Ontvangen 21 september 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel 2 Curatieve zorg van de departementale begrotingsstaat worden het uitgavenbedrag en het ontvangstenbedrag verlaagd met € 5.000 (x € 1.000).
Dit amendement strekt ertoe geld te reserveren op de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om de hoogte van de bestuursrechtelijke premie voor wanbetalers uit de Zorgverzekeringswet te verlagen naar 110% van de gemiddelde premie. Wanbetalers van hun zorgverzekering worden na zes maanden verplicht verzekerd door het CAK. Hiervoor moeten zij de bestuursrechtelijke premie betalen. De hoogte van de bestuursrechtelijke premie is vastgelegd in de Zorgverzekeringswet en is een percentage tussen 110% en 130% van de gemiddelde premie. Bij ministeriële regeling is dit percentage nu op 120% gesteld. Indieners verzoeken de betrokken Minister om het percentage naar 110% aan te passen in de onderliggende regeling.
De bestuursrechtelijke premie zorgt er in veel gevallen voor dat bestaande problemen worden verergerd. Het beleid achter de wanbetalersregeling uit de Zorgverzekeringswet is gestoeld op de gedachte dat mensen rationele keuzes maken (namelijk op tijd de achterstand betalen om te voorkomen een hogere premie te moeten betalen) en sterk (financieel) zelfredzaam zijn. De ervaring leert dat deze gedachte niet realistisch is.
In het jaarverslag van de Raad voor de Rechtspraak is de wanbetalersregeling één van de genoemde buikpijndossiers.1 Afgezien van de inhoudelijke problemen met de afhandeling van de openstaande schuld en het gebrek aan maatwerk, zorgt de opslag voor verergering van bestaande problemen, zo zegt de Raad voor de Rechtspraak. Om de grootste knelpunten in de wanbetalersregeling aan te pakken is de verlaging naar 110%, als eerste stap naar een sterk verbeterde regeling, volgens indieners gepast.
Dekking voor dit amendement wordt gevonden in een amendement dat wordt ingediend op het Belastingplan 2024, strekkende tot onder andere het verhogen van de bankenbelasting en het afschaffen van de kolenvrijstelling.
Bikker Klaver