Gepubliceerd: 24 november 2023
Indiener(s): Hugo de Jonge (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Marnix van Rij (staatssecretaris financiƫn) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36470-C-2.html
ID: 36470-C-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2023‒2024

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van het provinciefonds;

Het in die begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikel wordt in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 3

Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben provincies gezamenlijk recht op het bedrag dat in de begroting als verplichting voor het totaal van de algemene uitkering is opgenomen. Ingevolge artikel 5, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben de provincies gezamenlijk recht op de bedragen die in de begroting als verplichting voor het totaal van de integratie-uitkeringen en het totaal van de decentralisatie-uitkeringen zijn opgenomen.

De in dit wetsartikel opgenomen bedragen zijn niet rechtstreeks uit de begrotingsstaat af te leiden. De bedragen worden nader onderbouwd in deze memorie van toelichting.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,H.M.de Jonge

De Staatssecretaris van Financiën,M.L.A. van Rij

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De tweede suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2023. De stand van de tweede suppletoire begroting wordt opgebouwd vanaf de stand van de vastgestelde begroting 2023, inclusief suppletoire begrotingen, NvW's en amendementen.

2 Beleid

Door wijzigingen in beleid van verschillende departementen kan worden overgegaan tot het beleggen of juist weghalen van taken bij provincies. Indien dit gepaard gaat met een toevoeging aan of een uitname uit het provinciefonds, wordt dit begrotingstechnisch verwerkt. In de onderstaande tabel worden de mutaties groter dan € 10 mln. weergegeven.

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 1 Belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties 2023 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Art.

Uitgaven en Ontvangsten 2023

   

Vastgestelde begroting 2023

1

3.108.040

   

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Restauraties grote monumenten

1

15.000

   

2) Overige mutaties

1

7.370

   

Stand 2e suppletoire begroting 2023

1

3.130.410

Toelichting

1) Restauraties grote monumenten

OCW en IPO hebben afgesproken om in nieuwe bestuurlijke afspraken uit te werken hoe de gezamenlijke aanpak van Rijk en provincies bij grote restauraties van rijksmonumenten eruit moet zien. Hier worden ook de gemeenten bij betrokken. Een groot aantal grote monumenten kan daar niet op wachten en moet dringend worden gerestaureerd. In 2023 is daarom eenmalig extra budget beschikbaar gesteld om een aantal urgente restauraties van grote monumenten te kunnen ondersteunen. Er wordt € 15 mln. beschikbaar gesteld.

3 Beleidsartikelen

3.1 Beleidsartikel 1 provinciefonds

In onderstaande tabel worden voor de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten de budgettaire gevolgen van beleid van het provinciefonds weergegeven. Hiermee worden de integrale uitgaven die samenhangen met de samengestelde beleidsdoelstelling (het nastreven van een adequate omvang van het provinciefonds en het nastreven van een adequate verdeling van de middelen over de provincies) inzichtelijk gemaakt.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 provinciefonds (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3)=(1)+(2)

    

Verplichtingen

3.108.055

22.370

3.130.425

    

Uitgaven

3.108.040

22.370

3.130.410

    

Financiering provincies

   

Bijdragen aan medeoverheden

3.107.959

22.370

3.130.329

Algemene uitkering

3.050.517

0

3.050.517

Decentralisatie-uitkeringen

57.442

22.370

79.812

    

Kosten Financiële verhoudingswet

   

Opdrachten

81

0

81

Onderzoeken verdeelsystematiek

81

0

81

    

Ontvangsten

3.108.040

22.370

3.130.410

Toelichting op de financiële instrumenten

Bijdragen aan medeoverheden

Algemene uitkering

Dit betreft de uitkering aan alle provincies, die ten goede komt aan de algemene middelen van de provincies. De uitkering is gebaseerd op de artikelen 5 en 6 van de Financiële-verhoudingswet.

Integratie-uitkeringen

Dit betreft de uitkering die wordt toegepast als rechtstreekse overheveling van middelen naar de algemene uitkering bezwaarlijk is vanwege de omvang van de herverdeeleffecten. De integratie-uitkering voorziet dan in een geleidelijke overgang naar de algemene uitkering. De uitkering is gebaseerd op artikel 5 lid 2 van de Financiële-verhoudingswet. Er zijn geen integratie-uitkeringen in het provinciefonds.

Decentralisatie-uitkeringen

Naast de algemene uitkering en integratie-uitkeringen bevat het provinciefonds ook decentralisatie-uitkeringen. De verdeling van de decentralisatie-uitkeringen volgt evenals de integratie-uitkeringen niet de regels van de verdeling van de algemene uitkering van het provinciefonds. Anders dan bij de integratie-uitkering, waar de termijn van overheveling naar de algemene uitkering van tevoren vaststaat, ontbreekt bij de decentralisatie-uitkering een dergelijke termijn. Voor een overzicht van de decentralisatie-uitkeringen wordt verwezen naar paragraaf 4.1.

Opdrachten en Bijdragen ZBO's/RWT's

Onderzoeken verdeelsystematiek

Dit betreft het budget dat elk jaar is gereserveerd voor de uitvoering van onderzoeken op het vlak van de omvang en verdeling van het provinciefonds en het onderhoud van het betaalsysteem.

Ontvangsten

Ten behoeve van de dekking van de uitgaven is een post Ontvangsten opgenomen. Artikel 4, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet bepaalt dat bij (begrotings)wet voor ieder uitkeringsjaar een bedrag aan middelen van het Rijk wordt afgezonderd ten behoeve van het provinciefonds. Op grond van het tweede lid van dat artikel zijn de uitgaven en de inkomsten van het fonds per uitkeringsjaar aan elkaar gelijk.

4 Bijlagen

4.1 Overzicht decentralisatie-uitkeringen

Tabel 3 Overzicht decentralisatie-uitkeringen (Bedragen x € 1.000)
 

Uitgaven 2023

Aanpak vakantieparken

780

Amendement Friese taal

200

DINGtiid

29

Drugsdumpingen

2.500

Erfgoed Deal

120

Fries in het MBO

100

Fryske Akademie

1.559

Gebiedsbiografie

205

Geniedijk werelderfgoed

25

Hergebruik stedelijk afvalwater

250

Limburgse taal

75

Monumenten

20.000

Na-ijlende effecten mijnbouw

647

Natuurtop

20

Novex

3.604

Omgevingsveiligheid

675

RES regio's

2.619

Restauraties grote monumenten

15.000

Veilig wonen

85

Verkeersveiligheid

1.185

Waddenfonds

28.878

Weerbaar bestuur kleine gemeenten

902

Wettelijke Friese taal

150

Zichtbaarheid Friese taal

200

Wijziging betalingsverloop decentralisatie uitkeringen

4

  

Stand 2e suppletoire begroting 2023

79.812