Ontvangen 23 oktober 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In de in artikel I, onderdeel A, voorgestelde tabel van artikel 2.10, eerste lid, worden de in kolom IV als eerste en tweede opgenomen percentages verlaagd met 0,04 procentpunt.
II
In de in artikel I, onderdeel B, voorgestelde tabel van artikel 2.10a, eerste lid, worden de in kolom IV als eerste en tweede opgenomen percentages verlaagd met 0,04 procentpunt.
III
Artikel I, onderdeel S, vervalt.
IV
In de in artikel VII, onderdeel B, voorgestelde tabel van artikel 20a, eerste lid, worden de in kolom IV als eerste en tweede opgenomen percentages verlaagd met 0,04 procentpunt.
V
In de in artikel VII, onderdeel C, voorgestelde tabel van artikel 20b, eerste lid, worden de in kolom IV als eerste en tweede opgenomen percentages verlaagd met 0,04 procentpunt.
VI
Artikel VII, onderdeel D, vervalt.
Dit amendement draait de voorgestelde beleidsmatige verhoging van de arbeidskorting met 207 miljoen euro terug. In plaats daarvan wordt deze 207 miljoen euro gebruikt om het tarief van de eerste schijf in de inkomstenbelasting te verlagen. Hiermee wordt tevens de verhoging van het tarief van de eerste schijf als gevolg van het grotendeels niet invullen van de taakstelling voor fiscale regelingen en constructies ongedaan gemaakt.
Bij de plenaire behandeling van het Belastingplan 2023 een jaar geleden stelde de Staatssecretaris van Financiën dat «de grenzen van de inzet van [de arbeidskorting] bereikt zijn». Niettemin stelt de regering in het Belastingplan 2024 een extra verhoging van de arbeidskorting met 207 miljoen euro voor. Deze verhoging komt nog eens boven op de indexatie (tabelcorrectiefactor) van de arbeidskorting met 9,9 procent, ofwel van ruim 3 miljard euro. Indieners achten de extra verhoging van de arbeidskorting onverstandig en betreuren bovendien de verhoging van het tarief in de eerste schijf van box 1. Met dit amendement worden draaien de indieners beide terug.
Grinwis Inge van Dijk