Ontvangen 25 oktober 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Aan artikel XXXII worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
H
Artikel XL, onderdeel D, vervalt.
I
Na artikel XL wordt een artikel ingevoegd, luidende:
XLbis
In de Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken wordt met ingang van 1 januari 2025 in artikel 10, eerste lid, «€ 8,83» vervangen door «€ 30,46»
II
In artikel XLII, eerste lid, onderdeel e, wordt «XXVIII» vervangen door «XXVIII, XL».
In het Belastingplan 2023 is geregeld dat de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken per 1 januari 2024 stijgt van € 8,83 naar € 26,13 per hectoliter. Met dit amendement wordt voorgesteld de verhoging een jaar uit te stellen. Recent is onderzoek gedaan naar een gedifferentieerd tarief in deze verbruiksbelasting.1 Indieners zijn van mening dat er zo snel mogelijk een gedifferentieerd tarief op basis van toegevoegde suikers ingevoerd moet worden. Hierdoor wordt de belasting op dranken met geen of weinig toegevoegde suikers beperkt. Dit amendement voorkomt dat de belasting volgend jaar fors stijgt terwijl het in 2025 mogelijk weer daalt voor bepaalde dranken. Daarbij menen deze leden dat een gedifferentieerd tarief op basis van toegevoegde suikers rechtvaardiger is dan een vlak tarief op alle alcoholvrije dranken.
De derving door het uitstel bedraagt incidenteel 365 miljoen euro. De gemiste budgettaire opbrengst van het niet-verhogen van het tarief in 2024 wordt via dit amendement verwerkt in de verhoging van het tarief vanaf 1 januari 2025. Dat betekent dat het tarief per 1 januari 2025 € 30,46 per hectoliter komt te bedragen. Daardoor wordt er vanaf 2025 structureel 91,3 miljoen euro extra opgehaald. Uit het genoemde onderzoek blijkt dat een gedifferentieerd tarief meer oplevert. De extra lasten kunnen dan ook binnen het stelsel met een gedifferentieerd tarief opgevangen worden.
Stoffer Inge van Dijk Eppink