Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Omgevingswet te wijzigen in verband met de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1115/2023 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende het op de markt van de Unie aanbieden en de uitvoer uit de Unie van bepaalde grondstoffen en producten die met ontbossing en bosdegradatie verband houden, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2023, L 150);
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Omgevingswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4.3 (grondslag rijksregels), tweede lid, onder b, wordt «hout of houtproducten» vervangen door «hout of houtproducten of van ontbossingsvrije grondstoffen of producten»,.
B
Artikel 4.12 (Rijk bevoegd gezag voor rijksregels), eerste lid, onder n, komt te luiden:
n. het binnen het grondgebied van Nederland brengen en het verhandelen van hout en houtproducten en van ontbossingsvrije grondstoffen en producten.
C
In artikel 4.20 (rijksregels implementatie internationaalrechtelijke verplichtingen) komt onderdeel e te luiden:
e. de Europese ontbossingsregelgeving,.
D
Artikel 4.37 (rijksregels hout en houtproducten) wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «of de Europese houtregelgeving».
2. In het tweede lid vervalt «en de Europese houtregelgeving».
E
Na artikel 4.37 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De in artikel 4.3 bedoelde regels over het verhandelen van ontbossingsvrije grondstoffen en producten als bedoeld in de Europese ontbossingsregelgeving worden gesteld met het oog op de natuurbescherming, het beschermen van het milieu, het tegengaan van klimaatverandering of het beheer van natuurlijke hulpbronnen.
F
In artikel 13.1 (heffen van rechten), tweede lid, wordt «Europese houtregelgeving» vervangen door «Europese ontbossingsregelgeving».
G
In het opschrift van artikel 18.15a (bestuurlijke boete bij overtreding regels handel dieren, planten, hout of producten daarvan) wordt «hout of producten daarvan» vervangen door «hout, ontbossingsvrije grondstoffen of producten daarvan».
H
In het opschrift van paragraaf 18.1.5 wordt «hout en producten daarvan» vervangen door «hout, ontbossingsvrije grondstoffen en producten daarvan».
I
Artikel 18.16a (bestuurlijke maatregelen) wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift van het artikel wordt «hout en producten daarvan» vervangen door «hout, ontbossingsvrije grondstoffen en producten daarvan».
2. Het eerste lid komt te luiden:
1. Onverminderd artikel 18.1 van het Wetboek van Strafvordering kan Onze Minister voor Natuur en Stikstof bij het in strijd met het bepaalde bij of krachtens deze wet binnen het grondgebied van Nederland brengen van dieren, eieren, planten, hout of producten daarvan, of het in de handel brengen, op de markt aanbieden of binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van ontbossingsvrije grondstoffen en producten, onverwijld maatregelen treffen op kosten van de eigenaar, vervoerder, verhandelaar, importeur of dienst gemachtigde.
3. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel f wordt «of het betrokken hout en producten daarvan» vervangen door «het betrokken hout, de betrokken ontbossingsvrije grondstoffen of producten daarvan».
b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een komma worden enkele onderdelen toegevoegd, luidende:
h. het als voorlopige maatregel onmiddellijk opschorten van het in de handel brengen, op de markt aanbieden of het buiten het grondgebied van Nederland brengen van ontbossingsvrije grondstoffen en producten,
i. een verbod op het uitoefenen van het vereenvoudigde stelsel van zorgvuldigheidseisen, bedoeld in artikel 13 van de verordening ontbossingsvrije grondstoffen en producten in geval van een ernstige inbreuk of herhaalde inbreuken,
j. het opleggen van een plicht tot het corrigeren van formele non-conformiteit met de verordening ontbossingsvrije grondstoffen en producten met name met de voorschriften van hoofdstuk 2 van de verordening,
k. het opleggen van een plicht tot het voorkomen door de marktdeelnemer of handelaar dat ontbossingsvrije grondstoffen en producten in de handel worden gebracht, worden aangeboden of buiten het grondgebied van Nederland worden gebracht,
l. het opleggen van een plicht tot het onmiddellijk uit de handel nemen of terugroepen van ontbossingsvrije grondstoffen en producten door de marktdeelnemer of handelaar,
m. het opleggen van een plicht tot het doneren of vernietigen van ontbossingsvrije grondstoffen en producten door de marktdeelnemer of handelaar,
n. een besluit, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, tot het toepassen van artikel 25, tweede lid, onder d, van de verordening ontbossingsvrije grondstoffen en producten tot tijdelijke uitsluiting gedurende ten hoogste 12 maanden van aanbestedingsprocedures,
o. een besluit tot het toepassen van artikel 25, tweede lid, onder d, van de verordening ontbossingsvrije grondstoffen en producten tot tijdelijke uitsluiting gedurende ten hoogste 12 maanden van subsidieverstrekking op grond van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies voor in het besluit bepaalde doelstellingen of categorieën van activiteiten, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat voor zover het gaat om subsidies van die Minister,
p. een tijdelijk verbod op het verhandelen van ontbossingsvrije grondstoffen en producten in geval van een ernstige inbreuk of herhaalde inbreuken.
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Onze Minister voor Natuur en Stikstof kan voor ontbossingsvrije grondstoffen en producten die in strijd met het bepaalde bij of krachtens deze wet binnen het grondgebied van Nederland zijn gebracht, op kosten van de verhandelaar, importeur of diens gemachtigde, besluiten tot het toepassen van artikel 25, tweede lid, onder d, van de verordening ontbossingsvrije grondstoffen en producten tot tijdelijke uitsluiting gedurende ten hoogste 12 maanden van subsidies die worden verstrekt door Onze Ministers en andere bestuursorganen voor in het besluit nader geduide doelstellingen of categorieën van activiteiten, in overeenstemming met het bevoegd gezag voor de verstrekking van die subsidie.
J
In artikel 18.16b (nadere regels over bestuurlijke maatregelen), derde lid, wordt «of opslag» vervangen door «, of opslag, of kosten van uitvoering van tests, opslag of activiteiten in verband met de producten die non-conform worden bevonden en waarvoor corrigerende maatregelen als bedoeld in artikel 24 van de verordening ontbossingsvrije grondstoffen en producten zijn genomen voordat ze weer het verkeer ingaan,».
K
Aan de tekst van artikel 23.1 wordt toegevoegd: «of die anderszins nodig zijn voor de uitvoering van die internationaalrechtelijke verplichtingen en die onderwerpen niet bij of krachtens een andere wet uitputtend zijn geregeld.»
L
De bijlage behorende bij artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel A wordt in de alfabetische rangschikking het volgende onderdeel ingevoegd:
runderen, cacao, koffie, oliepalm, rubber, soja en hout en producten daarvan als bedoeld in bijlage I bij de verordening grondstoffen en ontbossingsvrije producten, en andere producten na de delegatiehandeling van de Commissie, bedoeld in artikel 34, vijfde lid, van deze verordening;
2. Onderdeel B wordt als volgt gewijzigd:
a. De onderdelen «Europese houtregelgeving» en «hout-basisverordening» vervallen.
b. In de alfabetische volgorde worden de volgende onderdelen ingevoegd:
– verordening ontbossingsvrije grondstoffen en producten;
– een verordening die berust op de verordening ontbossingsvrije grondstoffen en producten;
Verordening (EU) nr. 1115/2023 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt van de Unie aanbieden en de uitvoer uit de Unie van bepaalde grondstoffen en producten die met ontbossing en bosdegradatie verband houden, en tot intrekking van Verordening (EU) 995/2010 (PbEU 2023, L 150);
Aan artikel 2.86 van de Aanbestedingswet 2012 wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. Een aanbestedende dienst sluit een gegadigde of inschrijver voor wie een besluit tot uitsluiting als bedoeld in artikel 18.16a, tweede lid, onder n, van de Omgevingswet geldt uit van deelneming aan een aanbestedingsprocedure.
Aan artikel 7 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Onze Minister weigert subsidieverstrekking aan degene voor wie een besluit als bedoeld in artikel 18.16a, tweede lid, onder o, van de Omgevingswet geldt.
In artikel 5 van de Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. Onze Minister wijst de aanvraag voor een subsidie af van degene voor wie een besluit als bedoeld in artikel 18.16a, tweede lid, onderdeel o, van de Omgevingswet geldt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaan, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Natuur en Stikstof,