Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 29 januari 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit artikel 12 van het VN-Kinderrechtenverdrag voortkomt dat alle jongeren het recht hebben hun mening te geven over zaken die hun aangaan;
constaterende dat er wel een landelijke financiële regeling is bij OCW voor jongeren die in het bestuur zitten van een politieke jongerenorganisatie (PJO) en van organisaties die de belangen van studenten en leerlingen vertegenwoordigen;
constaterende dat daarentegen de belangen van jongeren in een kwetsbare positie niet structureel zijn verankerd in beleid, zoals ervaringsdeskundigen in de (jeugd)zorg, chronisch zieke jongeren of zwerfjongeren;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe dit soort organisaties net als politieke jongerenorganisaties en studenten- en scholierenorganisaties structureel financieel ondersteund kunnen worden, en de Kamer voor de begroting in het najaar opties te sturen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Westerveld