Ontvangen 25 oktober 2023
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, wordt in de opgenomen tabel het eerste percentage onder IV met 0,01%-punt verlaagd.
II
In artikel I, onderdeel B, wordt in de opgenomen tabel het eerste percentage onder IV met 0,01%-punt verlaagd.
III
In artikel II, onderdeel A, wordt na «als eerste» ingevoegd «vermelde percentage verhoogd met 0,02%-punt en het als» en wordt «percentages» vervangen door «percentage».
IV
In artikel III wordt na «als eerste» ingevoegd «vermelde percentage verlaagd met 0,07%-punt en het als» en wordt «percentages» vervangen door «percentage».
V
In artikel IV wordt na «als eerste» ingevoegd «vermelde percentage verlaagd met 0,04%-punt en het als» en wordt «percentages» vervangen door «percentage».
VI
In artikel V wordt na «als eerste» ingevoegd «vermelde percentage verlaagd met 0,16%-punt en het als» en wordt «percentages» vervangen door «percentage».
VII
In artikel VI wordt na «als eerste» ingevoegd «vermelde percentage verlaagd met 0,07%-punt en het als» en wordt «percentages» vervangen door «percentage».
VIII
Na artikel XV wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Het huidige belastingstelsel kent vele fiscale regelingen die ondoelmatig en/of ondoeltreffend zijn. Deze aftrekposten, kortingen en vrijstellingen kosten jaarlijks tezamen ongeveer € 163 miljard. Het afschaffen van de fiscale regelingen kan het Nederlands belastingstelsel eenvoudiger en rechtvaardiger maken.
De doelstelling achter het verlaagde btw-tarief voor de sierteelt is om de binnenlandse vraag naar sierteeltproducten te ondersteunen, met name voor de lage inkomensgroepen. Daarnaast moest het de werkgelegenheid en omzet stimuleren van deze sector. De fiscale regeling wordt echter als ondoelmatig beoordeeld en bovendien is overheidsingrijpen in deze sector middels deze fiscale regeling niet gerechtvaardigd.
Dit amendement regelt het per 1 oktober 2024 laten vervallen van het verlaagde tarief in de omzetbelasting ten aanzien van sierteeltproducten, te weten: bloembollen, bloemen, planten en bloemkwekerijproducten (post a.48). Vanaf genoemde datum worden deze diensten dan belast tegen het algemene tarief van 21%. De budgettaire opbrengst is 79 miljoen euro in 2024 en 314 miljoen euro vanaf 2025 (structureel). Er wordt met dit amendement afgeweken van het vaste verandermoment omdat indiener beoogt de sector de tijd te geven om zich voor te bereiden. Wel wordt aansluiting gezocht bij een tijdstip voor de kwartaalaangifte omzetbelasting.
De vrijgevallen middelen worden ingezet om het tarief van de eerste schijf in de inkomstenbelasting te verlagen met 0,06%. Op deze manier beoogt de indiener werken meer te laten lonen, zo de bestaanszekerheid van mensen te vergroten. Tevens is het doel van dit amendement om aan te geven dat mensen zelf kunnen bepalen waaraan zij hun geld besteden, in plaats van op voorhand belastinggeld ten gunste van bovenstaande sector te gebruiken. Onder aan de streep blijft er na de verlaging van de eerste schijf in de inkomstenbelasting een bedrag over van ca. 30 miljoen euro. Het resterende bedrag wordt teruggesluisd naar de MIA/VAMIL teneinde de verduurzaming te stimuleren.
Dassen