Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:
de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB);
de begrotingsstaat inzake de Nationale Schuld (IXA).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenaamde begrotingstoelichting).
De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2023 (inclusief nota van wijziging1) van het Ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA).
Hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 bevatten per beleidsartikel een budgettaire tabel. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in de onderstaande (tabel 1) toegelicht. Vanwege de staffel kan de som van de toegelichte mutaties afwijken van de totale mutaties op het artikel.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 en < 1.000 |
5 |
10 |
=> 1000 |
10 |
20 |
De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Miljoenennota opgenomen.
Artikel 1 Belastingen
Budgettaire gevolgen van beleid
Omschrijving |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
3.385.897 |
121.347 |
3.507.244 |
Uitgaven (1) + (2) |
3.237.036 |
121.347 |
3.358.383 |
Apparaatsuitgaven (1) |
3.092.952 |
109.303 |
3.202.255 |
Personele uitgaven |
2.626.218 |
145.557 |
2.771.775 |
Eigen personeel |
2.176.792 |
100.117 |
2.276.909 |
Inhuur externen |
441.390 |
45.013 |
486.403 |
Overig personeel |
8.036 |
427 |
8.463 |
Materiële uitgaven |
466.734 |
– 36.254 |
430.480 |
ICT |
37.943 |
1.376 |
39.319 |
Bijdrage aan SSO's |
322.863 |
– 24.116 |
298.747 |
Overig materieel |
105.928 |
– 13.514 |
92.414 |
Programma-uitgaven (2) |
144.084 |
12.044 |
156.128 |
Bekostiging |
0 |
0 |
0 |
Vergoeding proceskosten |
0 |
0 |
0 |
Garanties |
171 |
10 |
181 |
Garantie procesrisico's |
171 |
10 |
181 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
13.251 |
880 |
14.131 |
Waarderingskamer |
2.349 |
140 |
2.489 |
Kadaster |
2.765 |
168 |
2.933 |
Kamer van Koophandel |
321 |
20 |
341 |
Overige bijdrage ZBO's/RWT's |
7.816 |
552 |
8.368 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
4.138 |
28 |
4.166 |
Internationale Douaneraad |
185 |
11 |
196 |
Overige internationale organisaties |
3.953 |
17 |
3.970 |
Opdrachten |
348.237 |
– 5.059 |
343.178 |
ICT opdrachten |
276.693 |
– 9.205 |
267.488 |
Overige opdrachten |
71.544 |
4.146 |
75.690 |
Bijdrage aan agentschappen |
9.277 |
278 |
9.555 |
Bijdrage Logius |
4.458 |
196 |
4.654 |
Bijdrage overige agentschappen |
4.819 |
82 |
4.901 |
(Schade)vergoeding |
1.890 |
13.907 |
15.797 |
(Schade)vergoedingen |
– 1.310 |
13.715 |
12.405 |
Vergoeding proceskosten |
3.200 |
192 |
3.392 |
Rente |
178.020 |
2.000 |
180.020 |
Belasting- en invorderingsrente |
178.020 |
2.000 |
180.020 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken |
– 410.900 |
0 |
– 410.900 |
Toerekening uitgaven aan Douane |
– 203.543 |
0 |
– 203.543 |
Toerekening uitgaven aan Toeslagen |
– 207.357 |
0 |
– 207.357 |
Ontvangsten (3) + (4) |
207.669.528 |
5.720.078 |
213.389.606 |
Programma-ontvangsten (3) |
207.581.310 |
5.714.078 |
213.295.388 |
waarvan: Belastingontvangsten |
206.590.976 |
5.525.178 |
212.116.154 |
Bekostiging |
162.943 |
15.000 |
177.943 |
Doorbelasten kosten vervolging |
162.943 |
15.000 |
177.943 |
Rente |
612.219 |
173.900 |
786.119 |
Belasting- en invorderingsrente |
612.219 |
173.900 |
786.119 |
Boetes en schikkingen |
215.172 |
0 |
215.172 |
Ontvangsten boetes en schikkingen |
215.172 |
0 |
215.172 |
Apparaatsontvangsten (4) |
88.218 |
6.000 |
94.218 |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
|
---|---|---|---|
Verplichtingen |
3.385.897 |
121.347 |
3.507.244 |
waarvan garantieverplichtingen |
326 |
10 |
336 |
Garantie procesrisico's |
326 |
10 |
336 |
waarvan overige verplichtingen |
3.385.571 |
121.337 |
3.506.908 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Personele uitgaven
De personele uitgaven in 2023 worden € 146 mln. hoger geraamd. Dit is het saldo van zowel opwaartse als neerwaartse bijstellingen, waarbij de grootste mutaties hier worden toegelicht. De toename betreft met name de loonbijstelling (€ 138 mln.). De tranche 2023 van de loon- en prijsbijstelling is in de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting van Financiën (artikel 10) in verband met prijsstijgingen en een stijging in de cao-lonen en de sociale premies. De loon- en prijsbijstelling wordt nu naar rato verdeeld over de artikelen. Daarnaast worden er meer uitvoeringskosten voor Fraude Signalering Voorziening / Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (FSV/MSNP) geraamd (€ 16 mln.) die in 2022 niet tot besteding kwamen vanwege vertraging in de wetgeving. Tenslotte is het budget met € 33 mln. naar beneden bijgesteld op basis van de prognose van de loonkosten over 2023.
Materiële uitgaven
De materiële uitgaven worden € 36 mln. lager geraamd. Dit is het saldo van zowel opwaartse als neerwaartse bijstellingen. Vanwege de prijsbijstelling wordt het budget voor materiële uitgaven met € 27 mln. opgehoogd. Daarnaast is het budget met € 61 mln. naar beneden bijgesteld op basis van de prognose van de materiële uitgaven over 2023.
(Schade)vergoeding
Het budget voor schadevergoedingen wordt € 14 mln. hoger geraamd. Dat komt met name omdat de compensatiekosten voor het tegemoetkomingsbeleid voor personen die nadelige gevolgen hebben ondervonden aan de Fraude Signalering Voorziening (FSV) of onterecht zijn afgewezen voor het traject Minnelijke schuldsanering natuurlijke personen (MSNP) hoger worden geraamd (€ 12 mln.). Deze middelen kwamen in 2022 niet tot besteding vanwege vertraging in de wetgeving.
Ontvangsten
Belastingontvangsten
In de Miljoenennota 2024 worden de mutaties van de Belastingontvangsten in het lopende begrotingsjaar 2023 toegelicht. De aansluiting met de Miljoenennota en de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit.
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
|
---|---|---|---|
Totaal belastingontvangsten |
254.985.782 |
6.223.604 |
261.209.386 |
– /- Afdracht Gemeentefonds |
41.517.210 |
379.891 |
41.897.101 |
– /- Afdracht Provinciefonds |
3.061.537 |
46.503 |
3.108.040 |
– /- Afdracht BES-fonds |
53.977 |
19.080 |
73.057 |
– /- Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds |
3.762.082 |
252.952 |
4.015.034 |
Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen |
206.590.976 |
5.525.178 |
212.116.154 |
Bekostiging
De ontvangsten uit het doorbelasten van vervolgingskosten worden hoger geraamd aangezien de realisatiecijfers in 2023 boven de raming liggen.
Rente
De ontvangstenraming van de belasting- en invorderingsrente wordt met € 174 mln. verhoogd. Dit heeft verschillende oorzaken. Ten eerste liggen de realisaties boven de raming gezien de ontvangen vennootschapsbelasting en inkomensheffing en de belastingrente die hiermee samen hangen hoger uitvallen dan verwacht. De raming is daarom met € 145 mln. verhoogd. Daarnaast wordt er in 2023 meer invorderingsrente over de uitgestelde belastingschuld naar aanleiding van Corona verwacht (€ 13 mln.), aangezien er minder afstel van betaling wordt verwacht dan waar eerder in de raming rekening mee is gehouden. Tenslotte start het herstelproject invorderingsrente later dan eerder voorzien, waardoor terugbetalingen van de invorderingsrente doorschuiven van 2023 naar 2024 (€ 13 mln.).
Artikel 2 Financiële markten
Budgettaire gevolgen van beleid
Omschrijving |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
1.031.230 |
– 15.709 |
1.015.521 |
Uitgaven |
1.031.230 |
– 15.709 |
1.015.521 |
Bekostiging |
7.332 |
159 |
7.491 |
Accountantskamer |
1.460 |
0 |
1.460 |
Muntcirculatie |
4.309 |
809 |
5.118 |
IMVO convenanten |
30 |
0 |
30 |
Overig |
1.533 |
– 650 |
883 |
Opdrachten |
1.010.063 |
– 17.941 |
992.122 |
Wijzer in geldzaken |
1.634 |
0 |
1.634 |
Vakbekwaamheid |
5.261 |
0 |
5.261 |
Uitvoeringskosten SRH |
1.000 |
59 |
1.059 |
Schadeloosstelling SRH |
1.000.750 |
– 18.000 |
982.750 |
Overig |
1.418 |
0 |
1.418 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
12.635 |
2.073 |
14.708 |
Bijdrage AFM BES-toezicht |
705 |
0 |
705 |
Bijdrage DNB toezicht en DGS BES |
2.020 |
1.100 |
3.120 |
Bijdrage toezicht en handhaving MIF |
130 |
0 |
130 |
Bijdrage PSD II |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage FEC |
3.795 |
663 |
4.458 |
Overig |
5.985 |
310 |
6.295 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve |
625 |
0 |
625 |
Dotatie begrotingsreserve DGS BES |
0 |
0 |
0 |
Dotatie begrotingsreserve NHT |
625 |
0 |
625 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
575 |
0 |
575 |
IASB |
441 |
0 |
441 |
(Caribean) Financial Action Task Force |
134 |
0 |
134 |
Ontvangsten |
8.528 |
0 |
8.528 |
Bekostiging |
2.000 |
0 |
2.000 |
Ontvangsten muntwezen |
2.000 |
0 |
2.000 |
Opdrachten |
1.455 |
0 |
1.455 |
Wijzer in geldzaken |
1.455 |
0 |
1.455 |
Ontvangsten |
5.073 |
0 |
5.073 |
Overig |
5.073 |
0 |
5.073 |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
|
---|---|---|---|
Verplichtingen |
1.031.230 |
– 15.709 |
1.015.521 |
waarvan garantieverplichtingen |
0 |
0 |
0 |
Garantie SRF |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen |
1.031.230 |
– 15.709 |
1.015.521 |
Muntcirculatie |
4.309 |
809 |
5.118 |
Vakbekwaamheid |
5.261 |
0 |
5.261 |
Bijdrage DNB toezicht en DGS BES |
2.020 |
1.100 |
3.120 |
Bijdrage FEC |
3.795 |
663 |
4.458 |
Schadeloosstelling SRH |
1.000.750 |
– 18.000 |
982.750 |
Overige betalingsverplichtingen |
15.095 |
– 281 |
14.814 |
Toelichting
Verplichtingen
Overige verplichtingen
Schadeloosstelling SNS REAAL Holding (SRH)
In het arrest van 21 april 2023 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over de vaststelling van de omvang van de schadeloosstelling, voortvloeiend uit de onteigening van SNS REAAL op 1 februari 2013. Met deze uitspraak is de uitspraak van de Ondernemingskamer van 11 februari 2021 definitief geworden en is het proces van uitbetaling van de vastgestelde schadeloosstelling gestart2. Het proces van aanvragen, beoordelen en uitbetalen zal enkele maanden in beslag nemen. In het geval van afwijzing kan mogelijk bezwaar en beroep volgen, waardoor nog uitbetaling in latere jaren mogelijk is. Daarom is via een kasschuif budget uit 2023 doorgeschoven naar latere jaren.
Uitgaven
Opdrachten
Zie toelichting over de Schadeloosstelling SRH onder «Verplichtingen».
Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector
Budgettaire gevolgen van beleid
Omschrijving |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
17.447.003 |
– 1.603.027 |
15.843.976 |
Uitgaven |
3.019.762 |
– 299.476 |
2.720.286 |
Garanties |
20 |
0 |
20 |
Regeling Bijzondere Financieringen |
20 |
0 |
20 |
Leningen |
0 |
0 |
0 |
Lening KLM |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
3.146 |
524 |
3.670 |
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen |
3.146 |
524 |
3.670 |
Opstart Invest International |
0 |
0 |
0 |
Vermogensverschaffing/-onttrekking |
3.012.000 |
– 300.000 |
2.712.000 |
Kapitaalinjectie TenneT |
1.822.000 |
– 220.000 |
1.602.000 |
Afdrachten Staatsloterij |
100.000 |
0 |
100.000 |
Kapitaalinjectie Invest-NL |
330.000 |
– 80.000 |
250.000 |
Kapitaalinjectie Invest International |
260.000 |
0 |
260.000 |
Kapitaalinjectie regionale netbeheerders |
500.000 |
0 |
500.000 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
4.596 |
0 |
4.596 |
NLFI |
4.596 |
0 |
4.596 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve |
0 |
0 |
0 |
Dotatie begrotingsreserve Gasunie |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
1.353.308 |
666.201 |
2.019.509 |
Garanties |
11.808 |
0 |
11.808 |
Premieontvangsten garantie KLM |
11.808 |
0 |
11.808 |
Premieontvangsten Gasunie |
0 |
0 |
0 |
Premieontvangsten garantie FMO |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
0 |
0 |
0 |
Aflossing lening KLM |
0 |
0 |
0 |
Vermogensverschaffing/-onttrekking |
1.337.000 |
666.201 |
2.003.201 |
Aan-/verkoop vermogenstitels |
0 |
666.201 |
666.201 |
Afdrachten Staatsloterij |
100.000 |
0 |
100.000 |
Dividenden staatsdeelnemingen |
1.237.000 |
0 |
1.237.000 |
Winstafdracht DNB |
0 |
0 |
0 |
waarvan: Griekse inkomsten SMP |
0 |
0 |
0 |
waarvan: rente-inkomsten ESM |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
4.500 |
0 |
4.500 |
NLFI |
4.500 |
0 |
4.500 |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
|
---|---|---|---|
Verplichtingen |
17.447.003 |
– 1.603.027 |
15.843.976 |
waarvan garantieverplichtingen |
14.438.500 |
– 1.196.151 |
13.242.349 |
Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen |
– 1.561.500 |
0 |
– 1.561.500 |
Garantie FMO |
16.000.000 |
– 1.196.151 |
14.803.849 |
waarvan overige verplichtingen |
3.008.503 |
– 406.876 |
2.601.627 |
Lening SRH |
– 11.259 |
0 |
– 11.259 |
Kapitaalinjectie TenneT |
1.822.000 |
– 220.000 |
1.602.000 |
Afdrachten Staatsloterij |
100.000 |
0 |
100.000 |
Kapitaalinjectie Invest-NL |
330.000 |
– 187.400 |
142.600 |
Kapitaalinjectie Invest International |
260.000 |
0 |
260.000 |
Kapitaalinjectie regionale netbeheerders |
500.000 |
0 |
500.000 |
Overige betalingsverplichtingen |
7.762 |
524 |
8.286 |
Toelichting
Verplichtingen
Garantieverplichtingen
Garantie FMO
Dit betreft een wisselkoerscorrectie op het garantieplafond voor de garantie FMO. De vernieuwde garantieovereenkomst van de Nederlandse Staat met FMO is samen met de eerste suppletoire begroting aan de Kamer gepresenteerd. In de garantieovereenkomst staat dat de garantie 16 mld. USD bedraagt, maar abusievelijk was de garantie in de eerste suppletoire begroting opgenomen als 16 mld. EUR. Met deze bijstelling wordt dit gecorrigeerd.
Overige verplichtingen
Kapitaalinjectie TenneT
Na validatie door een extern adviseur is de kapitaalstorting voor TenneT in 2023 met € 220 mln. naar beneden bijgesteld. Deze bijstelling is het gevolg van de toekenning van financieringsvoordelen van TenneT Holding aan TenneT Nederland. Daarmee is de kapitaalbehoefte voor de Nederlandse activiteiten in 2023 lager dan eerder geraamd.
Kapitaalinjectie Invest-NL
In 2023 vindt een correctie van € 187,4 mln. plaats op het verplichtingenbudget. Vanwege het verlaagde investeringsdoel van Invest-NL voor 2023 en nog niet benutte verplichtingen uit eerdere jaren is het verplichtingenbudget aangepast. Middels deze mutatie wordt dit gecorrigeerd.
Uitgaven
Vermogensverschaffing/-onttrekking
Kapitaalinjectie TenneT
Zie toelichting onder «Verplichtingen».
Kapitaalinjectie Invest-NL
Om het kasritme aan te laten sluiten op de meerjarenraming van Invest-NL, wordt budget doorgeschoven naar latere jaren. Via deze kasschuif wordt € 80 mln. uit 2023 toegevoegd aan het budget in 2026 en 2027 (jaren waarin naar verwachting meer kapitaal nodig is). Het totaal van de beoogde kapitaalinjecties wijzigt niet, er vindt alleen een verschuiving plaats.
Ontvangsten
Vermogensverschaffing/-onttrekking
De ontvangsten nemen in 2023 met ten minste € 666,2 mln. toe. Dit komt door de verkoop van aandelen ABN AMRO door de Staat via de beurs en de inkoop van aandelen door ABN AMRO. De ontvangsten betreffen de verkoopopbrengst tot en met mei 2023.
Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen
Budgettaire gevolgen van beleid
Omschrijving |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
2.993.083 |
415.371 |
3.408.454 |
Uitgaven |
410.226 |
60.068 |
470.294 |
Garanties |
75.145 |
0 |
75.145 |
EIB pan-Europees garantiefonds |
75.145 |
0 |
75.145 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
333.200 |
59.846 |
393.046 |
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen |
19 |
53.001 |
53.020 |
Rentecompensatie ESM |
0 |
0 |
0 |
Wereldbank |
308.181 |
6.845 |
315.026 |
EBRD |
25.000 |
0 |
25.000 |
Kapitaalinleg ESM |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage EU voor rente Oekraïne |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
0 |
0 |
0 |
Teruggave winsten |
0 |
0 |
0 |
Opdrachten |
1.881 |
222 |
2.103 |
Technische assistentie |
1.881 |
122 |
2.003 |
Overige opdrachten |
0 |
100 |
100 |
Ontvangsten |
95.284 |
0 |
95.284 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
5.144 |
0 |
5.144 |
Ontvangsten IFI's |
1.954 |
0 |
1.954 |
Ontvangsten ESM Kapitaal |
3.190 |
0 |
3.190 |
Leningen |
90.140 |
0 |
90.140 |
Aflossing lening Griekenland |
0 |
0 |
0 |
Renteontvangsten lening Griekenland |
90.140 |
0 |
90.140 |
Aflossing lening Oekraïne |
0 |
0 |
0 |
Renteontvangsten lening Oekraïne |
0 |
0 |
0 |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
|
---|---|---|---|
Verplichtingen |
2.993.083 |
415.371 |
3.408.454 |
waarvan garantieverplichtingen |
2.725.829 |
359.625 |
3.085.454 |
Garantie aan DNB inzake IMF |
1.472.384 |
0 |
1.472.384 |
ESM |
– 24.710 |
0 |
– 24.710 |
EFSM |
0 |
– 90.265 |
– 90.265 |
AIIB |
96 |
0 |
96 |
Wereldbank |
669 |
0 |
669 |
SURE |
0 |
– 19.295 |
– 19.295 |
NGEU |
0 |
469.185 |
469.185 |
MFB |
215.390 |
0 |
215.390 |
MFB Headroomgarantie |
1.062.000 |
0 |
1.062.000 |
waarvan overige verplichtingen |
267.254 |
55.746 |
323.000 |
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen |
– 37 |
56.001 |
55.964 |
Wereldbank |
– 333 |
– 477 |
– 810 |
EBRD |
100.000 |
0 |
100.000 |
Kapitaalinleg ESM |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage EU voor rente Oekraïne |
165.743 |
0 |
165.743 |
Technische assistentie kiesgroeplanden |
1.881 |
122 |
2.003 |
Overige betalingsverplichtingen |
0 |
100 |
100 |
Toelichting
Verplichtingen
Garantieverplichtingen
European Financial Stabilisation Mechanism (EFSM)
Nederland staat voor haar aandeel in het EU-bni inclusief het Verenigd Koninkrijk garant voor de uitstaande leningen van het EFSM inclusief de bijbehorende renteverplichting. De resterende rente van de lening daalt naar gelang de tijd vordert, wat bekent dat het Ministerie van Financiën voor een jaar minder aan uitstaande rente garant staan. Daarnaast daalt de garantie verder door een lichte daling in het Nederlandse aandeel in het EU-bni inclusief het Verenigd Koninkrijk.
Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE)
Nederland staat voor haar aandeel in het EU-bni garant voor de uitstaande leningen van SURE inclusief de bijbehorende renteverplichting. De uitgifte van leningen voor SURE is gestopt per 21 december 2022. Het uitstaande leningenbedrag blijft daarmee gelijk. De resterende rente van de lening daalt naar gelang de tijd vordert, wat bekent dat we voor een jaar minder aan uitstaande rente garant staan.
Next Generation EU (NGEU)
De NGEU-garantie wordt omhoog bijgesteld naar aanleiding van nieuwe renteverwachtingen en een aanpassing op basis van de renteverplichting bij de uitgifte van een nieuwe leningen.
Overige verplichtingen
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen
De EIB heeft alle aandeelhouders verzocht om deel te nemen aan het EU For Ukraine Trust Fund (EU4U). Met het EU4U initiatief van de EIB wordt beoogd om de wederopbouw en het herstel van de kritieke infrastructuur en huisvesting van Oekraïne vanuit de EIB de komende periode (2023/2024) voort te kunnen zetten. De beschikbare middelen vanuit de EU-begroting ten behoeve van de EIB zijn momenteel vrijwel uitgeput en zonder nieuwe garantiedekking kan de Bank geen nieuwe activiteiten ontplooien. EU4U is derhalve bedoeld als een tijdelijke overbrugging totdat financiering wordt gevonden binnen de EU-begroting. Nederland zal € 52 mln. aan dit EIB-initiatief bijdragen.
Uitgaven
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen
Zie toelichting onder «Verplichtingen».
Wereldbank
De openstaande betaling voor de International Bank for Reconstruction and Development (Wereldbankonderdeel) is berekend in USD, maar wordt betaald in EUR. Daarom wordt deze uitgave met € 6,8 mln. bijgesteld aan de hand van de recente wisselkoers.
Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen
Budgettaire gevolgen van beleid
Omschrijving |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
10.101.366 |
– 2.000 |
10.099.366 |
Uitgaven |
188.366 |
– 2.000 |
186.366 |
Opdrachten |
25.122 |
– 1.000 |
24.122 |
Kostenvergoeding Atradius DSB |
18.900 |
0 |
18.900 |
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten |
6.000 |
– 1.000 |
5.000 |
Overige uitgaven |
222 |
0 |
222 |
Garanties |
93.000 |
– 1.000 |
92.000 |
Schade-uitkering EKV |
87.000 |
0 |
87.000 |
Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten |
6.000 |
– 1.000 |
5.000 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve |
70.244 |
0 |
70.244 |
Mutatie begrotingsreserve EKV |
70.244 |
0 |
70.244 |
Ontvangsten |
147.182 |
0 |
147.182 |
Garanties |
123.150 |
0 |
123.150 |
Premies EKV |
70.244 |
0 |
70.244 |
Premies herverzekering leverancierskredieten |
3.000 |
0 |
3.000 |
Schaderestituties EKV |
44.906 |
0 |
44.906 |
Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten |
5.000 |
0 |
5.000 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve |
24.032 |
0 |
24.032 |
Mutatie begrotingsreserve EKV |
24.032 |
0 |
24.032 |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
|
---|---|---|---|
Verplichtingen |
10.101.366 |
– 2.000 |
10.099.366 |
waarvan garantieverplichtingen |
10.000.000 |
0 |
10.000.000 |
Exportkredietverzekeringen |
10.000.000 |
0 |
10.000.000 |
waarvan: aangegane garantieverplichtingen |
10.000.000 |
0 |
10.000.000 |
waarvan: vervallen garantieverplichtingen |
0 |
0 |
0 |
waarvan overige verplichtingen |
101.366 |
– 2.000 |
99.366 |
Kostenvergoeding Atradius DSB |
18.900 |
0 |
18.900 |
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten |
6.000 |
– 1.000 |
5.000 |
Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten |
6.000 |
– 1.000 |
5.000 |
Storting begrotingsreserve EKV |
70.244 |
0 |
70.244 |
Overige betalingsverplichtingen |
222 |
0 |
222 |
Toelichting
De mutaties op het niveau financiële instrumenten komen niet boven de ondergrenzen uit binnen de staffel (conform RBV, zie ook de Leeswijzer op pagina 4). Toelichting van deze mutaties blijft derhalve achterwege.
Artikel 6 Btw-compensatiefonds
Budgettaire gevolgen van beleid
Omschrijving |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
3.762.082 |
252.952 |
4.015.034 |
Uitgaven |
3.762.082 |
252.952 |
4.015.034 |
Bijdrage aan medeoverheden |
3.762.082 |
252.952 |
4.015.034 |
Bijdragen aan gemeenten |
3.356.808 |
240.725 |
3.597.533 |
Bijdragen aan provincies |
405.274 |
12.227 |
417.501 |
Ontvangsten |
3.762.082 |
252.952 |
4.015.034 |
Toelichting
Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten
Bijdrage aan medeoverheden
Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar decentrale overheden, wordt een bedrag in het gemeente- of provinciefonds gestort. Het geraamde btw-deel wordt in het btw-compensatiefonds (BCF) gestort. Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw daarna weer declareren bij het BCF (circa € 253 mln.). Per saldo is de mutatie neutraal.
Artikel 9 Douane
Budgettaire gevolgen van beleid
Omschrijving |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
757.589 |
19.137 |
776.726 |
Uitgaven (1) + (2) |
757.589 |
19.137 |
776.726 |
Apparaatsuitgaven (1) |
505.451 |
22.261 |
527.712 |
Personele uitgaven |
500.013 |
21.950 |
521.963 |
Eigen personeel |
484.340 |
4.234 |
488.574 |
Inhuur externen |
15.455 |
16.334 |
31.789 |
Overig personeel |
218 |
1.382 |
1.600 |
Materiële uitgaven |
5.438 |
311 |
5.749 |
ICT |
1.476 |
78 |
1.554 |
Bijdrage aan SSO's |
156 |
9 |
165 |
Overig materieel |
3.806 |
224 |
4.030 |
Programma-uitgaven (2) |
252.138 |
– 3.124 |
249.014 |
Bekostiging |
0 |
0 |
0 |
Overige bekostiging |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
1.405 |
83 |
1.488 |
Overige bijdrage ZBO's/RWT's |
1.405 |
83 |
1.488 |
Opdrachten |
43.786 |
– 3.296 |
40.490 |
ICT opdrachten |
21.057 |
370 |
21.427 |
Overige opdrachten |
22.729 |
– 3.666 |
19.063 |
Bijdrage aan agentschappen |
3.352 |
86 |
3.438 |
Bijdrage overige agentschappen |
3.352 |
86 |
3.438 |
(Schade)vergoeding |
52 |
3 |
55 |
Vergoeding proceskosten |
52 |
3 |
55 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken |
203.543 |
0 |
203.543 |
Toegerekende uitgaven van Belastingen |
203.543 |
0 |
203.543 |
Ontvangsten |
605 |
0 |
605 |
Apparaatsontvangsten |
605 |
0 |
605 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Personele uitgaven
De belangrijkste mutaties ten opzichte van de vastgestelde begroting zijn:
– De tranche 2023 van de loon- en prijsbijstelling is bij de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting (artikel 10). Deze loon- en prijsbijstelling is nu naar rato doorgezet naar de begroting van Douane (€ 28 mln.).
– Er heeft budgetherschikking plaatsgevonden van eigen personeel naar externe inhuur (€ 24 mln.).
– Het programma douanewetboek van de Unie (DWU) is een langlopend programma dat is gericht op de implementatie van nieuwe Europese richtlijnen in de systemen en werkwijzen van de Douane. Door de tijdslijnen van de totstandkoming en concretisering van de richtlijnen (besluitvorming in EU-verband) is het moment van het daadwerkelijk kunnen implementeren gewijzigd. Dit resulteert in een bijstelling van de te realiseren uitgaven naar latere jaren (– € 7 mln. in 2023).
Artikel 13 Toeslagen
Budgettaire gevolgen van beleid
Omschrijving |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
1.520.035 |
– 91.482 |
1.428.553 |
Uitgaven (1) + (2) |
2.002.009 |
– 125.618 |
1.876.391 |
Apparaatsuitgaven (1) |
491.696 |
– 38.615 |
453.081 |
Personele uitgaven |
473.339 |
– 36.652 |
436.687 |
Eigen personeel |
175.791 |
– 6.653 |
169.138 |
Inhuur externen |
296.548 |
– 32.426 |
264.122 |
Overig personeel |
1.000 |
2.427 |
3.427 |
Materiële uitgaven |
18.357 |
– 1.963 |
16.394 |
ICT |
210 |
65 |
275 |
Bijdrage aan SSO's |
231 |
– 231 |
0 |
Overige materiële uitgaven |
17.916 |
– 1.797 |
16.119 |
Programma-uitgaven (2) |
1.510.313 |
– 87.003 |
1.423.310 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
– 125 |
251 |
126 |
Bijdrage overige ZBO's/RWT's |
– 125 |
251 |
126 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
4.165 |
– 365 |
3.800 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties |
4.165 |
– 365 |
3.800 |
Opdrachten |
44.385 |
2.724 |
47.109 |
ICT opdrachten |
81 |
1 |
82 |
Overige opdrachten |
44.304 |
2.723 |
47.027 |
Bijdrage aan medeoverheden |
100.227 |
4.599 |
104.826 |
Bijdrage aan medeoverheden |
100.227 |
4.599 |
104.826 |
(Schade)vergoeding |
1.154.304 |
– 94.212 |
1.060.092 |
Compensatie toeslagengedupeerden |
342.686 |
4.534 |
347.220 |
Kwijtschelden private schulden |
149.997 |
– 4.305 |
145.692 |
Herstelprogramma voor kinderen |
514.032 |
21.400 |
535.432 |
Herstelregeling voor ex-partners |
82.909 |
– 72.089 |
10.820 |
Herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen |
47.000 |
– 45.300 |
1.700 |
Overige (schade)vergoedingen |
17.680 |
1.548 |
19.228 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken |
207.357 |
0 |
207.357 |
Toegerekende uitgaven van Belastingen |
207.357 |
0 |
207.357 |
Ontvangsten |
0 |
22.088 |
22.088 |
Programma-ontvangsten |
0 |
22.088 |
22.088 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Personele uitgaven
De verlaging van het budget voor personele uitgaven met per saldo circa € 36,7 mln. kent verschillende redenen. De belangrijkste zijn:
– Budgetten voor verschillende initieel in 2023 geplande werkzaamheden inzake de hersteloperatie toeslagen verschuiven deels naar latere jaren (zie de toelichting onder «(Schade)vergoeding»). In lijn daarmee wordt € 62,1 mln. van het budget voor personele uitgaven door de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) middels een kasschuif doorgeschoven naar latere jaren.
– Vanwege loon- en prijsbijstelling wordt het budget voor personele uitgaven met circa € 23,2 mln. opgehoogd.
(Schade)vergoeding
De verlaging van het budget voor (schade)vergoeding met per saldo circa € 94,2 mln. kent verschillende redenen. De belangrijkste zijn:
– Circa € 72,1 mln. van het budget in 2023 voor de ex-partnerregeling schuift door naar latere jaren om het ritme in de begroting aan te laten sluiten bij het verwachte moment van uitbetaling.
– € 45,3 mln. van het budget in 2023 voor de regeling voor benadeelden rondom de huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget (HZK) schuift door naar latere jaren om het ritme in de begroting aan te laten sluiten bij het verwachte moment van uitbetaling.
– Zoals gemeld in de 14e voortgangsrapportage over de hersteloperatie toeslagen3 verwacht UHT dat als de huidige instroom in 2023 doorzet er eind 2023 ruim 68.000 aanmeldingen zijn, en dus meer dan de eerder verwachte 63.000. Op basis van een doorrekening van de impact voor 2023 van deze verwachte ontwikkeling is er in dit jaar meer budget nodig dan het eerder toegekende budget voor 2023 voor het uitbetalen van de kindregeling. Ten behoeve van het herstelprogramma voor kinderen wordt daarom € 21,4 mln. uit latere jaren middels een kasschuif naar voren gehaald naar 2023.
Ontvangsten
In verband met het ontvangen van een creditnota van Sociale Banken Nederland (SBN) wordt het ontvangstenbudget incidenteel opgehoogd met circa € 22,1 mln. Het uitgavenbudget wordt met hetzelfde bedrag verhoogd.
Artikel 11 Financiering staatsschuld
Budgettaire gevolgen van beleid
Omschrijving |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
36.973 |
9.393 |
46.367 |
Uitgaven |
36.973 |
9.393 |
46.367 |
Opdrachten |
21 |
0 |
22 |
Overige kosten |
21 |
0 |
22 |
Rente |
5.348 |
– 184 |
5.164 |
Rente vaste schuld |
4.353 |
– 8 |
4.345 |
Rente vlottende schuld |
976 |
– 202 |
774 |
Rente derivaten lang |
19 |
26 |
45 |
Leningen |
31.604 |
9.577 |
41.181 |
Aflossing vaste schuld |
31.604 |
50 |
31.654 |
Mutatie vlottende schuld |
0 |
9.527 |
9.527 |
Ontvangsten |
51.933 |
– 1.902 |
50.031 |
Rente |
30 |
0 |
30 |
Rente vlottende schuld |
30 |
0 |
30 |
Rente derivaten lang |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
51.903 |
– 1.902 |
50.001 |
Uitgifte vaste schuld |
50.001 |
0 |
50.001 |
Mutatie vlottende schuld |
1.902 |
– 1.902 |
0 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Rente
Rente vaste schuld
De rentetarieven, die door het CPB zijn geraamd in de MEV vallen hoger uit dan eerder geraamd, waardoor de verwachte rentelasten voor de nog uit te geven schuld hoger uitvallen. Echter bij de gerealiseerde uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Omdat deze rentetarieven lager waren dan geraamd, vallen de verwachte rentelasten per saldo met € 8,0 mln lager uit in 2023.
Rente vlottende schuld
De raming van de rentelasten vlottende schuld valt lager uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld. Daarnaast is de korte rente door het CPB hoger geraamd in de MEV dan de rente waarmee in de Voorjaarsnota 2023 rekening is gehouden. Hierdoor dalen de verwachte rentelasten per saldo met € 0,2 mld. in 2023.
Rente derivaten lang
De rentelasten op de langlopende derivaten zijn naar verwachting € 26 mln. hoger in 2023 ten opzichte van de Voorjaarsnota 2023 als gevolg van de gestegen rente.
Leningen
Aflossing vaste schuld
De raming van de aflossing vaste schuld wijzigt (€ 50 mln.) in 2023 als gevolg van de inkoop van schuld en een gewijzigde dollarkoers in de MEV-raming van het CPB.
Mutatie vlottende schuld
De omvang van de vlottende schuld daalt naar verwachting met € 9,5 mld. in het lopende jaar. Dit is het gevolg van een lagere financieringsbehoefte doordat de raming van het kastekort voor het lopende begrotingsjaar sterk is afgenomen. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zoveel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.
Ontvangsten
Leningen
Mutatie vlottende schuld
Als gevolg van het sterk afgenomen kastekort zal de omvang van de vlottende schuld in 2023 naar verwachting niet oplopen maar kleiner worden. Daarom is de mutatie op de vlottende schuld niet langer geraamd als een ontvangst (instroom van middelen als gevolg van extra lenen), maar als een uitgave.
Artikel 12 Kasbeheer
Budgettaire gevolgen van beleid
Omschrijving |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
5.079 |
547 |
5.626 |
Uitgaven |
5.079 |
547 |
5.626 |
Rente |
2.879 |
347 |
3.226 |
Rente kasbeheer |
2.879 |
347 |
3.226 |
Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
2.200 |
0 |
2.200 |
Verstrekte leningen |
2.200 |
0 |
2.200 |
Mutaties in rekening-courant en deposito's |
0 |
200 |
200 |
Mutaties in rekening courant en deposito |
0 |
200 |
200 |
Ontvangsten |
24.206 |
2.957 |
27.163 |
Rente |
109 |
11 |
120 |
Rente kasbeheer |
109 |
11 |
120 |
Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer |
0 |
0 |
0 |
Leningen |
1.095 |
21 |
1.116 |
Ontvangen aflossingen |
1.095 |
21 |
1.116 |
Mutaties in rekening-courant en deposito's |
23.002 |
2.925 |
25.927 |
Mutaties in rekening courant en deposito |
23.002 |
2.925 |
25.927 |
Toelichting
Verplichtingen en Uitgaven
Rente
Rente kasbeheer
De raming van de rentelasten kasbeheer is hoger dan geraamd bij de Voorjaarsnota 2023 (€ 0,3 mld.). Dit is het gevolg van het bijwerken van de realisatie en de nieuwe rentestanden in de MEV-raming van het CPB.
Mutaties rekening-courant en deposito
De wijziging in de geraamde mutatie van het saldo op de rekeningen-courant en deposito’s van de deelnemers van schatkistbankieren is het gevolg van het actualiseren van de geraamde uitgaven en inkomsten van decentrale overheden (€ 0,2 mld.). De mutaties in rekeningen-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren.
Ontvangsten
Rente
Rente kasbeheer
De raming van de rentebaten kasbeheer is hoger dan geraamd bij de Voorjaarsnota 2023 (€ 11 mln.). Dit is het gevolg van het bijwerken van de realisatie en de nieuwe rentestanden in de MEV-raming van het CPB.
Leningen
Op basis van de actuele inzichten is de verwachting dat de aflossingen op de leningen, die door de agentschappen, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) en derden in het kader van schatkistbankieren zijn afgesloten, hoger uitvallen dan eerder geraamd (€ 21 mln.).
Mutaties rekening-courant en deposito
De wijziging in de geraamde mutatie van het saldo op de rekeningen-courant en deposito’s van de deelnemers van schatkistbankieren is het gevolg van het actualiseren van de geraamde uitgaven en inkomsten van RWT’s (€ 0,9 mld.) en sociale fondsen (€ 2,0 mld.). De mutaties in rekeningen-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren.
Artikel 8 Apparaat
Omschrijving |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
387.446 |
23.782 |
411.228 |
Uitgaven |
387.446 |
23.694 |
411.140 |
Personele uitgaven |
244.237 |
10.867 |
255.104 |
Eigen personeel |
231.410 |
5.324 |
236.734 |
Inhuur externen |
11.768 |
5.515 |
17.283 |
Overig personeel |
1.059 |
28 |
1.087 |
Materiële uitgaven |
143.209 |
12.827 |
156.036 |
ICT |
20.073 |
4.666 |
24.739 |
Bijdrage aan SSO's |
42.412 |
7.093 |
49.505 |
Overig materieel |
80.724 |
1.068 |
81.792 |
Ontvangsten |
58.147 |
0 |
58.147 |
Apparaatsontvangsten |
58.147 |
0 |
58.147 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Personele uitgaven
De mutatie op personele uitgaven en verplichtingen van € 10,9 mln. is het saldo van opwaartse en neerwaartse begrotingsmutaties binnen artikel 8 Apparaat. De opwaartse uitgavenmutaties zijn onder andere het resultaat van een overboeking van de loon- en prijsbijstelling (ca. € 17 mln.) en de eindejaarsmarge (€ 1 mln.) vanuit artikel 10 Nog onverdeeld. De neerwaartse uitgavenmutaties komen onder andere voort uit een herschikking van personeel naar materieel (€ 3 mln.) en een vrijval van verwachte onderuitputting ten gunste van het generale beeld (€ 4 mln.).
Materiële uitgaven
De mutatie op materiële uitgaven en verplichtingen van € 12,8 mln. is het saldo van meerdere begrotingsmutaties binnen artikel 8 Apparaat. De hogere uitgaven zijn onder andere het resultaat van overboekingen vanuit artikel 10 Nog onverdeeld vanwege de prijsbijstelling (ca. € 8 mln.), de eindejaarsmarge (€ 1 mln.) en kosten voor het project Digitaliseren Schatkistbankieren (€ 1,5 mln.) Daarnaast heeft er nog een herschikking van personeel naar materieel plaatsgevonden van € 3 mln.
Artikel 10 Nog onverdeeld
Omschrijving |
Vastgestelde begroting (incl. suppletoire begrotingen, NvW) (1) |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) |
Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) |
---|---|---|---|
Verplichtingen |
386.115 |
– 370.711 |
15.404 |
Uitgaven |
386.115 |
– 370.711 |
15.404 |
Nog te verdelen |
386.115 |
– 370.711 |
15.404 |
Loonbijstelling apparaat |
206.255 |
– 205.542 |
713 |
Prijsbijstelling apparaat |
109.368 |
– 104.393 |
4.975 |
Onvoorzien programma |
601 |
– 351 |
250 |
Onvoorzien apparaat |
69.891 |
– 60.425 |
9.466 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Nog te verdelen
Hieronder staan de belangrijkste wijzigingen genoemd ten opzichte van de vastgestelde begroting:
– De loon- en prijsbijstelling 2023 is bij de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan de Financiënbegroting op artikel 10 Nog onverdeeld en is nu naar rato doorverdeeld naar de verschillende artikelen (– € 294 mln.).
– De eindejaarsmarge is bij de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan artikel 10 Nog onverdeeld en wordt nu overgeheveld naar de (beleids)artikelen (– € 31,2 mln.). Het grootste deel (€ 28 mln.) is overgeheveld naar artikel 1 Belastingen voor de compensatie- en uitvoeringskosten voor gedupeerden van de Fraude Signalering Voorziening (FSV) en onterechte afwijzing van Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP). Vanwege vertraging in de wetgeving zijn middelen in 2022 (zowel voor uitvoering als voor compensatie) niet tot besteding gekomen en vallen de kosten voor FSV/MSNP in 2023 hoger uit.
– Vanuit artikel 10 Nog onverdeeld is eenmalig budgettaire ruimte beschikbaar gesteld ten gunste van het generale beeld (– € 31 mln.).
– De kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 2023 is hoger dan eerder geraamd. Daarnaast zijn de premielasten gedaald. Het incidentele verschil ten opzichte van Centraal Economisch Plan 2022 blijft, voor zover nog niet in nieuwe arbeidsvoorwaardelijke afspraken opgenomen, beschikbaar voor arbeidsvoorwaarden door middel van een kasschuif naar 2024 (– € 72 mln.).
– De raming voor de belasting- en invorderingsrente en ontvangsten uit het doorbelasten van vervolgingskosten wordt naar boven bijgesteld (zie de toelichting bij artikel 1). Middels een overboeking wordt het budget op artikel 10 Nog onverdeeld met € 60 mln. opgehoogd.