Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2024 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.
Onderdeel 2 bevat voor het beleidsartikel 3 Effectieve Europese samenwerking een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» wordt een toelichting op de mutatie gegeven.
Stand ontwerpbegroting incl. Nota's van Wijziging |
Mutaties incidentele suppletoire begroting |
Stand na incidentele suppletoire begroting |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
Mutaties |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2024 |
2024 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
||
Verplichtingen |
11.322.114 |
295.000 |
11.617.114 |
295.000 |
531.000 |
118.000 |
0 |
|
Uitgaven: |
||||||||
Programma-uitgaven totaal |
11.494.506 |
295.000 |
11.789.506 |
295.000 |
531.000 |
118.000 |
0 |
|
3.1 |
Afdrachten aan de Europese Unie |
5.970.130 |
295.000 |
6.265.130 |
295.000 |
531.000 |
118.000 |
0 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
||||||||
BNI-afdrachten |
4.272.701 |
295.000 |
4.567.701 |
295.000 |
531.000 |
118.000 |
0 |
|
BTW-afdrachten |
1.461.809 |
0 |
1.461.809 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Invoerrechten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Plastic-grondslag |
235.620 |
0 |
235.620 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3.2 |
Europees Ontwikkelingsfonds |
85.983 |
0 |
85.983 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
||||||||
Europees Ontwikkelingsfonds |
85.983 |
0 |
85.983 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3.3 |
Een hechtere Europese waardengemeenschap |
18.261 |
0 |
18.261 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
||||||||
Raad van Europa |
11.000 |
0 |
11.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank |
7.261 |
0 |
7.261 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3.4 |
Versterkte Nederlandse positie in de Unie |
5.376 |
0 |
5.376 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Subsidies (regelingen) |
||||||||
EIPA |
348 |
0 |
348 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Opdrachten |
||||||||
Programmatische ondersteuning: CECP |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Europa College beurzenprogramma |
570 |
0 |
570 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
EU-sanctiebeleid |
208 |
0 |
208 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
||||||||
Benelux bijdrage |
4.250 |
0 |
4.250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3.5 |
Europese Vredesfaciliteit |
430.756 |
0 |
430.756 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
||||||||
Europese Vredesfaciliteit |
430.756 |
0 |
430.756 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3.6 |
Invoerrechten aan de Europese Unie |
4.984.000 |
0 |
4.984.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
||||||||
Invoerrechten |
4.984.000 |
0 |
4.984.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
3.882.204 |
0 |
3.882.204 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3.10 |
Diverse ontvangsten EU |
1.245.998 |
0 |
1.245.998 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Invoerrechten |
1.245.998 |
0 |
1.245.998 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Overige ontvangsten EU |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3.11 |
Europees herstelfonds |
2.635.956 |
0 |
2.635.956 |
0 |
0 |
0 |
0 |
3.30 |
Restitutie Raad van Europa |
250 |
0 |
250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting verplichtingen en uitgaven
De Europese Raad heeft op 1 februari jl. een politiek akkoord bereikt op de tussentijdse herziening (Mid Term Review) van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en in het bijzonder de oprichting van de Oekraïne-faciliteit. Dit leidt in de jaren 2024 tot en met 2027 tot een toename van de raming van de Nederlandse EU-afdrachten met in totaal EUR 1,2 miljard, waarvan EUR 1 miljard voor het onderdeel niet-terugbetaalbare steun van de Oekraïne-faciliteit en EUR 200 miljoen voor onder andere het Flexibiliteitsinstrument en de Solidariteits- en noodhulpreserve.
Gegeven de benodigde flexibiliteit van de Oekraïne-faciliteit, is er op dit moment nog geen informatie beschikbaar over het betaalritme van de steun aan Oekraïne. De verwachting is dat de Commissie dit op korte termijn voor het jaar 2024 zal verwerken in een aanvullende Europese begroting. De opgegeven mutatie is gebaseerd op de inschatting dat er met name in de eerste jaren middelen nodig zijn. In de conceptverordening ter oprichting van de Oekraïne-faciliteit bedragen de jaarlijkse giften ofwel de niet-terugbetaalbare steun maximaal EUR 5 miljard. Daarom wordt er voorlopig vanuit gegaan dat de EUR 17 miljard aan niet-terugbetaalbare steun als volgt wordt verdeeld (op EU-niveau): in 2024 tot en met 2.026 EUR 5 miljard per jaar en in 2027 de resterende EUR 2 miljard. De mutatie laat het Nederlandse bni-aandeel (5,9%) zien. Naar verwachting slaan de budgettaire effecten van de overige Mid Term Review-onderdelen (voor Nederland EUR 200 miljoen) met name in het jaar 2026 neer. Dit kan echter worden opgevangen door de onderuitputting op de Europese begroting in andere jaren.
Bij de eerste suppletoire begroting 2024 zal de raming worden bijgesteld op basis van het actuele beeld. Op dat moment zullen ook andere bijstellingen worden verwerkt, waaronder de onderuitputting op de EU-begroting in 2024. Uw Kamer is hier al over geïnformeerd bij de aanname van de Raadspositie in juli 2023, waarbij ook is aangegeven dat ervoor was gekozen om deze aanzienlijke onderuitputting destijds nog niet in de raming te verwerken omdat de uitkomsten van de Mid Term Review nog ongewis waren1.