Gepubliceerd: 5 oktober 2023
Indiener(s): Jan Klink (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36435-XIII-3.html
ID: 36435-XIII-3

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 5 oktober 2023

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 25 september 2023 voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Bij brief van 3 oktober 2023 zijn ze door de Minister van Economische Zaken en Klimaat beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Klink

De griffier van de commissie, Nava

Vragen en antwoorden

1

Wat zijn de economische gevolgen van het uitstellen van de 3,5GHZ veiling?

Antwoord

De veiling vindt niet meer in 2023 plaats maar in 2024. Hierdoor worden op zijn vroegst ontvangsten van de veiling verwacht in 2024. Een precieze planning is nog niet beschikbaar vanwege de lopende beroepszaak omtrent het Nationaal Frequentieplan (NFP). De economische gevolgen zijn dat in theorie de veiling minder zou kunnen opbrengen doordat de vergunningstermijn korter wordt. Veilingopbrengsten zijn echter afhankelijk van veel verschillende factoren. Daarnaast volgen de baten van de 5G-technologie voor de samenleving later.

2

Waarom is de raming van de Tegemoetkoming energiekosten mkb (TEK) neerwaarts bijgesteld? Houdt dit in dat er minder ondernemers dan verwacht gebruik hebben gemaakt van deze regeling? Komt dit door de gedaalde energiekosten of zijn er ook nog andere redenen te bedenken waarom er mogelijk minder ondernemers dan verwacht gebruik hebben gemaakt van deze regeling?

Antwoord

Momenteel zijn er circa 8.500 TEK-aanvragen ingediend. Dit is lager dan verwacht; in eerste instantie werd uitgegaan van 57.000 energie-intensieve MKB-bedrijven die in aanmerking komen voor de TEK. Daarom is het verwachte budgettair beslag bijgesteld naar € 230 miljoen.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft voor de zomer een stakeholderanalyse uitgevoerd om te onderzoeken waarom het aantal aanvragen achterblijft. Uit deze analyse bleek dat de branches bekend zijn met de TEK-regeling. Echter, de energieprijzen zijn lang niet meer zo hoog als toen de TEK-regeling is ontwikkeld. Sommige ondernemers gaven daarom aan terughoudend te zijn met aanvragen. Dit komt voornamelijk doordat er minder behoefte is aan steun vanwege de lagere energieprijzen.

3

Kunt u de garantie geven dat de verlaging van het verplichtingenbudget voor de Tegemoetkoming energiekosten mkb (TEK) van 170 miljoen via een andere bestemming ten gunste komt van het mkb?

Antwoord

Nee. De TEK is een crisismaatregel en de middelen die hiervoor beschikbaar zijn gemaakt zijn specifiek vrijgemaakt om ondernemers te compenseren voor de (destijds) heel hogere energieprijzen, niet voor ondersteuning mkb in het algemeen. Het budget dat niet gebruikt wordt voor de TEK vloeit terug naar de staatskas.

4

Waar gaat het geld van de post «bevorderen ondernemerschap» precies naartoe?

Antwoord

Op de post «bevorderen ondernemerschap» staan meerdere instrumenten van de beleidsdirecties Ondernemersklimaat (O) en Topsectoren en Industriebeleid (TOP). Voor TOP gaat er geld naar de beleidsinstrumenten: Directie TOP (algemeen beleidsinstrument, circa € 5 miljoen), Grondstoffen en Circulair (circa € 2 miljoen) en Economische Veiligheid TOP (circa € 2 miljoen). Voor de beleidsdirectie O gaat het geld onder andere naar de MKB werkplaats (€ 1,2 miljoen in 2023), de financieringshub (totaal € 1,4 miljoen), en de pilot Mijn digitale zaak (€ 1 miljoen in 2023). Er worden hiernaast diverse kleinere subsidies en opdrachten uit gefinancierd zoals het Techniekpact en het Ondernemerspanel.

5

Kunt u inzicht geven naar welke bedrijven de subsidies van de TVL gaan? Zijn deze bedrijven actief in een specifieke sector?

Antwoord

RVO heeft ruim 420.000 TVL-subsidies toegekend. Het grootste gedeelte van ondernemingen die TVL hebben ontvangen zijn ondernemingen met vijftig of minder werknemers. De namen en het ontvangen TVL-bedrag van ondernemers die in totaal meer dan € 100.000 aan TVL-subsidie hebben ontvangen, worden gepubliceerd op de website van de Europese Commissie. Voor landbouw- en visserijbedrijven is deze drempel € 10.000. Over de besteding van de TVL is EZK transparant. Op de website van RVO worden daarom ook de gegevens van ondernemers vanaf TVL-periode Q4 2021 gepubliceerd. Dit geldt ook voor ondernemers die minder dan de drempelwaarde van € 100.000 of € 10.000 hebben ontvangen. Dit is ook vastgelegd in de subsidieregeling. In bijna alle bedrijfssectoren, uitgezonderd de financiële instellingen, konden ondernemers TVL aanvragen. EZK ziet ook terug dat dit is gebeurd. De meeste TVL-steun is naar de sector horeca gegaan, gevolgd door de sector handel, waaronder de detailhandel en groothandel vallen, en de sector cultuur, sport en recreatie.

6

Welke inschrijvingen op ESA-programma’s worden er met de verhoging van 55,8 miljoen van het verplichtingenbudget voor ESA gedaan?

Antwoord

Met de verhoging van het verplichtingenbudget wordt gevolg gegeven aan de hogere inschrijving in ESA-programma’s tijdens de ESA Ministeriële Conferentie in november 2022 in Parijs. Deze inschrijving dient als een samenhangend pakket te worden beschouwd waarin Nederlandse prioriteiten op het terrein van strategische autonomie, klimaatbeleid, economische groei en het gebruik van satellietdata worden meegewogen. In het verslag (Kamerstuk 24 446, nr. 84) van de ESA Ministeriële Conferentie wordt nader op deze keuzes ingegaan.

7

Kunt u reflecteren op de totstandkoming van het besluit om 100 miljoen beschikbaar te stellen voor het ETCI, waarbij in de reflectie wordt stilgestaan bij de hoogte van deze bijdrage ten opzichte van de bijdrage van andere landen in de ETCI?

Antwoord

Deze € 100 miljoen is het minimale bedrag om te kunnen deelnemen aan ETCI en is in dit geval gelijk aan de bijdrage vanuit België. Andere deelnemende landen hebben grotere economieën en hebben meer middelen ter beschikking gesteld dan Nederland.

8

Waarom zijn er, mede gelet op de alsmaar toenemende regeldruk voor ondernemers en de ambities van het kabinet om regeldruk te verminderen, middelen onttrokken uit de post regeldruk?

Antwoord

Het betreft hier geen korting maar een technische verwerking: het gemuteerde bedrag is aangewend voor de uitbreiding van de menskracht van het secretariaat van ATR en specifieke ondersteuning van regeldruk-accounts. Hierdoor vindt een overheveling plaats van beleidsbudget naar personeelsbudget.

9

Hoeveel bedrijven hebben inmiddels gebruik gemaakt van de TOA-regeling die tot 31 mei 2024 loopt? Is het verwachting dat er in 2024 nog veel bedrijven gebruik gaan maken van deze regeling?

Antwoord

Er zijn reeds 6 TOA-kredieten verstrekt. Op basis van signalen uit het bedrijfsleven verwachten we dat dit zal stijgen. Echter, gezien het historische gebruik verwachten we niet een sterke stijging.

10

Waarvoor worden de incidentele middelen voor de ontwikkeling van het UBO-register precies ingezet? Hoe staat het met de ontwikkeling van het UBO-register? Kunt u aangeven hoeveel procent van alle ondernemingen inmiddels geregistreerd staat in het UBO-register? Kunt u aangeven welke acties worden ondernomen ten opzichte van ondernemingen die nog niet staan ingeschreven in het UBO-register?

Antwoord

Waarvoor worden de incidentele middelen voor de ontwikkeling van het UBO-register precies ingezet?

Het betreft hier middelen voor het reguliere werk en het beheer door KvK van het UBO-register. Vanwege afspraken tussen de Ministeries van JenV, FIN en EZK komen deze kosten ten laste van het Ministerie van EZK. Deze waren echter nog niet voorzien in de EZK-begroting. Met deze suppletoire begroting worden de middelen beschikbaar gesteld voor het UBO-register en dus overgeheveld naar de KvK.

Hoe staat het met de ontwikkeling van het UBO-register?

Op 27 september 2020 is het UBO-register voor juridische entiteiten in werking getreden op basis van de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten. Deze wet implementeerde de vijfde anti-witwasrichtlijn (AMLD5)1, zoals die luidde voor de uitspraak van het Hof, en niet de vierde (AMLD4)2. Bij de bouw van het register is daarom uitgegaan van openbare informatie. Door de uitspraak van het Europees Hof is deze informatie niet meer openbaar3. Dit betekent dat er zwaardere eisen aan de toegang tot informatie uit het register gesteld moeten worden. Telkens zal moeten worden geverifieerd dat de raadpleger recht op toegang tot de informatie in het register heeft en voorkomen moet worden dat de informatie beschikbaar komt buiten deze partijen. Voor het zomerreces is er een internetconsultatie gehouden van dit voorstel Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers. Het demissionair kabinet verwacht eind van dit jaar de Wijzigingswet in te kunnen dienen bij uw Kamer, waarin dit geregeld zal worden.

Kunt u aangeven hoe veel procent van alle ondernemingen inmiddels geregistreerd staat in het UBO-register?

72,3%

Kunt u aangeven welke acties worden ondernomen ten opzichte van ondernemingen die nog niet staan ingeschreven in het UBO-register?

Bureau Economische Handhaving (BEH) heeft de handhaving hervat per 1 februari 2023. Hierbij heeft BEH in het bijzonder ingezet op partijen die de registratieplicht niet naleefden, te doen aanzetten tot het alsnog registreren van de juridische entiteit en de uiteindelijk belanghebbenden daarvan. Dit heeft veelal geleid tot registratie, zonder dat sanctieoplegging nodig was. Waar nodig en passend heeft het BEH wel sancties opgelegd. In de periode van 1 februari 2023 tot heden zijn in totaal 63 bestuurlijke boetes opgelegd. De verwachting is dat er meer volgen. Het kabinet heeft afgezien van de mogelijkheid om alle entiteiten nogmaals te informeren over de inschrijfplicht. Dit omdat alle entiteiten al verschillende malen brieven hebben ontvangen. Gebleken is dat deze algemene communicatie beperkt effectief is. Daarom wordt waar nodig en mogelijk ingezet op specifieke communicatie, bijvoorbeeld ten aanzien van branches waar de vulgraad aanzienlijk lager ligt dan het gemiddelde.

11

Is het mogelijk om per jaar een kleiner bedrag te reserveren om de onrendabele top te dekken in het uitrollen van goed internet? Zo ja, welk bedrag kan daar dit jaar nog voor worden ingezet?

Antwoord

In de brief van 4 juli 2023 (26 643, nr. 1054) is de Tweede Kamer geïnformeerd dat er voor het uitrollen van snel internet naar de resterende adressen in de buitengebieden door middel van staatssteun minimaal € 160 miljoen nodig is. Gelet op de vele andere uitdagingen waar we als Nederland nu voor staan, heeft het kabinet in de afgelopen voorjaarsbesluitvorming besloten deze middelen niet beschikbaar te maken. Daarbij is reeds rekening gehouden met het feit dat dit totaalbedrag over meerdere jaren gespreid zou worden; alleen al vanwege het praktische feit dat er onvoldoende aannemerscapaciteit beschikbaar is om de uitrol in één jaar te doen. Daarbij is van belang dat er meerjarige zekerheid is, omdat het totale steunbedrag moet worden genotificeerd bij de Europese Commissie. In het huidige begrotingsjaar kunnen er geen middelen meer voor worden ingezet. Nog afgezien van budgettaire redenen, dient er eerst een staatssteunregeling te worden opgesteld en genotificeerd bij de Europese Commissie.

12

Hoeveel ondernemers hebben gebruik gemaakt van de BMKB-groen?

Antwoord

Banken en alternatieve financiers hebben bij 6 ondernemers het groene luik van de BMKB toegepast. Dit betreft de periode van grofweg het moment waarop financiers de BMKB-Groen zijn gaan aanbieden (april/mei) tot eind augustus, ongeveer 4 maanden. Het betreft een nieuw luik, waardoor financiers ook nog de tijd nodig hebben om dit instrument op de juiste manier toe te passen. Desalniettemin wordt er op dit moment gewerkt aan het beter toegankelijk maken van de BMKB(-groen).

13

Wat is het effect van het rentepercentage van de BMKB-groen op aanvragen door kleine ondernemingen?

Antwoord

Voor de BMKB(-Groen) wordt geen specifiek rentepercentage gehanteerd, dat is aan de financier (bank of non-bancair). De financier rekent doorgaans een marktconforme rente. Omdat de BMKB(-Groen) een kostendekkende garantieregeling is, wordt er wel een provisie in rekening gebracht. Deze is in vergelijking met de reguliere BMKB significant verlaagd (van 3,9–5,85% naar 2–3%). Ongeveer 80% van de verstrekte leningen onder de BMKB wordt aan het microbedrijf verstrekt, ondanks wisselingen in rentepercentages.

14

Kunt u specificeren wat de extra kosten inhielden waardoor bij de post Projecten Klimaat en Energieakkoord minder geld beschikbaar was?

Antwoord

Voor de personele en materiële kosten van de Wetenschappelijke Klimaatraad is in totaal € 2,9 miljoen overgeheveld naar art. 40 (apparaatsartikel), bij het CPB gaat het om € 0,5 miljoen voor aanvullend klimaatonderzoek. De overheveling voor versterking van de klimaatcommunicatie door de directie Communicatie bedraagt € 5,7 miljoen. Tenslotte wordt € 1,3 miljoen overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) ter financiering van de extra werkzaamheden van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) op het gebied van klimaat en energie.

15

Op basis waarvan wordt de regeling tegemoetkoming blokaansluitingen met € 338 mln naar beneden bijgesteld?

Antwoord

De raming voor de Tijdelijke subsidieregeling tegemoetkoming blokaansluitingen (hierna: TTB) is voor het jaar 2023 met € 338 miljoen verlaagd, omdat in de initiële raming in maart 2023 is uitgegaan van een hoger bedrag voor het tweede halfjaar. Om rekening te houden met de ontwikkeling van de energieprijzen werkt de TTB met een bedrag per halfjaar. Op 1 juli jl. is het bedrag voor het tweede halfjaar vastgelegd en door de sterk gedaalde energieprijzen ten opzichte van januari kwam dit onder het minimum van 50% van het eerste bedrag. Het bedrag voor het tweede halfjaar is vastgelegd op exact 50% van het bedrag voor het eerste halfjaar. Deze ondergrens was bij totstandkoming van de regeling vastgesteld, om aanvragers zekerheid te geven over de hoogte van de te verwachten tegemoetkoming. Op basis van dit lagere bedrag voor het tweede halfjaar is de raming naar beneden bijgesteld. Daarnaast is ook een deel van de totale subsidiegelden verschoven naar 2024 omdat de verwachting is dat er ook volgend jaar nog betalingen zullen volgen op basis van aanvragen uit 2023.

16

Kunt u specificeren hoeveel uitvoeringslasten medeoverheden hebben door kernenergie? Kunt u aangeven waar deze middelen aan worden uitgegeven?

Antwoord

In 2023 is er € 8,48 miljoen gereserveerd voor de uitvoeringslasten van (mede)overheden. Deze middelen zijn bestemd voor het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat en uitvoeringsorganisatie Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Straling (€ 2,55 miljoen), de provincie Zeeland en de gemeente Borsele (€ 4,53 miljoen) en het Ministerie van Economische Zaken & Klimaat (€ 1,4 miljoen). Deze middelen worden onder andere uitgegeven aan personele versterking. Deze versterking is nodig om te zorgen dat er geen beperkingen in de keten ontstaan in de uitvoering van de ambities op het gebied van de uitrol van kernenergie in Nederland. Ook zijn deze middelen bedoeld voor ondersteuning van de activiteiten door de provincie Zeeland en de gemeente Borsele op het gebied van kernenergie, zoals onderzoek, communicatie en participatie.

17

Kunnen kleine ondernemingen voldoende aanspraak maken op duurzaamheidsregelingen? Zo nee, waar loopt dit spaak?

Antwoord

Er is een breed scala aan regelingen die het mkb ondersteunen bij de verduurzaming. Een overzicht en de beschrijving van deze regelingen kunt u vinden in bijlage 1, 2 en 3 van de kamerbrief voortgang verduurzaming mkb (kamerstuk nr. 32637–562). Geconstateerd is dat door het aantal regelingen het aanbod niet altijd even overzichtelijk is. Dit komt mede omdat er overlap en concurrentie is tussen verschillende regelingen. Daarom is het kabinet gestart met een interdepartementale werkwijze om de ondersteuning aan het mkb effectiever en efficiënter te maken door onder andere overlap en concurrentie tussen regelingen in de toekomst te voorkomen.

18

Kunt u aangeven welke verwachte ETS-prijs is gebruikt bij de raming van de begroting? In hoeverre verschilt dit met de actualisatie in prijs per ton CO2?

Antwoord

De ETS raming wordt jaarlijks met de ontwerpbegroting geactualiseerd. De raming is opgebouwd uit het verwachte aantal rechten te veilen door Nederland vermenigvuldigd met de verwachte prijs per ETS-recht. Eén ETS-recht is het recht om één ton CO2 (equivalent) uit te stoten, daarom kan ook worden gesproken over een prijs per ton CO2. Zowel het aantal te veilen rechten als de prijs per recht kan fluctueren afhankelijk van marktontwikkelingen. Voor het lopende jaar wordt de maandelijkse gerealiseerde veilingprijs op het veilingplatform dat voor Nederland de veiling van ETS-rechten uitvoert, EEX, gebruikt. Deze zijn hier te downloaden: https://www.eex.com/en/market-data/environmental-markets/eua-primary-auction-spot-download. Voor aankomende jaren wordt de handelsprijs van de december futures (termijncontracten voor de levering van ETS-rechten) op de EEX beurs gebruikt, deze zijn hier in te zien https://www.eex.com/en/market-data/environmentals/futures.

De raming voor 2024 is gebaseerd op de future van december 2024. De prijs hiervan was op 22 september € 89,72.

19

Kunt u per maatregel uit Nij Begun aangeven of deze ook met terugwerkende kracht kan gelden?

Antwoord

In de brief van 16 juni jl. heb ik aangekondigd om samen met de uitvoeringsorganisaties per maatregel zorgvuldig te bekijken welke mogelijkheden er zijn en waar terugwerkende kracht wel, in een aangepaste vorm of helemaal niet mogelijk en/of raadzaam is. Uitgangspunt daarbij is dat het toepassen van terugwerkende kracht uitvoerbaar moet zijn en nadrukkelijk niet tot grote vertraging voor de huidige aanvragen mag leiden. Zo heeft het IMG over de verbetering van de immateriële schadevergoedingen aangegeven terugwerkende kracht toe te passen. Ik ben nog met de uitvoeringsorganisaties over de andere maatregelen in gesprek en verwacht binnen afzienbare tijd uw Kamer hier nader over te informeren.

20

Kunt u aangeven of voor de maatregelen uit het bestuursakkoord van 6 november 2020 die voor veel ongelijkheid hebben gezorgd (waaronder de 17.000 en 13.000 regeling) alsnog wordt gepoogd dit recht te zetten? Hoeveel is hiervoor begroot?

Antwoord

De NCG neemt verschillen weg op straat-, wijk- en dorpsniveau door gebiedsgericht te werken en bij knelpunten de NCG-knelpuntenpot in te zetten. De NCG staat naast de bewoner door (aanvullend) maatwerk aan te bieden, waartoe in Nij Begun middelen zijn gereserveerd. Daarnaast krijgen de gemeenten een eigen knelpuntenbudget om inwoners te helpen die naast de versterking van hun huis te maken hebben met sociaaleconomische, psychosociale of gezondheidsproblemen. Tot slot krijgt het IMG extra budget om individuele knelpunten in de schadeafhandeling voortvarender op te lossen. Ten aanzien van onuitlegbare verschillen zal de commissie Van Geel binnenkort met haar bevindingen komen.

21

Kunt u aangeven of in de begroting al rekening is gehouden met de conclusies van de commissie Van Geel?

Antwoord

De commissie Van Geel heeft de opdracht ontvangen om o.a. in kaart te brengen in welke situaties sprake is van onuitlegbare verschillen bij afhandeling van schade en uitvoering van de versterking en met welke oplossingsrichtingen deze verschillen kunnen worden weggenomen. Op dit moment heeft de commissie Van Geel nog geen advies uitgebracht, verwachting is dit najaar. Het kabinet heeft daarom nog niet kunnen wegen en kunnen bepalen of en hoe aan het advies gevolg gegeven kan worden.

22

Hoeveel zou het kosten om de maatregelen uit Nij Begun met terugwerkende kracht van toepassing te laten zijn voor bewoners die eerder uitgesloten werden voor regelingen en maatregelen die op basis van de huidige voorstellen wel in aanmerking zouden komen?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 19. Momenteel breng ik samen met de uitvoeringsorganisaties de mogelijkheden in kaart waar terugwerkende kracht wel, in een aangepaste vorm of niet mogelijk en/of raadzaam is. Hierbij betrek ik met name de mogelijkheden voor de uitvoering en ook de financiële consequenties.

23

Hoeveel zou het kosten om de pilot voor duurzaam herstel en funderingsschade op te schalen voor de circa 14.000 huishoudens die daarvoor in aanmerking zouden komen?

Antwoord

Er is bij Voorjaarsnota 2022 € 350 miljoen beschikbaar gesteld voor de pilotaanpak duurzaam herstel. In Nij Begun is € 1.050 miljoen extra beschikbaar gesteld. Hiermee kunnen naar verwachting alle 14.000 huishoudens die in aanmerking komen voor duurzaam herstel gefinancierd worden.

24

Hoeveel geld wordt bespaard met het schrappen van de € 60.000 grens door verminderde kosten van causaliteitsonderzoeken?

Antwoord

Op dit moment wordt maatregel 3 uit de kabinetsreactie uitgewerkt (loslaten causaliteitsonderzoek bij schadeherstel tot € 60.000). Uw Kamer wordt hier, zoals toegezegd in het CD Groningen en Mijnbouw van 28 september j.l., vóór het wetgevingsoverleg Groningen nader per brief over geïnformeerd. De financiële gevolgen van het schrappen van de causaliteitsonderzoeken boven de € 60.000-grens hangen samen met de uitwerking van deze maatregel.

25

Wordt bij schadeherstel en versterking gekeken naar de toekomstbestendigheid van een woning?

Antwoord

Toekomstbestendigheid van woningen kan zich in algemene zin op verschillende wijzen manifesteren, zoals verduurzaming, levensloopbestendigheid of aardbevingsbestendig bouwen.

Bij versterking wordt in overleg met de bewoner ook gekeken naar wensen omtrent de toekomstbestendigheid van de woning. Bewoners kunnen hier hun eigen wensen aangeven en indien binnen de planning en financiële kaders van de versterking mogelijk, wordt dit meegenomen. Voor verduurzaming geldt zoals aangegeven in Nij Begun dat het isoleren naar aardgasvrij-gereed wordt meegenomen bij middelzware en zware versterkingen. Bij lichte versterkingen wordt de logische verduurzaming die met de betreffende versterking samenhangt meegenomen. Hierbij kan worden gedacht aan het isoleren van het dak indien het dak wordt versterkt met dakplaten. Bij schadeherstel wordt met herstel in natura en de pilot duurzaam herstel geïnvesteerd in het zoveel mogelijk voorkomen van nieuwe schades.

26

Wat zijn de normen voor de toekomstbestendigheid van schadeherstel en versterking? Worden woningen in het zwaar getroffen gebied heel, veilig en eventueel aardgasvrij geleverd aan de bewoners als de werkzaamheden getroffen zijn?

Antwoord

Voor de versterkingsopgave van gebouwen geldt dat alle woningen die bouwkundig versterkt worden, na versterking aan de Meijdam-norm voldoen. In het geval van sloop-nieuwbouw dienen nieuw te bouwen woningen te voldoen aan het bouwbesluit 2012. Voor toekomstbestendigheid is er geen specifieke norm. Woningen worden heel en veilig opgeleverd.

Bij schadeherstel geldt in de basis dat de woning zo veel mogelijk wordt teruggebracht in dezelfde situatie als waarin deze zich voorafgaand aan schadeoorzaak bevond. Dit is in lijn met het civiele aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht, maar dient op basis van de Tijdelijke Wet Groningen ruimhartig te worden geïnterpreteerd. Voor toekomstbestendigheid geldt geen specifieke norm.

Voor verduurzaming geldt dat wordt gestreefd naar het isoleren naar de isolatiestandaard zoals die is ontwikkeld ten behoeve van het Klimaatakkoord. Streven is om alle woningen in de provincie Groningen en Noord-Drenthe voor 2035 te isoleren naar deze standaard. Hiervoor heeft het kabinet een extra bijdrage beschikbaar gemaakt voor gemeenten. Waar mogelijk wordt het isoleren gecombineerd met de versterking.

27

Hoeveel extra budget is nodig om verduurzaming te verbeteren zodat woningen heel, veilig en wanneer de bewoners dit willen aardgasvrij gemaakt worden?

Antwoord

Voor het herstellen van de schade en het veilig maken van de woningen heeft het kabinet aangegeven dat het koste wat kost zal zorgen dat de woningen weer heel en veilig zijn.

Voor het verduurzamen heeft de Staatssecretaris Mijnbouw naar aanleiding van het advies Wientjes om de vier dorpen uit de dorpenaanpak volledig aardgasvrij te maken, RoyalHaskoning DHV verzocht een quick scan uit te voeren naar het aardgasvrij maken van het gehele aardbevingsgebied. Daaruit volgt de inschatting dat het aardgasvrij maken van het gehele aardbevingsgebied rond de 20 miljard euro kost. Het kabinet ziet echter diverse uitvoeringsproblemen bij het in deze fase volledig aardgasvrij maken en acht dit niet haalbaar. Dit heeft onder andere te maken met het ontbreken van de benodigde elektriciteits- en warmtenetten. Ook vergt dergelijke inzet extra uitvoeringscapaciteit die niet beschikbaar is. Vandaar dat het kabinet ervoor heeft gekozen om in te zetten op het isoleren van woningen naar de nieuwe standaard voor woningisolatie. Hiermee wordt de energierekening van bewoners verlaagd en worden de woningen klaar gemaakt om op een later moment van het gas af te gaan.

28

Wat voor belemmeringen zouden er zijn voor het gelijk opschalen van de pilot voor duurzaam herstel en funderingsschade naar de circa 14.000 huishoudens die daarvoor in aanmerking zouden komen?

Antwoord

Duurzaam Herstel is een nieuwe en zeer ingrijpende aanpak waarbij bewust is gekozen voor een gefaseerde uitrol vanwege onder andere de beschikbare uitvoeringscapaciteit. Met de pilot wil het IMG ook ervaring opdoen in het aanbieden van Duurzaam Herstel en leren hoe huiseigenaren het beste kunnen worden ontzorgd. Deze ervaring is nodig om straks grootschalig woningbezitters zo goed en snel mogelijk te kunnen helpen.

29

Hebben de neerwaartse bijstellingen van de SDE m.b.t de verwachte uitgaven ook gevolgen voor verwachte inkomsten?

Antwoord

Nee, de uitgaven op de SDE-regeling hebben geen relatie met de inkomsten.

30

Wordt het beeld herkend dat de SDE steeds vaker wordt ingezet om uitgaven buiten de subsidieregeling om te financieren? Zo ja, welke implicaties heeft dit voor het kunnen vaststellen van de effectiviteit en doelmatigheid van de SDE-middelen?

Antwoord

Tijdens de voorjaarsbesluitvorming is incidenteel besloten om de meevaller in de SDE-middelen in te zetten voor dekking van verschillende beleidsdoelen. Hiervoor is in totaal voor € 9 miljard aan SDE-middelen is afgeboekt. Deze middelen zijn ingezet voor dekking van het bij Prinsjesdag 2022 aangekondigde pakket aan maatregelen om de hoge energieprijzen te compenseren (€ 5 miljard), het aanvullend klimaatpakket (€ 2,5 miljard) en overige maatregelen (€ 1,5 miljard) zoals de nadeelcompensatie productiebeperking kolencentrales en de € 0,5 miljard voor Stedin. Onderdeel van het aanvullend klimaatpakket is dat er € 2 miljard aan kasmiddelen is gereserveerd voor de ophoging van de SDE++ openstellingsrondes in 2024 en 2025.

Wanneer er SDE-middelen worden ingezet om uitgaven buiten de subsidieregeling te financieren, kunnen die niet ingezet worden voor kosteneffectieve CO2-reductie via de SDE++-regeling. Er loopt op dit moment een evaluatie van de SDE++, waarin wordt onderzocht of de SDE++ regeling doelmatig en effectief is.

31

Kan er een overzicht komen van de afgelopen vijf jaar waarin, per jaar, staat weergeven hoeveel SDE-budget er naar bestedingsdoelen buiten de subsidieregeling is gegaan?

Antwoord

Vanuit het budget dat voor de regelingen SDE, SDE+ en SDE++ beschikbaar is gesteld worden ook de uitgaven voor de HER+, de ISDE, het Flankerend beleid SDE+, het Flankerend beleid Wind op Zee, de aanleg van het net op zee door TenneT, de Statistische overdracht aan Denemarken en de reservering voor de nadeelcompensatie van kolencentrales gefinancierd. Naast deze bestedingen op de EZK-begroting vinden ook overhevelingen van budgetten naar andere departementen plaats, zoals naar IenW (kosten uitrol wind op zee van DG-Water en Bodem en Rijkswaterstaat, MIVSP, WOZEP, kosten PBL Rekenmeesterfunctie, kosten scheepvaartveiligheid windparken op zee), Defensie (aanpassing radarsystemen, aanleg zonnepanelen op Defensiedaken), LNV (bijvoorbeeld visserijonderzoek wind op zee, bijdrage aan Innovatie Prestatie Contracten Visserij) en BZK (bijdrage aan gebiedsfondsen rond windparken op land). Tenslotte worden ook de uitvoeringskosten van RVO voor de uitvoering van de verschillende SDE-regelingen uit het budget gefinancierd.

In onderstaande tabel is weergegeven welke bedragen de afgelopen vijf jaar naar deze verschillende bestedingscategorieën zijn gegaan.

Uitgaven x € 1.000

2018

2019

2020

2021

2022

HER+

27.957

26.535

38.427

25.539

29.610

ISDE

69.864

84.368

101.383

112.141

249.518

Flankerend beleid SDE+

2.571

6.703

20.472

5.648

3.819

Flankerend beleid Wind op zee

14.626

22.774

21.568

31.656

16.822

TenneT aanleg net op zee

33.511

60.319

105.084

159.014

211.975

Statistische overdracht Denemarken

Nadeelcompensatie kolencentrales

Overhevelingen naar andere departementen

14.614

23.185

16.529

30.867

54.899

Uitvoeringskosten RVO

19.840

20.971

30.101

28.402

31.371

Totaal

182.983

244.855

333.564

393.267

598.014

32

Kan er een totaaloverzicht komen van alle maatregelen (rijksbreed), die (deels) dekking krijgen uit het klimaatfonds en daarbij zowel het uitgaven- als het verplichtingenbudget bij vermelden?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 27 bij de Miljoenennota 2024.

33

Ongeveer hoeveel huishoudens in Groningen hebben aardbevingsschade van boven de € 60.000 grens?

Antwoord

Op een totaalaantal van 165.000 adressen waar ten minste 1 schademelding is ingediend bij de NAM, het CWV, de TCMG of het IMG, is in het verleden bij ca. 1200 adressen € 60.000 of meer uitgekeerd. Voor bewoners in complexe situaties en met onvoldoende voortgang in het reguliere traject van het IMG of NCG gaat binnenkort een taskforce aan de slag. Uw Kamer wordt op korte termijn per brief nader geïnformeerd over de uitwerking van maatregel 3 (loslaten causaliteitsonderzoek bij schadeherstel tot € 60.000).

34

Hoeveel zou het kosten om de € 60.000 causaliteitsgrens te schrappen?

Antwoord

Op dit moment wordt maatregel 3 uit de kabinetsreactie uitgewerkt (loslaten causaliteitsonderzoek bij schadeherstel tot € 60.000). Uw Kamer wordt hier, zoals toegezegd in het CD Groningen en Mijnbouw van 28 september j.l., vóór het wetgevingsoverleg Groningen nader per brief over geïnformeerd. Om een inschatting te kunnen maken van de kosten van het volledig schrappen van de causaliteitsgrens is meer informatie nodig over de verdere wijze van uitwerking van deze maatregel en praktijkervaring.

35

Kan er een geactualiseerd totaaloverzicht aan kostenposten en bronnen voor dekking van het energiepakket geven zoals eerder door de Kamer is verzocht?

Antwoord

In het antwoord op Kamervraag 184 bij de Voorjaarsnota 2023 staan de uitgaven en dekking van het energiepakket. Ten opzichte van de Voorjaarsnota zijn in de Miljoenennota de volgende ramingen bijgesteld:

in miljoenen euro's

Voorjaarsnota 2023

Miljoenennota 2023

Verschil

 

2022

2023

2024

Totaal

2022

2023

2024

Totaal

2022

2023

2024

Totaal

Tussenvariant Prijsplafond 1 nov tot 1 jan

3.124

   

3.124

3.124

9

 

3.135

-

9

-

9

Tijdelijk Prijsplafond

370

3.630

 

4.000

370

3.798

100

4.268

-

168

100

268

Blokaansluitingen

 

861

 

861

 

513

178

691

-

– 348

178

– 170

Tijdelijk Prijsplafond CN

 

13

3

16

 

11

3

14

-

– 2

-

– 2

TEK

 

500

– 150

350

 

330

– 100

230

-

– 170

50

– 120

36

Kan aangegeven worden welk deel van de middelen van het Nationaal Groeifonds naar verwachting eind 2023 aan projecten is toegekend en welke deel daadwerkelijk aan projectuitvoerders is uitgekeerd?

Antwoord

In totaal is een bedrag van € 4,5 miljard definitief toegekend.

De middelen hebben betrekking op grote, meerjarige programma’s, die gefaseerd door de departementen worden uitgevoerd. Eind 2022 was er bedrag van € 740 miljoen verplicht door de departementen en een bedrag van € 126 miljoen uitgegeven. Zie het overzicht per project in de tabel hieronder.

De realisatiecijfers over 2023 zijn nog niet beschikbaar. Deze zullen begin 2024 met uw Kamer worden gedeeld als onderdeel van het jaarverslag van het Nationaal Groeifonds. De verwachting is dat er dit jaar en komend jaar grote uitgaven vanuit het fonds worden gedaan ten behoeve van de uitvoering van de definitief toegekende projecten.

37

Hoeveel fte is er extra bij gekomen in 2022 en 2023 en hoeveel geld is hieraan gekoppeld?

Antwoord

Het volgende overzicht geeft een beeld van de stand van de FTE en de budgetten voor 2021, 2022 en 2023. Dit betreft zowel het Kerndepartement EZK en de Diensten (ACM/NCG/SoDM/CPB). In de stand 31/12/2021 zijn de FTE en het personeelsbudget voor NCG niet meegenomen, omdat NCG toen nog een onderdeel was van BZK.

 

Stand 31/12/2021

Stand 31/12/2022

Stand Prinsjesdag suppletoire

Aantal FTE

2.443

3.238

3.615

Personeelsbudget (x € 1.000)

€ 199.337

€ 325.740

€ 414.098

38

Hoeveel externe inhuur is er geweest in 2022 en hoeveel is er voor externe inhuur begroot?

Antwoord

In het jaarverslag 2022 van EZK is vermeld dat er in 2022 € 10 miljoen is begroot en € 17 miljoen gerealiseerd voor uitgaven van het kerndepartement EZK. Dit verschil kwam voornamelijk door inflatie en een hogere inhuur doordat er moeite was met vacatures vervullen vanwege de krapte op de arbeidsmarkt.

Zoals toegelicht in bijlage 4 van het jaarverslag EZK, zijn de uitgaven voor externe inhuur buiten het kerndepartement EZK substantieel en overstijgen deze de zogenaamde Roemer-norm van 10%. Inclusief uitvoeringsorganisaties zoals RVO, DICTU en NCG bedragen de totale uitgaven externe inhuur over 2022 € 410 miljoen, verdeeld over de categorieën:

• Beleidsgevoelig (o.a. interimmanagement, beleidsadvies)

€ 76,7 mln

• (beleids)Ondersteunend (o.a. ICT, accountancy)

€ 177,2 mln

• Ondersteuning bedrijfsvoering (uitzendkrachten)

€ 156,3 mln

Hierbij de kanttekening dat de uitvoeringsorganisaties van EZK zoals RVO en DICTU voor grote delen van de Rijksoverheid opdrachten uitvoeren en deze uitgaven dus niet uitsluitend verband houden met EZK-beleid. Krapte op de arbeidsmarkt – zeker in specifieke sectoren zoals ICT – zijn een belangrijke verklaring voor de hoge uitgaven externe inhuur in bepaalde categorieën.

In de ontwerpbegroting 2023 werden de totale uitgaven begroot op € 314 miljoen en in de ontwerpbegroting 2024 zijn deze begroot op € 415 miljoen.

39

Hoeveel geld is volgend jaar en de jaren daarna beschikbaar voor het ontwikkelen van de «centrale financieringshub» voor het mkb en waar worden deze middelen precies aan besteed?

Antwoord

Voor volgende jaar is er 870.000 euro beschikbaar voor de ontwikkeling van de financieringshub. Tevens loopt er een subsidie van 500.000 euro tot en met 31 januari 2024. De middelen worden besteed voor de ontwikkeling en het beheer van de financieringshub. Dit betreft de intensivering van de publiek-private samenwerking, de integratie van bestaand ondersteuningsaanbod en het verder ontwikkelen aan een robuust en veilig ICT-systeem. Op termijn wordt er gekeken of er extra nodig is, bijvoorbeeld voor marketing van de financieringshub.

40

Waar komen de middelen voor de centrale financieringshub voor het mkb, die gevonden worden op beleidsartikel 2, precies vandaan?

Antwoord

Dit wordt gedekt uit Bevorderen ondernemerschap, zie voor verdere toelichting vraag 4 m.b.t. Bevorderen ondernemerschap.