Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het wettelijk minimumloon bijzonder te verhogen, om het inkomen en de inkomenszekerheid van werknemers aan de basis van de arbeidsmarkt en van sociale minima verder te verstevigen;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Aan hoofdstuk II van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. Het gemiddelde van de procentuele ontwikkeling van de contractlonen, bedoeld in artikel 14, tweede en derde lid, waarmee het bedrag, genoemd in artikel 8, eerste lid, onder b, met ingang van 1 juli 2024 wordt herzien, wordt verhoogd met 1,2 procentpunt.
2. Bij de herziening van het bedrag, genoemd in artikel 8, eerste lid, onder b, met ingang van 1 juli 2024, vinden artikel 14, negende tot en met elfde lid, eerst toepassing nadat het gemiddelde van de procentuele ontwikkeling van de contractlonen is verhoogd conform het eerste lid.
3. Dit artikel vervalt met ingang van 1 juli 2026.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,