Voorgesteld 25 oktober 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat op dit moment één kansspelbelasting geldt voor alle typen gokspelen;
overwegende dat het risico op gokverslaving veel hoger is bij risicovolle kansspelen, zoals onlinegokken en -casinospelen, dan bij het meedoen aan de Lotto en zogenaamde artikel 3-loterijen, zoals de VriendenLoterij, de Grote Clubactie of Jantje Beton;
overwegende dat artikel 3-loterijen bovendien verplicht zijn ten minste 40% van de inleg aan goede doelen af te dragen, en dat de Lotto verplicht afdraagt aan NOC*NSF en achttien goede doelen in Stichting ALN;
van mening dat een hogere belasting op gokken een preventieve werking kan hebben, maar dat daar geen noodzaak voor is bij de Lotto en artikel 3-loterijen;
verzoekt de regering een tariefdifferentiatie in de kansspelbelasting te onderzoeken, zodat een ander percentage kan worden gehanteerd voor de Lotto en artikel 3-loterijen dan voor risicovolle gokspelen, en daar begin 2024 aan de Kamer over te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Inge van Dijk