Kamerstuk 36560-IIB-1

Jaarverslag overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 2023

Dossier: Jaarverslag en slotwet overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 2023

Gepubliceerd: 15 mei 2024
Indiener(s): Hugo de Jonge (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36560-IIB-1.html
ID: 36560-IIB-1

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN DE OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT, KABINETTEN VAN DE GOUVERNEURS EN DE KIESRAAD

Ontvangen 15 mei 2024

Vergaderjaar 2023–2024

GEREALISEERDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 175.897.000,-

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 8.012.000,-

A. ALGEMEEN

1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik u het jaarverslag van het de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) over het jaar 2023 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2023 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  • 1. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;

  • 2. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;

  • 3. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 4. de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 5. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • 1. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2023;

  • 2. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • 3. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • 4. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2023 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2023, alsmede over de saldibalans over 2023 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,H.M.de Jonge

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt het jaarverslag 2023 van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.

Het jaarverslag 2023 is als volgt opgebouwd:

A. een algemeen deel met de dechargeverlening;

B. het beleidsverslag met de artikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf;

C. de jaarrekening met de verantwoordingsstaat, de saldibalans en de WNT-verantwoording 2023;

D. De bijlage toezichtrelaties ZBO's en RWT's en de bijlage Rijksuitgaven Caribisch Nederland.

Specificatie apparaatsuitgaven

De begroting van de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad heeft geen apart centraal apparaatsartikel. In de beleidsartikelen is bij de toelichting onder de tabel budgettaire gevolgen van beleid een uitsplitsing van de apparaatsuitgaven opgenomen.

Groeiparagraaf

Ten opzichte van het jaarverslag van vorig jaar zijn in dit jaarverslag geen wijzigingen te melden.

Grondslagen voor de vastlegging en de waardering

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften. Voor de begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast.

Focusonderwerp

De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording over 2023 als focusonderwerp de onderuitputting aangewezen. Hiertoe is bijlage 3 opgenomen.

Beleidsverslag

Beleidsprioriteiten

Een College dient, conform de Comptabiliteitswet 2016, artikel 2.1 lid 7 betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en bedrijfsvoering weer te geven. Derhalve bevat de niet-departementale begroting – in vergelijking met departementale begrotingen waarbij wel een weergave van het beleid wordt opgenomen – geen beleidsprioriteiten. In aansluiting hierop worden geen beleidsprioriteiten opgenomen in het jaarverslag.

Beleidsartikelen

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

A. Algemene doelstelling;

B. Rol en verantwoordelijkheid;

C. Beleidsconclusies;

D. Budgettaire gevolgen van beleid;

E. Toelichting op de financiële instrumenten.

Het niet-beleidsartikel is opgebouwd uit de tabel budgettaire gevolgen en de toelichting op de tabel.

Toelichting op de financiële instrumenten

In de toelichting op de financiële instrumenten wordt een toelichting gegeven bij verschillen tussen de vastgestelde begroting 2023 en de realisatie 2023. Indien van toepassing wordt er verwezen naar de eerste en tweede suppletoire begroting 2023. Het uitgangspunt is om daar de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2024 is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:

Tabel 1 Ondergrens (staffel) op basis van de Rijksbegrotingsvoorschriften

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

1. Raad van State

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln.

2. Algemene Rekenkamer

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

3. De Nationale ombudsman

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

4. Kanselarij der Nederlandse Orden

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

6. Kabinet Gouverneur van Aruba

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

7. Kabinet Gouverneur van Curaçao

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

8. Kabinet Gouverneur van Sint Maarten

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

9. Kiesraad

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

10. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Voor de overige Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad is een afzonderlijke bedrijfsvoeringsparagraaf opgenomen.

Jaarrekening

Verantwoordingsstaat

In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.

Saldibalans

In de jaarrekening wordt de saldibalans opgenomen met de bijbehorende toelichting.

WNT-verantwoording

de paragraaf voor de jaarrekening wordt afgesloten met de verantwoording van de Wet normering topinkomens (WNT) van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.

De bijlagen

In het jaarverslag voor de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad zijn de volgende bijlagen opgenomen:

  • Toezichtrelaties zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s) en rechtspersonen met een wettelijke Taak (RWT’s);

  • Rijksuitgaven Caribisch Nederland;

  • Focusonderwerp onderuitputting.

B. BELEIDSVERSLAG

3. Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1. Raad van State

A. Algemene doelstelling

Als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bijdragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.

De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.

De Afdeling advisering van de Raad van State is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de (Europese) begrotingsregels, als bedoeld in het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur (VSCB) en artikel 5 van Verordening (EU) 473/2013. De Afdeling advisering is krachtens de artikelen 5 en 7 van de Klimaatwet belast met de toetsing van het klimaatbeleid van de regering. Zij adviseert over de jaarlijkse Klimaatnota en het vijfjaarlijks Klimaatplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

De Afdeling advisering

Taak van de Afdeling advisering is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen adviesaanvragen. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen. In de onderstaande tabel zijn de realisaties voor de jaren 2020 ‒ 2023 weergegeven. Voor het jaar 2023 is een vergelijking gemaakt tussen ontwerpbegroting en de realisatie (afgedaan).

Tabel 2 Instroom en afhandeling van adviesaanvragen
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2020

2021

2022

2023

2023

Ingekomen

508

389

396

342

400

Afgedaan

485

431

377

349

400

De Afdeling bestuursrechtspraak

Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid, bruikbare rechtsvorming en individuele rechtsbescherming zijn daarbij belangrijke aspecten. De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Algemene kamer, de Vreemdelingenkamer en de Omgevingskamer. In de onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijden van alle afdoeningen (hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen) zijn weergegeven.

Tabel 3 Doorlooptijden in weken
 

Norm doorlooptijd

Realisatie 2023 gemiddelde doorlooptijd

Realisatie 2022 gemiddelde doorlooptijd

Omgevingskamer

52

47

39

Algemene kamer

40

45

42

Vreemdelingenkamer

23

19

16

Tabel 4 Instroom en afhandeling van zaken van de Afdeling bestuursrechtspraak (hoofdzaken en voorlopige voorzieningen)
 

Afgedaan

Ingekomen

Vastgestelde begroting

 

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Omgevingskamer

1.891

2.286

2.242

2.262

2.671

3.100

Algemene kamer

1.499

1.306

1.333

1.599

1.949

2.000

Vreemdelingenkamer

6.003

5.562

5.084

5.450

5.714

8.790

Totaal bestuursrechtspraak

9.393

9.154

8.659

9.311

10.334

13.890

In 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het programma Betrokken Rechtspraak afgerond. Met het opstellen van dit programma heeft de Afdeling bestuursrechtspraak uitvoering gegeven aan de 35 actiepunten uit het rapport ‘Lessen uit de kinderopvangtoeslagzaken’ van het Reflectieprogramma Kinderopvangtoeslagen uit 2021.

De in de begroting opgenomen instroomverwachtingen van de Omgevingskamer en de Algemene kamer zijn gebaseerd op ervaringsgegevens en een verondersteld ongewijzigd beleid bij de wetgever en de bestuursorganen. De veronderstellingen van de instroom en de uitstroom van hoger beroepen van vreemdelingen wordt doorgaans in de maand november voorafgaand aan het uitvoeringsjaar in het overleg van de partners in de vreemdelingenketen vastgesteld. De verwerking van de budgettaire gevolgen van deze actualisatie vindt plaats bij gelegenheid van de suppletoire begrotingen.

In 2023 was het aanbod aan nieuwe zaken circa 10.300. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in 2023 circa 9.300 zaken afgedaan. In de Omgevingskamer 2023 is de instroom van zaken ongeveer gelijk aan het niveau van 2022.  De instroom van zaken in de Algemene kamer en Vreemdelingenkamer zijn beide met circa 10% gestegen ten opzichte van de instroom in 2022. De Afdeling bestuursrechtspraak is na de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de rechtbanken de laatste schakel in de vreemdelingenketen. De instroom van zaken binnen de Vreemdelingenkamer is grotendeels de uitkomst van de instroom, doorstroom en uitstroom bij de genoemde ketenpartners. Ook in 2023 was, mede als gevolg van lagere instroom vanuit respectievelijk de IND en de rechtbanken, de instroom van zaken lager dan het in de ontwerpbegroting vermelde aantal.

De gemiddelde doorlooptijd van zaken in 2023 is 30 weken, de gemiddelde doorlooptijd in weken is in alle drie de kamers toegenomen. Dit is het gevolg van de stijgende moeilijkheidsgraad van de zaken en een groot tekort aan juristen binnen de directie Bestuursrechtspraak. De verwachting die in het jaarverslag 2022 was uitgesproken, met de boodschap dat er rekening moest worden gehouden met een te beperkte afdoeningscapaciteit en daardoor oplopende doorlooptijden, is helaas uitgekomen. Gelet op de krappe arbeidsmarkt zullen de verhoogde doorlooptijden zich waarschijnlijk ook in 2024 nog blijven voordoen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 1. Raad van State (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

67.900

78.389

74.126

75.528

83.372

80.664

2.708

        

Uitgaven

65.394

72.711

73.037

76.467

85.301

80.664

4.637

        

Institutionele inrichting

       

Advisering

6.084

6.960

7.204

6.978

7.189

7.918

‒ 729

Bestuursrechtspraak

31.475

32.422

31.500

32.724

36.140

43.818

‒ 7.678

Raad van State gemeenschappelijke diensten

27.835

33.329

34.333

36.765

41.972

28.928

13.044

        

Ontvangsten

1.557

1.280

1.286

1.699

1.486

1.950

‒ 464

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 6 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2023

Totaal apparaat

85.301

waarvan personeel

69.432

Eigen personeel

61.231

Externe inhuur

7.146

Overig personeel

1.055

  

waarvan materieel

15.869

Verplichtingen

Het bedrag van de aangegane verplichtingen is circa € 2,7 mln. hoger dan bij de vastgestelde begroting werd geraamd. Bij de suppletoire begrotingen hebben diverse mutaties plaatsgevonden waardoor het budget per saldo met € 4,6 mln. is verhoogd. Het uiteindelijke resultaat is een overschot van € 1,9 mln. Dit is veroorzaakt door geraamde verplichtingen op het gebied van ICT die niet in 2023 hebben plaats gevonden. De Raad van State heeft besloten om de verplichtingen aangaande een aantal licenties in 2024 vast te leggen.

Uitgaven

Institutionele inrichting

Advisering

Bij gelegenheid van de eerste suppletoire begroting is het bedrag van de loon- en prijscompensatie aan de raming toegevoegd. De gerealiseerde uitgaven zijn als gevolg van enkele vacatures die in 2023 niet zijn vervuld of later ingevuld zijn dan verwacht, circa € 1,0 mln. lager dan begroot.

Bestuursrechtspraak

Bij gelegenheid van de eerste suppletoire begroting is het bedrag van de loon- en prijscompensatie aan de raming toegevoegd en is de uitgavenraming op basis van de inmiddels verlaagde prognose van de instroom en uitstroom van vreemdelingenzaken verlaagd. De ambtelijke capaciteit die beschikbaar is voor de bestuursrechtspraak is, in vergelijking met het jaar 2022, gestegen. De aan bestuursrechtspraak toe te rekenen personele uitgaven zijn navenant gestegen.

Gemeenschappelijke diensten

Bij gelegenheid van de eerste suppletoire begroting zijn het bedrag voor de loon- en prijscompensatie aan de raming toegevoegd. Bij de suppletoire begroting Prinsjesdag en de tweede suppletoire begroting zijn er middelen overgeheveld van de afdeling Bestuursrechtspraak naar Gemeenschappelijke diensten voor in totaal € 8 mln. Dit betreft voor de uitgaven voor informatievoorziening en ICT. Dit is onder andere het gevolg van de verscherpte eisen op het gebied van informatiebeveiliging binnen en de doorgevoerde digitalisering binnen de Raad van State.

Ontvangsten

De ontvangsten uit hoofde van de griffierechten zijn als gevolg van bovengenoemde ontwikkelingen circa € 0,5 mln. lager dan oorspronkelijk geraamd.

3.2 Artikel 2. Algemene Rekenkamer

A. Algemene doelstelling

De Algemene Rekenkamer is belast met het onderzoek van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk. Zij heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te helpen verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan.

De wettelijke taak van de Algemene Rekenkamer als Hoog College van Staat is vastgelegd in artikel 76 en artikel 105.3 van de Grondwet en in de Comptabiliteitswet 2016.

Hierin ligt enerzijds de basis van de klassieke wettelijke opdracht om jaarlijks de rechtmatigheid te onderzoeken van het financieel beheer van het Rijk en een goedkeurende verklaring te geven bij de Rijksrekening. Het wettelijk kader bevat naast controle op rechtmatigheid anderzijds ook de opdracht om de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid te onderzoeken. De taken van de Algemene Rekenkamer vereisen een grondwettelijk geborgde, onafhankelijke positie ten opzichte van de regering en het parlement. Het vereist niet alleen een degelijke wettelijke basis, maar ook een bestendige financiële basis, die de ruimte om in onafhankelijkheid keuzes te kunnen maken ondersteunt.

De Algemene Rekenkamer dient geen ander belang dan het goed en integer functioneren en presteren van het openbaar bestuur. De Algemene Rekenkamer laat op onpartijdige wijze zien hoe de rijksoverheid, inclusief de daaraan verbonden organen, in de praktijk functioneert en presteert en welke verbeteringen mogelijk zijn, ongeacht de samenstelling van het parlement en het kabinet. Daarmee wil zij ook een bijdrage leveren aan het vertrouwen van burgers dat de overheid zorgvuldig, zuinig en zinnig omgaat met publiek geld.

De Algemene Rekenkamer voorziet de regering, de Staten-Generaal en degenen die verantwoordelijk zijn voor de aan het Rijk verbonden organen van bruikbare en relevante informatie, aan de hand waarvan zij kunnen bepalen of het beleid van een minister rechtmatig, doelmatig en doeltreffend is uitgevoerd. Deze informatie bestaat uit onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen over organisatie, beheer en beleid en is in beginsel voor het publiek toegankelijk. De Algemene Rekenkamer bepaalt zelf welke onderzoeken zij openbaar maakt. Op de website van de Algemene Rekenkamer staat de actuele onderzoeksagenda.

Daarnaast rekent zij het tot haar verantwoordelijkheden om een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur door kennisuitwisseling en samenwerking in binnen- en buitenland. Hoofdstuk 7 van de Comptabiliteitswet 2016 verschaft een wettelijke basis voor het uitvoeren van internationale werkzaamheden die aansluiten bij de wettelijke taken van de Algemene Rekenkamer.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Strategie

Voor de Algemene Rekenkamer was 2023 het derde jaar van de strategische periode 2021-2025 «Vertrouwen in Verantwoording». De Algemene Rekenkamer kiest er net als voorheen voor om publiek geld scherp te volgen. In 2023 hebben de onderzoeksdirecties van de Algemene Rekenkamer een verdere vertaling gemaakt van de strategie naar de onderzoeksprogrammering. Verder hebben zij gewerkt aan doorontwikkeling van het verantwoordingsonderzoek en versterking van het doelmatigheidsonderzoek. Daarbij ligt de focus op terreinen waar de functie van de Rekenkamer de meeste toegevoegde waarde heeft. Hierbij maken de onderzoeksteams steeds meer gebruik van nieuwe methoden en technieken van onderzoek.

Onderzoeksprogramma´s 

De afgelopen jaren heeft de Algemene Rekenkamer een aantal onderwerpen en thema’s aangewezen die centraal staan in onze onderzoeksprogrammering. Deze onderwerpen komen onder andere tot uitdrukking in onderzoeksprogramma’s. Vanuit de programma’s ‘Energietransitie’ en ‘Digitalisering’ zijn in 2023 verschillende publicaties verschenen. Ook in de komende jaren zal de Algemene Rekenkamer programmatisch blijven werken.

Resultaten

In vervolg op de coronacrisis heeft de organisatie een balans gevonden in nieuwe vormen van hybride werken. De Algemene Rekenkamer heeft verder vooruitgang gemaakt met de voor 2023 gestelde doelen.

Zo heeft de Algemene Rekenkamer in 2023 in totaal 59 publicaties opgeleverd. Op www.rekenkamer.nl heeft de Algemene Rekenkamer de onderzoeksrapporten, de brieven aan de Tweede Kamer en de jaarlijkse Verslagen gepubliceerd. Daar zijn ook de webdossiers te vinden. De Algemene Rekenkamer maakt de uitgaven (het grootboek) openbaar in de vorm van open data.

  • 34 rapporten waarvan 24 in het verantwoordingsonderzoek;

  • 20 brieven aan de Tweede Kamer, waarvan 9 begrotingsbrieven;

  • 3 updates van een webdossier en 2 overige verslagen.

Een verschil ten opzichte van voorgaande jaren is dat vanaf 2023 ook de geheime publicaties worden meegenomen in de telling. Naast deze 59 publicaties heeft de Algemene Rekenkamer capaciteit vrijgemaakt voor andere activiteiten die bijdragen aan een beter presterende overheid. Daarbij gaat het onder andere om het vergroten van de doorwerking van onze onderzoeken door bijvoorbeeld het geven van interviews en door artikelen in de media, het geven en bijwonen van seminars en het samenwerken met universiteiten.

In een externe evaluatie door drie buitenlandse toonaangevende rekenkamers (peer review) stond de aanbeveling de onafhankelijkheid van de Algemene Rekenkamer in de financial audit verder te versterken. Daaraan is in 2023 gewerkt. Voor het verantwoordingsonderzoek 2023 is de aanpak van de financial audit verder aangescherpt door standaardisatie en focus op hoge risico’s. Daarnaast worden interne kwaliteitstoetsen uitgevoerd voor het uitbrengen van de verklaring bij de rijksrekening. De Eerste en Tweede Kamer hebben de minister van Financiën en de Algemene Rekenkamer gevraagd om te reageren op wijzigingsvoorstellingen die zij hebben gedaan, en om de geconstateerde tekortkomingen in het Nederlandse controlebestel op te lossen. De gesprekken rond het controlebestel met het Ministerie van Financiën en de Auditdienst Rijk zijn gaande en lopen door in 2024.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2. Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

33.307

32.879

34.640

39.956

41.139

39.286

1.853

        

Uitgaven

32.214

33.276

34.035

37.601

41.875

39.286

2.589

        

Institutionele inrichting

       

Recht- en doelmatigheidsbevordering

32.214

33.276

34.035

37.601

41.875

39.286

2.589

        

Ontvangsten

1.584

1.136

1.240

1.092

1.709

1.017

692

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 8 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2023

Totaal apparaat

41.875

waarvan personeel

34.591

Eigen personeel

30.983

Externe inhuur

3.608

Overig personeel

0

  

waarvan materieel

7.284

ICT

3.746

Bijdrage aan SSO's

1.118

Overig materieel

2.420

Verplichtingen

De oorspronkelijk vastgestelde begroting 2023 voor de verplichtingen bedroeg € 39,3 mln. De verplichtingen zijn het gevolg van de loon- en prijsontwikkeling en door meerjarige verplichtingen van nieuwe ICT-, inhuur en leasecontracten. Dat is iets lager dan begroot doordat een aantal meerjarencontracten op een later moment worden afgesloten.

Uitgaven

Institutionele inrichting

Recht- en doelmatigheidsbevordering

De oorspronkelijke uitgavenbegroting 2023 bedroeg € 39,3 mln. Bij de eerste en tweede suppletoire begroting 2023 is extra budget toegevoegd in verband met onder andere de loon- en prijsontwikkeling. De stand na de tweede suppletoire begroting 2023 bedroeg € 42,3 mln. Er is € 0,4 mln. niet besteed door onder andere het later in dienst treden van nieuwe medewerkers.

Ontvangsten

De ontvangstenbegroting voor 2023 bedroeg € 1 mln. De gerealiseerde ontvangsten waren afgerond € 1,7 mln. en hebben betrekking op internationale projecten en uitdetacheringen. De ontvangsten van de internationale projecten waren hoger, doordat deze na de coronacrisis weer zijn uitgebreid. Ook waren er meer uitdetacheringen.

3.3 Artikel 3. De Nationale ombudsman

A. Algemene doelstelling

De Nationale ombudsman komt in beeld als burgers er niet in slagen om er uit te komen met de overheid. Als het misgaat tussen de burger en de overheid, kan de ombudsman tussenbeide komen, bemiddelen of een onderzoek instellen. Ook kan de ombudsman op eigen initiatief structurele problemen aandacht geven.

In het werk van de Nationale ombudsman staat de vraag centraal of burgers behoorlijk behandeld worden door de overheid. Handelt de overheid eerlijk, communiceert zij begripvol met burgers en is er voldoende oog voor de menselijke maat?

Enerzijds helpt de Nationale ombudsman burgers als het misgaat tussen hen en de overheid:

  • Door burgers de weg te wijzen naar het juiste loket;

  • Door ze te ondersteunen met adviezen en tools;

  • Door op een effectieve manier onderzoek te doen.

Anderzijds wil de Nationale ombudsman overheden uitdagen anders te kijken naar diensten, processen en innovaties. Daarom kijken we naar wat de overheid doet. Denken we na over manieren waarop het anders en beter kan. Om overheden hier vervolgens op aan te spreken en ze te vragen om zaken te verbeteren en zich meer te verplaatsen in de burger.

De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman hebben tot doel te bevorderen dat de rechten van respectievelijk jeugdigen en veteranen worden geëerbiedigd door bestuursorganen en door privaatrechtelijke organisaties. De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman zijn onderdeel van de Nationale ombudsman.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Intensivering taken

In het Coalitie akkoord «omzien naar elkaar, vooruit zien naar de toekomst» zijn middelen vrijgemaakt voor de Nationale ombudsman in het kader van het versterken van de toezichthouders. De Nationale ombudsman ziet mogelijkheden om zijn rol te versterken. Om dit te realiseren zet de ombudsman extra in op het beter bereiken van doelgroepen die de Nationale ombudsman niet makkelijk weten te vinden.

De Nationale ombudsman brengt twee keer per jaar, met een brede vertegenwoordiging vanuit de organisatie, een meerdaags bezoek aan een provincie. Het programma is heel divers. Het is de bedoeling bekendheid te geven aan wat de Nationale ombudsman voor inwoners kan betekenen. En de (medewerkers van de) Nationale ombudsman laten zich informeren over vraagstukken die spelen in de betreffende provincie.

De Nationale ombudsman, de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman hebben in 2023 op vele terreinen uit eigen beweging onderzoek gedaan en aandacht gevraagd voor gesignaleerde problematiek. Bijvoorbeeld over de crisisnoodopvang en de problemen die asielzoekers die lang in zo'n soort opvang verblijven ervaren. Maar ook over hoe de overheid omgaat met hersteloperaties. De Nationale ombudsman en Kinderombudsman hebben de Tweede Kamer gevraagd om scherp op te letten dat de maatregelen bedacht door het Kabinet om Groningers te ontzien, de bewoners in Groningen ook echt ontzorgen.

De Nationale ombudsman heeft de problemen van burgers in hun relatie tot de overheid de afgelopen jaren zien toenemen. Om duurzaam te anticiperen op belangrijke ontwikkelingen is in 2023 een wijziging van de organisatie doorgevoerd.

De in 2022 gestarte pilot met een team dat zich uitsluitend richt op het telefonisch afhandelen van de 1e lijns vragen en klachten van burgers om hen zo sneller en adequater te helpen is omgezet naar een vaste werkwijze.

Sinds 1 januari 2022 is het werk en de functie van Onafhankelijk Raadsman ondergebracht bij de Nationale ombudsman. Een lokaal steunpunt in het aardbevingsgebied in Groningen is ook in 2023 blijven bestaan.

Informatiehuishouding

Naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend onrecht» van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag vindt een grote, Rijksbrede verbeteroperatie voor de informatiehuishouding plaats (Kamerstukken II 2020/21, 35510, nr. 4). De Nationale ombudsman heeft in 2023 beleid vastgesteld voor emailarchivering en is gestart met het ontwikkelen van faciliteiten voor digitaal samenwerken, waarbij archivering is gewaarborgd en de netwerkschijf wordt opgeruimd. Daarnaast is het beleid over de archivering van chatberichten in ontwikkeling. Voor documenten over het primaire proces van de jaren 1995-2013 is een plan van aanpak en een beslisdocument opgesteld voor overdracht naar het Nationaal Archief.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3. De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

19.172

21.932

23.666

29.717

25.291

25.625

‒ 334

        

Uitgaven

19.672

20.814

23.099

26.988

25.954

25.625

329

        

Institutionele inrichting

       

Taakuitoefening Nationale ombudsman

17.006

18.049

20.009

23.240

21.872

23.102

‒ 1.230

Materiële uitgaven

       

Taakuitoefening medeoverheden

2.666

2.765

3.090

3.748

4.082

2.523

1.559

        

Ontvangsten

2.360

2.817

2.791

2.952

3.790

2.539

1.251

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 10 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2023

Totaal apparaat

25.954

waarvan personeel

21.297

Eigen personeel

19.143

Externe inhuur

723

Overig personeel

1.431

  

waarvan materieel

4.657

Uitgaven

Institutionele inrichting

Taakuitoefening Nationale ombudsman

Dit betreft de uitgaven voor klachtbehandeling door de Nationale ombudsman waaronder ook het werk op eigen initiatief. Daarnaast betreft dit ook uitgaven voor de uitvoering van taken van de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman. De uitgaven op dit instrument bedragen € 21,9 mln. Er is minder besteed doordat in 2023 minder is uitgegeven aan loonkosten dan verwacht. Dit werd veroorzaakt door latere afronding van het organisatieverandertraject, een relatief grote uitstroom van medewerkers en de krappe arbeidsmarkt. Daarnaast is de uitbesteding van het ICT-beheer sneller verlopen dan verwacht wat heeft geleid tot minder kosten dan begroot. Aanvullend bleek dat als gevolg van onvoorziene lange levertijden een grote IT-bestelling niet meer in 2023 geleverd kon worden.

Het budget voor dit instrument was bij de begroting circa € 23,1 mln. Gedurende het jaar is in totaal circa € 2 mln. aan de begroting toegevoegd.

Een voor de Nationale ombudsman belangrijke manier van proactief werken, is het uitvoeren van onderzoek uit eigen beweging naar de relatie burger - overheid. De onderzoeken uit eigen beweging worden gedeeltelijk bepaald door de ombudsagenda (agenda van onderzoeken). Aan onder andere de volgende onderwerpen uit de ombudsagenda 2023 hebben de Nationale ombudsman, de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman in 2023 extra aandacht besteed: burgers en kinderen betrekken bij beslissingen die hen raken; het naleven van fundamentele (kinder) rechten bij huisuitzettingen en migratie; de vraag of en hoe de overheid leert van ervaringen in hersteltrajecten.

Een voorbeeld is onderzoek naar hersteltrajecten waarin de nationale ombudsman concludeert dat overheidsinstanties te weinig aandacht hebben voor de behoeften van gedupeerde burgers en ondernemers bij het bieden van herstel. Naast aanbevelingen reflecteert de Ombudsman ook op de eigen rol in hersteltrajecten.

De Kinderombudsman heeft de toolkit «het beste besluit voor het kind» geactualiseerd. De toolkit helpt professionals om het belang van kinderen bij beslissingen voorop te stellen.

De Veteranenombudsman concludeert na onderzoek dat gemeenten niet altijd weten wie van hun inwoners veteraan is of wat veteranen nodig hebben. Hierdoor krijgen niet alle veteranen de aandacht die zij verdienen.

Tabel 11 Aantal klachten rijksoverheid
  

Realisatie

Klachten

2019

2020

2021

2022

2023

Nationale ombudsman

28.390

25.640

29.920

24.020

20.380

Kinderombudsman

2.100

1.990

2.170

1.690

1.530

Veteranenombudsman

280

280

290

270

240

Totaal

30.770

27.910

32.380

25.980

22.150

In 2023 is het aantal door de Nationale ombudsman ontvangen klachten lager dan in 2022. De Kinderombudsman heeft 1.530 verzoeken ontvangen. De Veteranenombudsman heeft 240 klachten ontvangen.

Materiële uitgaven

Taakuitoefening medeoverheden

Naast de provincies, de waterschappen en bijna alle gemeenschappelijke regelingen is 78% van de 342 (stand per 1 januari 2023) gemeenten aangesloten bij de Nationale ombudsman voor hun klachtbehandeling. Mede door deze hoge dekkingsgraad fungeert de Nationale ombudsman als kenniscentrum voor klachtbehandeling door medeoverheden.

Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven van de klachtbehandeling voor de medeoverheden zichtbaar.

Het budget op dit instrument was bij de begroting circa € 2,5 mln. Gedurende het jaar is circa € 0,75 mln. aan de begroting toegevoegd. De desaldering betreft de jaarlijkse indexatie op de tarieven die gesteld worden voor de medeoverheden. De middelen worden tevens ingezet voor de taakuitoefening medeoverheden van de Nationale ombudsman. De totale uitgaven op dit artikelonderdeel bedragen € 4,1 mln.

22% van alle klachten die de Nationale ombudsman heeft ontvangen, heeft betrekking op gemeenten, gemeenschappelijke regelingen, provincies en waterschappen. Het aantal geregistreerde klachten in 2023 bedroeg 4435.

Tabel 12 Aantal aangesloten gemeenten
  

Realisatie

Aangesloten gemeenten

2019

2020

2021

2022

2023

in percentage

73

75

75

74

78

Vanaf 1 januari 2023 kunnen inwoners van alle Zeeuwse gemeenten terecht bij de Nationale ombudsman als zij vastlopen in hun contact met de overheid. Tot en met 31 december 2022 konden inwoners van Zeeland bij de Zeeuwse ombudsman terecht.

In het jaarverslag van de Nationale ombudsman over 2023 wordt ingegaan op alle activiteiten van zowel de Nationale ombudsman, de Kinderombudsman als de Veteranenombudsman.

Ontvangsten

De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de activiteiten van de Nationale ombudsman in opdracht van provincies, waterschappen en gemeenten. Door de jaarlijkse aanpassing van de bedragen genoemd in het Vergoedingenbesluit Wet Nationale ombudsman 2006 is € 0,8 mln. aan de begroting toegevoegd.

De Nationale ombudsman organiseert in 2024 de dertiende International Ombudsman Institution (IOI) wereldconferentie. Dat wordt voor een groot deel gefinancierd uit inkomsten die daaruit voortvloeien in 2023 en 2024. Daar zijn bij eerste suppletoire begroting middelen voor toegevoegd aan de begroting. In 2023 is hiervan € 0,01 mln. daadwerkelijk ontvangen.

3.4 Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden

A. Algemene doelstelling

De Kanselarij der Nederlandse Orden (KNO) is bij Koninklijk Besluit (KB) van 3 juni 1844 ingesteld. De Kanselarij der Nederlandse Orden is de organisatie die:

  • het Kapittel der Militaire Willems-Orde en het Kapittel voor de Civiele Orden huisvest en ambtelijk ondersteunt in hun advisering over de voorstellen tot decoratieverlening;

  • zorg draagt voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen en voor de correcte verzending ervan aan de betrokken ministeries;

  • zorgt dat registers worden aangehouden van in het Koninkrijk der Nederlanden onderscheiden personen.

Kapittel der Militaire Willems-Orde

De taken van het Kapittel der Militaire Willems-Orde behelzen:

  • het adviseren van het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur over de voordrachten voor benoeming of bevordering in en ontslag uit de Orde dan wel over aanvragen om in de Orde te worden opgenomen of bevorderd;

  • het verstrekken van inlichtingen aan het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur alsmede het geven van inzage in alle zakelijke gegevens en bescheiden aan deze departementen;

  • het aanhouden van registers voor elk der vier klassen van ridders;

  • het houden van aantekening van verlening van het ordeteken aan onderdelen van de krijgsmacht.

Kapittel voor de Civiele Orden

Het Kapittel voor de Civiele Orden heeft als adviescollege op landelijk niveau tot taak Onze Minister wie het aangaat te adviseren over het verlenen van onderscheidingen in één van de Civiele Orden.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Er zijn geen bijzonderheden te vermelden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

6.740

6.715

5.571

4.880

5.287

5.412

‒ 125

        

Uitgaven

5.739

6.801

5.337

5.264

5.703

5.412

291

        

Institutionele inrichting

       

Apparaat

4.539

5.080

3.668

3.476

3.562

3.579

‒ 17

Materiële uitgaven

       

Decoraties

1.199

1.720

1.669

1.788

2.141

1.828

313

Riddertoelagen

1

1

0

0

0

5

‒ 5

        

Ontvangsten

343

439

390

352

346

199

147

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 14 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2023

Totaal apparaat

3.562

waarvan personeel

2.453

Eigen personeel

1.869

Externe inhuur

584

Overig personeel

0

  

waarvan materieel

1.109

ICT

331

Bijdrage aan SSO's

279

Overig

499

Uitgaven

Institutionele inrichting

Apparaat

De oorspronkelijke begroting voor apparaat bedroeg in 2023 € 3,6 mln. Bij de eerste en tweede suppletoire begroting 2023 is extra budget toegevoegd in verband met onder andere de doorontwikkeling van het decoratiesysteem LINT en de loon- en prijsbijstelling. Er is een lichte onderuitputting te zien omdat vacatures niet direct aansluitend vervuld konden worden.

Materiële uitgaven

Decoraties

De gerealiseerde uitgaven voor decoraties hebben betrekking op ingekochte versierselen en toebehoren (zoals verpakkingen en oorkondes).

Riddertoelagen

Aan de in leven zijnde Ridders Militaire Willems-Orde, de weduwen/weduwnaars van de Ridders Militaire Willems-Orde of de minderjarige kinderen van Ridders Militaire Willems-Orde wordt van rechtswege een jaarlijkse riddertoelage uitgekeerd. Daar er nog maar weinig weduwen/weduwnaars in leven zijn, wordt er minder uitgekeerd dan voorheen.

Ontvangsten

Er zijn in 2023 meer borgsommen ontvangen voor het voor onbepaalde tijd in bruikleen houden van Koninklijke onderscheidingen door gedecoreerden of erven van gedecoreerden dan was begroot.

3.5 Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

A. Algemene doelstelling

Het Kabinet van de Gouverneur van Aruba heeft tot taak het ondersteunen van de Gouverneur van Aruba in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van Aruba en in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk. Gezien deze ondersteunende rol zijn de taken van het Kabinet een afgeleide van de taken en bevoegdheden van de Gouverneur, die voornamelijk zijn geregeld in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Aruba en het Reglement voor de Gouverneur van Aruba. Het kabinet heeft ook tot taak het behandelen van consulaire aangelegenheden aangezien de gouverneur tevens bevoegdheden heeft in het kader van de verkrijging van het Nederlanderschap en de verstrekking van paspoorten en visa aan personen die woonachtig zijn in Aruba.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

Voor het handelen van de gouverneur als landsorgaan leggen de ministers van Aruba verantwoording af aan de Staten van Aruba. De gouverneur is als Koninkrijksorgaan verantwoordelijk aan de regering van het Koninkrijk.

De gouverneur onderhoudt contacten met de minister-president en overige Ministers van Aruba, de Staten, maatschappelijke organisaties en met ministers en andere bestuurders van de andere landen van het Koninkrijk. De gouverneur onderhoudt ook contacten met ambassadeurs van het Koninkrijk en van andere staten in de regio. De relaties met de Gouverneurs van Sint Maarten en Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.

Het kabinet onderhoudt contacten met andere organen van de overheid, zowel binnen als buiten het Koninkrijk. Bij de uitvoering van rijksregelgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten van Nederland.

C. Beleidsconclusies

Er zijn in 2023 geen beleidswijzigingen geweest.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

2.399

2.096

2.338

2.480

2.582

2.067

515

        

Uitgaven

2.399

2.096

2.338

2.480

2.582

2.067

515

        

Institutionele inrichting

       

Kabinet Gouverneur Aruba

2.399

2.096

2.338

2.480

2.582

2.067

515

        

Ontvangsten

108

53

96

93

128

60

68

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 16 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2023

Totaal apparaat

2.582

waarvan personeel

2.059

Eigen personeel

1.867

Externe inhuur

14

Overig personeel

178

  

waavan materieel

523

ICT

126

Overig materieel

397

Uitgaven

Institutionele inrichting

Kabinet Gouverneur van Aruba

Het aanpassen van de keuken in Cas Ceremonial di Gobernador (CCdG) is on-hold gezet vanwege de wens voor nieuwe huisvesting. De opdracht voor het leveren en installeren van een generator voor CCdG is wel afgegeven, deze generator wordt in 2024 geplaatst en geïnstalleerd. Aruba heeft van tijd tot tijd te maken met stroomstoringen. Hiervoor is de inzet van een generator noodzakelijk om evenementen, beëdigingen, audiënties en lunches ongestoord te kunnen laten plaatsvinden.

De restantgelden van twee stichtingen staan nog open. De administratieve afhandeling duurt langer dan verwacht. Het Kabinet is daarin afhankelijk van een derde partij. De verwachting is dat  het opheffen van de stichtingen kan worden afgerond in 2024.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn in 2023 hoger dan begroot. Het Kabinet kan de verkoop van consulaire producten niet beïnvloeden.

3.6 Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

A. Algemene doelstelling

De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao is het optimaal ondersteunen van de gouverneur in de uitoefening van zijn taken in zijn beide hoedanigheden: als het hoofd van de regering van het land Curaçao en als orgaan van het Koninkrijk. De taken van het kabinet zijn afgeleid van de wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Curaçao zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Curaçao, verschillende (organieke) Curaçaose landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement van de Gouverneur van Curaçao.

Aan het feit dat de gouverneur het bevoegde orgaan is in de uitvoeringsregelingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur dienstverlenende, uitvoerende consulaire werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Er zijn in 2023 geen bijzonderheden te melden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

2.945

2.607

2.422

2.804

2.924

3.136

‒ 212

        

Uitgaven

2.945

2.607

2.422

2.804

2.924

3.136

‒ 212

        

Institutionele inrichting

       

Kabinet Gouverneur Curaçao

2.945

2.607

2.422

2.804

2.924

3.136

‒ 212

        

Ontvangsten

97

121

142

147

246

200

46

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 18 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2023

Totaal apparaat

2.9771

waarvan personeel

2.140

Eigen personeel

1.903

Externe inhuur

39

Overig personeel

198

  

waarvan materieel

837

X Noot
1

Afwijking ten opzichte van de budgettaire tabel betreft koersverschillen.

Uitgaven

Institutionele inrichting

Kabinet Gouverneur Curaçao

Er is sprake van een onderuitputting ten opzichte van het toegekende bedrag uit de tweede suppletoire begroting. Oorzaken hiervan liggen in het feit dat een aantal projecten voor groot onderhoud niet werden uitgevoerd, in verband met de budgettaire uitvoering van de nota van wijzigingen. Eveneens vond de doorbelasting van een deel van de loonkosten van uitgezonden personeel niet in december plaats.

Ontvangsten

Het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao heeft behalve de ontvangsten uit consulaire producten, geen eigen inkomsten. De consulaire producten die een opbrengst (leges) genereren zijn naturalisaties en opties, nationale paspoorten en nooddocumenten en visa. Deze opbrengsten zijn lager dan begroot, dit is enigszins veroorzaakt door de koersproblematiek.

3.7 Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

A. Algemene doelstelling

De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten is het ondersteunen van de gouverneur in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van het land Sint Maarten en als vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk.

De taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Sint Maarten zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Sint Maarten, verschillende (organieke) Sint Maartense landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten.

Aan het feit dat de gouverneur bevoegd orgaan is tot uitvoering van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

De bestuurlijke rol van de gouverneur zowel binnen Sint Maarten als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat door het kabinet ten behoeve van de Gouverneur op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden met de Staten van Sint Maarten, met ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Sint Maarten en Nederland. De relaties met de Gouverneurs van Aruba en van Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.

Met name bij de uitvoering van (rijks-)wetgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Sint Maarten heeft het kabinet intensief contact met de Staten, de Raad van Ministers, de Hoge Colleges van Staat en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Sint Maarten heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten aan ingezetenen van Sint Maarten deels gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken (Census Office).

C. Beleidsconclusies

In 2023 zijn geen bijzonderheden te melden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

2.400

2.133

2.195

10.423

2.879

2.279

600

        

Uitgaven

2.400

2.133

2.195

10.423

2.879

2.279

600

        

Institutionele inrichting

       

Kabinet Gouverneur Sint Maarten

2.400

2.133

2.195

10.423

2.879

2.279

600

        

Ontvangsten

81

92

114

86

231

75

156

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 20 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2023

Totaal apparaat

2.8941

waarvan personeel

1.612

Eigen personeel

1.612

Externe inhuur

0

Overig personeel

0

  

waarvan materieel

1.282

ICT

129

Bijdrage aan SSO's

0

Overig

1.153

X Noot
1

Afwijking ten opzichte van de budgettaire tabel betreft koersverschillen.

Uitgaven

Institutionele inrichting

Kabinet Gouverneur van Sint Maarten

Er is sprake van een lichte onderuitputting ten opzichte van het toegekende bedrag uit de tweede suppletoire begroting. Oorzaken hiervan liggen in het feit dat de eindafrekening meerwerk van het nieuwe kantoor evenals de doorbelasting van de een deel van de loonkosten uitgezonden personeel niet in december geboekt konden worden omdat er nog geen geconsolideerd beeld van de kosten bestond.

Ontvangsten

Het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten heeft behalve de ontvangsten uit consulaire producten, geen eigen inkomsten. De consulaire producten die een opbrengst (leges) genereren zijn naturalisaties en opties, nationale paspoorten en nooddocumenten en visa. Deze opbrengsten zijn iets meer dan begroot. Er was sprake van een inhaalslag als gevolg van COVID. Daarnaast trekt ook het aantal VISA aanvragen weer aan, er was dus weer sprake van een inhaalslag en «normalisering» van het reisgedrag van mensen.

3.8 Artikel 9. Kiesraad

A. Algemene doelstelling

De Kiesraad fungeert als centraal stembureau voor de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europese Parlement. De Kiesraad registreert partijaanduidingen, nummert kandidatenlijsten en stelt de officiële verkiezingsuitslagen voor deze verkiezingen vast. Daarnaast is de Kiesraad het adviesorgaan voor het kabinet en parlement op het terrein van het kiesrecht en de organisatie en uitvoering van verkiezingen. Verder verschaft de Kiesraad informatie aan gemeenten, provincies, politieke partijen, burgers en media over kiesrecht en verkiezingen.

De Kiesraad treedt het gehele jaar door op als kennis- en informatiepunt over kiesrecht en verkiezingen voor gemeenten, provinciale griffies, griffies, politieke partijen, kiezers en media. Voorts adviseert de Kiesraad de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over kiesrechtelijke geschillen waarbij de Kiesraad niet zelf partij is.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidsconclusies

Adviezen

De Kiesraad bracht in 2023 twaalf adviezen uit. Over de evaluatie van de verkiezing van de provinciale staten en de waterschappen, kiescollege niet-ingezetenen en de Eerste Kamer bracht hij een advies uit. De Kiesraad heeft daarnaast geadviseerd over het voorstel van wet voor de kwaliteitsbevordering van de uitvoering van het verkiezingsproces. Ook bracht hij een advies uit over de Wet aanscherping strafbaarstelling ronselen en de vereisten rondom het toewijzen van restzetels. Ook adviseerde hij over de Wet op de politieke partijen. Tot slot adviseerde de Kiesraad over het vereenvoudigen van de modellen (processen-verbaal en corrigenda) en bracht het adviezen uit over enkele andere regelingen op het terrein van het kiesrecht.

Aanduidingen

In 2023 registreerde de Kiesraad 21 aanduidingen in het register voor de Tweede Kamerverkiezing. Bij 8 van deze aanduidingen werd ook een logo geregistreerd. Daarnaast werd bij 3 reeds geregistreerde aanduidingen een (nieuw) logo geregistreerd. In totaal waren er voor de Tweede Kamerverkiezing van 22 november 2023 70 aanduidingen van politieke groeperingen geregistreerd. In het register voor de verkiezingen van het Europees Parlement is één nieuwe aanduiding geregistreerd en in het register voor de Eerste Kamerverkiezingen werden geen nieuwe aanduidingen geregistreerd. Uit de registers zijn in 2023 geen aanduidingen geschrapt.

Benoemingen

De Kiesraad benoemt nieuwe leden wanneer er vacatures ontstaan in de Eerste Kamer, de Tweede Kamer en het Europees Parlement. In 2023 hebben zowel de verkiezingen voor de Eerste Kamer en de Tweede Kamer plaatsgevonden, waarna op basis van de verkiezingsuitslag kandidaten zijn benoemd. Voor de Eerste Kamer betrof dit de benoeming van 75 leden, voor de Tweede Kamer 150 leden.

Naast reguliere benoemingen kan er ook tijdens de zittingsperiode een vacature ontstaan. De Kiesraad benoemt voor deze ontstane vacatures ook kandidaten. In 2023 werden 24 Tweede Kamerleden benoemd in een niet-reguliere benoeming, waarvan zeventien in tussentijdse vacatures en zeven in tijdelijke vacatures wegens ziekte of zwangerschap. Het aantal benoemingen in de Tweede Kamer was vergelijkbaar met het jaar 2022, dat opvallend hoger was dan in de jaren daarvoor.

In de Eerste Kamer vonden vijf benoemingen plaats. Dit waren vier tussentijdse vacatures en één tijdelijke vacature. In het Europees Parlement benoemde de Kiesraad één lid in een tussentijdse vacature.

Aantal tussentijdse en tijdelijke benoemingen

Tabel 21 Aantal benoemingen in vacatures
 

2019

2020

2021

2022

2023

Tweede Kamer

15

9

15

26

24

Eerste Kamer

10

6

19

5

5

Europees Parlement

2

3

4

1

1

Totaal

27

18

38

32

30

Beroepszaken

In 2023 werd negen keer beroep ingesteld tegen de Kiesraad in zijn functie als centraal stembureau, waarvan één beroep werd ingetrokken. In deze beroepszaken trad de Raad als verweerder op. Daarnaast was de Kiesraad als extern deskundige betrokken bij elf andere beroepszaken, waarvan er vier werden ingetrokken. Hierbij verstrekte de Raad inlichtingen op verzoek van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Informatiepunt

In het jaar 2023 hebben de volgende verkiezingen plaatsgevonden: de provinciale staten- en waterschapsverkiezingen, de eilandsraadverkiezingen, de verkiezingen van de kiescolleges Caribisch Nederland en het kiescollege niet-ingezetenen voor de Eerste Kamer op 15 maart 2023, de Eerste Kamerverkiezing op 30 mei 2023 en de tussentijdse Tweede Kamerverkiezing van 22 november 2023. In aanloop naar de verkiezingen van 15 maart, werd het Informatiepunt Verkiezingen ingesteld van 1 november 2022 tot en met 15 juni 2023. Als gevolg van het vroegtijdig ontbinden van de Tweede Kamer is het Informatiepunt heropend van 12 juli 2023 tot en met 22 december 2023. Het totaal aantal vragen dat in 2023 is gesteld aan het Informatiepunt bedraagt 6159.

Wet open overheid (Woo)

De Wet open overheid (Woo) regelt het recht op informatie over wat de overheid, inclusief de Kiesraad, doet. De Kiesraad heeft in 2023 zes Woo-verzoeken ontvangen, waarvan er twee zijn ingetrokken. De informatie waar in het verzoek om werd verzocht, was grotendeels reeds openbaar toegankelijke informatie. De verzoeker is in dat geval op de vindplaats van de betreffende informatie gewezen.

OSV

Bij de verkiezingen maken politieke partijen, gemeenten en hoofdstembureaus en centrale stembureaus gebruik van Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV 2020) voor de kandidaatstelling en de berekening van de uitslag.

Per 1 januari 2023 is de procedure voor vaststelling verkiezingsuitslagen aangepast (Stb. 2022, 292) en worden gemeenten en centrale stembureaus beter in staat gesteld om fouten in het tel- en optelproces te voorkomen, te onderzoeken en te herstellen. De OSV 2020 software is aangepast om de gewijzigde procedure te ondersteunen, en is als zodanig ingezet tijdens de verkiezingen in 2023.

Om beter aan te sluiten bij de gewenste werkwijzen bij gemeenten is in 2023 de wijze van distributie van OSV 2020 aangepast, waardoor deze niet meer via een fysiek transportmedium wordt verspreid (DVD), maar via een software download via een afgeschermd netwerk ter beschikking aan de gemeenten wordt gesteld.

De Kiesraad in transitie naar verkiezingsautoriteit

In 2023 is het Wetsvoorstel kwaliteitsbevordering uitvoering verkiezingsproces in behandeling genomen voor advies bij de Afdeling advisering van de Raad van State. Deze wet omvat aanvullende wettelijke taken als beheerder van de programmatuur die wordt gebruikt ter ondersteuning van de vaststelling van de uitslag.

Het invullen van deze nieuwe taken heeft invloed op de organisatie van de Kiesraad. In 2023 is hiermee een start gemaakt. In 2023 zijn diverse taken op het terrein van de ondersteuning van gemeenten samen met het ministerie van BZK uitgevoerd en ook al deels overgenomen. Ook kreeg de Kiesraad een aantal nieuwe taken in het kader van de wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen en de nieuwe taken van de Kiesraad. Zo heeft de Kiesraad bij de verkiezingen controleprotocollen vastgesteld voor de respectievelijke gemeentelijke, hoofd- en centraal stembureaus, over de controle van de correcte werking van de ondersteunende software verkiezingen en het opsporen van eventuele fouten in de stemopneming. Ook is in 2023 een inventarisatie uitgevoerd bij een representatieve groep gemeenten naar hun behoeftes en wensen rondom ondersteuning vanuit de Kiesraad. 

DHV

Samenhangend met het wetsvoorstel programmatuur verkiezingsuitslagen heeft de Kiesraad aan de ontwikkeling van een nieuw Digitaal Hulpmiddel Verkiezingsuitslagen (DHV) gewerkt. Gedurende de implementatiefase heeft de Kiesraad helaas moeten concluderen dat de beoogde implementatie niet gerealiseerd bleek te kunnen worden zoals contractueel voorzien. De Kiesraad heeft hierdoor het contract met de leverancier in 2023 moeten beëindigen en is een vervolgtraject gestart om alsnog tot een opvolger van de ondersteunende software te kunnen komen. 

In het gekozen vervolgtraject zal een gedeelte van de functionaliteit gerealiseerd worden door een ontwikkelteam dat direct door de Kiesraad wordt aangestuurd. In het vierde kwartaal van 2023 is hiermee van start gegaan. Het realiseren van de overige gewenste functionaliteiten zal nauw met de markt worden afgestemd. Hiervoor is een marktconsultatie voorbereid die in het eerste kwartaal van 2024 zal plaatsvinden.

Verkiezingen

Het jaar 2023 was een druk verkiezingsjaar. In maart werden de provinciale staten- en de waterschapsverkiezingen gehouden. In het Caribisch gebied werden de eilandsraden gekozen. De dubbele verkiezingen bleken een zeer grote belasting voor gemeenten en stembureauleden. In een heel aantal stembureaus werd het tellen van de stembiljetten geschorst en pas de volgende dag weer hervat. Daarnaast waren deze verkiezingen de eerste waarbij de nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen is toegepast. Deze wetgeving is op 1 januari 2023 van kracht geworden en heeft grote impact op de wijze waarop verkiezingen door de gemeenten worden georganiseerd. Zij moeten een keuze maken tussen centrale of decentrale stemopneming. Bij een centrale stemopneming worden de stemmen in het stembureau alleen op lijstniveau geteld en de volgende dag op een centrale locatie pas op kandidaatsniveau. In maart koos ongeveer 60 % van de gemeenten nog voor decentrale stemopneming. Bij de Tweede Kamerverkiezing in november was dit teruggelopen naar 45 %. Daarnaast betekent de nieuwe procedure dat de Kiesraad controleprotocollen vaststelt voor gemeentelijke, hoofd- en centrale stembureaus over de correcte werking van de ondersteunende software verkiezingen en voor het opsporen van eventuele fouten bij de stemopneming. De nieuwe procedure maakt het mogelijk voor het centraal stembureau om het gemeentelijk stembureau te vragen nader onderzoek te doen en eventueel te hertellen. Ook nieuw is dat burgers melding kunnen doen van eventuele fouten in de stemopneming bij het centraal stembureau, bijvoorbeeld dat ze hun stem op een kandidaat niet kunnen terugvinden. In maart werd deze mogelijkheid door circa 60 kiezers benut, bij de Tweede Kamerverkiezingen waren er ruim 225 meldingen van kiezers over vermeende fouten.

In maart kregen Nederlanders in het buitenland voor het eerst de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de samenstelling van de Eerste Kamer. Zij kozen het Kiescollege niet ingezetenen. Dit kiescollege kwam eind mei bij elkaar om gelijktijdig met de provinciale staten de Eerste Kamer te kiezen. Voor de Eerste Kamerverkiezing is de Kiesraad het centraal stembureau.

Door de val van het kabinet in juli 2023 werd op 22 november 2023 een tussentijdse Tweede Kamerverkiezing gehouden. Een hele uitdaging voor gemeenten om deze op zo’n korte termijn te organiseren. De Kiesraad heeft geadviseerd om de verkiezing niet voor midden november te houden, gelet op de termijnen die volgen uit de Kieswet en een verantwoorde uitvoeringstijd. De verkiezing zelf verliep voorspoedig. De Kiesraad moest voor het eerst de nieuwe taken op grond van de nieuwe procedure verkiezingsuitslagen uitvoeren. Daarvoor heeft de Kiesraad beroep gedaan op vele vrijwilligers om deze klus te klaren. 116 gemeentelijke stembureaus kregen te maken met een verzoek tot nader onderzoek en moesten een nieuwe zitting organiseren. Verder besloot de Tweede Kamer, nadat de Kiesraad de uitslag had vastgesteld op 1 december, de gemeente Tilburg te verzoeken om een viertal stembureaus opnieuw te tellen vanwege het grote verschil tussen toegelaten kiezers en getelde stembiljetten. Dit leidde ertoe dat de Kiesraad op 4 december als centraal stembureau een nieuwe, ditmaal definitieve uitslag vaststelde.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 9. Kiesraad (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

5.144

2.637

4.772

25.354

5.318

5.820

‒ 502

        

Uitgaven

3.275

2.668

4.405

13.240

8.679

10.440

‒ 1.761

        

Institutionele inrichting

       

Kiesraad

3.275

2.668

4.405

13.240

8.679

10.440

‒ 1.761

        

Ontvangsten

95

1

1

2

76

0

76

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 23 Specificatie apparaatsuitgaven (bedragen x € 1.000)
 

2023

Totaal apparaat

8.679

waarvan personeel

6.241

Eigen personeel

3.112

Externe inhuur

3.129

Overig personeel

0

  

waarvan materieel

2.438

ICT

1.188

Bijdrage aan SSO's

1.007

Overig materieel

243

Uitgaven

Kiesraad

De vastgestelde begroting van de Kiesraad bedroeg in 2023 € 10,4 mln. Hieraan werd bij de eerste suppletoire begroting € 4,6 mln. toegevoegd vanwege een kasschuif uit het jaar 2022. Tevens zijn middelen overgeboekt van de begroting van het Ministerie van BZK voor personele ondersteuning van de transitie van de Kiesraad naar verkiezingsautoriteit en de daarmee samenhangende (voorbereiding op) enkele nieuwe taken van de Kiesraad. Tevens zijn de LPO-middelen (Loon- en Prijsontwikkeling) en de Eindejaarsmarge toegekend.

Er is € 3 mln. in mindering gebracht in verband met het ontbinden van het contract van de leverancier die het Digitaal Hulpmiddel Verkiezingen zou ontwikkelen en vanwege een verwachte onderuitputting van het looncomponent. Van het totale budget is € 8,7 mln. uitgeput.

Van het uiteindelijke budget, totaal € 12 mln., is dit jaar € 8,7 mln. uitgegeven. Het tussentijds beëindigen van het contract van de leverancier van het Digitaal Hulpmiddel Verkiezingen heeft geleid tot een onderuitputting van ongeveer € 2,5 mln. Het verlaat instromen van vast en tijdelijk personeel tot het einde van het jaar verklaart de rest van het verschil.

4. Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 10. Nog onverdeeld

Tabel 24 Budgettaire gevolgen artikel 10. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

        

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

        

Nog te verdelen

       

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Nog onverdeeld

0

0

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

5. Bedrijfsvoeringsparagraaf

5.1 Bedrijfsvoeringsparagraaf Raad van State

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

1. Rechtmatigheid

In 2023 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.

2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

4. Misbruik en oneigenlijk gebruik

De Raad van State heeft geen regelingen die vallen binnen het kader van misbruik en oneigenlijk gebruik.

5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

6. Fraude- en corruptierisico’s

De Raad van State kent een risicomanagementbeleid ten behoeve van identificatie, analyse en evaluatie van risico’s. Gezien de aard van de taken van de Raad van State en de genomen maatregelen kent de Raad van State een laag fraude-risicoprofiel. Mede door de uitgevoerde interne controle en gemonitorde beheersingsmaatregelen, zoals ver doorgevoerde functiescheiding in het betaal- en ontvangstenproces. Op basis hiervan kan gemeld worden dat er geen sprake is van materiële risico's.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Grote lopende ICT-projecten

De Raad van State valt niet onder de rapportageplicht voor grote ICT-projecten.

Audit Committees

Dit punt is niet van toepassing aangezien de Raad van State geen Audit Committee kent.

Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Open op Orde

In het afgelopen jaar heeft de Raad van State € 624.460,00 uitgegeven ten behoeve van het Rijksprogramma voor Duurzame Digitale Informatiehuishouding - Open op Orde en de implementatie van de Wet Open Overheid.

Tabel 25 Inhuur externen
 

2023

Realisatie personele uitgaven

69.432.102

Roemernorm 10%

6.943.210

  

Realisatie externe inhuur

7.145.932

waarvan

 

ontwikkeling en beveiliging

826.178

beheer en deelname aan projecten

2.831.434

IV projecten

2.212.802

5.2 Bedrijfsvoeringsparagraaf Algemene Rekenkamer

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

1. Rechtmatigheid

In 2023 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. De financiële overzichten geven een getrouw beeld van de uitkomsten van de begrotingsuitvoering.

2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Plan financieel beheer

Op 15 maart 2023 heeft de openbare accountant een goedkeurende controleverklaring afgegeven bij het jaarverslag Algemene Rekenkamer over 2022. In het verslag van bevindingen constateert de accountant dat het jaarrekeningproces verder is verbeterd. Dit neemt niet weg dat ook in 2023 is gewerkt aan het optimaliseren van het financiële beheer en de bedrijfsvoering.

Om een tijdige afsluiting van de financiële administratie en oplevering van het jaarverslag over 2023 te waarborgen is gewerkt met een tussentijdse afsluiting (medio 2023).

4. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Informatiebeveiliging

De Algemene Rekenkamer heeft de beheersing van de informatiebeveiliging verbeterd. Op basis van risicomanagement wordt gestuurd op maatregelen die de vertrouwelijkheid, integriteit en de beschikbaarheid van informatie waarborgen. De eerder in 2021 door de Algemene Rekenkamer in het Verantwoordingsonderzoek geconstateerde onvolkomenheid is hierdoor opgeheven.

Hoewel wettelijk niet verplicht streeft de Rekenkamer ernaar om voor de informatiebeveiliging te voldoen aan de normen uit de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). In 2021 is de BIO Gap-analyse uitgevoerd, de hieruit voortvloeiende maatregelen zijn geïmplementeerd of ingepland. De rijksoverheid werkt op dit moment aan de BIO2.0. Omdat de BIO2.0 pas eind 2024 van kracht zal worden, zal de Rekenkamer de BIO Gap-analyse daarna herijken.

In 2023 is ook het informatiebeveiligingsbeleid herzien en vastgesteld. Met geautomatiseerde ondersteuning wordt gestuurd op verdere verbetering van het incidentenproces. De Algemene Rekenkamer heeft voorts in 2023 diverse onderzoeken door externe bureaus laten uitvoeren naar de informatievoorziening en -beveiliging. De verbeterpunten en aanbevelingen uit die onderzoeken zijn doorgevoerd, dan wel opgenomen in het Jaarplan Informatiebeveiliging 2024.

Door de interne beheersing bestaat er voldoende zekerheid dat de bedrijfsvoering voldoet aan het VIR 2007/BIO. Waar nodig zijn aanvullende maatregelen getroffen. In 2023 hebben zich 18 beveiligingsincidenten voorgedaan. Daarbij is het beveiligingsbeleid effectief gebleken: incidenten zijn tijdig gedetecteerd en/of gemeld. Door de getroffen maatregelen hebben ze niet tot ernstige nadelige gevolgen geleid.

6. Fraude- en corruptierisico’s

De Algemene Rekenkamer actualiseert jaarlijks haar fraude-risicoanalyse. Hieruit komt het beeld naar voren dat de Algemene Rekenkamer een laag fraude-risicoprofiel heeft. De maatregelen die zijn genomen betreffen onder andere het uitvoeren van de interne controle en het periodiek uitvoeren van een frauderisico-scan op de uitgaven. Op basis hiervan kan vermeld worden dat er geen sprake is van materiële risico's.

De inrichting van de accountantscontrole bij de Algemene Rekenkamer

Het is de taak van de Algemene Rekenkamer om ook de overige Hoge Colleges van Staat (Begrotingshoofdstuk IIB) te controleren. Daarom laat de Algemene Rekenkamer haar eigen jaarverslag en verantwoording toetsen door een onafhankelijke externe accountant.

Interne controle (IC)

In het licht van de bevindingen van de externe accountant zijn in 2023 werkprocessen verder tegen het licht gehouden en aangepast en is de IC verder aangescherpt. Er zijn steekproefsgewijs controles op de materiële uitgaven uitgevoerd. Verder zijn het contractbeheer en de contractregistratie verbeterd.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Audit Advisory Committee

De Algemene Rekenkamer heeft het Audit Advisory Committee (AAC) zelf ingesteld. Het legt zich voornamelijk toe op advisering over het interne functioneren van de Algemene Rekenkamer. Daarbij gaat het om de manier waarop de Algemene Rekenkamer met haar organisatie en bedrijfsvoering is berekend op haar mandaat en op de daaruit voortvloeiende missie en strategie. Onderwerpen die zijn besproken, zijn onder meer informatiehuishouding, digitalisering, huisvesting, organisatiebreed risicomanagement en diversiteit en inclusie. In 2023 heeft een wervingsprocedure plaatsgevonden voor een nieuw lid in verband met de aflopende termijn per 1 januari 2024 van een van de leden.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Ontwikkeling staf

De staf voerde in 2023 zijn jaarplan uit: de directie innoveerde en implementeerde nieuwe systemen. Veel teams investeerden in hun ontwikkeling gericht op verzakelijking en goed opdrachtgever- en opdrachtnemerschap. In 2023 is er gewerkt aan verdere verbetering van de dienstverlening: (integrale) processen en SLA’s zijn verder ingericht. Voorts heeft de stafdirectie een belangrijke rol gespeeld in de digitaliseringsopgave van de AR.

Daarnaast heeft er een impuls plaats gevonden op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie en externe oriëntatie door de strategie van de AR 2021- 2025 verder uit te werken.

Huisvestingstrajecten

In 2018 is het project huisvesting Algemene Rekenkamer gestart. Redenen hiervoor zijn dat de huidige huisvesting niet meer voldoet aan de moderne maatstaven, dat er dringend onderhoud en reparatie nodig is, en dat een herijking van de visie op huisvesting noodzakelijk was. In oktober 2019 heeft het college de voorkeur uitgesproken voor het scenario ‘ingrijpend verbouwen’. In april 2023 is het voorlopig ontwerp vastgesteld. In de periode mei-december 2023 is gewerkt aan het definitief ontwerp. Medewerkers van de Algemene Rekenkamer zijn nauw betrokken bij de ontwikkeling van dit definitief ontwerp dat in januari 2024 zal worden vastgesteld.

In de periode van de ingrijpende verbouwing gaat de Algemene Rekenkamer naar een tijdelijk onderkomen. In oktober 2023 is een voorkeurslocatie benoemd en verder uitgewerkt. De onderhandelingen bevinden zich momenteel in een afrondende fase.

5.3 Bedrijfsvoeringsparagraaf De Nationale ombudsman

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

1. Rechtmatigheid

In 2023 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.

2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Het aantal gemeenten dat is aangesloten bij de Nationale ombudsman voor het klachtbehandeling heeft een wettelijke basis. De Nationale ombudsman bewaart de besluiten van gemeenten over de eigen ombudsfunctie in het zaakregistratiesysteem. Dit geeft een overzicht van het aantal gemeenten dat een eigen ombudsfunctie heeft. Het totaal aantal gemeenten is bekend (CBS). Daarmee kan het percentage van de aangesloten gemeenten berekend worden. De Audit Dienst Rijk heeft de totstandkoming van dit proces in 2022 onderzocht.

3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Over 2022 heeft de Audit Dienst geen gewogen bevindingen bevonden in het begrotingsbeheer, het financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering. In de interim controle van de ADR zijn vooralsnog geen nieuwe risico’s en ontwikkelingen naar voren gekomen die ultimo 2023 zouden kunnen leiden tot gewogen bevindingen.

4. Misbruik en oneigenlijk gebruik

De Nationale ombudsman heeft geen signalen ontvangen van misbruik of oneigenlijk gebruik van middelen.

5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

In haar verantwoordingsonderzoek over 2022 concludeert de Algemene Rekenkamer dat de Nationale ombudsman beperkte voortgang heeft laten zien in de informatiebeveiliging. Omdat de risico’s van informatiebeveiliging nog onvoldoende beheerst worden heeft de Rekenkamer in 2022 de onvolkomenheid gehandhaafd.

In 2023 is het risicomanagementproces in het kader van informatiebeveiliging geïmplementeerd, waarbij het risicomanagementbeleid en de risicomanagementcyclus in praktijk zijn gebracht. Het proces voor het uitvoeren van o.a. business impact analyses, risicoanalyses en audits wordt volledig uitgevoerd in een digitale risicomanagementoplossing. Risico’s op informatiebeveiliging zijn hierdoor in beeld en aanvullende beheersmaatregelen zijn geformuleerd. Daarbij zijn de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer uit 2022 opgevolgd.

6. Fraude- en corruptierisico’s

De processen zijn ingericht om fraude en corruptierisico’s te voorkomen. Er wordt een risico analyse uitgevoerd. Gezien de aard van de taken van de Nationale ombudsman en de genomen maatregelen kent de Nationale ombudsman een laag frauderisicoprofiel op het gebied van financieel en materieel beheer. Dit is mede door interne controle, gemonitorde beheersingsmaatregelen en doorgevoerde functiescheiding. Op basis hiervan kan vermeld worden dat er geen sprake is van materiële risico's.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Open op orde

In 2023 heeft de Nationale ombudsman uitvoering gegeven aan haar actieplan Open op Orde. Met het in 2021 vastgestelde actieplan sluit de Nationale ombudsman aan bij het Rijksbrede programma ter verbetering van de informatiehuishouding onder regie van BZK. De Nationale ombudsman heeft in 2023 beleid vastgesteld voor emailarchivering en is gestart met het ontwikkelen van faciliteiten voor digitaal samenwerken, waarbij archivering is gewaarborgd en de netwerkschijf wordt opgeruimd. Daarnaast is het beleid over de archivering van chatberichten in ontwikkeling. Voor documenten betreffende het primaire proces van de jaren 1995-2013 is een plan van aanpak en een beslisdocument opgesteld voor overdracht naar het Nationaal Archief.

5.4 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kanselarij der Nederlandse Orden

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

1. Rechtmatigheid

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.

4. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Er hebben zich geen gevallen van misbruik of oneigenlijk gebruik voorgedaan in 2023. De beschreven werkprocessen bij de KNO zijn zodanig ingericht dat de kans op misbruik nagenoeg nihil is.

5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Er zijn geen overschrijdingen en/of bijzonderheden te melden.

6. Fraude- en corruptierisico’s

In het kader van fraude en corruptierisico's kan worden gemeld dat er een risico analyse heeft plaatsgevonden en op basis hiervan vermeld kan worden dat er geen sprake is van materiële risico's gelet op de aard en omvang van de organisatie en de inrichting van de processen. Door de beschreven werkprocessen van bijvoorbeeld het versierselenbeheer en het zes ogenprincipe bij het doen van betalingen is het frauderisico nagenoeg nihil.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

5.5 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Aruba

Paragraaf 1 - Rapportage voor de volgende verplichte onderdelen

1. Rechtmatigheid

In 2023 zijn de tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid niet overschreden.

2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Gegevens over naturalisatieverzoeken, reisdocumenten, visa en optieverzoeken worden ontleend aan de wettelijke registratie, tezamen met de verplichting tot archiveren van de bijbehorende documenten. Voornoemde registraties worden ondersteund door geautomatiseerde gegevensbestanden (zoals RAAS, RAP en NVIS). Voorts worden gegevens voor de andere categorieën producten ontleend aan het programma Decos-Join, waarin alle relevante inkomende en uitgaande stukken waarop een archiveringsverplichting ligt, worden geregistreerd en gedocumenteerd.

3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Het Kabinet van de Gouverneur verkrijgt haar middelen uit de Begroting IIB Hoge Colleges van Staat (artikel 6). Dit betreft een meerjarige vastgestelde begroting.

Het financieel beheer voldoet aan de eisen van rechtmatigheid, ordentelijkheid en controleerbaarheid en is zo doelmatig mogelijk ingericht.

Ondanks de intentie van het Kabinet van de Gouverneur om onderhoud en investeringen uit te stellen of te vertragen vanwege de wens voor nieuwe huisvesting, hebben er toch een aantal nodige onderhoudswerkzaamheden en investeringen moeten plaatsvinden. Zo is het kantoor van het Kabinet geschilderd en is vanwege verstoppingen in de afvoer bij Cas Ceremonial een septic-tank geplaatst. Ook is het besluit genomen om bij Cas Ceremonial een generator te laten plaatsen. Alleen het hoognodige onderhoud wordt uitgevoerd en investeringen worden alleen gedaan als de veiligheid of bedrijfsvoering belemmerd wordt. Dit zorgt mede voor het budgetoverschot in 2023.

4. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het Kabinet van de Gouverneur van Aruba is zich zeer bewust van risico’s ten aanzien van dit onderwerp en hanteert instrumenten om het Kabinet zo goed mogelijk te beschermen. Voordat een lokaal aangestelde werknemer in dienst kan treden dient een VOG overlegd te worden of wordt de werknemer gescreend door de lokale veiligheidsdienst. Voor uitgezonden medewerkers is Verklaring van geen bezwaar van de Nederlandse veiligheidsdienst een vereiste. De werknemer tekent bij indiensttreding een geheimhoudingsverklaring en legt een eed af.

Alle lokale medewerkers zijn in dienst getreden op basis van de ALP (Arbeidvoorwaarden Lokaal Personeel) met onder andere een hoofdstuk disciplinaire straffen waarin maatregelen zijn opgenomen mocht er sprake is van ongewenste gedragingen. De ALP wordt uitgereikt aan iedere werknemer die in dienst treedt. De directeur van het Kabinet is in voorkomende gevallen bevoegd disciplinaire maatregelen te treffen.

Daarnaast hanteert het Kabinet een toegangscontrole en -autorisatie en heeft veiligheidsvoorzieningen genomen door het inzetten van cameramonitoring en inbraak- en brandbeveiliging. Er is tevens beleid bepaald hoe bedrijfsmiddelen moeten worden gebruikt. Werknemers kunnen bovendien in contact treden met een vertrouwenspersoon om verdacht gedrag te melden wanneer zij zich niet vrij voelen om dit bij de leiding te melden. Het Kabinet zorgt voor trainingen om de werknemer bewust te maken van risico’s en situaties om ongewenste gedragingen te kunnen herkennen. In reguliere vergaderingen wordt stil gestaan bij  het onderwerp integriteit en veiligheid.

5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Organisatie

Medio augustus 2023 is een nieuwe plaatsvervangend directeur in dienst getreden, als opvolger van zijn per 1 september 2023 vertrokken voorganger. Dit betreft een uitgezonden rijksambtenaar.

Per 1 oktober 2023 is de functie van medewerker consulaire zaken all-round vervuld.

Per 1 december 2023 is de medewerker telefonist/administratie met pensioen gegaan.

Huisvesting

Het Kabinet van de Gouverneur heeft haar wens kenbaar gemaakt te willen verhuizen naar meer geschikte kantoorhuisvesting. Aan de directeur Financieel Economische Zaken is gevraagd hiervoor middelen vrij te maken. Het verzoek is nader onderbouwd  in de onlangs aan de directeur Financieel Economische Zaken gestuurde brief «notitie begrotingsvoorstellen 2024 voorbereiding 2025».

De vertraging in de uitvoering ten aanzien van (vervangings)investeringen welke in 2023 gepland waren, zullen zijn effect hebben op de begroting 2024. Het gaat onder andere om vervanging van ICT hardware, realiseren van veiligheidsvoorzieningen en klein onderhoud gebouwen.

6. Fraude- en corruptierisico’s

In de beschreven/vastgestelde AO/IC (Administratieve Organisatie & Interne Controle) zijn verschillende middelen opgenomen ter dekking van de risico’s van fraude en corruptie die de grootste financiële en/of reputatieschade voor het Kabinet van de Gouverneur zouden kunnen betekenen.

De afdeling consulaire zaken houdt zich bezig met het uitvoeren van regelgeving betreffende het nationaliteitsrecht (de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Paspoortwet, alsmede aanverwante regelgeving). Jaarlijks vindt binnen deze afdeling een audit plaats door een door de Gouverneur aangewezen beveiligingsfunctionaris ten aanzien van het verstrekken van reisdocumenten. Deze audit richt zich voornamelijk op de uitvoering van het paspoortafgifteproces. Het door de beveiligingsfunctionaris beschreven beveiligingshandboek wordt ook door de afdeling consulaire zaken gevolgd bij de verstrekking van reisdocumenten, waaronder nationaal paspoorten en nooddocumenten en biedt tevens mede de basis voor de uit te voeren audit. De door het Kabinet van de Gouverneur behandelde dossiers van zowel naturalisatie als opties worden van tijd tot tijd door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) getoetst aan de geldende regelgeving.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Het Kabinet van de Gouverneur is zich bewust van de voortdurende veranderingen van de bedrijfsvoering in reactie op technologische ontwikkelingen en maatschappelijke veranderingen en dat zij hierin moet meebewegen. Met name van belang in het bevorderen van efficiëntie, duurzaamheid en veiligheid.

5.6 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

1. Rechtmatigheid

De begrotingsuitvoering wordt regulier door Auditdienst van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gecontroleerd.

2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Gegevens over naturalisatieverzoeken, reisdocumenten, visa en optieverzoeken worden ontleend aan de wettelijke registratie, tezamen met de verplichting tot archiveren van de bijbehorende documenten. Voornoemde registraties worden ondersteund door geautomatiseerde gegevensbestanden (zoals RAAS en NVIS). Voorts worden gegevens voor de andere categorieën ontleend aan het ‘Document Management System’, waarin alle inkomende en uitgaande stukken waarop en archiveringsverplichting ligt, worden geregistreerd.

3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Sturing van het financieel beheer verloopt op basis van maandelijks vergelijk tussen begroting, het maandelijks gegenereerde uitputtingsoverzicht en de voorgenomen uitgaven.

4. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

6. Fraude- en corruptierisico’s

Er waren dit jaar geen fraudemeldingen/signalen en of integriteitsschendingen. Binnen de context van het land heeft het feit dat er weinig aanbieders beschikbaar zijn, de aandacht van het Kabinet. Dat geldt ook voor andere aspecten die lokaal spelen. Het Kabinet volgt de ontwikkelingen in de externe omgeving en reflecteert deze vervolgens op de eigen organisatie.

De Directie ziet toe op de implementatie van functiescheiding, waarbij taken en verantwoordelijkheden zodanig over verschillende functies binnen de organisatie zijn verdeeld, zodat het «vierogenprincipe» te allen tijde wordt toegepast. Daarnaast vinden er diverse periodieke controles plaats, zoals bijvoorbeeld het voorraadbeheer van noodpaspoorten en visa.

Jaarlijks wordt de Administratieve Organisatie en Interne Controle (AO-IC) herzien, waarbij bestaande risico’s geëvalueerd en potentiële nieuwe risico’s geïdentificeerd en beoordeeld worden. Op basis van deze evaluatie worden passende maatregelen getroffen om deze risico's te verkleinen, te beheersen of te mitigeren.

Verder vindt er jaarlijks door een externe beveiligingsfunctionaris een audit plaats naar de beveiliging van reisdocumenten. De audit verschaft inzicht in hoe het proces van reisdocumenten in de dagelijkse praktijk wordt uitgevoerd. Verder geeft de audit een beeld van het kennisniveau van de medewerkers ten aanzien van het beveiligingsbewustzijn, de opslag, verstrekking, uitreiking en administratie van reisdocumenten. De resultaten van de audit worden beschreven in een eindrapportage. De aanbevelingen uit deze rapportage worden besproken en daar waar mogelijk overgenomen en geïmplementeerd.

Het onderwerp fraude staat maandelijks geagendeerd tijdens het Intern Beheer en Consulair overleg. Eveneens worden fraude risico’s jaarlijks besproken met de Audit Dienst Rijk.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

5.7 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

1. Rechtmatigheid

Er zijn door de ADR geen onrechtmatigheden aangetroffen. Er is sprake van een getrouwe weergave.

2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

De totstandkoming van de beleidsinformatie in het jaarverslag voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld in de Rijksbegrotingvoorschriften van het ministerie van Financiën. Processen en informatie worden beheerd in een Document Management Systeem (DMS). Aanvraag en uitgifte van paspoorten en visa worden in beheersystemen van Buitenlandse Zaken verwerkt. Ook organisatie- en personeelsinformatie is gedocumenteerd.

3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Het financieel beheer voldoet aan de eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid en wordt overigens zo doelmatig mogelijk ingericht.

4. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Er hebben zich geen incidenten voorgedaan in 2023.

5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Het Kabinet van de Gouverneur heeft in 2023 het nieuwe kantoorpand betrokken. Hierover meer verderop in deze rapportage.

6. Fraude- en corruptierisico’s

Het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten implementeert een reeks maatregelen ter voorkoming van fraude en corruptie binnen de organisatie, waarbij een actieve toepassing van risicomanagement centraal staat. In dit kader wordt jaarlijks de Administratieve Organisatie en Interne Controle (AO-IC) herzien, waarbij bestaande risico’s geëvalueerd en potentiële nieuwe risico’s geïdentificeerd en beoordeeld worden, gebruikmakend van de kans maal impact methodiek. Op basis van deze evaluatie worden passende maatregelen getroffen om deze risico's te verkleinen, te beheersen of te mitigeren.

Binnen de AO-IC is speciale aandacht besteed aan het in kaart brengen en aanpakken van fraude- en corruptierisico's. Een voorbeeld hiervan is de implementatie van functiescheiding, waarbij taken en verantwoordelijkheden zodanig over verschillende functies binnen de organisatie zijn verdeeld dat het vierogenprincipe wordt toegepast, gekoppeld aan periodieke financiële controles. Verder is het Organisatie- en Functiehandboek (O&F) zodanig ingericht dat het bijdraagt aan de preventie van fraude en corruptie. Essentieel hierbij is dat medewerkers die toegang hebben tot of beheer voeren over gevoelige informatie en financiële systemen, worden gescreend door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD).

Het nieuwe kantoorpand ondersteunt deze maatregelen verder door de implementatie van een geavanceerd camerabeveiligingssysteem en een swipe-/toegangssysteem. Deze systemen vergemakkelijken de controle en het onderzoek in het geval van mogelijke misstanden, door nauwkeurig bij te houden wie zich waar heeft bevonden en welke handelingen zijn verricht. Daarnaast zijn ook alle (financiële, documentaire) systemen voorzien van uitgebreide logging.

De combinatie van deze zorgvuldige maatregelen draagt significant bij aan het verlagen van het risicoprofiel van de organisatie.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

In het jaar 2023 zijn de constructie, inrichting en verhuizing van het Kabinet van de gouverneur met succes voltooid. Thans functioneert het Kabinet naar volledige tevredenheid in de nieuwe locatie. Deze verhuizing heeft aanleiding gegeven tot aanzienlijke verbeteringen in onze bedrijfsvoering, waarbij de belangrijkste vooruitgang geboekt is op de volgende terreinen:

  • Financiën: Er is een duurzame verbetering van de financiële situatie bewerkstelligd, voornamelijk door het elimineren van niet-marktconforme huurkosten en het wegvallen van huuruitgaven voor externe locaties, gebruikt voor ceremonies en recepties.

  • ICT: Het Kabinet van de Gouverneur is nu uitgerust met een uiterst beveiligde en geavanceerde ICT-omgeving. Deze omgeving is volledig gecertificeerd op het hoogste niveau en voorzien van zeer geavanceerde veiligheidsmaatregelen.

  • Duurzaamheid: Er zijn ingrijpende stappen ondernomen om de duurzaamheid te bevorderen, en hiermee de CO2 footprint van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten.

  • Arbo-technisch: Alle medewerkers beschikken nu over gezonde, geschikte en goed uitgeruste werkplekken.

  • Veiligheidstechnisch: Het nieuwe pand is bestand tegen orkanen tot categorie 5 en uitgerust met uitgebreide beveiligingsmaatregelen tegen brand.

Deze ontwikkelingen markeren een aanzienlijke stap voorwaarts in het efficiënt en veilig functioneren van het Kabinet van de gouverneur.

5.8 Bedrijfsvoeringsparagraaf Kiesraad

Paragraaf 1 - Uitzonderingsrapportage

1. Rechtmatigheid

Tabel 26 Overzicht overschrijdingen rapporteringstoleranties fouten en onzekerheden (bedragen x € 1.000)

(1) Rapporteringstolerantie

(2) Verantwoord bedrag in € (omvangsbasis)

(3) Rapporterings-tolerantie voor fouten en onzekerheden in €

(4) Bedrag aan fouten in €

(5) Bedrag aan onzekerheden in €

(6) Bedrag aan fouten en onzekerheden in €

(7) Percentage aan fouten en onzekerheden t.o.v. verantwoord bedrag = (6)/(2)*100%

Totaalniveau artikel 9 verplichtingen

5.318

531

2.223

 

2.223

41,8

Inhuur ICT-professionals

Met de inwerkingtreding van de Nieuwe Comptabiliteitswet 2016 per 1 januari 2018 is de Kiesraad onderdeel geworden van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneur, een zogenaamde ZBO zonder rechtspersoon. Tot die tijd viel de Kiesraad onder de volmacht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en was de Kiesraad automatisch deelnemer aan de Rijksbrede Raamovereenkomsten die namens en ten behoeve van het Ministerie van BZK werden uitgevoerd. Dit gold ook voor de destijds bestaande Raamovereenkomsten voor ICT-professionals (met een looptijd van 3 oktober 2016 tot de uiterste expiratiedatum 3 oktober 2020, 101537).

Ten tijde van het opnieuw in de markt zetten van de aanbesteding voor ICT-professionals was onduidelijk dat er een wijziging van de verplichting tot het afgeven van een mandaat/volmacht had plaatsgevonden met het wijzigen van het begrotingshoofdstuk in 2018. Door een abusievelijke administratieve fout is er geen volmacht afgegeven en daardoor zijn er inhuur ICT-professionals formeel onjuist afgenomen onder de raamovereenkomst. Voor de nieuwe raamovereenkomst, ingangsdatum april 2024, heeft de Kiesraad een volmacht afgegeven.

Financiële AdviesdienstenTen tijde van het opnieuw in de markt zetten van de aanbesteding voor inhuur financiële adviesdiensten blijkt dat er door een abusievelijke administratieve fout bij het aangaan van deze aanbesteding er destijds geen volmacht is afgegeven en daardoor is er formeel onjuist afgenomen onder de raamovereenkomst. Voor de nieuwe raamovereenkomst, ingangsdatum 2024/2025, heeft de Kiesraad een volmacht afgegeven.De Kiesraad herziet, in samenwerking met het ministerie van BZK, de processen om deze administratieve omissies in de toekomst te kunnen voorkomen.

IMOA

De aanbesteding van de nieuwe Interim-management en organisatieadvies (IMOA) raamovereenkomst heeft vertraging opgelopen doordat er vanuit marktpartijen bezwaren zijn ingediend. Deze bezwaren zijn door de rechtbank gegrond verklaard, waardoor de aanbesteding opnieuw in de markt gezet wordt. 

Dit raakt de hele Rijksoverheid, en om die reden zijn er overeenkomsten ter overbrugging gemaakt, waar de Kiesraad aan meedoet. Voor de nieuwe raamovereenkomst heeft de Kiesraad ook een volmacht afgegeven.

2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Op 21 april 2023 heeft de Kiesraad besloten om het contract te ontbinden met de leverancier voor het ontwikkelen van het softwaresysteem Digitaal Hulpmiddel Verkiezingsuitslagen (DHV) omdat is gebleken dat de leverancier niet tijdig en met voldoende kwaliteit de onderdelen van de programmatuur kon opleveren die gesteld waren in de aanbestedingseisen en de overeenkomst. Een bodemprocedure hierover is hiervoor gestart. De Kiesraad heeft de verplichting niet bijgesteld omdat er een rechtszaak loopt. Daarnaast is er ook geen duidelijkheid wanneer deze rechtszaak is afgerond.

4. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Er zijn geen gevallen van misbruik en oneigenlijk gebruik geweest in 2023.

5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

De Kiesraad heeft in 2023 de professionalisering van procesmanagement verder opgepakt. Processen van de Kiesraad zijn uitgewerkt en op papier vastgelegd en worden periodiek geëvalueerd. Medewerkers krijgen training om deze processen in hun werk te kunnen gebruiken.

6. Fraude- en corruptierisico’s

De financiële administratie van de Kiesraad wordt door BZK ondersteund. Daar waar de uitvoering bij de Kiesraad ligt wordt zoveel mogelijk gewerkt volgens het kader van BZK. Gezien de aard van de taken van de Kiesraad en de genomen maatregelen kent de Kiesraad een laag fraude-risicoprofiel op het gebied van financieel en materieel beheer. Dit is mede door de uitgevoerde interen controle, gemonitorde maatregelen en doorgevoerde functiescheiding. Op basis hiervan kan gemeld worden dat er geen materiële risico's zijn.

Paragraaf 2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

In 2023 heeft de Kiesraad stappen ondernomen op het gebied van Informatiehuishouding, als onderdeel van het Rijksbrede programma Open op Orde. Eind 2023 is de één-meting door de Kiesraad uitgevoerd en opgeleverd. Naar aanleiding van het verbeterplan en de één-meting is er eind 2023 een overzicht opgesteld welke onderwerpen in 2024 worden opgepakt en waar mogelijk ook geïmplementeerd.

Paragraaf 3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

In het kader van de transitie naar verkiezingsautoriteit is door de Kiesraad in 2023 gewerkt aan het opstellen van een nieuw organisatie- en formatierapport dat per 1 juli 2023 is vastgesteld. De mandaatregeling is aangepast op de actualiteit van de organisatieontwikkeling. In 2023 is er een commissiestructuur ingevoerd ter versterking van de samenwerking tussen bureau en de raadsleden in de totstandkoming van de adviezen en betrokkenheid van raadsleden bij uitvoerende taken van de Kiesraad en is er voor de Kiesraad een communicatiestrategie ontwikkeld waarin visie en missie zijn vastgesteld. De Kiesraad is overgegaan tot hybride en flexibel werken. Daarnaast heeft de Kiesraad in 2023 een nieuwe huisstijl gekregen. De Kiesraad heeft sinds maart 2023 een Chief Information Security Officer (CISO). In het afgelopen jaar is door de Kiesraad verder ingezet op informatiebeveiliging, zoals de checklist Cloud beveiliging en het uitvoeren van diverse risico’s analyses.

C. JAARREKENING

6. Verantwoordingsstaat

Tabel 27 Verantwoordingsstaat 2023 van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen1

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

164.289

168.909

6.040

168.792

175.897

8.012

4.503

6.988

1.972

           
 

Beleidsartikelen

         

1

Raad van State

80.664

80.664

1.950

83.372

85.301

1.486

2.708

4.637

‒ 464

2

Algemene Rekenkamer

39.286

39.286

1.017

41.139

41.875

1.709

1.853

2.589

692

3

De Nationale ombudsman

25.625

25.625

2.539

25.291

25.954

3.790

‒ 334

329

1.251

4

Kanselarij der Nederlandse Orden

5.412

5.412

199

5.287

5.703

346

‒ 125

291

147

6

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

2.067

2.067

60

2.582

2.582

128

515

515

68

7

Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

3.136

3.136

200

2.924

2.924

246

‒ 212

‒ 212

46

8

Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

2.279

2.279

75

2.879

2.879

231

600

600

156

9

Kiesraad

5.820

10.440

0

5.318

8.679

76

‒ 502

‒ 1.761

76

           
 

Niet-beleidsartikelen

         

10

Nog onverdeeld

0

0

0

0

0

0

0

0

0

X Noot
1

De verplichtingstand opgenomen in de verantwoordingsstaat laat een stand zien inclusief negatieve bijstellingen ( 4.569.591 ). De toelichting op de negatieve bijstellingen vindt plaats in de saldibalans onder balanspost 14a Tegenrekening andere verplichting. De toelichting heeft betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan 10% en of meer dan € 0,1 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31 december 2022.

7. Saldibalans

Tabel 28 Saldibalans per 31 december 2023 van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2023

31-12-2022

  

Passiva

31-12-2023

 

31-12-2022

 
            

Intra-comptabele posten

    

Intra-comptabele posten

    

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

175.897

175.267

  

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

8.012

 

6.423

 

3)

Liquide middelen

816

1.182

        

4)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding1

0

0

  

4a)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

161.612

 

164.543

 

5)

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

0

  

5a)

Begrotingsreserves

0

 

0

 

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

161

144

  

7)

Schulden buiten begrotingsverband

7.250

 

5.627

 

8)

Kas-transverschillen

0

0

        
            

Subtotaal intra-comptabel

 

176.874

176.593

  

Subtotaal intra-comptabel

 

176.874

 

176.593

 
            

Extra-comptabele posten

     

Extra-comptabele posten

     

9)

Openstaande rechten

0

0

  

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

 

0

 

10)

Vorderingen

662

582

  

10a)

Tegenrekening vorderingen

662

 

582

 

11a)

Tegenrekening schulden

0

0

  

11)

Schulden

0

 

0

 

12)

Voorschotten

7.274

8.222

  

12a)

Tegenrekening voorschotten

7.274

 

8.222

 

13a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

0

0

  

13)

Garantieverplichtingen

0

 

0

 

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

32.632

39.738

  

14)

Andere verplichtingen

32.632

 

39.738

 

15)

Deelnemingen

0

0

  

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

 

0

 
            

Subtotaal extra-comptabel

 

40.568

48.542

  

Subtotaal extra-comptabel

 

40.568

 

48.542

 
            

Totaal

 

217.442

225.135

  

Totaal

 

217.442

 

225.135

 
X Noot
1

Rijkshoofdboekhouding

TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2023

Algemeen

Het intracomptabele deel van de saldibalans (financiële posten 1 t/m 8) bevat het resultaat van de financiële transacties in de departementale administratie die een directe relatie hebben met de kasstromen. Deze kasstromen worden via de Rekening-courant met het Ministerie van Financiën bijgehouden.

Het extracomptabele deel bevat het saldo van de overige rekeningen die met sluitrekeningen in evenwicht worden gehouden.

De cijfers in de saldibalans zijn vermeld in duizendtallen en afgerond naar boven. Hierdoor kunnen bij het subtotaal en het totaal afrondingsverschillen optreden.

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2023, waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders.

Tabel 29 Overzicht liquide middelen (bedragen in €)

Liquide middelen

Saldo

a) Raad van State

603

b) Algemene Rekenkamer

0

c) Nationale ombudsman

1.550

d) Kanselarij der Nederlandse Orden

357

e) Kabinet van de Gouverneur van Aruba

259.606

f) Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

363.007

g) Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

191.190

h) Kiesraad

0

i) Overige liquide middelen

0

Totaal

816.313

Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) wordt de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet. De volgende Rekening-courantverhouding is opgenomen in de balans:

Tabel 30 Overzicht Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding (bedragen in €)

Rekening-courant

Saldo

a) Rekening-courant FIN/RHB

161.611.014

  

Totaal

161.611.014

Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

Tabel 31 Overzicht vorderingen buiten begrotingsverband (bedragen in €)

Vorderingen

Saldo

a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten

 

Raad van State

103.112

Algemene Rekenkamer

2.709

Nationale ombudsman

0

Kanselarij der Nederlandse Orden

0

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

8.504

Kabinet van de Gouverneur van Curacao

31.549

Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

6.405

b) Kiesraad

0

c) Overige intra-comptabele vorderingen

8.170

  

Totaal

160.449

Ad a) Vorderingen kasbeheerders

Het saldo van de Raad van State heeft voornamelijk betrekking op vorderingen wegens debiteuren in verband met detacheringen (€ 73.446), nog te ontvangen griffierecht van de IND (€ 2.192), voorschotten lonen (€ 8.573) en tussenrekening schadebewaringszaken (€ 16.420).

De vorderingen van de Algemene Rekenkamer betreft een vordering op salaris.

De vordering van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba bestaat voornamelijk uit voorschotten personeel (€ 8.504).

De vordering van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao bestaat voornamelijk voorgeschoten paspoortgelden voor het Bevolkingsregister (€ 31.246).

Het bedrag van het Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten betreft voornamelijk paspoortleges.

Ad c) Overige intra-comptabele vorderingen

Overige intra-comptabele vorderingen betreft voornamelijk salarissen.

Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband

Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

Tabel 32 Overzicht schulden buiten begrotingsverband (bedragen in €)

Schulden

Saldo

a) Schulden Kasbeheerders Rijksdiensten

 

Raad van State

269.024

Algemene Rekenkamer

2.055.312

Nationale Ombudsman

455

Kanselarij der Nederlandse Orden

0

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

84.523

Kabinet van de Gouverneur van Curacao

247.240

Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

136.557

b) Kiesraad

0

c) Nog af te dragen loonheffing en Sociale premies

1.652.465

d) Overige intra-comptabele schulden

2.805.315

Totaal

7.250.891

Ad a) Schulden kasbeheerders

De schulden van de Raad van State bestaan voornamelijk uit de permanente bevoorschotting van griffierechten (€ 195.403).

De schulden met betrekking tot de Algemene Rekenkamer betreffen grotendeels (€ 2,0 mln.) loonheffingen en sociale premies die in 2024 worden afgerekend.

De schulden van het Kabinet van de Gouverneur van Aruba bestaat grotendeels uit naturalisatiegelden (€ 58.580) en financiële afwikkeling van twee stichtingen (€ 18.386).

De schulden van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao bestaan voornamelijk uit nooddocumenten, naturalisatiegelden (€ 166.240) en nog af te verrekenen pensioenpremies (€ 9.117).

De schulden van het Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten bestaan voornamelijk uit af te dragen paspoort- en naturalisatiegelden (€ 97.399), loonbelasting (€ 15.192) en nog af te dragen bedragen aan de Belastingdienst in verband met AOV/AWW (€ 8.005).

Ad c) Nog af te dragen loonheffing en sociale premies

De overige posten bestaan uit de ingehouden loonheffing en te betalen ABP premie over de maand december 2023. Afwikkeling vindt plaats in 2024.

Ad d) Overige intracomptabele schulden

Bestaat uit intercompany boekingen. Betreft met name de verrekening van loonkosten vanuit begrotingshoofdstuk VII met de Kiesraad

Ad 10. Vorderingen

Het totaal bedrag is als volgt opgebouwd:

Tabel 33 Overzicht openstaande vorderingen (bedragen in €)

Vorderingen

Saldo

a) Vorderingen Kasbeheerders

 

Raad van State

0

Algemene Rekenkamer

261.507

Nationale ombudsman

121.193

Kanselarij der Nederlandse Orden

0

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

0

Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

0

Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

248.285

b) Kiesraad

0

c) Overige extra-comptabele vorderingen

30.853

  

Totaal

661.838

Het saldo van de Algemene Rekenkamer bestaat voornamelijk uit vorderingen voortkomend uit internationale activiteiten (€ 29.546), detacheringen (€ 8.047) en een vordering op de RVO (€ 193.856).

Het saldo van de Nationale Ombudsman bestaat voornamelijk uit vorderingen voortkomend uit internationale activiteiten (€ 64.353) en detacheringen (€ 56.840).

Het saldo van de Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten bestaat voornamelijk (€ 177.088) uit naturalisatiegelden. De afrekening vindt in 2024 plaats.

De overige posten bestaan uit diverse te ontvangen bedragen debiteuren.

Ad 12. Voorschotten

Ad 12a. Tegenrekening voorschotten

Tabel 34 Overzicht openstaande voorschotten Raad van State naar ontstaansjaar (bedragen €)

Ontstaansjaar

Stand

verstrekt

afgerekend

stand

 

1-1-2023

2023

2023

31-12-2023

2021

17.029

0

17.029

0

2022

53.174

0

53.174

0

2023

0

113.546

88.786

24.760

Totaal

70.203

113.546

158.989

24.760

Tabel 35 Overzicht openstaande voorschotten Algemene Rekenkamer naar ontstaansjaar (bedragen €)

Ontstaansjaar

Stand

verstrekt

afgerekend

stand

 

1-1-2023

2023

2023

31-12-2023

2021

18.150

0

18.150

0

2022

1.707

0

1.707

0

2023

0

2.543

801

1.742

Totaal

19.857

2.543

20.658

1.742

Tabel 36 Overzicht openstaande voorschotten Nationale ombudsman naar ontstaansjaar (bedragen €)

Ontstaansjaar

Stand

verstrekt

afgerekend

stand

 

1-1-2023

2023

2023

31-12-2023

2021

32.028

0

0

32.028

2022

410.850

0

410.850

0

2023

0

372.477

0

372.477

Totaal

442.878

372.477

410.850

404.505

Tabel 37 Overzicht openstaande voorschotten Kanselarij der Nederlandse Orden naar ontstaansjaar (bedragen €)

Ontstaansjaar

Stand

verstrekt

afgerekend

stand

 

1-1-2023

2023

2023

31-12-2023

2021

27.328

0

0

27.328

2022

24.828

0

0

24.828

2023

0

0

0

0

Totaal

52.156

0

0

52.156

Tabel 38 Overzicht openstaande voorschotten Kabinet van de Gouverneurs van Sint Maarten naar ontstaansjaar (bedragen €)

Ontstaansjaar

Stand

verstrekt

afgerekend

stand

 

1-1-2023

2023

2023

31-12-2023

2021

0

0

0

0

2022

1.586.140

0

843.001

743.139

2023

0

0

0

0

Totaal

1.586.140

0

843.001

743.139

Tabel 39 Overzicht openstaande voorschotten Kiesraad naar ontstaansjaar (bedragen €)

Ontstaansjaar

Stand

verstrekt

afgerekend

stand

 

1-1-2023

2023

2023

31-12-2023

2021

2.550

0

2.550

0

2022

6.048.373

0

0

6.048.373

2023

0

0

0

0

Totaal

6.050.923

0

2.550

6.048.373

Tabel 40 Tabel Overzicht openstaande voorschotten per 31 december 2023 (bedragen in €)

Voorschotten

Saldo

a) Voorschotten kasbeheerders:

 

Raad van State

24.761

Algemene Rekenkamer

1.742

Nationale Ombudsman

404.505

Kanselarij der Nederlandse Orden

52.156

Kabinet van de Gouverneur van Aruba

0

Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

0

Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

743.139

b) Overige voorschotten:

0

Kiesraad

6.048.373

  

Totaal

7.274.676

De voorschotten van de Raad van State, de Nationale Ombudsman en de Kanselarij der Nederlandse Orden bestaan voornamelijk uit aan APG Service Partners (voorheen Loyalis) verstrekte voorschotten uit het jaar 2022 en 2023. Deze worden afgerekend na ontvangst van een goedkeurende accountantsverklaring.

Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten heeft een voorschot verstrekt voor de aanschaf van een nieuw kantoorpand.

Voorschot Kiesraad betreft realisatie en implementatie van het Digitaal Hulpmiddel Verkiezingen (DHV).

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

De stand openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:

Tabel 41 Overzicht stand van de openstaande verplichtingen (bedragen in €)
   

Verplichtingen per 1/1

39.737.694

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar (incl neg. Bijstellingen)

173.361.591

+/+

 

213.099.285

 
   

Tot betaling gekomen in 2023

175.897.000

-/-

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit voorgaande jaren

4.569.591

-/-

   

Totaal

32.632.694

 

De toelichting heeft betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan 10% en of meer dan € 0,1 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31-12-2022.

Diverse opdrachten op het gebied van ICT en informatievoorziening bij de Raad van State zijn niet meer tot betaling gekomen. Daarmee is de verplichting met betrekking met € 1,2 mln. bijgesteld.

Bij de Kiesraad is het contract met de leverancier voor verkiezingssoftware ontbonden (€ 3,1 mln.)Ook de verplichting (€ 0,2 mln.) met betrekking tot het beheer moets hiermee naar beneden worden bijgesteld.

8. WNT-verantwoording 2023 overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad

De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT - instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstverband vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.

Voor dit departement heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigings­maximum bedraagt in 2023 € 223.000.

Tabel 42 Bezoldiging van topfunctionarissen (bedragen in €)

Naam instelling

Naam topfunctionaris

Functie

Datum aanvang dienstverband(indien van toepassing)

Datum einde dienstverband (indien van toepassing)

Omvang dienstverband in fte(+ tussen haakjes omvang in 2022)

Op externe inhuurbasis (nee; ≤ 12 kalender - mnd; > 12 kalender - mnd)

Beloning plus onkostenvergoedingen (belast)(+ tussen haakjes bedrag in 2022)

Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn(+ tussen haakjes bedrag in 2022)

Totale bezoldiging in 2023(+ tussen haakjes bedrag in 2022)

Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum

Motivering en bedrag(indien overschrijding)

Algemene Rekenkamer

Dhr. C. van der Werf

Secretaris

  

1 (1)

nee

180.451 (152.680)

22.479 (22.772)

202.930 (175.452)

223.000

 

Kanselarij der Nederlandse Orden

Mevr. M.A.K. van Grieken

Directeur

  

1 (0,96)

nee

152.534 (131.045)

22.428 (21.433)

174.962 (152.478)

223.000

 

Kiesraad

Mevr. P.J. Young

Secretaris-directeur

 

15-5-2023

1 (1)

nee

49.569 (116.133)

7.247 (20.837)

56.816 (136.978)

81.868

 

Kiesraad

Dhr. J.H. Klok

Secretaris-directeur

1-7-2023

 

1

nee

62.501

8.834

71.335

112.416

 

Kiesraad

Dhr. G. Nederhorst

Plv. Secretaris-directeur

1-10-2023

 

1

nee

33.074

5.397

38.471

56.208

 

Kiesraad

Dhr. W.J. Kuijken

Voorzitter

  

0,34 (0,3)

nee

44.500 (37.398)

 

44.500 (37.398)

75.820

 

Kiesraad

Dhr. R.B. Andeweg

Lid

  

0,17 (0,07)

nee

22.762 (6.439)

 

22.762 (6.439)

37.910

 

Kiesraad

Mevr. L.J. Griffith

Lid

  

0,17 (0,02)

nee

23.339 (2.312)

 

23.339 (2.312)

37.910

 

Kiesraad

Dhr. A.B.L. de Jonge

Lid

  

0,17 (0,08)

nee

13.359 (6.754)

 

13.359 (6.754)

37.910

 

Kiesraad

Mevr. J.M.A. Kemna

Lid

  

0,17 (0,07)

nee

23.221 (6.494)

 

23.221 (6.494)

37.910

 

Kiesraad

Dhr. J.R. Prins

Lid

 

1-7-2023

0,17 (0,08)

nee

11.088 (7.262)

 

11.088 (7.262)

18.799

 

Kiesraad

Mevr. H.E. Reukema-Gevers

Lid

  

0,17 (0,08)

nee

23.133 (6.900)

 

23.133 (6.900)

37.910

 

Kiesraad

Dhr. H.J. Bos

Lid

1-7-2023

 

0,17

nee

1.848

 

1.848

19.111

 

Nationale ombudsman

Mevr. H. van Essen

Directeur

  

1 (1)

nee

141.016 (126.150)

21.558 (21.996)

162.574 (148.146)

223.000

 

Raad van State

Mw. M.J. Horstman

Secretaris

  

1 (1)

nee

179.100 (171.861)

22.555 (23.409)

201.655 (195.270)

223.000

 

Er zijn geen functionarissen die in 2023 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2023 geen functionarissen die hun werkzaamheden als topfunctionaris hebben neergelegd en die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar aangemerkt worden als topfunctionaris. Er zijn in 2023 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.

D. BIJLAGEN

Bijlage 1: Toezichtrelaties ZBO's en RWT's

Tabel 43 Overzichtstabel ZBO’s en RWT's van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (bedragen x € 1.000).

Naam rwt/zbo

Begrote bijdrage moederdepartement aan rwt/zbo

Gerealiseerde bijdrage moederdepartement aan rwt/zbo

Begrote bijdrage overige departementen

Gerealiseerde bijdrage overige departementen

Bijzonderheden

Stand van zaken (intern)

Kiesraad

10.440

0

0

0

nee

 

Bijlage 2. Rijksuitgaven Caribisch Nederland

Op verzoek van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33000 IV, nr. 28) wordt jaarlijks een overzicht van alle rijksuitgaven aan Caribisch Nederland toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties (IV). Aangezien het jaarverslag een afspiegeling is van de begroting, wordt dit totaal overzicht ook in het jaarverslag opgenomen.

In onderstaande tabel is de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland weergegeven voor de begroting van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB). In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken of rijkstaken, of er sprake is van incidentele of structurele bekostiging en wordt onder de tabel een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen.

Tabel 44 Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak

Bijdrage

Realisatie

   

2019

2020

2021

2022

2023

Totaal uitgaven

  

0

339

365

404

447

        

Artikel 3 Nationale ombudsman

0

339

365

404

447

Institutionele inrichting

R

S

0

339

365

404

447

Toelichting

Artikel 3. Nationale ombudsman

Institutionele inrichting

De Nationale ombudsman is sinds 2010 bevoegd klachten te behandelen over overheidsinstanties van het Rijk in Caribisch Nederland en sinds 2012 ook over de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Voor de openbare lichamen is de Nationale ombudsman eerstelijns klachtbehandelaar. Dat betekent dat burgers een klacht over de openbare lichamen ook direct aan de Nationale ombudsman kunnen voorleggen. Het betreft daarmee een structurele rijkstaak.

Mei 2018 is een plan van aanpak met een missie en visie vastgesteld. Daarin is teruggekeken op het werk van de Nationale ombudsman in Caribisch Nederland sinds 10-10-10 en vooruit gekeken naar de periode 2018-2026. In het plan van aanpak zijn twee doelstellingen neergelegd. De eerste is dat de Nationale ombudsman zichtbaar moet zijn voor de burgers in Caribisch Nederland en hen op weg moet kunnen helpen. De tweede doelstelling is Tweede Kamer, vergaderjaar 2021–2022, 35 925 IIB, nr. 2 42 dat de Nationale ombudsman wil bijdragen aan goed bestuur op de eilanden door de beginselen van het klachtrecht onder de aandacht te brengen bij de overheid.

De Nationale ombudsman heeft voor het uitvoeren van haar werkzaamheden, die rijkstaken betreffen, op Caribisch Nederland vanaf 2018 een structureel budget beschikbaar van € 0,4 mln.

Bijlage 3. Focusonderwerp onderuitputting

De Tweede Kamer verzoekt het Kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2023 aandacht te besteden aan resultaatbereik in relatie tot onderuitputting, als gevolg van bijvoorbeeld arbeidskrapte. In deze bijlage wordt de totale onderuitputting gepresenteerd. Daarbij worden de grootste en/of belangrijkste meevallende realisaties apart toegelicht. De overige meevallende realisaties worden in de post «overige meevallers» toegelicht.

De grootste posten met onderuitputting ten opzichte van de 2e suppletoire begroting 2023, groter dan € 1 mln., zijn opgenomen in de tabel en worden onderstaand toegelicht.

Tabel 45 Grootste posten met onderuitputting
 

x1000 euro

Als % van vastgestelde netto begroting

Kiesraad

‒ 3.382

‒ 2,1%

Nationale ombudsman

‒ 2.400

‒ 1,5%

Overig

‒ 2.513

‒ 1,5%

   

Totaal

‒ 8.295

‒ 5,1%

Kiesraad

De onderuitputting bij de Kiesraad wordt veroorzaak door het tussentijds beëindigen van het contract van de leverancier van het Digitaal Hulpmiddel Verkiezingen. Ook heeft de krapte op de arbeidsmarkt en het verlaat invullen van vacature bijgedragen aan de onderuitputting.

Nationale ombudsman

De onderuitputting bij de Nationale Ombudsman wordt deels verklaard door een latere start van de nieuwe organisatiestructuur. Bovendien lukt het door de huidige arbeidsmarkt niet om alle functies in de nieuwe organisatiestructuur direct bezet te hebben. Tot slot kon een grote ICT bestelling niet meer in 2023 geleverd worden.

Overig

Dit betreffen diverse posten. Bij meerdere colleges is er sprake van onderuitputting door de krapte op de arbeidsmarkt waardoor vacatures moeilijk in te vullen zijn.