Kamerstuk 36560-IX-4

Memorie van toelichting

Dossier: Jaarverslag en slotwet Ministerie van Financiƫn en Nationale Schuld 2023

Gepubliceerd: 15 mei 2024
Indiener(s): Steven van Weyenberg (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36560-IX-4.html
ID: 36560-IX-4

Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2023–2024

A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) ;

  • 2. de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Financiën,S.P.R.A. van Weyenberg

B ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN (SLOTVERSCHILLEN)

1 Leeswijzer

De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan de ondergrenzen in onderstaande staffel worden op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) toegelicht.

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerp-begroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

2 Beleidsartikelen

2.1 Artikel 1 Belastingen

Verplichtingen

Personele uitgaven

De aangegane personele verplichtingen vallen € 65 mln. lager uit. Dit wordt grotendeels verklaard doordat een deel van de verplichtingen voor de benodigde inhuur in 2024 nog niet is vastgelegd. Daarnaast zijn er vooral halfjaarcontracten voor 2024 afgesloten i.p.v. jaarcontracten.

Opdrachten

De aangegane verplichtingen voor (ICT) opdrachten vallen € 99 mln. lager uit. Dit komt met name doordat twee grote investeringen zijn doorgeschoven naar 2024.

Bijdrage agentschappen

De aangegane verplichtingen voor bijdrage agentschappen valt € 12 mln. hoger uit. De realisatie van verplichtingen is deels administratief verschoven van «Opdrachten» naar 'Bijdrage agentschappen'. Daarnaast is ook de verplichting voor een aantal agentschappen voor 2024 in 2023 vastgelegd.

Belasting- en invorderingsrente

De uitgaven en verplichtingen aan belasting- en invorderingsrente vallen € 14 mln. lager uit. Dit is onder meer het gevolg van een later aanvangsmoment van het herstelproject invorderingsrente. Het herstelproject start nu in 2024 in plaats van 2023, waarmee ook de kosten van het herstelproject die werden voorzien voor 2023 (€ 5 mln.) doorschuiven naar 2024. Daarnaast liggen de reguliere uitgaven aan invorderingsrente lager dan verwacht.

Uitgaven

Personele uitgaven

De personele uitgaven vallen € 16 mln. lager uit omdat o.a. de personeelslasten in december iets lager uitvielen i.v.m. de keuzemogelijkheden die de cao biedt en facturen voor inhuur in januari i.p.v. december betaald worden.

Materiële uitgaven

De materiële uitgaven vallen € 12 mln. hoger uit. Met name de bijdrage aan Shared Service Organisaties (SSO's) bleek hoger dan verwacht, doordat de uitgaven aan huisvestingsprojecten van het Rijksvastgoedbedrijf sneller verliepen dan eerder verwacht.

Opdrachten

De uitgaven aan (ICT) opdrachten vallen per saldo € 29 mln. hoger uit. Dit betreft een meevaller van ca. € 10 mln. op de overige opdrachten en een overschrijding op de ICT-opdrachten van ca. € 39 mln. De belangrijkste reden is dat conform de bestendige gedragslijn en gemaakte afspraken met leveranciers contracten deels voorafgaand aan het nieuwe jaar worden betaald (mits voldaan wordt aan de inkoopregels). Daarnaast zijn er meer contracten nog in 2023 afgesloten dan eerder verwacht, waardoor er nu sprake is van een overschrijding.

Belasting- en invorderingsrente

Zie toelichting onder verplichtingen.

Ontvangsten

Bekostiging

De ontvangsten als gevolg van het doorbelasten van vervolgingskosten (bijvoorbeeld aanmaningen en dwangbevelen) zijn € 24 mln. hoger uitgevallen dan eerder geraamd.

Rente

De ontvangsten aan belasting- en invorderingsrente zijn € 32 mln. hoger uitgevallen dan begroot. Voor een deel (ruim € 25 mln.) is dit toe te schrijven aan hogere ontvangsten aan belastingrente in de laatste 4 maanden van 2023. Verder zijn de ontvangsten aan invorderingsrente over coronaschulden in de laatste vier maanden hoger uitgevallen dan begroot (ruim € 10 mln.). De overige ontvangsten aan invorderingsrente bleven juist iets achter.

Apparaatsontvangsten

De apparaatsontvangsten zijn € 18 mln. hoger uitgevallen. Er zijn € 11 mln. meer ontvangsten vanuit het UWV die zijn gerelateerd aan de Ziektewet en ontvangen transitievergoedingen. Daarnaast zijn er € 3 mln. extra ontvangsten vanuit het leveren van extra facilitaire diensten aan verschillende afnemers. € 2 mln. extra ontvangsten zijn ontstaan vanuit detachering van personeel.

Boetes en schikkingen

De boeteontvangsten zijn € 22 mln. hoger uitgevallen. Dit is onder andere toe te schrijven aan hogere boeteontvangsten in relatie tot de omzet- en loonbelasting in december.

Belastingontvangsten

Voor een toelichting op de belastingontvangsten, zie het Financieel Jaarverslag Rijk 2023 (FJR), hoofdstuk 2.2 "De ontwikkeling van de inkomsten". Bijlage 3 "De belasting- en premieontvangsten in 2023" van het FJR bevat een uitsplitsing van de belastingontvangsten.

Tabel 1 Aansluiting belastingontvangsten (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. NvW)

Stand 1e suppletoire begroting (incl. NvW)

Stand Prinsjesdag suppletoire

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Slotwet

Realisatie 2023

Totaal belastingontvangsten

242.476.279

254.985.782

261.209.386

260.217.695

2.970.349

263.188.044

– /– Afdracht Gemeentefonds

40.477.613

41.517.210

41.897.101

42.068.461

136.242

42.204.703

– /– Afdracht Provinciefonds

2.996.423

3.061.537

3.108.040

3.130.410

‒ 56

3.130.354

– /– Afdracht BES-fonds

53.094

53.977

73.057

93.742

‒ 5.892

87.850

– /– Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds

3.760.838

3.762.082

4.015.034

4.175.840

‒ 138.145

4.037.695

Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen

195.188.311

206.590.976

212.116.154

210.749.242

2.978.200

213.727.442

2.2 Artikel 2 Financiële markten

Verplichtingen

Opdrachten

Schadeloosstelling SNS REAAL Holding (SRH)

In het arrest van 21 april 2023 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over de vaststelling van de omvang van de schadeloosstelling, voortvloeiend uit de onteigening van SNS REAAL op 1 februari 2013. Met deze uitspraak is de uitspraak van de Ondernemingskamer van 11 februari 2021 definitief geworden en is het proces van uitbetaling van de vastgestelde schadeloosstelling gestart. De realisatie valt lager uit (ca. € 16 mln.) dan begroot (ca. € 977 mln.). De uitgaven zijn lastig te ramen omdat de uitkomsten van bezwaar en beroepsprocedures onzeker zijn.

Uitgaven

Opdrachten

Schadeloosstelling SNS REAAL Holding (SRH)

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

Ontvangsten

Bekostiging

Toename munten in circulatie

In 2023 zijn er via DNB meer munten in omloop gebracht dan dat er uit omloop zijn teruggekomen. Als gevolg daarvan heeft DNB het afgelopen jaar per saldo een bedrag van € 11,4 mln. aan nominale waarde van in de markt uitgezette munten aan de schatkist toegevoegd.

2.3 Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Verplichtingen

Garanties

Garantie FMO

De garantie aan FMO is met € 309,8 mln. naar beneden bijgesteld. Dit betreft een wisselkoersbijstelling van de garantieverplichting. Aangezien de koers van de euro ten opzichte van de dollar is gestegen, daalt de waarde van deze garantie.

Leningen

Lening KLM

KLM heeft het steunpakket van de Staat beëindigd per 17 april 2023. Daarmee vervalt onder andere het recht op trekken van de directe lening (€ 722,9 mln.).

Vermogensverschaffing/-ontrekking

Afdrachten Staatsloterij

Om te voldoen aan de Wet op de kansspelen wordt in de begroting en verantwoording een technische post voor afdrachten Staatsloterij opgenomen bij zowel de uitgaven, betalingsverplichtingen als de ontvangsten ter hoogte van de afdrachten van de Staatsloterij. Deze post is met € 18,2 mln. bijgesteld.

Uitgaven

Vermogensverschaffing/-ontrekking

Afdrachten Staatsloterij

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

Ontvangsten

Vermogensverschaffing/-ontrekking

Aan-/verkoop vermogenstitels

De opbrengsten uit verkoop vermogenstitels vallen € 83,9 mln. hoger uit dan begroot. Dit komt door de opbrengsten van de verkoop van aandelen ABN AMRO.

Afdrachten Staatsloterij

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

Dividenden staatsdeelnemingen - Deelnemingen

De dividendraming wordt bijgesteld (circa € 107 mln.) op basis van de meest recente informatie over het verwachte dividend van de staatsdeelnemingen, als gevolg van de huidige marktomstandigheden en relevante ontwikkelingen.

2.4 Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Verplichtingen

Garanties

Garantie aan DNB inzake IMF

De garantie aan de DNB inzake IMF is met € 653,8 mln. naar beneden bijgesteld. Dit betreft een wisselkoersbijstelling van de garantieverplichting. Aangezien de koers van de euro ten opzichte van de dollar is gestegen, daalt de waarde van deze garantie.

European Financial Stabilisation Mechanism (EFSM)

Het verplichtingenbudget voor de garantie aan het EFSM is neerwaarts bijgesteld met € 174 mln. Dit wordt veroorzaakt door aflossingen op de leningen onder dit instrument, waardoor de omvang van de totaal uitstaande leningen onder dit instrument is afgenomen.

Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB)

De garantie aan de AIIB is met € 26,2 mln. naar beneden bijgesteld. Dit betreft een wisselkoersbijstelling van de garantieverplichting. Aangezien de koers van de euro ten opzichte van de dollar is gestegen, daalt de hoogte van deze garantie.

Wereldbank

De garantieverplichting aan de Wereldbank (IBRD) is met € 46,5 mln. naar beneden bijgesteld. Dit betreft een wisselkoersbijstelling van de garantieverplichting. Aangezien de koers van de euro ten opzichte van de doller is gestegen, daalt de waarde van deze garantie.

Next Generation EU (NGEU)

De Nederlandse garantie aan NGEU van ca. € 38,9 mld. is met ca. € 11 mld. naar beneden bijgesteld. Er konden tot 31 december 2023 leningen onder de NGEU worden afgesloten. Het leenplafond van NGEU is niet gehaald en daarom is de garantie naar beneden bijgesteld.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Wereldbank - International Finance Corporation (IFC)

De betaling aan International Finance Corporation (IFC) is de eerste keer niet gelukt (op een tussenrekening blijven hangen). Daarom is de betaling een tweede keer gestart. De teruggave van het bedrag is net over de jaargrens gegaan. Dit wordt in de 1e suppletoire begroting 2024 weer opgevoerd. Daarnaast is de verplichting bijgesteld vanwege de wisselkoers. Dit betekent dat het verplichtingenbudget € 18,3 mln. is opgehoogd.

European Bank for Reconstruction and Development (EBRD)

Het verplichtingenbudget voor de EBRD wordt met € 75,0 mln. naar beneden bijgesteld, aangezien de verplichting voor kapitaaluitbreiding pas in 2024 in gaat. Dit wordt met de 1e suppletoire begroting 2024 opnieuw opgevoerd. De kapitaalinjectie is nodig om de EBRD in staat te stellen te blijven bijdragen aan het steunen van Oekraïne. Het besluit over deze kapitaalinjectie was eerder in 2023 voorzien.

Uitgaven

Garanties

Europese Investeringsbank (EIB) pan-Europees garantiefonds

Het EIB pan-Europees garantiefonds financiert hoogrisicoprojecten en is opgezet om economische gevolgen van de corona-uitbraak te mitigeren. De verliezen van dit fonds worden door de lidstaten naar rato gedragen. De verwachte netto-verliezen voor Nederland zijn opgenomen als uitgaven in artikel 4. Het uitgavenbudget in de begroting is gebaseerd op een schatting. De realisatie in 2023 valt circa € 66 mln. lager uit dan verwacht.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Wereldbank - IFC

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

2.5 Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

Verplichtingen

Garanties

Schade-uitkering exportkredietverzekeringen (ekv)

Voor de ekv-faciliteit (exportkredietverzekering) is in de begroting een plafond van € 10 mld. opgenomen. Dit is het bedrag dat jaarlijks aan nieuwe verplichtingen kan worden aangegaan. Bij de tweede suppletoire begroting 2023 zijn deze verplichtingen met € 3,3 mld. naar beneden bijgesteld, omdat duidelijk werd dat niet de volledige faciliteit benut zou worden in 2023. Er zijn in 2023 € 3,7 mld. aan verplichtingen aangegaan, waardoor er dus een minus is van € 3 mld. ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2023.

Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten

De herverzekering leverancierskredieten betrof een coronamaatregel waarbij er door de Staat voorkomen werd dat de kortlopende kredietverlening in de private verzekeringssector stilvielen. Voor 2023 is geen bedrag geraamd, omdat de regeling is gestopt. Er is om die reden voor € 23,6 mln. aan verplichtingen afgeboekt.

Uitgaven

Garanties

Schade-uitkering exportkredietverzekeringen (ekv)

Bij de tweede suppletoire begroting is een verwacht bedrag van € 165 mln. aan openstaande vorderingen definitief oninbaar verklaard. Deze mutatie brengt geen kasstroom met zich mee. Dit is per abuis wel zo verwerkt bij de tweede suppletoire begroting en wordt nu gecorrigeerd.

Ontvangsten

Garanties

Schaderestituties exportkredietverzekeringen (ekv)

De verwachte schaderestituties ekv zijn per saldo € 16 mln. lager dan oorspronkelijk begroot. Vanwege het vraaggestuurd karakter van de ekv kunnen er verschillen ontstaan tussen de raming en daadwerkelijke realisatie.

Onttrekking begrotingsreserve (ekv)

Bij de tweede suppletoire begroting is € 165 mln. aan openstaande vorderingen oninbaar verklaard. Deze mutatie brengt geen kasstroom met zich mee. Dit is per abuis wel zo verwerkt bij de tweede suppletoire begroting en wordt nu gecorrigeerd (zie ook de toelichting onder Uitgaven). Dit leidt er ook toe dat de gerealiseerde onttrekking uit de begrotingsreserve in 2023 lager uitvalt dan bij 2e suppletoire begroting geraamd en € 23,3 mln. uitkomt.

2.6 Artikel 6 Btw-compensatiefonds

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

Bijdrage aan medeoverheden

De aan gemeenten en provincies uitbetaalde declaraties zijn per saldo € 138 mln. lager uitgevallen dan geraamd bij de tweede suppletoire begroting. De bijstellingen zijn relatief beperkt gezien de omvang van het Btw-compensatiefonds (circa € 4 mld.). Bij het Btw-compensatiefonds staan tegenover de (lagere) uitgaven gelijke (lagere) ontvangsten.

2.7 Artikel 9 Douane

Verplichtingen

Personele uitgaven

De verplichtingen op personele uitgaven zijn € 11 mln. hoger uitgevallen dan begroot. Dit heeft twee oorzaken.

  • Ten eerste vallen de aangegane verplichtingen op eigen personeel € 4 mln. hoger uit. Dit komt doordat de verwachte groei van eigen bezetting per jaareinde hoger was dan verwacht.

  • Ten tweede vallen de aangegane verplichtingen op externe inhuur vanuit contractverlengingen € 7 mln. hoger uit. Dit komt met name door extra verlengingen van contracten in 2023.

Opdrachten

De verplichtingen onder opdrachten zijn € 11 mln. lager uitgevallen dan begroot. Dit komt onder andere door:

  • een deel van de ICT-opdrachten zijn doorgeschoven naar 2024 (€ 3 mln.).

  • er zijn lagere verplichtingen voor (arbeids)marktcommunicatie en scan- en detectie materialen.

Ontvangsten

Ontvangsten verrichte werkzaamheden derden

De realisatie van de ontvangsten is circa € 1 mln. hoger dan begroot, onder andere vanwege ontvangsten vanuit bestaande EU-Agreements en hogere ontvangsten voor het verkeersbegleidingsssyteem voor scheepvaartverkeer.

2.8 Artikel 13 Toeslagen

Verplichtingen

Personele uitgaven

Op het verplichtingenbudget voor personele uitgaven is voor circa € 50,3 mln. minder verplichtingen aangegaan dan verwacht. Dit wordt met name veroorzaakt door tijdelijke onderbezetting van eigen personeel bij de dienst Toeslagen (niet Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT)).

Bijdrage aan medeoverheden

De uitgaven en verplichtingen voor bijdrage aan medeoverheden komen circa € 57,4 mln. lager uit dan verwacht. Dit komt met name omdat gemeenten minder gedeclareerd hebben voor de Regeling specifieke uitkering (SPUK) gemeentelijke hulp aan gedupeerden kinderopvangtoeslagproblematiek dan vooraf verwacht.

(Schade)vergoeding

Er is voor circa € 122 mln. minder verplichtingen aangegaan dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een langere doorlooptijd en (nog) niet ingediende schuldenlijsten bij het kwijtschelden van private schulden (circa € 41 mln.), door het opschuiven in de tijd van de compensatieregeling voor huur- en zorgtoeslag en kindgebondenbudget (HZK-regeling, circa € 56 mln.) en doordat de daadwerkelijke uitbetaling van betalingen in het kader van de herstelregeling voor ex-partners en de daadwerkelijke uitbetaling van overige schadevergoedingen pas plaatsvinden in 2024 (circa € 53 mln.).

Uitgaven

Bijdrage aan medeoverheden

Zie toelichting onder verplichtingen

(Schade)vergoeding

Compensatie toeslagengedupeerden

De uitgaven voor Compensatie Toeslagengedupeerden komen circa € 64,1 mln. lager uit dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt doordat het kasritme in 2023 niet in lijn was met de geplande voortgang van de afhandeling de Integrale Beoordelingen (IB) en dossiers door de Commissie Werkelijke Schade (CWS). Meerjarig blijft het budget voor de afhandeling van integrale beoordelingen en behandeling door de CWS beschikbaar.

UHT is bezig om de piek van aanmeldingen uit 2021 integraal te beoordelen, hetgeen doorloopt in 2024. De ingezette versnellingsmaatregelen worden verwacht ook in 2024 hun vruchten af te werpen. De prognose van het aantal afgeronde IB in 2025 blijft dus ondanks deze lagere uitgaven in 2023 staan.

De afhandeling door CWS is onderhevig aan een aantal versnellings- en verbeteringsmaatregelen. De productiedoelstelling (vanuit motie Inge van Dijk/Temmink1) wordt momenteel nog niet gehaald. Er is in september 2023 - december 2023 wel een lichte stijging te zien ten opzichte van de vorige periode.

Kwijtschelden private schulden

Omdat er bij het kwijtschelden van private schulden sprake is van een langere doorlooptijd dan verwacht is er circa € 66,5 mln. minder uitgekeerd. SBN heeft nog een werkvoorraad van ongeveer 3% van het totaal aan nog niet in behandeling genomen schuldenlijsten. Daarnaast hebben een aantal gedupeerde ouders geen schuldenlijsten ingediend waarvan dat wel was voorzien in de raming. Voor dit onderdeel wordt de komende tijd doorgegaan met het proberen te bereiken van gedupeerde ouders met nog openstaande gerechtelijke vorderingen.

Herstelprogramma voor kinderen

De uitgaven op het budget voor het Herstelprogramma voor kinderen komen circa € 41,6 mln. lager uit dan verwacht. De verklaring hiervoor is dat UHT een gedeelte van de kindregeling betalingen (7%) nog niet kan uitvoeren, omdat UHT nog gegevens van de ouder, bewindvoerder of het kind nodig heeft. De verwachting is dat UHT de kindregeling in 2024 afhandelt.

Overige (schade)vergoedingen

De uitgaven op het budget voor overige (schade)vergoedingen komen circa € 13,6 mln. lager uit dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt doordat de daadwerkelijke uitbetaling van schadevergoedingen na het traject van aanvraag tot betaling pas in 2024 plaatsvindt.

Ontvangsten

Ontvangsten

In verband met het ontvangen van een creditnota van Sociale Banken Nederland (SBN) aangaande het terugbetalen van voorschotten uit 2021, 2022 en 2023 is het ontvangstenbudget bij de suppletoire begroting Prinsjesdag opgehoogd met circa € 22 mln. Aangezien dit geen ontvangsten zijn wordt dit bij de Slotwet gecorrigeerd naar een daling van de uitgaven 'Kwijtschelden private schulden'.

3 Niet-Beleidsartikelen

3.1 Artikel 8 Apparaat kerndepartement

Verplichtingen

Personele uitgaven

Eigen personeel

Op het eigen personeel vallen de verplichtingen hoger uit met € 20,3 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door een nieuw meerjarig contract voor de mobiliteitskaart.

Inhuur externen

De onderuitputting van € 5,6 mln. op inhuur externen is veroorzaakt door het bijstellen van verplichtingen uit eerdere jaren en lagere uitgaven dan begroot.

Materiële uitgaven

Overig materieel

De onderuitputting van € 9,3 mln. op overig materieel is veroorzaakt door het bijstellen van verplichtingen en tevens minder uitgaven dan begroot bij de Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering, Domeinen Roerende Zaken en de organisatie van het Herstel- en Veerkrachtplan.

Uitgaven

Materiële uitgaven

ICT

De uitgaven op ICT vallen circa € 5 mln. lager uit in verband met onderbesteding en overloop van kosten bij de projecten Informatie op Orde en de herbouw van het Beslagportaal bij Domeinen Roerende Zaken, onderbesteding bij het project digitalisering Schatkistbankieren en door de overloop van facturen naar 2024.

Overig Materieel

Op overig materieel is er sprake van onderuitputting van circa € 4 mln. voornamelijk als gevolg van lagere uitgaven dan begroot door Bureau Schade Afwikkeling, de opschuiving van investeringen (opslag Lithium-ion batterijen en heftrucks) bij Domeinen Roerende Zaken en lagere uitgaven bij de Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering.

4 Beleidsartikelen (Ministerie van Financiën IXA)

4.1 Artikel 11 Financiering staatsschuld

Verplichtingen en uitgaven

Rente

Rente vlottende schuld

De rentelasten op de vlottende schuld zijn circa € 120 mln. hoger uitgevallen doordat onder andere de uitgifte van Dutch Treasury Certificates (DTC's) in de laatste maanden van het jaar tegen een hogere rente heeft plaatsgevonden dan waarmee in de tweede suppletoire begroting rekening is gehouden. Daarnaast hebben transacties op de geldmarkt geleid tot rentelasten ten behoeve van kortetermijnfinanciering.

Leningen

Aflossing vaste schuld

Eind 2023 heeft een vervroegde aflossing van een staatsobligatie plaatsgevonden. Hierdoor vielen de aflossingen van de vaste schuld per saldo € 45 mln. hoger uit dan begroot bij de tweede suppletoire begroting.

Mutatie vlottende schuld

De eindstand van de uitstaande schuld op de geldmarkt is het gevolg van meerdere ontwikkelingen gedurende het jaar, waarvan de ontwikkeling van het kassaldo, de keuze voor de omvang van de financiering op de kapitaalmarkt, het onderpand in contanten dat is ontvangen voor de derivaten en de vervroegde aflossingen de belangrijkste zijn. Doordat het kastekort lager is uitgevallen dan werd geraamd bij de tweede suppletoire begroting, is € 10,6 mld. van de vlottende schuld additioneel afgelost.

Ontvangsten

Rente

Rente vlottende schuld

De rentebaten op de vlottende schuld vallen circa € 177 mln. hoger uit als gevolg van de hoger dan verwachte rente die de staat heeft ontvangen over het schatkistsaldo en de op de geldmarkt uitgezette middelen.

Leningen

Uitgifte vaste schuld

Bij de uitgifte van Nederlandse staatsleningen is in het najaar circa € 317 mln. meer opgehaald dan waar in de tweede suppletoire begroting rekening mee is gehouden (€ 46 mld.).

4.2 Artikel 12 Kasbeheer

Verplichtingen en uitgaven

Rente

De rentelasten op het kasbeheer zijn circa € 655 mln. lager uitgevallen, met name doordat er minder middelen door de deelnemers van schatkistbankieren worden aangehouden op de rekeningen-courant en deposito’s dan waarmee rekening is gehouden in de tweede suppletoire begroting.

Leningen

Het bedrag aan verstrekte leningen is in totaal € 372 mln. lager dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit komt voornamelijk doordat het aantal leningen verstrekt aan RWT's lager is uitgevallen dan begroot.

Mutaties in rekening courant en deposito's

Het saldo van de rekeningen-courant van de decentrale overheden is toegenomen terwijl er een lichte daling (-€ 200 mln.) werd verwacht bij de tweede suppletoire begroting.

Ontvangsten

Leningen

In 2023 is circa € 43 mln. meer aan leningen afgelost dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Deelnemers van schatkistbankieren hebben de mogelijkheid om hun leningen (deels) vervroegd af te lossen, bijvoorbeeld bij verkoop van de activa waarvoor was geleend.

Mutaties in rekening courant en deposito's

Per saldo is door de sociale fondsen, rechtspersonen met een wettelijke taak, agentschappen en decentrale overheden gezamenlijk minder geld op de rekeningen-courant aangehouden dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Het saldo van de rekeningen-courant van de sociale fondsen is circa € 4,2 mld. minder toegenomen dan begroot. Het saldo van de rekeningen-courant van de rechtspersonen met een wettelijke taak, agentschappen en decentrale overheden is circa € 2,3 mld. meer toegenomen dan begroot.