking met andere landen (voor zover informatie beschikbaar is).

Parlementaire agenda [06-11-2013] - Nota overleg inzake nota over de toekomst van de krijgsmacht

Afgedaan, geen Kamerstuknummer bekend

De Minister van EZK zegt een beknopte voortgangsrapportage toe over de werking van de Defensie Industrie Strategie - over 1 jaar; een uitgebreide evaluatie van de DIS volgt na 5 jaar.

Parlementaire agenda [11-06-2014] - AO Defensie Industrie Strategie (DIS) + compensatiebeleid met MinDEF

Afgedaan met Kamerstuk 31 125, nr. 92

De Minister van EZK zegt toe de Kamer samen met de Staatssecretaris IenM te informeren over verduurzaming van de transportsector, incl. de maatregelen die al genomen zijn en nog genomen gaan worden en het tijdpad dat daarbij hoort.

Parlementaire agenda [15-10-2015] - Voortzetting Begrotingsbehandeling EZ, deel economie en innovatie

Niet langer relevant

De Minister van EZK zal alle informatie over de opdrachten (van Fokker) in de afgesproken frequentie aan de Kamer blijven verstrekken. Als er met betrekking tot Fokker bijzonderheden te melden zijn die afwijken van het beeld dat aan de Kamer is geschetst, dan zal hij dat ook apart vermelden.

Parlementaire agenda [29-09-2015] - AO vervanging F16

Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 21

De Minister van EZK zegt toe te suggereren dat de mogelijkheid van familiekorting wordt meegenomen in de evaluatie van de OV-kaart.

Parlementaire agenda [13-04-2016] - AO Gastvrijheidseconomie

Niet langer relevant

De Minister van EZK zal bezien of de Kamer in voldoende mate geïnformeerd is over de maatregelen in de Verenigde Staten in vergelijking met die van de EU voor de staalmarkt en zo niet, de Kamer daar nader over informeren.

Parlementaire agenda [19-05-2016] - AO RVC 26-27/5 en STAS OCW en AO Telecomraad 26/5

Niet langer relevant, in 2021 is er een overeenkomst tussen de EU en de VS bereikt

De Minister van EZK zegt toe de begrotingsmutaties zo vroeg mogelijk aan de Kamer voor te leggen en dit zo veel mogelijk in de suppletoire begroting en de Veegbrief te doen.

Parlementaire agenda [07-06-2016] - Wetgevingsoverleg jaarverslag

Afgedaan: EZK streeft er doorlopend naar om mutaties zo vroeg mogelijk in beeld te hebben en via suppletoire begroting en/of Veegbrief aan de Kamer voor te leggen

De Minister van EZK zegt toe in de komende jaarverslagen zo goed mogelijk de aanbevelingen van de vaste commissie van Economische Zaken meenemen, zonder dat dit leidt tot een informatie overload aan de Tweede Kamer. Hierbij zal ook worden bekeken welke informatieonderdelen van de websites van RVO en bedrijvenbeleid in beeld in het jaarverslag kunnen worden opgenomen (naar aanleiding van presentatie rapporteur).

Parlementaire agenda [28-06-2017] - WGO jaarverslag 2016

Afgedaan: er wordt sinds 2021 ambtelijk contact onderhouden met de ondersteuning van de Tweede Kamer voor het verbeteren van de informatie in onze begrotingsstukken

De Minister van EZK zegt toe ervoor te zorgen dat de rapporten over stroomstoringen vanaf nu af aan openbaar worden gemaakt.

Parlementaire agenda [25-01-2018] - Plenaire behandeling van de Wet VET (Voortgang Energie Transitie)

Niet langer relevant, opgenomen in beleid

De Minister van EZK zegt toe de bepalingen over kruisparticipaties van de landelijke netbeheerders na twee jaar te evalueren.

Parlementaire agenda [25-01-2018] - Plenaire behandeling van de Wet VET (Voortgang Energie Transitie)

Niet langer relevant

De Minister van EZK zegt toe dat voor de belangrijke thema’s op gebied van Innovatie, Klimaat/energie en Groningen de nu reeds beschikbare hoofdindicatoren op duidelijke wijze te zullen presenteren in het onderdeel «Beleidsverslag» van het jaarverslag EZK. Te denken is aan indicatoren op gebied van de Nederlandse R&D-inspanningen, CO2-uitstoot, gaswinning en schadeafhandeling.

Parlementaire agenda [12-06-2019] - WGO Jaarverslag Slotwet Jaarverslag met Stas EZK en MEZK

Afgedaan: er wordt mede naar aanleiding van dit WGO sinds 2020/2021 ambtelijk contact onderhouden met de ondersteuning van de TK voor het verbeteren van de informatie in onze begrotingsstukken

De Minister van EZK zegt toe om voor de belangrijke thema’s op gebied van Innovatie, Klimaat/energie en Groningen indicatoren op duidelijke wijze te presenteren in het onderdeel «Beleidsverslag» van het jaarverslag EZK en daar waar zinvol bij de betreffende beleidsartikelen.

Parlementaire agenda [12-06-2019] - WGO Jaarverslag Slotwet Jaarverslag met Stas EZK en MEZK

Afgedaan: er wordt mede naar aanleiding van dit WGO sinds 2020/2021 ambtelijk contact onderhouden met de ondersteuning van de TK voor het verbeteren van de informatie in onze begrotingsstukken

De Minister van EZK zegt toe te werken aan een meer centrale presentatie van indicatoren binnen de marges die de Rijksbegrotingsvoorschriften.

Parlementaire agenda [12-06-2019] - WGO Jaarverslag Slotwet Jaarverslag met Stas EZK en MEZK

Afgedaan: Er wordt mede naar aanleiding van dit WGO sinds 2020/2021 ambtelijk contact onderhouden met de ondersteuning van de TK voor het verbeteren van de informatie in onze begrotingsstukken

De Minister van EZK zegt toe op hoofdlijnen in de begroting en het jaarverslag aandacht te besteden aan resultaten op basis van benoemde indicatoren.

Parlementaire agenda [12-06-2019] - WGO Jaarverslag Slotwet Jaarverslag met Stas EZK en MEZK

Afgedaan: er wordt mede naar aanleiding van dit WGO sinds 2020/2021 ambtelijk contact onderhouden met de ondersteuning van de TK voor het verbeteren van de informatie in onze begrotingsstukken

De Minister van EZK zegt toe over de prestaties van veel (substantiële) regelingen, daar waar de Kamer niet reeds wordt geïnformeerd via periodieke voortgangsrapportages en/of via de reguliere evaluatiecyclus, en waar logisch en passend, hierover informatie op te nemen in de begrotingsstukken.

Parlementaire agenda [12-06-2019] - WGO Jaarverslag Slotwet Jaarverslag met Stas EZK en MEZK

Afgedaan Er wordt mede naar aanleiding van dit WGO sinds 2020/2021 ambtelijk contact onderhouden met de ondersteuning van de TK voor het verbeteren van de informatie in onze begrotingsstukken

De Minister van EZK zegt toe meer informatie te zullen geven met betrekking tot de lasten die de top 10 vervuilers betalen.

Parlementaire agenda [28-11-2019] - AO Klimaat & Energie

Niet langer relevant, dit wordt doorlopend meegenomen in beleid

De Minister van EZK zegt toe een regulier gesprek te zullen voeren over groei en voor zomer de zijn idee hiervoor te schetsen in een brief aan de Kamer.

Parlementaire agenda [04-02-2020] - Debat Groeibrief

Niet langer relevant Er is destijds vanwege de demissionaire status van het kabinet gekozen om niet meer terug te komen op deze toezegging

De Minister van EZK zegt toe in gesprek te blijven met OCW met culturele sector.

Parlementaire agenda [06-07-2020] - Gezamenlijke behandeling van de 2e en 3e suppletoire begroting in EK (Ridderzaal). Overleg is samen …

Niet langer relevant, gesprekken blijven plaatsvinden

De Minister van EZK zegt toe dat het kabinet in gesprek gaat, waaronder met de touringbranche.

Parlementaire agenda [24-09-2020] - Debat Steunpakket met MEZK/MFIN/MSZW

Niet langer relevant, is afgedaan in gesprek met de Toerismebranche

De Minister van EZK zegt toe dat de infrastructuur en (scheeps)bouw de volle aandacht van het kabinet heeft.

Parlementaire agenda [03-11-2020] - Debat Steunpakket voor MEZK/MSZW/MFIN

Niet langer relevant

De Minister van EZK zegt toe de Kamer een brief te sturen over hoe het kabinet het proces met het bedrijfsleven gaat inrichten.

Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn)

Niet langer relevant

De Minister van EZK zegt een schriftelijke appreciatie toe van de plannen van Havenbedrijf Rotterdam/Rotterdamse industrie voor CO2 reductie (HbR en niet gemeente).

Parlementaire agenda [28-11-2019] - AO Klimaat & Energie

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe bij concrete wetsvoorstellen de mogelijkheid te onderzoeken om een toets te maken om verdienvermogen te verankeren in beleidsvoorbereiding. Komt een aparte brief over na de brief over het groeifonds (aan Wiersma).

Parlementaire agenda [04-02-2020] - Debat Groeibrief

Onderhanden

Wiersma (VVD): Specifiek knelpunten voor innovatie toevoegen aan meldpunt Regeldruk. Daarnaast dit onder de aandacht brengen bij startups.

Parlementaire agenda [05-11-2020] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe dat de infra en (scheeps)bouw onze volle aandacht heeft.

Parlementaire agenda [03-11-2020] - Debat Steunpakket voor MEZK/MSZW/MFIN

Niet meer relevant

De Minister van EZK zegt een brief toe voor de EZK-begrotingsbehandeling hoe het kabinet het proces met het bedrijfsleven gaat inrichten.

Parlementaire agenda [04-11-2021] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII) (tweede termijn)

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe de potentie van de CESsen mee te nemen in de verkenning elektrificatie.

Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe voor de zomer de Kamer te informeren over ambities en budget van ESA in aanloop naar de Ministeriële ESA-raad.

Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen

Onderhanden

De Minister van EZK komt in het tweede kwartaal van 2023 met een actieplan met betrekking tot het vestigingsklimaat.

Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen

Onderhanden

De Minister van EZK komt voor 1 mei 2022 met een schriftelijke terugkoppeling op de procesdoorrekening van de klimaatplannen met betrekking tot de industrie.

Parlementaire agenda [22-02-2022] - Vervolg CD op Hoofdlijnen

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe de mkb-toets voor de AI-verordening met de Kamer te delen.

Parlementaire agenda [24-11-2021] - CD Telecomraad (formeel) d.d. 3 december 2021

Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 982

De Minister van EZK zal in de tussentijdse evaluatie rapporteren over de vraag in hoeverre veldpartijen het initiatief nemen bij aanvragen, en hoe invulling wordt gegeven aan de verantwoording over en controle op uitgaven die zijn overgeheveld naar andere begrotingen.

Parlementaire agenda [21-03-2022] - WGO Nationaal Groeifonds MEZK en MFIN

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe met een wetsvoorstel te komen voor een (meer) permanente opvolger van de ATR.

Parlementaire agenda [11-10-2021] - Notaoverleg Familiebedrijven

Afgedaan met Kamerstuk 36 450

De Minister van EZK zegt toe om in een Letter of Intent in te gaan op benodigde infrastructuur en menskracht.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe om per zes maanden de Kamer te informeren over maatwerkafspraken met bedrijven.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - TMD Verduurzaming Industrie + MKE

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe in het eerste kwartaal van 2023 te komen met een vergelijking/inventarisatie van regionale regelingen met betrekking tot digitalisering.

Parlementaire agenda [05-07-2022] - TMD Coronasteunpakket met MEZK/MSZW/MFIN/SFIN

Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 561

TZ202211-032: De Minister van EZK zegt toe de Kamer een update te zullen sturen over de Schaalsprong Brainportregio, waarbij zij zal aangeven of het mogelijk en nuttig is om twee keer per jaar een update te geven over de ontwikkelingen in deBrainportregio.

Parlementaire agenda [19-10-2022] - CD Bedrijfslevenbeleid

Onderhanden

De Minister van EZK zal toetsen of website WHOA voldoende is of dat er meer communicatie nodig is om de regeling onder de aandacht van ondernemers te brengen.

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

De Minister van EZK wil kijken wat een goede manier kan zijn om te organiseren dat dhr Graus ondersteuning van het Ministerie van EZK zal ontvangen voor (de coördinatie van) gesprekken in Limburg over de productie van een Nederlandse auto.

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe om te kijken naar signalen met betrekking tot twaalf jaar en twee keer zes jaar (radio).

Parlementaire agenda [15-12-2022] - CD Telecommunicatie en Post

11-10-2023 Afgedaan middels veilingregeling

TZ202211-072: De Minister van EZK zegt toe om in samenwerking met andere Ministeries een langetermijnruimtevaartagenda op te stellen en spant zich in om deze agenda voor het zomerreces aan de Kamer te doen toekomen.

Parlementaire agenda [01-11-2022] - CD Innovatie en Ruimtevaart

Onderhanden

TZ202211-075: De Minister van EZK zegt toe begin 2023 een brief over solar mobility en specifiek over de knelpunten voor de sector en het perspectief voor de ontwikkeling [ook in relatie tot de IPCEI's] naar de Kamer te sturen.

Parlementaire agenda [01-11-2022] - CD Innovatie en Ruimtevaart

Onderhanden

TZ202211-073: De Minister van EZK zegt toe om de uitkomsten van de pilotregeling Mijn Digitale Zaak te evalueren en deze evaluatie in het derde kwartaal aan de Kamer te doen toekomen.

Parlementaire agenda [01-11-2022] - CD Innovatie en Ruimtevaart

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe om, samen met de bewindspersonen van Defensie, periodiek een ronde tafel met de defensiesector te organiseren. De eerstvolgende rond de tafel zal plaatsvinden eind 2023.

Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Defensie Industrie Strategie met MDEF/SDEF/MEZK

Onderhanden

TZ202302-018: De Minister van EZK zegt toe, in samenwerking met de Staatssecretaris van Defensie, te onderzoeken of een revolverend fonds voor de defensie-industrie opportuun is en hierover aan de Kamer in het najaar te rapporteren.

Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Defensie Industrie Strategie met MDEF/SDEF/MEZK

Onderhanden

TZ 202304057: De Minister van EZK zegt toe voor de zomer de nationale routekaart verduurzaming industrie aan de Kamer te doen toekomen.

Parlementaire agenda [29-03-2023] - CD Verduurzaming Industrie

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe binnenkort met een brief te komen over één-deur-beleid (fysiek of digitaal) voor het verkrijgen van informatie over dienstverlening door de overheid.

Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat

Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 561

TZ202302-140: De Minister van EZK zegt toe af te wegen of Nederland investeert in ETCI en informeert daarover de Kamer voor het einde van het eerste kwartaal.

Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat

Afgedaan met Kamerstuk 36 410-XIII, nr. 2

De Minister van EZK zegt toe om nationale technologie strategie na de zomer naar de Kamer te sturen voor nadere informatie over verduurzamings- en innovatie trajecten.

Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe om in het verlengde van het Programma werklocaties onderzoek te doen naar hoe ruimte te geven aan start-ups en scale-ups op campussen.

Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe terug te komen op de status van de aangenomen motie over de BOR.

Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat

Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 570

De Minister van EZK zegt toe om na 14 maart de Kamer schriftelijk te informeren over de doorontwikkeling van de Brainportregio en een update te sturen over de schaalsprong.

Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat

Onderhanden

De Minister van EZK zal laten weten onder welk Ministerie de motie 11 van het lid Van Haga en PVV valt. (Verzoekt de regering om groen bedrijven met sbi code 8130 vóór de inwerkingtreding van de nieuwe tranche op 9 mei 2023 op te nemen in de subsidieregeling schoon en emissieloos bouwmateriaal sseb).

Parlementaire agenda [16-02-2023] - Debat Vestigingsklimaat

Onderhanden

TZ202305-010: De Minister van EZK zegt toe om de Kamer in september te informeren over het actieprogramma Passend Financieren, en in deze brief een plan met concrete vervolgstappen op te nemen.

Parlementaire agenda [19-04-2023] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering

Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 578

TZ202305-011: De Minister van EZK zegt toe om vanaf september een halfjaarlijkse voortgangsbrief mkb aan de Kamer te doen toekomen.

Parlementaire agenda [19-04-2023] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering

Onderhanden

TZ202305-010: De Minister van EZK zegt toe om te onderzoeken wat nodig is met betrekking tot financiering van kleine ondernemers en hierover een brief aan de Kamer te doen toekomen.

Parlementaire agenda [19-04-2023] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering

Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 578

TZ202305-012: De Minister van EZK zegt toe om in het derde kwartaal van 2023 een brief over de resultaten van BMKB-Groen aan de Kamer te doen toekomen.

Parlementaire agenda [19-04-2023] - CD Ondernemen & Bedrijfsfinanciering

Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 578

TZ202305-066: De Kamer ontvangt de reactie op het CPB-rapport Carbon costs and industrial firm performance.

[20-04-2023] CD Circulaire economie (IenW)

Afgedaan met Kamerstuk 29 826, nr. 196

De Minister van EZK zal najaar 2023 bij de monitorbrief de uitputting van lopende Europese programma's betrekken.

Parlementaire agenda [25-05-2023] - CD Actieplan Groene en Digitale Banen

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe te onderzoeken of Codam past binnen de kaders van het NGF-voorstel ‘Innovatieve opleiders ICT’.

Parlementaire agenda [25-05-2023] - CD Actieplan Groene en Digitale Banen

Onderhanden

TZ202306-171: De Minister van EZK zegt toe om in het najaar ook een brief over de procesinnovaties te sturen, over digitalisering en robotisering in het mkb.

Parlementaire agenda [25-05-2023] - CD Actieplan Groene en Digitale Banen

Onderhanden

TZ202306-170: De Minister van EZK zegt toe om het actieplan te laten doorrekenen en de Kamer hierover in te lichten.

Parlementaire agenda [25-05-2023] - CD Actieplan Groene en Digitale Banen

Onderhanden

TZ202306-169: De Minister van EZK zegt toe om in het najaar de monitoringsopzet Actieplan Groene en Digitale banen.

Parlementaire agenda [25-05-2023] - CD Actieplan Groene en Digitale Banen

Afgedaan met Kamerstuk 29 544, nr. 1229

TZ202307-037: De Minister van EZK zegt toe om voor het einde van het jaar een brief over Techleap naar de Kamer te sturen.

Parlementaire agenda [21-06-2023] - CD Innovatie

Onderhanden

TZ202307-036: De Minister van EZK zegt toe om in het najaar een brief met een nadere rapportage met betrekking tot de Tibi-regeling naar de Kamer te sturen.

Parlementaire agenda [21-06-2023] - CD Innovatie

Onderhanden

TZ202307-034: De Minister van EZK zegt toe om de langetermijnruimtevaartagenda voor het einde van het jaar naar de Kamer te sturen.

Parlementaire agenda [21-06-2023] - CD Innovatie

Onderhanden

TZ202307-035: De Minister van EZK zegt toe om in Q4 een brief over de aanpak van procesinnovatie naar de Kamer te sturen, naar aanleiding van de motie van de leden Amhaouch en Romke de Jong over het inrichten van een passend instrument om structureel in te zetten op proces- en productie-innovatie (Kamerstuk 36 200-XIII, nr. 54).

Parlementaire agenda [21-06-2023] - CD Innovatie

Onderhanden

De Minister zegt toe om in de aankomende Kamerbrief over de doelen van Techleap andere spelers in het ecosysteem te betrekken.

Parlementaire agenda [06-07-2023] - TMD Innovatie (CD 21/6)

Onderhanden

De Minister zegt toe om schriftelijk te reageren op de Verbindingsagenda Netwerk Kennissteden Nederland.

Parlementaire agenda [06-07-2023] - TMD Innovatie (CD 21/6)

Onderhanden

TZ202309-099: De Kamer ontvangt in het voorjaar van 2024 een rapportage over de werking van de DSA op basis van een eerste indruk.

CD Kinderen en digitale rechten d.d. 14 september 2023 BZK

Onderhanden

TZ202308-048: De Minister zegt toe dat in de volgende brief ‘Update net-zero industrie act’ nader in te gaan op de Duitse plannen en ideeën en de staalindustrievergoeding.

Parlementaire agenda [15-06-2023] - CD Energieraad (formeel) d.d. 19 juni 2023

Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 1050

De Minister van EZK zegt toe een onafhankelijk aanjager voor MKB-financiering aan te stellen’

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 591

De Minister van EZK zegt toe de Seed Business Angel regeling te evalueren en met die evaluatie in de hand te kijken hoe het nog beter kan. De Kamer wordt hierover in Q2 2024 geïnformeerd.

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe samen met de staatssecretaris van Financiën aan de hand van het PwC rapport te willen kijken naar hoe de durfkapitaalinvesteringen worden belast in het toekomstige box 3-stelsel, en specifiek naar een uitzondering voor investeringen in start-ups en scale-ups zodat deze pas worden belast als het rendement is gerealiseerd, op basis van de vermogenswinstbelasting. Zij zal de Kamer daarover informeren in het tweede kwartaal van 2024.

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Afgedaan met Kamerstuk 32 140, nr. 170

De Minister van EZK zegt toe te willen kijken naar het idee van een technologietafel en onderzoekt wat de rol van zo’n tafel zou kunnen zijn naast reeds bestaande tafels in het topsectoren- en innovatiebeleid.

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe te willen verkennen hoe het idee van een ondernemersakkoord, met een duidelijk afgebakende opgave, zou kunnen bijdragen aan gemeenschappelijke doelen voor ondernemerschap.

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

De Minister van EZK geeft aan dat de positie van de ROM’s versterkt moet worden en zegt toe daarop in Q4 bij de Kamer terug te komen in het meerjarenplan.

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe om te kijken naar het voorstel van de heer Boucke om de bijdrage van de te maken maatwerkafspraken aan het behalen van de klimaatdoelen inzichtelijk te maken via het klimaatdashboard of op een andere manier.

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe om in Q1 2024 te reageren op de tien punten van de ChristenUnie over een duurzamer en socialer inkoopbeleid van de overheid.

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe om met de staatssecretaris voor Financiën te zeer serieus te kijken om nu al te stoppen met vrijstellingen en subsidies voor kolen

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe schriftelijk terug te komen op de vraag van het lid Kröger dat er alleen mondeling en niet schriftelijk is gecommuniceerd over de vormgeving van de TEK en de mogelijkheden om daar de energiebesparingsverplichtingen in op te nemen als voorwaarden.

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Afgedaan met Kamerstuk 32 637, nr. 595

De Minister van EZK zegt toe de Kamer op de korte termijn te informeren over het pad naar de 25 procent reductie van de regeldruk.

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Afgedaan met Kamerstuk 36 410-XIII, nr. 87

TZ202307-057: De Ministers van EZK en voor BuHa-OS zeggen toe in de volgende jaarrapportages Beleidscoherentie voor ontwikkeling aan te geven hoe binnen verschillende Ministeries de SDG-toets wordt geïmplementeerd.

Parlementaire agenda [06-07-2023] - EZK: CD Beleidscoherentie voor ontwikkeling met MBHOS/MEZK/MLNV/SFIN

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe om vóór het einde van het jaar een brede kabinetsreactie op de diverse onderzoeken die worden uitgevoerd in het kader van de kritieke grondstoffen (kritikaliteitsanalyse grondstoffen) naar de Kamer te sturen.

Parlementaire Agenda [29-06-2023] - CD Nationale Grondstoffenstrategie Kamerstuk TZ202308-032

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe in overleg te treden met TenneT over de mogelijkheden (voor het naar NL halen van productie van elektriciteitskabels) en ook daarover de Kamer te informeren.

Parlementaire agenda [22-01-2014] - AO Aldel

Niet langer relevant

De Minister van EZK zegt toe zijn uiterste best te doen om «vrijwillig naar 25 % gaan» mee te nemen in het traject rondom een amvb over de methodiek voor compensatie.

Parlementaire agenda [11-05-2021] - Debat Wet Kolen

Niet langer relevant vanwege intrekking van de productiebeperking, zie Kamerstuk 29 023, nr. 312

De Minister van EZK zegt toe de uitkomsten van de werkgroep draagvlak naar de Tweede Kamer te zenden (dit zal gebeuren in het kader van de gasrotonde).

 

Afgedaan met Tweede Kamer, vergaderjaar 2012-2013, aanhangsel van de handelingen, nr. 877

De Minister van EZK zegt toe de planning voor de aanpassing van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot CCS aan de Kamer te zullen toezenden.

 

Niet langer relevant, aangezien het ROAD-project niet meer doorgevoerd zal worden

De Minister van EZK zegt toe naar aanleiding van het verzoek van het lid Van Veldhoven op korte termijn in te gaan op de internationale dimensie van duurzame energie

 

Toezegging is niet langer relevant, de internationale situatie is inmiddels veranderd

De Minister van EZK zegt toe de Kamer jaarlijks bij de begroting te informeren over voortgang van de 16% doelstelling voor hernieuwbare energie: a) aangeven hoeveel procent het afgelopen jaar is gerealiseerd, b) hoeveel procent naar verwachting komend jaar zal worden gerealiseerd, c) besteding van beschikbare middelen tussen nu en 2020. Een specifiek tijdpad in percentages per jaar tot en met 2020 kan nog niet geleverd worden. De Minister zal bekijken wanneer en op welke manier aan deze wens voldaan kan worden.

Parlementaire agenda [12-06-2013] - WGO Economie & Innovatie

Niet langer relevant

De Minister van EZK zegt toe de Kamer nader te informeren over flexibele beprijzing van capaciteit op elektriciteitsnetten (o.a. als prikkel voor opslag van elektriciteit).

Parlementaire agenda [17-11-2014] - WGO Energie

Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 385

De Minister van EZK zegt toe na afronding van de gesprekken met de visserij- en met de zeilsector over visserij en zeilen bij / in windparken op zee de Kamer te informeren over de uitkomst.

Parlementaire agenda [25-03-2015] - Plenair debat Wind op Zee

Niet langer relevant

De Minister van EZK zegt toe de ervaringen in Duitsland en het VK ten aanzien van het verstrekken van leningen voor windparken op zee te betrekken bij de business case en zal ook ingaan op het risico van vertraging doordat de financiering niet rond komt en het tijdig halen van de doelen.

Parlementaire agenda [25-03-2015] - Plenair debat Wind op Zee

Afgedaan met Kamerstuk 34 058, nr. L

De Minister van EZK zegt toe tot aanname van het wetsvoorstel STROOM flexibel om te gaan met de aansluitplicht gas als decentrale overheden geloofwaardige alternatieven aandragen.

Parlementaire agenda [25-06-2015] - VAO Energie

Niet langer relevant

De Minister van EZK zegt toe de Kamer op een geschikt moment in het besluitvormingsproces te informeren over de kosten en CO2-balans van ROAD.

Parlementaire agenda [16-12-2015] - Verzamel AO Energie

Niet langer relevant Het ROAD-project is in 2017 voortijdig gestopt

De Minister van EZK zal de situatie rond het gebruik van een elektrische auto als thuisbatterij bij VVE's nader bezien (n.a.v. motie nr. 14 van GroenLinks).

Parlementaire agenda [30-09-2015] - Plenair debat Stroom

Afgedaan met Kamerstuk 34 627, nr. 50

De Minister van EZK zegt toe de Kamer te informeren over de kosten, CO2-balans en andere relevante aspecten van ROAD wanneer een besluit over het project genomen is.

Parlementaire agenda [16-12-2015] - Verzamel AO Energie

Niet langer relevant Het ROAD-project is in 2017 voortijdig gestopt

De Minister van EZK zal bezien of hij in het contact met de ACM aandacht zal vragen voor de casus van het NDSM-project en mogelijke kartelvorming.

Parlementaire agenda [03-09-2015] - Debat vertraging bouw windmolens / windmolenbesluit Veenkoloniën

Niet langer relevant De omgevingsverordening van de provincie Noord-Holland is in 2020 aangepast en bevat geen saneringsvereisten meer

De Minister van EZK zegt toe ze bezien of het zinvol is om in de volgende voortgangsrapportages van de borgingscommissie Energieakkoord per maatregel de kosten inzichtelijk te maken.

Parlementaire agenda [10-02-2016] - Verzamel AO Energie

Afgedaan met Kamerstuk 30 196, nr. 503

De Minister van EZK zal richting bewoners in Drenthe duidelijkheid bieden over de effecten van het windpark en toepasselijke regelingen inzake gezondheid en waardedaling van huizen.

Parlementaire agenda [23-03-2016] - Debat Energie

Afgedaan met Kamerstuk 33 612, nr. 71

De Minister van EZK zegt toe dat, indien de onderhandelingen buiten het kader van het BNC-fiche dreigen te gaan en er op dat moment geen regulier communicatiemoment is, hij de Kamer actief en separaat zal informeren.

Parlementaire agenda [30-03-2016] - AO Behandelvoorbehoud voorstellen energieunie

Afgedaan Destijds is de Kamer voortdurend geinformeerd over de onderhandelingen over clean energy package

De Minister van EZK zegt toe bij de voorbereiding van een eventuele samenvoeging van de Energiebelasting en de SDE-opslag een integrale afweging te maken van de energiegerelateerde belastingen voor huishoudens (incl BTW etc.).

Parlementaire agenda [17-11-2016] - Debat SDE+

Niet langer relevant Bij formatie van het kabinet Rutte IV is de samenvoeging van de ODE en de EB geregeld

De Minister van EZK zegt toe de Kamer met regelmaat op de hoogte te blijven houden van de aanpak van na-ijlende effecten van de kolenwinning in Limburg.

Parlementaire agenda [15-02-2017] - Plenair debat Mijnbouw

Afgedaan met Kamerstuk 32 849, nr. 238

De Minister van EZK zegt meer onderzoeken toe om meer typen huishoudens structureel in de NEV opnemen en dit te bespreken met het PBL.

Parlementaire agenda [30-11-2017] - Behandeling van de Wijziging Wet op opslag duurzame energie

Niet langer relevant Bij aanpassingen van de EB/ODE worden sinds 2020 standaard de effecten voor diverse typen huishoudens onderscheiden aan de hand van data van het CBS die jaarlijks worden geactualiseerd

De Minister van EZK zegt toe de de business case voor het CCS-project in Rotterdam, zodra deze beschikbaar is, te delen met de Kamer.

Parlementaire agenda [18-01-2018] - AO Energie

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1298

De Minister van EZK zegt toe de TK voor de zomer te informeren over het benutten van Rijksgronden/RWS voor wind op land met het oog op realiseren van de doelstelling 2020 (GL/D66).

Parlementaire agenda [18-01-2018] - AO Energie

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 403

De Minister van EZK zegt toe te kijken waar nodig of nader onderzoek rond CCS opportuun is (GL).

Parlementaire agenda [18-01-2018] - AO Energie

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1287

De Minister van EZK zegt toe vóór het debat kernenergie inzichtelijk te maken waar op Europees niveau het meer technisch-fundamentele onderzoek wordt gedaan en hoe Nederland daaraan bijdraagt, en waar het beleidsonderzoek plaatsvindt over kernenergie (VVD,GL,CDA)

Parlementaire agenda [08-11-2018] - Begroting EZK 2e termijn - (Tijden onder voorbehoud)

Niet langer relevant Over de huidige (internationale) onderzoeken en samenwerkingen op kernenergie wordt de Kamer regelmatig geïnformeerd

De Minister van EZK zegt toe voor de begrotingsbehandeling een brief te sturen over de onderliggende wetenschappelijke rapporten die de doctrines over duurzame biomassa hebben gevormd waar de Europese regels op gebaseerd zijn.

Parlementaire agenda [10-09-2019] - VAO Klimaat en Energie

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 404

De Minister zal de Kamer informeren over het overbrengen van de suggestie aan lokale overheden om gebruik te maken van digitale consultaties. De Minister van EZK geeft aan een natuurlijk moment te gaan vinden om terug te koppelen over voortgang van de RES’en en dan zal dit daar ook een plek in krijgen.

Parlementaire agenda [20-11-2019] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK

Afgedaan met Kamerstuk 32813, nr. 1342

De Minister van EZK zegt een Evaluatie toe van zon op dak in concept RES'sen.

Parlementaire agenda [12-02-2020] - AO Klimaat en Energie

Afgedaan met Kamerstuk 31 239, nr. 343

De Minister van EZK zegt toe onderzoek te doen naar prijsverschillen van warmtenetten in Duitsland en Nederland en de Kamer daarover te informeren voor het einde van het kalenderjaar.

Parlementaire agenda [10-06-2020] - Notaoverleg Klimaat en Energie

Afgedaan met TNO rapport, Vergelijking tarieven collectieve warmtesystemen in Nederland met tarieven in Zweden, Denemarken en Duitsland, kenmerk 2022D31410

De Minister van EZK zegt toe te kijken naar de mogelijkheid om de taxonomie mee te nemen in besprekingen over JTF momenteel in Brussel, en te waarborgen dat kernenergie daarin wordt opgenomen.

Parlementaire agenda [25-06-2020] - Debat Europese Green Deal

Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 925

De Minister van EZK zegt toe een bijeenkomst te organiseren over waterstof waarbij de ketenvraagstukken rond het bevoegd gezag integraal tussen alle betrokken en specialisten van EZK worden besproken.

Parlementaire agenda [05-11-2020] ‒ 2e termijn Begrotingsbehandeling EZK

Afgedaan: de toezegging is meegenomen in het Nationaal waterstofprogramma, maar niet specifiek meegenomen in een Kamerbrief Vanaf 2021 hebben enkele bijeenkomsten plaatsgevonden

De Minister van EZK zegt de Kamer een nadere toelichting toie voor de uitwerking van motie van D66 over arbeids- en milieustandaarden, inclusief de stand van zaken SER.

Parlementaire agenda [01-02-2021] - WGO Wind op Zee

Afgedaan met Kamerstuk 35 092, nr. 33

De Minister van EZK zegt toe te kijken of er interesse bestaat voor vrijwillig naar 25% gaan.

Parlementaire agenda [11-05-2021] - Debat Wet Kolen

Niet langer relevant na intrekking van de productiebeperking

De Minister van EZK zegt toe om de gedachte van vrijwillig naar 25 % te gaan, mee te nemen in het traject rondom amvb in de methodiek voor compensatie.

Parlementaire agenda [11-05-2021] - Debat Wet Kolen

Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 312

De Minister van EZK zegt toe me jongeren in gesprek te gaan over dit thema.

Parlementaire agenda [28-09-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe steun en investeringsregelingen beter onder de aandacht te brengen bij kleinere ondernemingen voor ondersteuning mkb.

Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1049

De Minister van EZK zegt toe beter in kaart te brengen wat de footprint is van producten zoals zonnepanelen. Het is aan een volgend kabinet om daar iets mee te doen.

Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe de Urenco-studie van Aurora mee te nemen in scenariostudie over kernenergie.

Parlementaire agenda [17-11-2021] - CD Klimaat en Energie

Afgedaan met Kamerstuk 32 645, nr. 99

De Minister van EZK zegt toe in een brief over datacenters in te gaan op de interne datavraag in Nederland in relatie tot elektriciteitsverbruik.

 

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 968

De Minister van EZK zegt toe in een brief in te gaan op het energieverbruik van Nederlandse datacenters.

 

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 968

De Minister van EZK zegt toe om in gesprekken met MKB Nederland/VNO-NCW na te vragen tegen welke knelpunten zij oplopen in de infrastructuurondersteuning bij de veelheid aan regelingen.

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe de Kamer schriftelijk te informeren over het al dan niet verrichten van een m.e.r. bij winning van schaliegas van minder dan 500.000 m³ per dag.

Parlementaire agenda [24-04-2013] - AO Energie

Afgedaan met Kamerstuk 32 849, nr. 229

De Minister van EZK zegt toe te (1) bekijken of zich incidenten voordoen ten aanzien van het inschakelen van TNO/KNMI door SodM en (2) inzicht te bieden in de klachten die bij SodM ingediend worden en hoe daarmee wordt omgegaan.

Parlementaire agenda [16-04-2015] - Debat Mijnbouwwet (34041)

Afgedaan SodM is onafhankelijk en gaat over eigen afhandeling van klachten

De Minister van EZK zal de Kamer binnen 2 maanden informeren over de AMvB MER-plicht proefboringen schaliegas.

Parlementaire agenda [02-03-2016] - Plenair debat Mijnbouw

Afgedaan met Kamerstuk 32 849, nr. 229

De Minister van EZK zegt toe de uitvoering van een representatieve nulmeting bij nieuwe winning uit kleine velden uit te werken in de wet en daarbij ook de ervaringen in Friesland (Vermillion) te betrekken.

Parlementaire agenda [29-06-2016] - Wijziging Mijnbouwwet + Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen

Afgedaan met Kamerstuk 34 348 nr. 106

De Minister van EZK zegt toe na te gaan of nu in alle gevallen dubbele bebuizing wordt voorgeschreven en toegepast bij zowel olieopslag in zoutcavernes als bij het gebruik van een oliedak bij zoutwinning.

Parlementaire agenda [29-06-2016] - Wijziging Mijnbouwwet + Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen

Niet langer relevant Bij de ondergrondse olieopslag bij Enschede wordt dubbele verbuizing toegepast

De Minister van EZK zegt toe te bezien in hoeverre SodM een taakuitbreiding zou moeten krijgen naar voormalige mijnbouwactiviteiten zoals in Limburg.

Parlementaire agenda [29-06-2016] - Wijziging Mijnbouwwet + Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen

Afgedaan met Kamerstuk 32 849, nr. 215

De Minister van EZK zegt toe de mogelijkheden te bezien om de adviezen van de Mijnraad en de Tcbb ter beschikking te stellen aan decentrale overheden zodat zij daarvan gebruik kunnen maken bij hun eigen advisering over winningsplannen (Mulder, CDA).

Parlementaire agenda [29-06-2016] - Wijziging Mijnbouwwet + Wet bewijsvermoeden gaswinning Groningen

Afgedaan De adviezen van de Tcbb worden meegestuurd aan decentrale overheden bij verzoek om advies De Mijnr.aad neemt in haar advies alle adviezen van decentrale overheden, Tcbb, SodM en TNO mee

De Minister van EZK zegt toe te zal bekijken of het wenselijk is om voor nieuwe projecten voor herinjectie van productiewater in een ander voorkomen dan waaruit het water is geproduceerd een opslagvergunning en opslagenplan op basis van de Mijnbouwwet te hanteren.

Parlementaire agenda [06-07-2016] - Vervolg Mijnbouwwet

Afgedaan met Kamerstuk 32 849, nr. 215

De Minister van EZK zegt toe de Kamer nader te informeren over de meldingsplicht voor mijnbouwbedrijven bij lekkages (art. 17.1 en 17.2 Wet milieubeheer: hoe werkt het precies, wie is bij mijnbouw bevoegd gezag, etc.).

Parlementaire agenda [06-07-2016] - Vervolg Mijnbouwwet

Afgedaan: de procedure voor de meldingsplicht is ingericht

De Minister van EZK zegt toe de Kamer in Q1 2017 te informeren over de verplichting van de administratieve lasten bij geothermieprojecten in relatie tot de Mijnbouwwet en regelgeving.

Parlementaire agenda [06-07-2016] - Vervolg Mijnbouwwet

Niet langer relevant, de Mijnbouwwet is inmiddels in werking getreden Hierin zit ook een passage over de administratieve lasten

De Minister van EZK zegt toe de Kamer tenminste eens per jaar te informeren over het verloop van het kennisprogramma mijnbouw en de resultaten die eruit zijn voortgekomen.

Parlementaire agenda [15-02-2017] - Plenair debat Mijnbouw

Afgedaan, middels een jaarlijkse brief aan de Tweede Kamer

De Minister van EZK zegt toe in het eerste kwartaal van het aankomende jaar in te gaan op de mogelijke financiële participatie van EBN in geothermieprojecten.

Parlementaire agenda [14-12-2017] - Begrotingsbehandeling Economische Zaken en het begrotingsonderdeel Klimaat (aanvang beantwoording)

Afgedaan met Kamerstuk 31 239 nr. 298

De Minister zal bekijken hoe het zit met benodigde bankgaranties voor het opruimen bij de bouw van platforms voor het winnen van fossiele brandstoffen, om zo een gelijk speelveld te bereiken met de bouw van platforms voor wind op zee.

Parlementaire agenda [16-01-2018] - Debat Belastingvoordeel + subsidie fossiele industrie

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe de wenselijkheid voor onafhankelijke rapporten (ipv onderzoek uitgevoerd door vergunninghouder) ten behoeve van SodM te bezien en de Kamer hierover op een geschikt moment te informeren (PvdA).

Parlementaire agenda [15-02-2018] - AO Mijnbouw

Afgedaan SodM kan zelfstandig onafhankelijk onderzoek bij KEM uitzetten

De Minister van EZK zegt toe in te zetten op het uitvoeren van ten minste drie pilots geothermie in steden.

Parlementaire agenda [08-11-2018] - Begroting EZK 2e termijn - (Tijden onder voorbehoud)

Afgedaan met Kamerstuk 31 239 nr. 378

De Minister van EZK zegt toe in het volgende Algemeen Overleg van 22 mei terug te komen op de filosofische vraag van Nijboer over hoe het toch komt dat hoe meer we weten, hoe meer er aan het licht lijkt te komen.

Parlementaire agenda [10-04-2019] ‒ 30-leden debat Problemen Zoutwinning Groningen

Niet langer relevant

De Minister van EZK zegt toe om in de evaluatie van het landelijk loket ook expliciet terug laten komen hoe het staat met de overeenkomsten tussen Mijnbouwbedrijven en het landelijk loket en de mate waarin er wordt opgezegd of dreigt te worden opgezegd. (Dik-Faber (CU))

Parlementaire agenda [11-03-2020] - VAO Mijnbouw/Groningen

Doorlopend

De Minister van EZK zegt toe dat hij regulier een update zal geven over de voortgang van de maatregelen over de afbouw van de gaswinning.

Parlementaire agenda [24-06-2020] - AO Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met Kamerstuk 33 529 nr. 1176

Van der Lee (GroenLinks) - De Minister van EZK zegt toe dat hij het Esco zal vragen het onderzoeksprogramma WATLAS te betrekken bij het monitoringsprogramma voor de winning van zout, specifiek ook bij Frisia.

Parlementaire agenda [10-09-2020] - AO Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

D66 (Sienot) De Minister zegt toe dat hij tegelijkertijd met de evaluatie van het convenant ook een speelveldtoets uitvoert om te bezien of er sprake is van oversubsidiering

Parlementaire agenda [15-12-2020] - Wetgevingsoverleg Mijnbouwwet

Onderhanden

CDA (Mulder) De Minister zegt toe dat hij de wet zal evalueren tegelijkertijd met de evaluatie van het convenant

Parlementaire agenda [15-12-2020] - Wetgevingsoverleg Mijnbouwwet

Onderhanden

PvdA (Moorlag) De Minister zegt toe dat hij voor het AO Mijnbouw-Groningen in februari een brief stuurt over de witte vlekken rondom geothermie/zonneweides enz.

Parlementaire agenda [15-12-2020] - Wetgevingsoverleg Mijnbouwwet

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe dat hij in gesprek gaat met gemeenten/inwoners rondom Norg/Grijpskerk.

Parlementaire agenda [01-07-2021] - Mijnbouw/Groningen + MBZK

Afgedaan met Kamerstuk 33 529 nr. 1087

Minister van EZK zal in de volgende klimaatscenario’s het Nederlands onderdeel olie en gas meenemen en met de Kamer delen.

Parlementaire agenda [09-12-2021] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

Tabel 96 Toezeggingen Minister van EZK aan Eerste Kamer

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken

De Minister van EZK komt op korte termijn met een visie op de Nederlandse economie in 2050, waarin aandacht is voor de transitie naar duurzame energie en hoogwaardige arbeid.

Parlementaire agenda [18-10-2022] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen EK

Onderhanden

Toezegging Informeren over voortgang onderzoek ACM naar volumecorrectieregeling (36.200) (T03520) De Minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Prast (PvdD), toe dat de Minister voor Klimaat en Energie de Kamer op een gepast moment zal informeren over de voortgang van het onderzoek door de ACM naar de volumecorrectieregeling.

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Voortzetting Algemene Financiële Beschouwingen

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe de kabinetsreactie op het rapport van CE-Delft over verduurzaming van de warmte-intensieve industrie ook naar de Eerste Kamer te zenden.

Parlementaire agenda [27-06-2023] - Debat over het wetsvoorstel Implementatie Europese klimaatwet (36169)

Onderhanden

De Minister van EZK zegt toe de Eerste Kamer te informeren over de planning van de evaluatie van het Energieakkoord, het tijdpad van de besluiten m.b.t. de locaties voor de Hollandse Kust en de relatie tussen beide.

EK

Niet langer relevant. De Kamer is destijds geinformeerd over het beoogde tijdpad voor de evaluatie van het Energieakkoord en de relatie hiervan met besluitvorming over de gebieden voor windenergie op zee voor de Noord- en Zuid-Hollandse Kust.

Tabel 97 Toezeggingen Minister voor Klimaat en Energie aan Tweede Kamer

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken

De Minister-President zegt toe dat maatregelen op het terrein van energie en duurzaamheid, zodra deze zijn uitgewerkt, op de reguliere wijze worden doorgerekend.

 

Niet langer relevant

De Minister zal aandacht geven aan locaties boven de Wadden als optie voor de bouw van windparken op zee na realisatie van de 3500 MW die is afgesproken in het Energieakkoord. Daarbij zal De Minister samenwerking met Duitsland t.a.v. het net op zee meenemen.

Parlementaire agenda [17-11-2014] - WGO Energie

Afgedaan met Kamerstuk 33 561, nr. 59

De Minister zegt, met betrekking tot Windpark De Drentse Monden en Oostermoer, toe de periode tot de uitspraak van de Raad van State te benutten om te bezien of de gedragscode wind op land goed is toegepast en de lusten en lasten redelijk worden verdeeld. De Minister zal ook in gesprek gaan met de initiatiefnemers van het zonnepark.

Parlementaire agenda [07-02-2017] - Debat Toekomstig Energiebeleid

Afgedaan met Kamerstuk 33 612, nr. 72

De Minister zal de wens voor microfinanciering van LED-verlichting bij huishoudens onder de aandacht brengen bij de voorzitter van de tafel gebouwde omgeving.

Parlementaire agenda [18-04-2018] ‒ 30-leden debat kosten klimaatbeleid

Overdragen aan BZK

De Minister neemt aquathermie op in de bronnenstrategie die in 2021 verschijnt en bepaalt dan wat het vervolgbeleid zal worden.

Parlementaire agenda [26-11-2020] - Nota overleg Klimaat en Energie

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe dat de Kamer een overzicht ontvangt over de stand van zaken met betrekking tot het convenant staalsector en hergebruik van grondstoffen.

Parlementaire agenda [01-02-2021] - WGO Wind op Zee

Onderhanden

De Staatssecretaris van EZK zegt toe informatie over gesprekken met Duitsland over uitfasering kolencentrales met de Kamer te delen.

Parlementaire agenda [29-06-2021] - Debat Verbod op kolen i.v.m. beperking CO2

Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 872

De Staatssecretaris van EZK zegt toe in de brief over o.a. kernenergie ook in te gaan over de motie van het lid Bontenbal over de Optimalisatiestudie.

Parlementaire agenda [08-09-2021] - CD Klimaat en Energie

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 965

De Staatssecretaris van EZK zegt toe de Kamer te informeren over een afschakelplan gas.

Parlementaire agenda [28-09-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie

Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 418

De Staatssecretaris van EZK zegt toe om onderzoek naar de effectiviteit van CCS met de Kamer te delen.

Parlementaire agenda [28-09-2021] - Tweeminutendebat Klimaat en Energie

Niet langer relevant

De Staatssecretaris van EZK zegt toe bij het tweeminutendebat terug te komen over het vervullen van een coördinerende rol bij het Plan Buitendijk.

Parlementaire agenda [14-10-2021] - CD Klimaat en Energie

Niet langer relevant Het tweeminutendebat is indertijd niet doorgegaan In Kamerstuk 27 625, nr. 592 wordt gerefereerd aan het plan Buitendijk Momenteel wordt gecoördineerd een verkenning uitgevoerd met betrokkenheid van hetMinisterie van EZK

De Minister voor KenE zegt toe de kamer te informeren over inhoud taxonomie en NL positie en acties hieromtrent.

Parlementaire agenda [25-11-2021] - CD Energieraad

Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 925

De Minister voor KenE zegt toe in het klimaatplan 2024 de koolstofbudget-benadering te betrekken.

Parlementaire agenda [20-04-2022] - CD Klimaat en Energie (Algemeen)

Onderhanden

De Minister zegt toe om te bezien of bij de emissieramingen gecorrigeerd kan worden voor het feit dat er veel interconnectie is met buitenland.

Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe met gemeentes en provincies in gesprek te gaan over gezamenlijke uitgangspunten voor de plaatsing van windmolens op land en daarbij ook de normen uit omringende landen meenemen.

Parlementaire agenda [23-02-2022] - Plenair debat Klimaatnota met MEZK en MKE

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1085

De Minister voor KenE zegt toe een technische briefing aan de Kamer te verzorgen over first come first serve principe.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

Niet meer van toepassing

De Minister voor KenE zegt toe om in het vierde kwartaal van 2022 de voorhang aan de Kamer te sturen van nieuwe regels voor inpassingsnormen wind op land.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe voor de zomer in gesprek te gaan met gemeenten en provincies over gezamenlijke uitgangspunten voor tussentijdse afstandsnormen voor wind op land.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1085

De Staatssecretaris van EZK zegt toe, in het kader van de discussie over hoge gasprijzen, te komen met een kabinetsvisie over hoe Nederland er in 2030 eruit gaat zien.

Parlementaire agenda [27-10-2021] - Debat Fit for 55

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1319

De Minister voor KenE zegt toe bij aanpassing elektriciteitswet in het najaar te bezien hoe we de kosten netbeheerders en stimulering van opslag beter een plek kunnen geven.

Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023

Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 448

De Minister voor KenE zal vóór de zomer de Kamer informeren over de uitwerking van het instrument voor stimulering van warmtenetten.

Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023

Afgedaan met Kamerstuk 30 196, nr. 815

De Minister voor KenE informeert de Kamer op korte termijn over Europese eisen voor biogrondstoffen en de laatste stand van zaken daarvan, en hoe we omgaan met inzet van duurzame biogrondstoffen met laagwaardige energie doeleinden.

Parlementaire agenda [24-03-2022] - CD SDE++ 2021, openstelling SDE++ 2022 en voorstel aanpassing SDE++ per 2023

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1039

De Minister voor KenE zal de Kamer informeren over de uitkomsten van de MKBA Deltacorridor als deze af is.

Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe in gesprek te gaan met partijen en kennisinstellignen of we naar 8 GW kunnen gaan. Hij komt in het najaar terug op gesprekken in het kader van het NWP, en ook op de vraag of doelstellingen aangescherpt moeten worden.

Parlementaire agenda [13-04-2022] - CD Waterstof

Onderhanden

De Minister voor KenE zal in de volgende Fit for 55 een analyse geven van blootstelling aan externe effecten van de industrie onder het CBAM.

Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad

Afgedaan met ID 17 098

De Minister voor KenE zal bij verdere uitwerking van de kernenergieplannen terugkomen op de inzet van kernenergie voor elektriciteits productie/ waterstofproductie, samen met andere lidstaten.

Parlementaire agenda [22-06-2022] - CD Energieraad

Onderhanden

TZ202211-199: De Minister voor KenE zegt toe in de brief over kernenergie eind 2022 de Kamer te informeren over de status van de ontmantelingskosten centrale Borssele.

Parlementaire agenda [28-09-2022] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur en RES

Onderhanden

TZ202210-002: De Minister voor KenE zal de Kamer informeren over de uitkomst van gesprekken met sectoren over het overbruggen van komende periodes, zodra deze gesprekken zijn afgerond.

Parlementaire agenda [15-09-2022] - CD Gasmarkt en leveringszekerheid

Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 354

TZ202210-115: De Minister voor KenE zegt toe in het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) terug te komen op het idee voor een gezamenlijk kennisplatform voor een Europees Energiesysteem.

Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1280

De Minister voor KenE zegt toe in de NPE brief in te zullen gaan op inpassing 70GW wind op zee in relatie tot kernenergie.

Parlementaire agenda [13-10-2022] - CD Kernenergie

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1280

De Minister voor KenE zegt toe onderzoek te doen om te kijken welke maatregelen er nodig zijn voor circulariteit en grondstoffen zodat dit standaard wordt bij energieprojecten.Minister verwerkt het in tenders voor wind op zee.

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Afgedaan met Kamerstuk 32 852, nr. 291

De Minister voor KenE komt met een schriftelijke appreciatie van het amendement ILT van GL.

Parlementaire agenda [22-11-2022] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (XIII)

Afgedaan met Kamerstuk 36 200,-XIII nr. 86

De Minister voor KenE zal de koolstofbudgetbenadering nader onderzoeken voor de tweede wetswijziging van de Klimaatwet in combinatie met de motie Bontenbal over sterk fluctuerende emissies in de elektriciteitssector.

Parlementaire agenda [08-02-2023] - Debat Implementatie Europese klimaatwet (36 169) re- en dupliek

Onderhanden

TZ202304-079: De Minister voor KenE zal met MVRO in tweede zonnebrief voor zomerreces over de norm voor zonne-energie.

Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1281

TZ202304-079: De Minister voor KenE zegt toe in de tweede zonnebrief in te gaan op de kansen die het IMVO convenant biedt.

Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1281

De Minister voor KenE zegt toe in de brief over de openstelling van de SDE 2024 in te gaan op IMVO en het plan van PvdA inzake het introduceren meer participatieve vormen in de SDE.

Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

Onderhanden

TZ202304-085: De Minister voor KenE zegt toe indien mogelijk dit voorjaar, uiterlijk zomer, terug te komen op het idee van een kwaliteitsbudget, nav motie Boucke.

Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

Onderhanden

TZ202304-081: De Minister voor KenE zegt toe in de tweede helft van 2023 de Kamer te informeren overde aanwijzing van go to areas.

Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

Onderhanden

TZ202304-082: De Minister voor KenE zegt toe in het derde kwartaal van 2023 de voortgangsrapportage Wind op zee aan de Kamer te sturen.

Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

Afgedaan met Kamerstuk 33 561, nr. 59

TZ202304-086: De Minister voor KenE zegt toe net na het zomerreces het tijdpad voor tendering van offshore waterstof aan de Kamer te sturen.

Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

Onderhanden

TZ202304-088: De Minister voor KenE zegt toe om na zomer te reageren om TNO van 9 maart 2023.

Parlementaire agenda [09-03-2023] - CD Elektriciteitsnet, energie-infrastructuur & RES

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1309

De Minister voor KenE zegt toe zich in te zullen spannen om in de MoU over TenneT bredere synergiën te zullen borgen voor samenwerking tussen Nederland en Duitsland op energie.

Parlementaire agenda [19-04-2023] - CD Toekomst TenneT Duitsland

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe de ACM nogmaals te wijzen op goed toezien op dat de jaarafrekeningen inzichtelijk zijn.

Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Klimaat en Energie (algemeen) (CD 15/2)

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe bij het pakket aan klimaatmaatregelen in het voorjaar de voor- en nadelen van de verschillende opties voor aanpassing van de Energiebelasting te laten zien ter onderbouwing van de gemaakte keuzes.

Parlementaire agenda [23-03-2023] - TMD Klimaat en Energie (algemeen) (CD 15/2)

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe met de Staatssecretaris van Financien in kaart te brengen welke fossiele subsidies er zijn en de Kamer daarover te informeren.

Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe in de Routekaart opslag in te gaan op ondersteuning van thuisbatterijen en grondstoffen van batterijopslag. Ook in gaan op productie kant en verwerkingskant van afval. Dit voorjaar aanbieding aan Kamer.

Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest

Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 430

De Minister voor KenE zegt toe een berekening van effect van afbouw salderingsregeling te maken bij een aantal standaardhuishouden.

Parlementaire agenda [26-01-2023] - Debat Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Wet belastingen op milieugrondslag ter uitvoering van de afbouw van de salderingsregeling voor kleinverbruikers (35 594) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

TZ202304-066: De Minister voor KenE zegt toe om de Kamer voor de zomer, n.a.v. de afronding van de onderhandelingen over de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED) en de nieuwe impactanalyse voor Nederland door TNO, een brief over de vaststelling van de sectorspecifieke energiebesparingsdoelen te doen toekomen.

Parlementaire agenda [29-03-2023] - CD Verduurzaming Industrie

Onderhanden

TZ202304-065: De Minister voor KenE zegt toe dat hij en de Staatssecretaris van Financiën de Kamer dit voorjaar een brief over fossiele voordelen doen toekomen.

Parlementaire agenda [29-03-2023] - CD Verduurzaming Industrie

Onderhanden

TZ202302-125: De Minister voor KenE zegt toe in een volgende ronde met gedragswetenschappers expliciet de vraag voor te leggen wat de toegevoegde waarde is van een verbod op fossiele reclames en hierover schriftelijk bij de Kamer op terug te komen.

Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen)

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1309

TZ202302-127: De Minister voor KenE zegt toe om in de volgende brief over biomassa in te gaan op het aanscherpen van voorwaarden voor biomassa, waaronder onderzoek op locatie.

Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen)

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1233

TZ202302-128: De Minister voor KenE zegt toe in de brief over klimaatneutraliteit en de brief over de 2e wijziging van de Klimaatwet in te gaan op de suggesties die groene organisaties hebben gedaan over het koolstofbudget.

Parlementaire agenda [15-02-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen)

Onderhanden

TZ202304-010: De Minister voor KenE informeert de Kamer in het voorjaar over de doelstellingen bij scope 2 en scope 3-emissies.

Parlementaire agenda [30-03-2023] - CD Internationale Klimaatstrategie met MBHOS

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe dat als we weten dat maatregelen impact kunnen hebben op het Nederlandse bedrijfsleven, we ook niet onnodig risico’s moeten gaan nemen

Parlementaire agenda [17-04-2023] - Notaoverleg Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) & Aanvullend klimaatbeleid

Onderhanden

TZ202306-319: De Minister voor KenE stuurt In het najaar een brief naar de Kamer over de samenstelling en de representativiteit burgerforum.

Parlementaire agenda [28-06-2023] - CD Nationaal burgerforum klimaat- en energiebeleid

Onderhanden

TZ202306-318: De Minister zal in de stand-van zakenbrief burgerforum, inclusief de publiciteitscampagne, aan de kamer doen toekomen.

Parlementaire agenda [28-06-2023] - CD Nationaal burgerforum klimaat- en energiebeleid

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe het definitieve Nationaal plan energiesysteem (NPE) begin december 2023 naar de Kamer te sturen.

Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 (CD 20/4)

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1319

De Minister voor KenE zegt toe binnenkort schriftelijke terug te komen op de vraag van het lid Bontenbal over het door netbeheerders delen van informatie over netcongestie.

Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Gasmarkt en leveringszekerheid (CD 1/6)

Afgedaan met Kamerstuk 29 023, nr. 451

De Minister voor KenE zegt toe in de volgende brief ‘Update net-zero industrie act’ nader in te gaan op de Duitse plannen en ideeën en de staalindustrievergoeding

Parlementaire agenda [20-06-2023] - TMD Gasmarkt en leveringszekerheid (CD 1/6)

Afgedaan met Kamerstuk 21 501-33, nr. 1050

De Minister voor KenE zegt toe dat bij de voorjaarsbesluitvorming 2024 de kernenergiegelden uit het Klimaatfonds zullen worden bestemd (€ 4,6 mld).

Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274)

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe om volgend jaar in het voorjaar de Kamer te informeren over of en zo ja hoeveel publiek geld er nog nodig is voor kernenergie (of in ieder geval dit zo concreet mogelijk te maken).

Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274)

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe om in het format van de fiches een motiveringsplicht op te nemen zodat duidelijk is tussen welke partijen (bedrijven en andere nongouvernementele organisaties) en welke bewindspersonen communicatie is geweest.

Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274)

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1309

De Minister voor KenE zegt toe om jaarlijks onafhankelijk advies bij PBL aan te vragen voor het meerjarenprogramma klimaat.

Parlementaire agenda [04-07-2023] - Debat inzake Tijdelijke wet Klimaatfonds (Kamerstuk 36274)

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1291

TZ202309-057: De Minister zegt toe in de brief over aanpak Small Modular Reactors (SMR’s, kleine modulaire kernreactoren) specifieke aandacht te besteden aan de wensen en eisen van provincies en het rijk en specifieke locatie-eisen.

Parlementaire agenda [13-09-2023] - CD Energiesysteem 2050 & Kernenergie

Onderhanden

TZ202309-058: De Minister zegt toe in het definitieve Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) aandacht te besteden aan de vereisten rond de locaties van normale kerncentrales.

Parlementaire agenda [13-09-2023] - CD Energiesysteem 2050 & Kernenergie

Afgedaan met Kamerstuk 32 645, nr. 121

TZ202309-094: De Minister zegt toe de Kamer extra te informeren over het diplomatieke werk rond fossiele subsidies in o.a. het verslag over de aankomende Energieraad.

Parlementaire agenda [27-09-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen)

Afgedaan met Kamerstuk 21 501-08, nr. 913

TZ202308-047: De Minister voor KenE zegt toe binnenkort schriftelijke terug te komen op de vraag van het lid Bontenbal over het door netbeheerders delen van informatie over netcongestie.

Parlementaire agenda [15-06-2023] - CD Energieraad (formeel) d.d. 19 juni 2023

Onderhanden

TZ202309-096 De Minister zegt toe in de bredere evaluatie van de SDE++ in zal gaan op de positionering van energiecoöperaties

Parlementaire agenda [27-09-2023] - CD Klimaat en Energie (algemeen)

Onderhanden

TZ202306-311 De Minister voor KenE zegt toe om in het eerste kwartaal van 2024 per brief een beter inzicht te geven in de SDE-middelen

Parlementaire agenda [15-06-2023] - WGO Voorjaarsnota en steunmaatregelen energiecrisis MEZK/MKEWijziging van de begrotingsstaten van hetMinisterie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2023

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe om in het Nationaal Plan Energiesysteem te kijken naar een uitfasering voor het gebruik van aardgas.

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1319

De Minister voor KenE zal binnenkort een update geven in de begeleidende brief bij het wetsvoorstel groen gas over gesprekken met provincies en gemeentes en de sector rond onkosten die door ondernemers zijn gemaakt n.a.v. aanpassing van basisbedragen in de SDE++ rond groen gas.

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

De Minister voor KenE zal bij het wetsvoorstel groen gas aangeven wat de potentiële CO2 reductie van mestvergisting is.

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe in de tweede termijn terug te komen op hoe de nettarieven in de toekomst worden toegedeeld aan de gebruikers.

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe om, in het kader van een programmatische aanpak voor beoordeling van voorstellen voor kleine modulaire reactoren, de concrete casus van dhr. Boswijk te zullen bekijken.

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe om serieus te kijken naar standaardisatie van de tiphoogte van windturbines in het kader van de vormgeving van tenders.

Parlementaire agenda [12-10-2023] - Begroting Economische Zaken en Klimaat (36 410-XIII) (inclusief Nationaal Groeifonds (36 410-L) antwoord 1e termijn + rest

Onderhanden

Toezegging aan de Kamer om te zorgen dat de toezichthouder voor het duurzaamheidskader er dus op toeziet dat de certificering door de hele keten, van bron tot eindgebruiker, goed functioneert en dat alle partijen hun rollen goed hebben vervuld. Hierdoor kan de eindgebruiker erop vertrouwen dat de biogrondstoffen bij de bron duurzaam zijn geproduceerd, en bovendien op een correcte wijze door de keten bij hen terecht is gekomen. De komende maanden wordt de inrichting van het toezicht verder uitgewerkt, evenals wie de toezichthouder wordt. Wij houden uw Kamer hiervan op de hoogte.

Toegezegd in brief: Kabinetsaanpak Klimaatbeleid - Stand van zaken uitvoering duurzaamheidskader biogrondstoffen (32813-1343)

Onderhanden

TZ202211-130: De Minister voor KenE zegt toe in het voorjaar een brief te sturen over CCS.

Parlementaire agenda [09-11-2022] - CD Verduurzaming Industrie

Afgedaan met Kamerstuk 32 813, nr. 1298

De Minister voor KenE zegt toe in een latere brief te zullen verwijzen naar genoemde motie in de motie (van der Lee en Kroger)

Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Waterstof, groen gas en andere energiedragers (CD 8/12)

Onderhanden

De Minister voor KenE zal terugkomen op het idee dat gas uit de Noordzee ingekocht kan worden door bedrijven die leveren aan Nederlandse consumenten.

Parlementaire agenda [31-05-2023] - Dertigledendebat over 'het bericht dat het kabinet schulden wil overnemen van mensen die de energie niet kunnen betalen en over de verkoop van 17,5 miljard kuub gas aan het buitenland’.

Onderhanden

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat zegt toe te bekijken welke toerismeplannen reeds op regionaal niveau aanwezig zijn en informeert de Kamer hierover voor 1 mei 2020

Parlementaire agenda [23-01-2020] - AO Toerisme

Onderhanden

Tabel 98 Toezeggingen Minister voor Klimaat en Energie aan Eerste Kamer

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken

De Minister voor KenE zegt toe inzicht te geven in de berekening van de nadeelcompensatie voor de kolencentrales.

Parlementaire agenda [11-05-2021] - Debat Wet Kolen

Afgedaan met Kamerstuk 35 668, nr. 51

De Minister voor Klimaat en Energie zal in de volgende rapportage een reflectie geven over de opportuniteit van subsidieverlening aan bedrijven met achterblijvende klimaadinvesteringen.

15-06-2022] Debat Regeringsverklaring Eerste Kamer

Onderhanden

De Minister voor KenE zegt toe dat het kabinet bij de uitwerking van de TK-motie Segers/Marijnissen inzake de werking van de energiemarkt ook de voor- en nadelen van een staatsdeelneming in een energiebedrijf als mogelijk sturingsmechanisme zal meenemen.

Parlementaire agenda [18-10-2022] - EZK: Algemene Politieke Beschouwingen EK

Onderhanden

Toezegging Gesprekken Q4 emitters (36.169) (T03699) De Minister voor Klimaat en Energie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Janssen (SP), toe dat hij de Kamer uiterlijk in Q4 per brief informeert over de uitkomsten van de gesprekken. De gesprekken zullen zich vooral focussen op de zes regio’s waar de grootste emitters zitten. Daarbij gaat het ook om de best beschikbare technieken in den brede en niet alleen op het gebied van energiebesparing.

Parlementaire agenda [27-06-2023] - Debat over het wetsvoorstel Implementatie Europese klimaatwet (36169)

Onderhanden

Toezegging Gesprekken en brief actief vergunningenbeheer (36.169) (T03700) De Minister van Klimaat en Energie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Janssen (SP), toe dat hij in de komende tijd met de nieuwe gedeputeerden in alle provincies het gesprek aan zal gaan over hoe samen als Rijk, provincies en omgevingsdiensten actief vergunningenbeheer nog verder te kunnen versterken en daarbij de best beschikbare technieken nog beter te kunnen afdwingen, zodat dat niet via de route van subsidiëring hoeft. De Minister zal hier per brief op terugkomen.

Parlementaire agenda [27-06-2023] - Debat over het wetsvoorstel Implementatie Europese klimaatwet (36169)

Onderhanden

Tabel 99 Toezeggingen Staatssecretaris Mijnbouw aan Tweede Kamer

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken

Toezegging om in de evaluatie van het landelijk loket ook expliciet terug laten komen hoe het staat met de overeenkomsten tussen Mijnbouwbedrijven en het landelijk loket en de mate waarin er wordt opgezegd of dreigt te worden opgezegd. (Dik-Faber (CU))

Parlementaire agenda [11-03-2020] - VAO Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zal bekijken of het noodzakelijk is de Mijnbouwwet aan te passen naar aanleiding van de afspraken in het coalitieakkoord en de Kamer voor het zomerreces informeren.

Parlementaire agenda [25-01-2022] - CD Wadden met I&W, EZK en LNV

Onderhanden

De Staatssecretaris zal de Kamer infomeren over een voorstel van de KNMI voor een onafhankelijk meetnetwerk van de KNMI.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Onderhanden

De Staatssecretaris zegt toe een pilot te starten naar geothermie in Limburg.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe een tussentijdse evaluatie te houden van de Mijnbouwwet na drie jaar.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zal voor de zomer met een voorstel komen voor hoe het boren in de Wadden onmogelijk wordt gemaakt middels een wijziging in wet- en regelgeving.

Parlementaire agenda [17-02-2022] - Plenair debat Mijnbouw

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zal de Kamer in de zomer 2022 informeren over het tevredenheidsonderzoek.

Parlementaire agenda [30-03-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

05-02-2024 Afgedaan met Kamerbrief «Afronding beoordelingen en tevredenheidsonderzoek» (12-12-2023) Kamerstuknummer: 41018355

De Staatssecretaris Mijnbouw zal de Kamer voor de zomer informeren via een contourennota of een brief met hoofdlijnen over mogelijkheden voor aanpassingen van de Mijnbouwwet.

Parlementaire agenda [12-04-2022] - Interpellatie-Omtzigt over uitvoering van de motie inzake opschorting van afvalwaterinjecties door de NAM in Twente

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw komt voor het zomerreces terug op de vraag van lid Kröger over de juridische mogelijkheden voor het weren van Gazprom uit het energiesysteem.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt voor de zomer het door zijn voorganger toegezegde afbouwplan van fossiele winning in relatie tot de 1,5 graden doelstelling uit het Klimaatakkoord.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt in de tweede helft van het jaar een brief over zoutwinning aan de Kamer.

Parlementaire agenda [02-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De Staatsecretaris Mijnbouw zegt toe in kaart te brengen welke opties er zijn om te voorkomen dat er telkens naar juridische middelen gezocht hoeft te worden om de kosten voor schade en versterken bij de NAM in rekening te brengen, en betrekt daarbij ook de mogelijkheid van een heffing.

Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De Staatsecretaris Mijnbouw stuurt voor het volgende debat de analyse met de juridische mogelijkheden van het weren van Gazprom uit het energiesysteem.

Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De Staatsecretaris Mijnbouw komt terug t.a.v. plan 1,5 graad.

Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

TZ202212-049: De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt uiterlijk in januari het rapport over gaswinning in relatie tot de klimaatdoelen (1,5 graad) naar de Kamer.

Parlementaire agenda [06-12-2022] - WGO Groningen

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt een brief over de verklaring van de top in Montreal over biodiversiteit en de gevolgen voor de Waddenzee.

Parlementaire agenda [20-12-2022] - TMD Mijnbouw/Groningen (CD 29/9)

Afgedaan met Kamerstuk 26 407, nr. 139

TZ 202302116: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe te rapporteren over nader onderzoek over hoe gaswinning op de Noordzee zich verhoudt tot het 1,5 graad scenario, het afbouw pad en het koolstofbudget (eind Q2).

Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1174

TZ 202302117: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe de voortgangsbrief over de versnelling van de winning op de Noordzee te sturen naar de Kamer in het tweede kwartaal.

Parlementaire agenda [01-02-2023] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1174 en Kamerstuk 33 529, nr. 158

TZ202304-071: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om met betrekking tot de contourennota met een nadere uitwerkingssleutel van de opbrengstverdeling mijnbouw te komen.

Parlementaire agenda [23-03-2023] - CD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet

Onderhanden

TZ202304-071: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om een notitie over gestapelde mijnbouw aan de Kamer te doen toekomen en daarbij in te gaan op de onderwerpen nazorg en bewijsvermoeden.

Parlementaire agenda [23-03-2023] - CD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet

Onderhanden

TZ202304-072: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om aangaande de suggestie van een periodieke check van vergunningsvoorwaarden en de termijnen hiervoor een brief aan de Kamer te doen toekomen.

Parlementaire agenda [23-03-2023] - CD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet

Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1150

De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt een brief over de planning van de wijziging Mijnbouwwet naar de Kamer.

Parlementaire agenda [23-03-2023] - CD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet

Afgedaan met Kamerstuk 32 849, nr. 229

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om de mogelijkheden om de opbrengsten van mijnbouw te verdelen en de aanwending ervan te laten onderzoeken en daarover zo snel mogelijk aan de Kamer rapporteren.

Parlementaire agenda [06-04-2023] - TMD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet

Onderhanden

TZ 202304073: De Staatssecretaris Mijnbouw informeert de Kamer in het tweede kwartaal over de gevolgen van de actualisatie Deltares en het SodM-advies voor het gebruiksruimtebesluit Waddenzee.

Parlementaire agenda [23-03-2023] - CD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe om een brief met betrekking tot het afbouwpad voor het volgende commissiedebat naar de Kamer te sturen. Tevens zegt hij toe om een voortgangsbrief versnelling winnen op zee naar de Kamer te sturen.

Parlementaire agenda [22-03-2023] - TMD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1150

TZ202211-253: De vraag van het lid Nijboer (PvdA) inzake de Norg-vergoeding wordt doorgeleid naar de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, waarbij wordt verzocht om beantwoording voorafgaand aan het Wetgevingsoverleg Groningen van de commissie voor Economische Zaken en Klimaat.

[21-11-2022] Wetgevingsoverleg :Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage (FIN)

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe bereid te zijn om de contracten met GasTerra vertrouwelijk te laten inzien door de Kamer.

Parlementaire agenda [31-05-2023] - Dertigledendebat over 'het bericht dat het kabinet schulden wil overnemen van mensen die de energie niet kunnen betalen en over de verkoop van 17,5 miljard kuub gas aan het buitenland’.

Onderhanden

TZ202307-041: De Staatssecretaris Mijnbouw onderzoekt de mogelijkheden rondom het opleggen van een extra heffing op de aangerichte schade door de NAM, Shell en Exxon (de olies) voor het volgende CD Mijnbouw/Groningen en stuurt hier een brief over aan de Kamer.

Parlementaire agenda [22-06-2023] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe wettelijk vast te leggen dat financiële beperkingen geen rol mogen spelen bij schadeherstel en versterking.

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Onderhanden

De Staatssecretaris zegt toe een overzicht aan de Kamer te sturen over hoeveel 1) agrobedrijven, inclusief mestkelders, 2) mkb-bedrijven en 3) particulieren nog wachten op afhandeling van de schade of versterking (ijzeren voorraad) en die in aanmerking komen voor de deur-tot-deur benadering.

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe gedurende de zomer een theoretische exercitie te doen waarin de een complete systeemwijziging met betrekking tot schadeafhandeling in beeld wordt gebracht en de Kamer over de uitkomsten te informeren.

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe te rapporteren over het cultuurveranderingstraject en de effecten van de cultuurverandering op staatsdeelnemingen met hetMinisterie van Financiën te bespreken.

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe met de olies in gesprek te gaan en tijdens het volgende commissiedebat terug te komen op een mogelijke heffing op de oliebedrijven om de kosten voor schade en versterken te dekken.

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe dat hij ervoor gaat zorgen dat de olies de kosten voor schade en versterking betalen. Mochten de staat en de olies niet met gesprekken over de bijdrage eens worden, kan een heffing worden ingevoerd, mits dit juridisch mogelijk is.

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw geeft aan de regie met betrekking tot de funderingsproblematiek te willen versterken vanaf de zomer. Hij denkt aan het instellen van een speciale coördinator voor het funderingsherstel.

Parlementaire agenda [30-06-2022] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt toe met de regio te verkennen welke modellen van publiek-private samenwerking er voor economische ontwikkeling in Groningen kunnen zijn en dit met de Kamer te delen.

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Afgedaan met Kamerstuk 2024D01637

De Staatssecretaris zegt toe dat het kabinet de uitkomsten van het parlementaire enquêterapport meeneemt in beslissingen rondom de (financiering van de) Lelylijn en de Nedersaksenlijn.

Parlementaire agenda [07-06-2023] - Debat over het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning (de voortzetting van het debat)

Onderhanden

TZ202307-044: De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt voor het herfstreces de cijfers van de onderliggende TNO analyse afbouwpad/ marktprognoses naar de Tweede Kamer.

Parlementaire agenda [22-06-2023] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1150

TZ202307-045: De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt voor het herfstreces een brief over het vervolg van de Limburgse aanpak mijnbouwschade.

Parlementaire agenda [22-06-2023] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met Kamerstuk 32 849, nr. 238

TZ202307-046: De Staatssecretaris Mijnbouw stuurt voor het herfstreces een brief over de opzet van het onderzoek zeldzame aardmetalen naar de Tweede Kamer.

Parlementaire agenda [22-06-2023] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

TZ202307-047: De Staatssecretaris Mijnbouw rapporteert, zodra de sector ermee komt, ook over schadevoorziening geothermie in oktober.

Parlementaire agenda [22-06-2023] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De Staatssecretaris zegt toe een bezoek te brengen aan de regio Middelie na het zomerreces.

Parlementaire agenda [22-06-2023] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan. De staatssecretaris Mijnbouw heeft op 18 september 2023 een bezoek gebracht aan Middelie

TZ202310-127: Met betrekking tot de B&C - schades onderzoekt de Staatssecretaris in de komende weken de onrechtvaardige gevallen en wat daarvoor gedaan kan worden hij informeert de Kamer hierover voor het kerstreces.

Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen

Afgedaan met Kamerstuk 33 529, nr. 1209

TZ202310-128: De Staatssecretaris gaat met de deken van de orde van advocaten in gesprek over de zorgen omtrent de regeling rechtsbijstand.

Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen

Onderhanden

TZ202310-129: De Staatssecretaris stuurt de Kamer voor het kerstreces een terugkoppeling van het gesprek met de operators op de Noordzee.

Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen

Onderhanden

TZ202310-130: De Staatssecretaris stuurt in het eerste kwartaal 2024 een brief over de uitkomsten van het onderzoek naar bodemdaling.

Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen

Onderhanden

TZ202310-131: Eind november stuurt de Staatssecretaris een brief over de uitkomsten van de gesprekken over de stand van zaken Schoonebeek.

Parlementaire agenda [16-10-2023] - WGO Groningen

Afgedaan met Kamerstuk 32 849, nr. 239

De Staatssecretaris komt bij de Kamer terug op de wens om een minimum niveau voor veiligheid en duurzaamheid af te spreken voor het aardbevingsgebied (op basis van het advies van de Commissie Van Geel).

Parlementaire agenda [28-09-2023] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De Staatssecretaris zegt toe de uitvoeringstoets (Commissie van Geel) naar de kamer te sturen als deze af is.

Parlementaire agenda [28-09-2023] - CD Mijnbouw/Groningen

Onderhanden

De Staatssecretaris zegt toe met de NCG in gesprek te gaan over de signalen met betrekking tot de 10- en 17k regeling (als de Staatssecretaris de signalen van Kamerlid Beckerman ontvangt). De Staatssecretaris gaat ook in gesprek met de NCG over de tijdelijke huisvesting.

Parlementaire agenda [28-09-2023] - CD Mijnbouw/Groningen

Niet meer relevant

TZ202309-105: In gesprek met gemeenten over de hogere OZB-toeslag bij hogere WOZ-waarde na versterking woning.

Parlementaire agenda [28-09-2023] - CD Mijnbouw/Groningen

Afgedaan met Kamerstuk 39143881

TZ 202304069: De staatssecretaris Mijnbouw zegt toe in samenwerking met De Minister voor Klimaat en Energie een risico- en veiligheidsstrategie aangaande de energietransitie aan de Kamer te doen toekomen.

Parlementaire agenda [23-03-2023] - CD Contourennota aanpassing Mijnbouwwet

Onderhanden

Tabel 100 Toezeggingen Staatssecretaris Mijnbouw aan Eerste Kamer

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken

T03598: De Staatssecretaris zal de casussen aangeleverd door Eerste Kamerlid Kluit met betrekking tot het financieel in de knel komen van burgers door de extra gelden die zij ontvangen van de staat uitzoeken, en zal hier de Kamer over rapporteren.

Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB

Onderhanden

T03601: De Staatssecretaris Mijnbouw zal in gesprek gaan met de NCG, provincie, gemeenten en vertegenwoordigers van bewoners om te kijken of de cöordinatiebepaling nog goed werkt, en zo niet, hoe op een andere manier geborgd kan worden dat eigenaren alleen met de NCG contact hoeven te hebben voor de vergunningverlening en het versterkingsbesluit.

Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB

Onderhanden

De Staatssecretaris Mijnbouw zegt aan de Eerste Kamer toe dat dorpen voorbereidend werk op de dorpenaanpak mogen verrichten, en zal met betrokken wethouders die over de versterking in hun dorpen gaan hierover spreken.

Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB

Onderhanden

T03602: De Staatssecretaris Mijnbouw zegt aan de Eerste Kamer toe in de komende weken te kijken of er ruimte is om in individuele gevallen een uitzondering te maken op de verplichting om een akte van cessie voor de claim van een bewoner richting NAM te tekenen.

Parlementaire agenda [11-04-2023] - Debat Wetsbehandeling Versterking gebouwen en Novelle Verbetering uitvoerbaarheid met SMB

Onderhanden

Bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek

In het kader van operatie Inzicht in Kwaliteit van het kabinet is het overzicht met beleidsdoorlichtingen omgevormd tot een Strategische Evaluatie Agenda (SEA). Net als voorgaande twee jaren betrof 2023 een leerjaar met de SEA. In 2022 is nog een traditionele beleidsdoorlichting afgerond.

In deze ‘Bijlage afgerond evaluatie- en overig onderzoek’ wordt ingegaan op afgeronde onderdelen van de SEA in 2022 en 2023. Voor afgeronde evaluaties/onderzoeken in het verslagjaar 2023 zijn tevens korte samenvattingen met conclusies/aanbevelingen opgenomen die onder de desbetreffende tabellen worden weergegeven.

Tabel 101 SEA-thema: Goed functionerende (digitale) economie en markten

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotings-artikel(en)

Vindplaats

Goed functionerende economie en markten

Synthese

2022

Afgerond

1

Kamerstuk 30 991, nr. 37

Goed functionerende (digitale) economie en markten

Synthese

2027

Anders1

1

 

Instrumentevaluaties / monitor:

     

Evaluatie roadmap digitaal veilige hard- en software

ex-post

2022

Afgerond

1

Kamerstuk 26 643, nr. 867

Evaluatie bemiddelingsdienst doven en slechthorenden

ex-post

2022

Afgerond

1

Kamerstuk 26 643, nr. 906

Evaluatie subsidie ECP (DE-breed)

ex-post

2023/2024

Afgerond

1

Kamerstuk 36 410 XIII, nr. 92

Nulmeting Nederlandse Cybersecuritystrategie (NLCS, coordinatie JenV, WODC)

ex-ante

2023/2024

Afgerond

1

Kamerstuk 26 643, nr. 1128

Evaluatie Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON)

ex-post

2023

Afgerond

1

Kamerstuk 34 739, nr. 12

Evaluatie van de instellingen onder de waarborgwet

ex-post

2022

Afgerond

1

Kamerstuk 27 879, nr. 89

Raad voor Accreditatie

ex-post

2021/2022

Afgerond

1

Kamerstuk 25 268, nr. 203

Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)

ex-post

2024

Lopend2

1

 

Evaluatie aangewezen instanties metrologiewet

ex-post

2024

Afgerond

1

Kamerstuk 33 159, nr. 7

Evaluatie doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van het CBS

ex-post

2022

Afgerond

1

Kamerstuk 25 268, nr. 209

Evaluatie Ministeriële Regeling en beleidsregel CBS

ex-post

2023

Afgerond

1

Kamerstuk 36 200 XIII, nr. 131

Adviesgroep Gids Proportionaliteit

ex-post

2022

Afgerond

1

Kamerstuk 34 252, nr. 23

Evaluatie Universele Postdienst

ex-post

2022

Afgerond

1

Kamerstuk 29 502, nr. 184

X Noot
1

De beleidsdoorlichting van artikel 1 is in 2022 afgerond. Een belangrijk deel van het digitale economie beleid is hierin meegenomen. Een ander deel, het ICT-innovatiebeleid, was betrokken in de doorlichtingen van artikel 2 en 3 van de EZK begroting in 2020. Inmiddels is een groot deel van het digitale economie beleid samengebracht op artikel 1 van de EZK begroting waarvoor conform de ontwerpbegroting EZK 2024 een synthese wordt voorzien in 2027.

X Noot
2

Bevindt zich in een afrondende fase.

Samenvatting afgeronde evaluaties 2023 SEA-thema: Goed functionerende (digitale) economie en markten

Evaluatie subsidie ECPOp grond van Kaderwet EZ-subsidies artikel 2, lid 1b (incidentele subsidiebeschikking met een wettelijke grondslag) heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (hierna: EZK) de subsidierelatie met ECP Platform voor de informatiemaatschappij (hierna: ECP) laten evalueren. Het is gebruikelijk dat subsidierelaties eens in de vijf jaar worden geëvalueerd. Het doel van deze evaluatie was om de subsidiebeschikking en de onderliggende samenwerking van de afgelopen jaren tussen EZK en ECP tegen het licht te houden. Een conclusie is dat de samenwerking tussen EZK en ECP in de basis goed verloopt. Waar het gaat over de ontwikkeling van de zakelijke kant van de subsidierelatie tussen het ministerie van EZK en ECP, zijn volgens de onderzoeker wel verbeteringen mogelijk. De aanbevelingen worden serieus genomen en worden reeds meegenomen in gesprekken met ECP. Zo wordt er bijvoorbeeld met elkaar kritisch gekeken of een onderwerp onder de subsidiebeschikking kan vallen of anders moet worden belegd dan wel (Europees) moet worden aanbesteed.

Nulmeting Nederlandse Cybersecuritystrategie (NLCS; coördinatie JenV, WODC)Dialogic heeft in opdracht van het WODC een nulmeting van de Nederlandse Cybersecuritystrategie (NLCS) uitgevoerd. Daarbij is voor elke in de NLCS beschreven activiteit de meetbaarheid van de uitvoering beoordeeld en de huidige status van de activiteit via een nulmeting vastgesteld. Ook is in het rapport een monitoringsstructuur voor de NLCS opgezet. Er wordt geconcludeerd dat de meetbaarheid van de NLCS behoorlijk is verbeterd ten opzichte van haar voorlopers. Dat komt met name door de formulering van de activiteiten, het benoemen van eigenaren en betrokkenen en de structuur van de strategie (met activiteiten, subdoelen, doelen en pijlers). De minister van JenV coördineert de NLCS. Een goed deel van de EZK-activiteiten daarin bevindt zich in Pijler 2. Van de in totaal 28 activiteiten wordt geoordeeld dat er 15 activiteiten eenvoudig meetbaar zijn, 9 complex maar meetbaar, 3 slecht meetbaar en 1 vertrouwelijk (AIVD-activiteit).

Evaluatie Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON)

De Wet Informatie-uitwisseling Boven- en Ondergrondse Netten en Netwerken (Wibon) is gericht op het voorkomen van graafschade. Deze wet is voor de continuïteit van levering van nutsvoorzieningen en het optimaal functioneren van de Nederlandse economie van wezenlijk belang. Uit de evaluatie van deze wet volgt dat overkoepelend de wet doelmatig en doeltreffend is, maar dat er tegelijkertijd ook ruimte is voor verbetering. De belangrijkste punten van verbetering zien op goed opdrachtgeversschap, zorgvuldig graven, naleving van de eis voorzorgsmaatregelen, verbetering van liggingsinformatie, afwijkende liggingen, preventie bij aanleg en de uitvoering van het Kadaster en toezicht van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur. Voor deze bevindingen zijn er aanknopingspunten om een verbetering te realiseren door aanpassing van wet- en regelgeving. Nadere uitwerking hiervan is aan een volgend kabinet.

Evaluatie aangewezen instanties metrologiewetIn opdracht van EZK heeft KWINK de wettelijk voorgeschreven evaluatie uitgevoerd van de doeltreffendheid van het functioneren van het systeem van aangewezen instanties op grond van de Metrologiewet. Deze evaluatie gaat over de periode 2019-2022. Overkoepelend is de conclusie dat het systeem van aangewezen instanties binnen de Metrologiewet doeltreffend werkt, zowel voor het uitvoeren van conformiteitsbeoordelingen van meetinstrumenten voordat ze in de handel worden gebracht of voordat ze in gebruik worden genomen, als voor het erkennen van keurders. Daarnaast geven de verwachte toekomstige ontwikkelingen – op dit moment – geen aanleiding om het huidige systeem van het erkennen van keurders te heroverwegen.

Evaluatie Ministeriële Regeling en beleidsregel CBS

Naar aanleiding van signalen van een aantal kritische marktpartijen die ook in de Tweede Kamer weerklank vonden zijn in 2020 een beleidsregel en ministeriële regeling ingevoerd met als doel meer duidelijkheid over de rolverdeling marktpartijen/CBS en relatieverbetering tussen CBS en een aantal marktpartijen en brancheverenigingen. Onderzoeksbureau KWINK heeft een onafhankelijke evaluatie gedaan over de beleidsregel en ministeriële regeling. KWINK concludeert dat het overgrote deel van de beoogde doelen is behaald of deels is behaald: 1) het verduidelijken wat het CBS wel en niet mag; 2) een bewuste afweging van overheidspartijen of zij het CBS willen inschakelen; en 3) het beperken van de werkzaamheden voor derden door het CBS. Alleen de gewenste relatieverbetering met een aantal marktpartijen en brancheverenigingen is volgens KWINK niet bereikt. De aanbevelingen uit de evaluatie voor EZK gaan enkel in op relatieverbetering. Het kabinet neemt de aanbevelingen over om nader in gesprek te gaan met betrokken marktpartijen na de uitspraak in het hoger beroep. De evaluatie van KWINK, de kabinetsreactie en de bestuurlijke reactie van het CBS zijn op 12 juli 2023 aangeboden aan de Kamer.

Tabel 102 SEA-thema: Steun- en herstelbeleid Corona

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotings-artikel(en)

Vindplaats

Steun- en herstelbeleid Corona

Synthese

2025

Anders1

2 en 3

 

Instrumentevaluaties / monitor:

     

Monitor Coronamaatregelen ter ondersteuning bedrijfsleven

ex-durante

2020 e.v.

Afgerond

2 en 3

zie: Monitor Coronamaatregelen

TVL/TOGS

ex-post

2024

Lopend2

2

 

TVL Caribisch Nederland

ex-post

2024

Lopend3

2

 

Garantieregeling evenementen/tijdelijke subsidieregeling evenementen (TRSEC/SEG)

ex-post

2024

Lopend4

2

 
X Noot
1

Dit beleid dient ter ondersteuning en herstel van het bedrijfsleven tijdens en na Covid-19. Hierbij wordt samen opgetrokken met FIN en SZW. Een synthese wordt conform de ontwerpbegroting EZK 2024 voorzien in 2025.

X Noot
2

Ondersteunen ondernemers MKB en later ook voor grote bedrijven. Zal tezamen met NOW-evaluatie van SZW geëvalueerd worden. Betreft een kwantitatief onderzoek naar de doeltreffendheid van de NOW-regeling en TVL/TOGS-regeling. Vanwege de grote overlap in gebruik van de regelingen, de doelstellingen en de doelgroep, worden de regelingen in samenhang bezien. Naast deze kwantitatieve evaluatie naar doeltreffendheid, worden de doelmatigheid van de NOW-regeling en TVL-regeling in separate evaluaties onderzocht. Afronding van de evaluatie loopt door in 2024.

X Noot
3

Het steunpakket voor Caribisch Nederland wordt integraal geëvalueerd door BZK. De TVL Caribisch Nederland maakt onderdeel uit van deze evaluatie. Afronding zal plaatsvinden in 2024.

X Noot
4

Ondersteunen specifieke doelgroep. Evaluatie is gestart in 2023 en afronding loopt door in 2024.

Tabel 103 SEA-thema: Ondernemerschap

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotings-artikel(en)

Vindplaats

Ondernemerschap

Synthese

2025

Anders1

2

 

Instrumentevaluaties / monitor:

     

BMKB

ex-post

2022

Afgerond

2

Kamerstuk 32 637, nr. 502

Fiscale regelingen gericht op bedrijfsopvolging

ex-post

2022

Afgerond

2

Kamerstuk 35 925 IX, nr. 30

Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's)

ex-post

2022

Afgerond

2

Kamerstuk 32 637, nr. 502

Qredits

ex-post

2022

Afgerond

2

Kamerstuk 32 637, nr. 502

Evaluatie MKB-(digi)werkplaatsen

ex-post

2024

Lopend2

2

 

Evaluatie pilot Mijn Digitale Zaak

ex-durante

2023

Afgerond

2

Kamerstuk 32 637, nr. 590

Fiscale regelingen startups/gebruikelijk loonregeling innovatieve startups

ex-post

2022

Afgerond

2

Kamerstuk 36 202, nr. 3

Evaluatie Startupdelta en Techleap

ex-post

2023

Afgerond

2

Kamerstuk 32 637, nr. 565

Evaluatie Fastlane

ex-post

2023

Anders3

2

 

Fiscale ondernemerschapsregelingen

ex-post

2024

Lopend2

2

 

Groeifaciliteit (GF)

ex-post

2024

Lopend4

2

 

Seed Capital regeling

ex-post

2024

Lopend4

3

 

Dutch Venture Initiative (DVI)

ex-post

2024

Lopend4

3

 

Vroege Fase Financiering (VFF)

ex-post

2024

Lopend4

3

 

Agentschapsdoorlichting RVO

overig

2022

Afgerond

1, 2, 3, 4 en 5

Doorlichting RVO

Invest-NL

overig

2022

Afgerond

2

Kamerstuk 35 123, nr. 40

X Noot
1

De evaluatieplanning is erop gericht om in 2025 een nieuw synthese onderzoek te doen naar de thema's op het gebied van ondernemerschap.

X Noot
2

Deze evaluatie loopt door in 2024.

X Noot
3

Deze pilot, waarbij RVO gericht startups en scale-ups met groeipotentieel benaderden om hen te wijzen op de mogelijkheden ten aanzien van kennis, regelingen en subsidies, is uiteindelijk niet geëvalueerd. Er bestond geen verplichting tot evaluatie en de beschikbare data waren van onvoldoende kwaliteit voor een gedegen uitspraak over de effectiviteit van de pilot, die inmiddels is gestopt.

X Noot
4

Dit betreft een gezamenlijke evaluatie van GF, Seed Capital, DVI, VFF en IK. Vanwege Europese aanbesteding loopt de evaluatie door in 2024.

Samenvatting afgeronde evaluaties 2023 SEA-thema: Ondernemerschap

Evaluatie pilot Mijn Digitale Zaak

De pilot Mijn Digitale Zaak heeft als doel om belemmeringen in digitalisering weg te nemen voor kleine ondernemers die de digitale basis nog niet op orde hebben. De pilot richtte zich op de retail-sector (non-food), met het idee om hieruit lessen te trekken voor het brede mkb en eventuele opschaling naar andere sectoren. Doeltreffendheid: De digitaliseringsscan, het advies en de routekaart dragen voor ruim de helft van de ondernemers effectief bij aan een hoger bewustzijn om te digitaliseren. Voor ca. 40% voegt het niets of weinig toe. Het platform voor ICT-aanbieders is in de huidige vorm niet doeltreffend. De subsidieregeling heeft voor ca. de helft van de ondernemers geholpen bij het wegnemen van een belemmering met betrekking tot financiering van digitale toepassingen, en leidt bij ca. 70% tot sneller en/of beter doorvoeren van digitaliseringsprocessen. Doelmatigheid: De uitvoeringskosten zijn hoog en daarmee is de microdoelmatigheid laag. Veel kosten waren wel eenmalig vanwege inrichting van de pilot. Ingeschat wordt dat, bij een adequate follow-up, de pilot wel macrodoelmatig is.Aanbevelingen: Definieer duidelijker wat doelgroep en doel ("digitale basis op orde") zijn, breng meer focus aan in inhoud en vergroot de doelgroep. Kies voor een andere invulling van het ICT-aanbiedersplatform.

Evaluatie Startupdelta en Techleap

StartupDelta en Techleap zijn ecosysteem-aanjaagorganisaties die zich inzetten voor het verbeteren van het ecosysteem voor ondernemerschap, met grote betrokkenheid van spelers in het ecosysteem. De missie en ambitie van StartupDelta en Techleap zijn het Nederlandse startup en scale-up ecosysteem te versterken en het tot het sterkste ecosysteem van Europa en top-5 van de wereld te maken.Doeltreffendheid: Het was niet mogelijk om de directe impact te kwantificeren. StartupDelta en Techleap hebben het ecosysteem wel beter in kaart gebracht en op de kaart gezet en hebben een groot bereik gehad onder de ondernemers van startups en scale-ups.Doelmatigheid: In vergelijking met publiek gefinancierde ecosysteem aanjaagorganisaties in het buitenland is StartupDelta in korte tijd buitengewoon efficiënt geweest. Techleap, dat met veel meer middelen en in beperkende omstandigheden (coronapandemie) moest acteren, in mindere mate.Aanbevelingen: Leiderschap en community-vorming en betere data (voor diagnose en dialoog, monitoring en evaluatie) blijven aandacht verdienen. Dit geldt zolang dit nog niet op orde is (data-infrastructuur) of (nog) niet door private partijen wordt overgenomen (leiderschap, community-ondersteuning). Voor de toekomst is naast een generieke benadering, ook een gerichte aanpak op ondernemerschap ten dienste van maatschappelijke uitdagingen wenselijk.

Tabel 104 SEA-thema: Innovatiebeleid

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotings-artikel(en)

Vindplaats

Innovatiebeleid

Synthese

2025

Anders1

2 en 3

 

Instrumentevaluaties / monitor:

     

Monitor Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid

ex-durante

Eerste resultaten in 2021

Lopend2

2

zie: Monitor Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid

Ruimtevaart

ex-post

2024

Uitgesteld3

2

 

Evaluatie NSO

ex-post

2022

Afgerond

2

Kamerstuk 24 446, nr. 77

Intellectueel Eigendomsbeleid

ex-post

2024

Uitgesteld3

2

 

Innovatieprestatiecontracten (IPC)

ex-post

2023

Afgerond

2

Kamerstuk 32 637, nr. 588

Evaluatie Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid

ex-post

2026

Uitgesteld4

2

 

Evaluatie subsidieregeling Instituten voor toegepast onderzoek (TO2-regeling)

ex-post

2022

Afgerond

2

Kamerstuk 32 637, nr. 453

Innovatiebox

ex-post

2023

Afgerond

2

Kamerstuk 36 418, nr. 127

Fundamenteel en toegepast onderzoek

ex-post

2023

Afgerond

3

Kamerstuk 36 200 XIII, nr. 127

Innovatiekrediet (IK)

ex-post

2024

Lopend5

3

 

NWO-TTW

ex-post

2022

Afgerond

2

Kamerstuk 33 009, nr. 118

Evaluatie MIT

ex-post

2023

Afgerond

2

Kamerstuk 32 637, nr. 588

X Noot
1

De evaluatieplanning is erop gericht om in 2025 een nieuw synthese onderzoek te doen voor het thema innovatie.

X Noot
2

De Monitoring en effectmeting (M&E) van het innovatiebeleid (Innovatiehelix, voorheen het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid) is in opbouw. Op deze wijze zullen eerste data verzameld worden. De missies zijn herijkt ten opzichte van 2019, om recht te doen aan de grote uitdagingen waar Nederland nu voor staat, namelijk op de terreinen van: energietransitie en circulaire economie, gezondheid en zorg, landbouw, water en voedsel, en veiligheid (zie: Kamerstuk 33 009, nr. 120).

X Noot
3

Evaluatie is doorgeschoven naar 2024.

X Noot
4

Evaluatie in 2026. Een tussenevaluatie in 2023 bleek niet haalbaar om al effecten te meten. Tevens wordt er in 2023 een nieuw Kennis- en innovatieconvenant (KIC) opgesteld. Naar aanleiding van het rapport van Commissie Ter Weel (Durf te leren, ga door met meten, 2022) worden mogelijkheden voor evaluatie verder bezien.

X Noot
5

Dit betreft een gezamenlijke evaluatie van GF, Seed Capital, DVI, VFF en IK. Vanwege Europese aanbesteding loopt de evaluatie door in 2024.

Samenvatting afgeronde evaluaties 2023 SEA-thema: Innovatiebeleid

Evaluatie InnovatiePrestatieContracten (IPC)

De hoofddoelstelling van de regeling is het verhogen van de innovatiekracht van het mkb door meer samenwerking en door de inzet van externe kennis door het collectief aanzetten van groepen mkb-bedrijven tot het uitvoeren van een meerjarig innovatieplan in een IPC-project.Doeltreffendheid: Op basis van de uitgevoerde econometrische analyse zijn geen aanwijzingen gevonden voor een substantieel effect van deelname aan de IPC. Noch op het doen van R&D en innovatie noch op resultaatvariabelen als omzet, fte of productiviteit.Doelmatigheid: De uitvoeringskosten zijn relatief (bijvoorbeeld vergeleken met die van de MIT) beperkt, de administratieve lasten eveneens.Aanbevelingen: Omdat het instrument te ongericht is en mogelijk onproductieve samenwerkingen forceert, adviseert het bureau het instrument niet te repareren of aan te scherpen maar het formeel te discontinueren. In plaats daarvan stelt het voor om na te denken over een ander, eenvoudig vormgegeven instrument dat het brede mkb kan helpen zich aan te passen op het gebied van digitalisering en duurzaamheid.

Evaluatie Innovatiebox

De Innovatiebox is een optionele regeling in de Wet op de vennootschapsbelasting (vpb) om netto-voordelen uit zelfontwikkelde immateriële activa die voortvloeien uit speur- en ontwikkelingswerk (S&O) effectief tegen een verlaagd tarief te belasten. Doelstellingen zijn het stimuleren van het Nederlandse vestigingsklimaat en technische innovatie in Nederland.Doeltreffendheid: Op de doelstelling t.a.v. het vestigingsklimaat wordt de Innovatiebox als doeltreffend beoordeeld. Op de andere doelstelling als beperkt doeltreffend met een bang-for-the-buck van € 0,28.Doelmatigheid: Op basis van de tevredenheid van gebruikers en een inschatting van de administratieve lasten en de uitvoeringskosten wordt de regeling als kostenefficiënt gekwalificeerd. T.a.v. de vestigingsklimaatdoelstelling wordt de Innovatiebox als macrodoelmatig beschouwd. T.a.v. het stimuleren van technische innovatie niet.Aanbevelingen: Vereenvoudig de toerekeningsmethodiek. Maak het forfaitaire gebruik makkelijker. Beperk het openeindkarakter. Differentieer in de voorwaarden afhankelijk van het type innovatie en het type gebruiker. Schuif middelen tussen de WBSO en Innovatiebox en van fiscale instrumenten naar subsidieprogramma’s. Verlaag het generieke vpb-tarief.

Evaluatie Fundamenteel en toegepast onderzoekHet doel van het Toekomstfonds is het versterken van de innovatieve kracht van Nederland door het beschikbaar stellen van financiering voor het innovatief en snelgroeiend mkb en voor fundamenteel en toegepast onderzoek. Deze evaluatie richtte zich specifiek op het onderzoeksdeel, bestaande uit: Toekomstfondskrediet OnderzoeksFaciliteiten (TOF), Smart Industry Fieldlabs (SIF), Proof of Concept (PoC) en Thematische Technology Transfer (TTT).Doeltreffendheid: Het beeld van de doeltreffendheid is gemixt. Twee van de vier regelingen (SIF, TOF) zijn onvoldoende doeltreffend. De PoC is doeltreffend maar bescheiden qua budget en bewerkelijk in de uitvoering. De TTT draagt het meest bij aan de gestelde doelen en kan uitgroeien tot een meer regulier valorisatie-instrument. Het Onderzoeksdeel van het Toekomstfonds wordt niet als een samenhangende set van instrumenten gemanaged noch ervaren.Doelmatigheid: De doelmatigheid van de vormgeving van de individuele instrumenten is gemixt. Die van de TOF en SIF is laag. Bij PoC en TTT, waar het eveneens hoog risicovolle activiteiten betreft, is hoger.Aanbevelingen: Duidelijke communicatie over andere invulling van het Onderzoeksdeel. Overweeg een integraal valorisatieprogramma. Overweeg de instrumenten onder te brengen in het bedrijvendeel van het Toekomstfonds en het onderzoeksdeel te behouden voor kleinschalige valorisatie-experimenten.

Evaluatie MKB-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT)

De MIT heeft als doel innovatie in het mkb te bevorderen en het mkb beter aan te laten sluiten bij de Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s, nationaal) en Regionale Innovatiestrategieën voor Slimme Specialisatie (RIS3, regionaal). De MIT bestaat uit twee hoofdmodules: een mkb-versterkingsmodule (haalbaarheidsprojecten; R&D-samenwerkingsprojecten; kennisvouchers; innovatieadviesprojecten; en IPC) en een TKI-versterkingsmodule (netwerkactiviteiten; en innovatiemakelaars).Doeltreffendheid: Uit de econometrische analyses blijkt er bij de haalbaarheidsprojecten sprake van een licht positief, tijdelijk, effect op het aantal fte. Bij de R&D-samenwerkingsprojecten lijkt er een meer structurele toename te zijn in het aantal fte en S&O-uren tot drie jaar na toekenning. Overall blijkt de MIT als geheel beperkt doeltreffend te zijn, hoewel het beeld per deelinstrument verschilt.Doelmatigheid: De administratieve lasten zijn te overzien, maar de uitvoeringskosten zijn aanzienlijk. Wat betreft macro-doelmatigheid is er ruimte voor verbetering.Aanbevelingen: Verduidelijk de doelstelling met als mogelijke scenario's de MIT te moderniseren als onderdeel van het missigedreven innovatiebeleid; of als generiek R&D- en innovatie-instrument voor het bredere mkb. De kennisvouchers moeten worden heroverwogen. De haalbaarheidsprojecten moeten strengere eisen krijgen. De TKI-instrumenten kunnen beter vervangen worden door directe financiering van de TKI's. Breng de administratieve lasten terug.

Tabel 105 SEA-thema: Expertcommissie evaluatiemethoden

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotings-artikel(en)

Vindplaats

Expertcommissie evaluatiemethoden (Theeuwes 2.0)

Overig: Ontwikkeling evaluatie-aanpak

2022

Afgerond

1, 2, 3, 4

Durf te leren, ga door met meten

Tabel 106 SEA-thema: Klimaatbeleid

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotings-artikel(en)

Vindplaats

Lerende evaluatie Klimaatbeleid

Ex durante

2024

Lopend1

4

 

Synthese-onderzoek klimaat(mitigatie)beleid

Synthese

2024

Lopend2

4

 

Relevante instrumentevaluaties sector Elektriciteit en Industrie:

     

Monitor Klimaatbeleid

ex-durante

2020 e.v.

Lopend3

2 en 4

Kamerstuk 32 813, nr. 1307

IBO Klimaat

Ex ante

2023

Afgerond

4

Kamerstuk 32 813 , nr. 1177

Monitor RES 1.0 (Regionale Energie Strategie)

ex-durante /ex-post

2021 / 2023 / 2024

Lopend4

4

Kamerstuk 32 813, nr. 1342

Evaluatie SDE+

ex-post

2022

Afgerond

4

Kamerstuk 31 239, nr. 343

Evaluatie TSE-Mooi/DEI+/HER

ex-post

2023

Afgerond

4

Kamerstuk 32 813, nr. 1287

Evaluatie Energie Investeringsaftrek (EIA)

ex-post

2023

Afgerond

4

Kamerstuk 36 202, nr. 158

Evaluatie SDE++

ex-post

2024

Lopend5

4

 

Evaluatie Regeling Indirecte kostencompensatie ETS (IKC-ETS)

ex-post

2022/2023

Afgerond

2 en 4

Kamerstuk 29 826, nr. 196

Speelveldtoets impact klimaatbeleid industrie

ex- ante

2022

Afgerond

2 en 4

Kamerstuk 36 202, nr. 6

Speelveldtoets impact klimaatbeleid industrie

ex- ante

2023

Afgerond

2 en 4

Kamerstuk 29 826, nr. 196

X Noot
1

De Klimaatwet bepaalt dat iedere vijf jaar een herijking van de opgave plaatsvindt op basis van een evaluatie. Er is voor gekozen om dit te doen via een 'lerende evaluatie' en een syntheseonderzoek (zie: Kamerstuk 32 813, nr. 901 en Kamerstuk 32 813, nr. 1229). De lerende evaluatie richt zich op het transformerend vermogen van het klimaatbeleid richting klimaatneutraliteit in 2050. In de lerende evaluatie is in 2022 in samenspraak met betrokken partijen de scope bepaald en een evaluatiekader geformuleerd, in 2023 en 2024 worden sectoranalyses uitgevoerd en via de casuïstiek verdiept. In oktober 2023 zijn de eerste bevindingen gepubliceerd op de website van PBL (zie: https://www.pbl.nl/lekb/publicaties-en-presentaties). Het eindrapport wordt voor zomer 2024 opgeleverd. De uitkomsten worden in het nieuwe klimaatplan 2024 betrokken.

X Noot
2

In 2023 is gestart met een synthese-onderzoek dat inzichtelijk maakt wat we weten over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het klimaat(mitigatie)beleid gericht op het doel van 2030 (zie: Kamerstuk 32 813, nr. 1229). Dit synthese-onderzoek richt zich op de (sector) doelstellingen zoals geformuleerd in het Klimaatplan 2019 (gebaseerd op het Klimaatakkoord), het aanvullend Beleidsprogramma Klimaat dat in juni 2022 aan de TK is aangeboden en de aanvullende besluitvorming van dit voorjaar. Het synthese-onderzoek gaat uit van beschikbare instrumentenevaluaties, onderzoeksrapporten en analyses. Het eindrapport wordt voor zomer 2024 opgeleverd. De uitkomsten worden in het nieuwe klimaatplan 2024 betrokken.

X Noot
3

Eind 2021 werd het "Dashboard Klimaatbeleid" gelanceerd. Het dashboard biedt jaarlijks een objectief inzicht in de voortgang van het beleid in het Klimaatplan (dat voor een belangrijk deel is bepaald door het Klimaatakkoord). Een samenvatting van de resultaten uit het "Dashboard Klimaatbeleid" is opgenomen in de Klimaatnota 2023 (Kamerstuk 32 813, nr. 1307).

X Noot
4

PBL monitort de voortgang van de RES’en. In de Monitor wordt gereflecteerd op de stand van zaken rond de RES. PBL analyseert of met de voorstellen van de 30 energieregio’s het doel van 35 terawattuur (TWh) nog steeds binnen bereik is, en kijkt daarbij naar de ontwikkelingen rond de thema’s ruimtelijke inpassing, maatschappelijk draagvlak en capaciteit van het elektriciteitsnetwerk.

X Noot
5

De evaluatie richt zich op de eerste drie jaren waarin de SDE++ is verbreed naar het kosteneffectief verminderen van CO2-uitstoot (2020-2022). In de evaluatie wordt gekeken naar de doeltreffendheid, doelmatigheid en consistentie van de regeling. Publicatie van de evaluatie wordt in Q1 van 2024 verwacht.

Samenvatting afgeronde evaluaties 2023 SEA-thema: Klimaatbeleid

IBO KlimaatHet IBO Klimaat «Scherpe doelen, scherpe keuzes» doet aanbevelingen voor aanvullend normerend en beprijzend klimaatbeleid voor 2030 en 2050. Dit IBO identificeert een beleidstekort van 22 Mton om in 2030 60% emissiereductie te realiseren. In elke sector zijn normerende en beprijzende maatregelen in kaart gebracht. Hiervoor worden in het rapport één centraal pakket en twee illustratieve varianten uitgewerkt die invulling geven aan deze opgave. Naast concrete maatregelen gaat het rapport ook in op andere elementen die relevant zijn voor de transitie en om politieke weging vragen, zoals de toename van lasten voor burgers en bedrijven, draagvlak voor maatregelen en het tijdig oplossen van knelpunten in de uitvoering.

Evaluatie TSE-Mooi/DEI+/HER

Uit de evaluatie blijkt dat de Energie-Innovatie regelingen (EI-regelingen) hebben geleid tot projecten waarin energie-innovaties sneller de innovatieketen doorlopen. Ook dragen de regelingen bij aan het tijdig tot stand komen van energie-innovaties en zijn daarmee doeltreffend op zowel output- als outcome-niveau. Een ander positief effect is het ontstaan van consortia en kennisnetwerken. Op basis van het onderzoek is het niet mogelijk om kwantitatieve conclusies te trekken over de impact; hoe groot is de bijdrage van de regeling aan de klimaatdoelen? Uit de evaluatie blijkt dat 1) de regelingen door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) op een efficiënte manier worden uitgevoerd, en 2) de regelingen een positieve bijdrage leveren aan het behalen van de energie- en klimaatdoelstellingen. Tegelijkertijd is er ruimte voor verbetering als regelingen makkelijker op elkaar aan zouden sluiten. Aanbevelingen: (1) Overweeg in welke mate er flexibiliteit kan worden gecreëerd in het doorlopen van de gehele TRL-keten (Technology Readiness Level) in het missiegedreven innovatiebeleid. Werk hierbij samen met OCW en NWO; (2) Zorg dat de overkoepelende doelstelling van het EI-instrumentarium duidelijker terugkomt in de beleidsdocumentatie, en dat de samenhang tussen de verschillende regelingen duidelijker omschreven wordt; (3) Overweeg een meer flexibele voorwaarde bij de HER+ met betrekking tot de termijn van 2030; (4) Neem kosten voor kennisdeling en projectmanagement waar mogelijk op in de subsidiabele kosten van de regelingen; (5) Zorg gedurende de uitvoering van de regelingen voor herkenbare (potentiële) kennisnetwerken, waarin de verschillende consortia en partijen die samenwerken aan een thema elkaar kunnen vinden. Zet hier vanuit RVO (nog) actiever op in.

Evaluatie Energie Investeringsaftrek (EIA)De EIA is volgens SEO en CE Delft waarschijnlijk beperkt doeltreffend. Om deze conclusie te bereiken, hebben SEO en CE Delft verschillende evaluatiemethoden gecombineerd: een enquête onder ondernemers en een econometrische analyse. Uit de evaluatie volgt een percentage freeriders van ongeveer 52%. De onderzoekers concluderen dat de EIA in algemene zin een doelmatig instrument is voor vermindering of vermijding van broeikasgassen. De onderzoekers geven vier aanbevelingen gericht op de doeltreffendheid en drie aanbevelingen gericht op de doelmatigheid van de EIA. Deze aanbevelingen zijn hieronder kort samengevat: Gericht op de doeltreffendheid: 1) Percentage free riders beperken door de Energielijst strikter te actualiseren; 2) Scherpere afbakening van de doelgroep door grens van de maximale investering voor de EIA te verlagen of door bij de keuze voor de technieken op de Energielijst sterker te sturen op technieken die toepasbaar zijn in het middenbedrijf; 3) Onderzoek bij een volgende evaluatie van de EIA of de EIA een verschillend effect heeft op (a) kleine en grote bedrijven en (b) bedrijven in verschillende sectoren; 4) Experimenteer met een beperkt aantal bedrijfsmiddelen in differentiatie van het aftrekpercentage.

Gericht op de doelmatigheid: 5) Verlaag het aftrekpercentage van de EIA. Hiermee wordt tevens getoetst of een verlaging een omslagpunt kent; 6) Onderzoek de vraag naar de meest effectieve manier om energiebesparing te bevorderen: een fiscale regeling of een directe subsidie; 7) Breng de relatie met vergelijkbare stimuleringsregelingen voor energiebesparing en vermindering van broeikasemissies in kaart en baken dit scherp af met als doel de doelmatigheid van de EIA te vergroten. Vanuit een overkoepelend perspectief kan de doelmatigheid van het stimuleringsbeleid worden verbeterd door kritisch te onderzoeken of meerdere regelingen nodig zijn voor stimulering van energiebesparing en vermindering van broeikasgasemissies in de laatste fase voor marktrijpheid.

Evaluatie Regeling Indirecte kostencompensatie ETS (IKC-ETS)Elektriciteitsbedrijven vallen onder de Europese emissiehandel (ETS). De kosten van emissierechten voor CO2 berekenen zij door in de tarieven voor elektriciteit. Grootgebruikers van elektriciteit betalen zo indirect de rekening voor het ETS. Dit zorgt er mogelijk voor dat zij uit de markt worden geprijsd door concurrenten in landen die niet onder het ETS vallen, wat zou kunnen leiden tot een weglekeffect van CO2-uitstoot en vermindering van de effectiviteit van ETS als instrument. De IKC ETS verlaagt dit risico door deze bedrijven voor indirecte kosten te compenseren.Doeltreffendheid: IKC is waarschijnlijk effectief als het gaat om het voorkomen van 'carbon leakage'. Er zijn echter geen indicatoren die dit weglekrisico beschrijven. Ook gegevens over eventueel marktaandeelverlies van grootverbruikers zijn niet voorhanden. Hierdoor blijft het precieze mechanisme buiten beeld.Doelmatigheid: De IKC ETS is doelmatig uitgevoerd. De administratieve lasten worden niet als erg hoog ervaren. Wel stijgt het budget van de regeling snel en is ook de gemiddelde compensatie per bedrijf in 2021 sterk gestegen door veranderingen in de manier waarop de compensatie wordt bepaald.Aanbeveling: Voortzetting van de regeling. Het kabinet acht verdere verlenging van de regeling echter onvoldoende doelmatig en kiest er voor om verduurzaming te stimuleren door extra middelen voor energiebesparende maatregelen vrij te maken.

Speelveldtoets impact klimaatbeleid industrie 2023

Deze studie analyseert de effecten op het speelveld van het klimaatbeleid voor de industrie vanuit micro-economisch perspectief aan de hand van een aantal case studies: vergroot voorgesteld klimaatbeleid de kans dat industrie wegtrekt? Dit bestaat ten eerste uit een kwantitatieve analyse van de nationale heffing op uitstoot van industriële broeikasgassen, EU ETS, SDE++, de stijging van de energiebelastingtarieven en afschaffing van de metallurgische en mineralogische vrijstelling en beperking van de WKK-vrijstelling. Ten tweede uit een kwalitatieve analyse op de minimumprijs CO2, de RFNBO-afnameverplichting (Renewable Fuels of Non-Biological Origin), de raffinageroute, de NIKI (Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecen Industrie) en maatwerkafspraken.

In 2023 hebben de onderzochte bedrijven bij huidig beleid veelal hogere kosten en lagere baten dan zij in het buitenland zouden hebben. Afhankelijk van de prijsontwikkeling van EU ETS kan de Nederlandse CO2-heffing leiden tot een schever speelveld. Het geagendeerde beleid leidt ceteris paribus tot een 0,7%- 19,3% lagere EBITDA (Earnings Before Interest, Tax, Depreciation en Amortization) in 2030 t.o.v. huidig beleid. Bedrijven kunnen kosten nationaal klimaatbeleid beperkt doorrekenen omdat zij opereren op internationale markten, maar kunnen kostenimpact mitigeren door technologisch beschikbare verduurzamingsopties.

Tabel 107 SEA-thema: Herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet)

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotings-artikel(en)

Vindplaats

Evaluaties van herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet)

Synthese

2029

Anders1

4

 

Instrumentevaluaties / monitor:

     

Evaluatie N-1 (Besluit uitvalsituaties hoogspanningsnet)

ex-post

2023

Afgerond

4

Kamerstuk 29 023, nr. 443

Evaluatie totstandkoming toetsing Investeringsplannen landelijke netbeheerders

ex-post

2022

Afgerond

4

Kamerstuk 29 023, nr. 305

Evaluatie Regeling Duurzame Scheepsbouw

overig

2024

Lopend2

4

 

Evaluatie EBN

ex-post

2023

Afgerond

4

Kamerstuk 28 165, nr. 396

Garantieregeling Geothermie

ex-post

2024

Uitgesteld3

4

 

Vulmaatregelen gasopslag

ex-post

2024

Lopend4

4

 

Onderzoek naar impact beleidsopties waterstof-instrumentarium op ontwikkeling van de waterstofmarkt

ex-ante

2023

Afgerond

4

Kamerstuk 32 813, nr. 1314

X Noot
1

Dit betreft een synthese van evaluaties van de gewijzigde Elektriciteit- en gaswet en Warmtewet die conform de ontwerpbegroting EZK 2024 waarschijnlijk voorzien is in 2029.

X Noot
2

Oplevering vindt plaats in Q1 2024.

X Noot
3

Uitstel vanwege gebrek aan onafhankelijke instanties die onderzoek kunnen uitvoeren.

X Noot
4

Eind 2023 is adviesbureau Kyos begonnen met een onderzoek naar vulmaatregelen. In dit onderzoek betrekt Kyos ook de ervaringen met de vulmaatregelen uit 2022 en 2023. Mede op basis van die lessen worden momenteel nieuwe vulmaatregelen vormgegeven. Het onderzoek is begin 2024 afgerond en de resultaten worden in maart/april 2024 met de Kamer gedeeld.

Samenvatting afgeronde evaluaties 2023 SEA-thema: Herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet)

Evaluatie N-1 (Besluit uitvalsituaties hoogspanningsnet)De gevoerde gesprekken leiden tot de volgende hoofdbevindingen van deze evaluatie: 1) Met betrekking tot de gevraagde effecten van de AMvB N-1 op de betrouwbaarheid van het net moet geconcludeerd worden dat er (nog) geen merkbare en/of meetbare effecten op de transportbetrouwbaarheid zijn opgetreden; 2) Met betrekking tot de vraag in hoeverre het besluit aanpassing behoeft in het licht van toenemende vraag naar transportcapaciteit voor zowel afname als productie, zijn in de evaluatie verschillende mogelijke verduidelijkingen en verbeteringen geïdentificeerd; 3) Met betrekking tot de vraag in hoeverre de AMvB N-1 in de afgelopen jaren meer ruimte heeft geboden voor invoeding van hernieuwbare elektriciteit, moet geconcludeerd worden dat de ‘vluchtstrook’ op dit moment nog beperkt wordt ingezet.

Aanbeveling om de AMvB N-1 op een aantal punten te verduidelijken: 1) Nadere duiding van de toepassing van de vluchtstrook; 2) Samenhang tussen de vrijstellingen voor verbruik en productie; 3) Aard van de vrijstelling tijdens onderhoud; 4) Toepasbaarheid van de AMvB N-1 bij gepland onderhoud; 5) Toepasbaarheid van de AMvB N-1 bij netuitbreidingen; 6) Onduidelijkheid over het doel van vrijstellingen; 7) Onduidelijk over het doel van ontheffingen. Verder wordt geadviseerd om de AMvB N-1 op een aantal punten uit te breiden: 1) Uitbreiding naar opslagsystemen, boilers en elektrolyse; 2) Vergoedingen; 3) Verlenging van de duur van de ontheffing; 4) Behoefte aan ruimere ontheffingsmogelijkheden; 5) Vrijstelling voor Gas Insulated Lines.

Evaluatie Energiebeheer Nederland (EBN)Ecorys concludeert dat EBN haar wettelijke taken op het gebied van olie en gas doeltreffend invult en daarmee bijdraagt aan de publieke belangen. Een belangrijke conclusie van Ecorys is dat de communicatie en samenwerking tussen het Ministerie van EZK en EBN sinds de evaluatie in 2015 sterk is verbeterd. De relatie tussen de organisaties is volgens het onderzoeksbureau doeltreffend. Verder is er sinds de evaluatie in 2015 een duidelijkere scheiding aangebracht tussen de aandeelhoudersrol en beleidsrol van het ministerie. Dit functioneert volgens Ecorys goed. EBN wordt door het ministerie ook ingezet in de beleidsvoorbereiding. Medewerkers van het ministerie waarderen de kennis en expertise die EBN inbrengt. De doelmatigheid van EBN als organisatie is moeilijk te beoordelen, omdat er geen goed vergelijkingsmateriaal is. In de aansturing vanuit het ministerie is er wel aandacht voor de doelmatigheid. EBN draagt bij aan de doelmatigheid van de winning door in haar deelnemingen actief te sturen op efficiency. Maar er is onvoldoende inzicht in het effect hiervan.

Onderzoek naar impact beleidsopties waterstof-instrumentarium op ontwikkeling van de waterstofmarktVolgens de externe onderzoeken en consultatiesessies vraagt de juiste balans tussen de drie beleidsdoelen voor 2030 om een beleidsmix met een lage jaarverplichting voor de industrie en een relatief groot subsidiebudget voor elektrolyseprojecten aangevuld met subsidies voor de industrie om de overstap op hernieuwbare waterstof te faciliteren. Inzet van een groot deel van de reservering binnen het Klimaatfonds voor productiesubsidies lijkt daarom op basis van de onderzoeken en consultaties een vereiste om het elektrolysedoel te kunnen halen en om voldoende aanbod te realiseren voor de verduurzaming van de industrie en het behalen van het RED-doel (1). Een beleidsmix met alleen vraagsubsidies of verplichtingen op de waterstofgebruiker biedt producenten namelijk onvoldoende zekerheid om snel te investeren, omdat deze weer nieuwe risico’s creëren zoals verplaatsing van industriële activiteiten. Ten slotte lijkt een lage jaarverplichting met voldoende flexibiliteit het meest wenselijke aanvullende instrument om het RED-doel te kunnen halen.(1) Het RED-doel: Lidstaten worden verplicht er met subsidies en/of normering voor te zorgen dat het gebruik van RFNBO’s in de industrie in 2030 42% (en in 2035 60%) bedraagt van het totale waterstofgebruik. De industrie mag hiervoor waterstof(dragers) uit binnen- en buitenland gebruiken.

Tabel 108 SEA-thema: Een veilig Groningen met perspectief

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotings-artikel(en)

Vindplaats

Groningers boven Gas

Overig

2023

Afgerond

5

Kamerstuk 35 561, nr. 5

     

Kamerstuk 35 561, nr. 6

     

Kamerstuk 35 561, nr. 17

Instrumentevaluaties / monitor:

     

Evaluatie Tijdelijke wet Groningen (inclusief Instituut Mijnbouwschade Groningen)

ex-post

2022

Afgerond

5

Kamerstuk 35 250, nr. 45

Evaluatie Commissie Bijzondere Situaties door Kennisplatform Leefbaar en Kansrijk Groningen

ex-post

2022

Afgerond

5

Kamerstuk 35 529, nr. 1037

Evaluatie Commissie Mijnbouwschade

ex-post

2023

Afgerond

5

Kamerstuk 32 849, nr. 232

Waardevermeerderingsregeling i.c.m. schademeldingen

ex-post

2024

Lopend1

5

 
X Noot
1

Regeling is verlengd; afronding evaluatie loopt door naar 2024.

Samenvatting afgeronde evaluaties 2023 SEA-thema: Een veilig Groningen met perspectief

Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen: «Groningers boven Gas»

De parlementaire enquetecommissie aardgaswinning Groningen heeft in februari 2023 het rapport «Groningers boven Gas» opgeleverd. De commissie concludeerde dat de belangen van de Groningers structureel zijn genegeerd bij de aardgaswinning in Groningen. De commissie stelde dat Nederland een ereschuld aan Groningen moet inlossen en heeft daar 11 aanbevelingen voor gedaan: 1) Maak schadeafhandeling voor bewoners milder, makkelijker en menselijker; 2) Geef bewoners snel duidelijkheid over de versterking; 3) Bied toekomstperspectief aan de regio; 4) Zorg dat er voldoende geld is voor alle toekomstige kosten; 5) Versterk de rol van de toezichthouder; 6) Vergroot de rol van het publieke belang binnen departementen; 7) Versterk de positie van de Tweede Kamer; 8) Geef toekomstige publiek-private samenwerking beter vorm; 9) Versterk kennisontwikkeling over de ondergrond; 10) Stuur op de ruimtelijke inrichting van de ondergrond; 11) Een uitnodiging aan Groningers.

Evaluatie Commissie Mijnbouwschade (CM)

De onderzoekers concluderen op basis van het onderzoek dat de opzet en het handelen van de CM in lijn is met het instellingsbesluit. Volgens de onderzoekers is de CM met voldoende waarborgen voor onafhankelijkheid opgezet. Ook stelt de CM zich in de praktijk onafhankelijk op. Daarnaast werkt de CM volgens een eigen transparante vastgestelde werkwijze. De leden van de CM beschikken volgens de onderzoekers over de vereiste deskundigheid. Verder spant de CM zich in om de schademelder zo veel mogelijk bij het proces te betrekken, begrijpelijke rapporten te laten opstellen door extern deskundigen en schademelders zo veel mogelijk te ontzorgen via de inzet van toegankelijke zaakbegeleiders. Naast deze punten, komen de onderzoekers met een aantal aanbevelingen om de afhandeling van schades door de CM en de communicatie van de CM verder te verbeteren.

Tabel 109 Overige evaluaties/doorlichtingen

Titel onderzoek

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotings-artikel(en)

Vindplaats

Agentschapsdoorlichting DICTU

overig

2022

Afgerond

40

Doorlichting DICTU

Agentschapsdoorlichting NEa

overig

2023

Afgerond

4

Kamerstuk 25 268, nr. 214

Agentschapsdoorlichting RVO

overig

2022

Afgerond

1,2,3,4 en 5

Doorlichting RVO

Samenvatting afgeronde overige evaluaties/doorlichtingen 2023

Agentschapsdoorlichting Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)

De hoofdvraag van het onderzoek was: "In welke mate functioneert de NEa doeltreffend, doelmatig en rechtmatig en wat is er nodig om de komende vijf jaar beheerst te groeien en tegelijkertijd verder te professionaliseren?». De onderzoekers concluderen dat de NEa doeltreffend heeft gefunctioneerd. De Nea wordt door de samenwerkingspartners gezien als een professionele organisatie met medewerkers die kennis van zaken hebben. Met het oog op de groei en verdere professionalisering worden een aantal aandachtspunten benoemd. Onder andere sneller communiceren over de nieuwe wet- en regelgeving en juiste afwegingen maken in de context van een groeiende takenpakket van de NEa. Over de doelmatigheid van het functioneren van de NEa was het voor onderzoekers lastig om een eenduidig oordeel te vellen. Wel geven ze een aantal aanbevelingen voor de toekomst mee, zoals op dit onderwerp periodiek te reflecteren in de driehoek. Tot slot hebben de onderzoekers geconcludeerd dat de NEa rechtmatig heeft gefunctioneerd. Aangaande het tweede deel van het onderzoeksvraag, hebben de onderzoekers aangegeven wat in generieke zin nodig is om de NEa beheerst te laten groeien en verder te professionaliseren. Daarna geven ze adviezen over een aantal NEa-specifieke vragen over best practices en lessen, kennisontwikkeling en staf- en ondersteunende diensten. Tot slot, doen de onderzoekers aanbevelingen over de governance: de interactie in de driehoek en tussen de opdrachtgevers te versterken; nu al na te denken over hoe de bestuursvorm en organisatiestructuur er in de toekomst uit moet zien; en dat het instellen van een bezwaaradviescommissie overweging verdient.

Deze bijlage van het jaarverslag heeft betrekking op ingeplande evaluaties in de SEA van EZK van de ontwerpbegroting 2023 (zie: tabel SEA OB2023 EZK en bijlage 6: Uitwerking SEA OB2023 EZK).Voor het meest recente overzicht van de programmering van periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen, zie: www.rijksfinanciën.nl.

Bijlage 4: Inhuur externen

Tabel 110 Ministerie van Economische Zaken en Klimaat verslagjaar 2023 (bedragen x € 1.000)

Programma- en apparaatskosten

 

1. Interim-management

78.679

2. Organisatie- en Formatieadvies

2.715

3. Beleidsadvies

31.768

4. Communicatieadvisering

15.109

Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4)

128.271

5. Juridisch Advies

28.971

6. Advisering opdrachtgevers automatisering

235.176

7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie

31.195

(Beleids)ondersteunend (som 5 t/m 7)

295.342

8. Uitzendkrachten (formatie & piek)

40.797

Ondersteuning bedrijfsvoering

40.797

Totaal uitgaven inhuur externen

464.410

Tabel 111 Percentage externe inhuur
 

2021

2022

2023

Kerndepartement

10,3%

9,1%

11,8%

Autoriteit Consument & Markt

5,5%

7,3%

13,5%

Centraal Planbureau

0,4%

0,0%

0,2%

Staatstoezicht op de Mijnen

7,3%

17,9%

16,3%

Nationaal Coördinator Groningen1

0,0%

63,1%

62,7%

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

26,9%

29,5%

27,3%

Rijksinspectie Digitale Infrastructuur

22,2%

19,7%

20,8%

Dienst ICT Uitvoering

57,8%

58,9%

58,0%

Nederlandse Emissie Autoriteit

5,9%

8,9%

6,8%

Totaal

28,9%

32,1%

30,9%

X Noot
1

Vanaf 2022 is Nationaal Coördinator Groningen na de overheveling vanuit BZK als buitendienst opgenomen in de EZK-begroting.

Toelichting op het inhuurpercentage 2023

Het kabinet hanteert, naar aanleiding van de motie Roemer, een norm voor externe inhuur van 10% van de totale personeelskosten. Evenals over voorgaande jaren wordt ook dit jaar deze norm overschreden. Het inhuurpercentage voor EZK komt over de periode 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 uit op 30,9%. De overschrijding van de norm voor inhuur van extern personeel is vooral veroorzaakt door de NCG, DICTU en RVO. Het inhuurpercentage voor EZK over de periode 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 zonder de NCG, DICTU en RVO komt uit op: 12,7%.

De NCG organisatie kenmerkt zich als een projectorganisatie en is van tijdelijke aard (t/m 2028).  Er wordt zwaar ingezet op werving. Echter, NCG heeft te maken met de volgende omstandigheden:

  • 1. Krapte in de arbeidsmarkt over de volle breedte.

  • 2. Voor een groot aantal specifieke (vaak technisch) georiënteerde functies/vacatures bestaat relatief weinig belangstelling omdat het salarisniveau van het Rijk niet voldoende kan concurreren met de vergoedingen die verstrekt worden via detacheringsbureaus.

  • 3. De behoefte aan bepaalde functies bestaat voor een relatief korte periode, er is behoefte aan het aanhouden van een relatief ruime flexibele schil.  

Het hogere inhuur percentage bij DICTU komt met name door de behoefte aan specifieke ICT-expertise, vooral bij ontwikkeling van nieuwe applicaties en structureel hoge vraag van opdrachtgevers (o.a. door rijksbeleid op het vlak van energie, klimaat en landbouw, rijks digitalisering en overheid op orde). De krappe arbeidsmarkt heeft het dit jaar niet mogelijk gemaakt om te groeien in interne formatie. Gezien de kerntaken en de fluctuerende opdrachtenportefeuilles van DICTU is de Roemer-norm van 10% voor EZK niet haalbaar.

Binnen RVO wordt steeds meer ingezet op verambtelijking, maar door de krapte op de arbeidsmarkt en de benodigde specialistische kennis blijft het lastig om ambtelijk personeel te werven. Daarnaast maakt RVO, voor de uitvoering van de schadeafwikkeling in Groningen onder regie van de IMG, vanwege het tijdelijke karakter en specialistische kennis grotendeels gebruik van externe inhuur.

Rapportage overschrijding maximumuurtarief externe inhuur buiten mantelcontracten

In onderstaande tabel wordt weergegeven in hoeveel gevallen in 2023 door het ministerie buiten de mantelcontracten om externe krachten zijn ingehuurd boven het voor de organisaties van het rijk afgesproken maximumtarief van € 225 (exclusief btw).

Tabel 112 Inhuur externen buiten raamovereenkomsten

Inhuur externen buiten raamovereenkomsten

2023

Aantal overschrijdingen maximumuurtarief

1

Toelichting

Bij de RVO is een senior fiscalist via de Rijksbrede mantel Financiële Adviesdiensten (fiscaal perceel) voor meer dan het maximumuurtarief ingehuurd. De tarieven passen binnen de Rijksbrede afspraken bij die mantel waar in het fiscale perceel geen maxima zijn afgesproken. Tarief is marktconform voor een Vennootschapsbelasting fiscalist.

Bijlage 5: Focusonderwerp FJR 2023

De Tweede Kamer verzoekt het Kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2023 aandacht te besteden aan resultaatbereik in relatie tot onderuitputting, als gevolg van bijvoorbeeld arbeidskrapte. In deze bijlage wordt de totale onderuitputting gepresenteerd. Daarbij worden de grootste en/of belangrijkste meevallende realisaties apart toegelicht. De overige meevallende realisaties worden in de post «overige maatregelen en tegenvallers» toegelicht.

Tabel 113 Grootste posten met onderuitputting 2023 (bedragen x € 1.000)
 

Bedrag

Als percentage van de vastgestelde ontwerpbegroting 2023

Groningen

‒ 983.378

‒ 9,7%

SDE

‒ 752.647

‒ 7,4%

NGF projecten EZK

‒ 437.337

‒ 4,3%

Klimaatfonds

‒ 421.743

‒ 4,2%

Energiemaatregelen

‒ 319.803

‒ 3,2%

Toekomstfonds

‒ 267.158

‒ 2,6%

Uitvoeringskosten medeoverheden

‒ 35.344

‒ 0,3%

PPS toeslag

‒ 34.993

‒ 0,3%

Diverse ontvangsten artikel 4

‒ 33.960

‒ 0,3%

Voedingsartikel 6 Nationaal Groeifonds

‒ 10.304

‒ 0,1%

Overige maatregelen en tegenvallers

2.593.049

25,6%

Totaal

‒ 703.618

‒ 7%

Toelichting

GroningenIn totaal is er voor artikel 5, een veilig Groningen met perspectief, € 983 mln minder gerealiseerd dan geraamd bij de extra suppletoire begroting van Prinsjesdag. De voornaamste reden is dat er € 410 mln minder is gerealiseerd bij de versterkingsoperatie voor het financieel instrument opdrachten. Bij Najaarsnota is een neerwaartse bijstelling gedaan van € 240 mln, omdat de bij voorjaarsnota verwachte hogere realisatie niet haalbaar is bleek. Ten opzichte van de verwachting bij de najaarsnota is de NCG relatief hogere versterkingsverplichtingen aangegaan. De lagere realisatie op de uitgaven komt met name doordat de aangegane verplichtingen voor de versterkingsoperatie onder regie NCG niet direct leiden tot kasuitgaven, die volgen gemiddeld na 1 jaar. De doelstelling voor 2023 is gehaald. Daarnaast is er € 129 mln afgeboekt voor vergoeding fysieke schade. Door wijzigingen in de schadeafhandeling en door uitwerking van de PEGA-maatregelen is niet het volledige budget besteed. In afwachting van de uitwerking van de PEGA-maatregelen hadden bewoners de mogelijkheid gekregen hun schademelding te pauzeren. De schadevergoedingen worden via een wettelijke heffing op de NAM verhaald. Tot slot is er € 143 mln minder uitgegeven aan clustering en gebiedsfonds. Er is minder gerealiseerd dan verwacht, omdat er door de medeoverheden in 2023 minder aanvragen zijn gedaan dan verwacht voor deze uitgaven.

SDE- domein Binnen het SDE- domein is er in totaal € 753 mln afgeboekt. De belangrijkste oorzaak is dat de hoge energieprijzen geleid hebben tot veel lagere subsidievoorschotten. En ook bij de SDE+-regeling zijn terugbetalingen op te hoge voorschotten die subsidieontvangers hebben ontvangen verrekend met de in 2022 verstrekte voorschotten. Daarnaast is een groot deel van dit bedrag € 730 mln voor nadeelcompensatie voor het intrekken van de productiebeperking. De uitbetaling wacht nog op beoordeling van een Commissie of er sprake is staatssteun of niet. Dit bedrag komt nog tot uitbetaling. Het volledige bedrag van de onderuitputting is in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort.

NGF projecten Deze onderuitputting is voor de NGF- projecten op de EZK- begroting die niet volledig tot uitputting zijn gekomen. Er is voor het project Groenvermogen € 285 mln aan onderuitputting geboekt. Dit is ontstaan als gevolg van een vertraging in de uitvoering. Daarnaast is voor het project Circulaire Plastics een bedrag van € 70 mln afgeboekt. Ook voor dit project is er sprake van vertraging in de uitvoering, verschillende (deel)projecten zullen naar verwachting pas in 2024 tot uitvoering komen. Tot slot zijn er veel kleinere bedragen afgeboekt voor NGF projecten. Deze middelen zullen in het voorjaar 2024 weer worden opgevraagd doormiddel van de 100% eindejaarsmarge.

KlimaatfondsIn totaal is € 422 mln aan Klimaatfondsmiddelen van de EZK- begroting afgeboekt. Deze middelen worden in het voorjaar opgevraagd doormiddel van de 100% eindejaarsmarge. Voor de Warmtenetten investeringssubsidie is er € 128 mln afgeboekt, dit komt doordat de betalingen op de beschikkingen in 2023 pas in 2024 plaatsvinden. Daarnaast is er voor de ISDE € 53 mln onderuitputting geboekt, dit is de zekerheidsmarge die wordt gehanteerd. Dit is de marge die wordt gehanteerd bij de aan te houden kasmiddelen op de begroting omdat op voorhand niet met zekerheid is te bepalen hoeveel aanvragen er bij de openstelling van de ISDE regeling zullen worden ingediend en hoeveel daarvan in het kalenderjaar zelf worden uitbetaald en welk gedeelte net over de jaargrens schuift en aan het begin van het volgende jaar worden uitbetaald.

EnergiemaatregelenIn 2023 zijn er middelen voor energiemaatregelen toegevoegd aan de EZK- begroting. Aan het einde van het jaar bleek er voor de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) minder middelen nodig te zijn dan geraamd. Er zijn minder aanvragen geweest dan verwacht. Daarnaast is er voor het tijdelijk prijsplafond 2023 € 129,5 mln afgeboekt.

ToekomstfondsOp artikel 3 is € 267 mln minder gerealiseerd dan verwacht bij de Ontwerpbegroting. Bij vrijwel alle regelingen binnen artikel 3 is sprake van onderuitputting. De regelingen waarbij de realisatie het meest afwijkt, zijn Fund to Fund, Risicokapitaal SEED en Onco Research. De ontvangsten op de fondsen worden door de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen opnieuw ingezet, waardoor er geen aanspraak wordt gemaakt op de € 71 mln op de EZK-begroting. Er is € 39 mln minder gerealiseerd op de regeling Risicokapitaal SEED. De reden hiervoor is dat de SEED uitgaven de afgelopen jaren vertraagd zijn en minder besteed is dan verwacht. Tot slot is voor Economische Veiligheid €50 mln afgeboekt. In de zomer van 2023 is besloten € 100 mln te alloceren voor de Economische Veiligheidsfaciliteit. Deze is nader verdeeld in € 50 mln voor 2023 en € 50 mln voor 2024. De uitwerking van de faciliteit was in 2023 nog niet afgerond, waardoor de eerste tranche van € 50 mln nog niet overgemaakt is naar InvestNL. Dit bedrag wordt opgevraagd in de voorjaarsnota om in 2024 alsnog over te maken aan InvestNL.

Uitvoeringskosten medeoverhedenEr is voor de uitvoeringskosten medeoverheden € 35 mln onderuitputting afgeboekt. De reden hiervoor is dat de uitgekeerde LPO nog niet is uitgekeerd aan de medeoverheden omdat er nog aanvullende plannen moeten komen.

PPS toeslagDoor het karakter van de open einde regeling is het lastig om bij te sturen op prognoses. De TKI's hebben in de laatste maanden van 2023 minder bevoorschotting gevraagd dan eerder geprognotiseerd was. Dit komt mogelijk door de herzieningen in de regeling; en het overgangsjaar waarbij het e.e.a. wijzigt bij de verschillende TKI’s.

Diverse ontvangsten artikel 4Op de instrumenten binnen het SDE-domein is € 34 mln meer ontvangen aan eerder uitgekeerde subsidievoorschotten die teruggestort zijn. De energieprijzen waren in 2023 zo hoog dat de meeste subsidieontvangers van de SDE, SDE+ en SDE++ geen recht hadden op deze voorschotten en ze hebben deze daarom teruggestort naar EZK. De extra ontvangsten zijn in de reserve duurzame energie gestort.

Voedingsartikel 6 Nationaal GroeifondsDit bedrag betreft de middelen die nog op de fonds niet tot besteding zijn gekomen. Het gaat hier om € 10 mln. Deze middelen worden via de 100% eindejaarsmarge meegenomen naar 2024.

Overige maatregelen en tegenvallersIn dit bedrag worden de andere afboekingen van onderuitputting gebundeld. Dit betekent dat ook de tegenvallers die er op de begroting hebben plaatsgevonden in dit bedrag zitten. De grootste tegenvaller op de begroting is de ontvangsten van de NAM, namelijk € 1,9 mld. De reden hiervoor is dat de NAM niet de gehele factuur betaald, maar 60%. Daarnaast heeft er bij de ontvangsten Mijnbouwwet een tegenvallers plaatsgevonden. Dit is ontstaan door een afwijking in de rapportage die we van de Belastingdienst hebben ontvangen en die als basis wordt gebruikt voor de raming.

Bijlage 6: Verantwoording EU-middelen in gedeeld beheer

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

Op basis van de informatie uit de verklaringen en rapporten van de managementautoriteit, certificeringsautoriteit en auditautoriteit en alle overige informatie en met inachtneming van hetgeen na punt 3 vermeld wordt, wordt geconstateerd dat inzake het EFRO over de periode 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023:

  • de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden naar behoren hebben gefunctioneerd;

  • de jaarrekening van de Certificeringsautoriteit, in de context van bovengenoemde informatie volledig, nauwkeurig en waarachtig is;

  • de uitgaven die ter vergoeding bij de Europese Commissie zijn ingediend per saldo € 364.206.715,93, aandeel overheidsuitgaven € 205.278.956,68, aandeel Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling € 149.534.342,78 in alle materiële opzichten wettig en regelmatig zijn.

Bovenstaande constateringen en eventuele punten van voorbehoud zijn beperkt tot zaken van materieel belang en vloeien direct voort uit audits en laten onverlet inherente interpretatie van Europese regelgeving. De bekende onderzoeken en/of correctievoorstellen in verband met de goedkeuring van de ingediende rekeningen door de Europese Commissie zijn opgenomen in de toelichting.

Toelichting

Verklaring Certificeringsautoriteit

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft, in de functie van Certificeringsautoriteit, verklaard dat de jaarrekening volledig, nauwkeurig en waarachtig is, dat de in de jaarrekening opgenomen uitgaven in overeenstemming zijn met het toepasselijke recht en zijn gedaan voor concrete acties die zijn geselecteerd aan de hand van de voor het operationeel programma geldende criteria en dat de bepalingen van de fondsspecifieke verordeningen in acht zijn genomen.

Rapportages Auditautoriteit

De Auditdienst Rijk heeft, in de functie van Auditautoriteit, geoordeeld dat het toegepaste beheers- en controlesysteem naar behoren functioneert, de jaarrekening een getrouw beeld geeft, en de uitgaven in de jaarrekening wettig en regelmatig zijn. Tevens worden de beweringen in de beheersverklaring van de managementautoriteit door de uitgevoerde auditwerkzaamheden niet in twijfel worden getrokken.

Bij het Programma EFRO 2014-2020 Noord-Nederland was sprake van een fouten percentage van 3,73% bij de projectaudits, dit is gecorrigeerd naar een percentage van 2% en al verwerkt in de bovengenoemde cijfers.

Beheersverklaring Managementautoriteit

De Managementautoriteit Noord, Oost, Zuid en West EFRO hebben verklaard dat de informatie in de jaarrekening 2022/2023 naar behoren wordt weergegeven. Dit betekent dat de uitgaven die in de jaarrekening zijn opgenomen, zijn gebruikt voor het beoogde doel, zoals gedefinieerd in onderhevige verordening en overeenkomstig zijn met het beginsel van goed financieel beheer en het beheers- en controlesysteem de nodige garanties biedt met betrekking tot de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, in overeenstemming met het toepasselijke recht.

Bekende lopende onderzoeken en/of correctievoorstellen (Europese Commissie, Europese Rekenkamer, OLAF)

De Europese Commissie bepaalt uiteindelijk de EU-conformiteit van de nationale implementatie en uitvoering van EU-regelgeving. De Europese Commissie kan financiële correcties opleggen als zij concludeert dat EU-regelgeving niet op de juiste wijze door de lidstaat is geïnterpreteerd en/of uitgevoerd. Het antifraude-DG van de Europese Commissie (OLAF) kan onderzoeken starten naar onregelmatigheden, waaronder vermoedens van fraude met EU-subsidies.

Door de EC Auditdienst (DAC) loopt een onderzoek (review) op de werkzaamheden van de Auditautoriteit (AA) voor het Programma EFRO 2014-2020 Noord-Nederland verslagjaar 2021-2022.

Bijlage 7: Rijksuitgaven Caribisch Nederland

Ter uitvoering van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33 000 IV, nr. 28,) brengen departementen reeds langer in kaart welke uitgaven zij doen ten behoeve van Caribisch Nederland, uitgesplitst per beleidsartikel en per instrument. Hiervoor geldt een ondergrens van € 1 mln. Bedragen onder de € 1 mln hoeven niet apart zichtbaar te worden gemaakt in de budgettaire tabel, hierbij volstaat een toelichting.

Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) heeft het kabinet besloten het overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 11). Ter uitvoering hiervan wordt bijlage 7: Rijksuitgaven Caribisch Nederland opgenomen in de departementale jaarverslagen waarin alle uitgavenreeksen ten behoeve van Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba ofwel BES-eilanden) worden opgenomen, ongeacht de hoogte van de uitgaven.

Tabel 114 Departementaal overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland (bedragen x € 1.000)
 

Taak

Bijdrage

Realisatie

   

2019

2020

2021

2022

2023

Totaal uitgaven

  

8.915

30.080

62.177

40.147

24.236

        

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

  

681

2.523

3.541

4.280

4.211

Subsidies (regelingen)

R

S

 

1.843

2.890

3.629

3.560

Opdrachten

R

I

30

29

   

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

R

S

651

651

651

651

651

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

  

1.443

13.097

26.332

980

961

Subsidies (regelingen)

E

S

467

12.601

25.831

422

0

Opdrachten

R

S

976

496

501

558

961

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatsverandering

  

6.791

14.460

32.304

34.887

19.064

Subsidies (regelingen)

R

S en I

6.791

14.460

32.304

34.887

19.064

Toelichting

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

Subsidies (regelingen)

De tijdelijke verlaging van de tarieven voor vaste internetaansluitingen in Caribisch Nederland (25 USD per aansluiting per maand voor Bonaire en 35 USD per aansluiting per maand voor St Eustatius en Saba) die voor de jaren 2020 tot en met 2022 aan de orde was, is om de mogelijkheden van digitalisering te kunnen benutten per 2023 structureel.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

De bijdragen ten behoeve van het statische werkprogramma van CBS voor Caribisch Nederland maken onderdeel uit van de Rijksbijdrage. Er worden statistieken en producten geleverd voor allerlei onderwerpen, zoals bevolking, onderwijs, transport, toerisme, prijzen en nutsvoorzieningen. Dit zijn nominale cijfers, loon- en prijsbijstellingen en taakstellingen op de Rijksbijdrage als geheel zijn hier niet in verwerkt.

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Opdrachten

Naast het reguliere statistische programma zijn er additionele statistieken en onderzoeken uitgevoerd door CBS, onder meer op het gebied van BBP, werken en lonen, inkomens en toerisme. Daarnaast wordt sinds 2022 opdracht aan CBS gegeven voor het jaarlijks opstellen van een Monitor Brede Welvaart. Tot slot is er aan de KvK Bonaire een opdracht verstrekt voor meerdere jaren in het kader van een op te richten Ondernemershuis op Bonaire.

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatsverandering

Subdidies (regelingen)

Dit betreft een structurele rijksbijdrage voor netbeheersubsidies aan de energiebedrijven op de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba om de netbeheertarieven op hetzelfde niveau te krijgen als in Europees Nederland. Daarnaast hebben deze energiebedrijven zowel in 2020 als in 2021 in het kader van de coronamaatregelen Incidenteel een additionele subsidie ontvangen om de netbeheertarieven op de eilanden in deze jaren naar 0 te verlagen. Ook heeft het Ministerie van EZK, omdat de olievoorziening op Bonaire in de problemen dreigde te komen vanwege de politieke en economische situatie in Venezuela, geïnvesteerd in een beleidsdeelneming in de olieopslag op Bonaire. Tenslotte zijn er in 2023 nog betalingen verricht op subsidies die zijn verstrekt om het aandeel van de duurzame elektriciteitsopwekking op de eilanden fors te verhogen. 

Bijlage 8: NGF-Bijlage EZK

Tabel 115 Uitgaven NGF-projecten van het Ministerie Ecomische Zaken en Klimaat (bedragen x € 1.000)
 

Totaal toegekend NGF-budget

Realisatie

 

Resterend budget

  

2021

2022

2023

 

Totaal uitgaven NGF-projecten

€ 2.503.844

€ 9.400

€ 96.517

€ 416.191

€ 1.981.736

      

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

€ 240.100

€ 0

€ 11.179

€ 17.057

€ 211.864

AiNed

€ 160.500

 

€ 5.719

€ 10.519

€ 144.262

Nationaal Onderwijslab

€ 79.600

 

€ 5.460

€ 6.538

€ 67.602

      

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

€ 2.063.744

€ 9.400

€ 85.338

€ 388.981

€ 1.580.025

Groenvermogen van de Nederlandse economie

€ 442.000

 

€ 10.706

€ 30.607

€ 400.687

Health-RI

€ 69.000

 

€ 10.000

€ 12.000

€ 47.000

RegMed XB

€ 56.300

€ 9.400

€ 15.541

€ 12.061

€ 19.298

QuantumDeltaNL

€ 342.200

 

€ 45.855

€ 82.508

€ 213.837

Oncode-PACT

€ 161.000

 

€ 3.236

€ 44.968

€ 112.796

Circulaire Plastics

€ 124.000

  

€ 7.279

€ 116.721

PhotonDelta

€ 266.644

  

€ 39.812

€ 226.832

Opschaling PPS Beroepsonderwijs

€ 152.600

  

€ 33.130

€ 119.470

NXTGEN HIGHTECH

€ 450.000

  

€ 126.616

€ 323.384

      

Artikel 4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

€ 200.000

€ 0

€ 0

€ 10.153

€ 189.847

Nieuwe Warmte Nu!

€ 200.000

  

€ 10.153

€ 189.847

Algemeen

Deze bijlage bevat financiële informatie en een beknopte toelichting van de stand van zaken van de NGF-projecten die onder verantwoordelijkheid van EZK vallen. Voor de inhoudelijke rapportage over de voortgang van alle NGF-projecten zie de voortgangsrapportage van de beoordelingsadviescommissie NGF.

In de eerste (2021), tweede (2022) en derde (2023) investeringsronde van het Nationaal Groeifonds zijn vooralsnog 15 investeringsvoorstellen van EZK op het terrein van Onderzoek, ontwikkeling en innovatie (deels) gehonoreerd. Voor één voorstel is enkel een reservering gemaakt, waardoor dit voorstel nog niet is verwerkt in de EZK-begroting.

De ronde 1 projecten AiNed, Quantum Delta NL, RegMed XB, Nationaal Onderwijslab, Health-RI en Groenvermogen I en de ronde 2 projecten Oncode-PACT, Groenvermogen II, NXTGEN HIGHTECH, Photondelta, Circulaire Plastics en Nieuwe Warmte Nu! zijn allemaal reeds gestart. In ronde 3 heeft project Solar NL na de eerste beoordeling direct (deels) een toekenning gekregen. De projecten Material Independence & Circular Batteries, Bio Based Circular en 6G Future network services kregen eerst een voorwaardelijke toekenning. Deze projecten hebben daarna hun voorstel nader onderbouwd en aangepast, waarna de voorwaardelijke toekenning is omgezet naar (deels) een directe toekenning. Voor deze vier projecten uit ronde 3 zijn de toegekende middelen verwerkt in de Ontwerpbegroting 2024 en kunnen deze projecten van start begin 2024. Groenvermogen I uit ronde 1 en Groenvermogen II uit ronde 2 zijn budgettair samengevoegd tot GroenvermogenNL.

Op het terrein van Kennisontwikkeling is in 2021 voor EZK het investeringsvoorstel Nationaal Onderwijslab AI gehonoreerd. Dit project is in 2022 gestart. Daarnaast is in 2022 het project Opschaling publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs gehonoreerd, waarvoor middelen per Ontwerpbegroting 2023 zijn toegekend. Dit project is begin 2023 gestart.

AiNed

AiNed is een investeringsprogramma om het potentieel van artificiële intelligentie (AI) voor de Nederlandse economie en samenleving te benutten. Het omvat twaalf instrumenten om specifieke knelpunten aan te pakken. In 2023 zijn bestaande activiteiten met NGF-financiering vervolgd en zijn nieuwe activiteiten opgestart. Zo zijn in 2023 16 R&D-samenwerkingsprojecten voor het MKB gestart op basis van een AI-luik (2de ronde) in de MIT-regeling van EZK. Ook zijn 9 beurzen voor veelbelovende AI-onderzoekers toegekend, is een monitoringtool ontwikkeld voor het AiNed programma en is een AI-systeemdoorbraakproject in de gezondheidszorg gekozen om door te ontwikkelen. Verder is een call voorbereid (openstelling door NWO in het voorjaar 2024) voor het uitvragen, selecteren en ondersteunen van minimaal vier nieuwe zogenaamde ELSA-labs voor mensgerichte en verantwoorde AI.

Nationaal Onderwijslab AI

Het project Nationaal Onderwijslab Artificiële Intelligentie (NOLAI) beoogt innovaties in artificiële intelligentie op een goede manier te ontwikkelen. Het doel is om te zorgen voor digitale innovaties waar iedere leerling in het primair en voortgezet onderwijs mee vooruit kan. Wereldwijd is dit het eerste publiek gefinancierde lab op het gebied van digitale onderwijsinnovaties. In 2022 is het project gestart en zijn de eerste subsidies verleend. Direct daarna is gestart met de inrichting van het lab. In 2023 heeft NOLAI een referentiekader ontwikkeld als leidraad voor de te ontwikkelen technologieën in de co-creatieprojecten. De uitgangspunten daarbij zijn het leren van de leerling, het lesgeven van de leraar, en de werking van de AI. Er zijn twee rondes vraagarticulatie geweest, waarin wordt gewerkt aan een gebalanceerd en evenwichtig projectenportfolio (landelijke en thematische spreiding). Verder zijn er afgelopen jaar tien co-creatieprojecten goedgekeurd en opgestart. Voor elk van deze projecten geldt dat er actieve betrokkenheid is vanuit de scholen die participeren en een organisatie uit het bedrijfsleven dat oplossingen ontwikkelt voor de betreffende projecten. Bovendien zijn de vijf focusgebieden goed in de projecten verweven, en hebben meerdere externe wetenschappelijke partners een actieve rol.

Groenvermogen van de Nederlandse economie

Het project Groenvermogen NL investeert in een groenewaterstofecosysteem bestaande uit (i) klein- en grootschalige demonstratieprojecten, (ii) een R&D-programma en (iii) een human capital-programma. Het doel van het project is om toepassingen van groene waterstof in o.a. de chemie, transport en zware industrie versneld mogelijk te maken door innovatie en kostenreductie. Daarmee kan het project ook een waardevolle bijdrage leveren aan de overgang naar een CO2 -neutrale samenleving.

In 2023 is voor twee industrie-gestuurde innovatieprogramma’s («R&D-werkpakketten») subsidie verstrekt: HyTROS en HyUse . Deze consortia zijn via een nieuwe procedure bij NWO succesvol tot stand gekomen; deze procedure vindt nu navolging bij andere NWO-calls en groeifondsvoorstellen. Begin 2023 zijn twee subsidiebeschikkingen afgegeven op de DEI-regeling voor GroenvermogenNL. DUWAAL en H2Hollandia zijn inmiddels in de bouwfase, zodat de verwachting is dat de eerste leerervaringen in 2025 beschikbaar komen voor de Nederlandse industrie en voor de R&D consortia. In juli 2023 is een nieuwe ronde DEI opengesteld voor pilots en demo’s, en tevens voor regionale testfaciliteiten. GroenvermogenNL heeft verder in 2023 de besprekingen met EZK gestart over de benodigde opschalingsregelingen en een haalbaarheidsstudie gestart naar de faciliteit voor duurtesten. Hierdoor kunnen in 2024 de regelingen van kracht worden. In 2023 zijn eveneens de regionale roadmaps gereed gekomen binnen de 6 regio’s die GroenvermogenNL heeft ondersteund. Verder is in 2023 een groot arbeidsmarktonderzoek gereed gekomen, dat in opdracht van GroenvermogenNL is uitgevoerd door CE Delft en SEO, dat inzicht geeft in de kwalitatieve en kwantitatieve tekorten op de arbeidsmarkt op korte en langere termijn rond de waterstofeconomie in Nederland. De jaarconferentie op 1 december 2023 was het eerste nationale event van GroenvermogenNL waar tevens Young GroenvermogenNL is gelanceerd.

Health-RI

Het project Health-RI investeert in (i) de ontwikkeling van een geïntegreerde, nationale gezondheidsdata- en onderzoeks­infrastructuur, (ii) het wegnemen van sociale en organisatorische belemmeringen door middel van een afsprakenstelsel, en (iii) een centraal punt voor data-uitgifte. Het doel is om innovatie in de life sciences and health-sector te stimuleren door data van Nederlandse ziekenhuizen en zorgorganisaties, kennisinstellingen, organisaties in de publieke gezondheid, patiëntenorganisaties, gezondheidsfondsen en bedrijven te standaardiseren en met elkaar te verbinden. Het project richt zich op het delen en gebruiken van (onderzoeks)data. Begin 2023 werd de vervolgfinanciering van € 47 mln vanuit het Nationaal Groeifonds toegekend. In het kader van de ontwikkelingen van de European Health Data Space (EHDS) heeft Health-RI samen met VWS, RIVM, CBS en ICTU voor de realisatie van de Health Data Access Body (HDAB), het HDAB-NL consortium gevormd. Het consortium zal de komende vier jaar werken aan de functionaliteiten en governance die nodig zijn om tot de benodigde HDAB te komen. Vertrouwen van alle partijen en met name van de burger en patiënt is essentieel om de missie van Health-RI te verwezenlijken. Op diverse wijzen wordt gewerkt aan maatschappelijk draagvlak. Het versterken van het burgerperspectief heeft blijvende aandacht nodig en is in 2024 een belangrijk aandachtspunt.

RegMed XB

Het project RegMed XB investeert in de bouw van vier pilotfabrieken voor de verdere ontwikkeling van regeneratieve gezondheidszorg. Regeneratieve geneeskunde is erop gericht nieuwe behandelingen te ontwikkelen die slim gebruik maken van het zelfherstellend vermogen van ons lichaam. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van gentherapie en (stam)celtherapie. Het doel van RegMed XB is enerzijds om op lange termijn chronische ziekten te kunnen voorkomen of genezen, en anderzijds het Nederlandse bedrijfsleven in staat te stellen om innovatieve producten en processen te ontwikkelen en in te spelen op een sterk groeiende buitenlandse markt.

Eind 2021 heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland subsidie verleend voor Fase 1. Begin maart 2022 heeft RegMed XB nadere invulling gegeven aan de gestelde voorwaarden door de Adviescommissie Nationaal Groeifonds zodat de voorwaardelijke toekenning van € 33,3 mln (Fase 2) is omgezet in een onvoorwaardelijke toekenning. Dit heeft geleid tot een positief advies van het Nationaal Groeifonds in april 2022 en een daaropvolgend positief besluit van het kabinet. De verhoging van de beschikking door RVO met € 33,3 mln is reeds doorgevoerd.

Quantum Delta NL

Het programma Quantum Delta NL richt zich op het versterken van het Nederlandse quantum ecosysteem, door te investeren in (1) quantumcomputers, (2) quantumnetwerken en (3) quantumsensoren. Quantum is een ontwikkelende technologie die disruptief kan zijn op het gebied van rekenkracht en daarmee voor nieuwe verdienmodellen en oplossingen voor maatschappelijke opgaven kan zorgen. Door quantumtechnologie kunnen er in de toekomst mogelijk veel veiligere netwerken en communicatie tot stand gebracht worden.

Het programma is in uitvoering. Inmiddels is € 282 mln direct toegekend. De eerste calls for proposals van Quantum Delta NL zijn uitgezet en gehonoreerd en is het start-up fonds opgezet met inmiddels deelneming in 8 bedrijven. Ook is gewerkt aan de verdere ontwikkeling van het House of Quantum. Volgend op de ondertekening van de MoU's met Frankrijk en Duitsland heeft het NGF ook € 60 mln uit de openstaande reservering toegekend aan het programma om een trilateraal programma met Frankrijk en Duitslang uit te kunnen voeren.

Oncode Accelerator

Het doel van Oncode Accelerator (voorheen Oncode-PACT) is om een infrastructuur op te zetten met innovatieve modellen en methoden waarmee effectieve kandidaat-kankermedicijnen sneller en goedkoper ontwikkeld worden voor specifieke patiëntengroepen. Hierdoor trekt het project investeringen aan en brengt het nieuwe medicijnen die preciezer en eerder werken bij de juiste patiënt. Dit verbetert de kwaliteit van het leven van kankerpatiënten en versterkt het toekomstige verdienvermogen van Nederland.

Voor dit project is in 2022 € 325 mln toegekend uit het Nationaal Groeifonds, waarvan € 161 mln als directe en € 164 mln als voorwaardelijke toekenning. Het consortium Oncode Accelerator heeft een eerste beschikking ontvangen in december 2022. In 2023 is de samenwerkingsovereenkomst tussen de coördinerende partners ondertekend en heeft een naamsverandering plaatsgevonden. Oncode-PACT is nu Oncode Accelerator. Op basis van de beschikking hebben de eerste betalingen aan het consortium plaatsgevonden in 2023. De laatste consortiumovereenkomsten worden op dit moment verder uitgewerkt. Daarmee is een solide basis gerealiseerd voor de verdere uitvoering van Oncode Accelerator.

PhotonDelta

Het doel van het NGF PhotonDelta programma is de ontwikkeling van het Nederlandse ecosysteem voor geïntegreerde fotonica te versnellen. Met geïntegreerde fotonica worden chips bedoeld die met optische signalen werken in plaats van elektrische signalen. Het plan bestaat uit drie programmalijnen. De eerste programmalijn omvat de doorontwikkeling van het ecosysteem met onder andere talentontwikkeling, startup-ondersteuning en gedeelde onderzoeksfaciliteiten. In de tweede programmalijn wordt fundamenteel en industrieel onderzoek gedaan naar fotonische bouwblokken en hun integratie in grotere chipsystemen. Dit om de bewezen fotonicatechnologie zo veel als mogelijk beschikbaar te maken voor nieuwe toepassingen. De derde programmalijn heeft als doel pilot-productiefaciliteiten en een hoog-volume productielijn te ontwikkelen. Voor PhotonDelta is € 267 mln toegekend voor Fase 1 en is € 205 mln voorwaardelijk toegekend voor Fase 2.

In 2023 is het programma van start gegaan, de subsidie voor de eerste fase is aan PhotonDelta toegekend. Hiermee zijn de innovatieprojecten van start gegaan, is het Human Capital programma opgezet en is er gewerkt aan de internationaliseringsstrategie. Ook zijn er twee leningen verstrekt: aan SMART Photonics van € 60 mln en aan Phix van € 4,5 mln. Ook is het fondsplan voor het start-up fonds opgesteld.

Circulaire Plastics

NGF-project Circular Plastics NL is gestart in januari 2023 en heeft als doel om de plastic waardeketens volledig circulair te maken door met subsidies de transitie te versnellen. In 2023 zijn subsidies verstrekt voor de bouw van een demonstratiefaciliteit voor plastic recycling en een onderzoeksprogramma voor scenario’s om richting te geven aan de circulaire plastictransitie. In de loop van 2024 worden de eerste resultaten van deze projecten verwacht. In oktober 2023 zijn bij RVO en NWO subsidieregelingen opengesteld (Circular Plastics NL 2023 en Plastics circulair maken: technische innovaties) ter waarde van respectievelijk € 47,2 mln en € 6,0 mln. De uitkomsten van deze open regelingen worden in het voorjaar van 2024 verwacht. Het NGF-project zal in lijn met de afspraken gemaakt met de fondsbeheerders in voorjaar 2024 voor het eerst worden geëvalueerd om middelen vrij te maken voor de tweede fase van het project.

Opschaling PPS Beroepsonderwijs

Het project Opschaling pps in het beroepsonderwijs investeert in de opschaling van publiek-private samenwerking (pps) in het beroepsonderwijs (mbo en hbo). Doel hiervan is de kloof te verkleinen tussen het beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt en een impuls te geven aan de toepassing van innovaties in de praktijk, een leven lang ontwikkelen en de productiviteit van (kleine) bedrijven.

Eind juni 2023 heeft RVO een totale investering van € 123 mln verleend aan 15 pps’en. Om de voortgang te waarborgen en de kennis en ontwikkelingen van de pps’en te monitoren, investeert EZK ook in een kennis- en ontwikkelingsprogramma dat zal worden uitgevoerd door het Platform Talent voor Technologie.

NXTGEN HIGHTECH

NXTGEN HIGHTECH ontwikkelt een nieuwe generatie high tech equipment binnen zes toepassingsdomeinen: lasersatellietcommunicatie, biomedische productietechnologie, semiconductors, composieten, energie en agrifood. Daarnaast draagt het voorstel bij aan de versterking van het innovatie-ecosysteem, dat samenwerkt over wetenschappelijke disciplines en sectoren heen en heeft het voorstel een verdiepingsprogramma voor de doorontwikkeling van hightech apparatuur in nieuwe domeinen zoals plasmatechnologie en ‘thin films’. Voor dit programma is in totaal € 450 mln toegekend voor een periode van 7 jaar. Het programma zal tijdens twee «stage-gates» inhoudelijk worden bijgestuurd. De toegekende NGF-bijdrage van € 450 mln aan het NGF-project NXTGEN HIGHTECH is na de parlementaire autorisatie op 8 december 2022 als NGF-middelen verwerkt op de departementale begroting van het Ministerie Economische Zaken en Klimaat (EZK-begroting). Hiervan is in 2023 ongeveer € 100 mln uitgegeven.

Nieuwe Warmte Nu!

Nieuwe Warmte Nu! zet zich in om bedrijven, burgers en overheden samen te brengen om de realisatie van collectieve warmtesystemen te versnellen en kennis en ervaringen hierover te delen. Nieuwe Warmte Nu! ondersteunt 11 vliegwielprojecten (één project is teruggetrokken en wordt vervangen door een nieuw project) en 5 innovatieprojecten (één project nog in voorbereiding) met middelen uit het Nationaal Groeifonds. Elk van deze vliegwielprojecten heeft een of meerdere eigen leerdoelen die bijdragen aan de landelijke versnelling van de realisatie van collectieve warmtesystemen. Voor de innovatieprojecten geldt het doel de innovatie op te schalen naar Technology Readiness Level 8-9, en het toepassen van de innovatie in vervolgprojecten en/of commerciële toepassingen.

In 2023 hebben de 11 vliegwielprojecten en 5 innovatieprojecten de eerste voorschotten van hun subsidie ontvangen. De projecten hebben hun doelen voor deze samenwerkingen vastgelegd in overeenkomsten. Er worden Communities of Practises gevormd, waarbinnen projecten onderling ervaringen, kennis, en uitkomsten met elkaar kunnen delen. De eerste resultaten van een innovatieproject zijn in het najaar van 2023 gepresenteerd aan een Community of Practise. Deze innovatie moet helpen bij het plannen van het type warmtenet dat je wil gebruiken en de mogelijke optimalisaties.

Bijlage 9: Klimaatfondsprojecten EZK

In onderstaande tabel is weergegeven welke middelen uit het Klimaatfonds aan de EZK-begroting zijn toegevoegd. Dit betreffen de Klimaatfondsmiddelen die aan EZK zijn toegekend en in 2023 tot uitgaven hebben geleid. Een uitgebreide toelichting is te vinden in het jaarverslag van het Klimaatfonds 2023 die gelijktijdig met het ontwerp Meerjarenprogramma 2025 wordt gepubliceerd.

Tabel 116 Toevoegingen middelen Klimaatfonds aan de EZK-begroting (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Totaal geraamd

Onderuitputting

 

2022

2023

2023

2023

Artikel 2

   

‒ 25.758

Maatwerkaanpak Industrie

0

6.200

7.000

‒ 800

Verduurzaming Industrie

0

3.947

25.971

‒ 22.024

Uitvoeringskosten

0

0

2.934

‒ 2.934

Artikel 4

   

‒ 395.985

Kernenergie

‒ 1.883

‒ 14.076

22.914

‒ 36.990

OER

0

7

14.391

‒ 14.384

WIS

0

361

130.000

‒ 129.639

Wind op Zee

0

6.027

64.528

‒ 58.501

ISDE

0

46.898

100.000

‒ 53.102

Overige Subsidies

0

‒ 41.082

1.007

‒ 42.089

IPCEI Waterstof

0

95.707

145.000

‒ 49.293

Elektrolyse: kennisplatform offshore en keten

0

‒ 1.000

0

‒ 1.000

Projecten Klimaat en Energieakkoord

0

2.248

5.739

‒ 3.491

Uitvoeringskosten

2.655

14.964

22.460

‒ 7.496

Totaal

   

‒ 421.743

Toelichting

Maatwerkaanpak Industrie

Voor de maatwerkaanpak Verduurzaming Industrie zijn in 2023 twee prestaties geleverd, een SPUK van € 3 mln aan de Provincie Noord-Holland ter versterking van de uitvoeringscapaciteit bij de Omgevingsdienst (OD) die de vergunningverlening voor verduurzamingsprojecten bij bedrijven in de regio voorbereiden en een subsidie voor een technische haalbaarheidstudie aan Nobian. De € 0,8 mln die niet is uitgekeerd betreft de restantbetaling op de subsidie aan Nobian die zal worden uitbetaald als de haalbaarheidsstudie is afgerond.

Verduurzaming industrie

Deze post bestaat uit twee regelingen namelijk de Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie (NIKI) en de Versnelde Klimaatinvesteringen Industrie regeling (VEKI). De NIKI is gericht op grotere CO2-reducerende projecten, mede ten behoeve van de maatwerkaanpak, met alternatieve technologie die niet in de bestaande regelingen passen, vaak vanwege het unieke karakter. Projecten die net als bij de SDE++-regeling ook operationele ondersteuning nodig hebben, zoals elektrisch kraken of groene chemie. De beschikbare middelen uit het Klimaatfonds waren gereserveerd voor de openstelling van de NIKI in 2023. De openstelling van de NIKI is uitgesteld naar 2024 vanwege vertraging bij de staatssteunprocedure. De middelen zijn daarom volledig doorgeschoven naar 2024.De VEKI is met name gericht op de uitrol van bewezen CO2-reducerende technologie voor proces-efficiency en energiebesparing met een terugverdientijd van meer dan 5 jaar. Ook het MKB maakt hier veel gebruik van. De middelen uit het Klimaatfonds zijn toegevoegd ten behoeve van voortzetting en intensivering van de VEKI in 2023. Er was in 2023 sprake van een onderuitputting á € 3,9 mln. Het aantal aanvragen op de VEKI-regeling blijft achter bij de oorspronkelijke raming. Investeringen lijken onder andere uit te blijven door gestegen prijzen. De regeling stond nog open tot in januari 2024. Naar verwachting zullen voor de sluitingsdatum nog wel meer aanvragen worden ingediend, maar deze zullen dan dus pas in 2024 worden behandeld, verplicht en betaald. Het budget dat hiervoor nodig is zal in het voorjaar weer worden toegevoegd aan de begroting voor 2024.

Uitvoeringskosten

Vooruitlopend op de instellingswet heeft het kabinet met de voorjaarsbesluitvorming 2022 besloten dat eenmalig uitvoeringskosten die verband houden met het Klimaatfonds in beginsel uit fondsmiddelen worden gefinancieerd.

Kernenergie

Deze reeks bestaat uit verschillende maatregelen namelijk, ondersteuning ontwikkeling SMR's, onderzoeken nieuwbouw kerncentrales en uitvoeringslaten. Ondersteuning ontwikkeling SMR's In 2023 zijn uitgaven gedaan voor advieswerkzaamheden voor de programma aanpak. Onderzoeken nieuwbouw kerncentrales In 2023 zijn drie haalbaarheidsonderzoeken uitgezet. Gezien deze verplichtingen aan het einde van het jaar zijn aangegaan leidt dit pas in 2024 tot uitgaven. zie beleidsartikel kernenergie. Het grootste deel van de toekenning voor de uitvoeringslast is overgeheveld naar de provincie Zeeland, de gemeente Borsele en de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) voor hun uitvoeringswerkzaamheden.

Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER)

Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER) De lage realisatie op het OER-programma wordt vooral veroorzaakt doordat in 2023, anders dan geraamd, geen voorschot is verleend aan Rijkswaterstaat (RWS) voor de opdracht die was verstrekt voor de uitvoering van werkzaamheden in het kader van het OER-programma.

Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS)

Er zijn minder warmteprojecten beschikt in de Warmtenet Investeringssubsidie dan begroot. In plaats van de begrote € 200 mln uit het Klimaatfonds is slechts € 150 mln beschikbaar gesteld voor de subsidieregeling. Dit komt doordat de subsidie niet mocht worden opgesteld voor meer dan € 150 mln in verband met staatssteunregels (plafond binnen de Algemene Groepsvrijstellingsverordening), en deze pas is opengesteld op 1 juni waardoor er geen ruimte meer was voor een tweede openstelling in het najaar van 2023. De opengestelde € 150 mln is met overtekend met totaal € 247 mln aangevraagde subsidie, en zal dus grotendeels worden benut.

Wind op Zee

In 2023 is ruim 4,5 GW aan windenergie op zee opgeleverd conform de plannen van de Routekaart Wind op Zee. Daarnaast is voor circa 4 GW aan capaciteit vergund, de grootste tenderronde tot nu toe in Nederland. De windparken worden naar verwachting eind 2029 en begin 2030 opgeleverd. 

ISDE

De middelen uit het Klimaatfonds die voor de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) beschikbaar zijn gesteld in 2023 zijn gebruikt om het subsidieplafond op te hogen van €350 mln naar € 560 mln. Dit heeft er voor gezorgd dat aan veel meer burgers en bedrijven subsidie is verleend. Het subsidieplafond is bepaald op basis van de prognose van de uitputting en een zekerheidsmarge om te voorkomen dat aanvragen vanwege budgetuitputting moesten worden afgewezen. Omdat de zekerheidsmarge niet volledig gebruikt is, is er sprake van een beperkte onderuitputting. In totaal is er voor € 524 mln subsidie toegekend. Dit betrof subsidie voor bijna 260.000 isolatiemaatregelen en meer dan 107.000 warmtepompen.

Overige Subsidies

Deze regel betreft de correctieregeling durzame warmte motie Grinwis- Erkens. In 2023 is de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) begonnen met het uitvoeren van beoordelingen die doorgang vinden in 2024. Hierdoor wordt ook nog in 2024 werkzaamheden uitgevoerd, waardoor gedeelte van het budget meeschuift naar 2024.

IPCEI Waterstof

IPCEI Waterstof is een meerjarig traject met vier verschillende thema’s (golven). Deze golven lopen ieder een afzonderlijk traject door bij de Europese Commissie en hebben ieder een aparte nationale subsidietender. Voor zowel golf 2 als voor golf 3 zijn in 2023 minder middelen uitgegeven dan begroot. De betalingen in golf 2 zijn (tijdelijk) stopgezet omdat de projecten minder vorderden dan vooraf verwacht. Voor golf 3 was het niet mogelijk om de middelen die begroot waren uit te betalen. Dit komt omdat het goedkeuringstraject niet in 2023 afgerond kon worden door vertraging bij de Europese Commissie. In februari 2024 is de goedkeuring ontvangen, waardoor de uitbetaling van de middelen in 2024 zal plaatsvinden.

Elektrolyse: kennisplatform offshore en ketenbrede consortia

De ontwikkeling van de verwante projecten (demonstratie offshore elektrolyse) vertraagt t.o.v. eerdere inschatting waardoor ook de kennisdeling hier rondom vertraagt en doorloopt in 2025. Middelen 2023 (€ 1 mln) zullen pas in 2024 beschikt worden waardoor middelen 2024 (€ 1 mln) doorschuiven naar 2025.

Projecten Klimaat en Energieakkoord

Dit betreft het burgerforum, na een zorgvuldig proces met de Kamer heeft het kabinet het burgerforum 14 juli jl. ingesteld met het instellingsbesluit. Het kabinet heeft kort na vaststelling een demissionaire status gekregen. De demissionaire MKE heeft daarom de keuze gemaakt om de voorbereidingen op een lager tempo op te schroeven dan eerder was voorzien. Het gevolg hiervan is dat er dit jaar weinig voorbereidingen zijn getroffen waar uitgaven mee gepaard gingen. Het kabinet voorzag eerder een snelle start, ook in navolging van een motie die het kabinet verzocht om sneller te starten dan was gepland om de adviezen en de kabinetsreactie daarop voor de toen voorziene verkiezingen in 2025 in de Kamer te bespreken. Ook zijn de politieke verhoudingen verandert na de Tweede Kamerverkiezingen. Dat betekent dat, voor voldoende politieke steun voor de opvolging van de adviezen, het gesprek met de Kamer daarover aangegaan wordt. De uitnodiging voor dat gesprek vindt met een kamerbrief plaats, zending medio januari. Het secretariaat, uitgevoerd door het OFL, heeft al wel ‘achter de schermen’ voorbereidingen uitgevoerd. Het gros van de uitgaven zal eind 2024 en 2025 plaatsvinden, afhankelijk van de daadwerkelijke voortzetting van het proces met de Kamer.

Uitvoeringskosten

Vooruitlopend op de instellingswet heeft het kabinet met de voorjaarsbesluitvorming 2022 besloten dat eenmalig uitvoeringskosten die verband houden met het Klimaatfonds in beginsel uit fondsmiddelen worden gefinancieerd.

Bijlage 10: Rapportage burgercorrespondentie

1. Inleiding

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) rapporteert hierbij over de correspondentie van het kerndepartement, de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) met burgers voor het kalenderjaar 2023. In deze rapportage wordt een beeld geschetst van de omvang van de correspondentie tussen burgers en EZK en binnen welke termijn deze correspondentie wordt behandeld.

Onder de term «burgerbrief» wordt volgens de definitie van de Nationale ombudsman verstaan: elk schriftelijk stuk dat een overheidsinstantie van een burger ontvangt. Het medium (brief, fax of e-mail) maakt daarbij niet uit. Ook het begrip burger is breed. Hieronder worden niet alleen individuele burgers begrepen, maar ook groepen en organisaties.

Specifiek betreft het bezwaarschriften, klaagschriften, Woo-verzoeken en overige brieven en e-mails.

Ook via Rijksoverheid.nl (verzorgd door het Ministerie van Algemene Zaken) zijn er vele contacten met burgers over de EZK-beleidsterreinen.

2. Aantallen

Tabel 117 Aantal burgerbrieven

Categorie

2022

2023

a. Bezwaarschriften (als bedoeld in de AwB)

13.032

5.738

b. Klaagschriften

534

302

c. Overige brieven en e-mails

5.156

2.623

d. Wob-verzoeken

237

125

a. Bezwaarschriften

Het kerndepartement, RDI en RVO ontvingen in 2023 de volgende aantallen bezwaarschriften:

Tabel 118 Aantal bezwaarschriften
 

Aantal bezwaarschriften

Afgehandeld binnen verdaagde (wettelijke) termijn

 

2022

2023

2022

2023

Kerndepartement EZK

77

63

57%

45%

RVO

12.717

5.470

39%

75%

RDI

238

205

88%

82%

b. Klaagschriften

Het kerndepartement, RDI en RVO ontvingen in 2023 de volgende aantallen klaagschriften:

Tabel 119 Aantal klaagschriften
 

Aantal klaagschriften

Afgehandeld binnen de (verdaagde) wettelijke termijn

 

2022

2023

2022

2023

Kerndepartement EZK

4

6

75%

33%

RVO

525

293

94%

90%

RDI

5

3

100%

100%

Toelichting

Kerndepartement: Een aantal klaagschriften dat eind 2023 is binnengekomen, zijn nog in behandeling.

c. Overige brieven en e-mails

Het kerndepartement, RDI en RVO ontvingen in 2023 de volgende aantal overige brieven en e-mails:

Tabel 120 Aantal overige brieven en e-mails
 

Aantal overige brieven en e-mails

Tijdig afgehandeld

 

2022

2023

2022

2023

Kerndepartement EZK

5.156

2.623

81%

70%

Toelichting

RVO: Overige brieven en e-mails worden bij RVO niet apart geregistreerd. Wel registreert RVO de eerstelijns berichten, dit zijn de e-mails en brieven die via de klantcontactcentra binnenkomen. RVO ontving in 2023 54.745 (2022: 63.144) e-mails en brieven, 33.758 hiervan betrof EZK-onderwerpen.

RDI: In 2022 en 2023 zijn overige brieven en e-mails niet apart geregistreerd.

d. Woo-verzoeken

Het kerndepartement, RDI en RVO ontvingen in 2022 de volgende aantallen Woo-verzoeken:

Tabel 121 Aantal Woo-verzoeken
 

Aantal Woo-verzoeken

Afgehandeld binnen de (verdaagde) wettelijke termijn

Ingebrekestellingen

 

2022

2023

2022

2023

2022

2023

Kerndepartement EZK

147

0

11%

0%

14

0

RVO

59

83

41%

41%

2

7

RDI

31

42

58%

72%

0

0

Toelichting

Kerndepartement: Cijfers over ontvangen en afgehandelde Woo-verzoeken worden in lijn met interdepartementale afspraken gerapporteerd in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk en zijn daarom niet ook in deze bijlage opgenomen. De activiteiten die in 2023 zijn ondernomen op de thema’s informatiehuishouding, actieve openbaarmaking en passieve openbaarmaking worden beschreven in de openbaarheidsparagraaf bij dit jaarverslag.RVO: In de cijfers zijn meegenomen alle afgehandelde verzoeken in 2023 inclusief de doorzendingen en de intrekkingen net als voorgaande jaren om een vergelijkbaar beeld te krijgen. De hoeveelheid en de omvang Woo-verzoeken bij RVO neemt nog steeds toe. RVO heeft afgelopen jaar geïnvesteerd en is nog steeds aan het investeren in bezetting en in procesverbetering onder andere in de vorm van automatisering.

Lijst van afkortingen

Tabel 122 Lijst van afkortingen
  

ACM

Autoriteit Consument en Markt

ACVG

Adviescollege Veiligheid Groningen

ACOI

Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding

ADR

Auditdienst Rijk

AI

Kunstmatige Intelligentie

AI Act

Europese AI-verordening

AP

Aanvullende Post

AR

Algemene Rekenkamer

AVG

Algemene Verordening Gegevensbescherming

BAR

Brexit Adjustement Reserve

BBP

Bruto Binnenlands Product

BES

Bonaire, Sint Eustatius, Saba

BMKB

Borgstellingsregeling Midden- en Kleinbedrijf

BMKB-C

Borgstellingsregeling Midden- en Kleinbedrijf Corona

BNC

Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen

BNP

Bruto Nationaal Product

BTI

Bureau Toetsing Investeringen

BVP

Bedrijfsvoeringparagraaf

BZ

Ministerie van Buitenlandse Zaken

BZK

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

CBS

Centraal Bureau voor de Statistiek

CCS

Carbon Capture Storage

CEPT

Clean Energy Transition Partnership

COL

Corona Overbruggingslening

COVA

Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten

CPB

Centraal Plan Bureau

CRA

Cyber Resilience Act

CSIRT-DSP

Computer Security Incident Response Team voor digitale diensten

CSRD

Europese Corporate Sustainability Reporting Directive

DAB

Digital Audio Broadcasting+B20

DACI

Dutch Alternative Credit Instrument

DEI+

Demonstratieregeling Klimaat- en Energieinnovatie

DESI

Digital Economy and Society Index

DFF

Dutch Future Fund

DGB&I

Directoraat-Generaal Bedrijfsleven en Innovatie

DICTU

Dienst ICT Uitvoering

DMA

Digital Markets Act

DSA

Digital Services Act

DSC

Data Sharing Coalition

DUO

Dienst Uitvoering Onderwijs

EB

Energiebelasting

EBN

Energie Beheer Nederland

ECN

Energieonderzoek Centrum Nederland

EED

Europese Energie-Efficiency Richtlijn

EFRO

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

EIA

Energie- Investeringsaftrek

eIDAS

Verordening elektronische IDentificatie en VertrouwensDiensten

EIPN

Energie Infrastructuur Plan Noordzee

EIS

European Innovation Scoreboard

ESA

European Space Agency

ETCI

European Tech Champions Initiative

ETS

Emission Trading System

EU

Europese Unie

EZK

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

GO

Garantie Ondernemingsfinanciering

GO-C

Garantie Ondernemingsfinanciering Corona

GW

Gigawatt

HBO

Hoger beroepsonderwijs

HER+

Hernieuwbare Energietransitie

HHI

Herfindahl Hirschman Index

I&W

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

IAN

Innovatie Attaché netwerk

IBO

Interdepartementaal Beleidsonderzoek

ICT

Informatie Communicatie Technologie

IEA

Integrale Effectenanalyse

IKIA

Integrale Kennis en Innovatie Agenda

IMG

Instituut Mijnbouwschade Groningen

IMVO

Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

IPCEI-CIS

Important Project of Common European Interest Cloud Infrastructuur en Services

ISB

Incidentele Suppletoire Begroting

ISDE

Investerings Subsidie Duurzame Energie

JTF

Just Transition Fund

J&V

Ministerie van Justitie & Veiligheid

KEV

Klimaat- en Energieverandering

KIA

Kennis- en innovatie Agenda Digitalisering

KIC

Kennis en Innovatieconvenant

KKC

Garantieregeling Klein Krediet Corona

KNMI

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

KvK

Kamer van Koophandel

LAN

Landelijk Actieprogramma Netcongestie

LIOF

Limburgse Instituut voor Ontwikkeling en Financiering

LNV

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

MARIN

Maritime Research Institute Netherlands

MBO

Middelbaar beroepsonderwijs

MEP

Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie

MER

milieueffectenrapportage

MIT

MKB innovatiestimulering Topsectoren

MJP

Meerjarenprogramma

MJVP

Meerjarenversterkingsplan

MKB

Midden- en Kleinbedrijf

MMIPs

Meerjarige Missiegedreven Innovatieprogramma's

M&O

Misbruik en oneigenlijk gebruik

MOOI

Missiegedraven Onderzoek Ontwikkeling enInnovatie

MSA

MARIN Stakeholders Association

Mton

Megaton

MVO

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

NAM

Nederlandse Aardolie Maatschappij

NBTC

Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen

NCG

Nationaal Coördinator Groningen

NCSC

Nationaal Cyber Security Center

NDS

Nederlandse Digitaliseringsstrategie

Nea

Nederlandse Emissieautoriteit

NEN

Nederlands Normalisatieinstituut

NFIA

Netherlands Foreign Investment Agency

NFI's

Niet financiële indicatoren

NGF

Nationaal Groeifonds

NIKI

Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie

NLCS

Nederlandse Cybersecurity Strategie

NLR

Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratoruim

NNA

Nationale Normalisatie Agenda

NOLAI

Nationaal Onderwijslab AI

NPE

Nationaal Plan Energiesysteem

NPG

Nationaal Programma Groningen

NPVI

Nationaal Programma Verduurzaming Industrie

NRG

Nuclear Research Group

NSEC

North Seas Energy Cooperation

NSO

Netherlands Space Office

NVWA

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

NWO

Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

NWO-TTW

Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek-Toegepaste en Technische Wetenschappen

O&O

Onderzoek en Ontwikkeling

OCW

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

OER

Opwek Energie op Rijksvastgoed

OWE

Opschaling waterstofproductie via elektrolyse

PBL

Plan Bureau voor de Leefomgeving

PEGA

Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen

PEH

Programma Energiehoofdstructuur

PIANOo

Professioneel en Innovatief Aanbesteden Netwerk voor Overheidsopdrachtgevers

PJ

Petajoule

pMIEK

Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat

POK

Parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslagen

PPS

Publiek-Private Samenwerking

RCR

Rijkscoördinatieregeling

R&D

Research and Development

RDI

Rijksinspectie Digitale Infrastructuur

RED

Richtlijn Hernieuwbare Energie

RES

Regionale Energiestrategie

RFS

Verordening Buitenlandse subsidies

RIVM

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

ROAD

Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject

ROM

Regionale Ontwikkelingsmaatschappij

RVB

Rijksvastgoedbedrijf

RvS

Raad van State

RBV

Rijksbegrotingsvoorschriften

RVO.nl

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

RWS

Rijkswaterstaat

RWT

Rechtspersoon met Wettelijke Taak

SCE

Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking

SDE

Stimulering Duurzame Energieproductie

SDRA

Seismische Dreigings- en Risicoanalyse

SEG

Subsidieregeling Evenementen Garantie

SMRs

Small Modular Reactors

SNN

Samenwerkingsverband Noord Nederland

SodM

Staatstoezicht op de Mijnen

SPUK's

Specifieke Uitkeringen

SSO

Shared Service Organisatie

SVM

Subsidie ondersteuning verduurzaming MKB

SZW

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

TAM

Transparency Aid Module

TEK

Tegemoetkoming Energiekosten

TKI

Topconsortia voor Kennis en Innovatie

TNO

Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek

TOA

Time-out-arrangement

TOGS

Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren

TOP

Technische Ontwikkelprojecten

TSE

Transmissible Spongiform Encephalopathies

TSI

Technical Support Instrument

TTB

Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen

TTF

Title Transfer Facility

TTT

Thematisch Technology Transferregeling

TVL

Tegemoetkoming Vaste Lasten

TWh

Terawattuur

UNFCCC

United Nations Framework Convention on Climate Change

VEKI

Versnelde Klimaatinvesteringen Industrie regeling

VIFO

Veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames

VSL

Van Swinden Laboratorium

VWS

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

WaU

Werk aan Uitvoering

WBSO

Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk

WHOA

Wet homologatie onderhands akkoord

WIS

Warmtenetten Investeringssubsidie

WODC

Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum

Woo

Wet open overheid

ZBO

Zelfstandig Bestuursorgaan

ZZP

Zelfstandige Zonder personeel