Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 september 2023
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, het Meerjarenplan (MJP) 2024–2028 van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) aan. Het MJP wordt gelijktijdig aangeboden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Het MJP van de ILT bevat ook het jaarwerkplan van de Autoriteit woningcorporaties zoals bedoeld in artikel 61a van de Woningwet, zoals dat door de autoriteit is vastgesteld en door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is goedgekeurd.
Meerjarenplan ILT 2024–2028
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) werkt als toezichthouder van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat dagelijks aan veiligheid, vertrouwen en duurzaamheid in transport, infrastructuur, milieu en wonen. Bij het bepalen van haar inzet geeft de ILT prioriteit aan de onderwerpen waarop de grootste risico’s zich voordoen en waar zij verwacht het meeste maatschappelijke effect te kunnen sorteren. Ook kijkt de ILT naar verplichtingen en ontwikkelingen vanuit de politiek en de maatschappij. In het Meerjarenplan benoemt de ILT op strategisch niveau waar zij zich in de jaren daarna op richt en hoe zij haar taken uitvoert.
Het Meerjarenplan (MJP) ILT 2024–2028 is een actualisatie van het huidige MJP 2023–2027 en beschrijft de nieuwe taken en ontwikkelingen in het toezicht voor de komende jaren. Zo besteedt het MJP onder meer aandacht aan de inzet op cybersecurity, het VTH-stelsel milieu, certificerende instellingen en de programma’s waaraan de ILT uitvoering geeft. Het MJP beschrijft ook hoe de ILT haar werkwijze en organisatie doorontwikkelt. Een concreet voorbeeld is de inzet op wendbaarheid en het maken van keuzes om als inspectie in te kunnen blijven spelen op actualiteiten en nieuwe risico’s.
ILT-brede risicoanalyse
Een bijlage bij het Meerjarenplan is de ILT-brede risicoanalyse (IBRA) 2023. De IBRA vormt de basis voor de risicogerichte aanpak van de ILT en geeft voor het brede takenpakket inzicht in de jaarlijkse maatschappelijke schade per onderwerp en gebeurtenis. Dit jaar is de inhoud van alle IBRA-onderwerpen geactualiseerd en is waar mogelijk de maatschappelijke schade op basis van recente informatie berekend. De resultaten uit de IBRA 2023 komen op hoofdlijn overeen met de IBRA 2022, met enkel wat kleine positiewisselingen in de top-15 risico’s.
Ten behoeve van de totstandkoming van de IBRA zijn er in opdracht van de ILT twee onderzoeken uitgevoerd. Het eerste onderzoek betreft een kwalitatieve analyse van de maatschappelijke schade op enkele van de lager scorende onderwerpen in de IBRA-rangschikking. Het tweede onderzoek gaat in op de vraag of verzekerbare schade aangemerkt dient te worden als maatschappelijke schade. Beide rapporten zijn meegezonden met deze brief en worden door de ILT gebruikt bij het verder doorontwikkelen van de IBRA-methodiek. Dit vanuit het streven om steeds preciezer te kunnen aangeven waar binnen het werkterrein van de ILT de grootste risico’s zich voordoen, en waar inzet dus prioritair op kan worden gericht.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers