Ontvangen 15 mei 2024
Vergaderjaar 2023–2024Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 92,5
Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 8,9
AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Hierbij bied ik het departementale jaarverslag van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet van de Koning en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (III) over het jaar 2023 aan.
Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Algemene Zaken decharge te verlenen over het in het jaar 2023 gevoerde financiële beheer.
Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:
1. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;
2. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;
3. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
4. de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
5. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.
Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:
1. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2023;
2. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
3. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
4. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2023 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2023, alsmede over de saldibalans over 2023 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.
Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,M. Rutte
Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De Voorzitter van de Tweede Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De Voorzitter van de Eerste Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
Zoals bij de aanbieding is opgemerkt, bestaat begroting III uit drie begrotingsstaten:
1. het Ministerie van Algemene Zaken;
2. het Kabinet van de Koning (KvdK) en
3. de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD).
Deze driedeling is in navolgend jaarverslag terug te vinden in onderdeel B. Onderdeel C bevat de jaarrekening en onderdeel D bevat de bijlagen. In onderdeel B van het jaarverslag wordt voor het Ministerie van Algemene Zaken achtereenvolgens ingegaan op de realisatie van de beleidsprioriteiten voor 2023, op het beleidsartikel «Eenheid van het algemeen regeringsbeleid» en op de bedrijfsvoering. In afwijking van de Rijksbegrotingsvoorschriften wordt niet afzonderlijk ingegaan op de gerealiseerde maatschappelijke effecten of op de mate van doelbereiking; zie hiervoor de brief aan de Tweede Kamer van 29 juni 2006 (de zgn. ‘comply or explain brief’; Kamerstukken II 2005/06 29 949, nr. 53). Het Ministerie van Algemene Zaken heeft geen beleidsdoorlichtingen en geen risicoregelingen. Ook worden de uitgevoerde taken van het Kabinet van de Koning, de financiële consequenties daarvan en de bedrijfsvoering toegelicht. Verder wordt kort ingegaan op de wettelijke taken van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, de daarbij horende financiële realisatie en de bedrijfsvoering. Onderdeel C bevat de jaarrekening, met daarin de verantwoordingsstaten, de saldibalansen met toelichting, de verantwoording van het agentschap Dienst Publiek en Communicatie (DPC) en de verantwoording op de Wet normering topinkomens. Onderdeel D bevat de bijlagen.
In de begroting van Algemene Zaken is geen centraal apparaatsartikel opgenomen. Dit is conform de Rijksbegrotingsvoorschriften.
In de toelichting bij de budgettaire tabel wordt op bondige wijze ingegaan op opmerkelijke verschillen tussen de ontwerpbegroting en de realisatie in het verslagjaar. Hierbij worden afwijkingen boven de 5% toegelicht. Om inzicht te geven in de uitputting van de begroting, wordt zo nodig ook beneden deze norm een toelichting gegeven.
In de toelichtende tabellen kan door afronding het totaal afwijken van de som der onderdelen.
Grondslagen voor de vastlegging en de waardering
De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2024 en de Regeling agentschappen. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast en voor de baten-lasten agentschappen het baten-lastenstelsel.
Groeiparagraaf
Ten opzichte van vorig jaar en ten opzichte van de begroting 2023 zijn er nauwelijks aanpassingen.
Focusonderwerp
De Tweede Kamer verzoekt het Kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2023 aandacht te besteden aan resultaatbereik in relatie tot onderuitputting, als gevolg van bijvoorbeeld arbeidskrapte. Voor het focusonderwerp wordt een eenmalige bijlage bij het jaarverslag voorgeschreven.
Voor het Ministerie van Algemene Zaken en de Minister-President staan, overeenkomstig artikel 45 van de Grondwet, het algemene regeringsbeleid en de bevordering van de eenheid daarvan centraal. Het regeerakkoord is daarbij leidend. Een groot deel van het werk van het ministerie en de Minister-President werd bepaald door de voorbereiding van de besluitvorming over tal van onderwerpen van het regeringsbeleid in de ministerraad en zijn onderraden. Daarnaast houdt het ministerie zich bezig met toelichting en verantwoording over het beleid in parlement, aan media en aan het publiek, en het ondersteunen van nationale en internationale optredens van de Minister-President.
Veiligheid
2023 stond voor wat betreft veiligheidsbeleid nog steeds in het teken van de Russische agressie aan de rand van Europa en van het gewapende conflict tussen Israël en Hamas. In december heeft de NCTV het dreigingsniveau verhoogd naar 4 (substantieel), wat betekent dat de kans op een aanslag reëel is. Een gezamenlijk overheidsoptreden blijft daarom essentieel. Dat reikt van onderkennen van dreigingen, strafvervolging, detentie tot begeleiding, deradicalisering en re-integratie. Vanwege toenemende ontwikkelingen in de dreiging en de daaruit voortkomende behoeftestellingen is de Geïntegreerde Aanwijzing (conform de Wiv 2017) dit jaar op deze onderwerpen aangepast.
Nederland heeft zich in het afgelopen jaar hard gemaakt voor voortzetting van financiële en materiële steun aan Oekraïne, zowel in EU- als bilateraal verband. Het kabinetsbesluit om meer dan twee miljard euro te reserveren voor 2024 en om de eerste achttien F-16’s gereed te stellen toont de blijvende Nederlandse betrokkenheid.
De terroristische aanslag van Hamas tegen Israël op 7 oktober 2023, het daaropvolgende conflict in Gaza, en de gevolgen daarvan voor Nederland en Nederlanders zijn uitgebreid besproken in de Nationale Veiligheidsraad.
De dreiging van cyberaanvallen blijven daarnaast onverminderd groot, in binnen- en buitenland. Deze dreigingen vergen digitale weerbaarheid, zowel van de overheid als van burgers en bedrijven, en de overheid heeft zich ook in 2023 ingezet om dit te versterken.
Het dreigingsbeeld voor Nederlanders in het buitenland is in het afgelopen jaar gewijzigd. Het kabinet monitort de veiligheidssituatie voortdurend, blijft er alles aan doen om de veiligheid van Nederlanders in het buitenland en in missies zeker te stellen en past het dreigingsbeeld en reisadvies aan wanneer dat is vereist.
Buitenland
Nederland heeft zich in 2023 constructief opgesteld in multilaterale samenwerkingsverbanden zoals de EU, NAVO en de VN, en Nederland was in september aanwezig bij de G20-Top in India. De dreiging in de Rode Zee en het conflict in Oekraïne laten het belang van veiligheid, stabiliteit en eerlijke handel voor de welvaart van Nederland duidelijk zien.
Voor eerlijke handel zijn onafhankelijke geschillenbeslechting en een gelijk speelveld van cruciaal belang. Daarom heeft Nederland zich in 2023 in Europees verband hard gemaakt voor eerlijke handel en opgetreden tegen disproportionele staatssteun en buitenlandse inmenging. Tegelijkertijd heeft Nederland oog gehad voor de hoge inflatie en stijgende energiekosten, en in EU-verband stappen ondernomen om de energietransitie te versnellen.
Er zijn op Europees niveau plannen gevorderd om de interne markt te versterken, de EU-uitbreiding in goede banen te leiden en het functioneren van de Europese Unie als concurrerende en politieke speler te vergroten. Ook hebben de EU en Nederland een voortrekkersrol rol op zich genomen in de strijd tegen klimaatverandering. De door Nederland en Tadzjikistan georganiseerde Waterconferentie in maart 2023 is daarvan een voorbeeld, en ook de vastgestelde ambitie tijdens de Klimaattop in Dubai is mede te danken aan het hoge ambitieniveau van de EU. Voor het eerst sinds het Parijsakkoord in 2015 is overeengekomen om het gebruik van fossiele brandstoffen uit te faseren en te bewegen naar een netto uitstoot van 0 in 2050.
Voor de klimaatambitie is de steun en inzet van landen waar klimaatverandering reeds onomkeerbare schade heeft aangebracht essentieel. Mede daarom heeft het kabinet in 2023 de Nederlandse Afrika Strategie aangenomen waarin grensoverschrijdende uitdagingen centraal staan, zoals klimaat, handel, veiligheid, voedselzekerheid en migratie. De Nederlandse inzet past naadloos in het Team-Europe engagement, dat in 2023 nieuw elan heeft gegeven aan de EU-samenwerking met Afrikaanse landen voor duurzame ontwikkeling, bevordering van de internationale rechtsorde, de bestrijding van jihadisme en grensoverschrijdende misdaad.
In 2023 is de NAVO met Finland een bondgenoot rijker geworden. Ook Zweden kwam aan de vooravond van toetreding te staan. Het beschermen van het Bondgenootschappelijk grondgebied heeft aan hernieuwde relevantie gewonnen met de oorlogen dichterbij huis. Met de toezegging te werken naar het halen van de 2% norm, de inzet van 270 militairen in de vooruitgeschoven aanwezigheid (enhanced Forward Presence) van de NAVO in Litouwen en de Nederlandse commandovoering van de NAVO-missie in Irak vanaf mei 2024, levert Nederland een substantiële bijdrage aan de NAVO, de wereldwijde veiligheid en daarmee aan de eigen veiligheid.
Openbaarheidsparagraaf
Het Ministerie van Algemene Zaken heeft in 2023 opnieuw stappen gezet om de informatiehuishouding verder te verbeteren. De projectorganisatie is afgelopen jaar uitgebreid met een senior beleidsmedewerker informatiehuishouding, die zich bezig houdt met implementeren van beleid, wat mede voortkomt uit Open op Orde. Ook zijn er opnieuw twee tijdelijke krachten ingehuurd bij de afdeling DIV, die hebben geholpen met het wegwerken van archiveringsachterstanden. Daarnaast is het hele jaar een strategisch adviseur ingehuurd met specialistische kennis van selectielijsten, de WOO en de archiefwet. Verder is slimme laktooling geïmplementeerd in de vorm van Octobox. Ook is er tooling geïmplementeerd die het archiveren van zakelijke telefoons een stuk makkelijker maakt. Het archiveren van uitingen van de bewindspersoon op social media en die op de websites van AZ, is overgedragen aan de lijn en worden opgeslagen in het DMS. Extra aandacht is gegeven aan emailarchivering en actieve openbaarmaking (voorheen PLOOI). Een nieuw DMS wordt in 2024 ingevoerd. Een tweetal projecten die onder Open op Orde vallen bevinden zich in een pilotfase en zullen na implementatie van het nieuwe DMS breed worden geimplemeteerd. Dit betreft het project digitale handtekening en het voorbereiden op digitale overbrenging en rechtmatige vernietiging (voorheen DiStory).
Agentschap DPC heeft afgelopen jaar Logius (BZK) ondersteund in het nieuwe publicatiemodel voor Open Overheid, waarbij departementen hun officiële documenten publiceren op open-overheid.nl. Open-overheid.nl kan in het nieuwe publicatiemodel worden gezien als de bibliotheek waar documenten overzichtelijk worden aangeboden. Op Rijksoverheid.nl worden de documenten middels een link geëtaleerd.
Het Ministerie van Algemene Zaken coördineert het algemene regeringsbeleid. Doel is de Minister-President en de ministerraad adequaat te ondersteunen door beleidsinhoudelijke voorbereiding en afstemming en de woordvoering en communicatie hierover.
De Minister-President is als voorzitter van de ministerraad (artikel 45, lid 2 en 3 Grondwet) verantwoordelijk voor 'het bevorderen van de eenheid van het algemene regeringsbeleid'. Dat komt op verschillende manieren tot uitdrukking. Zo spreekt de Minister-President na afronding van het formatieproces namens het nieuwe kabinet de regeringsverklaring uit en gaat hij daarover met de Tweede Kamer in debat. Voorts verantwoordt de Minister-President zich jaarlijks over het algemene regeringsbeleid tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen na Prinsjesdag. De Minister-President is ook verantwoordelijk voor het in stand houden en zo nodig aanpassen van het stelsel van overleg en besluitvorming, zoals dat vorm krijgt in de ministerraad en onderraden. Voorts is de Minister-President verantwoordelijk voor coördinatie van het algemene communicatiebeleid, zoals het bevorderen van de eenheid in presentatie en adequate publiekscommunicatie. Daarnaast is de Minister-President verantwoordelijk voor het in stand houden van de onafhankelijke positie van de WRR als adviesorgaan voor de langetermijnontwikkelingen en vraagstukken die de samenleving beïnvloeden. Het Ministerie van Algemene Zaken ondersteunt de Minister-President in zijn rol als voorzitter van de rijksministerraad, van de ministerraad en van de onderraden van de ministerraad alsmede in zijn rol als lid van de Europese Raad en als verantwoordelijke voor de coördinatie van de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Tevens is de Minister-President verantwoordelijk voor het onafhankelijk toezicht en toetsing op de veiligheidsdiensten (AIVD en MIVD) bestaande uit de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) en de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB). De Minister-President heeft een aantal verantwoordelijkheden op het gebied van buitenlands beleid. Deze houden onder meer verband met zijn lidmaatschap van de Europese Raad. Voorts vertegenwoordigt de Minister-President Nederland op diverse internationale bijeenkomsten, zoals topontmoetingen van de VN en de NAVO. Ook brengt hij, in overleg met de Minister van Buitenlandse Zaken, bezoeken aan landen en regio’s indien het bredere Nederlandse belang daarmee is gediend. Verder heeft de Minister-President een bijzondere verantwoordelijkheid ten aanzien van het Koninklijk Huis. Alle ministers dragen op grond van artikel 42 van de Grondwet ministeriële verantwoordelijkheid, maar in de praktijk is het in de eerste plaats de Minister-President die daarover in de Kamer verantwoording aflegt, eventueel met één of meer betrokken ministers.
Qua uitvoering en beoogde resultaten hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.
Realisatie1 | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2023 | |
Verplichtingen | 62.034 | 70.313 | 83.713 | 78.197 | 86.150 | 82.815 | 3.335 |
Uitgaven | 62.034 | 70.313 | 77.550 | 78.470 | 86.706 | 82.815 | 3.891 |
Coördinatie van het algemeen communicatie- en regeringsbeleid (RVD) apparaatsuitgaven | 1.703 | 1.436 | 1.653 | 1.313 | 1.495 | 2.425 | ‒ 930 |
Bijdrage aan de lange termijn beleidsontwikkeling (WRR) apparaatsuitgaven | 660 | 625 | 720 | 440 | 603 | 594 | 9 |
Apparaatsuitgaven | 32.537 | 38.982 | 43.580 | 45.050 | 51.708 | 48.722 | 2.986 |
Personele uitgaven | 23.596 | 25.297 | 27.756 | 31.580 | 34.614 | * | |
waarvan eigen personeel | 18.946 | 20.557 | 20.635 | 22.708 | 25.006 | * | |
waarvan inhuur externen | 2.982 | 3.701 | 6.188 | 7.647 | 8.289 | * | |
waarvan overige personele uitgaven | 1.668 | 1.039 | 933 | 1.225 | 1.319 | * | |
Materiële uitgaven | 8.941 | 13.685 | 15.824 | 13.470 | 17.094 | * | |
waarvan ICT | 2.479 | 7.664 | 8.682 | 5.746 | 8.303 | * | |
waarvan bijdrage aan SSO's | 3.523 | 3.257 | 3.869 | 3.919 | 4.352 | * | |
waarvan overige materiële uitgaven | 2.939 | 2.764 | 3.273 | 3.805 | 4.439 | * | |
Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) | 671 | 652 | 855 | 1.007 | 1.476 | 1.804 | ‒ 328 |
Bijdrage aan het agentschap | |||||||
Dienst Publiek en Communicatie | 26.463 | 28.618 | 30.742 | 30.660 | 31.424 | 29.270 | 2.154 |
Ontvangsten | 3.804 | 3.963 | 4.401 | 6.402 | 5.820 | 4.672 | 1.148 |
Uitgaven
Ten opzichte van de vastgestelde begroting 2023 is op beleidsartikel Eenheid van het algemeen regeringsbeleid, een overschrijding van € 3,8 miljoen zichtbaar. In de eerste suppletoire begrotingswet is het budget met circa € 3,5 miljoen verhoogd. Deze ophoging bestond uit de eindejaarsmarge, loon- en prijsbijstelling en een aantal overboekingen waaronder een kasschuif van van € 2,7 miljoen naar het jaar 2024 in verband met de huisvestingskosten van AZ. Bij tweede suppletoire begroting 2023 zijn hoofdzakelijk technische mutaties verwerkt en is het budget per saldo verhoogd met € 98 duizend. Rekening houdend met deze verhogingen resulteert dit in een overschrijding van totaal € 263 duizend over 2023. Deze overschrijding wordt hoofdzakelijk verklaard door hogere uitgaven aan reguliere IT.
Apparaatsuitgaven
Het artikelonderdeel Apparaatsuitgaven heeft na de budgettaire verhogingen in 2023 een overschrijding van € 772 duizend die hoofdzakelijk wordt verklaard door hogere uitgaven aan reguliere IT. Dit betreft aankopen van verschillende noodzakelijke hardware (laptops en Iphones). Daarnaast is er sprake van hogere uitgaven aan software en ondersteuning en licenties. Zo is de garantie op laptops en desktops verlengd met 2 jaar en het mail programma vervangen.
Voor de toelichtingen op de onderuitputting van artikelonderdeel Coördinatie van het algemeen communicatie-en regeringsbeleid (RVD) en Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) kan bijlage 5 Focus onderwerp FJR 2023 worden geraadpleegd.
Ontvangsten
De hogere ontvangsten worden ondere andere veroorzaakt door een hogere overheadvergoeding van het agentschap Dienst Publiek en Communicatie.
Beleidsmatige informatie
Coördinatie van het algemeen communicatie- en regeringsbeleid
De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) ondersteunt de minister-president in zijn coördinerende rol op het terrein van de overheidscommunicatie. Ook ondersteunt de RVD de Voorlichtingsraad (VoRa). Dit is, onder voorzitterschap van de directeur-generaal RVD, het ambtelijke adviesorgaan van het kabinet op het gebied van de overheidscommunicatie. De VoRa, waarvan de directeuren Communicatie van alle departementen lid zijn, ontwikkelt initiatieven op het vlak van overheidscommunicatie en vervult een opdrachtgeversrol naar DPC. Het hoofdstuk «Agentschap Dienst Publiek en Communicatie» geeft een breder overzicht van de gemeenschappelijke communicatie in 2023.
VoRa-Jaarprogramma Communicatie
Veel activiteiten in het kader van de coördinatie van de overheidscommunicatie zijn samengebracht in het VoRa-meerjarenprogramma (2022-2025). De uitvoering van dit programma is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de departementen, de RVD en DPC. In 2023 heeft de VoRa uitvoering gegeven aan de actiepunten die in het meerjarenprogramma geformuleerd zijn op het gebied van gezamenlijke thema’s zoals ‘Alles begint bij contact’ (bestuurders en medewerkers ondersteunen bij het verstaan van wat er in de samenleving leeft), Informatie op Maat (de mens centraler stellen in de informatievoorziening en dienstverlening en het meer op maat aanbieden van informatie en dienstverlening), diversiteit en inclusie, een herkenbare en heldere huisstijl voor de Rijksoverheid en het versterken van de interne communicatie. Naast de alomtegenwoordige actualiteit (‘Oekraïne’, ‘asiel’ en ‘de Tweede Kamerverkiezingen’) heeft de VoRa vanwege haar 75-jarige bestaan aan de hand van elf gesprekstafels vooruitgekeken naar de toekomst van het communicatievak, waarin de betrouwbaarheid van overheidsinformatie meer dan ooit centraal staat.
Rijks- en kabinetsbrede communicatie
Met het oog op eenduidige, herkenbare en toegankelijke overheidscommunicatie werken de directies Communicatie op verschillende terreinen intensief samen. Dit krijgt onder andere gestalte in het beheer van de rijkshuisstijl, communicatie via massamediale campagnes, de verdere ontwikkeling en het beheer van www.rijksoverheid.nl, het rijksbrede intranet (Rijksportaal) en het Platform Rijksoverheid Online dat ruimte biedt aan veel overheidswebsites.
Burgerbrieven
In 2023 heeft het Ministerie van Algemene Zaken 1.590 burgerbrieven ontvangen. In 2022 ontving het ministerie 1.834 brieven. In 2023 was de gemiddelde behandeltijd daarvan 9 dagen (tegen 14 dagen in 2022). Via informatie Rijksoverheid.nl zijn in 2023 756 burgervragen per e-mail beantwoord, in 2022 waren dit er 1047.
2023 | 2022 | |
---|---|---|
< 3 weken | 84% | 71% |
3 weken ‒ 6 weken | 15% | 27% |
> 6 weken | 1% | 2% |
Verzoeken op grond van de Wet open overheid (Woo), de Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017), de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Wet hergebruik van Overheidsinformatie (Who), klaagschriften en bezwaarschriften, verzoeken om informatie van leden van de Kamers en verzoeken om informatie van een enquêtecommissie van de Tweede Kamer.
Woo-verzoeken
In 2023 heeft het ministerie van Algemene Zaken 83 verzoeken op grond van artikel 4.1 van de Woo ontvangen. In 2023 zijn 82 Woo-besluiten genomen. Er zijn 30 verzoeken afgehandeld zonder besluit. Dat waren verzoeken die zijn ingetrokken door de verzoeker, die doorverwezen zijn naar een ander ministerie, verzoeken die publieksvragen bleken te zijn en verzoeken die zien op reeds openbare informatie. Op 1 januari 2024 zijn nog 22 verzoeken in behandeling.
Wiv 2017-verzoeken
Het ministerie van Algemene Zaken heeft in 2023 geen verzoeken op grond van de Wiv 2017 ontvangen.
AVG-verzoeken
In 2023 heeft AZ 3 verzoeken op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) ontvangen. 1 verzoek is niet in behandeling genomen omdat deze ongegrond was. Een inzageverzoek en verwijderverzoek zijn toegewezen.
Who-verzoeken
Het ministerie van Algemene Zaken heeft in 2023 één verzoek op grond van de Who ontvangen. Op dit verzoek is tevens in 2023 besloten.
Klaagschriften
Het ministerie van Algemene Zaken heeft in 2023 zes klachten op grond van hoofdstuk 9 van de Awb ontvangen. Op deze klachten is tevens in 2023 besloten.
Bezwaarschriften
In 2023 heeft het ministerie van Algemene Zaken 15 bezwaarschriften ontvangen naar aanleiding van besluiten op grond van de Woo. Op 18 bezwaarschriften is in 2023 een besluit genomen. Dit ziet tevens op bezwaarschriften die in eerdere jaren zijn ingediend. Er zijn geen bezwaarschriften binnengekomen naar aanleiding van besluiten op basis van de Wiv 2017, de Who en de AVG.
Verzoeken om informatie van leden van de Kamers en een enquêtecommissie van de Tweede Kamer
Verzoeken om informatie van leden van de Kamers
Er zijn door het ministerie van Algemene Zaken in 2023 antwoorden voorbereid op verschillende schriftelijke vragen van leden van de Kamers, in hoofdzaak van de Tweede Kamer. Tevens zijn in 2023 door het ministerie van Algemene Zaken brieven voorbereid naar aanleiding van verzoeken van leden van de Tweede Kamer tijdens de regeling van werkzaamheden van de Tweede Kamer.
Verzoeken om informatie van een enquêtecommissie van de Tweede Kamer
In 2023 zijn door het ministerie van Algemene Zaken verzoeken om informatie ontvangen en beantwoord van de Parlementaire enquêtecommissie fraude en dienstverlening (PEFD). Voor de werkzaamheden in het kader van parlementaire enquêtes is er in 2023 geen extra personele capaciteit bijgekomen.
Het in de tijd toenemende aantal informatieverzoeken vanuit de Kamer en de samenleving in het kader van openbaarheidsregelgeving leidt tot een toenemend werkbeslag bij het ministerie van Algemene Zaken. In verband daarmee is de ondersteunende capaciteit in 2023 uitgebreid.
Het leveren van bijdragen aan de lange termijn beleidsontwikkeling (WRR)
Algemeen
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) geeft de regering gevraagd en ongevraagd advies over maatschappelijke vraagstukken die onderwerp zijn of kunnen worden van het regeringsbeleid. Het regeringsbeleid is gebaat bij inzichten in ontwikkelingen en vraagstukken die op langere termijn de samenleving beïnvloeden. De WRR draagt op een wetenschappelijk gefundeerde manier bij aan dergelijke inzichten. De WRR heeft de taak complexe, weerbarstige onderwerpen en beleidsdilemma’s te agenderen. Door zijn oriëntatie op de langere termijn, multidisciplinaire aanpak en focus op sector overstijgende vraagstukken vormt de WRR een verbindende schakel tussen kennis en beleid en draagt daarmee bij aan de eenheid van het regeringsbeleid.
Werkprogramma
De WRR heeft de taak complexe, weerbarstige thema’s en beleidsdilemma’s te agenderen. De raad agendeert deze onderwerpen zelf en neemt onderwerpen op naar aanleiding van een adviesaanvraag van het kabinet. Om te komen tot een goed werkprogramma spreekt de WRR regelmatig met bewindslieden, beleidsmakers, fractievoorzitters, wetenschappers en het maatschappelijk veld. Er worden meer suggesties gedaan dan de acht parallelle projecten die de WRR gemiddeld met zijn capaciteit aankan. Dat betekent dat de raad scherpe keuzes moet maken. Uiteindelijk beslist de raad welke onderwerpen het op zijn werkprogramma zet. De raad heeft in 2023 zijn de projecten Deskundige overheid en Nederland in een vergrijzende wereld aan het werkprogramma toegevoegd.
De raad gaat verder regelmatig op werkbezoek, ook in de regio. Dit najaar bezocht de WRR Limburg en Noord-West Friesland. De werkbezoeken geven de WRR zicht op de maatschappelijke kwesties die er spelen en mogelijk relevant zijn voor de agendering. Ook bieden de bezoeken de gelegenheid om kennis en ervaringen uit te wisselen voor de lopende adviestrajecten.
Nieuwe raadsperiode en evaluatie
Januari 2023 startte de nieuwe raadsperiode (2023-2027). Raadsleden zijn onafhankelijk en functioneren zonder last en ruggespraak. Bij de samenstelling van de raad wordt op individueel niveau gekeken naar wetenschappelijke kwalificaties, affiniteit met beleidsvraagstukken en bij voorkeur bestuurlijke dan wel politiek-bestuurlijke ervaring. Verder is ook de diversiteit in wetenschappelijke disciplines van belang. Om te zorgen voor een goede overdracht van de huidige naar de nieuwe raad kiest de WRR voor een stapsgewijze overgang, waardoor raadsleden gedurende 2023 en 2024 in- en uitstromen. Eind december heeft de WRR met groot verdriet kennis genomen van het overlijden van raadslid Mathieu Segers.
Na afloop van iedere raadsperiode laat de WRR zichzelf extern evalueren. De commissie-Subramaniam, concludeert in het evaluatierapport getiteld Ruimte voor bezinning dat het de kerntaak van de WRR is om ruimte voor bezinning te bieden. De producten van de raad helpen ‘Den Haag’ en de samenleving die ruimte te verschaffen. Op 12 april is het rapport overhandigd aan de Minister-President.
Publicaties
De verschenen publicaties zijn te vinden op www.wrr.nl/publicaties.
In 2023 zijn drie adviesrapporten gepubliceerd: Rechtvaardigheid in klimaatbeleid (16 februari 2023), Goede zaken (14 september 2023) en Grip (30 november 2023). Daarnaast verscheen het essay Tijd en ruimte voor beleid. Hirsch Ballin schreef het essay ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de WRR en blikt hierin terug en vooruit: hoe kan wetenschappelijke beleidsadvisering bijdragen aan het herwinnen van vertrouwen in democratie en rechtstaat?
Overige bijdragen aan de beleidsdialoog
Niet ieder onderwerp leidt tot een geschreven advies. Soms kiest de WRR voor een andere vorm, zoals een bijeenkomst met leden van het kabinet, topambtenaren of experts – vaak ook in samenwerking met universiteiten, onderzoeksinstellingen, andere adviesraden en de planbureaus. Naast het organiseren van de periodieke overlegbijeenkomsten met de strategische adviesraden, onderhoudt hij een liaison met het Strategieberaad Rijksbreed en met de planbureaus. Ten slotte spreekt de WRR tweemaal per jaar met de VNG. Op deze wijze draagt de raad bij aan het verbinden van de werelden van wetenschap, advisering en beleid, en aan het actief agenderen van maatschappelijke vraagstukken in het publieke debat. In 2023 organiseerde de WRR diverse bijeenkomsten, waaronder De regio als panacee?, Migratie als oplossing tekorten arbeidsmarkt? en Geopolitiek van voedsel.
Eind van het jaar informeerde de WRR de onlangs aangetreden Tweede Kamer met een infographic over de potentiële meerwaarde van het WRR-werk voor Kamerleden. Daarnaast werkte de WRR aan de publicatie Toekomstgericht beleid. Perspectieven en agenda’s uit het werk van de WRR dat begin 2024 is verschenen. De publicatie is opgesteld voor de leden van de Tweede Kamer en bespreekt vijf grote thema’s waar belangrijke politieke keuzes voorliggen.
Internationaal
Het WRR werk vindt plaats in een internationale context. In andere landen en in Brussel staan geregeld vergelijkbare onderwerpen op de agenda. Daarvan kunnen we leren, daaraan kunnen we input geven en via de internationale band kunnen we het nationale werk effectiever doen. Het is daarom belangrijk om de WRR internationaal te positioneren als expert-organisatie op het gebied van de strategische wetenschappelijke beleidsadvisering. Dit doet de WRR onder meer door deel te nemen aan het European Science Advisors Forum (ESAF) en bilateraal samen te werken met France Stratégie. Daarnaast coördineert de WRR momenteel de Nederlandse bijdrage aan het EU-project Building capacity for evidence-informed policymaking in governance and public administration in a post-pandemic Europe.
Voor het vergroten van de zichtbaarheid en de vindbaarheid van de Engelstalige publicaties startte de WRR met Springer de open access reeks Research for Policy – Studies by the Netherlands Council for Government Policy. In 2023 verscheen in deze reeks Mission AI. The new system technology.
Verder bezocht de WRR in het kader van Nederland in een vergrijzende wereld de OESO en verzorgde een workshop tijdens de internationale migratieconferentie IMISCOE. Ook sprak de WRR met Franse deskundigen over de projecten Klimaatbeleid en Kantelende wereldorde en organiseerde de WRR een ronde tafel met de ambassadeurs van Scandinavische en Baltische landen in Nederland.
Begroting 2023 | Realisatie 2023 | |
---|---|---|
Rapporten, Verkenningen, Policy Briefs | 4 | 4 |
Overige publicaties | 5 | 6 |
Mondelinge briefings voor en gesprekken met bewindslieden en Kamerleden | 20 | 14 |
Overige briefings met beleidsmakers | 15 | 42 |
Conferenties, workshops, expertmeetings | 12 | 58 |
Lezingen en debatten | 50 | 29 |
Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden
De Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden, ingesteld op grond van de Wet op de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv2017), toetst de door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of de Minister van Defensie verleende toestemming tot inzetten van bijzondere bevoegdheden door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) of Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), bindend op rechtmatigheid. De TIB bestaat uit een voorzitter en twee leden, drie plaatsvervangend leden en wordt ondersteund door een secretariaat. De verantwoordelijkheid voor het beheer van de TIB ligt bij de Minister van Algemene Zaken en tussen beide partijen zijn afspraken gemaakt over de dienstverlening op het gebied van bedrijfsvoering door het ministerie en de daarop van toepassing zijn de planning & control cyclus. De TIB is gehuisvest op een zelfstandige locatie binnen het pand van het Ministerie van Algemene Zaken. Op deze wijze kan gebruik worden gemaakt van de beveiligingsschil en andere facilitaire zaken van het ministerie, maar beschikt de TIB wel over een eigenstandige kantoorruimte die alleen voor hen toegankelijk is.
In 2024 ligt de Tijdelijke Wet Cyberoperaties naar landen met een offensief cyberprogramma voor in de Eerste Kamer, nadat de Tweede Kamer hier eind 2023 mee heeft ingestemd. De aanloop naar en de inwerkingtreding van deze wet betekent ook wat voor de capaciteit van de TIB. Vooruitlopend hierop is besloten de TIB uit te breiden met 3 fte, waarmee de formatie op een totaal van 12 fte komt. De werving voor de extra fte’s is in 2023 gestart en afgerond.
Paragraaf 1 - uitzonderingsrapportage voor de volgende verplichte onderdelen
1. Rechtmatigheid
Er zijn geen onrechtmatigheden geconstateerd die de rapporteringstoleranties overschrijden. Er zijn bij het agentschap Dienst Publiek en Communicatie voorbereidingen getroffen voor een Europese aanbesteding voor hosting voor het Platform Rijksoverheid Online (PRO). Na uitgebreide verkenningen is besloten de hosting via inbesteding onder te brengen bij het agentschap Logius, onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Na een geslaagde proef, is nu voorzien dat de migratie van fysieke hosting bij een marktpartij naar cloudhosting bij een rijkspartij in de loop van 2024 zal plaatsvinden. Tot dat moment wordt het contract verlengd met de huidige marktpartij die de fysieke hosting verzorgt.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
4. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
5. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Informatiebeveiliging
Het Ministerie van Algemene Zaken heeft in 2023 op het gebied van informatiebeveiliging (IB) de focus voornamelijk gelegd bij het ondersteunen van de realisatie van diverse projecten waaronder AZ-Next en Renovatie Binnenhof. AZ is in 2023 in control geweest op haar informatiebeveiliging.
6. Fraude- en corruptierisico's
Het Ministerie van Algemene Zaken heeft in beperkte mate te maken met frauderisico’s vanwege het beleidsarme karakter. Het ministerie maakt in beperkte mate gebruik van mogelijke fraudegevoelige financiële instrumenten en keert bijvoorbeeld geen subsidies uit. De processen op het gebied van het financieel systeem en binnen de bedrijfsvoering waar mogelijk sprake is van frauderisico’s en de maatregelen om deze risico’s te voorkomen, zijn beschreven in het toezichtplan. Jaarlijks wordt de actualiteit hiervan getoetst als onderdeel van de jaarlijkse toetsing via interne controles. Vervolgens vindt jaarlijks een toets plaats door de ADR. Enkele voorbeelden van frauderisico’s zijn: (1) het proces van betalingen bij het financieel beheer, (2) het middelenbeheer bij de bedrijfsvoering, (3) functiescheiding in het financieel beheer en bedrijfsvoering en (4) integriteit. Borging van het minimaliseren van deze inherente risico’s vindt plaats door het treffen van de benodigde controlemaatregelen en het inrichten van de financiële- en bedrijfsvoeringsprocessen. Zo is er een proces waarbij er een prestatieverklaring wordt afgegeven en bij de betaling er meerdere personen betrokken zijn. Voorts vinden periodiek controles plaats of de functiescheiding gewerkt heeft en wordt er jaarlijks een jaarplan integriteit opgesteld. Overigens zijn er geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
1. Grote lopende ICT-projecten
Binnen het Ministerie van Algemene Zaken (AZ) wordt uitvoering gegeven aan het grote ICT project AZ-Next. De doelstelling van AZ-Next is het realiseren van de nieuwe IT-infrastructuren van AZ. In dit kader worden twee nieuwe werkplek omgevingen, een voor laag gerubriceerde informatie (LGI) en een voor hoog gerubriceerde informatie (HGI) gecreëerd. Daarnaast wordt het document management systeem (DMS) vernieuwd en worden de bijbehorende applicaties en voorzieningen naar de nieuwe IT- infrastructuur gemigreerd. De verwachting is vooralsnog dat het programma in 2024 kan worden afgerond.
2. Gebruik open standaarden en open source software
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Betaalgedrag
De rijksbrede norm om 95% van de facturen binnen 30 dagen te betalen is gehaald.
4. Evaluatie van het audit committee
In 2023 heeft een zelfevaluatie van het audit committee plaatsgevonden. De conclusie daarvan was dat de commissie goed functioneert en dat daarom geen aanleiding bestaat om veranderingen door te voeren.
5. Departementale checks and balances subsidieregelingen
Niet van toepassing.
6. Normenkader financieel beheer
Niet van toepassing.
7. Beheer NGF-projecten
Niet van toepassing.
Paragraaf 3 – Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Er hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.
Ondersteunen van de Koning ten behoeve van de uitoefening van diens constitutionele taken en fungeren als schakel tussen de Koning en de overige leden van de regering en bestuurlijke autoriteiten.
De Minister van Algemene Zaken is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van het Kabinet van de Koning. Tussen het Ministerie van Algemene Zaken en het Kabinet van de Koning zijn afspraken gemaakt over de dienstverlening op het gebied van de bedrijfsvoering door het ministerie en de daarop van toepassing zijnde planning & control cyclus. Het Kabinet van de Koning valt onder de ministeriële verantwoordelijkheid van de Minister-President, Minister van Algemene Zaken.
In 2023 zijn de volgende taken uitgevoerd:
– informeren van de Koning ten behoeve van zijn gesprekken met binnenlandse en buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders, staats- en andere buitenlandse bezoeken, bezoeken aan andere landen van het Koninkrijk en binnenlandse bezoeken. Voorbeelden van ontvangsten zijn het aanbieden van geloofsbrieven door ambassadeurs van andere landen en het beëdigen van hoge functionarissen waarvoor in de wet is vastgelegd dat dit geschiedt ten overstaan van de Koning. Binnenlandse bezoeken van de Koning omvatten onder meer werkbezoeken met ministers en staatssecretarissen en streekbezoeken;
– aan de Koning ter tekening voorleggen van alle door de ministeries en de Staten-Generaal aangeboden stukken en het verzorgen van de daarbij behorende correspondentie;
– opstellen en overbrengen van boodschappen aan andere staatshoofden en aan internationale autoriteiten;
– behandelen en doorgeleiden van aan de Koning gerichte verzoekschriften. Deze brieven worden bij het Kabinet van de Koning aan de hand van een analyse van de onderhavige problematiek overgedragen aan de bewindspersoon die verantwoordelijk is voor het beleidsterrein. Het Kabinet informeert de Koning over de afhandeling van ontvangen verzoekschriften en
– registreren, bewaren en aan het Nationaal Archief overdragen van wetten en Koninklijke Besluiten.
Realisatie1 | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2023 | |
Verplichtingen | 2.532 | 2.715 | 2.683 | 2.992 | 3.131 | 2.959 | 172 |
Uitgaven | 2.532 | 2.715 | 2.683 | 2.992 | 3.131 | 2.959 | 172 |
Ontvangsten | 2.534 | 2.716 | 2.683 | 2.996 | 3.134 | 2.959 | 175 |
Uitgaven
Indien naast de uitkomsten in bovenstaande tabel rekening wordt gehouden met de mutaties die reeds in de eerste en tweede suppletoire begrotingswet zijn verwerkt, te weten een bijstelling van € 229 duizend, is er sprake van een geringe onderuitputting van € 57 duizend. Deze onderuitputting is grotendeels ontstaan door het niet aansluitend kunnen vervullen van vacatures. De vacatures waren ontstaan door onvoorzien uit dienst treden van enige medewerkers.
Informatiehuishouding
Terugkijkend op 2023 heeft het jaar met betrekking tot het programma «Open op Orde» voor het Kabinet van de Koning, vooral in het teken gestaan van het verder inrichten van het eigen programma en het starten van uitvoering geven aan de actieplannen. In het kader van efficiëntie en benodigde inhuur van kennis en personen is er voor het jaar 2022 e.v. een nieuw samenwerkingsverband opgezet tussen het Kabinet van de Koning en MinBZK/informatiehuishouding-IIR. De uitgaven in 2023, circa € 171 duizend (budget 2023 € 189 duizend) hebben grotendeels betrekking gehad op de inhuur van externe inzet (uit de pool van MinBZK/informatiehuishouding-IIR), en deels de loonkosten van een vaste medewerker, die in 2020 structureel is geworven voor het programma Open op Orde.
Ontvangsten
Rekening houdend met de mutaties die in de eerste en tweede suppletoire begrotingen zijn verwerkt zijn de ontvangsten € 54 duizend lager dan begroot. De lagere ontvangsten hangen samen met de lagere uitgaven van het Kabinet van de Koning. De uitgaven van het Kabinet van de Koning vormen een onderdeel van begroting III. De uitgaven worden echter gedaan in het kader van begroting I en worden daarom doorbelast.
Paragraaf 1 - uitzonderingsrapportage voor de volgende verplichte onderdelen
1. Rechtmatigheid
Er zijn geen onrechtmatigheden geconstateerd die de rapporteringstoleranties overschrijden.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
4. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
5. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
6. Fraude- en corruptierisico's
Het Kabinet van de Koning heeft een beleidsarm karakter met beperkte frauderisico’s die onderdeel zijn van de jaarlijkse planning en controlcyclus en het daaraan verbonden interne toezicht (denk aan prestatieverklaringen, vier ogen-principe en functiescheiding). Aangezien de financiële administratie wordt verzorgd door het ministerie van Algemene Zaken wordt ook verwezen naar paragraaf 1 van de bedrijfsvoeringsparagraaf van Algemene Zaken. Overigens zijn er geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
1. Grote lopende ICT-projecten
Het Kabinet van de Koning heeft geen grote ICT-projecten van meer dan € 5 miljoen uitgevoerd of gestart.
2. Gebruik open standaarden en open source software
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Betaalgedrag
De financiële administratie van het Kabinet van de Koning is inbesteed bij het Ministerie van Algemene Zaken. De rijksbrede norm om 95% van de facturen binnen 30 dagen te betalen is gehaald.
4. Evaluatie van het audit committee
Niet van toepassing.
5. Departementale checks and balances subsidieregelingen
Niet van toepassing.
6. Normenkader financieel beheer
Niet van toepassing.
7. Beheer NGF-projecten
Niet van toepassing.
Paragraaf 3 – Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Er hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.
Op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) is er een Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD). De algemene doelstelling van de CTIVD is het in onafhankelijkheid toezicht houden op de rechtmatigheid van de uitvoering van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) en de Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo) door middel van het doen van onderzoeken en het publiceren van de uitkomsten daarvan, alsmede het adviseren aan de betrokken ministers over zaken die voortvloeien uit deze wetten, het behandelen van klachten, en van meldingen over misstanden. De Commissie bestaat uit twee afdelingen, de afdeling toezicht en de afdeling klachtbehandeling.
De afdeling toezicht is belast met:
– het toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering van hetgeen bij of krachtens deze wet en de Wet veiligheidsonderzoeken is gesteld;
– het gevraagd en ongevraagd inlichten en adviseren van Onze betrokken Ministers aangaande de door de commissie geconstateerde bevindingen. Desgewenst kan de commissie Onze betrokken Ministers vragen deze inlichtingen en adviezen ter kennis van een of beide kamers der Staten-Generaal te brengen, waarbij de werkwijze zoals beschreven in artikel 113 van overeenkomstige toepassing is;
– het ongevraagd adviseren van Onze betrokken Ministers ter zake van de uitvoering van artikel 59.4 en
– het toezicht op de toepassing van de bevoegdheid van artikel 14, vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap door Onze Minister van Veiligheid en Justitie, waarbij in het bijzonder aandacht wordt geschonken aan de doelmatigheid en proportionaliteit van de toepassing van deze bevoegdheid.
De afdeling klachtbehandeling is belast met:
– het onderzoeken en beoordelen van klachten en
– het onderzoeken en beoordelen van een melding van een vermoeden van een misstand.
De Minister van Algemene Zaken is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de CTIVD. Tussen het Ministerie van Algemene Zaken en de CTIVD zijn afspraken gemaakt over de dienstverlening op het gebied van de bedrijfsvoering door het ministerie (zoals ondersteuning op het gebied van ICT, financiële administratie en personeelszaken) en de daarop van toepassing zijnde planning & controlcyclus.
Om uitvoering te geven aan haar taak voert de afdeling toezicht van de CTIVD onder meer onderzoeken uit waarover zij, via de betrokken ministers, rapporteert aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal. In 2023 heeft de Commissie aan twee onderzoeken gewerkt. Het eerste onderzoek richtte zich op de aansturing van de inlichtingendiensten (ID’s) van de politie en de bijzondere dienst van de Koninklijke Marechaussee (BD KMar) door de AIVD en de MIVD. Vanuit het oogpunt van een zorgvuldige gegevensverwerking, bescherming van fundamentele rechten van burgers en borging van de wettelijke scheiding tussen het inlichtingen- en veiligheids- en het opsporingsdomein vereist dit voldoende sturing van de AIVD en de MIVD. Temeer daar de medewerkers van de ID’s en BD KMar op een fysieke afstand van de vestigingen van de diensten hun werkzaamheden verrichten. Het rapport wordt begin 2024 aan de Tweede Kamer aangeboden. Verder startte de CTIVD in 2023 drie onderzoeken naar de bevoegdheid van inzet van agenten. De onderzoeken zien toe op de volgende drie onderwerpen: de inzet van virtuele agenten; de invulling van de zorgplicht met betrekking tot het mentale welzijn van agenten en de inzet van journalisten als agenten. Ook is de CTIVD in 2023 een onderzoek gestart naar de rol van de AIVD in relatie tot de verdenking van het lekken van staatsgeheimen door NCTV medewerkers. Daarnaast is de CTIVD in 2023 ook een onderzoek gestart op verzoek van de CIVD.
De CTIVD heeft in 2023 doorlopend toezicht gehouden op het proces van onbekende kwetsbaarheden (zerodays). Ook heeft zij in 2023 herhaalonderzoeken uitgevoerd ten aanzien van het protocol inzake digitale veiligheid en haar bevindingen begin 2024 in een vertrouwelijke rapportage aan de desbetreffende organisaties gestuurd.
In 2023 heeft de CTIVD naar aanleiding van haar bevindingen in rapport 75 doorlopende toezichtactiviteiten ingezet op het monitoren van kabelinterceptie. Dit monitoringstraject is begin 2024 afgesloten met een openbare brief met bevindingen aan de ministers en het parlement.
In 2023 liepen er meerdere informatiedossiers die nog doorlopen in 2024. Deze zien onder meer toe op de samenwerking van de AIVD en de politie en de taak van de AIVD ten aanzien van (criminele) ondermijning van de democratische rechtsstaat/rechtsorde.
De CTIVD is in 2023 betrokken geweest bij de totstandkoming van de Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen. Deze wet is in 2023 door de Tweede Kamer behandeld en ligt begin 2024 voor in de Eerste Kamer. Daarnaast heeft de CTIVD diverse expertbijeenkomsten georganiseerd, zoals bijvoorbeeld over inlichtingenactiviteiten en ook over samenwerkingsverbanden. De uitkomsten van deze bijeenkomsten kunnen mogelijke aandachtspunten zijn voor toekomstig onderzoek door de CTIVD.
De afdeling klachtbehandeling van de CTIVD is belast met de (externe) behandeling van klachten en meldingen van vermoedens van misstanden. In 2023 heeft de afdeling 44 klachten ontvangen. De afdeling heeft in 2023 10 klachten via informele klachtbehandeling kunnen oplossen en 3 klachten hebben tot een klachtbeslissing geleid. Deze drie beslissingen zijn terug te vinden op de website van de CTIVD. De overige klachten zijn niet in behandeling genomen omdat artikel 120, 121 of 122 van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv2017) van toepassing was of omdat de klachten niet over (vermeend) handelen van de AIVD en/of MIVD gingen. Op 31 december 2023 had de afdeling klachtbehandeling nog 3 klachten in behandeling. Verder heeft de afdeling klachtbehandeling in 2023 haar zorgen geuit bij de Minister van Defensie over de lange doorlooptijden van de aanvragen van een verklaring van geen bezwaar (VGB).
Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma is besloten het secretariaat van de CTIVD met 10 fte uit te breiden. De formatie van de CTIVD komt daarmee op 27 fte.
Realisatie1 | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2023 | |
Verplichtingen | 1.867 | 2.168 | 2.228 | 2.099 | 2.625 | 4.083 | ‒ 1.458 |
Uitgaven | 1.867 | 2.168 | 2.108 | 2.160 | 2.685 | 4.083 | ‒ 1.398 |
Ontvangsten | 2 | 1 | 1 | 2 | 2 | 0 | 2 |
Uitgaven
Indien naast de uitkomsten in bovenstaande tabel rekening wordt gehouden met de mutaties die reeds in de eerste (€ 258 duizend) en tweede suppletoire begrotingswet (- € 500 duizend) zijn verwerkt, is er ten opzichte van de raming sprake van een onderuitputting van € 1,2 miljoen. De onderuitputting op het budget van de CTIVD doet zich grotendeels voor op het personele deel. De bij regeerakkoord toegevoegde gelden komen met vertraging tot besteding. Dit heeft te maken met het langere tijdsbeslag van de totstandkoming van de Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma en de tijd die het werven van extra personeel voor de CTIVD om aan de bijbehorende nieuwe wettelijke taken te kunnen voldoen, in beslag neemt. Inmiddels is de instroom van de uitbreiding van de CTIVD gaande en deze loopt door in 2024.
Paragraaf 1 - uitzonderingsrapportage voor de volgende verplichte onderdelen
1. Rechtmatigheid
Er zijn geen onrechtmatigheden geconstateerd die de rapporteringstoleranties overschrijden.
2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
4. Misbruik en oneigenlijk gebruik
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
5. Overige aspecten van bedrijfsvoering
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
6. Fraude- en corruptierisico's
De CTIVD heeft een beleidsarm karakter met beperkte frauderisico’s die onderdeel zijn van de jaarlijkse planning en controlcyclus en het daaraan verbonden interne toezicht (denk aan prestatieverklaringen, vier ogen-principe en functiescheiding). Aangezien de financiële administratie wordt verzorgd door het ministerie van Algemene Zaken wordt ook verwezen naar paragraaf 1 van de bedrijfsvoeringsparagraaf van Algemene Zaken. Overigens zijn er geen bijzonderheden te melden.
Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen
1. Grote lopende ICT-projecten
De Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten heeft geen grote ICT-projecten van meer dan € 5 miljoen uitgevoerd of gestart.
2. Gebruik open standaarden en open source software
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
3. Betaalgedrag
De financiële administratie van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten is inbesteed bij het Ministerie van Algemene Zaken. De rijksbrede norm om 95% van de facturen binnen 30 dagen te betalen is gehaald.
4. Evaluatie van het audit committee
Niet van toepassing.
5. Departementale checks and balances subsidieregelingen
Niet van toepassing.
6. Normenkader financieel beheer
Niet van toepassing.
7. Beheer NGF-projecten
Niet van toepassing.
Paragraaf 3 – Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering
Er hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.
Art. | Omschrijving | Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | ||
Totaal | 82.815 | 82.815 | 4.672 | 86.151 | 86.707 | 5.820 | 3.336 | 3.892 | 1.148 | |
Beleidsartikelen | ||||||||||
1 | Bevorderen van de eenheid van het algemeen regeringsbeleid | 82.815 | 82.815 | 4.672 | 86.151 | 86.707 | 5.820 | 3.336 | 3.892 | 1.148 |
Art. | Omschrijving | Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | ||
Totaal | 2.959 | 2.959 | 2.959 | 3.132 | 3.132 | 3.135 | 173 | 173 | 176 | |
Beleidsartikelen | ||||||||||
1 | Kabinet van de Koning | 2.959 | 2.959 | 2.959 | 3.132 | 3.132 | 3.135 | 173 | 173 | 176 |
Art. | Omschrijving | Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | Verplichtingen | Uitgaven | Ontvangsten | ||
Totaal | 4.083 | 4.083 | 0 | 2.625 | 2.686 | 3 | ‒ 1.458 | ‒ 1.397 | 3 | |
Beleidsartikelen | ||||||||||
1 | Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten | 4.083 | 4.083 | 0 | 2.625 | 2.686 | 3 | ‒ 1.458 | ‒ 1.397 | 3 |
Omschrijving | (1) Vastgestelde begroting | (2) Realisatie | (3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | (4) Realisatie 2022 |
---|---|---|---|---|
Baten en lastenagentschap Dienst Publiek en Communicatie (DPC) | ||||
Totale baten | 134.836 | 161.267 | 26.431 | 143.459 |
Totale lasten | 135.444 | 160.653 | 25.209 | 141.848 |
Saldo van baten en lasten | ‒ 608 | 613 | 1.221 | 1.611 |
Totale kapitaaluitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totale kapitaalontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 |
De verantwoordingsstaat is in overeenstemming met de Rijksbegrotingsvoorschriften 2024 en de Regeling Agentschappen opgesteld.
De hogere baten ten opzichte van de vastgestelde begroting worden veroorzaakt door de hogere media-opbrengsten. Dit leidt ook tot hogere lasten bij de materiële kosten.
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie 2022 (4) | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
- Omzet | 134.836 | 160.459 | 25.623 | 143.208 |
waarvan omzet moederdepartement | 29.270 | 32.348 | 3.078 | 28.733 |
waarvan omzet overige departementen | 68.318 | 109.726 | 41.408 | 97.243 |
waarvan omzet derden | 37.248 | 18.385 | ‒ 18.863 | 17.232 |
Rentebaten | 0 | 733 | 733 | 84 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 7 | 7 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 67 | 67 | 166 |
Totaal baten | 134.836 | 161.267 | 26.431 | 143.459 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 135.444 | 160.578 | 25.073 | 141.774 |
- Personele kosten | 22.179 | 26.601 | 4.422 | 21.467 |
waarvan eigen personeel | 21.179 | 21.704 | 525 | 19.324 |
waarvan inhuur externen | 1.000 | 2.861 | 1.861 | 1.673 |
waarvan overige personele kosten | 0 | 2.037 | 2.037 | 470 |
- Materiële kosten | 113.265 | 133.977 | 20.651 | 120.308 |
waarvan apparaat ICT | 10.425 | 7.759 | ‒ 2.728 | 5.573 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële kosten | 102.840 | 126.218 | 23.378 | 114.735 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Materieel | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 1 | 1 | 8 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 74 | 74 | 65 |
Totaal lasten | 135.444 | 160.653 | 25.209 | 141.848 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | ‒ 608 | 613 | 1.221 | 1.611 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten* | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | ‒ 608 | 613 | 1.221 | 1.611 |
* Agentschap DPC valt niet onder de VPB plicht |
Toelichting:
Media-inkoop is de belangrijkste component binnen de totale baten en daarmee samenhangende lasten. DPC heeft in 2023 een positief saldo behaald van afgerond € 613 duizend. Dit resultaat is ontstaan door rentebaten van € 733 duizend veroorzaakt door een stijging van de rente naar bijna 4%, daar waar bij het opstellen van de ontwerpbegroting 2023 rekening was gehouden met een rente percentage van 0%.
Omzet moederdepartement
De opbrengst van het moederdepartement heeft met name betrekking op de Taakbijdrage Gemeenschappelijke Diensten. Dit betreft de bijdrage aan DPC, zoals deze in het jaarverslag van Algemene Zaken onder begrotingsartikel 1 is opgenomen. Hier tegenover wordt de prestatie geleverd door het agentschap aan alle opdrachtgevers. Ook de media-inkopen voor het moederdepartement zijn in deze baten opgenomen. De hogere omzet komt door LPO toevoeging en meerwerk DPC.
Omzet moederdepartement | 32.348 |
---|---|
Waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten/diensten | 32.348 |
Omzet overige departementen
Naast de taakbijdrage wordt een deel van de kosten in rekening gebracht bij de afnemers. Dit betreft specifieke tarieven (mediafee, deelnemerstarief en campagnetarief bij elf departementen) en het doorbelasten van ingekochte materiële kosten. Ook de doorberekende media-inkopen voor de overige departementen zijn in deze baten meegenomen. De hogere omzet in 2023 ten opzichte van de oorspronkelijke raming wordt veroorzaakt doordat met name de mediabestedingen zijn gestegen ten opzicht van de eerdere ramingen, mede als gevolg van projecten in het kader van Landelijke Informatievoorziening en Levensgebeurtenissen.
Omzet derden
De omzet derden betreft het deel van de kosten dat in rekening is gebracht aan organisaties buiten de rechtspersoon van de Staat der Nederlanden. Dit betreft specifieke tarieven (mediafee) en het doorbelasten van ingekochte materiële kosten. Ook de doorberekende media-inkopen zijn in deze baten meegenomen. De omzet is licht gestegen ten opzichte van de realisatie in 2022 maar is achtergebleven ten opzichte van de oorspronkelijke raming. Dit wordt veroorzaakt door een daling in de Media-inkoop bij derden.
Personele kosten
Voor 2023 gold het goedgekeurde formatieplan 2023 met een fte kader van 233,4 fte op basis van de ontwerpbegroting 2023. Rekening houdend met de wijzigingen samenhangend met de reguliere in- en uitstroom was de totale bezetting 209,3fte in 2023.
Materiële kosten
De materiële kosten bevatten tevens de kosten in het kader van de media-omzet. Door hogere media-omzet zijn de materiële kosten hoger dan geraamd.
Rentebaten
In 2023 zijn €733.000 aan rentebaten gerealiseerd.
Bijzondere baten
De bijzondere baten hebben met name betrekking op verrekeningen van kosten uit 2022.
Bijzondere lasten
De bijzondere lasten betreffen nagekomen facturen waar geen reservering tegenover stond.
Positief resultaat
Over 2023 heeft DPC een positief resultaat van € 613 duizend geboekt. Dit positieve resultaat wordt aan het eigen vermogen van DPC toegevoegd. Dit resultaat is ontstaan door rentebaten die DPC in 2023 heeft ontvangen.
Balans 2023 | Balans 2022 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | ||
Materiële vaste activa | 0 | 0 |
waarvan grond en gebouwen | 0 | 0 |
waarvan installaties en inventarissen | 0 | 0 |
waarvan projecten in uitvoering | 0 | 0 |
waarvan overige materiële vaste activa | 0 | 0 |
Immateriële vaste activa | 0 | 0 |
Vlottende activa | ||
Voorraden en onderhanden projecten | 5.448 | 0 |
Debiteuren | 12.948 | 9.905 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 2.681 | 1.991 |
Liquide middelen | 42.206 | 38.400 |
Totaal activa: | 63.282 | 50.296 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ||
Exploitatiereserve | 6.528 | 4.917 |
Onverdeeld resultaat | 613 | 1.611 |
Voorzieningen | 38 | 110 |
Langlopende schulden | ||
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | |
Kortlopende schulden | ||
Crediteuren | 11.423 | 8.020 |
Belastingen en premies sociale lasten | 1.450 | 0 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | |
Overige schulden en overlopende passiva | 43.230 | 35.638 |
Totaal passiva | 63.282 | 50.296 |
Toelichting
Debiteuren | Overige vorderingen en overlopende activa | |
---|---|---|
Media-inkoop* | 12.343 | 1.014 |
Algemene Zaken (kerndepartement) | 0 | 21 |
Overige departementen | 600 | 1.358 |
Overige agentschappen | 0 | 0 |
Derden | 5 | 288 |
Totaal | 12.948 | 2.681 |
* Niet onder te verdelen |
Liquide middelen
Het betreft hier uitsluitend de rekening-courant bij de Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën. De liquide middelen zijn ten opzichte van 2022 zijn met circa € 3,8 miljoen toegenomen. De oorzaak van deze toename is diverse ontvangsten.
Eigen vermogen
Met een gemiddelde omzet van € 150,5 miljoen over de laatste drie jaar mag het eigen vermogen maximaal € 7,5 miljoen bedragen. Door het positief resultaat van € 613 duizend in 2023 stijgt het eigen vermogen tot € 7,1 miljoen. DPC blijft binnen de norm van het maximaal toegestane Eigen Vermogen.
Voorzieningen
Voorzieningen bij DPC worden getroffen voor juridische of feitelijke verplichtingen die hun oorzaak vinden op of voor de balansdatum, waarbij voor afwikkeling van de verplichting een uitstroom van middelen zal gaan plaatsvinden waarvan de omvang nog niet vaststaat, maar die wel op betrouwbare wijze kan worden geschat. In het kader van reorganisaties wordt een voorziening getroffen in het kader van de in 2023 nog geldende «van werk naar werk afspraken». In navolgende tabel wordt het verloop van deze voorziening weergegeven.
2023 | 2022 | |
---|---|---|
Stand per 1 januari | 110 | 166 |
-/- Onttrekkingen | 65 | 64 |
-/- Vrijval | 7 | 0 |
+/+ Dotaties | 1 | 8 |
Stand per 31 december | 38 | 110 |
Crediteuren | Overige schulden en overlopende passiva | |
---|---|---|
Media-inkoop* | 6.993 | 29.061 |
VORA (opdrachtgever)* | 0 | 620 |
Algemene Zaken (kerndepartement) | 196 | 0 |
Overige departementen | 1 | 8.697 |
Overige agentschappen | 0 | |
Belasting | 0 | |
Derden | 4.234 | 1.759 |
Personeel DPC | 3.093 | |
Totaal | 11.423 | 43.230 |
* Niet onder te verdelen |
Nog te betalen media inkoop
Dit saldo betreft de kostenfacturen van de media-exploitanten die per
31-12-2023 nog niet in rekening zijn gebracht bij het rijksmediabureau. In de loop van 2024 zal na facturatie van de media-exploitanten het creditsaldo afnemen.
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3)=(2)-(1) | |
---|---|---|---|
Rekening-courant RHB 1 januari 2023 + stand depositorekeningen | 26.664 | 38.400 | 11.736 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 134.836 | 163.100 | 28.264 |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | 135.444 | 159.294 | 23.850 |
Totaal operationele kasstroom | ‒ 608 | 3.806 | 4.414 |
Totaal investeringen (-/-) | 0 | 0 | 0 |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 |
Totaal investeringskasstroom | 0 | 0 | 0 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 |
Aflossingen op leningen (-/-) | 0 | 0 | 0 |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 |
Totaal financieringskasstroom | 0 | 0 | 0 |
Rekening-courant RHB 31 december 2023 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)* | 26.056 | 42.206 | 16.150 |
*Maximale roodstand is € 0,5 miljoen. |
Toelichting
Het kasstroomoverzicht geeft inzicht in de kapitaaluitgaven en -ontvangsten en geeft aan hoeveel kasmiddelen in 2023 beschikbaar komen c.q. zijn gekomen (de herkomst van middelen) en op welke wijze gebruik wordt of is gemaakt van deze kasmiddelen (de besteding van middelen). De ontvangsten operationele kasstroom en de uitgaven operationele kasstroom hangen grotendeels samen met de media-inkopen en media-verkopen van de departementen en derden die via DPC lopen. Hoewel DPC hierop niet direct kan sturen, vormen zij een belangrijk onderdeel van de totale omzet van DPC alsmede van de operationele kasstroom. Doordat de media-omzet hoger is dan geraamd is ook de hieruit voortvloeiende kasstroom hoger. Het liquiditeitssaldo wordt veroorzaakt doordat het saldo van de nog te betalen facturen aan media-exploitanten neerslaat bij DPC als liquide middelen. Daarnaast leidt een vaak relatief hoge media-omzet in het vierde kwartaal tot een hoger liquiditeitssaldo. Dit effect loopt echter weg in de eerste maand van het daarop volgende jaar.
Realisatie | Vastgestelde begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | |
Omschrijving Generiek deel | |||||
Saldo van baten en lasten (%) | 1,09% | 0,80% | 1,12% | 0,38% | ‒ 0,5% |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 176,8 | 180,4 | 187,1 | 209,3 | 233,4 |
Ziekteverzuimpercentage | 3,30% | 3,78% | 5,90% | 7,00% | 2,60% |
Specifieke doelmatigheidsindicator | |||||
Aantal beantwoorde vragen per telefoon | 159.617 | 182.784 | 158.184 | 159.248 | 190.000 |
Service niveau telefonie | 73,80% | 64,80% | 74,10% | 80,00% | 80% binnen 40 sec. |
Burgertevredenheid telefonie | 4,4 | 4,4 | 4,4 | 4 | 4,0 |
Aantal beantwoorde vragen per e-mail | 134.880 | 151.860 | 60.012 | 43.570 | 80.000 |
Service niveau e-mail | 77,30% | 43,80% | 88,50% | 95% | 95% binnen 2 werkdagen |
Burgertevredenheid e-mail | 3,4 | 3,2 | 3,4 | 3 | 3,0 |
Media-index RTV | 44,50% | 28,10% | 31,60% | 27,50% | 25,00% |
Media-index Interactieve Media | 10,20% | 13,60% | 7,60% | 7,10% | 10,00% |
Media-index Print | 17,70% | 20,64% | 15,30% | 28,70% | 17,50% |
Technisch-functionele toegankelijkheid Platform Rijksoverheid Online | 84% | 74% | 94% | 94% | 75% |
Beschikbaarheid Platform Rijksoverheid Online | 99,99% | 100% | 100% | 100% | 99,90% |
Aantal bezoeken Rijksoverheid.nl | 204.518.917 | 354.064.350 | 223.887.106 | 128.226.201 | 78.000.000 |
Bezoekerstevredenheid Rijksoverheid.nl | 7,1 | 5,9 | 6,5 | 6,6 | 7 |
Content toegankelijkheid Rijksoverheid.nl | 78% | 86% | 90% | 90% | 75% |
Aantal bezoeken platformwebsites | 135.799.143 | 185.835.684 | 132.329.495 | 113.052.859 | 109.000.000 |
Toelichting
Saldo van baten en lasten
Over 2023 heeft DPC een positief resultaat behaald.
Fte totaal
DPC hanteert een formatie van 233,4 fte. Rekening houdend met de wijzigingen samenhangend met de reguliere in- en uitstroom was de totale bezetting in 2023 209,3 fte.
Ziekteverzuimpercentage
Het feitelijk ziekteverzuim is niet binnen de norm gebleven, hetgeen grotendeels wordt veroorzaakt door een aantal langdurig zieken.
Aantal beantwoorde vragen per telefoon
Deze indicator geeft het aantal beantwoorde vragen voor het kanaal telefonie. Hiervoor geldt geen norm, alleen een verwachting.
Service niveau telefonie
Deze indicator geeft aan dat 78,5% van de telefoongesprekken binnen 40 seconden is opgenomen. Het servicelevel op telefonie is lager, omdat er meer vragen waren dan verwacht.
Burgertevredenheid telefonie
Resultaat van een continue uitgevoerd burgertevredenheidsonderzoek. In dit onderzoek wordt de kwaliteit van de telefonische vraagbeantwoording vanuit burgerperspectief beoordeeld en gemeten op een 5-puntsschaal waarbij 1 zeer ontevreden en 5 zeer tevreden is. Omdat de focus op kwaliteit ondanks de drukte niet is losgelaten is de burgertevredenheid binnen norm gebleven.
Aantal beantwoorde vragen per e-mail
Deze indicator geeft het aantal beantwoorde vragen voor het kanaal e-mail. Hiervoor geldt geen norm, alleen een verwachting. In 2022 waren er 60.012 en in 2023 43.570 beantwoorde vragen. Dit hangt mogelijk samen met beantwoording van vragen via andere kanalen. Daarnaast is de website verrijkt met meer informatie, wat mogelijk heeft geleid tot minder vragen per mail.
Service niveau e-mail
Deze indicator geeft aan dat 100% van de via e-mail gestelde vragen binnen twee werkdagen is afgehandeld.
Burgertevredenheid e-mail
Resultaat van een continue uitgevoerd burgertevredenheidsonderzoek. In dit onderzoek wordt de kwaliteit van vraagbeantwoording via e-mail vanuit burgerperspectief beoordeeld en gemeten op een 5-puntsschaal waarbij 1 zeer ontevreden en 5 zeer tevreden is. De burgertevredenheid is binnen norm gebleven.
Media-Index RTV
Deze index geeft het netto inkoopvoordeel weer dat behaald wordt door het collectief inkopen van mediaruimte op radio en televisie in plaats van per individuele opdrachtgever. De tarieven voor individuele opdrachtgevers worden bepaald op basis van een benchmark, waarover het rijksmediabureau beschikt. De index fluctueert als gevolg van schommelingen in jaarlijkse rtv-bestedingen. De gerealiseerde index in 2023 is vergelijkbaar met de jaren 2021 en 2022, terug op gemiddeld niveau.
Media-Index Interactieve media
De index interactieve media geeft het netto inkoopvoordeel weer dat behaald wordt door het collectief inkopen van mediaruimte op alle interactieve media. Er wordt geen inkoopvoordeel behaald wanneer mediaruimte is verkregen door middel van een veiling. De toenemende inkoop van video, display en DOOH via software tools (DSP’s) is op basis van veiling.
De gerealiseerde index 2023 ligt lager door de toename van het afnemen op een veiling, dit is een markt brede ontwikkeling. De rijksoverheid bestedingen aan social blijven stijgen. De verhoudingen tussen de verschillende vormen van interactieve inkoop (display, video, social, etc.) en inkoopmethodes wijzigen licht. Het enorme volume dempt de schommelingen van de inkoopvoordeel cijfers per mediumtype en mediumformat.
Media-Index Print
Deze index geeft het bruto inkoopvoordeel weer dat behaald wordt door het collectief inkopen van mediaruimte in alle printtitels en out-of-home mogelijkheden. Beide mediumtypen zijn nog steeds grotendeels traditioneel georganiseerd en hanteren een (bruto-)tariefkaart als uitgangspunt voor de tarief bepaling. Door fusies en overnames is het aantal printaanbieders beperkt, wel exploiteren zij in lijn met de printtitels aanvullende mediumtypen zoals content en display. Hierdoor zijn er naast het volume ook andere invloeden op de inkoopvoordelen. Desondanks zijn de prijsafspraken nog steeds per mediumtype.
Technisch-functionele toegankelijkheid Platform Rijksoverheid Online
Het Platform Rijksoverheid Online wordt jaarlijks, en bij significante wijzigingen, op toegankelijkheid geïnspecteerd door een kundige en onafhankelijke partij. De webpagina’s die worden getest zijn gebaseerd op een steekproef, aangevuld met pagina’s die na de laatste inspectie in technisch-functionele zin zijn aangepast. De bevindingen uit deze inspecties worden zo snel als mogelijk verwerkt. Er hebben geen nieuwe metingen plaatsgevonden in verband met de inbesteding van het PRO-platform naar Logius.
Beschikbaarheid Platform Rijksoverheid Online
Deze indicator staat voor de toegang tot online informatie voor bezoekers op het Platform. Het percentage is een gemiddelde van de beschikbaarheids-percentages van alle servers op het Platform Rijksoverheid Online die relevant zijn voor de buitenwereld.
Aantal bezoeken Rijksoverheid.nl
Deze indicator geeft het aantal bezoeken per jaar aan de website Rijksoverheid.nl. Voor het aantal bezoeken geldt geen norm, alleen een verwachting.
Bezoekerstevredenheid Rijksoverheid.nl
Resultaat van een onafhankelijke meting via het online Burgertevredenheidsonderzoek. In dit onderzoek wordt de kwaliteit van de website Rijksoverheid.nl vanuit bezoekersperspectief beoordeeld.
Content ToegankelijkheidRijksoverheid.nl
De content op Rijksoverheid.nl wordt jaarlijks, en bij significante wijzigingen, op toegankelijkheid geïnspecteerd door een kundige en onafhankelijke partij. De bevindingen uit deze inspecties worden direct verwerkt. De webpagina’s die worden getest, zijn gebaseerd op een steekproef die wordt aangevuld met pagina’s waarvoor specifieke voorwaarden voor toegankelijkheid gelden, zoals gebruik van tabellen, taalwissels, foto’s en infographics. Dit om er zeker van te zijn dat de eisen voor toegankelijkheid correct worden toegepast. Er hebben geen nieuwe metingen plaatsgevonden in verband met de inbesteding van het PRO-platform naar Logius.
Aantal bezoeken Platformwebsites
Deze indicator geeft het aantal bezoeken per jaar aan websites op het Platform Rijksoverheid Online, exclusief de bezoeken aan Rijksoverheid.nl. Voor het aantal bezoeken geldt geen norm, alleen een verwachting.
Activa1 | 31-12-2023 | 31-12-2022 | Passiva | 31-12-2023 | 31-12-2022 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Intra-comptabele posten | ||||||||||
1 | Uitgaven ten laste van de begroting | 86.707 | 78.470 | 2 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 5.820 | 6.402 | |||
3 | Liquide middelen | 0 | 1 | |||||||
4 | Rekening-courant RHB2 | 57.089 | 50.015 | 4a | Rekening-courant RHB | 137.992 | 118.974 | |||
5 | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 0 | 0 | 5a | Begrotingsreserves | 0 | 0 | |||
6 | Vorderingen buiten begrotingsverband | 49 | 180 | 7 | Schulden buiten begrotingsverband | 33 | 3.290 | |||
8 | Kas-transverschillen | 0 | 0 | |||||||
Subtotaal intra-compatabel | 143.845 | 128.666 | Subtotaal intra-comptabel | 143.845 | 128.666 | |||||
Extra-comptabele posten | ||||||||||
9 | Openstaande rechten | 0 | 0 | 9a | Tegenrekening openstaande rechten | 0 | 0 | |||
10 | Vorderingen | 65 | 217 | 10a | Tegenrekening vorderingen | 65 | 217 | |||
11a | Tegenrekening schulden | 0 | 0 | 11 | Schulden | 0 | 0 | |||
12 | Voorschotten | 151 | 126 | 12a | Tegenrekening voorschotten | 151 | 126 | |||
13a | Tegenrekening garantieverplichtingen | 0 | 0 | 13 | Garantieverplichtingen | 0 | 0 | |||
14a | Tegenrekening andere verplichtingen | 5.065 | 5.890 | 14 | Andere verplichtingen | 5.065 | 5.890 | |||
15 | Deelnemingen | 0 | 0 | 15a | Tegenrekening deelnemingen | 0 | 0 | |||
Subtotaal extra-comptabel | 5.281 | 6.233 | Subtotaal extra-comptabel | 5.281 | 6.233 | |||||
Totaal | 149.126 | 134.899 | Totaal | 149.126 | 134.899 |
Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2023 van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA)
1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten
Verrekening van de begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten 2023 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
4) Rekening courant de Koning, Kabinet van de Koning (KvdK) en Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD)
De Koning | 54.409 |
Kabinet van de Koning | ‒ 3 |
Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten | 2.683 |
Totaal | 57.089 |
6) Vorderingen buiten begrotingsverband
Nadere specificatie van de vorderingen buiten begrotingsverband:
Omschrijving | Vorderingen |
---|---|
Salarisuitgaven | 49 |
Totaal | 49 |
Salarisuitgaven
Dit bedrag bestaat uit vorderingen op (ex)-personeel en een voorschot die nog verrekend moeten worden.
7) Schulden buiten begrotingsverband
Nadere specificatie van de schulden buiten begrotingsverband:
Omschrijving | Schulden |
---|---|
Netto salarissen | 11 |
Diverse ontvangsten | 22 |
Totaal | 33 |
Netto salarissen
Betreft een nog te verrekenen bedrag op personeel.
Diverse ontvangsten
Nog diverse te verrekenen bedragen.
10) Vorderingen
10a) Tegenrekening vorderingen
Het betreft een beperkt aantal aan debiteuren verzonden facturen, vanwege economische transacties, die direct opeisbaar zijn.
12) Voorschotten
12a) Tegenrekening voorschotten
Overeenkomstig de afgesproken gedragslijn zijn de betalingen aan APG ad € 151 duizend opgenomen onder de voorschotten, voor zover het betalingen betreft waarvoor de controlerende instantie nog geen verklaring heeft kunnen afgeven. Afwikkeling van deze voorschotten zal plaatsvinden in 2024. In 2023 is aan voorschotten voor wachtgelden en uitvoeringskosten 2022, € 126 duizend afgerekend met APG.
Ontstaansjaar | Stand 01-01-2023 | Verstrekt in 2023 | Afgerekend in 2023 | Stand 31-12-2023 |
---|---|---|---|---|
2022 | 126 | 0 | ‒ 126 | 0 |
2023 | 0 | 151 | 0 | 151 |
Totaal | 126 | 151 | ‒ 126 | 151 |
14 en 14a) Andere verplichtingen
Het betreft hier voor 2023 met name verplichtingen die verband houden met AZ Next, inhuur van ICT specialisten.
Tevens heeft er een correctie plaatsgevonden op de verplichtingenstand per 31-12-2022 van € 967 duizend in verband met een bij Jaarverslag 2022 ten onrechte opgenomen openstaande verplichting die pas medio 2023 geconstateerd is bij de verlenging van een contract.
Activa1 | 31-12-2023 | 31-12-2022 | Passiva | 31-12-2023 | 31-12-2022 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Intra-comptabele posten | ||||||||||
1 | Uitgaven ten laste van de begroting | 3.132 | 2.992 | 2 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 3.135 | 2.996 | |||
3 | Liquide middelen | 0 | 0 | |||||||
4 | Rekening-courant RHB2 | 3 | 119 | 4a | Rekening-courant RHB | 0 | 0 | |||
5 | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 0 | 0 | 5a | Begrotingsreserves | 0 | 0 | |||
6 | Vorderingen buiten begrotingsverband | 0 | 1 | 7 | Schulden buiten begrotingsverband | 0 | 116 | |||
8 | Kas-transverschillen | 0 | 0 | |||||||
Subtotaal intra-compatabel | 3.135 | 3.112 | Subtotaal intra-comptabel | 3.135 | 3.112 | |||||
Extra-comptabele posten | ||||||||||
9 | Openstaande rechten | 0 | 0 | 9a | Tegenrekening openstaande rechten | 0 | 0 | |||
10 | Vorderingen | 0 | 0 | 10a | Tegenrekening vorderingen | 0 | 0 | |||
11a | Tegenrekening schulden | 0 | 0 | 11 | Schulden | 0 | 0 | |||
12 | Voorschotten | 0 | 0 | 12a | Tegenrekening voorschotten | 0 | 0 | |||
13a | Tegenrekening garantieverplichtingen | 0 | 0 | 13 | Garantieverplichtingen | 0 | 0 | |||
14a | Tegenrekening andere verplichtingen | 0 | 0 | 14 | Andere verplichtingen | 0 | 0 | |||
15 | Deelnemingen | 0 | 0 | 15a | Tegenrekening deelnemingen | 0 | 0 | |||
Subtotaal extra-comptabel | 0 | 0 | Subtotaal extra-comptabel | 0 | 0 | |||||
Totaal | 3.135 | 3.112 | Totaal | 3.135 | 3.112 |
Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2023 van het Kabinet van de Koning (IIIB)
1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten
Verrekening van de begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten 2023 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
Activa1 | 31-12-2023 | 31-12-2022 | Passiva | 31-12-2023 | 31-12-2022 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Intra-comptabele posten | ||||||||||
1 | Uitgaven ten laste van de begroting | 2.686 | 2.160 | 2 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 3 | 2 | |||
3 | Liquide middelen | 0 | 0 | |||||||
4 | Rekening-courant RHB2 | 0 | 0 | 4a | Rekening-courant RHB | 2.683 | 2.034 | |||
5 | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 0 | 0 | 5a | Begrotingsreserves | 0 | 0 | |||
6 | Vorderingen buiten begrotingsverband | 0 | 0 | 7 | Schulden buiten begrotingsverband | 0 | 124 | |||
8 | Kas-transverschillen | 0 | 0 | |||||||
Subtotaal intra-comptabel | 2.686 | 2.160 | Subtotaal intra-comptabel | 2.686 | 2.160 | |||||
Extra-compatbele posten | ||||||||||
9 | Openstaande rechten | 0 | 0 | 9a | Tegenrekening openstaande rechten | 0 | 0 | |||
10 | Vorderingen | 0 | 0 | 10a | Tegenrekening vorderingen | 0 | 0 | |||
11a | Tegenrekening schulden | 0 | 0 | 11 | Schulden | 0 | 0 | |||
12 | Voorschotten | 0 | 0 | 12a | Tegenrekening voorschotten | 0 | 0 | |||
13a | Tegenrekening garantieverplichtingen | 0 | 0 | 13 | Garantieverplichtingen | 0 | 0 | |||
14a | Tegenrekening andere verplichtingen | 0 | 60 | 14 | Andere verplichtingen | 0 | 60 | |||
15 | Deelnemingen | 0 | 0 | 15a | Tegenrekening deelnemingen | 0 | 0 | |||
Subtotaal extra-comptabel | 0 | 60 | Subtotaal extra-comptabel | 0 | 60 | |||||
Totaal | 2.686 | 2.220 | Totaal | 2.686 | 2.220 |
Toelichting bij de Saldibalans per 31 december 2023 van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC)
1 en 2) Begrotingsuitgaven en begrotingsontvangsten
Verrekening van de begrotingsuitgaven 2023 zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het individueel toepasselijk drempelbedrag te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.
Voor dit departement heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigingsmaximum bedraagt in 2023 € 223 duizend.
Er zijn geen functionarissen die in 2023 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2023 geen functionarissen die hun werkzaamheden als topfunctionaris hebben neergelegd en die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar aangemerkt worden als topfunctionaris. Er zijn in 2023 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.
Naam instelling | Naam topfunctionaris | Functie | Datum aanvang dienstverband (indien van toepassing) | Datum einde dienstverband (indien van toepassing) | Dienstverband in FTE (+ tussen haakjes omvang in 2022) | Op externe inhuur-basis (nee; < = 12 kalender-mnd; > 12 kalender-mnd) | Beloning plus onkostenvergoeding (belast) (+ tussen haakjes bedrag in 2022) | Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (+ tussen haakjes bedrag in 2022) | Totale bezoldiging in 2023 (+ tussen haakjes bedrag in 2022) | Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum | Motivering en bedrag (indien overschrijding) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
KvdK | Mr. C. Jonker | directeur | 1,00 (1,00) | nee | 176.898 (160.491) | 22.528 (23.080) | 199.426 (183.571) | 223.000 | nvt | ||
CTIVD | Dr. N.A.N.M. van Eijk | voorzitter | 0,89 (0,89) | nee | 147.710 (141.898) | 20.020 (20.551) | 167.730 (162.449) | 198.222 | nvt |
Omschrijving van de motie | Vindplaats | Stand van zaken |
---|---|---|
motie-Beckerman over een lobbyverbod en draaideurverbod van twee jaar voor bewindspersonen uit het kabinet Rutte-IV. | Kamerstukken II 2023/24, 36410-III, nr. 6 | In het debat reeds aan de orde gekomen. |
Omschrijving van de toezegging | Vindplaats | Stand van zaken |
---|---|---|
De minister-president zal ervoor zorgen dat de passage over de openbare agenda van bewindspersonen in het nieuwe handboek voor bewindspersonen wordt gehandhaafd en waar mogelijk verder wordt verduidelijkt of uitgebreid. | Begrotingsbehandeling 2024, 18 januari 2024 (Kamerstukken II 2023/24, 36410-I) | De passage in het blauwe boek wordt aangepast in de nieuwe versie van het handboek voor bewindspersonen bij aantreden van nieuw kabinet. |
De staatssecretaris van BZK zal de Tweede Kamer een brief sturen over de weerbaarheidsscan voor bewindspersonen en topbestuurders. Beckerman (SP) houdt de motie hierover (36 410-III, nr. 7) aan | Begrotingsbehandeling 2024, 18 januari 2024 (Kamerstukken II 2023/24, 36410-I) | De staatssecretaris van BZK zet in op het sturen van de brief na het voorjaarsreces. |
De minister van BZK zal op korte termijn een brief aan de Kamer zenden over de reactie op het rapport ‘Grip op informatie’ van de werkgroep Informatieafspraken o.l.v. TK-lid Inge van Dijk, waarbij ook de factsheet ‘De reikwijdte van de inlichtingenplicht van artikel 68 van de Grondwet’ wordt betrokken. | Begrotingsbehandeling 2024, 18 januari 2024 (Kamerstukken II 2023/24, 36410-I) | De minister van BZK zet in op het sturen van een reactie voor 1 april 2024. |
Thema | Subthema | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/aanbevelingen* | Begrotingsartikel(en) |
---|---|---|---|---|---|---|
Communicatie | Campagnes | Evaluatie onderzoek | 2023 | afgerond | 1 |
Programma- en apparaatskosten | |
---|---|
1. Interim-management | 0 |
2. Organisatie- en Formatieadvies | 0 |
3. Beleidsadvies | 0 |
4. Communicatieadvisering | 2.448 |
Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4) | 2.448 |
5. Juridisch Advies | 0 |
6. Advisering opdrachtgevers automatisering | 7.782 |
7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie | 330 |
(Beleids)ondersteunend (som 5 t/m 7) | 8.112 |
8. Uitzendkrachten (formatie & piek) | 590 |
Ondersteuning bedrijfsvoering | 590 |
Totaal uitgaven inhuur externen | 11.150 |
De externe inhuur komt in 2023 uit op € 11,2 miljoen en daarmee op een percentage van de totale loonsom van 18,2% (boven de norm van 10%).
Een substantieel deel van het (reguliere) werk vult de directie Bedrijfsvoering, mede vanwege krapte op de arbeidsmarkt, in met externe inhuur. Dit speelt met name bij de afdeling ICT en het project AZ-Next dat loopt tot 2025. Dit project vraagt om specifieke ICT-kennis, die gezien de schaarste op de ICT-arbeidsmarkt, wordt ingehuurd. In 2024 zal verder worden bezien of en hoe de externe inhuur verder verambtelijkt kan worden of middels een andersoortige flexibele vorm kan worden ingezet. De externe inhuur binnen de andere onderdelen van het Ministerie van Algemene Zaken is beperkt.
Aantal overschrijdingen maximumuurtarief | 0 |
---|
De Tweede Kamer verzoekt het Kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2023 aandacht te besteden aan resultaatbereik in relatie tot onderuitputting, als gevolg van bijvoorbeeld arbeidskrapte. In deze bijlage wordt de totale onderuitputting gepresenteerd. Daarbij worden de grootste en/of belangrijkste meevallende realisaties apart toegelicht. De overige meevallende realisaties worden in de post «overige meevallers» toegelicht.
Onderuitputting in 2023 | Als percentage van de vastgestelde ontwerpbegrotingbegroting | |
---|---|---|
RVD | ‒ 930 | ‒ 1,1% |
TIB | ‒ 430 | ‒ 0,5% |
overige mee- en tegenvallers | 813 | 1,0% |
Totaal Ministerie van Algemene Zaken (IIIA) | ‒ 547 | ‒ 0,7% |
Ministerie van Algemene Zaken (IIIA)
Rijksvoorlichtingsdienst (RVD)
De onderuitputting wordt met name veroorzaakt door vertraging in de uitgaven bij de Rijksvoorlichtingsdienst voor communicatieprojecten van het VoRa-meerjarenjaarprogramma. Met name de projecten behorende bij 1overheid en diversiteit en inclusie lopen achter in de verwachte realisatie. Dit komt deels door het aanscherpen en aanpassen van uitvoeringsplannen, maar ook door personele tekorten en wisseling in de uitvoering.
Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB)
Nog niet alle vacatures waren vanaf het begin van het jaar ingevuld, voor 2024 wordt hierin voorzien.
Onderuitputting in 2023 | Als percentage van de vastgestelde ontwerpbegrotingbegroting | |
---|---|---|
KvdK | ‒ 57 | ‒ 1,9% |
overige meevallers | ‒ 3 | ‒ 0,1% |
Totaal KvdK (IIIB) | ‒ 60 | ‒ 1,9% |
Kabinet van de Koning (IIIB)
Kabinet van de Koning (KvdK)
Bij het Kabinet van de Koning is sprake van een geringe onderuitputting van € 57 duizend. Deze onderuitputting is grotendeels ontstaan door het niet kunnen vervullen van vacatures.
Onderuitputting in 2023 | Als percentage van de vastgestelde ontwerpbegrotingbegroting | |
---|---|---|
CTIVD | ‒ 1.658 | ‒ 40,6% |
Totaal CTIVD (IIIC) | ‒ 1.658 | ‒ 40,6% |
Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC)
Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD)
De onderuitputting op het budget van de CTIVD doet zich grotendeels voor op het personele deel. De bij coalitieakkoord toegevoegde gelden komen later dan gepland tot besteding door vertraging van de desbetreffende wetgeving en de werving van extra CTIVD-personeel om de nieuwe wettelijke taken uit te voeren.