Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 januari 2024
Hierbij informeer ik uw Kamer over het advies van de Nationaal Rapporteur Verslavingen over de studie Kennissynthese Verslaving aan middelen.
Eén van de kerntaken van de Nationaal Rapporteur Verslavingen (NRV) is het signaleren van kennislacunes. Ten behoeve van deze kerntaak is door de NRV ZonMw gevraagd een overzicht te laten opstellen van de kennis over verslaving aan middelen, waarbij ook de belangrijkste kennishiaten geïdentificeerd moesten worden. De kennissynthese is uitgevoerd door het Instituut voor Verslavingsonderzoek (IVO) en de Amsterdam Medische Centra (Amsterdam UMC).
De NRV onderschrijft de conclusie uit de kennissynthese:
− Verslaving heeft een enorme impact op de volksgezondheid en de maatschappij en behoort tot de aandoeningen met de grootste ziektelasten sterfte van alle psychiatrische én lichamelijke aandoeningen;
− Verslaving is één van de meest voorkomende psychische aandoeningen in Nederland;
− Vergeleken met andere psychiatrische en lichamelijke aandoeningen zijn er weinig mogelijkheden om wetenschappelijk onderzoek te financieren.
Om deze redenen adviseert de NRV om een ZonMw programma Verslavingsonderzoek mogelijk te maken. Hij adviseert daarbij de mogelijkheden van medefinanciering door andere departementen te onderzoeken en na te gaan hoe (de financiering van) het verslavingsonderzoek in Europa hoger op de agenda kan komen te staan. Tot slot adviseert de NRV de haalbaarheid van een Nationaal Fonds Verslaving te onderzoeken. Hij stelt voor om de financiering te bekostigen door een klein percentage van de accijnzen op alcohol en tabak af te dragen aan zo een fonds. Hij onderkent dat dit niet gebruikelijk is, maar wijst op het Verslavingspreventiefonds Kansspelen dat wordt gefinancierd door een uitbreiding van de kansspelheffing van 0,25% bij de aanbieders van online kansspelen. Het ZonMw onderzoeksprogramma Preventie van Kansspelverslaving wordt uit dit fonds bekostigd.
Het kabinet informeert uw Kamer voor het zomerreces over de reactie op de aanbevelingen in dit advies.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen