Kamerstuk 36410-XIV-17

Begrotingswijzigingen ten opzichte van de 2e suppletoire begroting 2023 van LNV

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2024

Gepubliceerd: 15 december 2023
Indiener(s): Piet Adema (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU), Christianne van der Wal (minister zonder portefeuille landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36410-XIV-17.html
ID: 36410-XIV-17

Nr. 17 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT EN VOOR NATUUR EN STIKSTOF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2023

Met deze brief informeren we u over de nu voorziene begrotingswijzigingen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2023 van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds.

Allereerst wordt ingegaan op de nu voorziene wijzigingen in het verplichtingen- en uitgavenbudget, aansluitend worden verwachte wijzigingen in de ontvangsten toegelicht. De definitieve realisatiecijfers kunnen mogelijk afwijken en worden verwerkt in de Slotwet 2023.

Uitgaven en verplichtingen

Artikel 21

Naar verwachting zijn er op artikel 21 lagere kasuitgaven (circa € 51,9 mln.) en worden er minder verplichtingen aangegaan ten opzichte van de 2e suppletoire begroting.

Subsidies

De kasuitgaven voor subsidies op artikel 21 vallen naar verwachting lager uit. De middelen voor de maatregel Waterbassins mest (€ 34 mln.) komen naar verwachting niet tot besteding, omdat de maatregel niet tijdig uitgewerkt is. Alternatieve inzet van de middelen wordt verkend. Daarnaast is er onderuitputting op het budget voor biologische landbouw door vertraging in de uitvoering (€ 7 mln.) Ook het budget voor de landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties plus (LBV-plus) komt naar verwachting niet volledig tot besteding, omdat voorziene betalingen pas in 2024 gedaan worden. Hierdoor ontstaat er onderuitputting van ca. € 25 mln. op de kasuitgaven en ca. € 580 mln. op de verplichtingen.

Opdrachten

De verplichtingen in het opdrachtenbudget op artikel 21 worden naar boven bijgesteld met naar verwachting maximaal € 0,5 mln., omdat er meer dieren in beslag zijn genomen dan voorzien, wat leidt tot hogere kosten voor de in beslagname en opvang.

Bijdrage aan ZBO/RWT

De kasuitgaven voor bijdragen aan ZBO’s en RWT’s worden verhoogd met ongeveer € 0,5 mln. door een technische correctie in bijdrage aan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden en de bijdrage aan Skal.

Bijdragen aan (internationale) organisaties

Het verplichtingenbudget voor de bijdrage aan (internationale) organisaties wordt verhoogd met € 6 mln. Dit wordt verklaard door een toezegging van voor een specifiek vijfjarig programma van de Food and Agriculture Organization (FAO).

Artikel 22

De verwachting is dat de kasuitgaven op dit artikel ongeveer € 100 mln. lager zullen uitvallen ten opzichte van de 2e suppletoire begroting. De verplichtingen zullen ook lager zijn.

Subsidies

De kasuitgaven zullen ongeveer € 80 mln lager zijn dan voorzien. Het kasbudget voor de Nederlandse implementatie van de Brexit Adjustment Reserve (BAR) voor de visserijsector valt lager uit. Dit komt door onderuitputting op de saneringsregeling en de liquiditeitsregeling als onderdeel van het visserijspoor van de BAR. Daarnaast valt het kasbudget voor de Regeling versneld natuurherstel naar verwachting € 8,2 mln. lager uit doordat er minder deelnemers zijn aan de regeling dan eerder werd verwacht.

Opdrachten

Het opdrachtenbudget op artikel 22 wordt naar beneden bijgesteld met naar verwachting € 5,9 mln. Dit komt doordat er minder grond is aangekocht dan werd voorzien en er lagere uitgaven aan zaakbegeleiders zijn doordat de kosten grotendeels in 2024 gefactureerd worden. Bij het Programma Natuur (€ 6 mln.) is naar verwachting sprake van hogere uitgaven aan opdrachten in plaats van specifieke uitkeringen (zie ook onderstaand).

Bijdrage Baten-Lastendiensten

De onderhandelingen over aankoop van gronden door het Rijksvastgoedbedrijf duurt langer dan voorzien, wat naar verwachting leidt tot lagere kasuitgaven verplichtingen (circa € 10 mln.)

Bijdrage ZBO/RWT

Op de bijdragen aan ZBO’s en RWT’s wordt het verplichtingenbudget verhoogd met ongeveer € 0,5 mln., doordat er een meerjarige opdracht is verstrekt aan Staatsbosbeheer voor werkzaamheden voor het programma Transparantie in Informatie. Het verplichtingenbudget staat geraamd in de jaren 2024–2026.

Bijdrage aan mede-overheden

De kasuitgaven zullen naar verwachting € 20 mln. lager zijn. Enkele maatregelen van provincies voor PAS-melders zijn niet volledig betaald doordat deze niet aan de voorwaarden voldeden, wat leidt tot een onderuitputting van € 10 mln. De bijdragen aan mede-overheden voor Programma Natuur zijn lager, omdat het opdrachten zijn verstrekt in plaats van specifieke uitkeringen (zie ook onder opdrachten). De specifieke uitkeringen voor provincies hebben ook een kleine onderuitputting doordat een deel van de loon- en prijsbijstelling niet is ingezet, doordat de beschikkingen eerder waren vastgesteld dan het uitkeren van de loon- en prijsbijstelling.

Artikel 23

De kasuitgaven op dit artikel zijn naar verwachting € 80 mln. lager dan voorzien in de 2e suppletoire begroting. Ook de verplichtingen zijn lager dan voorzien.

Subsidies

Op kasuitgaven van de subsidies op artikel 23 wordt een onderuitputting voorzien van ongeveer € 68 mln ten opzichte van de 2e suppletoire begroting. De middelen voor maatregelen op het vlak van transitie landbouw worden naar verwachting niet volledig besteed, zoals innovatie op het boerenerf (€ 36 mln.), digitalisering (€ 25 mln.) en fieldlabs (€ 9 mln.). De onderuitputting wordt veroorzaakt doordat het opzetten van regelingen minder snel gaat dan werd voorzien.

Bijdragen agentschappen

De kasuitgaven worden naar boven bijgesteld met € 0,1 mln doordat er reeds een verplichting voor het RIVM is aangegaan die oorspronkelijk voor 2024 was voorzien, maar al in 2023 tot een betaling leidt.

Bijdrage aan ZBO/RWT

Er wordt onderuitputting van € 12,5 mln. voorzien op de kasuitgaven. Een deel van de wettelijke onderzoekstaken is uitgevoerd via subsidies, wat leidt tot een onderuitputting op de kasuitgaven binnen de bijdrage aan ZBO’s/RWT’s.

Artikel 50

De uitgaven aan personeel op zijn lager dan werd verwacht bij de 2e suppletoire begroting. Een onderuitputting van ongeveer € 12 mln op de kasuitgaven wordt veroorzaakt doordat het langer duurt om vacatures in te vullen door de krappe arbeidsmarkt. Door hogere uitgaven aan IUC/DICTU en materieel voor het kerndepartement (beide posten circa € 3 mln.) worden de totale uitgaven op artikel 50 naar verwachting € 6,2 mln. lager.

Ontvangsten

Artikel 21

Begrotingsreserve landbouw

Uit de Begrotingsreserve Landbouw wordt naar verwachting € 6 mln. onttrokken. Dit wordt veroorzaakt door het flankerend beleid pelsdierhouderijen. De financiering van het flankerend beleid pelsdierhouderijen vindt net als voorgaande jaren plaats via speciaal gereserveerde middelen uit de begrotingsreserve landbouw.

Begrotingsreserve apurement

Naar verwachting wordt er circa € 3,9 mln. onttrokken uit de begrotingsreserve apurement. De Europese Commissie heeft een boete opgelegd als gevolg van de confomiteitsprocedure naar aanleiding van het certificerend rapport 2021.

Terugontvangsten subsidievoorschotten

De ontvangsten op artikel 21 zijn ongeveer € 4,4 mln. hoger dan voorzien, doordat RVO hogere terugontvangsten heeft op subsidievoorschotten, onder andere terugontvangsten op de Ongedekte Vaste Kosten (een Covid regeling) en op de EG regeling (energie-efficiëntie in de glastuinbouw).

Artikel 23

De ontvangsten op artikel 23 worden naar boven bijgesteld met € 0,8 mln doordat er een overschrijding is op diverse ontvangsten onderzoeken.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink