Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2023
In september 2021 heeft een inspectie van de vuurtoren Kijkduin («Lange Jaap») in Den Helder uitgewezen dat er langere scheuren waren ontstaan in de wanden. Vanwege onzekerheid over de constructieve veiligheid van de toren zijn destijds maatregelen getroffen en heeft er afgelopen periode nader onderzoek plaatsgevonden naar de constructieve veiligheid van de vuurtoren en de mogelijke scenario’s voor de toekomst. Over de voortgang van dit traject is de Kamer regelmatig geïnformeerd (Kamerstukken 35 925 XII, nrs.72, 76. 101 en 111).
Op 8 maart jl. is in beantwoording op vragen van het lid Krul (CDA) gemeld dat naar verwachting eind 2023 het onderzoek naar de mogelijke scenario’s en de consequenties van elk scenario afgerond is, op basis waarvan besluitvorming over de toekomst van de vuurtoren genomen kan worden (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 1786).
Met deze brief wordt de Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek naar de mogelijke scenario’s en de vervolgstappen die op basis hiervan genomen worden met als uitgangspunt het behoud van dit Huisduiner icoon.
Uitkomst onderzoek scenario’s
Begin december 2023 heeft ingenieursbureau Movares het eindrapport opgeleverd met een kwalitatieve en kwantitatieve beoordeling van een viertal mogelijke scenario’s voor de toekomst van de vuurtoren (zie bijlagen). Bij de beoordeling door Movares zijn de belanghebbenden zoals bijvoorbeeld de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en de gemeente Den Helder direct betrokken geweest, onder andere via zogenaamde ateliersessies waarin hun behoeften en wensen geïnventariseerd zijn.
Movares komt tot de volgende conclusie: «Voor de vuurtoren Huisduinen is de uitvoeringsvariant Renoveren-Stabiliseren het meest kansrijk om verder uit te werken in de Ontwerpfase.» Tegelijkertijd constateert Movares: «De variant is wel uitdagend omdat er veel gebruik wordt gemaakt van weliswaar beschikbare maar specialistische hersteltechnieken die voor toepassing in de constructie nog verder moeten worden uitgewerkt. Er blijft dus een risico dat bij verdere uitwerking van het herstel van de vuurtoren de variant Renoveren-Stabiliseren in de Ontwerpfase niet mogelijk blijkt. Tegelijk is het ook de enige reële mogelijkheid om de schades te herstellen zonder de vuurtoren (deels) te demonteren.»
Besluit vervolgstappen vuurtoren Kijkduin
Rijkswaterstaat acht het vanwege de aanwezige onzekerheden en risico’s op dit moment niet verantwoord om tot een definitief besluit te komen over het door Movares genoemde meest kansrijke scenario. Het is wel het scenario dat voor alle betrokkenen als het voorkeursscenario geldt omdat daarmee het meeste recht wordt gedaan aan de vuurtoren met behoud van de cultuurhistorische waarde. Tegelijkertijd constateert RWS dat vervolgonderzoeken om het restrisico in de beoordeling verder te verkleinen, meegenomen kunnen worden in de volgende fase. Er is besloten om in deze fase verder te werken aan een voorlopig en definitief ontwerp voor de uitvoering van dit voorkeursscenario. Daaruit moet blijken of dit voorkeursscenario ook daadwerkelijk uitvoerbaar is.
In 2024 zal gewerkt worden aan de voorlopige en definitieve ontwerpfasen. Om zo spoedig mogelijk, naar verwachting in 2025, tot uitvoering over te gaan, zal parallel de aanbesteding voor de uitvoering worden opgestart. In dit verdere traject zal Rijkswaterstaat vanzelfsprekend in nauwe verbinding blijven met de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE), de gemeente Den Helder en overige betrokkenen.
Drie gietijzeren vuurtorens
Naast de vuurtoren Kijkduin in Den Helder is er nog een tweetal gietijzeren vuurtorens in beheer bij Rijkswaterstaat. Dit zijn de vuurtoren op Scheveningen en de vuurtoren Westkapelle Laag. Deze twee vuurtorens zijn op dezelfde wijze gebouwd en kennen -in mindere mate – vergelijkbare problematiek als de vuurtoren Kijkduin.
Gelijktijdig met het onderzoek naar de mogelijke scenario’s voor de vuurtoren Kijkduin heeft Movares ook scenario’s voor deze twee vuurtorens uitgewerkt (zie bijlagen). Hieruit blijkt dat voor de renovatie van deze twee vuurtorens hetzelfde scenario als voor de vuurtoren Kijkduin de voorkeur geniet. Het risico dat de voorkeursoptie niet haalbaar zal blijken, is voor deze vuurtorens kleiner. Rijkswaterstaat zal op basis van de ervaring die opgedaan wordt bij het ontwerpen van de vuurtoren Kijkduin de twee andere gietijzeren vuurtorens zo mogelijk parallel of aansluitend laten renoveren.
Naar verwachting zijn er met de werkzaamheden aan de drie gietijzeren vuurtorens aanzienlijke kosten gemoeid. De hoogte hiervan is echter afhankelijk van de eerdergenoemde onzekerheden en uitkomsten van de ontwerp- en aanbestedingsfase. Gezien deze onzekerheden liggen de investeringskosten van de drie gietijzeren vuurtorens daarmee tussen de ca. € 26 mln. en € 41 mln.
Tot slot
De onzekerheid en onrust de afgelopen twee jaar over de toekomst van de vuurtoren Kijkduin was groot voor omwonenden en iedereen die de vuurtoren aan het hart ligt. In die gehele periode heeft Rijkswaterstaat nauw contact onderhouden met de betrokken organisaties zoals het Huisduiner Belang, de gemeente Den Helder en het RCE. Het geduld en constructieve houding van alle betrokkenen heeft geholpen bij het doorlopen traject. Ook bij de te nemen vervolgstappen zal de samenwerking en afstemming worden voortgezet.
Met het besluit tot deze vervolgstappen kan helaas nog niet de garantie gegeven worden dat de vuurtoren definitief behouden blijft, maar dit biedt meer perspectief nu de eerste noodzakelijke stappen voor het mogelijk behoud daadwerkelijk genomen worden.
Tenslotte, in de kamerbrief van 15 september 2022 (Kamerstuk 35 925 XII, nr. 111) is uit de procesevaluatie vuurtoren Lange Jaap een toezegging gedaan om nog dit jaar te rapporteren over de effecten van de samenwerking met de markt- en kennispartijen. Op dit moment is er nog onvoldoende nieuwe informatie beschikbaar. In 2024 komen we hier op terug.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers