Vastgesteld 14 december 2023
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
Inleiding |
00 |
1.2. Ontwikkeling onbemande luchtvaart |
00 |
3.1 Aanleiding en probleembeschrijving |
00 |
3.2.2 Uitgangspunten |
00 |
3.2.3 Open, specifieke en gecertificeerde categorie |
00 |
3.2.5 Registratie en opleiding |
00 |
3.3.1 Algemeen |
00 |
6. Gevolgen |
00 |
7. Uitvoering en handhaving |
00 |
Inleiding
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel Wijziging van de Luchtvaartwet BES in verband met het introduceren van een passend regelgevingskader voor vluchten met onbemande luchtvaartuigen in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet onbemande luchtvaart BES) (hierna: het wetsvoorstel) en willen de regering nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben hierover geen verdere vragen.
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben geen vragen of opmerkingen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij wensen de regering nog enkele vragen voor te leggen.
De leden van de BBB-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben nog een aanvullende vraag.
De leden van de D66-fractie vinden het van belang dat er een level playing field is, en kijken daarom positief naar dit wetsvoorstel en de voorafgaande gesprekken met belanghebbenden. Zij vinden het goed dat de regering aan de slag is gegaan met de wensen die de bestuurders van de BES-eilanden hebben gecommuniceerd. Zij weten dat eerdere verzoeken om maatschappelijke taken uit te voeren door middel van onbemande luchtvaartuigen zijn afgewezen wegens het ontbreken van de benodigde wet- en regelgeving. Kan de regering toelichten of deze verzoeken met deze voorgestelde wetgeving doorgang zouden kunnen vinden? Hoeveel van deze verzoeken pasten in de respectievelijke categorieën die dit wetsvoorstel beoogt?
De leden van de BBB-fractie lezen dat bij het vaststellen van deze wetgeving de regering rekening heeft gehouden met vier nader opgesomde overwegingen. Kan de regering vertellen of deze lijst van vier overwegingen uitputtend is, of dat er nog meer overwegingen mee speelden om tot deze wetgeving te komen?
De leden van de BBB-fractie vragen aan de regering of zij nader kan toelichten waarom de huidige Europese regelgeving voor onbemande luchtvaartuigen te zwaar zou zijn bevonden om in te voeren op de BES-eilanden? Waarom hebben de voorstellen van «Joint Authorities for Rulemaking on Unmanned Systems» (JARUS) wel als basis gediend voor dit wetsvoorstel?
Gecertificeerde categorie
De leden van de D66-fractie hebben nog enkele vragen over de vormgeving van de gecertificeerde categorie, waarin vluchten vallen met een hoog risico. Er is een grondslag voor deze categorie opgenomen, terwijl deze nog niet bestaat in andere wet- en regelgeving, bijvoorbeeld de Europese. Kan de regering verduidelijken waarom hiervoor is gekozen? Op welke manier draagt dit bij aan de uitvoering van het wetsvoorstel? Op welke manier is deze categorie in het Europese recht gekwalificeerd? Op welke manier wordt er gemonitord of deze categorie ook in de toekomst blijft voorzien in duidelijke kaders?
De leden van de BBB-fractie vragen waarom de regering ervoor gekozen heeft om iedereen die in het bezit is van eigen (of meerdere) onbemande luchtvaartuigen, een online registratieproces moet doorlopen.
De leden van de D66-fractie willen de regering nog enkele vragen voorleggen omtrent de uitwerking van regels in lagere regelgeving. Zij nemen er kennis van dat het onderhavige wetsvoorstel het kader vormt en dat verdere regelgeving niet in formele wetgeving wordt vastgelegd. Kan de regering toelichten waarom hiervoor is gekozen. Verschilt dit van de wetgeving omtrent onbemande luchtvaartuigen in Europees Nederland of op de eilanden Curaçao, Aruba, Sint Maarten? Op dit moment is nog onduidelijk wat de bepalingen in de lagere regelgeving concreet gaan inhouden en wat de uitwerking hiervan is op de handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid. Kan de regering verduidelijken of zij hierin kansen en risico’s ziet? Is de Inspectie Leefomgeving en Transport geconsulteerd voor de verdere vastlegging van regelgeving hieromtrent in lagere wetgeving, of zal zij slechts toezicht houden?
De leden van de BBB-fractie zijn verheugd dat de regering zich inzet voor inwoners en toeristen die hun hobby op de eilanden willen uitoefenen. Kan de regering inzichtelijk maken wat het te verwachten aantal onbemande vluchten per jaar zal zijn, onderverdeeld in vluchten uitgevoerd door inwoners en in vluchten uitgevoerd door toeristen? De regering geeft aan dat door de komst van deze wetgeving de overheid ook zelf onbemande luchtvaartuigen kan inzetten. Deze leden vragen of dat op dit moment, voor de komst van deze wetgeving, dan nog niet mogelijk is. Kan de regering dit toelichten?
De leden van de PVV-fractie constateren dat de ILT de regering verzoekt om een toets te laten doen op de geplande algemene maatregelen van bestuur (AMvB) en de ministeriële regeling. Deze leden vragen aan de regering of zij voornemens is om aan dit verzoek te voldoen.
De leden van de PVV-fractie constateren dat het nieuwe regelgevingskader, voornamelijk in het begin, zal leiden tot extra kosten voor exploitanten. Deze leden vragen aan de regering om met een inschatting te komen wat deze extra kosten zullen zijn, wat de gevolgen hiervan zijn voor exploitanten en of zij deze kosten kunnen dragen.
De leden van de D66-fractie nemen kennis van het voornemen om de taken van de ILT en de luchtvaartpolitie ten aanzien van vergunningverlening, toezicht en handhaving, in lagere regelgeving uit te werken. Kan de regering verduidelijken of deze taken hetzelfde zijn als in Nederland? Op welke manier wordt ervoor gezorgd dat toezicht van de ILT op zowel Europees Nederlands grondgebied als Caribisch Nederlands grondgebied eenduidig is?
De leden van de CDA-fractie horen, net als de PVV-fractie, graag of en zo ja hoe de regering uitvoering gaat geven aan het verzoek van de ILT om een toets te laten doen op de geplande AMvB’s en de ministeriële regeling.
De fungerend voorzitter van de commissie, T. de Groot
Adjunct-griffier van de commissie, Meedendorp