Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 7 februari 2024 en het nader rapport d.d. 17 april 2024, aangeboden aan de Koning door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de directeur van Uw kabinet van 13 december 2023, nr. 2023002947, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 7 februari 2024, nr. W04.23.00364/I, bied ik U hierbij aan.
Bij Kabinetsmissive van 13 december 2023, no.2023002947, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet basisregistratie ondergrond in verband met het aanwijzen van drinkwaterbedrijven als bronhouders en enkele andere wijzigingen, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
De waarnemend vice-president van de Raad van State,
B.P. Vermeulen
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om nog twee aanscherpingen aan te brengen in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel.
− Allereerst is aan het slot van paragraaf 1.2 van het algemeen deel van de memorie van toelichting een aanscherping ingevoegd over de positie van drinkwaterbedrijven. De toelichting vermelde reeds dat drinkwaterbedrijven private partijen zijn die een taak van publiek belang vervullen, maar dat is nu aangescherpt door te vermelden dat het gaat om een publieke taak. Ook is over de positie van drinkwaterbedrijven toegevoegd dat op grond van artikelen in de Drinkwaterwet, drinkwaterbedrijven in eigendom zijn van publiekrechtelijke rechtspersonen of dat publiekrechtelijke rechtspersonen de volledige zeggenschap hebben over een drinkwaterbedrijf.
− Deze constatering is een aanvullende onderbouwing van de conclusie dat aan drinkwaterbedrijven de positie van bronhouder van een basisregistratie kan worden toevertrouwd.
− Daarnaast is aan het slot van paragraaf 2.1 van het algemeen deel van de memorie van toelichting nader geduid welke gegevens kwalificeren als «procesdata» en niet aan de Basisregistratie ondergrond hoeven te worden aangeleverd. Het gaat om data die in het kader van winning en zuivering van drinkwater wordt ingewonnen op waterwingebieden en bedrijfsterreinen en die verband houdt met bijvoorbeeld infiltratie en het monitoren van mogelijke probleemstoffen.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge