Kamerstuk 36560-L-1

Jaarverslag Nationaal Groeifonds 2023

Dossier: Jaarverslag en slotwet Nationaal Groeifonds 2023

Gepubliceerd: 15 mei 2024
Indiener(s): Micky Adriaansens (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36560-L-1.html
ID: 36560-L-1

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN HET NATIONAAL GROEIFONDS (L)

Ontvangen 15 mei 2024

Vergaderjaar 2023–2024

GEREALISEERDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

De in 2023 gerealiseerde uitgaven en ontvangsten op de beleidsartikelen zijn nihil.

A. ALGEMEEN

1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik het jaarverslag met betrekking tot de begroting van het Nationaal Groeifonds (L) over het jaar 2023 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Economische Zaken en Klimaat decharge te verlenen over het in het jaar 2023 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  • 1. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;

  • 2. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;

  • 3. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 4. de totstandkoming van de niet-financiele verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 5. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • 1. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2023;

  • 2. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • 3. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • 4. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2023 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2023, alsmede over de saldibalans over 2023 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minster van Economische Zaken en Klimaat,M.A.M.Adriaansens

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

Deze leeswijzer bevat de volgende onderdelen:

  • 1. Opbouw jaarverslag

  • 2. Ondergrenzen toelichtingen

  • 3. Controlenormen financiële en niet-financiële gegevens

  • 4. Groeiparagraaf

  • 5. Grondslagen voor de vastlegging en de waardering

1. Opbouw jaarverslag

In het hoofdstuk «Beleidsprioriteiten» worden de belangrijkste ontwikkelingen rond het Nationaal Groeifonds in 2023 beschreven. Tevens wordt hier een overzicht gegeven van de financiële stand van zaken van het Nationaal Groeifonds op dit moment.

De beleidsartikelen in dit jaarverslag hebben dezelfde opzet als de begroting 2023 (Kamerstuk 35 925-XIX, nrs. 1 en 2) en zijn conform de Rijksbegrotingsvoorschriften opgesteld (https://rbv.rijksfinancien.nl). Hierin wordt de doelstelling van elk artikel beschreven, gepaard met de rol en verantwoordelijkheid van de minister. Wanneer er sprake is van beleidsconclusies, dan worden deze ook hier beschreven. Tot slot volgen de budgettaire gevolgen van beleid met een toelichting.

In de bedrijfsvoeringparagraaf wordt verslag gedaan van relevante aandachtspunten in de bedrijfsvoering. Dit jaar is hier voor het eerst een saldibalans opgenomen aangezien er voor het eerst rechtstreeks vanuit het fonds een verplichting is aangegaan.

De apparaatsuitgaven/-ontvangsten voor de uitvoering van het fonds zijn opgenomen bij het moederdepartement, het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Dit jaarverslag heeft tot slot een twee bijlagen: (1) een totaaloverzicht van alle NGF-projecten en (2) een overzicht van moties en toezeggingen.

Via de website www.nationaalgroeifonds.nl geeft het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat informatie over de stand van zaken van alle projecten. Meer informatie over de selectie van de projecten in de derde ronde (die plaatsvond in 2023) is te vinden in het rapport «Commissie Nationaal Groeifonds: Rapport derde beoordelingsronde» (bijlage bij Kamerstuk (36 200-L, nr. 11).

2. Ondergrenzen toelichtingen

Voor het toelichten van significante verschillen in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen in de realisatie versus de vastgestelde begroting 2023 zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

In sommige gevallen, namelijk waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

3. Controlenormen financiële en niet-financiële gegevens

De in dit jaarverslag opgenomen financiële en niet-financiële gegevens zijn ontleend aan informatie van vakdepartementen over de besteding van NGF-middelen en de financiële administratie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

De controle van die informatie is gebaseerd op de normen zoals deze voortvloeien uit de Comptabiliteitswet 2016 en de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2024.

4. Groeiparagraaf

Er zijn in dit jaarverslag geen verbeteringen aangebracht ten opzichte van het jaarverslag over 2022.

5. Grondslagen voor de vastlegging en de waardering

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2024. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast.

B. BELEIDSVERSLAG

3. Beleidsprioriteiten

Het doel van het Nationaal Groeifonds

Het doel van het Nationaal Groeifonds is het beschikbaar stellen van financiële middelen voor extra investeringen om het duurzaam verdienvermogen van Nederland op lange termijn te verhogen. Met «duurzaam verdienvermogen» wordt bedoeld: het bruto binnenlands product (de totale toegevoegde waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten) dat Nederland op de lange termijn op structurele basis kan genereren, met oog voor een economische, sociale en milieuvriendelijke duurzame toekomst voor de aarde en voor huidige en toekomstige generaties. Daarbij wordt uitgegaan van een tijdshorizon van twintig tot dertig jaar. De investeringen moeten betrekking hebben op het gebied van (1) kennisontwikkeling of (2) onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Deze twee gebieden vormen de reikwijdte van het fonds.

Huidige verdeling van het NGF-budget

Bij de introductie van het Nationaal Groeifonds werd een bedrag van € 20 mld beschikbaar gesteld, verspreid over de periode 2021-2025. De huidige verdeling van die middelen is weergegeven in tabel 1. Dit is de stand van zaken van februari 2024. Dat betekent dat in dit overzicht ook de uitkomst van de derde ronde is meegenomen, die budgettair verwerkt is in de ontwerpbegroting 2024. Hier is voor gekozen om een zo recent mogelijk beeld te geven. De realisatiecijfers van de via de departementale route toegekende middelen geven evenwel de stand van zaken tot en met 31 december 2023. Tot slot is sinds februari 2024 het definitief toegekende bedrag via de subsidieroute bekend, namelijk € 139,9 mln. In de ontwerpbegroting 2024 werd daar nog het bedrag van € 168,1 mln vermeld, toen nog onder voorbehoud van detailcheck RVO en besluit van Minister EZK. Ook hier is ervoor gekozen om dit definitieve bedrag op te nemen in de tabel, wederom om een zo recent mogelijk beeld te geven.

Tabel 1 Verdeling NGF-budget (bedragen x € 1 mln)

Initieel budget

20.000

 
   

Departementale route

  

Toegekend

‒ 4.745,9

 

waarvan verplicht door departementen

‒ 2.152,8

45%

waarvan uitgegeven door departementen

‒ 706,1

15%

Voorwaardelijk toegekend

‒ 3.754,1

 

Gereserveerd

‒ 3.108,4

 
   

Subsidieroute

  

Toegekend

‒ 139,9

 
   

Aapparaatskosten

‒ 51,9

 

Overige mutaties

  

Loon- en prijsbijstelling 2022

697,1

 

Loon- en prijsbijstelling 2023

908,7

 

Verlaging Voorjaarsnota 2022

‒ 660,0

 

Verlaging APB 2023

‒ 381,0

 

Verlaging Voorjaarsnota 2023

‒ 451,4

 

Verlaging Miljoenennota 2024

‒ 115,0

 

Verlaging amendement Belastingplan 2024

‒ 1.212,0

 

Nog beschikbaar

6.986,2

 

Via de departementale route is inmiddels € 4,8 mld toegekend (inclusief de uitkomst van de derde ronde, die budgettair verwerkt is in de ontwerpbegroting 2024). Van deze middelen is tot en met 2023 € 2,1 mld (43% van de toegekende middelen) verplicht en € 705,6 mln (15% van de toegekende middelen) uitgegeven door departementen. Kanttekening hierbij is dat de middelen die toegekend zijn in de derde ronde logischerwijs in 2023 niet verplicht of uitgegeven konden worden, aangezien ze verwerkt zijn in de ontwerpbegroting 2024. Verder is nu in totaal € 3,8 mld voorwaardelijk toegekend en € 3,1 mld gereserveerd.

Via de subsidieroute werd het inmiddels definitief geworden bedrag van € 139,9 mln toegekend.

De totale apparaatskosten bedragen op dit moment € 51,9 mln. In 2021 en 2022 bedroegen de apparaatskosten respectievelijk € 5,1 mln en € 5,7 mln. Bij de omzetting van de niet-departementale begroting naar een begrotingsfonds (bij ontwerpbegroting 2023) werd vervolgens eenmalig € 38,1 mln aan apparaatskosten overgeboekt naar EZK voor de periode 2021-2025. Ook werd € 0,7 mln overgeheveld naar J&V voor uitvoeringskosten omtrent de Wet Nationaal Groeifonds. In 2023 bleken er voor de uitvoering van de subsidieregeling door RVO meer middelen nodig te zijn. Er is daarvoor € 2,6 mln overgeboekt naar EZK. Tot slot werd € 0,3 mln vanaf de EZK-begroting teruggeboekt naar de NGF-begroting. Dit was het overschot van het uitvoeringsbudget van EZK voor het NGF voor 2023. Dit maakt samen € 51,9 mln.

Tot slot is er tot nu toe tweemaal loon- en prijsbijstelling bijgeschreven en hebben er enkele verlagingen plaatsgevonden. In 2023 werden bij de Voorjaarsnota de middelen voor het Nationaal Groeifonds met € 451,4 mln verlaagd in verband met de rijksbrede dekkingopgave voor Groningen en de opgelopen rentelasten. In de Miljoenennota 2024 is aangekondigd dat € 115 mln uit het fonds wordt ingezet ten behoeve van het Fonds Economische Veiligheid. Daarnaast heeft de Tweede Kamer ermee ingestemd de accijnsverhoging op benzine, diesel en LPG te bevriezen in 2024. Ter dekking voor dit plan is € 1,2 mld uit het Nationaal Groeifonds aangewend.

Op basis van het voorgaande is er – gebaseerd op de besluitvorming tot en met de vaststelling van de begroting voor 2024 – nog € 7,0 mld beschikbaar in het Nationaal Groeifonds.

Belangrijke ontwikkelingen in 2023

Uitkomst derde ronde en omzettingen

Vanaf 2023 was het mogelijk voor veldpartijen (zoals bedrijven en kennisinstellingen) om investeringsvoorstellen rechtstreeks in te dienen bij het Nationaal Groeifonds. Dit kan op basis van de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds (ook wel de «subsidieroute» genoemd).

In totaal zijn 47 voorstellen ingediend, waarvan 27 voorstellen via de departementale route en 20 via de subsidieroute. In totaal zijn in deze ronde 18 voorstellen positief beoordeeld, waarvoor het kabinet maximaal € 4 mld uittrekt. Deze uitkomst is budgettair verwerkt in de ontwerpbegroting 2024.

Daarnaast werden er in de 1e suppletoire begroting 2023 zes omzettingen verwerkt (Kamerstuk 36 200 L, nr. 9 en Kamerstuk 36 250 XIX, nr. 3).

Tussenevaluatie Nationaal Groeifonds

In 2023 is het Nationaal Groeifonds tussentijds geëvalueerd, met bijzondere aandacht voor de governance van het NGF. Voor een effectmeting van de projecten is het nog te vroeg. Ondanks dat het fonds snel is opgezet, hebben de onderzoekers geconstateerd dat er tijdens het proces geleerd is en aanpassingen zijn gedaan, wat heeft bijgedragen aan de effectiviteit van het fonds. Daarbij is ook nauwlettend rekening gehouden met de lessen van het Fonds Economische Structuurversterking (FES). De onderzoekers concluderen dat het NGF in algemene zin rechtmatig, doelmatig en doeltreffend functioneert. Desalniettemin zijn er een aantal aanbevelingen, waaraan op dit moment opvolging wordt gegeven (Kamerstuk 36 410-L, nr. 7). Ook zijn er verbeteringen doorgevoerd in de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds.

4. Beleidsartikelen

4.1 Beleidsartikel 1 Kennisontwikkeling

A. Algemene doelstelling

Het doel van deze pijler is het verdienvermogen van Nederland versterken door middel van investeringen in kennisontwikkeling.

Investeringen in kennisontwikkeling, oftewel menselijk kapitaal, vormen een voorbereiding op een toekomst die zich nog lastig laat voorspellen. Deze investeringen versterken het verdienvermogen via verschillende wegen. Ten eerste zal het beschikken over relevante kennis en vaardigheden de arbeidsproductiviteit in Nederland direct verhogen. Personeel dat beschikt over de juiste kennis en vaardigheden zal de kwaliteit van werk vergroten. Daarnaast is er een dynamisch effect. Menselijk kapitaal vergroot het aanpassingsvermogen van een economie. Hierdoor kan flexibel worden ingespeeld op de economie van morgen en de vaardigheden die de economie dan van ons vraagt. Dat begint bij bouwen aan ijzersterk primair, voortgezet, middelbaar en hoger onderwijs. Daar wordt een sterke en bestendige basis voor Nederland gelegd. Belangrijk is bovendien dat we ook na de schoolcarrière en collegebanken blijven leren. Scholing en omscholing tijdens de loopbaan moet veel gebruikelijker worden dan het nu is. Met een investeringsimpuls in menselijk kapitaal kan op deze terreinen een sprong worden gemaakt. Dit betreft éénmalige investeringsprojecten die bijdragen aan het verdienvermogen op de lange termijn, en dus geen reguliere of structurele uitgaven. Investeringen in menselijk kapitaal leveren tevens een bijdrage aan onze brede welvaart, bijvoorbeeld aan de dimensies gezondheid en sociale participatie. Andersom geldt hetzelfde: investeren in het verminderen van de kansenongelijkheid in het onderwijs levert een bijdrage aan de opbouw van menselijk kapitaal en de arbeidsproductiviteit.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Economische Zaken en Klimaat is verantwoordelijk voor de begroting van het Nationaal Groeifonds. De Minister van Financiën en de Minister van Economische Zaken treden op als fondsbeheerders van het Nationaal Groeifonds.

Ingediende voorstellen worden door de adviescommissie beoordeeld op hun bijdrage aan het duurzaam verdienvermogen. De adviescommissie brengt advies over de voorstellen uit aan de fondsbeheerders. Na ontvangst van het advies zal al dan niet worden overgegaan tot toekenning van middelen ten behoeve van een bepaald investeringsvoorstel.

Voor de departementale route vindt in de Ministerraad, naar aanleiding van het advies van de adviescommissie, besluitvorming plaats over de benodigde budgetoverhevelingen. De Minister van Economische Zaken en Klimaat draagt er vervolgens zorg voor dat de financiële middelen vanuit het fonds via een overboeking naar de betreffende departementale begroting beschikbaar komen voor de geselecteerde investeringsvoorstellen. Als een voorstel is goedgekeurd neemt de verantwoordelijke bewindspersoon de regie over de uitvoering binnen het daarvoor beschikbaar gestelde budget.

In geval van de subsidieroute gaat de Minister van Economische Zaken en Klimaat over tot subsidieverstrekking nadat de Ministerraad is geïnformeerd over het advies van de adviescommissie. De subsidies worden vervolgens rechtstreeks vanuit het fonds uitgekeerd aan de aanvrager(s).

Adviezen van de adviescommissie worden openbaar gemaakt.

C. Beleidsconclusies

Van beleidsconclusies is op dit moment nog geen sprake. Er hebben drie toekenningsrondes plaatsgevonden en de looptijd van een NGF-project is dusdanig lang dat er op dit moment nog geen conclusies kunnen worden getrokken.

In 2023 is het Nationaal Groeifonds wel tussentijds geëvalueerd, met bijzondere aandacht voor de governance van het Nationaal Groeifonds. De conclusies van deze evaluatie zijn te vinden in het rapport «Tussentijdse evaluatie Nationaal Groeifonds» (bijlage bij Kamerstuk 36 410-L, nr. 7).

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

    

0

3.782.990

‒ 3.782.990

        

Uitgaven

    

0

544.747

‒ 544.747

        

Subsidies

    

0

200.000

‒ 200.000

Kennisontwikkeling

    

0

200.000

‒ 200.000

        

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

    

0

344.747

‒ 344.747

Kennisontwikkeling onverdeeld departementale route

    

0

344.747

‒ 344.747

        

Ontvangsten

    

0

544.747

‒ 544.747

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

Tabel 3 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

    

0

3.782.990

‒ 3.782.990

waarvan garantieverplichtingen

    

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

    

0

3.782.990

‒ 3.782.990

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Vanaf 2023 was het mogelijk voor veldpartijen (zoals bedrijven en kennisinstellingen) om investeringsvoorstellen rechtstreeks in te dienen bij het Nationaal Groeifonds. Dit kan op basis van de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds (ook wel de «subsidieroute» genoemd). Er is in 2023 echter geen toekenning vanuit artikel 1 geweest via de subsidieroute. Om die reden is er geen sprake van realisatie op dit artikel.

Indien een project een toekenning heeft gekregen via de departementale route wordt het daarmee samenhangende budget overgeboekt naar de begroting van het departement dat het project gaat uitvoeren.

Onverdeelde middelen en voorwaardelijke toekenningen die in een zeker jaar niet worden omgezet in een toekenning worden aan het einde van het jaar op de NGF-begroting doorgeschoven naar het volgende jaar (en/of verder).

Verplichtingen

Er zijn op artikel 1 geen toekenningen geweest via de subsidieroute in 2023. Er zijn dus ook geen verplichtingen aangegaan; de realisatie is nihil.

Het verplichtingenbudget van € 3,783 mld is gebruikt voor het volgende:

  • de middelen voor de voorwaardelijke toekenningen voor de projecten Digitaliseringsimpuls Onderwijs NL (OCW; ‒ € 420,0 mln), Impuls Open Leermateriaal (OCW; ‒ € 57,5 mln), Ontwikkelkracht (OCW; ‒ € 231,2 mln), Collectief Laagopgeleiden en Laaggeletterden (OCW; ‒ € 42,6 mln), Nationale LLO Katalysator (OCW; ‒ € 225,0 mln) en Opschaling PPS in het beroepsonderwijs (OCW; ‒ € 57,4 mln) werden doorgeschoven naar 2024;

  • er werd € 1,3 mln naar EZK overgeboekt voor extra uitvoeringskosten van RVO voor het Nationaal Groeifonds;

  • de in 2023 bijgeschreven loon- en prijsbijstelling werd ingezet ter dekking van onder meer het Beschermingsfonds Economische Veiligheid;

  • het verplichtingenbudget van € 1 mld voor de subsidieroute werd doorgeschoven naar 2025 en verder;

  • tot slot werd voor € 1,748 mld aan onverdeelde middelen doorgeschoven naar 2024 en verder.

Uitgaven

Er werden in 2023 nog geen uitgaven gedaan vanuit het Nationaal Groeifonds.

Het kasbudget van € 544,7 mln is gebruikt voor het volgende:

  • er werd € 1,3 mln naar EZK overgeboekt voor extra uitvoeringskosten van RVO voor het Nationaal Groeifonds;

  • de in 2023 bijgeschreven loon- en prijsbijstelling werd ingezet ter dekking van onder meer het Beschermingsfonds Economische Veiligheid;

  • het kasbudget van € 200,0 mln voor de subsidieroute werd doorgeschoven naar 2028;

  • tot slot werd voor € 343,4 mln aan onverdeelde middelen doorgeschoven naar 2026 en verder.

4.2 Beleidsartikel 2 Onderzoek, ontwikkeling en innovatie

A. Algemene doelstelling

Het doel van deze pijler is investeren in onderzoek, ontwikkeling en innovatie met het oog op productiviteitsgroei.

Investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie vormen een belangrijke pijler onder productiviteitsgroei in ontwikkelde economieën als Nederland. Landen die voor ons de benchmark zijn investeren echter beduidend meer. Het Kabinet kiest er voor om te blijven streven naar het behalen van de Lissabondoelstelling, waarbij ook private investeringen een belangrijke rol moeten spelen.

Bedrijven kiezen vooral plekken uit met een goede toegang tot onderscheidende kennisbronnen, getalenteerde onderzoekers en mogelijkheden voor samenwerking in onderzoek. Daar waar de maatschappelijke baten van investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie groter zijn dan de private baten, is er een reden voor de overheid om deze investeringen ook te stimuleren. Investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie leveren het meeste op wanneer de overheid, het bedrijfsleven en de wetenschap samenwerken. Nederland is daar al sterk in. Dat blijkt uit de Nederlandse koppositie op het gebied van landbouw, voedselinnovatie en water.

Het is zaak die kracht verder uit te bouwen, bestaande onderzoeks- en innovatie-ecosystemen te versterken en nieuwe veelbelovende ecosystemen op te bouwen. Dit sluit aan op de inzet van het kabinet, zoals aangekondigd in de groeistrategie, en de samenwerking tussen publieke en private partijen die is opgebouwd in het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid. Dit betekent dat tegelijkertijd wordt ingezet op onderzoek en ontwikkeling en onderzoeksinfrastructuren als op startups en scale-ups, regelgeving en menselijk kapitaal. Investeringen in de economie van de toekomst, bijvoorbeeld op het gebied van kunstmatige intelligentie, robotica en duurzaamheidstechnologie, kunnen een sleutel zijn voor toekomstige innovatie. Ook fundamenteel onderzoek valt binnen deze pijler. Investeringsvoorstellen van alle wetenschapsdisciplines komen in principe in aanmerking, zolang deze voldoen aan het doel en de criteria van het fonds. Investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie dragen niet alleen bij aan productiviteitsgroei, maar leveren tevens een bijdrage aan onze brede welvaart. Onderzoek, ontwikkeling en innovatie op gebieden zoals duurzaamheid en gezondheidszorg verbeteren de kwaliteit van leven, zowel voor huidige als toekomstige generaties.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De rol en verantwoordelijkheid van de minister is beschreven in beleidsartikel 1 en is ook van toepassing op beleidsartikel 2.

C. Beleidsconclusies

Van beleidsconclusies is op dit moment nog geen sprake. Er hebben drie toekenningsrondes plaatsgevonden en de looptijd van een NGF-project is dusdanig lang dat er op dit moment nog geen conclusies kunnen worden getrokken.

In 2023 is het Nationaal Groeifonds wel tussentijds geëvalueerd, met bijzondere aandacht voor de governance van het Nationaal Groeifonds. De conclusies van deze evaluatie zijn te vinden in het rapport «Tussentijdse evaluatie Nationaal Groeifonds» (bijlage bij Kamerstuk 36 410-L, nr. 7).

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

    

38.880

3.814.881

‒ 3.776.001

        

Uitgaven

    

0

545.963

‒ 545.963

        

Subsidies

    

0

200.000

‒ 200.000

Subsidieregeling Nationaal Groeifonds – O&O&I

    

0

200.000

‒ 200.000

        

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

    

0

345.963

‒ 345.963

Onderzoek, ontwikkeling en innovatie onverdeeld departementale route

    

0

345.963

‒ 345.963

        

Ontvangsten

    

0

545.963

‒ 545.963

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

Tabel 5 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

    

38.880

3.814.881

‒ 3.776.001

waarvan garantieverplichtingen

    

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

    

38.880

3.814.881

‒ 3.776.001

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Vanaf 2023 was het mogelijk voor veldpartijen (zoals bedrijven en kennisinstellingen) om investeringsvoorstellen rechtstreeks in te dienen bij het Nationaal Groeifonds. Dit kan op basis van de Subsidieregeling Nationaal Groeifonds (ook wel de «subsidieroute» genoemd).

Indien een project een toekenning heeft gekregen via de departementale route wordt het daarmee samenhangende budget overgeboekt naar de begroting van het departement dat het project gaat uitvoeren.

Onverdeelde middelen en voorwaardelijke toekenningen die in een zeker jaar niet worden omgezet in een toekenning worden aan het einde van het jaar op de NGF-begroting doorgeschoven naar het volgende jaar (en/of verder).

Verplichtingen

Van het verplichtingenbudget van € 3,815 mld is € 38,9 mln gerealiseerd. Dit is de toekenning voor één project via de subsidieroute in 2023.

Het resterende verplichtingenbudget van € 3,776 mld werd gebruikt voor het volgende:

  • zes omzettingen (Kamerstuk 36 200 L, nr. 9 en Kamerstuk 36 250 XIX, nr. 3) werden door middel van de 1e suppletoire begroting 2023 verwerkt. Voor drie projecten ging dit gepaard met de overheveling van verplichtingenbudget voor 2023 naar departementen, namelijk Toekomstbestendige Leefomgeving (BZK; ‒ € 60,0 mln), Dutch Metropolitan Innovations (I&W; ‒ € 75,3 mln) en GroenvermogenNL (EZK; ‒ € 119,0 mln);

  • er waren verplichtingenschuiven voor de projecten Groeiplan Watertechnologie (- € 17,0 mln) en PhotonDelta (EZK, ‒ € 204,6);

  • de middelen voor de voorwaardelijke toekenningen voor de projecten AiNed (EZK; ‒ € 44,0 mln), CropXR (LNV; ‒ € 21,5 mln), Biotech Booster (OCW; ‒ € 196,4 mln), Oncode-PACT (EZK; ‒ € 164,0 mln), GroenvermogenNL (EZK; ‒ € 250,0 mln), Luchtvaart in Transitie (I&W, ‒ € 119,5 mln) en Duurzame MaterialenNL (EZK, ‒ € 96,0 mln) werden doorgeschoven naar 2024;

  • er werd € 1,3 mln naar EZK overgeboekt voor extra uitvoeringskosten voor het Nationaal Groeifonds;

  • de in 2023 bijgeschreven loon- en prijsbijstelling werd ingezet ter dekking van onder meer het Beschermingsfonds Economische Veiligheid;

  • van het totale verplichtingenbudget van € 1,0 mld voor de subsidieroute werd € 961,1 mln doorgeschoven naar 2025 en verder;

  • tot slot werd voor € 1,446 mld aan onverdeelde middelen doorgeschoven naar 2024 en verder.

Uitgaven

Er werden in 2023 nog geen uitgaven gedaan vanuit het Nationaal Groeifonds.

Het kasbudget van € 546,0 mln werd in 2023 gebruikt voor het volgende:

  • zes omzettingen (Kamerstuk 36 200 L, nr. 9 en Kamerstuk 36 250 XIX, nr. 3) werden door middel van de 1e suppletoire begroting 2023 verwerkt. Voor drie projecten ging dit gepaard met de overheveling van kasbudget voor 2023 naar departementen, namelijk Toekomstbestendige Leefomgeving (BZK; ‒ € 10,0 mln), Dutch Metropolitan Innovations (I&W; ‒ € 10,3 mln) en GroenvermogenNL (EZK; ‒ € 50,0 mln);

  • er was een kasschuif voor het project Groeiplan Watertechnologie (- € 17,0 mln);

  • de middelen voor de voorwaardelijke toekenning voor project AiNed (EZK; ‒ € 13,2 mln) werden doorgeschoven naar 2024;

  • er werd € 1,3 mln naar EZK overgeboekt voor extra uitvoeringskosten voor het Nationaal Groeifonds;

  • de in 2023 bijgeschreven loon- en prijsbijstelling werd ingezet ter dekking van onder meer het Beschermingsfonds Economische Veiligheid;

  • het kasbudget van € 200,0 mln voor de subsidieroute werd doorgeschoven naar 2028;

  • tot slot werd voor € 244,1 mln aan onverdeelde middelen doorgeschoven naar 2024 en verder.

4.3 Beleidsartikel 3 Infrastructuur

A. Algemene doelstelling

De pijler Infrastructuur is opgeheven als gevolg van het coalitieakkoord van kabinet-Rutte IV.

Artikel 3 blijft (voorlopig) in stand omdat de uitkomst van de tweede ronde een voorwaardelijke toekenning heeft opgeleverd voor het project Rail Gent-Terneuzen, dat onder pijler Infrastructuur was ingediend. Dat was mogelijk omdat tot de opheffing van de pijler Infrastructuur werd besloten nadat alle projecten voor de tweede ronde al waren ingediend. Er is destijds besloten om de infrastructuurprojecten in deze ronde alsnog wel te beoordelen. Mocht de voorwaardelijke toekenning in een definitieve toekenning worden omgezet, dan zullen deze middelen overgeboekt worden naar I&W en komt artikel 3 definitief te vervallen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De rol en verantwoordelijkheid van de minister is beschreven in beleidsartikel 1 en is ook van toepassing op beleidsartikel 3.

C. Beleidsconclusies

Van beleidsconclusies is geen sprake; dit artikel is opgeheven om de hierboven beschreven reden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

    

0

105.000

‒ 105.000

        

Uitgaven

    

0

105.000

‒ 105.000

        

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

    

0

105.000

‒ 105.000

NGF - project Rail Gent - Terneuzen bijdrage I&W

    

0

105.000

‒ 105.000

        

Ontvangsten

    

0

105.000

‒ 105.000

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

Tabel 7 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

    

0

105.000

‒ 105.000

waarvan garantieverplichtingen

    

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

    

0

105.000

‒ 105.000

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor het project Rail Gent-Terneuzen (€ 105,0 mln) is doorgeschoven naar 2024.

Uitgaven

Het kasbudget voor het project Rail Gent-Terneuzen (€ 105,0 mln) is doorgeschoven naar 2024.

5. Bedrijfsvoeringsparagraaf

In de bedrijfsvoeringparagraaf wordt verslag gedaan van relevante aandachtspunten in de bedrijfsvoering.

De informatie die is opgenomen in deze bedrijfsvoeringsparagraaf is tot stand gekomen vanuit het departementale management control-systeem van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en informatie uit audits van de Auditdienst Rijk (ADR).

Deze bedrijfsvoeringparagraaf omvat drie onderdelen:

  • 1. uitzonderingsrapportage voor zes onderdelen: (a) rechtmatigheid, (b) totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie, (c) begrotingsbeheer, financieel beheer en materiële bedrijfsvoering, (d) misbruik en oneigenlijk gebruik, (e) overige aspecten van de bedrijfsvoering en (f) fraude- en corruptierisico's;

  • 2. rijksbrede bedrijfsvoeringonderwerpen;

  • 3. belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering.

Conform de rijksbegrotingsvoorschriften 2024 worden in deze bedrijfsvoeringsparagraaf alleen de onderdelen rechtmatigheid en totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie uit onderdeel 1 toegelicht. Voor de overige onderdelen wordt standaard verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van het moederdepartement

1. Rapportage bedrijfsvoering

a. Rechtmatigheid

Voor de departementale route geldt dat na besluitvorming door het kabinet over goedgekeurde projecten de hiermee gemoeide middelen via (suppletoire) begrotingen worden toegedeeld aan betrokken vakdepartementen. Deze vakdepartementen zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor de rechtmatige uitvoering van deze projecten en leggen hierover verantwoording af in het eigen jaarverslag.

Voor de subsidieroute zijn geen bijzonderheden te melden met betrekking tot rechtmatigheid.

b. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden met betrekking tot de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie.

c. Begrotingsbeheer, Financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Hiervoor wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk XIII Economische Zaken en Klimaat.

d. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Hiervoor wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk XIII Economische Zaken en Klimaat.

e. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Hiervoor wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk XIII Economische Zaken en Klimaat.

f. Fraude- en corruptierisico's

Hiervoor wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk XIII Economische Zaken en Klimaat.

2. Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Voor de rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk XIII Economische Zaken en Klimaat.

3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Voor de belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk XIII Economische Zaken en Klimaat.

C. JAARREKENING

6. Verantwoordingsstaat

Tabel 8 Verantwoordingsstaat 2023 van het Nationaal Groeifonds (L) (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)1

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3) = (2) - (1)

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Beleidsartikelen

7.702.871

1.195.710

1.195.710

38.880

0

0

‒ 7.663.991

‒ 1.195.710

‒ 1.195.710

1

Kennisontwikkeling

3.782.990

544.747

544.747

0

0

0

‒ 3.782.990

‒ 544.747

‒ 544.747

2

Onderzoek, ontwikkeling en innovatie

3.814.881

545.963

545.963

38.880

0

0

‒ 3.776.001

‒ 545.963

‒ 545.963

3

Infrastructuur

105.000

105.000

105.000

0

0

0

‒ 105.000

‒ 105.000

‒ 105.000

 

Subtotaal

 

1.195.710

1.195.710

 

0

0

 

‒ 1.195.710

‒ 1.195.710

 

Na-/Voordelig eindsaldo (cumulatief) huidig jaar (t)2

 

0

0

 

0

0

 

0

0

 

Totaal

 

1.195.710

1.195.710

 

0

0

 

‒ 1.195.710

‒ 1.195.710

X Noot
1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

X Noot
2

Het Nationaal Groeifonds ontvangt alleen een bijdrage van het moederdepartement voor het doen van uitgaven. Doordat er in 2023 geen kasuitgaven zijn gedaan is er ook geen ontvangst gerealiseerd en is het saldo van het fonds nul.De eindejaarsmarge kan worden vastgesteld aan de hand van de afboeking op het voedingsartikel bij het moederdepartement. Voor 2023 bedraagt de onderuitputting € 10,3 mln.

7. Saldibalans

Tabel 9 Saldibalans per 31 december 2023 van het Nationaal Groeifonds (L) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2023

  

Passiva

31-12-2023

 
        

Intra-comptabele posten

     

1

Uitgaven ten laste van de begroting

0

 

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

0

 

1a

Nadelig saldo begrotingsfonds voorgaand jaar

0

 

2a

Batig saldo begrotingsfonds voorgaand jaar

0

 

3

Liquide middelen

0

     

4

Rekening-courant RHB1

0

 

4a

Rekening-courant RHB

0

 

5

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

 

5a

Begrotingsreserves

0

 

6

Vorderingen buiten begrotingsverband

0

 

7

Schulden buiten begrotingsverband

0

 

8

Kas-transverschillen

      

Subtotaal intra-comptabel

0

 

Subtotaal intra-comptabel

0

 
        

Extra-comptabele posten

     

9

Openstaande rechten

0

 

9a

Tegenrekening openstaande rechten

0

 

10

Vorderingen

0

 

10a

Tegenrekening vorderingen

0

 

11a

Tegenrekening schulden

0

 

11

Schulden

0

 

12

Voorschotten

0

 

12a

Tegenrekening voorschotten

0

 

13a

Tegenrekening garantieverplichtingen

0

 

13

Garantieverplichtingen

0

 

14a

Tegenrekening andere verplichtingen

38.880

 

14

Andere verplichtingen

38.880

 

15

Deelnemingen

0

 

15a

Tegenrekening deelnemingen

0

 

Subtotaal extra-comptabel

38.880

 

Subtotaal extra-comptabel

38.880

 
        

Totaal

38.880

 

Totaal

38.880

 
X Noot
1

Rijkshoofdboekhouding

Toelichting op de saldibalans

Algemeen

De balansposten zijn bepaald en gewaardeerd overeenkomstig de geldende voorschriften van de Comptabiliteitswet. Indien van de geldende voorschriften is afgeweken is dit nader toegelicht.

Alle bedragen zijn opgenomen in duizenden euro's, tenzij anders vermeld. In de tabel van de saldibalans zijn de bedragen overeenkomstig de voorschriften naar boven afgerond. In de tabellen van de toelichting zijn de bedragen op de standaardwijze afgerond en opgeteld. Door de verschillende wijzen van afronden kan de som van de overige tabellen afwijken van de bedragen van de tabel van de saldibalans.

Saldibalanspost 8, kas-transverschillen, is niet van toepassing voor het Nationaal Groeifonds.

Tabel 10 Balanspost 14

Andere verplichtingen

38.880

Het gaat hier om financiële verplichtingen ten opzichte van een wederpartij die op een later moment tot betaling zal leiden. Indien de wederpartij alle gestelde voorwaarden nakomt zal de verplichting volledig tot betaling komen.

 

Tabel 11 Verloop van de andere verplichtingen

Beleidsartikelen

In 2023 aangegaan +

Bijstellingen -/-

Uitgaven -/-

Stand per 31-12-2023

1. Kennisontwikkeling

0

0

0

0

2. Onderzoek, ontwikkeling en innovatie

38.879

0

0

38.879

3. Infrastructuur

0

0

0

0

     

Totaal

38.879

0

0

38.879

D. BIJLAGEN

Bijlage 1: Totaaloverzicht NGF-projecten

Verhouding modaliteiten per NGF-project

In tabel 12 staat weergegeven wat de verhouding van modaliteiten per NGF-project is, oftewel hoeveel per project is gereserveerd, voorwaardelijk toegekend en definitief toegekend. Van de laatste categorie wordt vervolgens weergegeven hoeveel daarvan inmiddels is verplicht. Tot slot wordt aangegeven hoeveel van de verplichte middelen inmiddels is uitgegeven. Dit is de stand van zaken van februari 2024. Om een zo recent mogelijk overzicht te geven zijn in dit overzicht ook de ontwikkelingen meegenomen die budgettair verwerkt zijn in de ontwerpbegroting 2024.

Tabel 12 Verhouding modaliteiten per NGF-project (bedragen x € 1 mln)

Artikel

Ronde

Project

Departement

Gereserveerd

Voorw. toegekend

Toegekend

waarvan verplicht door departement(en)

waarvan uitbetaald door departement(en)

1

1

Leeroverzicht & Skills

OCW | SZW

  

44,7

18,5

15,5

1

1

Nationaal Onderwijslab

EZK

63,0

 

79,6

36,0

12,0

1

2

Collectief laagopgeleiden en laaggeletterden

OCW

 

42,6

7,6

6,1

1,7

1

2

Digitaal Onderwijs Goed Geregeld

OCW

  

34,3

2,5

2,5

1

2

Impuls Open Leermateriaal

OCW

 

57,5

20,5

7,8

7,8

1

2

Nationale LLO Katalysator

OCW

 

225,0

167,0

4,7

4,7

1

2

Npuls

OCW

 

420,0

140,0

16,3

16,3

1

2

Ontwikkelkracht

OCW

 

231,2

101,2

7,9

7,9

1

2

Opschaling publiek private samenwerking in het beroepsonderwijs

EZK

 

57,4

152,6

122,7

33,1

1

3

Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC) 1

OCW

 

200,0

   

1

3

DUTCH 1

VWS

 

84,0

48,0

  

1

3

Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting 1

OCW

208,5

275,2

   

1

3

Investeren in het Talent van de Toekomst 1

OCW

351,6

    

1

3

Meer Uren Werkt! 1

SZW

45,0

30,0

   

1

3

Nationale Aanpak Professionalisering Leraren 1

OCW

 

86,5

73,1

  

2

1

AiNed

EZK

 

44,0

160,5

48,5

16,2

2

1

Health-RI

EZK

  

69,0

22,0

22,0

2

1

QuantumDeltaNL 2

EZK

272,8

 

342,2

232,0

128,4

2

1

RegMed XB

EZK

  

56,3

56,3

37,0

2

2

Biotech Booster

OCW

 

196,4

49,6

2,9

2,9

2

2

Cellulaire agricultuur

LNV

  

60,0

25,1

1,7

2

2

Circular Plastics NL

EZK

 

96,0

124,0

36,5

7,3

2

2

CropXR

LNV

 

21,5

20,8

20,6

3,4

2

2

De revolutie van zelfdenkende moleculaire systemen

OCW

  

96,9

78,7

4,5

2

2

Digitale Infrastructuur en Logistiek

I&W

  

51,1

49,6

8,9

2

2

Dutch Metropolitan Innovations

I&W | BZK

  

85,0

64,7

2,5

2

2

Einstein Telescope

OCW

870,0

 

42,0

29,9

18,8

2

2

Groeiplan Watertechnologie

I&W

  

135,0

  

2

1 en 2

GroenvermogenNL

EZK

 

396,0

442,0

110,6

41,3

2

2

Luchtvaart in Transitie

I&W

 

119,5

263,9

126,6

42,4

2

2

Nieuwe Warmte Nu!

EZK

  

200,0

164,7

10,2

2

2

NL2120, het groene verdienvermogen van Nederland

I&W

 

40,0

70,0

  

2

2

NXTGEN HIGHTECH

EZK

  

450,0

377,6

126,6

2

2

Oncode Accelerator

EZK

 

164,0

161,0

160,0

48,2

2

2

PharmaNL

VWS

  

79,0

79,0

11,5

2

2

Photondelta

EZK

 

204,6

266,6

158,8

39,8

2

2

Toekomstbestendige leefomgeving

BZK

 

40,0

60,0

43,9

9,8

2

2

Werklandschappen van de toekomst

BZK

  

26,2

7,3

1,9

2

2

Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch

I&W

  

50,2

35,1

19,4

2

3

6G Future Network Services 1

EZK

142,0

 

61,0

  

2

3

Biobased Circular 1

EZK

236,0

 

102,0

  

2

3

Circulaire geïntegreerde hoogrendementszonnepanelen 1

EZK

 

277,0

135,0

  

2

3

CPBT 1

LNV

124,5

    

2

3

Deltaplan Valorisatie 1

OCW

417,0

    

2

3

Holomicrobioom 1

LNV

200,0

    

2

3

Maritiem Masterplan 1

I&W

 

110,0

100,0

  

2

3

Material Independence & Circular Batteries 1

EZK

178,0

 

118,0

  

2

3

POLARIS 1

DEF

 

101,7

   

2

3

Re-Ge-NL 1

LNV

 

129,0

   

3

2

Rail Gent - Terneuzen

I&W

 

105,0

   
  

Totaal

 

3.108,4

3.754,1

4.745,9

2.152,8

706,1

1 Dit is een project uit de derde ronde. De uitkomst van de derde ronde is budgettair verwerkt in de ontwerpbegroting 2024. Strikt genomen zou dit project daarom niet in deze tabel opgenomen moeten zijn. Om een zo recent mogelijke stand van zaken weer te geven is er voor gekozen om dit toch te doen.

2 Tegelijk met de uitkomst van de derde ronde werd bekend gemaakt dat een deel van de op dat moment voor dit project gereserveerde € 333,0 mln werd omgezet in een toekenning van € 60,2 mln. Dit is verwerkt in de ontwerpbegroting 2024. Strikt genomen zou de verdeling tussen modaliteiten voor dit project dus anders moeten zijn in deze tabel. Om een zo recent mogelijke stand van zaken weer te geven is er voor gekozen om deze toekenning hier al wel op te nemen in het totaal toegekende bedrag.

Toelichting

Hieronder volgt een beknopte toelichting op de stand van zaken van de projecten waarvoor verplichtingen zijn aangegaan en uitgaven zijn gedaan in 2023. Deze zijn overgenomen uit de NGF-bijlagen van de desbetreffende departementen. Voor een uitgebreide inhoudelijke rapportage over de voortgang van alle NGF-projecten wordt u verwezen naar de voortgangsrapportage die de adviescommissie jaarlijks opstelt.

Pijler Kennisontwikkeling - projecten eerste ronde

Leeroverzicht en Skills

Met het investeringsvoorstel Leeroverzicht en Skills worden twee programma’s gefinancierd: de doorontwikkeling van het Programma Leeroverzicht (onder regie van OCW) en het Programma Vaardig met Vaardigheden (onder regie van het Ministerie van SZW). Beide programma’s lopen volgens planning. Voor Leeroverzicht worden elke drie weken verbeteringen doorgevoerd in het zoeken en vinden en het aantal bezoekers neemt gestaag toe. Streven is om dit in 2024 verder toe te laten nemen, mede op basis van een communicatiestrategie. De aanbestedingsprocedure voor het technisch beheer en de reguliere doorontwikkeling van Leeroverzicht door een nieuwe partij is afgerond, de overdrachtsfase is ingegaan. De definitieve overdracht vindt plaats per 1 april. Er is inmiddels een eerste iteratie van de skillstaal CompetentNL, deze wordt de komende jaren verder doorontwikkeld en zal ook worden gebruikt voor doorontwikkeling van Leeroverzicht. Er zijn in september 2023 uit zo’n 100 geïnteresseerde partijen 6 pilotpartners geselecteerd die voor het eerst een koppeling met CompetentNL gaan maken en hiermee hun toepassingen richting eindgebruiker verrijken. Leeroverzicht voert in afstemming met VmV een 7e pilot uit, voor een proof of concept met non-formele opleidingen. Met deze mijlpaal gaat «Skills» voor het eerst van de wat onzichtbare infrastructuur, via toepassingen van derden, de eindgebruiker bereiken. Voor niet-geselecteerde partijen zijn er learning communities, zodat de leeruitkomsten direct breed gedeeld worden. Voor het Programma Leeroverzicht is in totaal tot en met 2026 € 19,7 mln beschikbaar, voor het Programma Vaardig met Vaardigheden is dat € 25,0 mln (waarvan € 8,8 mln voor OCW en € 16,2 mln voor SZW).

Nationaal Onderwijslab AI

Het project Nationaal Onderwijslab Artificiële Intelligentie (NOLAI) beoogt innovaties in artificiële intelligentie op een goede manier te ontwikkelen. Het doel is om te zorgen voor digitale innovaties waar iedere leerling in het primair en voortgezet onderwijs mee vooruit kan. Wereldwijd is dit het eerste publiek gefinancierde lab op het gebied van digitale onderwijsinnovaties.

In 2022 is het project gestart en zijn de eerste subsidies verleend. Direct daarna is gestart met de inrichting van het lab. In 2023 heeft NOLAI een referentiekader ontwikkeld als leidraad voor de te ontwikkelen technologieën in de co-creatieprojecten. De uitgangspunten daarbij zijn het leren van de leerling, het lesgeven van de leraar, en de werking van de AI. Er zijn twee rondes vraagarticulatie geweest, waarin wordt gewerkt aan een gebalanceerd en evenwichtig projectenportfolio (landelijke en thematische spreiding). Verder zijn er afgelopen jaar tien co-creatieprojecten goedgekeurd en opgestart. Voor elk van deze projecten geldt dat er actieve betrokkenheid is vanuit de scholen die participeren en een organisatie uit het bedrijfsleven dat oplossingen ontwikkelt voor de betreffende projecten. Bovendien zijn de vijf focusgebieden goed in de projecten verweven, en hebben meerdere externe wetenschappelijke partners een actieve rol.

Pijler Kennisontwikkeling - projecten tweede ronde

LLO Collectief Laagopgeleiden en Laaggeletterden

In het voorjaar van 2023 zijn de geselecteerde pilotregio’s, te weten Zuidoost Brabant en Twente, aan de slag gegaan met hun kwartiermakersfase en uitvoeringsfase. Er is op regionaal niveau een projectorganisatie opgezet en er zijn samenwerkingsafspraken gemaakt. Sinds de zomer vinden er intakegesprekken plaats met laagopgeleide en/of laaggeletterde kandidaten die een maatwerkaanbod krijgen voor ondersteuning en scholing. Het landelijke projectleiderschap heeft de samenwerking met landelijke partijen verstevigd door het instellen van een klankbordgroep. Tevens is er in 2023 opdracht verleend voor het ontwikkelen van trainingsmodules voor het professionaliseren van docenten, werkgevers en andere professionals op het gebied laaggeletterdheid. De gezamenlijke werkzaamheden op regionaal en landelijk niveau moeten ervoor zorgen dat de eerste kandidaten geholpen kunnen worden met hun basis- én vakvaardigheden om zo een betere positie op de arbeidsmarkt te verwerven.

Digitaal Onderwijs Goed Geregeld

Door dit project maken scholen met minder inspanning en risico gebruik van digitale toepassingen in het onderwijs. Scholen kunnen op deze manier toekomstbestendig onderwijs bieden en het beste uit hun leerlingen/studenten halen. In overleg met alle stakeholders is de aanpak voor Edu-V gewijzigd. In plaats van een aanpak met proof of concepts en pilots wordt er gekozen voor een incrementele aanpak waarbij stapsgewijs wordt geïmplementeerd. De scope van het programma blijft daarmee hetzelfde, maar met deze nieuwe aanpak wordt sneller overgegaan tot implementatie. Hierdoor zijn de randvoorwaarden om invulling te kunnen geven aan nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs eerder aanwezig.

Door de nieuwe aanpak wordt de regeling voor de tegemoetkoming van leveranciers aangepast en zal er later gebruik van worden gemaakt. Dit leidt niet tot extra kosten of uitloop in de looptijd.

Stichting Edu-V zal naar verwachting medio 2024 zijn ingericht, inclusief een nieuwe governancestructuur. Omdat in dit proces heel zorgvuldig is afgestemd met alle stakeholders is dit later dan initieel gepland.

Impuls Open Leermateriaal

Het programma Impuls Open Leermateriaal heeft als doel de onderwijskwaliteit op alle niveaus te verbeteren door te investeren in goed gebruik van hoogwaardig open leermateriaal. Dit stelt docenten in staat om beter in te spelen op de individuele behoeften van leerlingen, de motivatie te vergroten en de leerresultaten te verbeteren. Bovendien maakt het gebruik van open leermateriaal het onderwijs flexibeler en efficiënter door samenwerking en gedeelde kennis.

Om de doelstellingen te behalen werkt het programma aan vier samenhangende thema’s: opschaling in gebruik, regie op open, infrastructuur versterken en onderbouwen met kennis en kunde.

Er is een aanzienlijke progressie in het verbinden van scholen aan het programma: er zijn flinke stappen gezet met de pilots, koploperscholen en veldexpertscholen. Inmiddels zijn meer dan 100 scholen verbonden, voornamelijk in het voortgezet onderwijs. Op dit moment zijn 25 pilotprojecten actief. Het groeiende aantal deelnemers laat zien dat steeds meer scholen aan de slag willen met open leermateriaal. In het kader van de pilotregeling zijn nieuwe collecties open leermateriaal ontwikkeld en verrijkt. In schooljaar 2022-2023 waren dit er 14 in totaal en het aantal blijft groeien.

De Subsidieregeling Impuls Open Leermateriaal is dit jaar opgezet. Er was veel animo voor de informatiebijeenkomsten die zijn georganiseerd voor de mogelijke indieners. Dat heeft geleid tot 58 ingediende aanvragen. De beoordelingscommissie zal uiterlijk 22 februari 2024 de aanvragers informeren of hun aanvraag is toegekend.

Nationale Leven Lang Ontwikkelen (LLO)-katalysator

Met de nationale LLO-katalysator wordt een forse impuls gegeven aan de ontwikkeling van het bij-, op- en omscholingsaanbod. De middelen die gemoeid zijn met dit programma, zijn bedoeld voor de mbo-, hbo- en wo-instellingen. De precieze verdeling van de middelen dient nog uitgewerkt te worden. Voor de opstartfase is in 2023 een subsidie verstrekt van € 2,8 mln.

Digitaliseringsimpuls onderwijs NL

Het doel van het programma Digitaliseringsimpuls NL is om de kansen die digitalisering biedt aan het mbo, hbo en wo beter te benutten. Hierdoor zijn studenten vaardiger in een digitale wereld en kunnen docenten beter les geven. Het programma is opgeknipt in twee fases: fase 1 loopt van 2022 tot en met 2025 en fase 2 loopt van 2025 tot en met 2031. In 2023 is voor de opstart van dit programma € 4,4 mln aan subsidie verstrekt en voor Fase 1 € 10 mln (Npuls).

Ontwikkelkracht

Het programma Ontwikkelkracht investeert in het lerend vermogen van het onderwijs, door te bouwen aan een stevige kennisinfrastructuur voor het funderend onderwijs. Ontwikkelkracht is er voor leraren en schoolleiders in het funderend onderwijs die de ontwikkeling van hun leerlingen en hun eigen vakmanschap willen versterken. Het programma verschaft ruimte, tijd en kennis door de kracht van de onderwijspraktijk te verbinden met inzichten uit onderzoek. Ontwikkelkracht investeert in het versterken van de onderzoeks- en verbetercultuur, kennisdeling, de ontwikkeling van effectieve interventies en het professionaliseren van leraren en schoolleiders tot expertleraren en -schoolleiders die als Expertscholen andere scholen gaan opleiden. Onderwijsprofessionals en wetenschappers staan aan het roer om in co-creatie te zorgen voor meer evidence-informed werken in het onderwijs, met als doel een impuls te geven aan de onderwijskwaliteit.

Het programmabureau – dat onderdeel uitmaakt van het Ministerie van OCW - is begin 2023 gestart. Gedurende dit jaar is het personeel van het bureau geworven en is de programmaorganisatie verder ingericht. Tevens is het programmateam met de uitvoerende partijen opgestart en ingericht. De subsidies voor de uitvoerende partijen zijn eind 2022 en begin 2023 verleend. De eerste pilotscholen zijn in schooljaar 2023/2024 gestart met activiteiten binnen het programma, waarvoor zij tegemoetkomingen ontvangen via de subsidieregeling Ontwikkelkracht. Er participeren iets minder scholen in de pilots dan waarvoor ruimte was. Resterend budget gaat mee naar 2024. In november 2023 is een kick-off georganiseerd voor scholen om in 2024/2025 deel te nemen aan Ontwikkelkracht.

Opschaling publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs

Het project Opschaling pps in het beroepsonderwijs investeert in de opschaling van publiek-private samenwerking (pps) in het beroepsonderwijs (mbo en hbo). Doel hiervan is de kloof te verkleinen tussen het beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt en een impuls te geven aan de toepassing van innovaties in de praktijk, een leven lang ontwikkelen en de productiviteit van (kleine) bedrijven.

Eind juni 2023 heeft RVO een totale investering van € 122,7 mln verleend aan 15 pps’en. Om de voortgang te waarborgen en de kennis en ontwikkelingen van de pps’en te monitoren, investeert EZK ook in een kennis- en ontwikkelingsprogramma dat zal worden uitgevoerd door het Platform Talent voor Technologie.

Pijler Onderzoek, ontwikkeling en innovatie - projecten eerste ronde

AiNed

AiNed is een investeringsprogramma om het potentieel van artificiële intelligentie (AI) voor de Nederlandse economie en samenleving te benutten. Het omvat twaalf instrumenten om specifieke knelpunten aan te pakken.

In 2023 zijn bestaande activiteiten met NGF-financiering vervolgd en zijn nieuwe activiteiten opgestart. Zo zijn in 2023 16 R&D-samenwerkingsprojecten voor het MKB gestart op basis van een AI-luik (2de ronde) in de MIT-regeling van EZK. Ook zijn 9 beurzen voor veelbelovende AI-onderzoekers toegekend, is een monitoringtool ontwikkeld voor het AiNed-programma en is een AI-systeemdoorbraakproject in de gezondheidszorg gekozen om door te ontwikkelen. Verder is een call voorbereid (openstelling door NWO in het voorjaar 2024) voor het uitvragen, selecteren en ondersteunen van minimaal vier nieuwe zogenaamde ELSA-labs voor mensgerichte en verantwoorde AI.

Health-RI

Het project Health-RI investeert in (i) de ontwikkeling van een geïntegreerde, nationale gezondheidsdata- en onderzoeks­infrastructuur, (ii) het wegnemen van sociale en organisatorische belemmeringen door middel van een afsprakenstelsel, en (iii) een centraal punt voor data-uitgifte. Het doel is om innovatie in de life sciences and health-sector te stimuleren door data van Nederlandse ziekenhuizen en zorgorganisaties, kennisinstellingen, organisaties in de publieke gezondheid, patiëntenorganisaties, gezondheidsfondsen en bedrijven te standaardiseren en met elkaar te verbinden. Het project richt zich op het delen en gebruiken van (onderzoeks)data. Begin 2023 werd de vervolgfinanciering van € 47,0 mln vanuit het Nationaal Groeifonds toegekend. In het kader van de ontwikkelingen van de European Health Data Space (EHDS) heeft Health-RI samen met VWS, RIVM, CBS en ICTU voor de realisatie van de Health Data Access Body (HDAB), het HDAB-NL consortium gevormd. Het consortium zal de komende vier jaar werken aan de functionaliteiten en governance die nodig zijn om tot de benodigde HDAB te komen. Vertrouwen van alle partijen en met name van de burger en patiënt is essentieel om de missie van Health-RI te verwezenlijken. Op diverse wijzen wordt gewerkt aan maatschappelijk draagvlak. Het versterken van het burgerperspectief heeft blijvende aandacht nodig en is in 2024 een belangrijk aandachtspunt.

Quantum Delta NL

Het programma Quantum Delta NL richt zich op het versterken van het Nederlandse quantum ecosysteem, door te investeren in (1) quantumcomputers, (2) quantumnetwerken en (3) quantumsensoren. Quantum is een ontwikkelende technologie die disruptief kan zijn op het gebied van rekenkracht en daarmee voor nieuwe verdienmodellen en oplossingen voor maatschappelijke opgaven kan zorgen. Door quantumtechnologie kunnen er in de toekomst mogelijk veel veiligere netwerken en communicatie tot stand gebracht worden.

Het programma is in uitvoering. Inmiddels is € 282,0 mln direct toegekend. De eerste calls for proposals van Quantum Delta NL zijn uitgezet en gehonoreerd en is het start-up fonds opgezet met inmiddels deelneming in 8 bedrijven. Ook is gewerkt aan de verdere ontwikkeling van het House of Quantum. Volgend op de ondertekening van de MoU's met Frankrijk en Duitsland heeft het NGF ook € 60,2 mln uit de openstaande reservering toegekend aan het programma om een trilateraal programma met Frankrijk en Duitsland uit te kunnen voeren.

RegMed XB

Het project RegMed XB investeert in de bouw van vier pilotfabrieken voor de verdere ontwikkeling van regeneratieve gezondheidszorg. Regeneratieve geneeskunde is erop gericht nieuwe behandelingen te ontwikkelen die slim gebruik maken van het zelfherstellend vermogen van ons lichaam. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van gentherapie en (stam)celtherapie. Het doel van RegMed XB is enerzijds om op lange termijn chronische ziekten te kunnen voorkomen of genezen, en anderzijds het Nederlandse bedrijfsleven in staat te stellen om innovatieve producten en processen te ontwikkelen en in te spelen op een sterk groeiende buitenlandse markt.

Eind 2021 heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland subsidie verleend voor Fase 1. Begin maart 2022 heeft RegMed XB nadere invulling gegeven aan de gestelde voorwaarden door de Adviescommissie Nationaal Groeifonds zodat de voorwaardelijke toekenning van € 33,3 mln (Fase 2) is omgezet in een onvoorwaardelijke toekenning. Dit heeft geleid tot een positief advies van het Nationaal Groeifonds in april 2022 en een daaropvolgend positief besluit van het kabinet. De verhoging van de beschikking door RVO met € 33,3 mln is reeds doorgevoerd.

Pijler Onderzoek, ontwikkeling en innovatie - projecten tweede ronde

Biotech Booster

Biotech Booster is een uniek verbond van kennisinstellingen en bedrijven om kennis over biotechnologie beter om te zetten in bedrijvigheid en toepassingen. Zo draagt innovatie in biotechnologie maximaal bij aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen in gezondheid, klimaat, energie, landbouw en voeding. Biotech Booster vergroot ons toekomstige innovatie- en verdienvermogen. In 2023 is voor de aanvraag met betrekking tot de opbouw- en implementatiefase van Biotech Booster een bedrag van € 1,7 mln toegekend en verstrekt.

Cellulaire Agricultuur

De mondiale vraag naar dierlijke eiwitten (vooral vlees en zuivel) zal blijven stijgen (30-50% in 2050). Gezien de uitdagingen die uitbreiding van de huidige landbouw met zich meebrengt, is er veel aandacht voor alternatieve eiwitbronnen. Cellulaire Agricultuur (CA) is een veelbelovende technologie waarbij door het kweken van cellen in plaats van dieren, hetzelfde vertrouwde vlees- of melkproduct gemaakt kan worden, maar dan op een dier- en planeetvriendelijke manier.

Dit groeiplan voor het Nationaal Groeifonds heeft als doel om het Nederlandse cellulaire agricultuur (CA) ecosysteem een flinke impuls te geven op de pijlers onderwijs, onderzoek en opschaling. Centraal gecoördineerd via de Cellulaire Agricultuur Nederland Stichting, in samenwerking met het Ministerie van LNV, wordt er de komende acht jaar een integrale aanpak uitgerold die ten doel heeft voldoende gekwalificeerd CA-personeel op te leiden, fundamentele en toegepaste CA-kennis te ontwikkelen en opschalingsfaciliteiten beschikbaar te maken voor CA-bedrijven.

Voortgang 2023

  • 1. Onderwijs: Het doel van deze werkstroom is voldoende aanwas te genereren van talent en personeel met de juiste kennis en kunde om volledig in de behoefte binnen de (tegen die tijd) snelgroeiende sector te kunnen voorzien. Deze werkstroom is van start gegaan door het aanstellen van zowel een onderwijsdirecteur (0.1 FTE) en fulltime coördinator die zowel Onderwijs als Onderzoek (O&O) beheert. Aan de WUR heeft een masterspecialisatie groen licht gekregen, zoals beschreven in het Groeiplan. Verder worden CA-modules voorbereid door InHolland (HBO) en de eerste CA post graduate Advanced Course bij TUD.

  • 2. Onderzoek: Het doel van deze werkstroom is Nederlandse universiteiten en HBO’s een belangrijke rol te laten spelen in het genereren van publieke kennis en technologie die nodig is om de uitdagingen in de CA-sector zo snel en efficiënt mogelijk te overbruggen. De drie Tenure Track (TT) Professor-rollen bij de drie betrokken universiteiten worden op dit moment ingevuld en in Q1’24 verwacht volledig te zijn ingevuld. Additionele, verwante rollen zijn opgezet zoals bijvoorbeeld een Assistant Prof. Biotechnology for Sustainable Food Security (TUD, open vacature). Volgende stappen zijn het adverteren van de PhD posities uit het kernprogramma, voorbereiding van de open calls met NWO en het voorbereiden van een jaarlijks wetenschappelijk symposium.

  • 3. Opschaling: Het doel van deze werkstroom is dat Nederland internationaal gerenommeerde, algemeen toegankelijke opschalingsfaciliteiten huisvest voor CA-vlees en CA-zuivel productieprocessen en het daarmee mogelijk maakt voor CA bedrijven om snel en efficiënt op te schalen van lab naar industriële schaal. Een onafhankelijke coördinator (BOX N.V.) is aangesteld om een inventarisatie te maken van mogelijke alternatieve locaties voor deze faciliteiten.

Circular Plastics NL

NGF-project Circular Plastics NL is gestart in januari 2023 en heeft als doel om de plastic waardeketens volledig circulair te maken door met subsidies de transitie te versnellen. In 2023 zijn subsidies verstrekt voor de bouw van een demonstratiefaciliteit voor plastic recycling en een onderzoeksprogramma voor scenario’s om richting te geven aan de circulaire plastictransitie. In de loop van 2024 worden de eerste resultaten van deze projecten verwacht. In oktober 2023 zijn bij RVO en NWO subsidieregelingen opengesteld (Circular Plastics NL 2023 en Plastics circulair maken: technische innovaties) ter waarde van respectievelijk € 47,2 mln en € 6,0 mln. De uitkomsten van deze open regelingen worden in het voorjaar van 2024 verwacht. Het NGF-project zal in lijn met de afspraken gemaakt met de fondsbeheerders in voorjaar 2024 voor het eerst worden geëvalueerd om middelen vrij te maken voor de tweede fase van het project.

CropXR

CropXR is een virtueel, Nederlands instituut gericht op snellere ontwikkeling van extra-weerbare (eXtra-Resilient) landbouwgewassen.

Sterkere, meer weerbare gewassen worden cruciaal nu klimaatomstandigheden extremer worden en we tegelijkertijd minder kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen gaan gebruiken om gewassen te helpen uiteenlopende stresscondities te weerstaan.

In CropXR ontwikkelen vooraanstaande Nederlandse onderzoeksgroepen en wereldwijd leidende, in Nederland gevestigde plantenveredelingsbedrijven samen innovatieve methoden om gewassen extra weerbaar te maken. In die methoden wordt moderne plantenbiologie gecombineerd met kunstmatige intelligentie (AI) en digitale modellen. Die nieuwe inzichten worden direct toegepast om van een aantal modelgewassen sterkere, weerbaarder variëteiten te ontwikkelen die ook in extremere condities duurzaam kunnen worden geteeld.

In 2023 heeft een aantal activiteiten plaatsgevonden waaronder:

  • Als onderdeel van fase 0 is het virtueel instituut gestart. Hier gaat het om de aanvang van de overkoepelende activiteiten van het CropXR-instituut en de ontwikkeling van data-infrastructuur ter ondersteuning van het onderzoek, en voor de verspreiding van de kennis.

  • Voorts is met een wijzigingsbeschikking ook subsidie toegekend voor fase 1 zodat activiteiten in de andere lijnen van het programma ook hebben kunnen starten.

  • Het funderend programma van CropXR, PlantXR, dat deels gefinancierd wordt door NWO vanuit het Lange-Termijn-Programma (LTP), is op 1 juli 2023 van start gegaan.

  • Mijlpalen in 2023 waren onder andere de opstart van het dagelijks bestuur, de werving van onderzoekers, een eerste bijeenkomst van de Supervisory Board en de opstart van alle programmalijnen.

De revolutie van zelfdenkende moleculaire systemen

Nederland heeft in het verleden goede keuzes gemaakt door te kiezen voor het met schaal en stabiliteit ontwikkelen van kennis van complexe moleculaire systemen, hetgeen onder andere geleid heeft tot een Nobelprijs voor Ben Feringa. Het begrijpen, manipuleren en synthetiseren van dergelijke systemen zou een doorbraak teweeg brengen naar nieuwe duurzame materialen en energiezuinige oplossingen voor dataopslag en dataverwerking. De ambitie van dit onderzoeksprogramma is om in zeven jaar een ecosysteem rond een volledig geautomatiseerd laboratorium (Robotlab) te ontwikkelen, waarin chemisch onderzoek, hoogwaardige technologie en kunstmatige intelligentie worden gecombineerd. In 2023 is voor het opstarten van het Robotlab € 4,5 mln aan subsidie verstrekt.

Digitale Infrastructuur Logistiek (DIL)

DIL heeft als doel de digitalisering van de logistieke sector te versnellen en faciliteren. De toegekende middelen (€ 51,1 mln) worden ingezet voor verdere ontwikkeling van de Basis Data Infrastructuur (BDI) en verhoging van de ‘digital readiness’ van het bedrijfsleven. Hiermee kunnen verstoringen en inefficiënties in de logistiek versneld en via betere (digitale) samenwerking aangepakt worden. Het programma DIL wordt in de periode 2022 ‒ 2026 uitgevoerd. In 2023 zijn zes living labs met de BDI opgestart. Ook zijn een aantal instrumenten ter verhoging van de digitale volwassenheid van het bedrijfsleven ontwikkeld en in uitvoering gebracht via een slimme groepsgewijze aanpak door een aantal netwerkconsulenten. Tenslotte is een nieuw werkpakket voorbereid dat heel specifiek de ICT-partijen in de logistieke keten op de BDI gaat aansluiten.

Dutch Metropolitan Innovations (DMI)

DMI draagt bij aan samenhang en samenwerking in het fysieke domein gericht op slimme, duurzame verstedelijking en mobiliteitsvernieuwing. Voor het NGF-project Dutch Metropolitan Innovations is in 2023 € 85,0 mln beschikbaar gesteld. Aanvullend investeren bedrijven € 42,0 mln en gemeenten € 55,0 mln. Deze investeringen hebben als doel bij te dragen aan het realiseren van een digitale infrastructuur voor het delen en gebruiken van data in het fysieke domein t.b.v. slimme en duurzame verstedelijking en mobiliteitstransitie. DMI is op 1 november 2023 gestart nadat de Eerste Kamer de Voorjaarsnota IenW had vastgesteld. Vervolgens zijn 16 van de 17 innovatieopdrachten verstrekt en van start gegaan. De eerste groep bedrijven en gemeenten heeft hun deelname aan DMI bevestigd. Tevens hebben de eerste stedelijke gebiedsontwikkelingsprojecten zich gemeld met hun wensen en behoeften.

BZK neemt ook deel aan het programma Dutch Metropolitan Innovations met het project voor Flevoland (Digitale Tweeling as a Service), waarvoor een bijdrage uit het NGF is verkregen.

Geonovum ontving van BZK een bijdrage om standaarden te ontwikkelen die overheden in staat stellen om samen te werken en data en toepassingen te delen zonder technische beperkingen.

Daarnaast hebben de provincie Flevoland en gemeente Almere een specifieke uitkering ontvangen voor het realiseren van digitale tweelingen t.b.v. de stedelijke en provinciale opgaven in de fysieke leefomgeving, waarbij ze gebruik maken van de ontwikkelde standaarden. De door deze partijen ontwikkelde kennis wordt door Geonovum actief verspreid.

Einstein Telescope

De Einstein Telescope biedt Nederland de unieke kans een wereldwijde leiderschapspositie in te nemen in een nieuw baanbrekend wetenschapsgebied: zwaartekrachtsgolvenonderzoek. De grensregio van Zuid-Limburg is een van de mogelijke locaties voor dit innovatieve observatorium. Huisvesting van de Einstein Telescope in deze regio heeft mogelijk een groot positief gevolg voor de wetenschap, economie en maatschappij. In 2023 is voor het opstellen van een gezamenlijk bidbook met Duitsland en België en het opzetten van een R&D-regeling € 21,5 mln aan subsidie verstrekt.

Groeiplan Watertechnologie (GPWT)

In 2023 is de reservering voor het NGF-project Groeiplan Watertechnologie van in totaal € 135,0 mln onvoorwaardelijk toegekend. Dit project heeft als doel nieuwe technologieën voor de beschikbaarheid van (schoon) water te ontwikkelen en deze zowel nationaal als internationaal te vermarkten. Het project start in 2024.

GroenvermogenNL

Het project GroenvermogenNL investeert in een groenewaterstofecosysteem bestaande uit (i) klein- en grootschalige demonstratieprojecten, (ii) een R&D-programma en (iii) een human capital-programma. Het doel van het project is om toepassingen van groene waterstof in o.a. de chemie, transport en zware industrie versneld mogelijk te maken door innovatie en kostenreductie. Daarmee kan het project ook een waardevolle bijdrage leveren aan de overgang naar een CO2 -neutrale samenleving.

In 2023 is voor twee industrie-gestuurde innovatieprogramma’s («R&D-werkpakketten») subsidie verstrekt: HyTROS en HyUse. Deze consortia zijn via een nieuwe procedure bij NWO succesvol tot stand gekomen; deze procedure vindt nu navolging bij andere NWO-calls en groeifondsvoorstellen. Begin 2023 zijn twee subsidiebeschikkingen afgegeven op de DEI-regeling voor GroenvermogenNL. DUWAAL en H2Hollandia zijn inmiddels in de bouwfase, zodat de verwachting is dat de eerste leerervaringen in 2025 beschikbaar komen voor de Nederlandse industrie en voor de R&D-consortia. In juli 2023 is een nieuwe ronde DEI opengesteld voor pilots en demo’s, en tevens voor regionale testfaciliteiten. GroenvermogenNL heeft verder in 2023 de besprekingen met EZK gestart over de benodigde opschalingsregelingen en een haalbaarheidsstudie gestart naar de faciliteit voor duurtesten. Hierdoor kunnen in 2024 de regelingen van kracht worden. In 2023 zijn eveneens de regionale roadmaps gereed gekomen binnen de 6 regio’s die GroenvermogenNL heeft ondersteund. Verder is in 2023 een groot arbeidsmarktonderzoek gereed gekomen, dat in opdracht van GroenvermogenNL is uitgevoerd door CE Delft en SEO, dat inzicht geeft in de kwalitatieve en kwantitatieve tekorten op de arbeidsmarkt op korte en langere termijn rond de waterstofeconomie in Nederland. De jaarconferentie op 1 december 2023 was het eerste nationale event van GroenvermogenNL waar tevens Young GroenvermogenNL is gelanceerd.

Luchtvaart in Transitie (LiT)

Luchtvaart in Transitie (€ 263,9 mln in totaal t/m 2030) is gericht op het verduurzamen van de luchtvaartsector door knelpunten in de transitie naar een duurzamere luchtvaart weg te nemen. De kern van de toekenning richt zich op doorbraaktechnologieën voor ultra-efficiënte vliegtuigontwikkeling en daarbij behorend onderzoek en flankerende activiteiten. Het project is in 2023 gestart en heeft een looptijd van 8 jaar. In december 2023 is de voorwaardelijke toekenning voor het deelproject HAPSS omgezet naar onvoorwaardelijk. Na overheveling naar de IenW-begroting in 2024 wordt het totale projectbudget € 337,2 mln tot en met 2030.

Nieuwe Warmte Nu!

Nieuwe Warmte Nu! zet zich in om bedrijven, burgers en overheden samen te brengen om de realisatie van collectieve warmtesystemen te versnellen en kennis en ervaringen hierover te delen. Nieuwe Warmte Nu! ondersteunt 11 vliegwielprojecten (één project is teruggetrokken en wordt vervangen door een nieuw project) en 5 innovatieprojecten (één project nog in voorbereiding) met middelen uit het Nationaal Groeifonds. Elk van deze vliegwielprojecten heeft een of meerdere eigen leerdoelen die bijdragen aan de landelijke versnelling van de realisatie van collectieve warmtesystemen. Voor de innovatieprojecten geldt het doel de innovatie op te schalen naar Technology Readiness Level 8-9, en het toepassen van de innovatie in vervolgprojecten en/of commerciële toepassingen.

In 2023 hebben de 11 vliegwielprojecten en 5 innovatieprojecten de eerste voorschotten van hun subsidie ontvangen. De projecten hebben hun doelen voor deze samenwerkingen vastgelegd in overeenkomsten. Er worden Communities of Practises gevormd, waarbinnen projecten onderling ervaringen, kennis, en uitkomsten met elkaar kunnen delen. De eerste resultaten van een innovatieproject zijn in het najaar van 2023 gepresenteerd aan een Community of Practise. Deze innovatie moet helpen bij het plannen van het type warmtenet dat je wil gebruiken en de mogelijke optimalisaties.

NL2120

Voor het project NL2120 is in totaal € 110,0 mln beschikbaar gesteld vanuit het NGF, waarvan € 40,0 mln voorwaardelijk. Dit project zet zich in voor het groene verdienvermogen van Nederland en richt zich op natuurlijke oplossingen (nature-based solutions) voor vraagstukken op het gebied van landgebruik en bodem- en waterbeheer. Het project start in 2024 en heeft een looptijd van 10 jaar.

NXTGEN HIGHTECH

NXTGEN HIGHTECH ontwikkelt een nieuwe generatie high tech equipment binnen zes toepassingsdomeinen: lasersatellietcommunicatie, biomedische productietechnologie, semiconductors, composieten, energie en agrifood. Daarnaast draagt het voorstel bij aan de versterking van het innovatie-ecosysteem, dat samenwerkt over wetenschappelijke disciplines en sectoren heen en heeft het voorstel een verdiepingsprogramma voor de doorontwikkeling van hightech apparatuur in nieuwe domeinen zoals plasmatechnologie en ‘thin films’. Voor dit programma is in totaal € 450 mln toegekend voor een periode van 7 jaar. Het programma zal tijdens twee «stage-gates» inhoudelijk worden bijgestuurd. De toegekende NGF-bijdrage van € 450,0 mln aan het NGF-project NXTGEN HIGHTECH is na de parlementaire autorisatie op 8 december 2022 als NGF-middelen verwerkt op de departementale begroting van het Ministerie Economische Zaken en Klimaat (EZK-begroting). Hiervan is in 2023 ongeveer € 100 mln uitgegeven.

Oncode Accelerator

Het doel van Oncode Accelerator (voorheen Oncode-PACT) is om een infrastructuur op te zetten met innovatieve modellen en methoden waarmee effectieve kandidaat-kankermedicijnen sneller en goedkoper ontwikkeld worden voor specifieke patiëntengroepen. Hierdoor trekt het project investeringen aan en brengt het nieuwe medicijnen die preciezer en eerder werken bij de juiste patiënt. Dit verbetert de kwaliteit van het leven van kankerpatiënten en versterkt het toekomstige verdienvermogen van Nederland.

Voor dit project is in 2022 € 325,0 mln toegekend uit het Nationaal Groeifonds, waarvan € 161,0 mln als directe en € 164,0 mln als voorwaardelijke toekenning. Het consortium Oncode Accelerator heeft een eerste beschikking ontvangen in december 2022. In 2023 is de samenwerkingsovereenkomst tussen de coördinerende partners ondertekend en heeft een naamsverandering plaatsgevonden. Oncode-PACT is nu Oncode Accelerator. Op basis van de beschikking hebben de eerste betalingen aan het consortium plaatsgevonden in 2023. De laatste consortiumovereenkomsten worden op dit moment verder uitgewerkt. Daarmee is een solide basis gerealiseerd voor de verdere uitvoering van Oncode Accelerator.

PharmaNL

In 2022 is het project PharmaNL van het Ministerie van VWS goedgekeurd. Eind 2023 is gestart met de uitvoering en zijn de eerste uitgaven gedaan. Voor dit project is € 79,0 mln toegekend uit het NGF. Het kasritme loopt van 2023 tot en met 2030. In maart 2024 staat een eerste evaluatie van de stand van zaken van het project gepland.

PhotonDelta

Het doel van het NGF PhotonDelta programma is de ontwikkeling van het Nederlandse ecosysteem voor geïntegreerde fotonica te versnellen. Met geïntegreerde fotonica worden chips bedoeld die met optische signalen werken in plaats van elektrische signalen. Het plan bestaat uit drie programmalijnen. De eerste programmalijn omvat de doorontwikkeling van het ecosysteem met onder andere talentontwikkeling, startup-ondersteuning en gedeelde onderzoeksfaciliteiten. In de tweede programmalijn wordt fundamenteel en industrieel onderzoek gedaan naar fotonische bouwblokken en hun integratie in grotere chipsystemen. Dit om de bewezen fotonicatechnologie zo veel als mogelijk beschikbaar te maken voor nieuwe toepassingen. De derde programmalijn heeft als doel pilot-productiefaciliteiten en een hoog-volume productielijn te ontwikkelen. Voor PhotonDelta is € 266,6 mln toegekend voor Fase 1 en is € 204,6 mln voorwaardelijk toegekend voor Fase 2.

In 2023 is het programma van start gegaan, de subsidie voor de eerste fase is aan PhotonDelta toegekend. Hiermee zijn de innovatieprojecten van start gegaan, is het Human Capital programma opgezet en is er gewerkt aan de internationaliseringsstrategie. Ook zijn er twee leningen verstrekt: aan SMART Photonics van € 60 mln en aan Phix van € 4,5 mln. Ook is het fondsplan voor het start-up fonds opgesteld.

Toekomstbestendige leefomgeving

Nederland kent grote maatschappelijke uitdagingen in de leefomgeving, waaronder woningnood, verouderde infrastructuur en effecten van klimaatverandering. De ontwerp-, bouw- en technieksector (OBT) levert een grote bijdrage aan de oplossingen voor deze uitdagingen. De productiviteit in deze sector moet nu fors omhoog om de uitdagingen in de leefomgeving voor 2030 tijdig aan te gaan. Het programma Toekomstbestendige leefomgeving wil een zodanige impuls geven aan de modernisering van de OBT-sector, dat de noodzakelijke versnelling, opschaling en cultuuromslag gaat plaatsvinden en de beleidsdoelen worden behaald.

De oplossingen voor de maatschappelijke uitdagingen resulteren daarbij in een substantiële bijdrage aan het duurzaam verdienvermogen van Nederland. Met een continue stroom van innovaties gaan de consortia samen met de departementen de opgaven op het gebied van woningtekorten, bereikbaarheid en verduurzaming aanpakken én de sector vernieuwen. Het programma bestaat uit deelprojecten op het gebied van digitalisering, duurzame kademuren en gevels, nieuwe renovatietechnieken, duurzame woningbouw en biobased bouwen. Deze zijn weer onder te verdelen in R&D-projecten en grootschalige proeftuinen. Overkoepelend is het programma georganiseerd in drie consortia: gebouwen, infra en ecosysteem. Voor alle drie de consortia geldt dat in 2023 de eerste deelprojecten van start zijn gegaan.

Werklandschappen van de toekomst

Sinds de goedkeuring in oktober 2022 werkt dit project naar toekomstgerichte, groene en klimaatbestendige bedrijventerreinen. Het programma heeft twee doelen: het bevorderen van gezonde werklocaties als standaard voor werklandschappen en het stimuleren van een hoogwaardige, innovatieve groensector. Er wordt gewerkt aan vijf oplossingsrichtingen (business cases, financiering, inzicht in waarde van groen, innovatieve oplossingen en lesmateriaal, en versterking van de groensector), getest via living labs en ambassadeursterreinen. Het kwartiermakersteam is gestart en de stichting Werklandschappen is opgericht. Met zes provincies zijn contacten gelegd over het afsluiten van een ‘Green Deal’.

Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch (ZES)

Met middelen (€ 50,2 mln) voor ZES kan een deel van de binnenvaart worden verduurzaamd via een nieuw energiesysteem. Door te investeren in dockingstations, batterijcontainers en het ombouwen van schepen kan er een rendabel en schaalbaar netwerk van open-toegankelijke laadinfrastructuur en energiecontainers ontstaan voor emissieloos varen. Na de start in 2022 van de aanleg van laadstations en de aanschaf van energiecontainers is in december 2023 de tijdelijke subsidieregeling elektrificatie binnenvaartschepen geopend. Tot en met 31 december 2025 is € 15,1 mln beschikbaar voor de subsidie van de aanschaf en de installatie van een elektrische voortstuwingsinstallatie.

Bijlage 2: Moties en toezeggingen

Deze bijlage bevat de stand van zaken van alle moties en toezeggingen sinds de peildatum (augustus 2022) van de gelijknamige bijlage bij de ontwerpbegroting. Dit is de stand van zaken van februari 2024.

Tabel 13 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

Verzoekt de regering het gehele fondsenlandschap te bezien en opties te ontwikkelen voor versterking van de doelmatige inzet van publieke middelen, en daarbij ook opties voor samenvoeging van fondsen te overwegen.

Kamerstuk 35 976, nr. G

Afgedaan in MJN 2024; https://www.rijksfinancien.nl/miljoenennota/2024/bijlage/1983035

Verzoekt de regering de toegankelijkheid van het Nationaal Groeifonds voor het mkb te bevorderen.

Kamerstuk 35 976, nr. 22

Afgedaan met Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. H

Verzoekt het kabinet om in lijn met het advies van het adviescollege regeldruk ondersteuning te bieden aan midden- en kleinbedrijven zodat zij gezamenlijk tot gelijkwaardige voorstellen voor een subsidieaanvraag kunnen komen voor het Nationaal Groeifonds.

Kamerstuk 35 976, nr. 17

Afgedaan met Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. H

Verzoekt de regering: – te onderzoeken hoe bij de beoordeling van projecten het effect van voorstellen op het bevorderen van strategische autonomie op het duurzaam verdienvermogen in kaart kan worden gebracht, zodat dit kan worden meegewogen bij de beoordeling van voorstellen in de derde en volgende rondes van het Nationaal Groeifonds; – te stimuleren dat veldpartijen voorstellen ontwikkelen, al dan niet in samenwerking met departementen, ter versterking van de Europese en Nederlandse strategische autonomie en met een positief effect op het duurzaam verdienvermogen op lange termijn.

Kamerstuk 35 976, nr. 18

Afgedaan met Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. H

Verzoekt de regering, om voor deze en aankomende tranches van het Groeifonds, waar relevant, in kaart te brengen met welke wet- en regelgeving de gekozen projecten verder kunnen worden ondersteund, en de Kamer hierover te informeren.

Kamerstuk 35 850 XIX, nr. 4

Afgedaan met Kamerstukken II, 2021-2022, 35 925 XIX, nr. 13

Verzoekt de regering, om in samenwerking met de adviescommissie er zorg voor te dragen dat aandachtspunten bij de ingediende projectplannen breed worden gedeeld, zodat er voor aanvragen in volgende tranches duidelijkheid bestaat over de gewenste kwaliteitseisen voor ingediende projecten.

Kamerstuk 35 850 XIX, nr. 5

Afgedaan met het advies van de Adviescommissie, het propositieformulier en de toelichting daarop, het analysekader van de Adviescommissie en met georganiseerde voorlichtingsbijeenkomsten

Verzoekt de regering, om bij volgende beoordelingsrondes ook aan te geven hoe goedgekeurde projecten passen binnen de bredere groeistrategie van het kabinet.

Kamerstuk 35 850 XIX, nr. 6

Afgedaan met Kamerstukken I, 2021-2022, 35 925 XIX, nr. E

Verzoekt de regering, aandacht te hebben voor het benutten van dergelijke internationale kansen en dit aan de beoordelingsadviescommissie van het Nationaal Groeifonds mee te geven.

Kamerstuk 35 850 XIX, nr. 7

Afgedaan met aanpassing propositieformulier en analysekader Adviescommissie

Verzoekt de regering, om na de tweede ronde samen met departementen te bezien of de betrokkenheid van de regio's voldoende is geborgd en of er op het gebied van voorlichting naar de regio's aanvullende acties nodig zijn in aanloop naar de volgende rondes, om zo te waarborgen dat het groeipotentieel van het hele land benut kan worden.

Kamerstuk 35 850 XIX, nr. 8

Afgedaan met Kamerstuk 36 410-L-7

Verzoekt de regering, periodiek een tussenevaluatie uit te voeren, te beginnen na de tweede ronde, en op basis daarvan met de Kamer in gesprek te gaan over de groeibrief en bijbehorende groeistrategie.

Kamerstuk 35 850 XIX, nr. 10

Afgedaan met Kamerstuk 36 410-L-7

Verzoekt de regering, om bij het aanbieden van het voorstel voor de instellingswet Nationaal Groeifonds aan te geven hoe wordt omgegaan met de aanbevelingen van het CPB op deze punten.

Kamerstuk 35 850 XIX, nr. 12

Afgedaan met Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. A

Verzoekt de regering: – een interne CO2-beprijzing mee te nemen in de bepaling van de maatschappelijke kosten van projecten die uit het Nationaal Groeifonds gefinancierd gaan worden; – een generatietoets te gebruiken bij de beoordeling van investeringen voor het kwantificeren van de gevolgen voor jongeren en toekomstige generaties; – een jongere als vertegenwoordiger van komende generaties een zetel te laten innemen in de beoordelingscommissie van het Nationaal Groeifonds; – goed te borgen dat de Tweede Kamer gaat over de vaststelling van de uiteindelijke groeifondsprioriteiten.

Kamerstuk 35 570, nr. 13

Afgedaan met: i) Generatietoets: Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. H; ii) CO2-prijs: Kamerstukken II, 2020-2021, 35 570 XIX, nr. 23; iii) Instellingswet: Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. A; en iv) Raad voor de Toekomst: afgedaan met Kamerstuk 30 196-812

Verzoekt de regering, het Groeifonds in te stellen door middel van een afzonderlijke instellingswet, waarin onder meer het doel en de evaluatiemogelijkheid staan;Verzoekt de regering voorts, de informatiepositie en autorisatiefunctie van de Kamer ten aanzien van het Groeifonds te verbeteren door de beoogde mogelijkheden van de Kamer bij de keuze voor projecten vooraf en achteraf en de daarbij te hanteren criteria explicieter te maken.

Kamerstuk 35 570 IX, nr. 11

Afgedaan met Kamerstukken II, 2021-2022, 35 976, nr. 3

Verzoekt de regering om de middelen van het groeifonds in de toekomst ter beschikking gesteld aan individuele private partijen, consortia en/of bijvoorbeeld sectorale ecosystemen, ter beschikking te stellen vanuit een juridisch kader waarbij zij langjarig invloed heeft op geïnvesteerde middelen, bijvoorbeeld via een nationale investeringsbank en/of investering coöperaties waarvan een nationale investeringsbank deel van uit maakt.

Kamerstuk 36 410 L, nr. F

Afgedaan met Kamerstuk Nummer 36 410 L, nr. 8

Tabel 14 Door bewindslieden gedane toezeggingen

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

Brief over doelstelling NGF

Kamerstukken I, 2021-2022, nr. 33, item 10

Afgedaan met Kamerstuk 35 976, nr. 29

Toezegging naar aanleiding van de aangehouden motie Kröger betreffende de actualisatie van efficiënte CO2-prijzen

Kamerstukken II, 2021-2022, 35 976, nr. 28

Afgedaan met Kamerstuk 35 976, nr. 29

Stand van zaken coalitieakkoord passage deelname Koninkrijk

Kamerstukken II, 2021-2022, 35 976, nr. 28

Afgedaan met Kamerstuk 36 200 IV, nr. 89

Betrekken veldpartijen en controle op middelen departementale route

Kamerstukken II, 2021-2022, 35 976, nr. 28

Afgedaan met Kamerstuk 36 410 L, nr. 7

Toezeggingen in het kader van de motie Segers-Klaver (CO2-prijs, generatietoets, Raad voor de Toekomst en borging rol TK)

Kamerstukken II, 2020-2021, 35 570 XIX, nr. 23

Afgedaan met Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. A

Toezegging reactie Wetenschapstoets

Kamerstukken II, 2020-2021, 35 570 XIX, nr. 31

Afgedaan met bijlage bij Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. A

Toezegging samenhang fondsen

Kamerstukken II, 2021-2022, 35 976, nr. 28

Afgedaan met Kamerstukken I, 2021-2022, 35 976, nr. F

Vervolg deelname Koninkrijk aan NGF

Kamerstuk 36 200 IV, nr. 89

Onderhanden

Kamer informeren over vierde ronde (onomkeerbare stappen)

Verslag EK 2023/2024, nr. 13, item 3 (T03761)

Afgedaan met Kamerstuk Nummer 36 410-L, nr. 8

Omgang met Intellectueel Eigendom

Verslag EK 2021/2022, nr. 33, item 10 (T03457)

Afgedaan met Kamerstuk 36 200-L, nr. 11. Blijvend opvolgen in volgende rondes.