Gepubliceerd: 19 september 2023
Indiener(s): Kajsa Ollongren (minister defensie) (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36410-X-2.html
ID: 36410-X-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2023‒2024

GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 21.298.458

Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 228.804

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

Wetsartikel 2

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de baten en de lasten, het saldo van de baten en de lasten en de kapitaaluitgaven en -ontvangsten van het in de staat opgenomen baten-lastenagentschap Paresto voor het onderhavige jaar vastgesteld. De in betreffende begroting opgenomen begrotingsartikelen worden toegelicht in onderdeel B (begrotingstoelichting) van deze memorie van toelichting en wel in de paragraaf inzake het agentschap.

De Minister van Defensie,K.H. Ollongren

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1. Leeswijzer

Algemeen

De leeswijzer volgt de opbouw van de memorie van toelichting van de begroting. De memorie van toelichting is de uitleg bij het hierboven beschreven wetsvoorstel.

Het Ministerie van Defensie bestaat uit zeven organisatiedelen. De vier krijgsmachtdelen (Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht, Koninklijke Luchtmacht en Koninklijke Marechaussee) zorgen ervoor dat de militairen en het materieel klaar zijn voor inzet. Het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) en het Commando Materieel en IT (COMMIT) ondersteunen door producten en diensten te leveren. De Bestuursstaf bestaat uit een aantal uitvoeringsorganisaties waaronder de MIVD en heeft daarnaast een rol in het maken van beleid.

De Minister en Staatssecretaris zijn verantwoordelijk voor het algehele beleid van Defensie. De ambtelijke leiding ligt in handen van de Secretaris-Generaal. De Commandant der Strijdkrachten - verantwoordelijk voor een groot deel van de uitvoering - is de militaire adviseur van de Minister en stuurt de Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht, Koninklijke Luchtmacht, Commando Materieel en IT, Defensie Ondersteuningscommando, NLD Commando Speciale Strijdkrachten en Defensie Cyber Commando aan.

Hoofdstuk 2 Beleidsagenda

De beleidsagenda beschrijft de beleidsprioriteiten van Defensie en sluit af met de onderdelen:

  • De belangrijkste beleidsmatige mutaties;

  • Het overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven;

  • De Strategische Evaluatie Agenda (SEA);

  • Het overzicht risicoregelingen.

Vanwege de demissionaire status van het kabinet bevat de beleidsagenda alleen bestaand beleid of de uitwerking daarvan. Waar mogelijk zal verwezen worden naar integrale documenten die eerder aan uw Kamer zijn gestuurd.

Hoofdstuk 3 Beleidsartikelen

In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht begroot. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan door de leden gemeenschappelijk gefinancierde (common funded) NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel bevat ook een overzicht van de structurele inzet die in andere beleidsartikelen is begroot, bijvoorbeeld van de Koninklijke Marechaussee en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie.

In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering geraamd voor respectievelijk de Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht, Koninklijke Luchtmacht, Koninklijke Marechaussee en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1 Inzet.

Door de introductie van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) zijn de middelen uit beleidsartikel 6 Investeringen per 2021 overgeheveld naar het DMF. Defensie brengt een eigen begroting uit voor het DMF.

In de beleidsartikelen 7 Commando Materieel en IT (COMMIT) en 8 Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) zijn de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten geraamd voor de ondersteunende en dienstverlenende defensieonderdelen. De ondersteunende onderdelen werken met dezelfde financiële instrumenten als de krijgsmachtdelen. De uitgaven voor het Nationaal Fonds Ereschuld worden verantwoord op beleidsartikel 8 DOSCO onder het financieel instrument «schadevergoeding».

Bij de beleidsartikelen worden de beleidswijzigingen ten opzichte van voorgaande jaren uiteengezet. Vanwege de demissionaire status van het kabinet betreft dit enkel de uitwerking van staand beleid.

Hoofdstuk 4 Niet-beleidsartikelen

In het niet-beleidsartikel 9 Algemeen zijn de niet specifiek aan een defensieonderdeel toe te wijzen programma-uitgaven opgenomen. Onder dit artikel zijn twee financiële instrumenten opgenomen:

  • De bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken: het betreft de bijdragen voor kennisopbouw bij TNO, NLR en MARIN, die via de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat lopen;

  • De schadevergoeding voor de Regeling Uitkering chroom-6 Defensie die bedoeld is voor claims. Het budget voor potentiële veteranenclaims is bij artikel 8 DOSCO verantwoord waar het Nationaal Fonds Ereschuld is opgenomen.

In het niet-beleidsartikel 10 Apparaat Kerndepartement worden de uitgaven ten behoeve van het centrale apparaat van Defensie begroot, waaronder de bestuursstaf met de defensietop, (hoofd)directies inclusief de Defensiestaf en bijzondere organisatie-eenheden. De bijzondere organisatie-eenheden van de bestuursstaf bestaan uit de Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht (IGK), Inspecteur-Generaal Veiligheid (IGV) die aan het hoofd staat van de Inspectie Veiligheid Defensie (IVD), de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA), de Inspectie Militaire Gezondheidszorg (IMG), de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID), het Militair Huis van de Koning (MHK), de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de Diensten Geestelijke Verzorging (DGV). Onder het financiële instrument «personele uitgaven» worden onder «uitkeringen» de uitgaven voor het Sociaal Beleidskader Defensie (SBK) van de pensioenen en wachtgelden verantwoord.

Ten slotte zijn er ramingen voor de niet-beleidsartikelen 11 Geheim, 12 Nog onverdeeld en 13 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds opgenomen.

Hoofdstuk 5 Begroting agentschappen

In hoofdstuk 5 is de baten-lastendienst Paresto opgenomen.

Hoofdstuk 6 Departement specifieke informatie

In dit hoofdstuk is een aantal Defensiespecifieke onderwerpen opgenomen. Het betreft nadere informatie over pensioenen en uitkeringen, de verdeling van de apparaatsuitgaven en het overzicht formatie defensiepersoneel.

Hoofdstuk 7 Bijlagen

In de bijlagen is informatie opgenomen over de volgende onderwerpen: 7.1 Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (ZBO/RWT’s), 7.2 een verdieping op de mutaties, 7.3 de moties en toezeggingen, 7.4 een subsidieoverzicht, 7.5 de toelichting op de Strategische Evaluatie Agenda, 7.6 een uitgavenoverzicht voor veteranen en de uitgaven voor zorg en nazorg, 7.7 een overzicht met uitgaven aan Caribisch Nederland, 7.8 een overzicht van de budgettaire gevolgen MIVD en ten slotte is in 7.9 een lijst met gebruikte afkortingen opgenomen.

Groeiparagraaf

In de begroting 2024 zijn ten opzichte van de begroting 2023 de volgende wijzigingen doorgevoerd:

In deze begroting is de nieuwe set kpi's opgenomen. Deze waren toegezegd in het commissiedebat over de Defensienota op 14 september 2022 en gepresenteerd in de Kamerbrief Rapporteren voortgang bouwen aan een toekomstbestendige krijgsmacht (Kamerstukken II 2022/23, 33 763, nr. 155). De kpi's zijn in het Jaarverslag Defensie 2022 voor het eerst opgenomen.

Tevens is paragraaf 2.3 van de begroting 2023, een overzicht van de niet-juridisch verplichte uitgaven, niet opgenomen. Dezelfde informatie wordt namelijk onder hoofdstuk 3 Beleidsartikelen per artikel weergegeven.

Toelichtingsgrens

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

2. Beleidsagenda

Inleiding

De veiligheidssituatie in de wereld is sinds de Russische inval in Oekraïne in hoog tempo verslechterd. De oorlog in Oekraïne toont aan dat veiligheid niet vanzelfsprekend is. De gevolgen van deze inval raken de Nederlandse bevolking en het besef van een verlies van veiligheid is groot.

Hoewel het verloop van de oorlog in Oekraïne onvoorspelbaar blijft, staat vast dat deze grootschalige conventionele landoorlog in het hart van Europa langdurig zal doorwerken in de geopolitieke verhoudingen en de veiligheidssituatie van heel Europa. Ook de dreiging voor de vitale infrastructuur van Nederland op de Noordzee is toegenomen. Er zijn geopolitieke spanningen die tot escalatie kunnen leiden. Daarnaast nopen grootschalige conflicten aan de randen van Europa, in Noord-Afrika en het Midden-Oosten tot aanhoudende alertheid.

In de afgelopen kabinetsperiode is daarom fors geïnvesteerd in Defensie. Zoals beschreven in de Defensienota 2022, stellen deze investeringen Defensie in staat militaire capaciteiten te herstellen, te moderniseren, te vernieuwen en uit te breiden. En dat is nodig. Defensie moet als gevolg van de verslechterde veiligheidssituatie sneller, vaker en langer kunnen worden ingezet. Defensie is bezig met een transformatie die moet leiden tot drie centrale effecten: de gereedheid en inzetbaarheid moet omhoog, de gevechtskracht moet gericht worden versterkt en de wendbaarheid van de organisatie moet worden verbeterd.

In 2024 wil Defensie een betrouwbare partner blijven voor de NAVO en EU. Om te groeien en te transformeren naar een toekomstgerichte krijgsmacht die past bij het actuele dreigingsbeeld en bij de vraag vanuit de samenleving en internationale gemeenschap, investeert Defensie in de actielijnen beschreven in de Defensienota 2022 en werken we samen met onze partners aan het versterken van militaire capaciteiten in Europa. Hierbij worden accenten gelegd op basis van actuele ontwikkelingen in de veiligheidscontext.

In lijn met de Defensienota 2022 blijft Defensie verder investeren in haar mensen. Zij zijn het hart van de organisatie. Het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden, doorontwikkelen van het dienjaar en de HR-vernieuwing zijn hier onderdeel van. Met innovatieve ontwikkelingen in nieuwe domeinen zoals ruimte en Artificial Intelligence (AI) verhogen we de toekomstbestendigheid van de organisatie. Dit doen we in samenwerking met onze civiele en Europese partners en NAVO-bondgenoten. Defensie werkt aan herstel van de krijgsmacht door onder andere het versterken van een krachtige operationele ondersteuning (bijvoorbeeld door capaciteitsuitbreiding bij COMMIT, voorheen DMO) en het verhogen van inzetvoorraden. Deze transformatie kost tijd en kent uitdagingen, zoals de overspannen arbeids- en defensiemarkt en het absorptievermogen van Defensie.

De voortdurende ondersteuning van Oekraïne en met name leveringen uit (operationele) voorraden hebben consequenties voor de eigen gereedstelling en inzet. Daarnaast heeft de voortdurende militaire steun aan Oekraïne een vertragend effect op verwervingsprojecten. Defensie neemt maatregelen om deze gevolgen te mitigeren. Daarmee leidt de geleverde steun tot langdurige effecten op de gereedheid van onze krijgsmacht, die onder de huidige omstandigheden als acceptabel worden beoordeeld. Het kabinet houdt ook bij toekomstige verzoeken aandacht voor de effecten op de gereedheid.

Financiële ontwikkelingen

Defensie heeft met het Coalitieakkoord Rutte IV en de Voorjaarsnota 2022 structureel € 5 miljard aan extra middelen ontvangen. Deze middelen zijn in 2022 beschikbaar gekomen op basis van aansluiting op de rijksbrede uitgavenplafonds. Defensie zal als gevolg van krapte op de Defensiemarkt genoodzaakt zijn om bepaalde investeringen in een ander kasritme te plaatsen.

Op de NAVO-top in Wales in 2014 zijn afspraken gemaakt om ernaar te streven in 2024 de defensie-uitgaven te laten groeien naar 2% van het bbp. Als gevolg van extra middelen uit het Coalitieakkoord en de Voorjaarsnota 2022 is het Defensiebudget gestegen. Daarnaast levert het kabinet onverminderd steun aan Oekraïne. Volgens de huidige ramingen wordt aan die steun via de Defensiebegroting € 1,2 miljard in 2024 en € 495,2 miljoen in 2025 uitgegeven. Hiermee komen de totale geraamde Defensie-uitgaven als percentage van het bbp uit op 2,06% in 2024 en 1,98% in 2025.

De NAVO hanteert een richtlijn voor het definiëren van Defensie-uitgaven1. Hierin is opgenomen dat alleen uitgaven voor militaire steun aan NAVO-bondgenoten mogen worden meegerekend. Militaire steun aan derden (Oekraïne) wordt niet meegerekend als defensie-uitgaven die meetellen voor de NAVO-norm van 2%. Exclusief de geraamde uitgaven aan militaire steun aan Oekraïne komt Nederland in 2024 en 2025 uit op respectievelijk 1,95% en 1,93%.

Vanwege de verslechterde veiligheidssituatie en de daarmee gepaard gaande noodzakelijke versterking van de afschrikking en verdediging van de NAVO, hebben de bondgenoten bij de NAVO-top in Vilnius (2023) zich gecommitteerd aan de nieuwe Defense Investment Pledge (DIP). Hiermee spreken bondgenoten af om structureel minimaal 2% van het bbp te besteden aan defensie. Een besluit over de financiële invulling van de gemaakte afspraken na 2025 moet nog plaatsvinden.

Figuur 2

De in bovenstaande figuur genoemde Nederlandse berekeningswijze hanteert de bbp-ramingen van het Centraal Planbureau; de NAVO hanteert bbp-ramingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Bron Europese bondgenoten: Burden sharing NAVO juli 2023.

Het Europees NAVO-gemiddelde in 2023 en 2024 verandert als gevolg van de toetreding van Finland en de stijgende defensie-uitgaven van onze NAVO-bondgenoten. Hierdoor stijgt het Europees NAVO gemiddelde in 2023 van 1,89% naar 1,91% en in 2024 van 2,02% naar 2,05%.

Het aantal Europese bondgenoten dat voldoet aan de NAVO-norm van 2% zal verder stijgen. Vergeleken met alle NAVO-bondgenoten komt Nederland in 2024 qua verwacht bbp-percentage op plaats tien van de eenendertig.

Onderstaande figuur toont de ontwikkeling van de Defensie-uitgaven als percentage van het bbp in de jaren 2023-2024 van de Europese NAVO-bondgenoten op basis van bruto uitgaven. Kroatië heeft aangegeven in 2024 de NAVO-norm van 2% te willen halen. Frankrijk heeft aangegeven de 2% in 2025 te behalen en Noorwegen in 2026. Italië heeft aangegeven de norm in 2028 te behalen. Portugal en Spanje hebben aangegeven de norm in 2029 te behalen. Denemarken en Slovenië hebben aangegeven de norm in 2030 te behalen. België heeft aangegeven de norm in 2035 te behalen. Voor Denemarken zijn geen gegevens voor 2024 beschikbaar. IJsland (niet in de figuur) verstrekt geen opgave aan de NAVO over de omvang van de Defensie-uitgaven; IJsland handhaaft geen staand leger. Bron: Burden sharing NAVO juli 2023

Figuur 3

In onderstaande figuur is weergegeven dat in 2024 de vijfjaars-gemiddelde investeringsquote verder stijgt tot 28,3%, waarmee Defensie voldoet aan de NAVO-richtlijn dat minimaal 20% van de uitgaven bestemd is voor vervanging van materieel en gerelateerd onderzoek. De ontwikkelingen worden in onderstaande figuur weergegeven.

Figuur 4

Brede welvaart

Op verzoek van Kabinet en Tweede Kamer publiceert het CBS jaarlijks de «Monitor Brede Welvaart & de Sustainable Development Goals». Defensie ontwikkelt indicatoren voor SDG 16, «Vrede, justitie en sterke publieke diensten». Het Factsheet Brede Welvaart 2023 bij de begroting van het ministerie van Defensie, gemaakt door het CBS, bevat de indicator vertrouwen van de bevolking in 2022 in het leger. Dit factsheet wordt gepresenteerd op Prinsjesdag.

2.1 Beleidsprioriteiten

2.1.1 Krachtige ondersteuning

In 2024 geeft Defensie verder invulling aan de prioriteiten die geschetst zijn in de Defensienota 2022, waaronder het versterken van de huidige gevechtseenheden door investeringen in voortzettingsvermogen, voorraden, combat support en combat service support.

Ondersteuning van gevechtseenheden

In 2024 worden Special Operations Forces (SOF-eenheden) beter ondersteund met verbeterde communicatiemiddelen, genie, medische ondersteuning, vuursteun, logistiek en met gespecialiseerde helikoptercapaciteit. Ook wordt de ondersteuning voor het tankbataljon versterkt, de tactische luchttransportcapaciteit uitgebreid met een extra vliegtuig en de maritieme gevechtskracht uitgebouwd.

In 2024 wordt het Combat Support Ship geleverd, waardoor fregatten herbevoorraad kunnen worden op zee zodat zij langer effectief kunnen worden ingezet. Dit schip krijgt de beschikking over moderne zelfbeschermingssystemen om ook zelfstandig in het hoogste deel van het geweldsspectrum te kunnen opereren en ondersteunen. 

Vergroten van de voorraden

Eenheden moeten op sterkte zijn en voorzien van de juiste ondersteuning met voldoende voorraden, waaronder conventionele munitie voor opleiden en trainen. Defensie zet in op een verdere aanvulling van inzetvoorraden en investeert daarmee in een bijdrage van Nederland aan de gezamenlijke afschrikking en gevechtskracht.

Om, wanneer noodzakelijk, effectief deze voorraden in te kunnen zetten, dienen militairen specialist te zijn op het door hen bediende wapensysteem en daarvoor goed opgeleid en getraind te zijn. Voor deze opleiding en training (O&T) wordt per vijf jaar een jaarlijks exploitatiebudget voor O&T-munitie vastgelegd met de verbruiksnormen. De krijgsmacht zal in het vierde kwartaal van dit jaar de herziene verbruiksnormen voor 2024 en verder vastleggen. De verwachting is dat, op basis van de uitbreidingen van de krijgsmacht en de opdracht de operationele gereedheid te verbeteren, er een hoger jaarlijks verbruik van munitie voor O&T zal plaatsvinden.

In het afgelopen jaar heeft Defensie bestellingen en extra opdrachten voor munitie geplaatst (Kamerstukken II 2021/22, 35 925 X, nr. 70; Kamerstukken II 2021/22, 35 925 X, nr. 74 en Kamerstukken II 2022/23, 27 830, nr. 395). Hierdoor groeit de inzetvoorraad in 2024 en de jaren erna stapsgewijs in de richting van het niveau van een strategische voorraad op basis van de geldende NAVO-normen. In 2024 vinden deelleveringen uit het project ‘versnelde aanvulling inzetvoorraad munitie’ (Kamerstukken II 2021/22, 35 925 X, nr. 74) plaats, zoals de SPIKE long range anti-tank raketten, de lichte schouderafvuurbare LAW anti-tank raketten, evenals 155mm artilleriegranaten en mortiermunitie.

Deze versnelde aanvulling van de inzetvoorraad munitie omvat zowel NAVO-genormeerde Battle Decisive Munitions (veelal kapitale munitie) als non-Battle Decisive Munitions (veelal conventionele munitie). Deze munitiesoorten worden al binnen Defensie gebruikt of maken deel uit van vervangingsprojecten. Defensie verwerft ook munitie als onderdeel van andere (vervangings)projecten. Voor nieuwe capaciteiten voortvloeiend uit de Defensienota 2022 is het op peil brengen van de bijbehorende munitievoorraad onderdeel van deze projecten. Dit betreft onder andere de projecten Raketartillerie, Deep Strike Air en Verwerving Maritime Strike. Daarnaast voorzien lopende projecten als Vervangen surface-to-surface missile, Vervangen MK46 lightweight torpedo, Ground based Area Access Denial (GAAD), Licht Indirect Vurend Systeem (LIVS) en 155mm Precision Guided Munition (PGM) voor de PzH2000 in de introductie en voorraadvorming van nieuwe munitiesoorten. 

Nationale taken

Defensie levert elke dag een grote bijdrage aan het veilig houden van het Koninkrijk.

In de komende jaren vergroot Defensie haar capaciteiten om nationale taken uit te voeren en ondersteuning aan civiele autoriteiten te versterken. Zo worden in 2024 de eerste stappen gezet voor de versterking van de (opschaalbare) capaciteit van de Koninklijke Marechaussee (KMar) en de Nationale Reserve voor bijstand aan civiele autoriteiten. Daarnaast breidt Defensie de capaciteiten uit om bij te kunnen dragen aan de bescherming tegen chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) dreigingen. Tot slot werkt Defensie toe naar een versterking van de command and control bij de (crisis)coördinatiecentra in Nederland, maar ook in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Op het gebied van bewaken en beveiligen levert Defensie een belangrijke bijdrage aan de bescherming van personen, objecten en waarden. Met name de KMar intensiveert op dit taakveld, maar ook andere defensieonderdelen leveren hierbij hun aandeel. 

Defensie werkt momenteel in samenspraak met het ministerie van Justitie Veiligheid en andere veiligheidspartners aan Landelijke Crisisplannen (LCP), waaronder het LCP Militaire Dreiging en het bijbehorende National Defence Plan (NDP). Het NDP wordt het overkoepelende militaire plan dat de Nederlandse inspanningen richting NAVO, voor nationale taken en inzet voor missies en operaties synchroniseert. Dit betreft bijvoorbeeld de inzet op Host Nation Support en militaire mobiliteit. Dit plan zal inzicht geven in welke militaire inspanningen Nederland waar pleegt. Het LCP Militaire Dreiging is een actiepunt in de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk dat gestart is in 2023 en afgerond wordt in 2024. Het beschrijft de juridische kaders, besluitvormingsprocedures, strategische uitgangspunten, dilemma’s en sleutelbesluiten en de daarbij horende militaire en civiele rollen, taken en verantwoordelijkheden in het kader van de territoriale en bondgenootschappelijke verdediging van het Koninkrijk in een NAVO artikel 5 situatie.

De Russische inval in Oekraïne en de toenemende dreigingen richting onze vitale infrastructuur leiden tot extra aandacht voor de vitale infrastructuur die Nederland heeft op het land, in het luchtruim, in de Noordzee en in het cyberdomein. Defensie moet op deze domeinen een goede informatiepositie hebben en slagvaardig kunnen optreden tegen deze dreiging en eventuele aanvallen. Vanzelfsprekend houdt Defensie de dreiging op de Noordzee en Russische activiteiten met partners en bondgenoten in de gaten. Het belang van infrastructuur op de Noordzee vereist nationaal en internationaal bredere en intensievere samenwerking. Die samenwerking is en wordt verder versterkt en Defensie krijgt een permanente taak om potentiële dreigingen in beeld te brengen.

2.1.2 Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

Defensie zet in 2024 gerichte stappen naar meer instroom en minder uitstroom, nieuwe arbeidsvoorwaarden, vernieuwde infrastructuur en het verder verbeteren van sociale en fysieke veiligheid.

Personeel

Defensie wil het vertrouwen van het personeel in de wijze waarop de organisatie wordt bestuurd verbeteren. Het herstel van de balans tussen taken en middelen is hiervoor een belangrijk uitgangspunt. In 2024 hoopt Defensie de eerste positieve effecten te zien voor meer instroom en minder uitstroom (Kamerstukken II 2022/23, 36 200 X, nr. 8). Een concreet voorbeeld is de start van twee regionale hubs voor werving in Havelte en Oirschot die extra instroom in Noord- en Zuid-Nederland moeten genereren.

Het streven is in 2023 een arbeidsvoorwaardenakkoord te sluiten voor 2024. Defensie wil afspraken maken over de bezoldiging en over elementen van de HR-vernieuwing, zoals aanstellings- en contractvormen (Kamerstukken II 2022/23, 36 200 X, nr. 83). Daarnaast wordt een aantal afspraken uit vorige akkoorden verder uitgewerkt, waaronder de herziening van de toelagen en een nieuw mobiliteitsplan. Tot slot is het op korte termijn versnellen van het reorganisatieproces een belangrijk aandachtspunt.

Reservisten

Reservisten dragen bij aan het voortzettingsvermogen en de operationele capaciteit van de krijgsmacht. In 2024 staat de uitvoering van deze visie voorop (Kamerstukken II 2022/23, 36 200 X, nr. 72). Elk defensieonderdeel maakt een analyse op hoofdlijnen van het personeelsbestand en de personele behoefte, waarin wordt bezien welke taken passen bij schaalbare capaciteit. Door bijvoorbeeld betere afspraken te maken met werkgevers werkt Defensie verder aan het verbeteren van de positie van reservisten en het stimuleren van een hogere instroom.

Veteranen

Voor hun inzet voor de veiligheid van Nederland en onze bondgenoten en het bevorderen van de internationale rechtsorde verdienen onze veteranen waardering, respect en de zorg die zij nodig hebben. Dat gebeurt op basis van het veteranenbeleid en in nauwe samenwerking met veteranen, hun relaties en verschillende organisaties en instanties, waaronder de Inspecteur der Veteranen en de Veteranenombudsman. Op die manier blijven we het veteranenbeleid continue versterken en kunnen we goede en vooruitstrevende zorg bieden. Wetenschappelijk onderzoek en innovatieve middelen zoals hulphonden spelen hierin een belangrijke rol. In 2024 zullen de resultaten van onderzoeken zoveel mogelijk worden geïmplementeerd en zullen initiatieven zoals Veteraan voor de Klas worden voortgezet. Ook zal de noodopvang voor dakloze veteranen die in samenwerking met het Leger des Heils is ontwikkeld, in 2024 gereed zijn.

Een veilige werkomgeving bij Defensie

Veiligheid blijft in beleidsvorming, aansturing en uitvoering bij Defensie een belangrijke pijler. De afgelopen jaren zijn forse stappen gezet om de veiligheid te verbeteren. In 2024 bestendigt en verankert Defensie dit verder in de organisatie. Dit geldt in het bijzonder voor sociale veiligheid en integriteit. Het afgelopen jaar heeft aangetoond dat een sociaal veilige werkomgeving geen vanzelfsprekendheid is en daarom doorlopend aandacht vereist.

  • Op het gebied van sociale veiligheid en integriteit worden eerder ingezette maatregelen voortgezet. Het integriteitsmanagementsysteem wordt geborgd in de organisatie en verder ontwikkeld. Om deze ontwikkeling te ondersteunen worden elementen van het integriteitsbeleid geëvalueerd. Ook de uitkomsten van medewerkerstevredenheidsonderzoeken omtrent meldingsbereidheid en de ervaringen van melders worden daarin meegenomen. Leidinggevenden spelen een belangrijke rol in het bewaken en bevorderen van een sociaal veilige werkomgeving. Om de huidige en toekomstige leidinggevenden hier  goed op voor te bereiden en bewust van te maken, zet Defensie extra in op leiderschapsontwikkeling.

  • In 2024 wordt het herziene veiligheidsmanagementsysteem (VMS) van Defensie geïmplementeerd. In 2023 is het VMS samen met de defensieonderdelen en Centrale Medezeggenschapscommissie geëvalueerd en herzien om het nog beter aan te laten sluiten op de processen van Defensie.

  • Op het gebied van gevaarlijke stoffen voert Defensie de Nadere Inventarisatie Gevaarlijke Stoffen (NIGS) uit. De NIGS is een meerjarig traject dat zorgt voor beter inzicht in de mogelijke maatregelen voor een verdere bronaanpak, zoals het vervangen van stoffen door minder gevaarlijke alternatieven.

  • Het huidige meld- en registratiesysteem wordt op termijn vervangen door een nieuw, integraal meldingssysteem. Vanwege de raakvlakken met het programma Integraal Risicomanagement vergt het tijd de benodigde IT ondersteuning af te stemmen. In de tussentijd worden medewerkers en leidinggevenden zo goed mogelijk ondersteund bij het doen en opvolgen van meldingen, zodat het huidige systeem optimaal wordt benut.

  • We vergroten doorlopend het inzicht in de veiligheid binnen de organisatie. In 2024 worden er stappen gezet om te komen tot een dashboard met daarop relevante informatie over veiligheid. Dit dashboard wordt in eerste instantie ontwikkeld voor commandanten, maar vergroot ook op centraal niveau het inzicht in veiligheid.

Vastgoed

Het Strategisch Vastgoedplan 2022 (SVP 2022) van Defensie (Kamerstukken II 2022/23, 36 124, nr. 12) streeft de volgende doelen na:

  • het verhogen van de operationele inzetbaarheid van de krijgsmacht;

  • het zijn van een aantrekkelijke werkgever met goede, moderne en veilige werkomgeving op de juiste plek;

  • het verduurzamen van het vastgoed;

  • het (financieel) op orde brengen van de bestaande portefeuille.

Bij het concentreren, verduurzamen en vernieuwen van het vastgoed is strategisch perspectief de groei van de krijgsmacht richting de NAVO-norm van twee procent van het bruto binnenlands product. Het streven is geen onbenutte vierkante meters vastgoed te hebben, aangezien dit geld kost dat niet aan medewerkers en materieel kan worden besteed. Het resultaat is een vastgoedportefeuille die past bij de (toekomstige) omvang van de krijgsmacht.

In het SVP 2022 zijn zes concrete projecten benoemd die als eerste in uitvoering worden gegeven. Hierbij wordt per project een zorgvuldig (ruimtelijk) proces als onderdeel van het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NRPD) doorlopen. Op regionaal schaalniveau worden de nieuwe activiteiten en plannen van Defensie opgenomen waarvan duidelijk is dat ze in een bepaalde regio plaatsvinden, zoals de nieuwe of gemoderniseerde kazernes in Schaarsbergen, Soesterberg, Rucphen/Roosendaal, Havelte en Assen. Deze activiteiten worden preciezer en gebiedsgericht ingevuld, in combinatie met de andere ruimtelijke opgaven die in die bepaalde regio spelen. Dit gebeurt aan de hand van ontwerpend onderzoek. Defensie stelt samen met provincies, gemeenten en betrokken maatschappelijke partijen een gemeenschappelijke, integrale gebiedsvisie op. Daarbij wordt nadrukkelijk gekeken naar ‘meekoppelkansen’: manieren om de belangen van de verschillende partijen in de regio te verbinden. Op lokaal niveau zijn een projectbesluit, het omgevingsplan en vergunningverlening instrumenten. De keuze voor óf een projectbesluit (van het Rijk of van de provincie) óf omgevingsplan (van de gemeente) geschiedt op basis van de mate van integraliteit en complexiteit van het plan en de bestuurlijke overeenstemming. Dit wordt per project bepaald. Zo is de aanpassing aan de Van Ghent kazerne in Rotterdam een lokaal project (zie ook Kamerbrief NPRD). Defensie informeert de Tweede Kamer over de uitvoering van het SVP 2022 via de "Stand van Defensie".

Nationaal Programma Ruimte voor Defensie

De gewijzigde geopolitieke situatie zorgt voor een urgente en structurele behoefte aan meer militairen, meer materieel en meer activiteiten. Dit betekent dat er meer ruimte nodig is voor de krijgsmacht om de nationale en internationale veiligheid te waarborgen. Dit gaat zowel over directe ruimte, zoals kazernes, als over indirecte ruimte om bijvoorbeeld om te kunnen varen en vliegen.

Het veiligheidsbelang is niet het enige belang dat meer ruimte vraagt in Nederland. Ook water en bodem, natuur en biodiversiteit, duurzame energieopwekking en -transport, wonen, landbouw en circulaire economie doen een beroep op extra ruimte. Om de nut en noodzaak van de ruimtelijke opgaven van Defensie transparant en integraal te wegen, wordt het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) opgesteld (Kamerstukken II, 2022/2023, 36 124, nr. 33).

De opgave van Nederland om de natuur te verbeteren en stikstof te reduceren heeft invloed op de activiteiten van Defensie en de ruimte die daarvoor nodig is. De huidige stikstofwetgeving maakt deze groei van Defensie op korte termijn een moeilijke opgave. In het Coalitieakkoord van het inmiddels demissionaire kabinet is daarom opgenomen dat de bijzondere positie van Defensie in ogenschouw genomen moet worden. Defensie is daarom met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in gesprek om de praktische gevolgen van deze bijzondere positie uit te werken (Kamerstukken II 2022/23, 34 682, nr. 105).

Duurzaamheid

Defensie heeft begin dit jaar met de uitvoeringsagenda Duurzaamheid de nieuwe duurzaamheidsdoelstellingen vastgesteld en hieraan concrete acties gekoppeld (Kamerstukken II 2022/23, 36 124, nr. 25). De acties richten zich op operationeel materieel, inclusief kampementen; vastgoed en terreinen; bedrijfsvoering en zakelijke mobiliteit. Dit gedeelte van het duurzaamheidsbeleid wordt verder toegelicht in de materieelagenda van het Defensiematerieelbegrotingsfonds.

Defensie bestendigt de samenwerking om duurzaamheid vorm te geven binnen de NAVO en het European Defence Agency (EDA). Zo werken we samen met EDA aan energie-efficiënte kampementen en onderzoeken we de mogelijkheden voor Europese samenwerking op het gebied van Sustainable Aviation Fuel (SAF). Defensie neemt deel aan NAVO-werkgroepen voor duurzaamheid en levert een bijdrage aan het in NAVO-verband op te richten expertisecentrum voor klimaat en veiligheid. De komende jaren wil Defensie bovendien met haar bedrijfsvoering bijdragen aan de rijksbrede doelstelling van Nederland circulair in 2050 om schaarste en uitputting van grondstoffen te voorkomen.

Een andere stof die ook van Defensie aandacht vraagt betreft de poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS). Defensie heeft als gevolg van het gebruik in het verleden van blusschuim op militaire luchtvaartterreinen op ten minste dertien (voormalige) locaties verontreinigingen met PFAS. Defensie zet zich in om PFAS op (voormalige) defensielocaties in kaart te brengen en waar nodig te saneren. Defensie brengt hiervoor samen met het RVB de verdachte locaties en de vervuilingsgraad in beeld. Om nieuwe verontreinigen te voorkomen onderzoeken we welke huidige bedrijfsstoffen PFAS bevatten en hoe we het gebruik en de risico’s kunnen beperken.

2.1.3 Versterken van specialismen

Defensie investeert gericht in capaciteiten en kwaliteiten waar Defensie van grote meerwaarde is. Daarmee wordt de gevechtskracht en effectiviteit van inzet vergroot. Hiervoor werkt Defensie nauw samen met bondgenoten. Defensie wil een voorloper zijn in het vergroten van standaardisatie, interoperabiliteit en specialisatie. Er zijn stappen te zetten door gezamenlijk capaciteiten te ontwikkelen en materieel te verwerven, maar ook door gezamenlijke opleidingen, onderhoud en ondersteuning. Defensie versterkt de krijgsmacht op gebieden waar deze goed in is: inlichtingen, cyber, special operations forces, geïntegreerde lucht- en raketverdediging en precisieaanvallen in vijandelijk gebied. Hiermee draagt Nederland bovendien bij aan de Europese defensiecapaciteit.

Materieelproces en extra capaciteiten

Het Defensie Materieelproces (DMP) is in 2023 geactualiseerd. De financiële ondergrens is opgehoogd, de mandateringsgrens is opgehoogd en DMP-brieven worden geclusterd. Deze aanpassingen passen bij een slagvaardige organisatie, die groeit en verantwoordelijkheden neerlegt waar ze het meest effectief worden uitgedragen. De verwachting is dat Defensie hierdoor voor een deel van de gemandateerde projecten versnelde (financiële) verplichtingen aan kan gaan, omdat er geen sprake is van parlementaire behandeling van een D-brief. In de materieelagenda van het Defensiematerieelbegrotingsfonds worden specifieke trajecten voor nieuwe materieel investeringen toegelicht.

Duurzaam materieel

Aangezien het grootste deel van de directe CO2-uitstoot het gevolg is van vliegen, varen en rijden met operationeel materieel is het verduurzamen van dit materieel van groot belang. Defensie doet dit door stapsgewijs biobrandstoffen bij te mengen in de operationele brandstoffen tot uiteindelijk 30% in 2030 en door duurzaamheid bewust mee te wegen bij de aanschaf van nieuw materieel. Defensie verduurzaamt haar operationeel materieel met als voorbehoud dat eventuele operationele risico’s redelijkerwijs gemitigeerd kunnen worden. Daarom moet bij iedere behoeftestelling een bewuste afweging over duurzaamheid gemaakt worden. Voor deze afweging ontwikkelt Defensie een kader.

Defensie is een van de ondertekenaars van het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en Inkopen (MVOI). Een resultaat hiervan is bijvoorbeeld dat inkopers van Defensie worden opgeleid om duurzaamheid in het inkoopproces toe te passen.

2.1.4 Meer Europese samenwerking

Samenwerking is essentieel om onze veiligheid te waarborgen, multilateraal en bilateraal. In 2024 blijft Nederland daarom nauw samenwerken met onze bondgenoten en partners om de Nederlandse en gezamenlijke belangen te kunnen verdedigen.

Samenwerking in NAVO- en EU-verband

De NAVO is de hoeksteen van onze collectieve verdediging. Trans-Atlantische samenwerking blijft van cruciaal belang voor de veiligheid van Nederland en van alle bondgenoten. Voor de Europese vrede en veiligheid is het ook essentieel dat Europese landen een grotere eigen militaire bijdrage leveren aan het bondgenootschap en daarmee aan de veiligheid van Europa. Een zelfredzamer Europa, met meer militaire capaciteiten van Europese landen, draagt bij aan de versterking van de NAVO en de EU.

De oorlog in Oekraïne heeft de noodzaak tot meer en betere samenwerking verder onderstreept. Investeringen moeten zo veel mogelijk gezamenlijk worden gedaan om fragmentatie tegen te gaan en stappen te zetten op interoperabiliteit en inwisselbaarheid. Alleen daarmee kunnen Europese landen daadwerkelijk meer militaire capaciteiten realiseren. De Kamer wordt via de DMP-brieven geïnformeerd over de inzet van Defensie op dit vlak. Ook zet Defensie in op gezamenlijke aanschaf van onder andere munitie ter ondersteuning van Oekraïne. Hiermee worden schaalvoordelen bereikt en meer zekerheid geboden aan de industrie. Via de Defensienota 2022 is structureel € 30 miljoen beschikbaar gesteld voor de cofinanciering van projecten uit het Europees Defensiefonds (EDF) en voor Europese defensiesamenwerking, dat onder andere gebruikt kan worden om als kartrekker bepaalde ontwikkelingen of projecten in de EU aan te jagen. Hierdoor kan in een vroeg stadium van capaciteitsontwikkeling Europese samenwerking worden aangegaan. Het huidige demissionaire kabinet beoogt actief gebruik te maken van nieuwe EU-instrumenten voor gezamenlijke aanschaf, zoals EDIRPA2 en ASAP3. Ook wordt in 2024 een bijdrage geleverd aan EU missies en operaties en het Europese hoofdkwartier (MPCC).

Voor de NAVO reserveert Nederland vanaf 2023 extra budget voor de mogelijke verhoging van de contributie, waarmee NAVO gemeenschappelijke kosten financiert. Defensie blijft een militaire bijdrage leveren aan de afschrikking en verdediging van de NAVO. De militaire capaciteiten die daarbij ingezet worden, zijn bijvoorbeeld de maritieme vlootverbanden, air policing en snelle interventie capaciteiten. Nederland levert ook een militaire bijdrage aan de NAVO posture aan de oostflank in Enhanced Forward Presence in Litouwen.

In de toekomst gaat NAVO werken met een nieuw NATO Force Model (NFM) wat richting geeft aan het geheel aan benodigde eenheden. Dit model plaatst eenheden/capaciteiten in een drietal grote clusters van gereedheid (tiers), die zijn gekoppeld aan de Family of Plans. Het NFM kent daarnaast een ‘vrij’ inzetbare set van eenheden in de Allied Response Force, die inzetbaar zijn voor de drie kerntaken (collective deterrence & defence, crisis management en cooperative security).

Landen geven zelf aan wanneer en voor hoelang bepaalde capaciteiten in tiers aangeboden worden. De concrete impact van het NFM op de krijgsmacht zal zich gaandeweg het proces nader aftekenen. Het NFM vraagt in elk geval om krijgsmachten die in de breedte een hogere gereedheid kennen, en waarvan de eenheden vaker/langer stand-by staan. Dit vereist van alle bondgenoten dat eenheden beschikken over een hogere gereedheid, zoals geoefendheid en voorraadniveaus.

Overige multilaterale samenwerking

Defensie zet zich ook binnen de kleinere multilaterale verbanden in voor een sterkere en veiligere wereld. Binnen de Northern Group, de Joint Expeditionary Force (JEF) en het European Intervention Initiative (EI2) wordt de samenwerking met gelijkgestemde Europese landen versterkt. Hierbij is aandacht voor de toegevoegde waarde van elk verband, om duplicatie te voorkomen. Zo richt de JEF zich onder andere op oefeningen en andere militaire activiteiten in Noord-Europa, het Arctisch gebied en de Baltische regio, samenwerking in een hybride context, bescherming van vitale infrastructuur op de Noordzee, verbetering van interoperabiliteit en inlichtingenuitwisseling. De Northern Group is een discussieforum over gemeenschappelijke veiligheids- en defensieaangelegenheden, met de focus op noordelijk Europa en het Baltische zeegebied. Het EI2 werkt toe naar een gezamenlijke Europese strategische cultuur. Door regelmatig te overleggen en informatie uit te wisselen over de strategische omgeving en inzetscenario’s, wordt nadere samenwerking en interoperabiliteit gestimuleerd.

Bilaterale samenwerking

Nederland investeert in de hechte bilaterale samenwerking die de afgelopen jaren in het bijzonder is opgebouwd met de strategische partners België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Noorwegen, het VK en de VS. In 2024 wordt dit voortgezet en bekeken hoe de samenwerking met deze landen verder verdiept kan worden. Nederland wil nadrukkelijk niet alleen de samenwerking met onze strategische partners verdiepen. Ook wordt samen met andere (Europese) partners zoals Finland en Zweden gekeken hoe de samenwerking kan worden versterkt. Door samenwerking wordt de kwaliteit en effectiviteit van onze krijgsmacht (die van onze partners) vergroot. Nederland blijft hierin een voortrekkersrol vervullen.

Missies en operaties

Deelname aan missies en operaties behoort tot de kerntaken van Defensie. Missies en operaties zijn onderdeel van een bredere inzet, verbonden met de prioriteiten van het Nederlandse buitenland- en veiligheidsbeleid. Defensie wil proportioneel en in verhouding met vergelijkbare lidstaten bijdragen aan EU- en NAVO-missies en VN-vredesoperaties, in klein of groot verband. Zo levert Nederland vanaf 2023 tot en met 31 juli 2025 een aanvullende bijdrage aan de EU-operatie in Bosnië en Herzegovina, EUFOR Althea. Nederland streeft ernaar ook in 2024 samen met partners bij te dragen aan een stabiel Irak, waarin burgers beschermd worden en waarin gewerkt wordt aan een duurzame ontwikkeling van de veiligheidssector. Daarnaast blijft Nederland in 2024 actief in verschillende andere missies. In multilateraal verband zet Nederland ook in op het verbeteren van de effectiviteit van missies en verschillende soorten vredes- en stabiliteitsoperaties en –activiteiten. Ook in 2024 vergt besluitvorming over verlenging van bestaande bijdragen aan missies en operaties en eventuele bijdragen in het kader van de drie hoofdtaken van Defensie iedere keer weer een zorgvuldige afweging. Om de activiteiten van Defensie in het buitenland tijdig en beter te richten, blijft Defensie investeren in strategic foresight ofwel het vergroten van het anticiperend vermogen. Daarnaast implementeert Defensie een uitgebreid stappenplan dat toeziet op het minimaliseren van risico’s, het doen van onderzoek en transparantie ten aanzien van burgerslachtoffers. Aan uitwerking en implementatie van de (middel) lange termijnstappen in dit actieplan wordt in 2024 verder gewerkt.

2.1.5 Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

Onderzoek, technologieontwikkeling en innovaties zijn het fundament voor een technologisch hoogwaardige en toekomstbestendige krijgsmacht. Alleen zo kan Defensie tegenstanders bijhouden, interoperabel zijn met bondgenoten en de oorlog van morgen winnen.

Research & Technology (R&T) en kort-cyclisch innoveren

In de «Uitvoeringsagenda Innovatie en Onderzoek» neemt versterking van de samenwerking met kennis- en innovatiepartners een centrale rol in. Daarom gaat Defensie in 2024 door met extra investeringen in onderzoek en technologieontwikkeling (R&T) en kort-cyclisch innoveren. De uitgaven aan R&T stijgen mee met de defensiebegroting zodat de KPI R&T de komende jaren wordt gestabiliseerd. Met de extra middelen die in de afgelopen kabinetsperiode beschikbaar zijn gesteld, wordt in 2024 op een aantal specifieke doelen ingezet:

  • De versterking en ontwikkeling van kansrijke kennis- en innovatie ecosystemen, zoals Brainport, Nederland Radarland, Brightlands en nog nader te identificeren samenwerkingsverbanden. De focus ligt daarbij op maritieme systemen, autonome systemen (robotica en kunstmatige intelligentie), ruimtetechnologie, sensoren, nieuwe materialen en technieken, en kwantum en fotonica. De Kamer wordt hierover nader geïnformeerd per brief.

  • De innovatiecentra van de defensieonderdelen worden verder versterkt. Zij ontwikkelen in nauwe samenwerking een innovatieportfolio.

  • Defensie ondersteunt het bedrijfsleven, in het bijzonder het MKB en start-ups, actief bij het verkrijgen van toeslagen voor publiek-private samenwerking. In dat kader krijgt de Kennis- en Innovatieagenda Veiligheid, onderdeel van het missiegedreven innovatiebeleid van EZK, een nieuwe impuls.

  • Defensie speelt nadrukkelijk in op Europese en NAVO innovatie-initiatieven, zoals de Hub for EU Defence Innovation van het Europees Defensie Agentschap, de NAVO Defense Accelerator for the North Atlantic en het NAVO Innovatie Fonds. Zo wordt de Europese en internationale samenwerking bevorderd evenals de positionering van Nederlandse kennis- en innovatiepartners. Binnen Nederland en Europa zet Defensie in op een nauwe samenwerking met kennisinstituten, denktanks en academische partners. Voor de academische samenwerking maken we gebruik van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek.

Ruimtedomein

Aan de hand van de Defensienota 2022 en de Defensie Ruimte Agenda geeft Defensie de komende jaren invulling aan het implementeren van het ruimtedomein binnen de krijgsmacht. CLSK is verantwoordelijk voor het inrichten van de personele basiscapaciteit voor het Defensie Space Security Center dat de komende jaren uitgroeit tot minimaal 25 VTE uit de verschillende krijgsmachtdelen. Het Center gaat daarmee vanaf 2024 invulling geven aan de benodigde kennisopbouw, het uitvoeren van operationele Space Situational Awareness capaciteit en de opbouw van operationele satellietcapaciteit (Kamerstukken II 2022/23, 27 830, nr. 405). Deze capaciteiten worden, waar mogelijk, ook aan de EU en NAVO aangeboden.

Het ontwikkelen van capaciteiten voor het ruimtedomein zoals beschreven in de Defensie Ruimte Agenda, is geheel in overeenstemming met de in 2023 door de EU gepubliceerde Ruimtestrategie voor Veiligheid en Defensie. De uitwerking en implicaties van zowel de Defensie Ruimte Agenda als de EU Ruimtestrategie vormen een belangrijk onderdeel voor de nog te ontwikkelen interdepartementale lange termijn ruimteagenda.

Arbeidsextensief werken

Defensie continueert haar inspanningen om bepaalde processen arbeidsextensiever in te richten door meer gebruik te maken van technologie. Hierdoor kan Defensie haar mensen daar inzetten waar ze het hardst nodig zijn en bovendien het werk voor hen veiliger, interessanter, minder routinematig en effectiever inrichten. In 2024 worden hiertoe de volgende activiteiten ontplooid:

  • Voor CZSK wordt ingezet op arbeidsextensievere schepen: Het ASW-fregat gaat met minder bemanning varen dan het M-fregat en heeft meer capaciteiten.

  • Voor CLAS wordt de verwerving voorbereid van onbemande doorbraaksystemen die hindernissen met explosieven (onder andere mijnen) kunnen doorbreken in het hoogste geweldsspectrum. Zowel de snelheid van het ‘ruimen’ als de veiligheid van het personeel worden hiermee aanzienlijk vergroot. Voor andere onbemande landsystemen worden prototypes ontwikkeld binnen het project Combat Unmanned Ground Systems.

  • In 2024 wordt de geautomatiseerde ondersteuning van de domeinen financiën, materieel-logistiek, inkoop en afstoting verder geoptimaliseerd op basis van SAP (S4/HANA).

  • De Defensie Strategie Science en AI is vertaald naar roadmaps, onder andere voor bedrijfsvoering.

  • De toepassing van Robotic Process Automation (RPA) wordt verbreed naar alle defensieonderdelen. RPA maakt deel uit van een laagdrempelig en decentraal in te zetten IT pakket, waarmee de routinematige, administratieve handelingen van gebruikers teruggebracht worden.

2.1.6 Informatiegestuurd werken en optreden

Effectieve inzet van de krijgsmacht hangt meer en meer af van digitale data en informatie. Defensie streeft ernaar wereldwijd gesynchroniseerd in alle domeinen militaire operaties slimmer, sneller en sterker uit te voeren door informatiegestuurd te opereren. Defensie moet, om de ambities te behalen die zowel in de Defensienota 2022 als de IGO beleidsvisie zijn beschreven, de technologische voorsprong vergroten en behouden met aandacht voor privacy, betekenisvolle menselijke controle en verantwoord gebruik.

Multidomein optreden (MDO)

Het dreigingsbeeld laat zien dat conflicten zich gelijktijdig in verschillende domeinen kunnen afspelen: niet alleen op het land, in de lucht en op zee, maar tegenwoordig ook in de ruimte en in het cyberdomein. Het is daarom nodig om gelijktijdig in de vijf verschillende domeinen georkestreerd op te treden. In de kern is MDO het samenspel tussen de domeinen land, lucht, zee, cyber en ruimte, waarbij simultaan effecten gecreëerd worden in zowel de fysieke, virtuele en cognitieve dimensies (Kamerstukken II 2022/23, 36 124, nr. 35). Dit geeft Defensie de mogelijkheid het initiatief te nemen, synergie te bewerkstelligen, het tempo van opereren te dicteren en daarmee een strategisch, operationeel of tactisch voordeel te behalen en behouden op potentiële tegenstanders. Een hoge graad van informatievoorziening en -verwerking is randvoorwaardelijk om MDO te kunnen uitvoeren.

Informatievoorziening

Technologische ontwikkelingen veranderen de omgeving waarin de krijgsmacht opereert. Ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie bieden steeds meer mogelijkheden voor de bestuurlijke, militaire en bedrijfsmatige informatievoorziening binnen Defensie. Tegelijk biedt het nieuwe mogelijkheden voor potentiële tegenstanders om anderen te beïnvloeden.

Informatiegestuurd Optreden (IGO) is het leidende concept om de krijgsmacht in staat te stellen sneller de juiste informatie te verzamelen en analyseren teneinde de situatie beter te begrijpen (informatie als doel). Op die manier kunnen commandanten snellere en betere besluiten nemen om met de beschikbare middelen de gewenste effecten te bereiken (informatie als middel).

Een veranderende veiligheidssituatie, complexe juridische kaders, integratie in bondgenootschappelijke commandostructuren, personele krapte en grote technologische veranderingen vragen steeds om zorgvuldige militaire, ethische en juridische afwegingen omtrent informatieverwerking op alle niveaus. Zo werkt Defensie, onder meer in NAVO- en EU-verband, aan kaders en toezicht op het gebruik van kunstmatige intelligentie voor militaire doeleinden. Ook het rapport van de commissie Brouwer onderkent deze gecompliceerde context. Defensie beziet of en hoe de eerste verzamelde casuistiek binnen de huidige kaders kan worden opgelost en dus effectief kan worden uitgevoerd.

Het programma Defensie Open op Orde werkt aan een verbeterde informatiehuishouding om op transparante wijze in de publieke, politieke en ambtelijke informatiebehoefte te voorzien. Hierbij investeert Defensie in de informatievoorziening met verbetering van de werkstromen, opslag, behandeling en archivering van documenten. Daarnaast moderniseert Defensie met programma’s als Roger en HR IT de materieel- en personeelslogistieke informatiesystemen.

Commandovoering

Commandovoering is de militaire functie die de besluitvorming en bevelvoering van de krijgsmacht op alle niveaus omvat, en daarmee essentieel is in het vermogen om op basis van de juiste informatie tot de beste beslissingen te komen. MDO en IGO zijn niet mogelijk zonder modernisering van de commandovoering. Naast de infrastructurele vernieuwingen met onder meer de programma’s GrIT en FOXTROT zal Defensie toepassingen implementeren die de besluitvorming en bevelvoering ondersteunen door actuele situaties en handelingsopties inzichtelijk te maken. Om succesvol te zijn in moderne conflicten en crises en gericht te sturen, moet Defensie informatie snel en slim verkrijgen, verwerken en verspreiden. De Beleidsvisie IGO en de Defensie Strategie Data Science en AI 2023-2027 zijn hiervoor richtinggevend.

Om dit te realiseren, zijn moderne data science- en kunstmatige intelligentietechnieken nodig met personeel dat kennis heeft van de toepassing ervan in een militaire context. Defensie investeert de komende jaren in de integratie van data science en AI in de lopende processen en faciliteert daarbij de benodigde randvoorwaarden, waaronder hoogwaardige IT en specialistische kennis en kunde in nauwe samenwerking met EU- en NAVO-partners, kennisinstellingen en industrie.

Verder investeert Defensie in de modernisering van hoofdkwartieren, commandoposten, communicatie- en informatiesystemen, en in de uitbreiding van (onbemande) sensoren op land, zee en in de lucht. Tot slot is het nodig dat bestaande en nieuwe militaire capaciteiten een hoog niveau van interoperabiliteit hebben om informatie uit te kunnen wisselen en samen effectief op te treden. Defensie werkt daartoe samen met bondgenoten aan standaardisatie, bijvoorbeeld in het kader van het NAVO-brede programma Federated Mission Networking.

Inlichtingen

Inlichtingen zijn essentieel voor zowel de politiek-strategische besluitvorming als voor de militaire commandovoering op strategisch, operationeel en tactisch niveau. Ze geven inzicht in de positie, mogelijkheden en intenties van (potentiële) tegenstanders, zodat Nederland in staat is tijdig te anticiperen op dreigingen, handelingsopties uit te werken en besluiten te nemen omtrent en tijdens inzet van de krijgsmacht.

Zowel de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) als de krijgsmacht kunnen inlichtingen verzamelen en verwerken, maar de rechtsgrond en bevoegdheden verschillen. Waar de MIVD een permanente taak heeft op basis van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv 2017), is in Nederland de krijgsmacht gebonden aan een inzetmandaat en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Het is niettemin van levensbelang dat de inlichtingenfuncties van beide organisatiedelen interoperabel zijn om samen tot de best mogelijke informatiepositie te komen. Defensie zal daarom hierin blijven investeren, zowel organisatorisch als in personeel en informatietechnologie.

De MIVD blijft nauw samenwerken met de AIVD. Een van de gezamenlijke uitdagingen daarbij is het laten aansluiten van de wettelijke kaders bij de hedendaagse technologische complexiteit en dynamiek van de operationele inlichtingenpraktijk. Op basis van de rapporten van de Evaluatiecommissie Wiv (ECW) en de Algemene Rekenkamer uit 2021 werkt Defensie samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan een herziening van de Wiv 2017 met duidelijke kaders voor de toepassing van geautomatiseerde data-analyse van grote gegevensverzamelingen en voor het laten aansluiten van wet op de technische realiteit en dynamiek van activiteiten in het cyberdomein.

Inlichtingenonderzoeken van de MIVD zijn onmogelijk zonder internationale coöperatie. Naast de goede bilaterale samenwerkingen, blijft Defensie de komende jaren investeren in multilaterale inlichtingenstructuren van de NAVO en de EU.

Cyber

Zowel de maatschappij als Defensie zijn afhankelijk van een veilige en betrouwbare digitale infrastructuur. De grote mate van digitalisering biedt statelijke en criminele actoren mogelijkheden om cyberaanvallen in te zetten voor onder meer spionage, diefstal, afpersing en sabotage.

Defensie werkt daarom doorlopend aan het verbeteren van de cyber weerbaarheid. Defensie beschermt de eigen netwerken en computersystemen, maar daarnaast hebben de krijgsmacht en de MIVD een rol om samen met civiele en internationale partners Nederland digitaal veilig te houden. Bovendien moet de krijgsmacht tijdens een gewapend conflict in staat zijn in coalitieverband cyberoperaties uit te voeren en te synchroniseren met activiteiten op zee, land, in de lucht en de ruimte.

Defensie herziet komend jaar de Defensie Cyberstrategie uit 2018. Deze strategie is primair gericht op het vergroten van militaire cybercapaciteiten. De nieuwe cyberstrategie bouwt daarop voort en speelt in op de continue ontwikkelingen in het cyberdomein. Naast de impact van technologische vernieuwingen in de kunstmatige intelligentie en kwantumcomputing, spelen daarbij ook de geopolitieke situatie en de niet aflatende cyberdreigingen een rol.

De nieuwe strategie werkt onder meer uit hoe militaire cyberoperaties bijdragen aan de proactievere aanpak van de nieuwe Nederlandse Cybersecurity- en Internationale Cyberstrategieën en hoe Defensie cyber en elektromagnetische activiteiten uitvoert en integreert in multidomein-operaties in crisis- en oorlogstijd. Tot slot blijft Defensie werken aan een effectief samenstel van militaire en civiele cyberentiteiten in NAVO- en EU-verband. Defensie zet zich in de uiteenlopende multilaterale initiatieven goed op elkaar te laten aansluiten en stimuleert bondgenoten elkaar uit wederzijds belang te ondersteunen bij het vergroten van de gezamenlijke digitale weerbaarheid.

Figuur 5

Figuur 6

2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Tabel 1 Belangrijkste beleidsmatige mutaties (bedragen x 1 miljoen)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Standen ontwerpbegroting 2023

15.038,7

17.797,8

18.093,4

18.304,6

17.777,8

8.501,3

Belangrijkste mutaties

      

Mutaties 1e incidentele suppletoire begroting

1.240,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Mutaties 1e suppletoire begroting 2023

‒ 726,4

2.139,9

2.251,8

1.755,1

1.890,6

2.133,5

Overheveling AP AV middelen

175,2

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Overheveling AP Oekraine

560,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Kasschuif AV middelen

‒ 296,4

60,6

235,8

0,0

0,0

0,0

Kasschuif Oekraine

‒ 665,6

100,6

84,1

‒ 32,9

171,0

392,4

Overige kasschuiven

‒ 48,8

‒ 19,3

0,0

24,0

24,8

19,3

Technische verwerking voedingsartikel DMF

‒ 1.075,5

1.448,5

1.386,1

1.212,4

1.140,7

1.169,0

Loonbijstelling Defensie

415,1

422,1

423,6

428,0

427,1

423,4

Prijsbijstelling Defensie

101,5

104,6

106,6

107,4

110,1

111,9

Eindejaarsmarge Defensie

73,9

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Eindejaarsmarge BIV/Srebrenica

12,7

11,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Overige overboekingen

18,0

9,3

13,1

13,7

14,4

15,0

Overige mutaties

3,5

2,6

2,6

2,6

2,6

2,6

Mutaties 2e incidentele suppletoire begroting

‒ 200,7

1.300,0

193,1

134,7

4,0

0,3

Aanvullende middelen Oekraine

471,5

792,1

122,9

0,0

0,0

0,0

Kasschuif Oekraine

‒ 509,3

315,9

66,3

130,8

0,0

‒ 3,6

Kasschuif AV middelen

‒ 188,1

188,1

0,0

0,0

0,0

0,0

Overige overboekingen

25,2

3,9

3,9

3,9

4,0

3,9

Mutaties begroting 2024

0,0

60,8

145,6

85,5

76,1

8.940,5

Persoons beveiliging binnenland

0,0

50,0

50,0

50,0

50,0

50,0

Aanvullende middelen Oekraine

0,0

0,0

82,9

21,4

12,0

52,2

Overige interdepartementale budgetoverhevelingen

0,0

10,8

12,7

14,0

14,0

14,0

Extrapolatie 2028

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

8.824,2

Overige mutaties

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Standen ontwerpbegroting 2024

15.351,6

21.298,5

20.683,9

20.279,8

19.748,4

19.575,6

Toelichting

Mutaties 1e incidentele suppletoire begroting

De eerste incidentele begroting 2023 betreft middelen voor militaire steun aan Oekraïne.

Mutaties 1e suppletoire begroting

Met de 1e suppletoire begroting 2023 zijn onder andere middelen voor arbeidsvoorwaarden, steun aan Oekraïne en de loon- en prijsbijstelling toegevoegd aan de begroting. Vanwege een aantal kasschuiven is het budget voor 2024 naar boven bijgesteld. Het betreft het doorschuiven van arbeidsvoorwaardenmiddelen, voor een nog verder uit te werken en in te voeren Individueel Keuzebudget (IKB) en een gemoderniseerd toelagenstelsel, conform afgesproken in het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021-2023. Ook is een deel van de militaire steun aan Oekraïne vanuit 2023 doorgeschoven naar 2024, omdat de steun leidt tot uitgaven in 2024. Daarnaast betreft het een aantal overige kasschuiven, onder andere voor het programma Defensie Open op Orde en verscheidene mutaties om het budget gedurende de begrotingsperiode in het juiste ritme te plaatsen.

Mutaties 2e incidentele suppletoire begroting

De tweede incidentele begroting 2023 betreft middelen voor militaire steun aan Oekraïne. De kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 2023 is hoger dan eerder geraamd. Daarnaast zijn de premielasten gedaald. Het incidentele verschil t.o.v. CEP 2022 blijft, voor zover nog niet in nieuwe arbeidsvoorwaardelijke afspraken opgenomen, beschikbaar voor arbeidsvoorwaarden door middel van een kasschuif naar 2024.

Persoons beveiliging binnenland

Het stelsel bewaken en beveiligen is een belangrijk instrument in het beschermen van de democratische rechtsstaat en cruciaal in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit. Defensie draagt bij aan het aantal te bewaken en te beveiligen personen door de oprichting van een eenheid Persoonsbeveiliging Binnenland. Hiervoor wordt structureel € 50,0 miljoen aan de Defensiebegroting toegevoegd.

Aanvullende middelen Oekraïne

Dit betreft het toevoegen van budget voor uitgaven ten behoeve van het leveren van militaire steun aan Oekraïne en voor de vervanging van materieel uit de eigen voorraad dat reeds is geleverd aan Oekraïne.

Overige interdepartementale budgetoverhevelingen

Per saldo stijgt de begroting van Defensie in 2024 als gevolg van de interdepartementale budgetoverhevelingen met € 10,7 miljoen, waarvan bijdragen van het ministerie van Justitie en Veiligheid voor de aanpak van ondermijning en het systematisch uitvoeren van grenscontroles op alle secundaire luchthavens die zowel inkomende als uitgaande extra-Schengenvluchten verwerken.

2.3 Strategische Evaluatieagenda

Inleiding

Elke minister is op basis van de Comptabiliteitswet 2016 verantwoordelijk voor het periodiek onderzoeken van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Hiervoor maken alle departementen sinds 2021 gebruik van de Strategische Evaluatieagenda (SEA), die jaarlijks in de begroting met Prinsjesdag verschijnt.

Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) is de SEA ingedeeld op basis van (beleids)thema’s en kent de SEA een looptijd van vier jaar. Bij Defensie is de indeling van de SEA gelijk aan de indeling van de Defensienota. Dit betekent dat voor elke actielijn uit de Defensienota 2022 een thema op de SEA staat. Dat zijn de zes thema’s:

  • 1. Krachtige ondersteuning

  • 2. Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

  • 3. Versterken van specialismen

  • 4. Meer Europese samenwerking

  • 5. Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

  • 6. Informatiegestuurd werken en optreden

Per thema wordt de financiële grondslag nader uitgewerkt. Raadpleeg de Defensienota 2022 voor een uitgebreide toelichting op de SEA-thema’s. Klik hier om de Defensienota 2022 te downloaden.

Periodieke rapportages

Een adequaat evaluatiemechanisme stelt Defensie in staat om te monitoren of doelen worden gehaald, om gericht bij te sturen en prestaties te verbeteren, maar ook om politieke verantwoording af te leggen. Defensie plant daarom per SEA-thema onderzoeken en evaluaties. Van de hiermee verkregen inzichten wordt eens in de vier tot zeven jaar een synthese gemaakt, die in de vorm van een periodieke rapportage met de Kamer wordt gedeeld. Deze periodieke rapportage is een verplichting vanuit het Rijksbreed evaluatiestelsel en dient te voldoen aan de eisen uit de RPE. Zo bevat een rapportage in ieder geval de volgende onderdelen (RPE, art. 4.5):

  • een onderbouwde beoordeling van de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van de samenhangende maatregelen of instrumenten en daarmee samenhangende uitgaven;

  • inzicht in oorzaken voor de mate van gerealiseerde doeltreffendheid en doelmatigheid;

  • de belangrijkste resterende kennis- en inzichtlacunes met het oog op verdere verbetering van het inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het SEA-thema.

In tabel 3 is zichtbaar wanneer Defensie welke rapportage oplevert. Voor een verdere onderbouwing van de Strategische Evaluatieagenda, zie bijlage 7.5: Uitwerking Strategische Evaluatieagenda.

Tabel 2 Periodieke rapportages

Thema

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Actielijn 1 Defensienota: ‘Krachtige ondersteuning’

Synthese

2026

Conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) wordt per SEA-thema zo goed als mogelijk vermeld op welke begrotingsartikelen het thema betrekking heeft. De begroting van Defensie is echter niet ingedeeld op basis van beleidsthema’s, zoals bij veel andere ministeries het geval is, maar op organisatiedelen. Elk SEA-thema heeft daardoor betrekking op meerdere begrotingsartikelen.

Actielijn 2 Defensienota: ‘Een goede werkgever, verbonden met de samenleving’

Synthese

2025

Actielijn 3 Defensienota: ‘Versterken van specialismen’

Synthese

2026

Actielijn 4 Defensienota: ‘Meer Europese samenwerking’

Synthese

2028

Actielijn 5 Defensienota: ‘Innoverend vermogen en nieuwe domeinen’

Synthese

2027

Actielijn 6 Defensienota: ‘Informatiegestuurd werken en optreden’

Synthese

2027

Beleidsdoorlichtingen

De SEA vervangt op termijn de systematiek van beleidsdoorlichtingen. In de periode 2023-2024 voert Defensie daarom de laatste twee beleidsdoorlichtingen uit. Dit is een beleidsdoorlichting van artikel 2 Koninklijke Marine en een beleidsdoorlichting van artikel 3 Koninklijke Landmacht. Na 2024 voert Defensie geen beleidsdoorlichtingen meer uit, maar syntheseonderzoeken per SEA-thema. De uitkomsten van deze syntheseonderzoeken worden in een zogenoemde «periodieke rapportage» met de Kamer gedeeld (zie tabel 4). Deze verandering is voortgekomen uit de Rijksbrede Operatie Inzicht in Kwaliteit en aangekondigd in de vierde voortgangsrapportage van de operatie (Kamerstukken II 2021/22 31 865, nr. 184, bijlage 2).

Tabel 3 Beledsdoorlichtingen

Thema

Type onderzoek

Afronding

Begrotingsartikel

Militaire gezondheidszorg

Synthese

2023

8 Defensie Ondersteuningscommando

NLD-DEU samenwerkingsverbanden

Synthese

2024

3 Koninklijke Landmacht

Flag Officer Sea Training (FOST)

Synthese

2024

2 Koninklijke Marine

Klik hier om het jaarverslag 2022 van het Ministerie van Defensie te downloaden, met in bijlage 2 een overzicht van afgerond evaluatie- en overig onderzoek.

Een interactieve weergave van de SEA is beschikbaar op www.rijksfinancien.nl.

2.4 Overzicht risicoregelingen

Defensie kent één openstaande garantie. Dit betreft een overeenkomst met de Vereniging Verbond van Verzekeraars over de verzekerbaarheid van personeel. De looptijd is onbepaald en er is geen gegarandeerd bedrag vastgesteld. De overeenkomst regelt de verhouding tussen het Ministerie van Defensie en de Vereniging met als doel de belemmeringen die defensieambtenaren in het maatschappelijk verkeer ondervinden als gevolg van uitsluitingsclausules bij levensverzekeringen, gekoppeld aan de financiering van een woning, weg te nemen.

3. Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1 Inzet

A. Algemene doelstelling

Defensie beschermt wat ons dierbaar is. Die opdracht is een afgeleide van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden en de Grondwet. Deze leidt tot drie hoofdtaken:

  • 1. Bescherming van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief het Caribisch deel van het Koninkrijk.

  • 2. Bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit.

  • 3. Ondersteuning (onder alle omstandigheden) van de civiele autoriteiten bij de handhaving van de openbare orde, de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, de bestrijding van rampen en incidenten en de beheersing van crises, zowel nationaal als internationaal.

Alle drie de hoofdtaken vergen meer inzet vanwege de toegenomen instabiliteit in de wereld. Om deze taken te kunnen uitvoeren stelt Defensie militaire eenheden gereed die daarvoor kunnen worden ingezet.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen en daadwer-kelijk inzetten van eenheden om de veiligheid van het eigen en bondge-nootschappelijk grondgebied te handhaven. Verder is de Minister in samenwerking met bondgenoten verantwoordelijk voor de uitvoering van bijdragen aan missies voor conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, wereldwijd. Het Koninkrijk der Nederlanden draagt daarmee bij aan de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. De eenheden kunnen ook worden ingezet voor nationale taken en het verlenen van (internationale) noodhulp.

Onder Beleidsartikel 1 Inzet wordt een overzicht geboden van de inzet van de krijgsmacht. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan crisisbeheersingsoperaties, contributies aan common funded NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. Het artikel is daartoe uitgebreid met een niet-financieel overzicht voor de structurele inzet voor nationale en koninkrijkstaken, bijvoorbeeld door de KMar en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD). In Beleidsartikel 1 is ook de begroting opgenomen van de additionele uitgaven voor inzet onder verantwoordelijkheid van de Commandant der Strijdkrachten. In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering begroot voor marine, landmacht, luchtmacht, de marechaussee en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1.

C. Beleidswijzigingen

In eerdere besluitvormingsmomenten heeft het Kabinet besloten tot deelname aan dan wel verlenging, uitbreiding of beëindiging van de Nederlandse militaire bijdragen aan onder andere de volgende missies en operaties:

  • Enhanced Forward Presence (Litouwen): verlenging tot en met 31 december 2024;

  • Brede veiligheidsinzet in Irak: verlenging tot en met 31 juli 2025;

  • EUFOR Althea: nieuwe bijdrage aan EU-operatie in Bosnië en Herzegovina van januari 2023 tot en met 31 juli 2025.

NAVO-bondgenoten besloten in de periode voor en na de illegale Russische invasie van Oekraïne tot aanvullende maatregelen om het NAVO-verdragsgebied te beschermen, Rusland af te schrikken en bondgenoten bij te staan. Als onderdeel van dit pakket aan maatregelen zijn extra eenheden aan de oostflank van het verdragsgebied ontplooid. Nederland levert hier als NAVO-bondgenoot een actieve bijdrage aan.

In VN-verband zal Nederland daarnaast bijdragen blijven leveren aan VN-missies in het Midden-Oosten. De mandaten voor UNTSO en UNIFIL zijn verlengd tot en met 31 juli 2025. De bijdrage aan UNDOF wordt beëindigd. De einddatum van de Nederlandse bijdrage is in goed overleg met de VN vastgesteld op augustus 2023. Dit is aan de Kamer gecommuniceerd in de Jaarlijkse Voortgangsrapportage Overige Missiebijdragen.

Defensie blijft ten slotte Vessel Protection Detachments (VPD's) inzetten ter bescherming van de koopvaardij. Dit wordt begroot en verantwoord onder overige inzet.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Inzet (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

403.767

2.280.036

375.344

188.062

189.261

219.610

216.895

        

Uitgaven

313.048

1.286.789

1.356.280

353.315

216.740

219.610

216.895

        

Programmauitgaven

       

Opdrachten

313.048

1.286.789

1.356.280

353.315

216.740

219.610

216.895

Crisisbeheersingsoperaties

301.725

1.269.085

1.337.843

334.878

198.303

201.174

198.459

Financiering nationale inzet krijgsmacht

4.609

2.986

3.719

3.719

3.719

3.718

3.718

Overige inzet

6.714

14.718

14.718

14.718

14.718

14.718

14.718

        

Ontvangsten

11.954

50.332

87.643

48.270

84.060

201.238

2.332

Tabel 5 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2024

juridisch verplicht

36,9%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

63,1%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op de uitgaven voor levering van goederen en/of diensten van de lopende missies. Voor 2024 is 36,9% juridisch verplicht. De voorziening voor de verwachte verlenging van de huidige missies of voor nieuwe missies is juridisch gezien nog niet verplicht.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

In beleidsartikel 1 Inzet wordt de inzet van de krijgsmacht begroot. Het financiële instrument «opdrachten» omvat de uitgavencategorieën:

  • 1. Internationale inzet (BIV), zoals crisisbeheersingsoperaties;

  • 2. Financiering nationale inzet krijgsmacht (FNIK);

  • 3. Overige inzet.

Overzicht missies en operaties

Figuur 7 Overzicht missies en operaties

Toelichting uitgaven per missie
Tabel 6 Overzicht Internationale inzet (BIV) (bedragen x € 1000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

EUFOR Althea

         5.500

13.000

350

   

Veiligheidsinzet in Irak (CBMI)

       12.500

7.000

5.000

   

NATO Mission in Iraq (NMI)

            500

42.400

300

   

Enhanced Forward Presence Litiuwen (EFP LTU)

       34.000

36.000

10.000

   

Enhanced Forward Presence Roemenië (EFP ROU)

       11.000

   

250

 

Air Policing Polen

         4.000

     

Missies Algemeen

       10.000

10.000

8.000

8.000

8.000

8.000

Personeelszorg

         1.800

1.800

1.800

1.800

1.800

1.800

Snelle Inzetbare Capaciteiten (SIC)

       10.500

10.000

    

Contributies

       25.500

33.000

36.000

36.300

36.300

36.300

Kleinschalige bijdragen aan missies (≤ € 2,5 miljoen per jaar)

       12.435

5.100

1.645

300

300

300

Subtotaal

127.735

158.300

63.095

46.400

46.650

46.400

Reservering Dutchbatt III veteranen

742

742

742

742

336

 

Reservering Srebrenica

12.700

11.000

    

Reservering MIVD

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

Totaal

30.242

175.042

68.837

52.142

51.986

51.400

Toelichting per missie

Litouwen (eFP)

De NAVO besloot na de illegale annexatie van de Krim door Rusland in 2014 tot de versterking van de afschrikking- en verdedigingsfunctie van de oostflank. Onderdeel hiervan is de vooruitgeschoven aanwezigheid in de Baltische staten en Polen: enhanced Forward Presence (eFP). eFP bestaat op dit moment uit circa 4.500 militairen, verdeeld over een viertal multinationale Battle Groups. eFP brengt tot uitdrukking dat een schending van het verdragsgebied leidt tot de onmiddellijke betrokkenheid van het bondgenootschap. eFP draagt actief bij aan geloofwaardige afschrikking van Rusland en het geruststellen van bondgenoten in Baltische Staten en Polen. In het geval van een aanval stuit de tegenstander namelijk niet alleen op de lokale strijdkrachten, maar tevens op een multinationale NAVO-eenheid.

Nederland neemt sinds 2017 met circa 270 militairen deel aan de multinationale Battle Group in Litouwen. Het kabinet Rutte III heeft eind 2021 besloten om het aflopende nationale kader voor eFP te verlengen tot en met 31 december 2024. De langjarige Nederlandse bijdrage aan de multinationale Battle Group verhoogt hierbij de ervaring met het gezamenlijk optreden met strategische partners waaronder Duitsland, Noorwegen en België. De eFP-inzet biedt, mede vanwege de goede trainingsmogelijkheden in de regio, de mogelijkheden aan inkomende rotaties voor het realiseren van de vooraf gestelde trainingsdoeleinden. De inzet roteert veelal tussen de 13e Lichte Brigade (13 LtBrig) en de 43e Gemechaniseerde Brigade (43 MechBrig) van het Commando Landstrijdkrachten.

Brede veiligheidsinzet Irak

In een eerder stadium heeft het kabinet besloten tot een aanvullende inzet van een infanteriecompagnie ten behoeve van Force Protection voor de NAVO Missie in Irak (NMI). Dit is een inzet van circa 145 militairen en ondersteunende capaciteiten voor de duur van tenminste één jaar van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024. Het kabinet verlengt daarnaast de huidige inzet van adviseurs ten behoeve van NMI, de Europese Adviesmissie in Irak (EUAM) en de hervorming in de Koerdische Autonome Regio (KAR) in Irak tot en met 31 juli 2025. Ook blijft Nederland binnen dezelfde periode betrokken binnen Operation Inherent Resolve (OIR) met militaire adviseurs en stafofficieren. De Force Protection-compagnie, die het kabinet eerder beschikbaar had gesteld ten behoeve van OIR, heeft in mei 2023 haar beveiligings- en bewakingstaken overgedragen aan bondgenoten.

EUFOR Althea

Nederland ondersteunt landen in de Westelijke Balkan, inclusief Bosnië en Herzegovina. In april 2023 is door het kabinet besloten tot inzet van een infanteriecompagnie van het Korps Mariniers (100 tot 150 militairen voor de periode oktober 2023 tot oktober 2024), evenals inzet van een Human Intelligence (HUMINT) team (maximaal 10 personen) voor de periode juni 2023 tot en met 31 juli 2025. Deze bijdrage is in aanvulling op de 4 Nederlandse staffunctionarissen die sinds januari 2023 werkzaam zijn op het hoofdkwartier van EUFOR Althea te Sarajevo.

Contributies

Nederland draagt met contributies bij aan de gemeenschappelijke uitgaven voor crisisbeheersingsoperaties van de NAVO en militaire missies en operaties van de EU. Deze contributies staan los van een eventuele Nederlandse deelname aan een specifieke missie van de NAVO of de EU. Ook de jaarlijkse bijdrage aan de Strategic Airlift Capability (SAC) C-17, gehuisvest op Papa Air Base te Hongarije, is onderdeel van de contributies. Dit is een internationaal samenwerkingsverband van twaalf landen, waaronder tien NAVO-lidstaten, en voorziet in een deel van de Nederlandse behoefte aan strategic airlift.

Kleine bijdragen

In onderstaand overzicht staan de kleinschalige Nederlandse bijdragen met een financiële omvang van minder dan € 2,5 miljoen per jaar.

Tabel 7 Overzicht kleinschalige bijdragen aan missies in personeel

Overzicht kleine missies

Max personele omvang *

1(NLD) Air Task Force Middle East (ATF ME)*

12

European Union ATALANTA (EU ATALANTA)*

4

European Union Militairy Assistance Mission (EUMAM)*

9

European-led Maritime Awareness in the Strait Of Hormuz (EMASOH)*

4

United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL)

1

United Nations Truce Supervision Organisation (UNTSO)

12

Combined Maritime Forces (CMF) 

2

Netherlands Liaison Team CENTCOM (NLTC)

2

United States Security Coordinator (USSC)

3

*personele omvang varieert in tijd gedurende de missie van 0 tot maximale omvang

 
Opbouw regionale vredeshandhavingscapaciteit

Programma’s voor regionale vredeshandhavingscapaciteit worden door derden (met name door het Ministerie van Buitenlandse Zaken) gefinan-cierd en mede door Defensie uitgevoerd.

Toelichting op nationale inzet krijgsmacht

Structurele nationale takenDefensie voert structurele taken uit ten behoeve van civiele overheden. De financiële middelen van deze structurele taken zijn opgenomen in de verschillende begrotingsartikelen van Defensie. Deze structurele taken zijn vastgelegd in wet- of regelgeving, inclusief ministeriële besluiten, maar ook convenanten of arrangementen. Onder de structurele taken vallen de taken van de Koninklijke Marechaussee, de Kustwachten in Nederland en het Caribisch gebied, luchtruimbewaking, de Bijzondere Bijstandseenheden en de Explosievenopruiming.

Militaire bijstand en steunverlening (Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK))

Defensie verleent militaire bijstand voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid en voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Deze inzet wordt bekostigd vanuit dit artikel via de afspraken die zijn gemaakt in het convenant FNIK. Deze bijstand wordt zowel door de Koninklijke Marechaussee geleverd als door andere eenheden van Defensie. Daarnaast wordt bijstand verleend in geval van een ramp of crisis of in geval van de vrees voor het ontstaan daarvan.

De tabel indicatieve inzet voor 2024 geeft de geprognosticeerde nationale inzet weer, aangezien bijstandsverzoeken niet (altijd) te voorspellen zijn. De inzet van Defensie bij de beveiliging van rechtbanken is daarvan een voorbeeld.

Tabel 8 Indicatieve nationale inzet

Grondslag/activiteit

Onderdeel

Soort

Aantal

Explosieven opruiming

EODD (FNIK)

ruimingen

2000

Explosieven opruiming Noordzee

CZSK

ruimingen

35

Quick Reaction Alert (onderscheppingen luchtruim)

CLSK

onderscheppingen

4

Strafrechtelijke handhaving rechtsorde (Politiewet)

Alle DO'n (FNIK)

aanvragen

115

Handhaving openbare orde en veiligheid (Politiewet)

Alle DO'n (FNIK)

aanvragen

25

Militaire steunverlening in het openbaar belang

Alle DO'n (FNIK)

aanvragen

30

Wet Veiligheidsregio

Alle DO'n (FNIK)

aanvragen

40

KB 1987 inzet krijgsmacht in Aruba, Curacoa en Sint Maarten - harde bijstand

CZSK/CLAS (FNIK)

aanvragen

29

KB 1987 inzet krijgsmacht in Aruba, Curacoa en Sint Maarten - zachte bijstand

CZSK/CLAS

aanvragen

10

Wet BES

CZSK/CLAS (FNIK)

aanvragen

10

Toelichting op ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op de eventuele vergoedingen van de EU, NAVO, VN en partnerlanden voor de door Nederland geleverde diensten of ingezette personele en materiële middelen. Ook wordt de bijdrage van de reders voor de inzet van VPD’s hier geraamd.

3.2 Artikel 2 Koninklijke Marine

A. Algemene doelstelling

De marine levert operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit (zowel vloot als mariniers) ter verdediging van de nationale territoriale wateren en ter bescherming van de koopvaardij en helpt bij crisisbeheer-singsoperaties, humanitaire hulpoperaties en rampen. De marine kan zelfstandig operaties uitvoeren en kan ook samen optreden met de landmacht, luchtmacht, marechaussee en buitenlandse bondgenoten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de marine alsmede de (mate van) gereedheid van maritieme eenheden. De marine is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van deze eenheden. Defensie rapporteert hierover aan de Kamer via de Stand van Defensie die twee keer per jaar wordt verzonden (begroting en jaarverslag). De marine is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken, worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de marine gereed gesteld. De in de beleidsagenda genoemde transitie geeft veel mogelijkheden en kansen.

Tevens vormt de marine de beheersorganisatie voor zowel Kustwacht Nederland als de Kustwacht Caribisch Gebied.

Tabel 9 Capaciteiten marine

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

MARITIEME TAAKGROEP VAN 5 SCHEPENDe taakgroep voert als geheel gevechtsoperaties uit op zee, projecteert gevechtskracht vanuit zee op land of treedt in delen langdurig op als afschrikking. De taakgroep kan als geheel of in delen ingezet worden voor maritieme veiligheidsoperaties of voor maritieme assistentie.

Maritime Battle Staff (MBS)

Levert commandovoering voor maritieme en amfibische operaties.

Luchtverdedigings- en Commandofregat (LCF)

Bestrijding van maritieme-, oppervlakte-, lucht- en ruimtedreigingen. Is daarnaast een platform voor commandovoering voor een taakgroep voor maritieme gevechtsoperaties, veiligheidsoperaties en maritieme assistentie. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.

Multipurpose Fregat (MFF)

Levert slagkracht ter bestrijding van oppervlakte / onderwater eenheden voor gevechtsoperaties. Levert een platform voor maritieme veiligheidsoperaties en maritieme assistentie. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.

Landing Platform Dock (LPD)

Amfibisch transport voor amfibische gevechtsoperaties, maritieme veiligheidsoperaties en maritieme assistentie. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.

Joint Support Ship (JSS)

Verzorgt bevoorrading op of vanuit zee om voortzettingsvermogen voor amfibische of maritieme gevechtsoperaties te vergroten. Of verzorgt maritieme veiligheidsoperaties en maritieme assistentie. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.

Onderzeeboot (OZB)

Levert slagkracht ter bestrijding van oppervlakte en onderwater eenheden voor gevechtsoperaties. Verzamelt inlichtingen en is een platform voor speciale operaties.

Alkmaarklasse Mijnenbestrijdingsvaartuig (AMBV)

Levert mijnenbestrijdingscapaciteit ten behoeve van maritieme gevechtsoperaties, maritieme veiligheidsoperaties en maritieme assistentie. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.

Marine Combat Group (MCG)

Levert eenheden voor amfibische gevechtsoperaties en voor veiligheidsoperaties op zee en op land. Kan worden ingezet voor steunverlening en bijstand.

Surface Assault & Training Group

Levert amfibische ondersteuning en maritieme beveiligingsteams.

Hydrografische Opnemingsvaartuigen (HOV)

Levert oceanografische inlichtingen en hydrografische survey capaciteit voor civiel / militaire samenwerking.

SPECIALE EENHEDEN VOOR SPECIALE OPERATIES EN VOOR TERREURBESTRIJDING

C-Squadron

Levert een Special Operations Maritime Task Group (SOMTG) voor geplande (maritieme) speciale operaties (Foreseeable Special Operation (FSO)) en voor incidentele en onverwachte Speciale Operaties met een korte reactietijd (Non-Foreseeable Special Operation (NFSO)).

M-Squadron

Levert maritieme anti-terreur capaciteit in het hoogste geweldsspectrum voor de Unit Interventie Mariniers (UIM) en ter ondersteuning van de Dienst Speciale Interventies.

HARBOUR PROTECTION TEAMS

Duikteam Defensie Duikgroep (DDG)

Voert onderwater operaties uit met drones en duikers ten behoeve van het onderkennen en neutraliseren van dreigingen onderwater.

FORWARD PRESENCE IN HET CARIBISCH DEEL VAN HET KONINKRIJK

Oceangoing Patrol Vessels (OPV)

Levert permanente maritieme militaire presentie en neemt deel aan counter-narcotics-operaties. Kan tevens ingezet worden als schip van de wacht.

Ondersteuningsvaartuig (Zr. Ms. PELIKAAN)

Draagt bij aan tactisch voortzettingsvermogen van de operationele eenheden in het Caribisch deel van het Koninkrijk en levert amfibische transportcapaciteit.

Mariniers Squadron Carib (MSC)

Aanwezigheid van mariniers voor amfibische inzet en militaire bijstand.

Bootpeloton Carib

Aanwezigheid van een marinierseenheid voor amfibische ondersteuning en maritieme patrouille.

Mariniers detachement Sint-Maarten (MARNSDET SXM)

Aanwezigheid van mariniers voor amfibische inzet en militaire bijstand.

Caribische Militairen (CARMIL)

Aanwezigheid van lokale militairen voor territoriale verdediging en militaire bijstand.

C. Beleidswijzigingen

Opdrachten

De Koninklijke Marine zet zich wereldwijd in voor de veiligheid van Nederland op en vanuit zee. Om actuele en toekomstige dreigingen tegen te gaan, moeten de schepen van de marine worden uitgerust met betere sensoren en bewapening om een vijand op grotere afstand te kunnen aangrijpen, gaan ze opereren met onbemande vaartuigen en drones en dit alles in genetwerkt verband. In 2024 vind een first of class lancering van een Tomahawk langeafstandsraket plaats vanaf een LCF. Het Korps Mariniers gaat meer verspreid optreden met zelfstandige, kleine, lichte en genetwerkte eenheden om heimelijk optreden mogelijk te maken en effectiever te zijn tegen moderne dreigingen. De mariniers krijgen hiervoor de beschikking over langeafstandsvuursteun, tactische luchtverdedigingscapaciteit, onbemande systemen en nieuwe lichte vaar- en voertuigen.

Maritiem optreden kan niet zonder samenwerking met partnerlanden. De unieke en vergaande integratie met de Belgische marine wordt met de gezamenlijke vervanging van de mijnenjagers en M-fregatten zo mogelijk nog verder uitgebouwd. Dit geldt eveneens voor de al vijftig jaar bestaande integratie van de operationele marinierseenheden van het Verenigd Koninkrijk en Nederland in UK/NL Amphibious Force. De afspraken hierover zijn recent opnieuw vastgelegd. In 2024 maakt een LCF een wereldreis, in samenwerking met enkele partnerlanden. Nationaal op de Noordzee en in het Caribisch deel van het Koninkrijk werkt de marine nauw samen met andere defensieonderdelen, de Kustwacht, overheidsorganisaties en het bedrijfsleven.

Personeel en organisatie

Het personeel van de marine is de belangrijkste factor in het mogelijk maken van de transitie. Gelet op het aantal onvervulde vacatures op het moment is het op de korte termijn dan ook de eerste prioriteit om personeel te behouden en nieuw personeel aan ons te binden. Aanvullende maatregelen die de marine ook in 2024 neemt in het kader van behouden en binden, zijn bijvoorbeeld het versneld omscholen van personeel voor functies waarvoor onvoldoende personeel is een eigen technische opleiding samen met zeevaartscholen en het intensiveren van de samenwerking met civiel-maritieme opleidingsinstellingen.

Ook zijn er maatregelen om de behoefte aan menskracht te verminderen. Gelet op de structurele personele krapte wordt de bedrijfsvoering opnieuw bezien en gaan de ontwerpen van nieuwe schepen uit van kleinere bemanningsgroottes. Om het resultaat van al deze maatregelen te maximaliseren werkt de marine aan de professionalisering van het Human Resources (HR) personeel en betere ondersteuning met data-analyses.

Materieel en ondersteuning

Meer standaardisatie en familievorming, minder complexe en makkelijker te vervangen systemen gaan bij het onderhoud helpen. Bij de logistieke ondersteuning en bevoorrading verschuift de nadruk van efficiënt naar effectief. Uitgangspunt is het op tijd en op locatie beschikbaar hebben van voldoende reservedelen. De marine blijft bij het voorziene onderhoud intensief samenwerken met de industrie. Uitgangspunt daarbij is wel dat de marine waar dan ook, dichtbij of ver weg, de vloot varend en operationeel kan houden. De marine streeft verder samen met de industrie in Nederland naar synergie en een Maritime Maintenance Valley in Den Helder die onderlinge capaciteits- en kennisuitwisseling en concentratie van onderhoud mogelijk maakt.

De komende jaren komt er een revitalisatie van de marinehaven in Den Helder. Dit betreft zowel fysieke ruimte voor bijvoorbeeld het afmeren van de grotere schepen als vergunningsruimte voor bijvoorbeeld zoneringen rond munitie-opslag. Voor een toekomstbestendige ontwikkeling van het bredere havengebied van Den Helder werken Defensie en de marine nauw samen met de provincie Noord-Holland en de gemeente Den Helder. Een gezamenlijke bestuurlijke overeenkomst is getekend. In 2024 wordt verder invulling gegeven aan deze opgave, waaronder het vernieuwen van de legering in combinatie met de verbetering van de leefbaarheid van Den Helder.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Koninklijke Marine (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

994.610

1.044.776

1.040.663

1.051.722

1.058.944

1.062.481

1.064.562

        

Uitgaven

953.168

1.029.631

1.078.549

1.090.134

1.098.086

1.105.629

1.108.146

        

Programmauitgaven

       

Opdrachten

60.480

93.742

75.039

75.260

75.285

75.279

75.530

Gereedstelling

20.654

16.452

17.014

17.073

17.042

17.036

17.288

Kustwacht NL

36.695

75.862

55.753

55.915

55.971

55.971

55.970

Kustwacht CARIB

3.131

1.428

2.272

2.272

2.272

2.272

2.272

(Schade)vergoeding

125

0

0

0

0

0

0

Schadevergoeding overig

116

0

0

0

0

0

0

Kustwacht Carib

9

0

0

0

0

0

0

        

Apparaatsuitgaven

       

Personele uitgaven

873.474

911.610

976.680

988.025

997.118

1.004.320

1.006.527

Eigen personeel

793.283

831.284

882.965

909.843

918.949

926.154

928.387

Externe inhuur

8.594

7.726

9.933

728

868

868

868

Overige personele exploitatie

46.325

38.831

46.509

40.452

40.348

40.340

40.304

Kustwacht NL

9.291

9.239

11.613

12.401

12.344

12.344

12.344

Kustwacht CARIB

15.981

24.530

25.660

24.601

24.609

24.614

24.624

Materiële uitgaven

19.089

24.279

26.830

26.849

25.683

26.030

26.089

Overige materiële exploitatie

17.320

21.218

22.932

22.951

21.786

22.133

22.191

Kustwacht NL

36

102

104

104

103

103

104

Kustwacht CARIB

1.733

2.959

3.794

3.794

3.794

3.794

3.794

        

Ontvangsten

14.214

12.324

12.324

12.324

12.324

12.324

12.324

Tabel 11 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2024

juridisch verplicht

88,5%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

11,5%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Verplichtingen onder gereedstelling betreffen onder meer de operationele rantsoenen en contracten die zijn aangegaan voor het gereedstellen van de eenheden. Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen, gebaseerd op de organieke sterkte, voor 2024 volledig verplicht is. Daarnaast worden de reeds aangegane verplichtingen voor externe inhuur ook als juridisch verplicht gezien. Voor de personele exploitatie betreft het met name de opleidingen. Onder de materiële uitgaven betreft dit voornamelijk uitgaven voor het zelfstandig aanschaffen van bedrijfsmiddelen. Ook worden er opdrachten gegeven aan o.a. kennisinstituten voor innovatieprojecten.

In totaal is voor 2024 88,5% juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Opdrachten

GereedstellingGereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft onder andere operationele zaken, zoals voeding aan boord van schepen en voeding voor mariniers, de inhuur van oefenterreinen en schietbanen, uitgaven bij havenbezoeken en uitgaven bij lanceringen.

Personele uitgavenDe personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer, reservisteninzet, lokaal personeel Antillen en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven.

Materiële uitgavenMateriële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals kantoorinrichting en kantoorartikelen, transport en voorlichting. Daarnaast worden hier de uitgaven voor restaurant gerelateerde diensten, kennisontwikkeling, technologische ontwikkeling en innovatie, schadevergoedingen en kosten voor betalingsverkeer verantwoord.

Groene DraeckDe Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. De kosten voor het onderhoud aan de Groene Draeck worden begroot en verantwoord bij het Ministerie van Defensie zolang Prinses Beatrix gebruik maakt van de Groene Draeck. In de planperiode 2021 t/m 2025 is maximaal € 435.000 (5 maal € 87.000) beschikbaar voor onderhoud, waarbij de daadwerkelijke uitgaven kunnen fluctueren over de jaren heen.

Er is voor het benodigde meerjarige groot onderhoud inmiddels € 244.699 aan onderhoudskosten gemaakt. Dit meerjarig onderhoud wordt door tussenkomst van de Dienst Koninklijk Huis (DKH) bij een specialistische werf uitgevoerd. Van het totaal beschikbare onderhoudsbudget tot en met 2025 resteert € 190.301. De meerkosten in de planperiode boven de € 435.000 voor het onderhoud aan de Groene Draeck komen voor rekening van de eigenaresse.

Kustwacht Caribisch gebiedDe Kustwacht Caribisch gebied is een Koninkrijk organisatie die is belast met de maritieme rechtshandhaving in het Caribische deel van het Koninkrijk. Bestrijding van de handel in drugs, de bestrijding van vuurwapensmokkel en de bestrijding van mensenhandel, mensensmokkel en illegale immigratie hebben prioriteit. Daarnaast levert de Kustwacht een belangrijke bijdrage aan de veiligheid op het water door het uitvoeren van zoek- en reddingsoperaties en visserij-, scheepvaart- en milieu-inspecties. De Kustwacht functioneert op basis van de Rijkswet Kustwacht. Het jaarplan en jaarverslag doorlopen een separaat besluitvormend (door de Rijksministerraad) en parlementair proces, waarbij inzicht wordt gegeven in taken, middelen en procesindicatoren. Het jaarplan wordt voorbereid door de Kustwachtcommissie, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de vier landen en één keer per jaar bijeenkomt. De Rijksministerraad stelt het jaarplan van de Kustwacht vast.

De Kamer ontvangt de specifieke begroting voor de Kustwacht in het «Jaarplan 2024 Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch Gebied» nadat de Rijksministerraad dit jaarplan heeft vastgesteld.

Kustwacht NederlandDe Kustwacht Nederland is een nationale organisatie, waarvan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) het coördinerend ministerie is. Defensie is de beheerder van de Kustwacht en draagt met de marine en de marechaussee bij aan de dienstverleningstaken (bijvoorbeeld ruimen van explosieven), de handhavingstaken (bijvoorbeeld grensbewaking) en maritime security. Tevens levert de marine de directeur Kustwacht. In bijlage 3 van de begroting van het Mobiliteitsfonds is de overzichtsconstructie Kustwacht Nederland opgenomen. Daarin staat hoe de uitgaven met betrekking tot de Kustwacht Nederland worden begroot op de verschillende hoofdstukken van de rijksbegroting.

3.3 Artikel 3 Koninklijke Landmacht

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Landmacht draagt op het land bij aan vrede, vrijheid en veiligheid in Nederland en daarbuiten. De landmacht doet dit met professionele en goed getrainde militairen en hoogwaardige technologie. Zij gaan door waar anderen moeten stoppen. Onder de zwaarste omstandigheden voeren zij gevechtsoperaties uit, bieden humanitaire hulp, ondersteunen bij rampen en ondersteunen dagelijks de civiele autoriteiten in Nederland.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de landmacht alsmede de mate van gereedheid van de grondgebonden eenheden. De landmacht is verantwoordelijk voor het operationeel gereed stellen en in stand houden van de eenheden. De landmacht is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken, worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de landmacht gereed gesteld. De landmacht zal zich inzetten om in de toekomst alle eenheden volledig operationeel gereed te kunnen stellen. Defensie rapporteert hierover aan de Kamer via de Stand van Defensie die twee keer per jaar wordt verzonden (begroting en jaarverslag).

Tabel 12 Capaciteiten landmacht

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

BRIGADE COMBAT TEAMVecht en beïnvloedt tegenstanders en de omgeving om gestelde doelen te halen. Dit gebeurt gecoördineerd met alle toegewezen eenheden. Kan worden ingebed in de NAVO-commandostructuur.

Brigade Hoofdkwartier (BHK)

Levert het vermogen om landoperaties aan te sturen.

Communication & Information Systems (CIS)

Levert ondersteuning om communicatie en informatie te verzorgen tussen en binnen eenheden.

Joint Intelligence, Surveillance,Target Acquisition & Reconnaissance module (JISTARC module)

Levert aan het brigade hoofdkwartier capaciteit voor de inlichtingenketen. Kan ook inlichtingen verzamelen en analyseren onder civiel gezag.

Brigade Verkenningseskadron

Levert een gevechtseenheid met inlichtingen- en beïnvloedingstaken voor gemotoriseerd en/of gemechaniseerd optreden.

Battle Group (BG)

Levert gevechtskracht voor gevechts- en beïnvloedingstaken. Samengestelde gevechtseenheid van bataljonsgrootte inclusief eigen ondersteuning (kent varianten met luchtmobiele-, gemotoriseerde- en gemechaniseerde infanterie en tankeenheden).Kan ook bijdragen aan de gegarandeerde capaciteiten conform interdepartementale afspraken.

Communication and Engagement module (C&E)

Beïnvloedt spelers en/of actoren in het informatiedomein en draagt bij aan het begrijpen van de omgeving.

Vuursteun Afdeling (artillerie)

Levert grondgebonden indirecte vuursteun.

Genie Bataljon (Inclusief Response chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) capaciteit en Explosieven Opruimingsdienst (EOD) capaciteit)

Conditioneert het terrein voor militaire operaties, versterkt het voortzettingsvermogen van eenheden (mobiliteit, contra-mobiliteit en bescherming) en levert militaire bijstand.

Hospitaal compagnie role 2

Levert een Role-2 chirurgisch hospitaal voor geneeskundige ondersteuning van eenheden. Kan ook onder civiel gezag ingezet worden.

Geneeskundige Compagnie role 1

Levert een role-1 geneeskundige ondersteuning (afvoer, Medical Treatment Facility en vervoer) aan brigade-eenheden.

Herstelcompagnie

Voert correctief en preventief onderhoud uit aan al het materieel ten behoeve van het voortzettingsvermogen van de brigade.

Voorraadcentrum

Levert bevoorrading en transportondersteuning ten behoeve van het voortzettingsvermogen van de brigade. Kan ook onder civiel gezag ingezet worden.

Korps Commandotroepen

Levert een Special Operations Land Task Group (SOLTG) voor geplande Speciale Operaties (Foreseeable Special Operations (FSO)) en een SOLTG voor incidentele en onverwachte Speciale Operaties, (Non-Foreseeable Special Operations (NFSO)), met een zeer korte reactietijd.

SPECIALE EENHEDEN

NLD/DEU Headquarters

Stuurt landoperaties aan als Land Component Command of als Korps hoofdkwartier en optioneel als Joint Task Force hoofdkwartier.

HEADQUARTERS

(Re)Deployment Task Force

Stuurt een (re)deployment aan.

(RE)DEPLOYMENT HEADQUARTERS

C2 AMDTF

Levert een Commando- en Engagement element voor het AMDTF.

AIR- AND MISSILE DEFENCE TASK FORCE (AMDTF)

Logistiek Element

Levert een logistiek element voor het AMDTF.

PATRIOT Fire Unit (PFU)

Levert een grondgebonden Lucht- en raketverdedigingseenheid voor punt- en gebiedsverdediging.

Norwegian Advanced Surface-to-air Missile System (NASAMS)

Levert een grondgebonden luchtverdedigingseenheid voor punt- en gebiedsverdediging.

FIRE UNIT SWP FENNEK

Levert een grondgebonden luchtverdedigingseenheid met STINGER voor punt en gebiedsverdediging.

STINGER MANPAD PELOTON

Levert een grondgebonden luchtverdedigingspeloton gespecialiseerd voor maritiem, amfibisch en luchtmobiele inzet.

MAN-PORTABLE AIR DEFENCE SYSTEM (MANPADS)

Counter UAS (C-UAS)

Levert een grondgebonden sensor met detectie en identificatiecapaciteit ten behoeve van alarmering van een te beschermen eenheid of object.

COUNTER UNMANNED AERIAL SYSTEMS (C-UAS)

Territoriaal Operatiecentrum (TOC)

Levert landelijke operationele aansturing voor de operationele planning, voorbereiding, aansturing en afwikkeling van nationale militaire (crisis)operaties op Nederlands grondgebied zoals bijvoorbeeld in het kader van militaire bijstand en steunverlening tot en met inzet zoals Host Nation Support.

PERMANENTE/ STRUCTURELE NATIONALE VEILIGHEID

Regionaal Militair Commando en Advies (RMCa/RMOA)

Regionale aansturing en advies over de hele veiligheidsketen gekoppeld aan een veiligheidsregio en onderdeel van brigadestaven.

Korps Nationale Reserve (NATRES)

Levert in Nederland bewaking en beveiliging voor (tijdelijke) militaire objecten, militaire bijstand aan de politie en assistentie bij rampenbestrijding.

Explosieve Opruimingsdienst Defensie (EODD)

Mitigeren van explosieve dreiging in alle domeinen, omstandigheden en omgevingen.

CBRN

Levert advies en assistentie voor CBRN dreiging.

C. Beleidswijzigingen

Algemeen

De oorlog in Oekraïne en de veranderende veiligheidssituatie vereisen een landmacht die is voorbereid op grootschalige gevechtsoperaties, om zo bij te dragen aan afschrikking en de verdediging van Nederland en het NATO-verdragsgebied. Het gevecht van verbonden wapens, met als hoeksteen het brigadeniveau, vormt de basis voor het tactische optreden. Om gevechtskracht, zelfstandigheid en aanpassingsvermogen te vergroten, transformeert de landmacht haar brigades naar zelfstandige, gespecialiseerde commands. Het Korps Commandotroepen, het Integrated Air & Missile Defence Command en het Eerste Duits-Nederlandse Legerkorps ontwikkelen zich verder met een focus op warfighting. De mens is en blijft te allen tijde het hart van de Koninklijke Landmacht.

Internationale inzet

De landmacht ondersteunt Oekraïne in beginsel ook in 2024 met trainingen en materieel. Met een gevechtseenheid in Litouwen voor Enhanced Forward Presence (eFP) en een substantiële bijdrage aan de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF) maken landmachteenheden deel uit van de NATO Response Forces (NRF). Het Eerste Duits-Nederlandse Legerkorps staat bovendien gereed als Land Component Command. Daarnaast is deelname gepland aan de EU-Battlegroup en missies zoals NATO mission in Iraq (NMI). Verder staan altijd eenheden gereed voor onvoorziene inzet.

Nationale inzet en evenementen

Landmachteenheden voeren continue een veelvoud aan nationale operaties en steunverleningen uit in het kader van handhaving van de rechtsorde, openbare orde en veiligheid. In het kader van Host Nation Support (HNS) coördineert en ondersteunt de landmacht onder andere de verplaatsingen van internationale troepen, zoals Amerikaanse rotaties ten behoeve van de Operatie Atlantic Resolve, over Nederlands grondgebied.

Middelen

Door personele en materiële tekorten zijn eenheden verminderd inzetbaar. De voortdurende ondersteuning van Oekraïne en met name leveringen uit (operationele) voorraden hebben consequenties voor de eigen gereedstelling en inzet. Defensie neemt maatregelen om deze gevolgen te mitigeren. Daarmee leidt de geleverde steun tot langdurige effecten op de gereedheid van onze krijgsmacht, die onder de huidige omstandigheden als acceptabel worden beoordeeld. De middelen, die met het coalitieakkoord zijn toegekend, verbeteren op termijn ook de operationele gereedheid, maar de krapte op de arbeidsmarkt en de mondiale vraag, hogere prijzen en langere levertijden, vertragen dit proces. Bij innovatieprojecten ligt de focus op artificialintelligence en onbemande systemen.

Internationale Militaire Samenwerking

De integratie met de Duitse landmacht is uniek en een voorbeeld voor Europese samenwerking. Naast het integreren van eenheden werkt de landmacht samen aan kennis- en doctrineontwikkeling, operationele behoeftestellingen en verwerving. Samen met Duitsland draagt de landmacht bij aan de grotere formaties waar NATO om vraagt. Daarnaast traint de landmacht regelmatig met Frankrijk en Noorwegen en voet de landmacht missies structureel uit in internationaal verband. Andere strategische partners zijn de Verenigde Staten het Verenigd Koninkrijk, België en Luxemburg.

Gereedstelling

Grotere en veelal internationale oefeningen, met een focus op het hoogste geweldsspectrum, bereiden eenheden van de landmacht, ondanks de tekorten, voor op hun rol binnen de eerste hoofdtaak van de krijgsmacht. Vanaf 2025 staat de gereedstelling ten behoeve van het nieuwe NATO Force Model centraal. 2024 is het transitie- en voorbereidingsjaar voor deze belangrijke omslag. Daarnaast blijft een bijdrage aan de 2e en 3e Hoofdtaak onverminderd belangrijk.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Koninklijke Landmacht (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

1.611.486

1.738.163

1.787.470

1.801.055

1.803.766

1.810.730

1.812.725

        

Uitgaven

1.599.669

1.740.361

1.789.143

1.803.273

1.806.737

1.817.683

1.820.126

        

Programmauitgaven

       

Opdrachten

84.223

81.405

96.184

97.144

97.140

97.139

97.774

Gereedstelling

84.223

81.405

96.184

97.144

97.140

97.139

97.774

(Schade)vergoeding

119

500

0

0

0

0

0

Schadevergoeding overig

119

500

0

0

0

0

0

        

Apparaatsuitgaven

       

Personele uitgaven

1.489.214

1.623.185

1.656.520

1.671.520

1.675.872

1.686.471

1.688.168

Eigen personeel

1.404.130

1.525.960

1.571.228

1.583.768

1.589.409

1.596.729

1.599.426

Externe inhuur

13.075

19.192

18.105

19.904

20.304

21.630

20.330

Overige personele exploitatie

72.009

78.033

67.187

67.848

66.159

68.112

68.412

Materiële uitgaven

26.113

35.271

36.439

34.609

33.725

34.073

34.184

Overige materiële exploitatie

26.113

35.271

36.439

34.609

33.725

34.073

34.184

        

Ontvangsten

11.521

8.054

8.054

8.054

8.054

8.054

8.054

Tabel 14 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2024

juridisch verplicht

89,0%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

11,0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Verplichtingen onder gereedstelling betreft onder meer de operationele rantsoenen en contracten die zijn aangegaan voor het gereedstellen van de eenheden. Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen, gebaseerd op de organieke sterkte, voor 2024 volledig verplicht is. Daarnaast worden de reeds aangegane verplichtingen voor externe inhuur ook als juridisch verplicht gezien. Voor de personele exploitatie betreft het met name de opleidingen. Onder de materiële uitgaven betreft dit voornamelijk uitgaven voor het zelfstandig aanschaffen van bedrijfsmiddelen. Ook worden er opdrachten gegeven aan o.a. kennisinstituten voor innovatieprojecten.

In totaal is voor 2024 89,0% juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Opdrachten

Gereedstelling

Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft onder andere de operationele rantsoenen, voeding en operationele zaken, waaronder het huren van oefenterreinen.

Schadevergoedingen

Dit betreft schadevergoedingen in de breedte. De uitgaven zijn tot heden marginaal waardoor er geen budget is geraamd.

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten, uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer, reservisteninzet en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven.

Materiële uitgaven

Materiële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering. Deze uitgaven vallen niet onder de instandhoudingsuitgaven van materieel, infrastructuur en IT. Daarnaast worden hier de uitgaven voor zelfstandige kleine aanschaffingen, kennisontwikkeling, technologische ontwikkeling en innovatie en kosten voor betalingsverkeer verantwoord.

3.4 Artikel 4 Koninklijke Luchtmacht

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Luchtmacht is een modern en technologisch krijgsmachtdeel dat wereldwijd actief is. De luchtmacht ondersteunt bestrijding van internationale onrust en biedt hulp bij rampen. In Nederland zorgt ze voor veiligheid vanuit de lucht door onder andere bewaking en verdediging van het luchtruim. Hiervoor beschikt het krijgsmachtdeel over hooggekwalificeerd personeel, vliegtuigen, helikopters en andere wapensystemen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en de samenstelling van de luchtmacht en van de mate van gereedheid van de luchtmacht. De luchtmacht is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de lucht- en grondgebonden capaciteit van de krijgsmacht. De luchtmacht is inzetbaar voor zowel expeditionaire taken als (inter)nationale taken. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de luchtmacht gereed gesteld. Defensie rapporteert hierover aan de Kamer via de Stand van Defensie die twee keer per jaar wordt verzonden (begroting en jaarverslag).

Tabel 15 Capaciteiten luchtmacht

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

JACHTVLIEGTUIGEN

Jachtvliegsquadron

De luchtmacht stelt wereldwijd jachtvliegtuigen gereed voor het verkrijgen en behouden van luchtoverwicht, het ondersteunen van grondtroepen, het uitvoeren van bombardementen en verkenningen. Daarnaast geeft Defensie met jachtvliegtuigen invulling aan haar speciale taken. Tenslotte staan jachtvliegtuigen gereed voor het bewaken van het nationale luchtruim, waaronder terroristische dreigingen.

LUCHTRUIMBEWAKING EN -BEVEILIGING

Luchtgevechts-leidingsquadron

De gevechtsleiding levert luchtruimbewaking en -beveiliging voor het NAVO en nationale luchtruim, in samenwerking met jachtvliegtuigen (Quick Reaction Alert (QRA)).

ONBEMANDE VLIEGTUIGEN

Onbemand vliegsquadron

MQ-9 Reaper squadron is ingericht om ISTAR-operaties (Intelligence, Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance) uit te voeren. De verwerkte data wordt beschikbaar gesteld aan (inter)nationale partners.

HELIKOPTERSDe luchtmacht levert wereldwijd helicopters voor of ter ondersteuning van Control of the Air, Air Attack, Air Mobility en ISR (Intelligence, Surveillance and Reconnaissance), zowel zelfstandig als in (inter-) nationaal coalitieverband. De helikcpters kunnen, afhankelijk van het type helikopter, worden ingezet vanaf een vliegbasis, te velde of vanaf de schepen van de marine.

Gevechtshelikopter-squadron

Het Apache gevechtshelikoptersquadron kan zelfstandig en ter ondersteuning van grondoperaties worden ingezet voor aanvallen, verkenningen en beveiligingsoperaties.

Transporthelikopter-squadron

Het Chinook transporthelikoptersquadron kan worden ingezet voor de verplaatsing van personeel en materieel, ter ondersteuning van gevechtsoperaties, medische evacuaties of om moeilijk bereikbare locaties te bevoorraden. Ook kunnen de helikopters worden ingezet ter bestrijding van (bos)branden.

Transporthelikopter-squadron

Het Cougar transporthelikoptersquadron kan worden ingezet voor de verplaatsing van personeel en materieel, ter ondersteuning van gevechtsoperaties, medische evacuaties of om moeilijk bereikbare locaties te bevoorraden. Ook kunnen de helikopters worden ingezet ter bestrijding van (bos)branden.

Maritiem helikopter- squadron

Het NH90 maritieme gevechtshelikoptersquadron is in staat om de schepen van de marine te beveiligen tegen oppervlakte- en onderwaterdreigingen. Daarnaast kunnen deze helikopters ook ingezet worden voor transport en medische evacuaties.

LUCHTTRANSPORT

Transportsquadron

Het C-130 transportsquadron wordt ingezet voor Air Mobile, Air Drop, Air Landing en (medische) evacuatie. Deze vliegtuigen kunnen opereren vanaf onverharde banen, met een minimum aan (logistieke) ondersteuning en beschikken over zelfbeschermings-middelen.

AIR SUPPORT.De luchtmacht levert ondersteunende eenheden voor luchtoperaties, die zowel kunnen worden gebruikt bij nationale operaties als worden toegevoegd aan een internationaal samenwerkingsverband.

Luchtverkeersleiding

Levert verkeersleiding in het civiele en militaire luchtruim.

Force Protection

Levert eenheden voor objectgrondverdediging (OGRV) en explosievenspeurhonden inclusief commandovoering.

Communications and Information Systems (CIS)

Levert eenheden voor het opzetten, onderhouden en bemannen van computernetwerk-, radio- en satellietverbindingen.

Luchttransport handling

Verzorgt de passagiers en vrachtafhandeling bij luchttransport.

Operationele Gezondheidszorg

Verzorgt de behandeling van gewonden.

Gewondenluchttransport

Levert teams voor het uitvoeren van medische evacuatie door de lucht.

Datalink Management Cel

Plannen, ontwerpen en monitoren van tactische datalink operaties.

Target Support Cell (TSC)

Levert capaciteit voor het gedetailleerd plannen van wapeninzet.

C. Beleidswijzigingen

OpdrachtenDe Koninklijke Luchtmacht kent geen significante wijzigingen in nationale operaties ten opzichte van het voorgaande jaar. De Koninklijke Luchtmacht levert, samen met de Belgische luchtmacht, het gehele jaar een bijdrage aan de luchtruimbewaking van de BENELUX, met twee jachtvliegtuigen ondersteund door de luchtgevechtsleiding (Quick Reaction Alert). De Chinook en Cougar helikopters staan gedurende zes maanden beschikbaar voor de zogenaamde Fire Bucket Operations (FBO). De bijdrage aan FBO gebeurt op basis van beschikbaarheid. Daarnaast staat voor eventuele strategische medische evacuatie een team 24/7 beschikbaar.

Ten behoeve van de snel inzetbare eenheden (SIC) heeft de Koninklijke Luchtmacht het gehele jaar vier F-35’s (met een opbouw naar acht), vier AH-64's, zes CH-47's, een NH-90 en de MQ-9 gereed voor het NATO Readiness Initiative (NRI). Gedurende het gehele jaar stelt de luchtmacht daarnaast ook een NH-90 beschikbaar aan de Standing NATO Maritime Group One (SNMG1) en een NH-90 aan het Stationschip Caribisch Gebied (SSCG).

MiddelenIn 2024 wordt verdere uitvoering gegeven aan de opdrachten uit de Defensienota 2022. De activiteiten gericht op het gereedstellingsproces zijn afhankelijk van de kwantiteit en kwaliteit aan menskracht en het deelnemen aan kwalitatief hoogwaardige oefeningen. Met de beschikbare financiële middelen zal in 2024 derhalve, naast het gebruik en instandhouding van wapensystemen, ook worden gekeken naar het intensiveren van activiteiten tot (decentrale) werving en behoud van personeel.

Digitale transformatie en innovatieDe ontwikkeling naar de 5th Gen Airforce bestaat onder andere uit de transitie van diverse wapensystemen naar modernere configuraties. Ook het omvormen richting Informatie Gestuurd Optreden (IGO) maakt er onderdeel van uit. Naast een volledig vernieuwde en gemodificeerde vloot, een wendbare en adaptieve organisatie, speelt de verdergaande digitalisering en dataficering (onder andere door de toepassing van big data en data science) daarin een belangrijke rol. In 2024 worden verdere stappen gezet in lijn met de Defensienota 2022.

Geoefendheid en inzetbaarheidDoor de toegenomen directe dreiging zijn met name oefeningen op grotere schaal noodzakelijk, evenals oefeningen op de hogere geweldniveaus en in grotere verbanden. Dit om de geoefendheid voor de eerste hoofdtaak op peil te kunnen brengen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Koninklijke Luchtmacht (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

701.883

809.327

847.526

827.255

829.981

829.224

832.657

        

Uitgaven

757.147

810.914

849.207

829.508

832.787

834.837

838.640

        

Programmauitgaven

       

Opdrachten

22.348

27.890

25.158

25.231

25.188

26.078

26.541

Gereedstelling

22.348

27.890

25.158

25.231

25.188

26.078

26.541

(Schade)vergoeding

13

50

0

0

0

0

0

Schadevergoeding overig

13

50

0

0

0

0

0

        

Apparaatsuitgaven

       

Personele uitgaven

710.822

748.686

796.068

774.939

778.181

782.115

782.041

Eigen personeel

582.968

645.477

689.264

672.825

677.515

683.083

683.707

Externe inhuur

4.711

7.400

3.005

3.005

2.005

505

505

Overige personele exploitatie

123.143

95.809

103.799

99.109

98.661

98.527

97.829

Materiële uitgaven

23.964

34.288

27.981

29.338

29.418

26.644

30.058

Overige materiële exploitatie

23.964

34.288

27.981

29.338

29.418

26.644

30.058

        

Ontvangsten

19.459

12.111

12.111

12.111

12.111

12.111

12.111

Tabel 17 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2024

juridisch verplicht

89,9%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

10,1%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Verplichtingen onder gereedstelling betreft onder meer de operationele rantsoenen en contracten die zijn aangegaan voor het gereedstellen van de eenheden. Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget, gebaseerd op de organieke sterkte, voor salarissen voor 2024 volledig verplicht is. Daarnaast worden de reeds aangegane verplichtingen voor externe inhuur ook als juridisch verplicht gezien. Voor de personele exploitatie betreft het met name de opleidingen. Onder de materiële uitgaven betreft dit voornamelijk uitgaven voor kennisinstituten voor innovatieprojecten maar ook bedrijfsmiddelen en dieptereinigingen.

In totaal is voor 2024 89,9% juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Opdrachten

Gereedstelling

Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor opwerk- en oefenactiviteiten, alsmede de daarbij behorende huur van oefenterreinen en andere operationele zaken. In 2024 zullen er zowel in Nederland als in het buitenland nationale en multinationale oefeningen plaatsvinden. In enkele van deze oefeningen staat het beoefenen van geïntegreerde inzet met de landmacht en/of marine centraal.

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten, uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer, reservisteninzet en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen (zowel vliegeropleidingen als andersoortige opleidingen), dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven.

Materiële uitgaven

Materiële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals kantoorinrichting en kantoorartikelen, transport en voorlichting. Daarnaast worden hier de uitgaven voor kennisontwikkeling, technologische ontwikkeling en innovatie en schadevergoedingen verantwoord.

3.5 Artikel 5 Koninklijke Marechaussee

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Marechaussee (KMar) waakt over de veiligheid van Nederland en het Caribisch gedeelte van het Koninkrijk der Nederlanden. Wereldwijd wordt de marechaussee ingezet op plaatsen van strategisch belang. Van koninklijke paleizen tot aan de buitengrenzen van Europa. Van luchthavens in Nederland en het Caribisch gebied tot oorlogs- en crisisgebieden overal ter wereld.

De marechaussee heeft 3 hoofdtaken:

  • 1. Grenspolitietaak;

  • 2. Bewaken en beveiligen;

  • 3. Internationale en militaire politietaken.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is beheersverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de KMar. De uitvoering is opgedragen aan de KMar. Het gezag over de KMar berust bij meerdere ministeries. Afhankelijk van de betreffende taak zijn dat de ministeries van Justitie en Veiligheid (inclusief de Directoraat-Generaal Migratie, het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid), Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie.

In artikel 4 van de Politiewet wordt de KMar de onderstaande taken opgedragen:

  • Het waken over de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis, in samenwerking met andere daartoe aangewezen organen;

  • De uitvoering van de politietaak ten behoeve van Nederlandse en andere strijdkrachten en internationale militaire hoofdkwartieren en de personen behorende tot die strijdkrachten en hoofdkwartieren;

  • De uitvoering van de politietaak op de luchthaven Schiphol en op de andere door de Minister van JenV en de Minister van Defensie aangewezen luchtvaartterreinen en de beveiliging van de burgerluchtvaart;

  • De verlening van bijstand en de samenwerking met de politie krachtens deze wet, daaronder begrepen de assistentieverlening aan de politie bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit. Als gevolg van de meest recente wijziging van de Politiewet kan de KMar ook assistentie verlenen aan de politie bij het bewaken en beveiligen van objecten en diensten en het waken over de veiligheid van aangewezen personen als bedoeld in artikel 42, eerste lid, onder c;

  • De uitvoering van de politietaak op plaatsen onder beheer van Onze Minister van Defensie, op verboden plaatsen die krachtens de Wet bescherming staatsgeheimen ten behoeve van de landsverdediging zijn aangewezen en op het terrein van de ambtswoning van Onze Minister-President;

  • De uitvoering van de bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000 opgedragen taken, waaronder begrepen de bediening van de daartoe door Onze Minister voor Immigratie en Asiel aangewezen doorlaatposten en het, voor zover in dat verband noodzakelijk, uitvoeren van de politietaak op en nabij deze doorlaatposten, alsmede het verlenen van medewerking bij de aanhouding of voorgeleiding van een verdachte of veroordeelde;

  • De bestrijding van mensensmokkel en van fraude met reis- en identiteitsdocumenten;

  • Het in opdracht van Onze Minister en Onze Minister van Defensie ten behoeve van De Nederlandsche Bank N.V. verrichten van beveiligingswerkzaamheden.

De Militaire Politiezorgtaak (art 4 lid 1 b PW) wordt zowel nationaal als internationaal en tijdens missies, oefeningen en andere inzet uitgevoerd. Door de uitvoering van deze taken levert de KMar een continue bijdrage aan de veiligheid van de Staat en de integriteit van de Krijgsmacht.

Geplande inzet

Het takenpakket van de KMar is gericht op de veiligheid van de Staat en kent drie hoofdtaken: de grenspolitietaken, bewaken en beveiligen en (inter)nationale en militaire politie(zorg)taken. Deze taken worden hieronder in meer detail beschreven.

1. Grenspolitietaak

De grenspolitietaken van de KMar worden uitgevoerd op basis van de Politiewet, de Vreemdelingenwet en de Schengengrenscode. Vanuit de grenspolitietaak richt de KMar zich op de bestrijding van illegale migratie, grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme. Naast de grenspolitietaken voert de KMar op de aangewezen luchthavens ook de politietaak uit. Deze taken worden (binnen juridische kaders en zo veel mogelijk) informatie- en risico gestuurd verricht door het optimaal benutten van zowel de informatiepositie van de KMar als die van de ketenpartners, in het fysieke en het digitale domein.

2. Bewaken en Beveiligen

De KMar geeft conform artikel 4 Politiewet 2012 uitvoering aan de bewaking en beveiliging van bepaalde objecten, diensten en personen. Als zelfstandige taken zijn opgedragen het waken over de veiligheid van de leden van het koninklijk huis, de uitvoering van de politietaak ten behoeve van Nederlandse en andere strijdkrachten, waaronder bewaking en beveiliging van tot die strijdkrachten behorende personen, de beveiliging van de burgerluchtvaart, de uitvoering van de politietaak, waaronder bewaking en beveiliging, op verboden plaatsen alsmede op het terrein van de ambtswoning van de Minister-President en het verrichten van beveiligingswerkzaamheden ten behoeve van De Nederlandsche Bank N.V. Daarnaast kan de KMar in assistentieverlening aan de politie uitvoering geven aan de bewaking en beveiliging van objecten en diensten alsmede de persoonsbeveiliging van de daartoe door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen personen. Tot slot kan de KMar in (militaire) bijstand aan de politie worden ingezet ten behoeve van persoonsbeveiliging van andere dan door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen personen. Bovendien kan voor overige bewakings- en beveiligingstaken eveneens een beroep worden gedaan op de KMar op grond van hoofdstuk 5 van de Politiewet 2012 (Bijstand).

3. (Inter)nationale en militaire politie(zorg)taken

Om de inzetbaarheidsdoelen ten behoeve van de hoofddoelstellingen van Defensie te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de KMar gereed gesteld.

Tabel 18 Capaciteiten marechaussee

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

(INTER)NATIONALE EN MILITAIRE POLITIE(ZORG)TAKEN

Personele Expeditionaire Capaciteit

Levert militairen voor Expeditionaire inzet (NAVO, EU, VN) voor bijvoorbeeld civiele politiemissies.

Crowd and Riot Control (CRC-Peloton)

Levert een peloton voor crowd & riot control voor Defensie als onderdeel van een missie.

Close Protection Capaciteit

Levert een eenheid met speciale beveiligingsopdracht

Binnen de pijler (inter)nationale- en (militaire) politie(zorg)taken valt een onderscheid te maken tussen militaire politiezorgtaken, civiele vredes- en internationale taken (waaronder de NAVO Militaire Politietaken en Stability Policing taken), defensietaken en de taken van de liaison officieren in het buitenland. In de Politiewet zijn de militaire politiezorgtaken voor Defensie opgedragen aan de KMar. Door het uitvoeren van die taak, onder het gezag van het Openbaar Ministerie, levert de KMar een belangrijke bijdrage aan de integriteit van de Krijgsmacht. De uitoefening van deze taken beperkt zich niet alleen tot het Nederlands grondgebied; de KMar gaat ook mee tijdens uitzendingen, inzet en oefeningen van Nederlandse militaire eenheden buiten Nederland. De KMar kan onder aansturing van de CDS bijvoorbeeld als een «combat support force enabler» internationaal worden ingezet op militaire politietaken-functies, ter ondersteuning van militaire operaties onder bevel van een militaire commandant. De KMar heeft in Caribisch Nederland dezelfde taken als in Europees Nederland, hoewel op een andere wettelijke basis. Zo is de KMar onder andere verantwoordelijk voor de grensbewaking van de luchthavens en de zeegrenzen op de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en verantwoordelijk voor de uitvoering van de politietaak op de door Onze Ministers en Onze Minister van Defensie aangewezen luchthavens op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, alsmede de beveiliging van de burgerluchtvaart. Op Sint-Eustatius en Saba is de KMar belast met de uitvoering van het vreemdelingentoezicht. De KMar ondersteunt daarnaast het politiekorps Caribisch Nederland. Vanuit de militaire politiezorgtaak is de KMar vanuit haar eigen taakstelling ook aanwezig in de Caribische landen van het Koninkrijk (Aruba, Curaçao en Sint Maarten). Daarnaast levert de KMar op basis van het protocol inzake de inzet van personeel vanuit de flexibele inzetbare pool Koninklijke Marechaussee (hierna: flexpool) ondersteuning aan eerdergenoemde landen, daar waar extra capacitaire inzet of overdracht van kennis en vaardigheden benodigd is. Tevens speelt de KMar in het kader van het protocol over de versterking grenstoezicht in de Caribische landen van het Koninkrijk een grote rol bij de versterking van het grenstoezicht in de landen Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Ook ondersteunt de KMar het International Criminal Court (ICC) in een leidende rol bij het tot stand komen van het zogenoemde «Forensic Rotational Model» door het benaderen van mogelijke partnerlanden en het ontwikkelen en verzorgen van zogenoemde predeploymenttrainingen. Tot slot is de KMar beschikbaar voor militaire bijstand in het gehele Koninkrijk.

C. Beleidswijzigingen

Versterking Defensie Organisatie

In 2024 wordt voorzien in een kwalitatieve versterking van de staf KMar. Hiermee wordt expliciet gestuurd op resultaten en effecten die bijdragen aan de realisatie van de Defensienota 2022, een toename van de operationele gereedheid en sturing op de departementale taken.

Internationale Ondermijning

In de aanpak van ondermijnende (drugs- en migratie-)criminaliteit richt de KMar zich op samenwerking met andere opsporingsdiensten en publiek private partijen. Voor de versterking van de multidisciplinaire aanpak in relatie tot Latijns-Amerika is er vanaf 2024 een capaciteitsuitbreiding van het samenwerkingsverband Expertise Centrum Identiteitsfraude en Documenten (ECID). Dit draagt bij aan een verbeterde informatiepositie, het opwerpen van barrières door trainingen te geven bij/aan buitenlandse autoriteiten en draagt bij aan opsporingsonderzoeken. De capaciteit heeft als primair inzetgebied de geprioriteerde landen in de LAC-regio, waaronder Colombia en Suriname. Daarnaast wordt de afdeling Intelligence versterkt met het doel relevante informatie te ontsluiten voor coördinatiecentra waarin de KMar haar positie versterkt. Op basis van de betere informatievoorziening kunnen meer intelligence-producten gegenereerd worden die o.a. bijdragen aan de bestrijding van ondermijning.

Migratiepartnerschappen

Omdat de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers en de beperking van irreguliere instroom voor Justitie en Veiligheid (JenV) van primair belang zijn, is onder leiding van het ministerie van JenV en het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) een samenwerking gestart onder de naam Migratiepartnerschappen. Acht geprioriteerde bron- en transitlanden krijgen in ruil voor (betere) medewerking op het gebied van migratie onder meer expertise en informatie aangeboden. De KMar neemt deel aan deze samenwerking en heeft hiervoor vanuit JenV inmiddels structurele financiering toegezegd gekregen. De KMar werkt met JenV de handelingsopties uit om de beperkt beschikbare capaciteit juist in te zetten.

Wetboek van Strafvordering

De implementatie van het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering (WvSv) is vooralsnog gepland in 2026. Het wetstraject is in volle gang. De KMar is zelf verantwoordelijk voor de implementatie en heeft hierbij een programmatische aanpak. Waar nodig wordt er samen gewerkt met de andere organisaties in de Strafrechtketen. Het keten implementatie team (KIT) nieuw WvSv is facilitair en ondersteunend hierin. Het programmaplan wordt momenteel verder uitgewerkt. Het betreft een ingrijpend en complex programma waarbij voor de KMar de grootste uitdagingen liggen bij het afstemmen en herinrichten van werkprocessen, het tijdig opleiden van al het executieve personeel en het op orde hebben van de IV-systemen en koppelvlakken.

Persoonsbeveiliging binnenland

Het stelsel bewaken en beveiligen staat onder druk. In de Voorjaarsnota 2022 heeft het kabinet daarom budget beschikbaar gesteld om het stelsel integraal te versterken en zo onder andere te voorzien in extra capaciteit vanwege de groei van het aantal personen dat beveiliging nodig heeft. Het op te richten KMar contingent kan uiteindelijk (Q4 2024) in de beveiliging van vijf Te Beveiligen Personen (TBP's) voorzien in het nationale domein in het hoge segment. Dit is aanvullend op de drie TBP's die de KMar momenteel voorziet van persoonsbegeleiding. De capaciteit voor persoonsbegeleiding wordt in 2024 en 2025 uitgebreid naar respectievelijk vier en vijf TBP's.

Inrichten decentrale CIO

Om binnen Defensie I&T kennis, competenties en ontwikkeling van de I&T governance verder op te bouwen wordt er binnen de KMar (en de andere Defensieonderdelen) een decentrale Chief Information Office (CIO) ingericht. Dit draagt bij aan een betere positionering van het IV domein binnen de KMar wat de wendbaarheid en samenwerking bevordert. 

Vergroten Cyberreadiness

De KMar verhoogt de cyberreadiness door het creëren van een solide (cyber) inlichtingenpositie en door de bedrijfsvoering digitaal weerbaarder te maken. Ook investeert de KMar in militaire en offensieve cybercapaciteiten die multidomein kunnen worden ingezet waarbij wordt gestreefd naar een juridisch correct optreden.

General aviation

Nederland kent verschillende kleine, secundaire luchthavens die zowel inkomende als uitgaande extra-Schengenvluchten verwerken. Deze secundaire luchthavens zijn echter niet allemaal aangewezen als grensdoorlaatpost. Dit is in strijd met de Schengengrenscode (SGC). De KMar gaat hier systematisch grenscontroles uitvoeren, conform de SGC. Hiervoor worden vanaf 2024 de benodigde structurele middelen ter uitbreiding van de benodigde capaciteit toegevoegd aan de KMar begroting.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 19 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

576.983

670.959

685.126

704.093

707.859

705.916

714.646

        

Uitgaven

569.037

672.374

687.223

706.839

711.270

712.664

722.007

        

Programmauitgaven

       

Opdrachten

5.123

6.515

6.513

6.570

6.655

6.655

6.655

Gereedstelling

5.123

6.515

6.513

6.570

6.655

6.655

6.655

(Schade)vergoeding

227

0

0

0

0

0

0

Schadevergoeding overig

227

0

0

0

0

0

0

        

Apparaatsuitgaven

       

Personele uitgaven

544.365

641.742

651.035

673.792

681.986

681.729

691.098

Eigen personeel

509.945

610.549

622.502

646.770

656.760

657.865

666.584

Externe inhuur

6.969

4.056

295

105

158

0

0

Overige personele exploitatie

27.451

27.137

28.238

26.917

25.068

23.864

24.514

Materiële uitgaven

19.322

24.117

29.675

26.477

22.629

24.280

24.254

Overige materiële exploitatie

19.322

24.117

29.675

26.477

22.629

24.280

24.254

        

Ontvangsten

6.205

6.354

4.459

4.459

4.459

4.459

4.459

Tabel 20 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2024

juridisch verplicht

84,5%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

15,5%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «Juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Verplichtingen onder gereedstelling betreft onder meer de operationele rantsoenen en contracten die zijn aangegaan voor het gereedstellen van de eenheden. Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen, gebaseerd op de organieke sterkte, voor 2024 volledig verplicht is. Daarnaast worden de reeds aangegane verplichtingen voor externe inhuur ook als juridisch verplicht gezien. Voor de personele exploitatie betreft het met name de opleidingen. Onder de materiële uitgaven betreft dit voornamelijk uitgaven voor het zelfstandig aanschaffen van bedrijfsmiddelen. Ook worden er opdrachten gegeven aan o.a. kennisinstituten voor innovatieprojecten.

In totaal is voor 2024 84,5 % juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Opdrachten

Gereedstelling/instandhouding

Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven die worden gedaan voor (de ondersteuning van) de operationele taakuitvoering alsmede voor opwerk- en oefenactiviteiten. Dit betreft o.a. de operationele rantsoenen, civiele taken en operationele zaken, waaronder het huren van oefenterreinen en de inzet van tolken.

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen, internationale verhuizingen en overige personeelsgebonden uitgaven. Gelet op het vullingspercentage zoekt de KMar, indien reguliere vulling gelet op de krapte van de arbeidsmarkt niet mogelijk blijkt, naar alternatieve mogelijkheden voor inhuur. 

Materiële uitgaven

Materiële uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering, zoals kantoorinrichting en kantoorartikelen, transport, voorlichting. En verder de uitgaven voor evenementenondersteuning, de uitgaven voor kennis, technologische ontwikkeling en innovatie, schadevergoedingen en kosten voor betalingsverkeer etc.

3.7 Artikel 7 Commando Materieel en IT

A. Algemene doelstelling

De Defensie Materieel Organisatie (DMO) heeft sinds 25 april 2023 een nieuwe naam. De organisatie heet voortaan Commando Materieel en IT (COMMIT). COMMIT zorgt voor de verwerving van modern, robuust en kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel en de beschikbaarstelling van IT-middelen, brandstof, munitie, kleding en uitrusting aan de defensieonderdelen. COMMIT vergroot de impact van de ondersteuning door een integrale en innovatieve aanpak van materieel- en IT-projecten, (wapen)systeem-logistiek en ketenlogistiek.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en de instandhouding van materieel en de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van COMMIT gereed gesteld. De functie van National Armaments Director (NAD) is belegd bij het COMMIT. Uit hoofde hiervan ontwikkelt en versterkt het COMMIT de internationale samenwerking op het gebied van IT en materieel (NAVO, EU, multinationaal en bilateraal).

Tabel 21 Capaciteiten COMMIT

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

PERMANENTE INCIDENT RESPONSE CAPACITEIT TEN BEHOEVE VAN INFORMATIE SYSTEMEN

Cyber Rapid Response Team (CRRT)van het Defensie Cyber Security Centrum (DCSC)

Levert cyberexpertise op locatie voor incidentcoördinatie, -onderzoek en -afhandeling.

C. Beleidswijzigingen

Het COMMIT ondersteunt bij het bereiken van de drie effecten zoals benoemd in de beleidsagenda: verhogen van de gereedheid en inzetbaarheid, versterking van de gevechtskracht en een verbeterde wendbaarheid van de organisatie. De nadere uitwerking daarvan, inclusief gemaakte keuzes gericht op meer Europese samenhang, met als gevolg schaalvoordelen en toegenomen interoperabiliteit, is opgenomen in de Defensienota 2022. Voor het COMMIT betekent dit onder andere ondersteuning van de transitie naar een informatiegestuurde en technologisch hoogwaardige krijgsmacht, het vergroten van de voorraden (bijvoorbeeld munitie, kleding & uitrusting) en diverse verbeteringen op het gebied van projectvoering, inkoop en afstoting van defensiematerieel en personele en logistieke ondersteuning. In het jaar 2024 blijft, voor het COMMIT, de nadruk liggen op de structurele personele groei van de organisatie. Deze groei is nodig om de opdrachten uit de Defensienota 2022 te kunnen uitvoeren. De opdrachten met het daarbij behorende budget zijn opgenomen in het Defensiematerieelfonds.

Onder de vlag van National Armaments Director ontwikkelt en versterkt het COMMIT ook de internationale samenwerking op het gebied van IT en materieel (NAVO, EU, multinationaal en bilateraal). Specifiek op het gebied van duurzaamheid levert het COMMIT een bijdrage door in toenemende mate biologische of synthetische brandstof te leveren.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 Commando Materieel en IT(bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

696.020

713.966

747.001

762.487

755.823

762.470

768.315

        

Uitgaven

651.097

715.898

751.272

767.787

761.729

774.386

780.352

        

Programmauitgaven

       

Opdrachten

156.264

155.095

168.034

176.856

180.033

182.960

182.960

Gereedstelling

156.264

155.095

168.034

176.856

180.033

182.960

182.960

(Schade)vergoeding

58

0

0

0

0

0

0

Schadevergoeding overig

58

0

0

0

0

0

0

        

Apparaatsuitgaven

       

Personele uitgaven

482.601

537.890

565.451

572.699

563.253

571.620

577.533

Eigen personeel

431.076

484.129

514.296

522.332

513.045

521.521

528.307

Externe inhuur

29.618

33.053

30.372

29.584

29.584

29.475

28.602

Overige personele exploitatie

21.907

20.708

20.783

20.783

20.624

20.624

20.624

Materiële uitgaven

12.174

22.913

17.787

18.232

18.443

19.806

19.859

Overige materiële exploitatie

12.174

22.913

17.787

18.232

18.443

19.806

19.859

        

Ontvangsten

26.340

25.765

25.765

25.765

25.765

25.765

25.765

Tabel 23 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2024

juridisch verplicht

87,1%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

12,9%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Budgetflexibiliteit

Het aandeel juridisch verplicht heeft betrekking op de leveringen van de financiële instrumenten opdrachten, personele en materiele uitgaven. Verplichtingen onder gereedstelling betreft onder meer de brandstoffen voor inzet van de wapensystemen en voertuigen. Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen voor 2024 volledig verplicht is. Daarnaast worden de reeds aangegane verplichtingen voor externe inhuur ook als juridisch verplicht gezien. Voor de personele exploitatie betreft het met name de opleidingen. Onder de materiële uitgaven betreft dit voornamelijk uitgaven voor het zelfstandig aanschaffen van bedrijfsmiddelen. Ook worden er opdrachten gegeven aan o.a. kennisinstituten voor innovatieprojecten.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Gereedstelling

Gereedstelling omvat de geraamde uitgaven voor brandstof en smeermiddelen. De prijzen van met name brandstoffen zijn zeer flexibel als gevolg van de snel wijzigende brandstofprijzen en dollarkoersen.

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur van personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen en overige personeelsgebonden uitgaven. Het COMMIT investeert in de kwaliteit van haar mensen en de flexibiliteit en diversiteit van het personeelsbestand. De belangrijkste capaciteiten van het COMMIT zijn de kennis en ervaring van het personeel.

Materiële uitgaven

Materiële uitgaven bestaan bij het COMMIT hoofdzakelijk uit goederen en diensten ten behoeve van de bedrijfsvoering.

3.8 Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando

A. Algemene doelstelling

Het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) ondersteunt de krijgsmacht in haar taken. Het DOSCO doet dit door te zorgen voor personele diensten, zoals werving en opleidingen, maar ook huisvesting, vastgoed, catering, beveiliging, bewaking, facilitaire zaken, gezondheidszorg, logistiek en transport. Het DOSCO voorziet zelf in die ondersteuning en koopt een deel van de producten en diensten in bij organisaties buiten het ministerie van Defensie.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige ondersteuning van de krijgsmacht. Het DOSCO krijgt, net als de operationele commando’s, een generieke gereedstellingsopdracht. Vooralsnog ontvangt DOSCO een gereedstellingsopdracht voor specialistische medische zorg en strategisch transport.

Tabel 24 Capaciteiten DOSCO

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

SPECIALISTISCHE MEDISCHE ZORG

Chirurgisch team voor Role 2 Medical Treatment Facility

Levert een chirurgisch team ten behoeve van een chirurgisch hospitaal.

Bloedbank

Levert personele capaciteit om te voorzien in een operationele bloedbank.

STRATEGISCH TRANSPORT

Movement Control-teams (teams van het National Movement Coordination Centre (NMCC) en verplaatsingssondersteuning van CLAS)

Ondersteunen verplaatsingsoperaties zowel nationaal als internationaal van andere inzetbare eenheden.

C. Beleidswijzigingen

De groei van Defensie heeft gevolgen voor de defensiebrede ondersteuning die het DOSCO levert. De uitwerking en implementatie van de plannen en mogelijke verdere intensiveringen in Defensie hebben de komende jaren invloed op deze ondersteuning. Het DOSCO ontwikkelt zich naar een wendbare en schaalbare ondersteuner die altijd en overal ondersteuning levert. Het ondersteuningscommando zet in op effectieve dienstverlening door processen te optimaliseren en datagedreven werken mogelijk te maken. Door haar vakmensen de ruimte en het vertrouwen te geven om hun werk goed en veilig te kunnen doen, komt DOSCO tot een nog betere ondersteuning.

Door extra te investeren in met name vastgoed, strategisch transport, geneeskundige ondersteuning en capaciteit voor bewaken en beveiligen worden grote defensiebrede achterstanden ingelopen. De transitie naar een versterkte en snel inzetbare krijgsmacht heeft ook effect op de ondersteuning die het ondersteuningscommando levert. Het DOSCO haakt daarbij vroegtijdig aan zodat de (financiële) gevolgen voor de ondersteuning goed ingeschat kunnen worden en de ondersteuning tijdig en adequaat georganiseerd wordt.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 25 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

1.331.844

1.508.034

1.476.122

1.507.665

1.533.184

1.517.967

1.487.289

        

Uitgaven

1.290.733

1.520.533

1.494.930

1.528.888

1.557.041

1.531.129

1.501.180

        

Programmauitgaven

       

Opdrachten

184

0

0

0

0

0

0

Gereedstelling

184

0

0

0

0

0

0

(Schade)vergoeding

93.141

140.950

127.260

136.138

146.551

120.675

89.612

Schadevergoeding overig

10.547

9.000

8.775

8.883

8.931

8.968

9.000

Nationaal Fonds Ereschuld

82.193

130.000

114.407

123.177

133.542

107.629

76.534

Reservering schadevergoeding Chroom 6

401

1.950

4.078

4.078

4.078

4.078

4.078

        

Apparaatsuitgaven

       

Personele uitgaven

866.280

937.948

1.018.535

1.024.936

1.035.812

1.034.933

1.037.293

Eigen personeel

661.840

688.296

777.048

798.900

806.866

807.823

811.549

Externe inhuur

23.509

31.210

3.910

3.911

3.911

3.875

3.875

Overige personele exploitatie

166.778

200.192

219.127

203.675

206.585

204.785

203.419

Attaches

14.153

18.250

18.450

18.450

18.450

18.450

18.450

Materiële uitgaven

331.128

441.635

349.135

367.814

374.678

375.521

374.275

Overige materiële exploitatie

325.172

434.616

343.773

362.428

369.350

370.193

368.947

Attaches

5.956

7.019

5.362

5.386

5.328

5.328

5.328

        

Ontvangsten

74.696

68.995

68.995

68.995

68.995

68.995

68.995

Tabel 26 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2024

juridisch verplicht

59,0%

bestuurlijk gebonden

7,9%

beleidsmatig gereserveerd

33,1%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Budgetflexibiliteit

Het aandeel «juridisch verplicht» heeft betrekking op de leveringen van goederen en/of diensten, waarvan overeenkomsten zijn aangegaan voor de financiële instrumenten «opdrachten, personele en materiële uitgaven». Bij de personele uitgaven wordt ervan uitgegaan dat het budget voor salarissen, gebaseerd op de organieke sterkte, voor 2024 volledig verplicht is. Daarnaast worden de reeds aangegane verplichtingen voor externe inhuur ook als juridisch verplicht gezien. Voor de personele exploitatie betreft het met name de opleidingen en lopende contracten voor werven personeel en juridische dienstverlening. Onder de materiële uitgaven betreft dit voornamelijk uitgaven voor het zelfstandig aanschaffen van bedrijfsmiddelen, de defensiebrede facilitaire ondersteuning en catering.

Voor 2024 is 59,0 % juridisch verplicht ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

Het percentage bestuurlijk gebonden verplichtingen betreft de volledige regelingen voor schadevergoedingen, het Nationaal Fonds Ereschuld en de Reservering schadevergoedingen Chroom 6.

Voor 2024 is 7,9 % bestuurlijk gebonden ten opzichte van het totaal beschikbare budget.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Schadevergoeding

De uitgaven voor het Nationaal Fonds Ereschuld worden bij het DOSCO verantwoord onder het financieel instrument schadevergoeding. Dit fonds is ingesteld voor militairen die een handicap, trauma of andere aandoening hebben opgelopen tijdens missies naar het buitenland. Hierin zijn de budgetten voor schadevergoedingen en regelingen voor schadevergoedingen voor veteranen ondergebracht. De uitgaven hiervoor kennen een fluctuerend verloop en meer (jonge) veteranen doen een beroep op compensatie. Om deze reden zijn de budgetten tot en met 2027 eerder al aanzienlijk verhoogd. Daarnaast worden geraamde uitgaven voor uitkeringen in verband met Chroom 6 en overige schadevergoedingen onder het instrument schadevergoeding verantwoord.

Personele uitgaven

Personele uitgaven bestaan hoofdzakelijk uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen, woon-werkverkeer en inhuur van het personeel. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, werving, dienstreizen, internationale verhuizingen en overige personeelsgebonden uitgaven. De salarissen van het attaché personeel worden afzonderlijk gepresenteerd, omdat deze uitgaven onder het Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) attachébudget vallen.

De budgetten voor het eigen personeel stijgen de komende jaren als gevolg van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021-2023 en met name door extra budget dat vanuit de Defensienota is toegekend. De budgetten voor 2024 en volgende jaren zijn hoger dan het budget dat voor 2023 geraamd is. Dit budget is onder andere door krapte op de arbeidsmarkt verlaagd, waarbij er ingevuld is met externe inhuur.

Materiële uitgaven

Onder materiële uitgaven worden de geraamde uitgaven voor overige materiële exploitatie en de attachés weergegeven. De uitgaven voor de overige materiële exploitatie bestaan onder andere uit catering, facilitaire dienstverlening, mediadienstverlening, gezondheidszorg, beveiliging, energie en water, schoonmaak en wereldwijd transport van personen en goederen.

De budgetten voor de overige materiële exploitatie voor 2024 en volgende jaren zijn lager dan het budget dat voor 2023 geraamd is. Dit verschil wordt voornamelijk veroorzaakt doordat er in 2023 extra budget van € 88 miljoen voor energie is toegekend vanwege de gestegen prijzen en € 39 miljoen voor transport als gevolg van de toegenomen vraag hiernaar.

4. Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 9 Algemeen

Algemene doelstellingHet kerndepartement voert een aantal defensiebrede taken uit. Dit zijn het verstrekken van subsidies voor defensie-gerelateerde (maatschappelijke) taken, het bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken, de bekostiging van instellingen voor kennisopbouw, het bijdragen aan internationale organisaties, het uitvoeren van opdrachten, schadevergoedingen en de bijdrage aan rijksbrede en defensiebrede beleidsopdrachten.

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 27 Budgettaire gevolgen artikel 9 Algemeen (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

199.989

232.308

236.916

223.455

218.557

215.470

207.926

        

Uitgaven

198.187

232.308

236.916

223.455

218.557

215.470

207.926

        

Programmauitgaven

       

Subsidies (regelingen)

47.293

46.537

47.161

47.296

47.331

47.229

47.015

Subsidies

47.293

46.537

47.161

47.296

47.331

47.229

47.015

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

51.065

71.594

74.600

79.710

80.142

78.085

71.192

Kennisopbouw TNO via EZ

47.254

64.003

66.109

70.108

70.540

69.283

62.390

Kennisopbouw NLR via EZ

1.405

4.059

4.059

4.159

4.159

3.359

3.359

Kennisopbouw MARIN via EZ

2.332

3.444

4.144

4.894

4.894

4.894

4.894

Overige Bijdragen

74

88

288

549

549

549

549

Opdrachten

11.795

15.322

14.530

11.778

9.936

9.414

9.318

Opdrachten beleid

8.696

11.077

9.920

7.168

7.233

6.721

6.764

opdrachten milieu beleid

3.099

4.245

4.610

4.610

2.703

2.693

2.554

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

68.075

73.245

74.260

74.372

74.350

74.350

74.345

Bijdrage aan de NAVO

62.271

66.701

67.716

67.717

67.697

67.697

67.692

Bijdrage aan internationale samenwerking

5.804

6.544

6.544

6.655

6.653

6.653

6.653

Bekostiging

3.649

4.290

4.291

4.291

4.291

4.291

4.291

Bekostiging diverse instellingen

3.649

4.290

4.291

4.291

4.291

4.291

4.291

Inkomensoverdrachten

83

742

4.242

4.242

742

336

0

Overige bijdragen

83

742

4.242

4.242

742

336

0

(Schade)vergoeding

16.227

20.578

17.832

1.766

1.765

1.765

1.765

Schadevergoeding overig

3.075

1.765

1.774

1.766

1.765

1.765

1.765

Regeling Chroom 6 Defensie

4.021

6.513

5.058

0

0

0

0

Civielrechtelijke Regeling Srebrenica 2020

8.366

12.300

11.000

0

0

0

0

Vrijwillige bijdrage Hawija

765

0

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

6.135

1.600

1.600

1.600

1.600

1.600

1.600

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Subsidies

Defensie verleent subsidies aan instellingen die een toegevoegde (maatschappelijke) waarde hebben, en die defensiebeleid voor bijzondere doelgroepen uitvoeren, omdat zij hierin gespecialiseerd zijn (waaronder veteranen). De defensiesubsidies worden verleend met als doel instandhouding van de instellingen, zodat deze hun toegevoegde waarde kunnen blijven leveren. De subsidies zijn gecategoriseerd in subsidies voor veteranenzorg en subsidies voor cultureel erfgoed en tradities. Daarnaast worden subsidies verstrekt aan onderwijs en kennis- en technologieontwikkeling. Bijlage 7.4 geeft een overzicht van de subsidies weer.

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

Defensie draagt bij aan kennisopbouw en innovatie-ontwikkeling. Het Maritiem Research Instituut (MARIN), het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) en de Nederlandse organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) ontvangen een jaarlijkse bijdrage om hun defensie-specifieke kennisbasis in stand te houden. Vanuit de opgebouwde kennis laat Defensie zich adviseren en ondersteunen bij de beleidsvorming, verwerving en onderhoud van materieel, opleiding en training, bedrijfsvoering en operationeel optreden. Met de uitvoering van onderzoeksprogramma’s en -projecten krijgt de Strategie-, Kennis- en Innovatieagenda 2021–2025 invulling. De overige bijdragen aan begrotingshoofdstukken zijn de bijdragen aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor de instandhouding van de Adviesraad Internationale Vraagstukken en de Atlantische Commissie.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Defensie draagt jaarlijks met een contributie bij aan de NAVO-exploitatie. Tijdens de in 2022 gehouden NAVO top te Madrid zijn door de lidstaten afspraken gemaakt om de contributiebijdragen de komende jaren te verhogen. De verhogingen betreffen voornamelijk de bijdragen aan de NAVO-commandostructuur, infrastructuur en de AWACS vliegtuigen. Daarnaast vervult Nederland tot medio 2024 de functie van Chairman of the Military Committee (CMC) te Brussel.

Opdrachten

In de Defensienota is beschreven dat Defensie investeert in haar personeel: arbeidsvoorwaarden worden verbeterd en er komt een nieuw Human Resources (HR)-model. Voor de implementatie van het nieuwe HR-model en het nieuwe pensioencontract is ondersteuning benodigd. Het budget voor opdrachten betreft voornamelijk de jaarlijkse bestedingen aan derden voor de ondersteuning van beleid en rechtspositionele ondersteuning. Daarnaast zijn ook beleidsuitgaven voor het defensiebreed implementeren van energie- en milieuwetgeving (stikstof en omgevingswet) hier onderdeel van.

Bekostiging

‘Bekostiging’ zijn bijdragen aan instellingen, zoals de Stichting Faciliteiten Centraal Georganiseerd Overleg Militairen en de ondersteuning van organisaties die deel uitmaken van de sector Defensie.

Schadevergoedingen

De schadevergoedingen (voorheen: Inkomensoverdrachten) zijn bestemd voor doelgroepen die schade ondervinden van defensiebeleid. Hieronder vallen de uitgaven voor de uitkeringsregeling voor chroom-6 slachtoffers: de Regeling Uitkering chroom-6 Defensie (zie Kamerstukken II 2017/18, 34 775 X, nr. 126 en Kamerstukken II 2020/21, 35 570 X, nr. 92). Verder vallen hieronder de schade-uitkeringen Srebrenica (zie Kamerstukken II 2019/20 35 450 X, nr. 2), uitgaven voor herstelprojecten in Hawija (zie Kamerstukken II 2020/21, 27 925 nr. 766).

4.2 Artikel 10 Apparaat Kerndepartement

Algemene doelstelling

Inzet is de kerntaak van Defensie. De bestuursstaf geeft hier namens de minister sturing aan door het formuleren van het defensiebeleid, het aansturen van de uitvoering door de commandant der strijdkrachten, het toewijzen van middelen aan alle defensieonderdelen, het leveren van kwalitatief hoogwaardig inlichtingen- en veiligheidsinformatie, het toezicht houden op verschillende Defensie specifieke taken, het opstellen van kaders voor de defensiebrede bedrijfsvoering en het bijdragen aan militaire pensioenen en uitkeringen.

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 28 Budgettaire gevolgen artikel 10 Apparaat Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

1.646.936

1.741.826

1.818.824

1.818.387

1.814.354

1.811.887

1.824.285

        

Uitgaven

1.627.051

1.744.204

1.825.467

1.827.109

1.824.243

1.827.989

1.840.892

        

Apparaatsuitgaven

       

Personele uitgaven

1.597.746

1.708.561

1.753.469

1.751.730

1.761.443

1.761.844

1.767.002

Eigen personeel

312.968

368.137

436.288

453.206

466.102

476.995

478.558

Externe Inhuur

14.758

22.187

5.018

4.977

6.636

4.278

4.276

Overige personele exploitatie

18.677

26.320

26.303

26.850

27.167

27.525

25.459

Uitkeringen (pensioenen en wachtgelden)

1.251.343

1.291.917

1.285.860

1.266.697

1.261.538

1.253.046

1.258.709

Materiële uitgaven

29.305

35.643

71.998

75.379

62.800

66.145

73.890

Overige materiele exploitatie

29.305

35.643

71.998

75.379

62.800

66.145

73.890

        

Ontvangsten

10.205

8.117

7.853

7.853

7.853

7.853

7.853

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Algemeene toelichting Bestuursstaf artikel 10

De Bestuursstaf, bestaande uit het Directoraat-Generaal Beleid, Ressort PSG, de Defensiestaf, de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de bijzondere organisatie eenheden, draagt zorg voor de sturing van, het beleid voor en het toezicht op Defensie. De Bestuursstaf adviseert en ondersteunt ook de bewindspersonen bij het besturen van de organisatie en het afleggen van verantwoording aan het parlement. De uitgaven die daarmee gemoeid zijn, zijn vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven, externe inhuur en overige exploitatie. De bijzondere organisatie eenheden van de Bestuursstaf bestaan uit de Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht (IGK), Inspecteur-Generaal Veiligheid (IGV) die aan het hoofd staat van de Inspectie Veiligheid Defensie (IVD), de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA), de Inspectie Militaire Gezondheidszorg (IMG), de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID), Diensten Geestelijke Verzorging (DGV) en het Militair Huis van de Koning (MHK).

Als grootste eenheid ressorterend onder de Bestuursstaf is de MIVD belast met de ondersteuning van Defensie op het gebied van het leveren van kwalitatief hoogwaardige inlichtingen- en veiligheidsinformatie. Daarmee levert de MIVD een onmisbare bijdrage aan de opbouw, de gereedstelling en de inzet van de krijgsmacht en de informatiepositie van Nederland. In de Defensienota is beschreven dat het slagveld digitaliseert en dat het toegenomen aanbod van informatiebronnen nieuwe mogelijkheden opent, maar ook risico’s kent. De uitgaven die binnen artikel 10 gemoeid zijn omvatten vooral salarissen voor burger- en militair personeel, persoonsgebonden uitgaven en overige niet gecentraliseerde exploitatie-uitgaven.

Personele uitgavenDe personele uitgaven bestaan uit salarissen, sociale lasten en uitgaven voor toelagen en reiskosten woon-werkverkeer. De overige personele exploitatie bestaat uit opleidingen, dienstreizen en overige persoonsgebonden uitgaven.

De post Uitkeringen betreft de militaire pensioenen, AOW-gat compensatie, Uitkering Gewezen Militairen en verstrekking van uitkeringen in het kader van de sociale zekerheid, waaronder het Sociaal Beleidskader en overige regelingen voor voormalig defensiepersoneel.

De komende jaren is budget beschikbaar voor het versterken van de toezichthouders veiligheid, integriteit en de luchtvaartautoriteit, voor de taskforce Host Nation Support (operationele logistiek), voor de ondersteuning van informatievoorziening en parlementaire processen, kennis en beleidsontwikkeling voor de omgevingswet, energie en duurzaamheid en capaciteit voor compliance en veiligheidsfuncties bij de MIVD.

Materiele uitgavenDe komende jaren wordt tevens aandacht besteed aan vastgoed, duurzaamheid (in het bijzonder stikstof) en omgeving. De Verduurzaamroute Vastgoed en de roadmap Energietransitie worden gebruikt voor het aanjagen van innovatie. Verder draagt de verduurzaming bij aan de reductie van CO2 en stikstof. Tevens zal de komende jaren aandacht worden besteed aan het programma Defensie Open Op Orde om binnen vijf jaar te voldoen aan vigerende wet- en regelgeving. Tot slot bereidt Defensie zich verder voor op de omgevingswet in de rol van zowel aanvrager als verlener van vergunningen.

Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden (budgettair vallend onder het kerndepartement, aansturing door CDS) gereed gesteld.

Tabel 29 Capaciteiten CDS

Capaciteit

Inzetbare eenheid

Omschrijving

NLD SPECIAL OPERATIONS COMMAND AND CONTROL

Opschaalbare expeditionaire stafcapaciteit

Aansturen en coördineren van niet-geplande nationale en/of internationale speciale operaties met een korte reactietijd.

 

Composite Special Operations Component Command

Het Nederlandse deel, in een gezamenlijk hoofdkwartier met Belgie en Denemarken, coordineert de Speciale Operaties en inzet van speciale eenheden.

DEFENSIE CYBER COMMANDO (DCC)

Militaire Cyber Operaties

Levert cybereffecten die bijdragen aan de bescherming van Nederland en de Nederlandse belangen in de wereld.

   
   

C. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten

Tabel 30 PM Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en zbo's/rwt's (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Totaal apparaatsuitgaven Defensie

7.025.597

7.727.768

7.977.603

8.036.339

8.061.041

8.095.531

8.132.271

        

Kerndepartement

1.627.051

1.744.204

1.825.467

1.827.109

1.824.243

1.827.989

1.840.892

Koninklijke Marine

892.563

935.889

1.003.510

1.014.874

1.022.801

1.030.350

1.032.616

Koninklijke Landmacht

1.515.327

1.658.456

1.692.959

1.706.129

1.709.597

1.720.544

1.722.352

Koninklijke Luchtmacht

734.786

782.974

824.049

804.277

807.599

808.759

812.099

Koninklijke Marechaussee

563.687

665.859

680.710

700.269

704.615

706.009

715.352

Commando Materieel en IT

494.775

560.803

583.238

590.931

581.696

591.426

597.392

Defensie Ondersteuningscommando

1.197.408

1.379.583

1.367.670

1.392.750

1.410.490

1.410.454

1.411.568

4.3 Artikel 11 Geheim

AlgemeenHet niet-beleidsartikel Geheim op basis van artikel 2.8 van de Comptabili-teitswet 2016 kent geen artikelonderdelen. Dit niet-beleidsartikel is bestemd voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten waarvoor geldt dat openbaarmaking via toedeling aan een expliciet beleidsartikel niet in het belang van de Staat is.

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 31 Budgettaire gevolgen artikel 11 Geheim (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

16.893

18.815

18.815

18.815

18.815

20.315

20.315

        

Uitgaven

16.893

18.815

18.815

18.815

18.815

20.315

20.315

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

B. Toelichting op de financiële instrumenten

De geheime uitgaven worden jaarlijks toegelicht aan het college van de Algemene Rekenkamer en het bevat tevens het budget voor MIVD gerelateerde uitgaven ten behoeve van internationale inzet.

4.4 Artikel 12 Nog onverdeeld

AlgemeenHet niet-beleidsartikel Nog onverdeeld bestaat uit verplichtingen, uitgaven en ontvangsten. Uitgaven worden onderverdeeld naar loonbijstelling, prijsbijstelling, nog onverdeeld en een eventuele taakstelling (negatief bedrag).

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 32 Budgettaire gevolgen artikel12 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

0

102.262

609.419

661.967

529.160

575.057

523.874

        

Uitgaven

0

112.262

618.419

661.967

529.160

575.057

523.874

        

Nog onverdeeld Loon

0

35.194

552.805

555.001

357.191

360.387

299.203

Nog onverdeeld Prijs

0

77.068

65.614

106.966

171.969

214.670

224.671

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Artikel 12 is een begrotingstechnisch artikel van waaruit diverse doorverdelingen plaatsvinden naar andere artikelen van de defensiebegroting. Op dit moment zijn nog niet alle middelen uit het arbeidsvoorwaardenakkoord doorverdeeld aan de defensieonderdelen. Daarnaast resteert nog budget dat voortkomt uit de middelen die met de Voorjaarsnota 2022 zijn toegevoegd aan de defensiebegroting. Dit budget wordt eveneens nog nader verdeeld binnen de defensiebegroting.

4.5 Artikel 13 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds

A. Algemene doelstelling

Op dit artikel worden de bijdragen vanuit de reguliere begroting aan het Defensiematerieelbegrotingsfonds verantwoord.

B. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 33 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

        

Verplichtingen

4.869.867

5.465.332

10.617.270

10.905.645

10.743.911

10.232.262

10.064.839

        

Uitgaven

4.869.867

5.467.518

10.592.237

10.872.797

10.704.655

10.113.654

9.995.201

        

Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds

4.869.867

5.467.518

10.592.237

10.872.797

10.704.655

10.113.654

9.995.201

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

5. Begroting agentschappen

5.1 Paresto

Algemeen

Het baten-lastenagentschap Paresto maakt deel uit van het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO). Paresto is een professionele interne cateringorganisatie die in opdracht van Defensie een pakket aan cateringondersteuning levert aan haar gehele organisatie en aan (NAVO)-bondgenoten op Nederlands grondgebied. Dit gebeurt met een sterke focus op kwaliteit én met de wensen van gasten en opdrachtgevers als uitgangspunt.

Begroting van baten en lasten

Tabel 34 Begroting van baten-lastenagentschap voor het jaar 2024 (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

 

Stand Slotwet t-2

Vastgestelde Begroting

t

t+1

t+2

t+3

t+4

Baten

       

- Omzet

76.698

80.804

84.258

85.178

86.111

86.662

86.376

waarvan omzet moederdepartement

60.745

60.603

67.928

68.371

68.710

68.941

68.941

waarvan omzet overige departementen

575

495

495

495

495

495

495

waarvan omzet derden

15.378

19.706

15.835

16.312

16.906

17.226

16.940

- Rentebaten

 

- Vrijval voorzieningen

 

- Bijzondere baten

349

Totaal Baten

77.047

80.804

84.258

85.178

86.111

86.662

86.376

        

Lasten

       

- Apparaatskosten

Personele kosten

47.675

54.066

52.473

53.077

53.653

53.988

53.704

waarvan eigen personeel

44.437

47.905

48.632

49.193

49.723

50.027

49.746

waarvan inhuur externen

2.747

5.454

3.305

3.341

3.382

3.409

3.409

waarvan overige personele kosten

491

707

536

543

548

552

549

Materiële kosten

24.063

26.468

31.724

32.042

32.411

32.659

32.658

waarvan apparaat ICT

65

waarvan bijdrage aan SSO's

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

803

1.000

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

- Rentelasten

- Afschrijvingskosten

123

270

61

59

47

15

14

Materiëel

123

270

61

59

47

15

14

waarvan apparaat ICT

  

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

123

270

61

59

47

15

14

Immateriëel

 

- Overige lasten

15

waarvan donaties voorzieningen

waarvan bijzonderen lasten

15

Totaal lasten

71.876

80.804

84.258

85.178

86.111

86.662

86.376

Toelichting bij begroting baten en lasten

Baten

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement bestaat uit de aanneemsom en grotendeels de opbrengst die Paresto in rekening brengt voor onder meer banqueting- en maatwerkactiviteiten. De aanneemsom bestaat uit de aan de opdrachtgever in rekening gebrachte bedragen om conform de opgestelde afspraken ondersteuning te leveren op de locaties.

De toename van de omzet moederdepartement ten opzichte van 2023 is voor een groot deel te verklaren door de stijging van de aanneemsom als gevolg van de effecten van de nieuwe arbeidsvoorwaarden voor 2023 en de ontvangen compensatie voor prijsverhogingen.

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen betreft de opbrengst die Paresto in rekening brengt voor onder meer de lakeien van de Dienst Koninklijk Huis, maar ook opdrachten voor andere rijksdiensten zoals politie en justitie.

Omzet derden

De omzet derden betreft met name de opbrengst van hetgeen Paresto in haar bedrijfsrestaurants in rekening brengt bij zowel de eigen defensiemedewerkers als eventuele andere gasten. Voor 2023 werd uitgegaan van een hogere omzet (post COVID), maar kijkende naar de realisatie lijken de cijfers eerder aan te sluiten bij voorgaande jaren en slechts in beperkte mate te stijgen. Het begrootte bedrag voor 2024 is daarmee significant lager dan het begrootte bedrag voor 2023.

Lasten

Personele kosten

Vanwege een toename van het gebruik van PAS en de groei van Defensie neemt de personele bezetting in 2024 toe tot 776 eigen vte’n. Dit verklaart deels de stijging in personele kosten. Het andere deel wordt veroorzaakt door de aangepaste arbeidsvoorwaarden. Waar nodig doet Paresto een beroep op externe inhuur. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het vervangen van zieke collega’s, piekdrukte of noodzakelijke inzet tijdens (grote) evenementen. Gezien de ontwikkelingen op de flexibele arbeidsmarkt, de veranderingen in flexwetgeving en het mogelijk uitblijven van het herstel van de uitzendmarkt, zoekt Paresto steeds meer naar mogelijkheden om eigen personeel in te zetten.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan voor een groot deel uit kosten van de ingrediënten voor maaltijden en consumpties.

De overige materiële kosten bestaan uit exploitatiekosten van zowel Bedrijfsvoering & Ondersteuning i.o. als de locaties en de afleverkosten van de grootste leverancier. Deze laatste post is de reden voor de stijging.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten hebben betrekking op de (verwachte) aanschaf van divers kleiner materieel dat niet via een ander assortiment aangeschaft kan worden.

Kasstroomoverzicht

Tabel 35 Kasstroomoverzicht over het jaar 2023 (bedragen x € 1.000)
  

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

  

Stand slotwet t-2

Vastgestelde begroting

t

t+1

t+2

t+3

t+4

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

12.694

6.813

6.813

6.813

6.813

6.813

6.813

 

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

75.668

80.804

84.258

85.178

86.111

86.662

86.376

 

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

‒ 71.518

‒ 80.804

‒ 84.258

‒ 85.178

‒ 86.111

‒ 86.662

‒ 86.376

2.

Totaal operationele kasstroom

4.150

 

-/- totaal investeringen

‒ 91

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 91

 

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

‒ 2.500

 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

 

-/- aflossingen op leningen

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

4.

Totaal financieringskasstroom

‒ 2.500

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4)

14.253

6.813

6.813

6.813

6.813

6.813

6.813

Toelichting bij het kasstroomoverzicht

In het overzicht van de kasstromen staat de meerjarige verwachting van de omvang centraal, alsmede de besteding van de beschikbare investeringsruimte en de liquiditeitsverwachting.

Niet zichtbaar in het overzicht is de in 2023 gedane uitkering aan het moederdepartement van € 5,1 miljoen in het kader van de verplichte afroming van het Eigen Vermogen boven de gestelde limiet. Deze afroming heeft inmiddels plaatsgevonden, maar had nog niet plaatsgevonden ten tijde van het opleveren van de vastgestelde begroting 2023. Voor 2022 is de vergelijkbare transactie (€ 2,5 miljoen) wel opgenomen daar het hier de stand slotwet t-2 betreft.

Doelmatigheidsparagraaf

Onderstaande tabel is onderverdeeld in een generiek deel en een specifiek deel. Deze indeling vloeit voort uit de aard van de ondersteuning door Paresto en de sturing op de bruto marge van de locaties. De hiermee samenhangende indicatoren zijn daarom als specifiek benoemd.

Ondergenoemde indicatoren worden beschouwd naar aanleiding van de gewijzigde governance.

Tabel 36 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

 

Stand slotwet t-2

Vastgestelde begroting t-1

t

t+1

t+2

t+3

t+4

Omschrijving Generiek Deel

       

Totaal omzet verkopen (x € 1.000)

41.606

43.799

43.516

44.288

45.220

45.771

45.485

Vte'n totaal

777

830

819

828

837

842

838

- waarvan in eigen dienst

742

756

776

785

793

798

794

- waarvan inhuur

35

74

43

43

44

44

44

Saldo van baten en lasten (%)

6,7%

0%

0%

0%

0%

0%

0%

        

Omschrijving Specifiek Deel

       

Aantal locaties

76

76

76

76

76

76

76

Productiviteit per medewerker (omzet per Vte)

53.539

52.833

53.133

53.488

54.026

54.360

54.278

% Ziekteverzuim

8,1%

8,0%

8,0%

8,0%

8,0%

8,0%

8,0%

% Bruto marge locaties

44,3%

41,9%

31,7%

32,2%

32,7%

33,0%

32,6%

Toelichting

Het overgrote deel van de kosten van Paresto bestaat uit personele en ingrediëntkosten. De doelmatigheid van Paresto komt onder andere tot uitdrukking in een zo doelmatig mogelijke inzet van deze middelen. Twee belangrijke graadmeters daarvoor zijn de productiviteit per vte (omzet exclusief aanneemsom / aantal vte) en het percentage bruto marge (totale omzet exclusief aanneemsom verminderd met ingrediëntkosten ten opzichte van de totale omzet exclusief aanneemsom).

Vanwege een toename van het gebruik van PAS (als gevolg van een steeds ouder wordende organisatie) en de groei van defensie neemt het volume aan eigen personeel toe ten opzichte van de begroting 2023. Daarnaast is de verwachting dat er meer eigen personeel wordt aangetrokken, waardoor minder inhuur nodig is.

De daling van het brutomarge percentage vindt zijn grondslag in gestegen inkoopprijzen die niet doorberekend worden aan de afnemers. Het brutomarge percentage wordt berekend op basis van de aan afnemers in rekening gebrachte opbrengst. De ontvangen compensatie voor prijsstijgingen is onderdeel van de aanneemsom en derhalve geen onderdeel van de berekening van het brutomarge percentage.

6. Departement specifieke informatie

In dit hoofdstuk bieden wij u inzicht in:

  • Militaire pensioenen en uitkeringen;

  • Verdeling van de apparaatsuitgaven;

  • Overzicht formatie defensiepersoneel.

6.1 Militaire pensioenen en uitkeringen

Militaire pensioenen en uitkeringen

In onderstaande grafiek is te zien wat de relatieve verdeling is van de militaire pensioenen en uitkeringen ten opzichte van de absolute begroting in 2024:

Figuur 8 Relatieve verdeling pensioenen en uitkeringen

De pensioenen en uitkeringen zijn als volgt verdeeld:

Figuur 9

6.2 Verdeling van de apparaatsuitgaven

Verdeling van de apparaatsuitgaven

Tabel 37 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten Ministerie van Defensie (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Totaal apparaatsuitgaven Defensie

7.025.597

7.727.768

7.977.603

8.036.339

8.061.041

8.095.531

8.132.271

        

Kerndepartement

1.627.051

1.744.204

1.825.467

1.827.109

1.824.243

1.827.989

1.840.892

Koninklijke Marine

892.563

935.889

1.003.510

1.014.874

1.022.801

1.030.350

1.032.616

Koninklijke Landmacht

1.515.327

1.658.456

1.692.959

1.706.129

1.709.597

1.720.544

1.722.352

Koninklijke Luchtmacht

734.786

782.974

824.049

804.277

807.599

808.759

812.099

Koninklijke Marechaussee

563.687

665.859

680.710

700.269

704.615

706.009

715.352

Commando Materieel en IT

494.775

560.803

583.238

590.931

581.696

591.426

597.392

Defensie Ondersteuningscommando

1.197.408

1.379.583

1.367.670

1.392.750

1.410.490

1.410.454

1.411.568

6.3 Overzicht formatie defensiepersoneel

Zoals toegezegd in Kamerstukken II 2010/11, 32 733, nr. 37 zijn hieronder de tabellen opgenomen waarin defensiebreed de aantallen per rang of schaal worden vermeld.

Tabel 38 Overzicht formatie defensiepersoneel
 

Personeel 1 juli 2023

formatie2024

Formatie 2028

Burgerpersoneel

   

Schaal 16 t/m 18

38

30

30

schaal 15

61

45

45

schaal 14

182

135

131

schaal 13

550

541

535

schaal 12

1.591

1.540

1.513

schaal 11

2.334

2.127

2.076

schaal 10

2.260

2.447

2.417

schaal 9

1.513

1.396

1.379

schaal 8

1.399

1.328

1.319

schaal 7

1.565

1.509

1.499

schaal 6

1.625

1.497

1.479

schaal 5

1.996

2.046

2.025

schaal 1 t/m 4

2.644

2.969

2.959

Totaal burgerpersoneel

17.758

17.610

17.407

    

Militair personeel

   

GEN

93

81

80

KOL

378

370

367

LKOL

1.520

1.592

1.584

MAJ

2.476

2.711

2.709

KAP

2.604

3.384

3.384

LNT

2.033

2.691

2.678

AOO

3.005

3.346

3.323

SM

4.504

5.416

5.363

SGT (1)

8.270

11.277

11.208

SLD/KPL

9.941

14.093

14.168

Totaal op functie

34.824

44.961

44.864

Initiële opleidingen (NBOF)

4.554

4.590

4.599

Totaal militair personeel (inclusief NBOF)

39.378

49.551

49.463

    

Totaal burger en militair personeel

52.582

62.571

62.271

Totaal burger en militair personeel (inclusief NBOF)

57.136

67.161

66.870

7. Bijlagen

7 7.1 Bijlage Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak

Tabel 39 Overzicht Rechtspersonen met een Wettelijke Taak en Zelfstandige Bestuursorganen Ministerie van Defensie

Naam organisatie

ZBO/RWT

Begrotingsartikel

Begrotingsramingen 2024

Uitgevoerde evaluatie ZBO onder Kaderwet

Volgende evaluatie ZBO

Stichting Nederlands Veteraneninstituut (NLVi)

RWT

Niet beleidsartikel 9: Algemeen

€ 26,1 miljoen

  

Stichting Koninklijke Defensiemusea (SKD)

RWT

Niet beleidsartikel 9: Algemeen

€ 19,3 miljoen

  

Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek (SWOON)

RWT

Beleidsartikel 8: Defensie Ondersteuningscommando

€ 20,5 miljoen

  

Stichting ZiektekostenVerzekering Krijgsmacht (SZVK)

RWT

N.v.t.

€ 0

  

NLVi

Het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) is een Rechtspersoon met een Wettelijke Taak en voert taken uit op het gebied van veteranenwelzijn en geeft uitvoering aan het veteranenbeleid zoals dit staat beschreven in de veteranenwet. Het NLVi is op 1 januari 2021 ontstaan dankzij het samengaan van zes organisaties of organisatiedelen te weten: stichting het Veteranen Instituut, stichting De Basis, stichting Nederlandse Veteranendag (NLVD), het programmabureau Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV), de zorgcoördinatie van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) en de coördinatie van de nuldelijnsondersteuning van het Veteranenplatform (VP).

SKD

De Stichting Koninklijke Defensiemusea (SKD) draagt zorg voor het beheren van de museale collectie van Defensie Nationaal Militair Museum (NMM), Mariniersmuseum, Marinemuseum en Museum der Marechaussee. Zij stelt zich daarnaast ten doel de bezoekers aan de hand van een uiteenlopend activiteiten aanbod, met vaste en tijdelijke exposities, inzicht te laten verwerven in de betekenis van de krijgsmacht voor onze samenleving in heden, verleden en toekomst.

SWOON

De Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA (SWOON) ziet in het kader van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek toe op het wetenschappelijke niveau van het onderwijs en onderzoek op de Nederlandse Defensie Academie. De stichting verzorgt de wetenschappelijke bachelor- en masterprogramma’s als onderdeel van de officiersopleiding, in overeenstemming met de eisen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Verder verleent de stichting graden die behoren bij wetenschappelijk onderwijs, laat zij opleidingen accrediteren en geaccrediteerd houden en verzorgt ze weten schappelijk onderzoek ter ondersteuning van de wetenschappelijke opleidingen.

SZVK

De Stichting ZiektekostenVerzekering Krijgsmacht (SZVK) is namens het ministerie van Defensie belast met de uitvoering van de ministeriële regeling Ziektekostenverzekering militairen. De activiteiten van de SZVK richten zich uitsluitend op militairen in actieve dienst aangezien deze niet vallen onder de werking van de Zorgverzekeringswet (ZVW). De SZVK ontvangt geen financiële bijdragen van Defensie om haar taken uit te voeren, maar verkrijgt haar inkomsten uit ziektekostenpremies die Defensie afdraagt. Daarnaast vergoedt Defensie een deel van de kosten van de schadelast die als gevolg van vliegen, inzet, varen en oefenen (VIVO-schade) kan optreden en die niet ten laste van de verzekering wordt gebracht en voor rekening van Defensie als werkgever komt. Naar huidig inzicht kwalificeert deze betaling van de VIVO-schadevergoeding zich niet als een bijdrage van het moederdepartement aan een RWT.

Defensie heeft geen begrotingsraming voor Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak vallend onder andere ministeries.

7.2 Bijlage verdiepingshoofdstuk

In het verdiepingshoofdstuk worden de belangrijkste mutaties ten opzichte van de begroting 2023 kort toegelicht.

Toelichting op de mutaties

  • 1. Interdepartementale overboekingen

Vanuit diverse ministeries is budget naar Defensie overgeheveld voor het uitvoeren van activiteiten en vice versa. Per saldo stijgt de begroting van Defensie met € 74,1 miljoen voor 2024. Een volledig overzicht van de interdepartementale budgetoverhevelingen sinds de 1e suppletoire begroting 2023 is hieronder toegevoegd.

Tabel 40 Overzicht interdepartementale overboekingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

artikel

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Bijdrage van J&V bewaken & beveiligen persoons beveiliging binnenland

5, 13

0

50.000

50.000

50.000

50.000

50.000

Bijdrage v&j middelen hoge segment bewaken en beveiligen kmar

5, 13

7.500

10.000

15.000

15.000

15.000

15.000

Bijdrage capaciteit grensdoorlaatposten regio zuid

5, 13

0

3.531

5.063

6.420

6.420

6.420

Bijdrage van BZK additioneel budget informatiehuishouding 2024

13

0

2.275

2.275

2.275

2.275

2.275

Bijdrage van J&V structurele intensivering sse tbv inzet dsi

2

2.200

2.200

2.200

2.200

2.200

2.200

Bijdrage J&V voor de eurostar trein

5, 13

1.645

1.645

1.645

1.645

1.645

1.645

Bijdrage van J&V aanpak ondermijning internationaal - team search

2, 13

0

1.313

563

563

563

563

Bijdrage van J&V herbestemming botoc middelen

5

975

975

975

975

975

975

Bijdrage van J&V aanpak ondermijning internationaal - rechtshulp

5

0

937

937

937

937

937

Bijdrage van J&V verrekening lpo 2023 ‒ 2028 ondermijningsmiddelen

2, 5

99

843

1.094

1.094

1.094

1.094

Bijdrage van J&V voor CZMCarib

13

700

700

700

700

700

700

Bijdrage van J&V uitbreiding pi-nl 4 vte'n garantstelling 2024 ev

5

0

678

620

562

562

562

Bijdrage J&V frontex standing corps KMar 2023

5

600

600

600

0

0

0

Bijdrage van J&V

2

0

430

860

860

860

860

Bijdrage van J&V aanpak ondermijning internationaal - operationele sla

5

0

374

374

374

374

374

Bijdrage van LNV disbalans KWNL

2

0

220

439

439

439

439

Bijdrage van MINFIN disbalans KWNL

2

0

220

439

439

439

439

Bijdrage van J&V verlenging financiering lro 2023-2026

5

210

210

210

210

0

0

Bijdrage van I&W naar Defensie inzake awacs geilenkirchen

9

149

139

139

149

139

0

Bijdrage van EZK disbalans KWNL

2

0

69

137

137

137

137

Bijdrage van BZK overheveling kanselarij

8

0

65

65

65

65

65

Bijdrage van BZK overheveling kanselarij

8

0

65

65

65

65

65

Bijdrage aan BZ ambition plan developing & enhancing cyber capacity

12

‒ 180

0

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK - omgevingswet

9

‒ 249

0

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK bedrijfsvoeringskosten m-a

10, 13

‒ 7.342

0

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK beheer dso lv - omgevingswet

9

‒ 249

0

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK doorontwikkeling Wiv

10

‒ 301

0

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK kostendeling gezamenlijk project a+m

13

‒ 1.500

0

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK kostenverdeelnotitie 2023

13

‒ 520

0

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK kostenverdeelnotitie 2023

13

‒ 520

0

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK personele kosten m-a

10

‒ 295

0

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK voor gezamelijke eenheid 1

10, 13

‒ 5.779

0

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK voor gezamelijke eenheid 2

10

‒ 4.900

0

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK voor gezamelijke eenheid 3

10, 13

‒ 2.439

0

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK voor service team rijk

9

‒ 294

0

0

0

0

0

Bijdrage aan J&V project sf-ees op aas

5

‒ 2.800

0

0

0

0

0

Bijdrage aan minfin opleidingen kmar

5

‒ 301

0

0

0

0

0

Bijdrage BZK voor landenpakket versterking grenstoezicht carib 2023

5, 13

19.506

0

0

0

0

0

Bijdrage ez rijksrederij reorganisatie en vlootvervanging

2

36

0

0

0

0

0

Bijdrage LNV meerkosten huisvesting moc kw

13

1.190

0

0

0

0

0

Bijdrage van BZK serviceteam rijk nacalculatie 2022

9

110

0

0

0

0

0

Bijdrage van FIN reorganisatie en vlootvervanging

2

76

0

0

0

0

0

Bijdrage van I&W 2023 reguliere KWNL

2

3.610

0

0

0

0

0

Bijdrage van I&W midden 2023 KWNL

2

13.644

0

0

0

0

0

Bijdrage van I&W jaarcontract

2

76

0

0

0

0

0

Bijdrage van I&W RWS

2

526

0

0

0

0

0

Bijdrage van I&W RWS aanvulling KWNL

2

526

0

0

0

0

0

Bijdrage van J&V voor frontex

5

3.905

0

0

0

0

0

Bijdrage van J&V implementatiekosten wetboek van strafvordering 2023

5, 13

590

0

0

0

0

0

Bijdrage van J&V meerkosten huisvesting moc kw

13

1.190

0

0

0

0

0

Bijdrage van J&V reorganisatie en vlootvervanging

2

151

0

0

0

0

0

Teruggave aan J&V middelen ondermijning internationale aanpak

5

‒ 551

0

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK voor wetnormering topinkomens

9

‒ 8

‒ 8

‒ 8

‒ 8

‒ 8

0

Bijdrage aan BZK kabinetsreactie op usbo aanbevelingen

12

‒ 27

‒ 27

‒ 27

‒ 27

‒ 27

‒ 27

Bijdrage aan BZK ontwikkelactiviteiten abd

12

‒ 29

‒ 29

‒ 29

‒ 29

‒ 29

‒ 29

Bijdrage aan BZK abd top consultants

12

‒ 30

‒ 30

‒ 30

‒ 30

‒ 30

‒ 30

Bijdrage aan J&V detachering medewerker

10

‒ 89

‒ 60

0

0

0

0

Bijdrage aan J&V kosten direct betalen

5

‒ 75

‒ 75

‒ 268

‒ 268

0

0

Bijdrage aan BZK veteranenombudsman 2023 structureel

9

‒ 150

‒ 150

‒ 150

‒ 150

‒ 150

‒ 150

Bijdrage van BZK aan gezamenlijke projecten

10, 13

428

‒ 188

0

0

0

0

Bijdrage aan BZK ddd dmvd

9

‒ 201

‒ 201

‒ 201

0

0

0

Bijdrage aan slavernijverleden

12

‒ 12.088

‒ 461

‒ 459

‒ 430

‒ 421

‒ 405

Bijdrage aan BZK aanpassing Coalitieakkoord middelen m-a

12

‒ 700

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.000

‒ 1.200

‒ 1.200

Bijdrage aan BZ voor NIOD onderzoek Afghanistan

1

‒ 317

‒ 1.180

‒ 2.425

‒ 1.466

‒ 536

0

  • 2. Mutaties per artikel

    De financiële instrumenten, zoals gereedstelling, personele en materiële uitgaven zijn bijgesteld. Dit o.a. naar aanleiding van het herschikken van activiteiten tussen de defensieonderdelen met de daarbij behorende financiële middelen.

Tabel 41 Artikel 1 Inzet (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

232.925

239.338

443.587

474.032

219.662

0

Mutatie 1e incidentele suppletoire begroting 2023

1.240.000

0

0

0

0

0

Mutatie 1e suppletoire begroting 2023

‒ 107.198

98.396

80.652

‒ 35.303

20.099

242.024

Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023

‒ 78.938

1.018.546

235.918

200.422

69.650

66.050

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

216.411

Extrapolatie 2028

0

0

0

0

0

216.411

Stand ontwerpbegroting 2024

1.286.789

1.356.280

760.157

639.151

309.411

524.485

Tabel 42 Artikel 2 Koninklijke Marine (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

1.017.361

1.026.975

1.037.231

1.044.161

1.047.519

0

Mutatie 1e suppletoire begroting 2023

‒ 15.032

37.593

37.255

37.416

37.446

39.245

Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023

27.302

12.554

13.285

14.146

18.301

18.841

Nieuwe mutaties

0

1.427

2.363

2.363

2.363

1.050.060

Extrapolatie 2028

0

0

0

0

0

1.049.874

Bijdrage van ezk disbalans kwnl

0

69

137

137

137

137

Bijdrage van j&v

0

430

860

860

860

860

Bijdrage van j&v aanpak ondermijning internationaal - team search

0

488

488

488

488

488

Bijdrage van lnv disbalans kwnl

0

220

439

439

439

439

Bijdrage van minfin disbalans kwnl

0

220

439

439

439

439

Arbeidsvoorwaardenakkoord uit 2022 met structurele gevolgen

0

0

0

0

0

‒ 2.177

Bijstelling verplichtingen luchtverkenning capaciteit

0

0

0

0

0

0

Herschikking binnen de financi¿e instrumenten van de marine

0

0

0

0

0

0

Herschikking binnen de personele uitgaven van de marine

0

0

0

0

0

0

Herschikking directie personeel & organisatie

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2024

1.029.631

1.078.549

1.090.134

1.098.086

1.105.629

1.108.146

Tabel 43 Artikel 3 Koninklijke Landmacht (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

1.696.487

1.708.413

1.725.248

1.728.655

1.733.816

0

Mutatie 1e suppletoire begroting 2023

18.600

63.991

64.588

65.051

65.377

69.001

Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023

25.274

17.944

13.982

14.676

18.835

19.321

Nieuwe mutaties

0

‒ 1.205

‒ 545

‒ 1.645

‒ 345

1.731.804

extrapolatie 2028

0

0

0

0

0

1.736.605

herschikking adaptief deel wtb naar esl

0

0

0

0

1.300

0

implementatie brede offensief tegen de ondermijnende criminaliteit

0

0

0

‒ 1.100

‒ 1.100

‒ 1.100

arbeidsvoorwaardenakkoord uit 2022 met structurele gevolgen

0

0

0

0

0

‒ 3.433

herschikking budget niet strategische functies naar de onderdelen

0

‒ 928

‒ 268

‒ 268

‒ 268

‒ 268

herschikking taken en middelen agv van assortimentsgewijs (agw) werken

0

‒ 277

‒ 277

‒ 277

‒ 277

0

Stand ontwerpbegroting 2024

1.740.361

1.789.143

1.803.273

1.806.737

1.817.683

1.820.126

Tabel 44 Artikel 4 Koninklijke Luchtmacht (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

778.887

778.074

757.628

760.400

761.211

0

Mutatie 1e suppletoire begroting 2023

22.046

61.226

61.714

61.801

60.384

61.348

Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023

9.981

9.882

10.141

10.561

13.217

13.760

Nieuwe mutaties

0

25

25

25

25

763.532

Extrapolatie 2028

0

0

0

0

0

764.916

Arbeidsvoorwaardenakkoord uit 2022 met structurele gevolgen

0

0

0

0

0

‒ 1.409

Uitdelen inhuur en prijsbijstelling tranche 2023

0

25

25

25

25

25

Stand ontwerpbegroting 2024

810.914

849.207

829.508

832.787

834.837

838.640

Tabel 45 Artikel 5 Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

614.826

618.558

621.692

627.190

624.996

7.541

Mutatie 1e suppletoire begroting 2023

51.559

29.757

33.928

33.650

33.877

34.404

Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023

5.989

6.523

6.758

7.164

10.520

11.134

Nieuwe mutaties

0

32.385

44.461

43.266

43.271

668.928

Extrapolatie 2028

0

0

0

0

0

627106

Herschikking general aviation

0

0

‒ 173

‒ 345

‒ 345

‒ 345

Bijdrage capaciteit grensdoorlaatposten regio zuid

0

3531

4725

5945

5945

5945

Bijdrage van J&V aanpak ondermijning internationaal

0

374

374

374

374

374

bijdrage van J&V aanpak ondermijning internationaal - rechtshulp

0

937

937

937

937

937

bijdrage van J&V bewaken & beveiligen persoons beveiliging binnenland

0

26237

37674

36100

36100

36100

bijdrage van J&V uitbreiding pi-nl

0

678

620

562

562

562

bijdrage van J&V verrekening ondermijningsmiddelen

0

667

962

962

962

962

Arbeidsvoorwaardenakkoord 2022

0

0

0

0

0

‒ 1172

Herschikking general aviation

0

0

‒ 619

‒ 1238

‒ 1238

‒ 1238

Herschikking taken en middelen van assortimentsgewijs werken

0

277

277

277

277

0

Verdeling van de 2e en 3e orde effecten

0

‒ 332

‒ 332

‒ 332

‒ 332

‒ 332

Versterken inlichtingen en veiligheidscapaciteit mivd

0

16

16

24

29

29

Stand ontwerpbegroting 2024

672.374

687.223

706.839

711.270

712.664

722.007

Tabel 46 Artikel 7 Commando materieel en IT(bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

672.061

693.415

707.503

700.983

708.491

0

Mutatie 1e suppletoire begroting 2023

28.372

39.841

40.828

40.479

40.676

43.665

Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023

15.465

17.956

19.396

20.207

25.159

25.240

Nieuwe mutaties

0

60

60

60

60

711.447

Extrapolatie 2028

0

0

0

0

0

714257

Arbeidsvoorwaardenakkoord uit 2022 met structurele gevolgen

0

0

0

0

0

‒ 2870

Verdeling van de 2e en 3e orde effecten

0

60

60

60

60

60

Stand ontwerpbegroting 2024

715.898

751.272

767.787

761.729

774.386

780.352

Tabel 47 Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

1.348.383

1.385.461

1.426.302

1.454.513

1.430.825

‒ 318

Mutatie 1e suppletoire begroting 2023

158.087

61.612

47.823

47.374

42.255

42.182

Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023

14.063

25.539

34.083

37.543

39.140

40.300

Nieuwe mutaties

0

22.318

20.680

17.611

18.909

1.419.016

2m duurzaam inzetbaar: zorgloket, opleidingen, coaches

0

7.778

4.850

0

0

0

Extrapolatie 2028

0

0

0

0

0

1.402.310

Bijdrage van BZK: overheveling kanselarij

0

65

65

65

65

65

Arbeidsvoorwaardenakkoord uit 2022 met structurele gevolgen

0

0

0

0

0

‒ 2.203

Arbeidsvoorwaarden compensatie bovenmatige VVHO toelage

0

4.420

4.420

4.420

4.420

4.420

Herschikking 2e en 3e orde effecten f-35

0

0

0

0

0

0

Herschikking binnen de financiele instrumenten van het DOSCO

0

0

0

0

0

0

Herschikking budget niet strategische functies naar de onderdelen

0

928

268

268

268

268

Herschikking general aviation

0

0

542

1.085

1.085

1.085

Verdeling van de 2e en 3e orde effecten

0

239

239

239

239

239

Versterken inlichtingen en veiligheidscapaciteit MIVD

0

8.888

10.296

11.534

12.832

12.832

Stand ontwerpbegroting 2024

1.520.533

1.494.930

1.528.888

1.557.041

1.531.129

1.501.180

Tabel 48 Artikel 9 Algemeen (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

187.495

187.620

180.619

178.723

178.587

0

Mutatie 1e suppletoire begroting 2023

16.661

17.639

6.700

3.618

192

200

Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023

28.152

31.657

36.136

36.216

36.691

29.613

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

178.113

Extrapolatie 2028

0

0

0

0

0

178113

Stand ontwerpbegroting 2024

232.308

236.916

223.455

218.557

215.470

207.926

Tabel 49 Artikel 10 Apparaat Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

1.592.168

1.608.527

1.597.049

1.593.329

1.588.125

0

Mutatie 1e suppletoire begroting 2023

66.333

86.328

91.779

77.503

87.633

93.203

Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023

85.703

90.799

92.853

102.705

96.391

95.305

Nieuwe mutaties

0

39.813

45.428

50.706

55.840

1.652.384

Extrapolatie 2028

0

0

0

0

0

1.597.910

Arbeidsvoorwaardenakkoord uit 2022 met structurele gevolgen

0

0

0

0

0

‒ 1.366

CA correctie personeel munitie domein (obelix)

0

0

‒ 6

0

0

0

Herschikking general aviation

0

0

77

153

153

153

Maatregelennota 4.9.10 wendbaarheid formatie BS

0

4.200

4.200

4.200

4.200

4.200

Verdeling van de 2e en 3e orde effecten

0

33

33

33

33

33

Versterken inlichtingen en veiligheidscapaciteit MIVD

0

35.580

41.124

46.320

51.454

51.454

Stand ontwerpbegroting 2024

1.744.204

1.825.467

1.827.109

1.824.243

1.827.989

1.840.892

Tabel 50 Artikel 11 Geheim (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

15.685

15.685

15.685

15.685

15.685

0

Mutatie 1e suppletoire begroting 2023

2.500

0

0

0

0

0

Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023

630

630

630

630

630

630

Nieuwe mutaties

0

2.500

2.500

2.500

4.000

19.685

Stand ontwerpbegroting 2024

18.815

18.815

18.815

18.815

20.315

20.315

Tabel 51 Artikel 12 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

360.775

420.599

444.880

510.929

561.835

0

Mutatie 1e suppletoire begroting 2023

149.816

269.001

477.604

287.870

285.653

259.067

Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023

‒ 210.267

‒ 165.617

‒ 161.466

‒ 165.201

‒ 153.020

‒ 151.542

Nieuwe mutaties

‒ 188.062

94.436

‒ 99.051

‒ 104.438

‒ 119.411

416.349

Extrapolatie 2028

0

0

0

0

0

521048

Versterken inlichtingen en veiligheidscapaciteit MIVD

0

‒ 38.022

‒ 36.495

‒ 35.440

‒ 42.476

‒ 42.394

Arbeidsvoorwaardenakkoord uit 2022 met structurele gevolgen

0

0

0

0

0

14.630

Arbeidsvoorwaarden compensatie bovenmatige VVHO toelage

0

‒ 4.420

‒ 4.420

‒ 4.420

‒ 4.420

‒ 4.420

Maatregelennota 4.9.10 wendbaarheid formatie

0

‒ 4.200

‒ 4.200

‒ 4.200

‒ 4.200

‒ 4.200

Kasschuif budget arbeidsvoorwaarden

‒ 188.062

188.062

0

0

0

0

Versterken inlichtingen en veiligheidscapaciteit MIVD

0

‒ 46.984

‒ 53.936

‒ 60.378

‒ 68.315

‒ 68.315

Stand ontwerpbegroting 2024

112.262

618.419

661.967

529.160

575.057

523.874

Tabel 52 Artikel 13 Bijdrage aan het Defensiematerieel Begrotingsfonds (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

6.521.608

9.115.154

9.135.995

9.215.983

8.907.040

8.494.083

Mutatie 1e suppletoire begroting 2023

‒ 1.118.113

1.374.500

1.308.896

1.135.611

1.217.010

1.249.192

Mutatie 2e incidentele suppletoire begroting 2023

64.023

45.476

298.207

278.037

‒ 81.742

139.170

Nieuwe mutaties

0

57.107

129.699

75.024

71.346

112.756

2m duurzaam inzetbaar: zorgloket, opleidingen, coaches

0

‒ 7.778

‒ 4.850

0

0

0

Herschikking adaptief

0

0

0

0

‒ 1.300

0

Herschikking general aviation

0

0

173

345

345

345

Implementatie brede offensief tegen de ondermijnende criminaliteit

0

0

0

1.100

1.100

1.100

Versterken inlichtingen en veiligheidscapaciteit MIVD

0

38.022

36.495

35.440

42.476

42.394

Bijdrage capaciteit grensdoorlaatposten regio zuid

0

0

338

475

475

475

Bijdrage van BZK additioneel budget informatiehuishouding 2024

0

2.275

2.275

2.275

2.275

2.275

Bijdrage van J&V aanpak ondermijning internationaal - team search

0

825

75

75

75

75

Bijdrage van J&V bewaken & beveiligen persoons beveiliging binnenland

0

23.763

12.326

13.900

13.900

13.900

Vervanging eigen voorraad steun Oekraine

0

0

19.153

11.414

0

52.192

Oekraine pakket twee gemiste opbrengsten

0

0

63.714

10.000

12.000

0

Stand ontwerpbegroting 2024

5.467.518

10.592.237

10.872.797

10.704.655

10.113.654

9.995.201

7.3 Bijlage moties en toezeggingen

Tabel 53 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties

Beschrijving van de motie

Bronnaam/ vindplaats

Kamerstuknummer motie

Datum

Status

Afgedaan met Kamerbrief

​Motie van het lid Valstar c.s. over inzichtelijk maken wat er nodig is om binnen de Duitse-Nederlandse samenwerking een eigen tankbataljon op te richten.

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 410

6-7-2023

In behandeling

 

​Motie van de leden Stoffer en van Haga over stappen blijven zetten om te bevorderen dat de inzetvoorraad voor de eerste hoofdtaak het gewenste niveau bereikt.

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 411

6-7-2023

In behandeling

 

​Motie van de leden Stoffer en van Haga over onderzoeken hoe Nederland actief kan aansluiten bij het initiatief voor de bescherming van onderzeese kritieke infrastructuur.

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 412

6-7-2023

In behandeling

 

​Motie van de leden Hammelburg en Krul over na vijf jaar de inzet van de bewapende MQ-9-drone evalueren.

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 415

6-7-2023

In behandeling

 

​Motie van de leden Rajkowski en Bisschop over een voortgangsrapportage over inrichting en uitrol van de ABRO-regeling

Tweeminutendebat IVD-Aangelegenheden

29924, nr. 246

6-7-2023

In behandeling

 

​Motie van het lid Hammelburg over verduidelijken wat gehanteerde definities en onderscheiden betekenen in de praktijk.

Tweeminutendebat IVD-Aangelegenheden

29924, nr. 247

6-7-2023

In behandeling

 

​Motie van de leden Boswijk en Valstar over veteranen in detentie die specifiek veteranenzorg veteranenzorg nodig hebben niet slechts bij uitzondering in aanmerking laten komen voor de plaatsing in het MPC.

Notaoverleg Veteranen

30139, nr. 265

27-6-2023

In behandeling

 

​Motie van de leden Boswijk en Valstar over 24/7 toegang tot gespecialiseerde crisishulp voor veteranen in acute psychische nood.

Notaoverleg Veteranen

30139, nr 266

27-6-2023

In behandeling

 

​Motie van het lid Hammelburg over met het Veteraneninstituut onderzoeken hoe veteranen buiten dienst die later PTSS ontwikkelen in beeld kunnen komen.

Notaoverleg Veteranen

30139, nr. 267

27-6-2023

In behandeling

 

​De motie Sjoerdsma c.s. over het lokaal bekend stellen van het NIMH-overzicht en het in behandeling nemen van claims van slachtoffers van martelingen en verkrachtingen.

Plenair debat over het onderzoeksprogramma ‘Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië 1945-1950’

26049, nr. 101

14-6-2023

In behandeling

 

​De motie-Brekelmans/Boswijk over expliciet benoemen dat het merendeel van de Nederlandse militairen in Indonesië niet schuldig of medeplichtig was aan extreem geweld. ​

Plenair debat over het onderzoeksprogramma ‘Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië 1945-1950’

26049, nr. 107

14-6-2023

In behandeling

 

De motie-Agnes Mulder/Boswijk over het in kaart brengen van de gevolgen van de militaire leveranties aan Oekraïne voor de operationele gereedheid van de krijgsmacht.

Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken (CD 19/1)

21501-02, nr. 2592

19-1-2023

Doorlopend

​O.a.Gerapporteerd in Kamerstukken 21501 28, nr. 250; 36045, nr. 151 en 21501 28, nr. 252

​de motie-Brekelmans c.s. over een plan om de munitieproductie in Europa te verhogen ten behoeve van steun aan Oekraïne.

Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken (CD 19/1)

21501-02, nr. 2593

19-1-2023

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstukken 21501 28, nr. 250; 21501 02, nr. 2622 en 21501 28, nr. 252

​Motie van het lid Fritsma over zekerstellen dat geen cent van de door Nederland betaalde schadevergoedingen aan de gemeenschap van Hawija, terecht komt bij (oud) IS-ers​.

Moties ingediend bij het tweeminutendebat Voortgang/evaluatie missies

29521, nr. 453

22-12-2022

Uitgevoerd

​Kamerstuk 27925, nr. 937

​Motie van het lid Valstar c.s. over op basis van een aantal aangegeven punten uniformiteit aanbrengen in defensienota's.

Tweeminutendebat Defensienota 2022

36124, nr. 13

22-12-2022

In behandeling

 

​Motie van het lid Valstar c.s. over de transitie van de marine inzichtelijk maken.

Tweeminutendebat Defensienota 2022

36124, nr. 14

22-12-2022

Uitgevoerd

​Kamerstuk 36124, nr. 31

​Motie van het lid Dassen c.s. over in overleg met Duitsland en België onderzoeken hoe de gezamenlijke productiecapaciteit voor kapitale munitie kan worden vergroot.

Tweeminutendebat Defensienota 2022

36124, nr. 19

22-12-2022

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstukken 28676, nr. 246 en 28676, nr. 427

​Motie van het lid Dassen over in Europees verband gezamenlijk munitie inkopen.

Tweeminutendebat Defensienota 2022

36124, nr. 20

22-12-2022

Deels uitgevoerd

​Gerapporteerd in Kamerstukken 28676, nr. 426 en 28676, nr. 427 en 27830, nr. 406

​Motie van het lid Boswijk c.s. over uiterlijk 1 oktober 2023 inzichtelijk maken hoe de integratie van de Duitse en Nederlandse landmachten vorm gaat krijgen.

Tweeminutendebat Defensienota 2022

36124, nr. 23

22-12-2022

Uitgevoerd

Kamerstuk 33279, nr. 37

​Motie van het lid Hammelburg c.s. over culturele diversiteit een pijler maken in het personeelsbeleid van Defensie.

Tweeminutendebat Personeel Defensie

36200 X, nr. 56

22-12-2022

In behandeling

 

​Motie van de leden Kuzu en Hammelburg over bewerkstelligen dat de manschappen zo veel mogelijk vrijheid hebben om in hun verblijfsruimte hun eigen inrichting te kiezen.

Tweeminutendebat Personeel Defensie

36200 X, nr. 57

22-12-2022

Uitgevoerd

​Kamerstuk 36200 X, nr. 86

​Motie van het lid Kuzu over bewerkstelligen dat voldoende manschappen inzetbaar blijven ter versterking en ter verdediging van de Oostflank van de NAVO.

Debat over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de anti-ISIS-coalitie en de brede veiligheidsinzet in Irak in 2023 (Artikel 100-procedure).

27925, nr. 923

22-12-2022

In behandeling

 

​Motie van het lid Jasper van Dijk over de stand van zaken rond nucleaire ontwapening en modernisering van kernwapens in Nederland.

Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken 2023

36200 V, nr. 30

29-11-2022

Uitgevoerd

Kamerstuk 36200 V, nr. 73

​Motie van het lid Valstar c.s. over voorkomen dat voormalige Defensiemedewerkers trainingen geven aan landen die een offensief cyberprogramma tegen Nederland voeren.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 25

22-11-2022

Uitgevoerd

Kamerstuk 2023Z13362

​Motie van het lid Valstar c.s. over binnen de Joint Expeditionary Force de samenwerking versterken voor de beveiliging van de Noordzee en Baltische Zee.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 26

22-11-2022

Deels uitgevoerd

​Kamerstuk 33450, nr. 118

​Motie van het lid Valstar c.s. over in gesprek gaan met banken en pensioenfondsen om barrières voor de defensiesector weg te nemen.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 27

22-11-2022

In behandeling

 

​Motie van het lid Valstar c.s. over gratis reizen met de trein voor militairen in uniform en vaker oefeningen houden door Defensie in de steden.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 28

22-11-2022

Deels uitgevoerd

​Kamerstuk 36200 X, nr. 86

​Motie van het lid Boswijk c.s. over onderzoeken of huidige kwalificaties van oefeningen en uitzendingen nog aansluiten bij de huidige situatie.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 36

22-11-2022

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk 36200 X, nr. 86

​Motie van het lid Boswijk c.s. over binnen de NAVO pleiten voor het in de DPCR meewegen van de geïntegreerde strijdkrachten in Europa.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 37

22-11-2022

Uitgevoerd

​Kamerstukken 28676, nr. 425; 28676, nr. 426 en 28676, nr. 427

​Motie van het lid Segers c.s. over de NATO Capability Targets als referentiepunt gebruiken bij het opstellen van de Defensienota en begroting.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 38

22-11-2022

In behandeling

 

​Motie van de leden Segers en Boswijk over mogelijkheden onderzoeken om het dienjaar sneller op te schalen en belangstellende snel uitsluitsel te geven.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 39

22-11-2022

In behandeling

 

​Motie van het lid Stoffer c.s. over de ICA conditioneel maken voor de gunning en meewegen in de besluitvorming.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 41

22-11-2022

Deels uitgevoerd

Kamerstuk 34225, nr. 42

​Motie van het lid Kuzu c.s. over exitgesprekken analyseren en omzetten in concrete verbeteringen om meer militairen duurzaam aan Defensie te binden.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 43

22-11-2022

Uitgevoerd

​Kamerstuk 36200 X, nr. 86

​Motie van de leden Kuzu en Valstar over bezien of de maximale termijn voor functies bij Defensie kan worden losgelaten of verruimd.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 44

22-11-2022

Uitgevoerd

​Kamerstuk 36200 X, nr. 86

​Motie van de leden Kuzu en Boswijk over meer welwillendheid bij het uitreiken van medailles aan reservisten bij de operationele commando's.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 45

22-11-2022

Uitgevoerd

​Kamerstuk 36200 X 72

​Motie van de leden Koekkoek en Boswijk over bij onderhandelingen over het European Sky Shield Initiative de Europese strategische autonomie laten meewegen bij de keuze van systemen.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

36200 X, nr. 46

22-11-2022

Deels uitgevoerd

Gerapporteerd in Kamerstuk 27830, nr. 395​

​Motie van de leden Valstar en Stoffer over een evaluatie vijf jaar na plaatsing van de radar in Herwijnen.

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 369

7-7-2022

In behandeling

 

​Gewijzigde motie van de leden Eppink en Van der Plas over bij de aanschaf van onderzeeboten oog hebben voor het strategische belang en de noodzaak van de Nederlandse maritieme maakindustrie.

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 371

7-7-2022

Doorlopend

​Gerapporteerd in Kamerstukken 34225, nr. 40 en 34225, nr. 41

​Gewijzigde motie van de leden Eppink en Van der Plas over de voorraad in Nederland evenredig aanvullen bij de levering van militaire goederen aan Oekraïne.

Tweeminutendebat Materieel

27830, nr. 370

7-7-2022

Doorlopend

 

​Motie van de leden Fritsma (PVV) en van Haga (groep van Haga) over zorg dragen voor voldoende en directe toegang tot noodopvang voor veteranen.

Notaoverleg Veteranen

30139, nr. 259

20-6-2022

Uitgevoerd

​Kamerstuk 30139, nr. 262

​Motie van de leden Hammelburg en Boswijk over versterking van gezamenlijke inkoop, interoperabiliteit en samenwerking met andere EU-landen op het gebied van onderhoud.

Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid

35925 X, nr. 65

21-4-2022

In behandeling

 

​Motie van het lid Valstar c.s. over pilots voor het versneld overgaan tot aanschaf van materieel.

Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid

35925 X, nr. 70

21-4-2022

Uitgevoerd

​Kamerstukken 35925 X, nr. 74 en 27830, nr. 376 en 35925 X, nr. 84

​Motie van het lid Valstar c.s. over steun voor bewapening van de MQ-9 Reaper

Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid

35925 X, nr. 69

21-4-2022

Uitgevoerd

​Kamerstuk 27830, nr 399

​Motie van het lid Boswijk c.s. over voorstellen voor innovatieve vormen van diensttijd.

Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid

35925 X, nr. 67

21-4-2022

Uitgevoerd

Kamerstuk 36200, nr. 8

​Motie van de leden Piri en Valstar over de Afghaanse oud-medewerkers uit dankbaarheid voor bewezen diensten op passende wijze eren.

Debat over de stand van zaken rondom de evacuatie in Afghanistan

27925, nr. 893

31-3-2022

In behandeling

 

​Motie van het lid Van der Staaij c.s. over het wegnemen van knelpunten die diensten verhinderen Nederland te beschermen tegen landen met een offensief cyberprogramma.

Plenair debat over de situatie in Oekraine

36045, nr. 16

28-2-2022

Deels uitgevoerd

​Kamerstuk 36263

​Motie Hermans c.s. over concrete voorstellen om ondernemers beter te beschermen tegen digitale dreigingen en cybercriminelen.

Debat over de Regeringsverklaring

35788, nr. 120

19-1-2022

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk 35925 VI, nr. 136

​Motie van het lid van Wijngaarden c.s. over nauw optrekken met NAVO-bondgenoten bij volkenrechtelijke standpunten en militaire R&D als het gaat om autonome dan wel semiautonome wapensystemen.

Notaoverleg Autonome Wapensystemen 13 december

35848, nr. 10

14-12-2021

Doorlopend

​Gerapporteerd in Kamerstuk 36100 V, nr. 9

Motie van het lid Belhaj c.s. over kaders voor de inzet van lokale medewerkers bij toekomstige militaire missies en op Nederlandse ambassades en consulaten.

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 29

11-11-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 36200 X, nr. 85

Motie van het lid van Wijngaarden c.s. over een eigen aanstellingsmandaat voor het Defensie Cyber Commando

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 25

11-11-2021

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk 36124, nr. 2

Gewijzigde motie van het lid van Wijngaarden c.s. over zorgen voor borging van het wezenlijk nationaal veiligheidsbelang en strategische autonomie (t.v.v. 35925 X, nr. 24).

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 43

11-11-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 34225, nr. 40

Motie van het lid Stoffer c.s. over de Nederlandse maritieme industrie zo veel mogelijk betrekken bij ontwerp, ontwikkeling, bouw en instandhouding van de onderzeeboten.

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 36

11-11-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 34225, nr. 40

Motie van het lid Boswijk c.s. over het ontwikkelen van een strategie voor bescherming van de cruciale infrastructuur in de Noordzee.

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 22

11-11-2021

Uitgevoerd

Kamerstuk 33450, nr. 118

Motie van het lid Boswijk c.s. over het handhaven van het verbod op militaire uniformen en het Rode Kruis-embleem bij demonstraties.

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 23

11-11-2021

Doorlopend

​Gerapporteerd in Kamerstuk 2022Z00043

De motie van het lid Piri over onderzoeken of en hoe inzichtelijk gemaakt kan worden hoe investeringen bijdragen aan de operationele inzetbaarheid van de krijgsmacht.

Begrotingsbehandeling

35925 X, nr. 44

11-11-2021

Doorlopend

 

​Motie van de leden Ephraim en Eerdmans over een uitgebreide analyse en risico-inschatting voorafgaand aan militaire missies en een evaluatie na afloop.

CD Meest recente situatie in Afghanistan

27925, nr. 798

18-8-2021

Uitgevoerd

​Kamerstuk 27925, nr. 919

​Motie van het lid Dassen c.s. over een voorstel voor een mandaat voor de European External Action Service om een Europees noodplan op te stellen.

CD Meest recente situatie in Afghanistan

27925, nr. 797

18-8-2021

In behandeling

 

​Gewijzigde motie van het lid Kuzu c.s. over een nationaal herdenkingsmonument voor Srebrenica (t.v.v. 26122-54).

Tweeminutendebat Dutchbat-III

26122, nr. 58

23-6-2021

Uitgevoerd

Kamerstuk 30139, nr. 254

​Motie van het lid Belhaj c.s. over een onafhankelijk onderzoek naar de besluitvorming rond het LIMC

Debat over het leger dat informatie verzamelt over de Nld samenleving

32761, nr. 186

26-5-2021

Uitgevoerd

Kamerstuk 32761, nr. 258

Motie van het lid Jasper van Dijk over een onafhankelijk onderzoek naar de betrokkenheid van de NAVO-landen bij de oorlog in Afghanistan.

Plenair debat art. 100 Afghanistan

27925, nr. 772

22-4-2021

Deels uitgevoerd

​Gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 872; 27925, nr. 885 en 27925, nr. 912

Motie van het lid van Helvert c.s. over een alternatieve locatie voor de radar in Herwijnen.

Nota Overleg Materieel

27830, nr. 332

3-2-2021

Uitgevoerd

Kamerstuk 31936, nr. 940

Motie van de leden Stoffer en Van den Bosch over taakspecialisatie nader uitwerken in de Defensievisie.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 54

1-12-2020

Uitgevoerd

Kamerstuk 33279, nr. 36

Motie van het lid Van den Nieuwenhuijzen c.s. over marineschepen vernoemen naar vrouwen.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 40

1-12-2020

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstuk 35925 X, nr. 47 en 27830, nr. 393

Motie van het lid Fritsma over het niet meer spekken van de kas van het Turkse leger met leningen van Defensie.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 36

1-12-2020

In behandeling

​Gerappoteerd in Kamerstuk 35925 X, nr. 17

Motie van de leden Van den Nieuwenhuijzen en Belhaj over mogelijke routes van specialisatie van Defensie binnen haar internationale partnerschappen.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 39

1-12-2020

Uitgevoerd

Kamerstuk 33279, nr. 36

Motie van de leden Stoffer en Van Helvert over het realiseren van de NAVO-norm betrekken bij de evaluatie van de Wet defensiematerieelbegrotingsfonds.

Begrotingsbehandeling 2021

35570 X, nr. 55

1-12-2020

In behandeling

 

Motie van het lid Kerstens c.s. over de aanbevelingen van de Veteranenombudsman over de wijze van klachtafhandeling.

Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020

35570 X, nr. 48

1-12-2020

In behandeling

 

motie Belhaj c.s. over behoud van het Mariniersmuseum in Rotterdam

WGO Personeel/ Materieel

35570 X, nr. 27

30-11-2020

In behandeling

​Gerapporteerd in Kamerstukken 35570 X, nr. 76; 35925 X, nr. 15 en 36200 X, nr. 61

Motie Stoffer c.s. over optimaal gebruikmaken van een zelfscheppend Nederlands marinebouwcluster

WGO Personeel/ Materieel

35570 X, nr. 30

30-11-2020

Uitgevoerd

Kamerstuk 34225, nr. 28

Gewijzigde motie van het lid Diks over onderzoeken van incidenten bij militaire inzet in coalitieverband (t.v.v. 35363, nr. 3)

Plenair debat transparantie burgerslachtoffers

35363, nr. 4

19-12-2019

Uitgevoerd

Kamerstuk 29521, nr. 442

De motie Kerstens over de randvoorwaarden voor een nieuwe functie- en beloningsgebouw tot stand brengen.

VAO Personeel

35300 X, nr. 50

19-12-2019

Uitgevoerd

​Kamerstukken 35925 X, nr. 82 en 36200 X, nr. 8

Motie van het lid De Roon over zelfstandig beslissen over aanbesteden van Defensieprojecten.

Plenair debat begroting 2020

35300 X, nr. 19

7-11-2019

Uitgevoerd

Kamerstuk 35925 X, nr. 84

​Motie Diks en Kerstens over het monitoren van mogelijke gezondheidsgevolgen voor het Defensiepersoneel

VAO militair radarstation Herwijnen

31936, nr. 654

11-9-2019

In behandeling

 

Motie van het lid Belhaj over maatregelen om gezondheidsschade door uitstootgassen van burnpits te voorkomen.

AO Personeel

35000 X, nr. 113

9-4-2019

Uitgevoerd

Kamerstuk ​35570 X, nr. 103

Motie van het lid Belhaj c.s. over aanvullende voorstellen uit het plan van aanpak Defensie Operationele Energiestrategie.

NO DIS

31125, nr. 98

18-2-2019

In behandeling

​Gerapporteerd kamerstuk 34919, nr. 74

Motie van het lid Bruins Slot over het verbreden van de Defensie Cyber Strategie met het domein ruimte.

Begrotingsbehandeling 2019

35000 X, nr. 52

21-11-2018

Deels uitgevoerd

​Gerapporteerd in Kamerstuk 36124, nr. 10

Motie van het lid Kerstens over een gezamenlijk aanbod op de arbeidsmarkt door Defensie, brandweer en politie.

WGO Personeel

35000 X, nr. 30

12-11-2018

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 2020Z08679

Gewijzigde motie van het lid Kerstens c.s. over een gedragen luchthavenbesluit Gilze-Rijen (t.v.v. 34932, nr. 9).

Plenair debat luchthavenbesluit

34932, nr. 11

5-7-2018

Deels uitgevoerd

Kamerstuk 31936, nr. 877

Motie van het lid Belhaj over actief informeren van de Kamer bij een gewijzigd instellingsbesluit.

AO Veiligheid en integriteit

34775 X, nr. 110

16-5-2018

Doorlopend

Gerapporteerd in kamerstuk 34919, nr. 41

Motie van het lid Belhaj over mogelijke interne disciplinaire maatregelen.

AO Veiligheid en integriteit

34775 X, nr. 109

16-5-2018

In behandeling

 

Motie van het lid Emiel van Dijk over beantwoorden van de schuldvraag

AO Veiligheid en integriteit

34775 X, nr. 112

16-5-2018

In behandeling

 

​Gewijzigde motie van het lid Diks over communicatie met externen over misbruikzaken (t.v.v. 34775 X, nr. 155)

AO Veiligheid en Integriteit

34775 X, nr. 119

16-5-2018

Uitgevoerd

Kamerstuk 36124, nr. 8

Motie van het lid Voordewind over criteria voor veiligheid en medische zorg.

Begrotingsbehandeling 2018

34775 X, nr. 52

23-11-2017

In behandeling

 

Motie van de leden Ploumen en Karabulut. Verzoekt de regering, te waarborgen dat er ook na het melden van een incident mogelijkheid tot nazorg is.

Begrotingsbehandeling

34775 X, nr. 49

13-11-2017

Uitgevoerd

Kamerstuk 36124, nr. 8

Motie De Roon over het plaatsen van langeafstandkruisraketten op nieuwe fregatten.

Begrotingsbehandeling 2017

34550 X, nr. 34

17-11-2016

Uitgevoerd

Kamerstukken 36124, nr. 1 en 27830, nr. 391

      

* Status moties bijgewerkt tot en met 20 juli 2023

     
Tabel 54 Door bewindslieden gedane toezeggingen

Omschrijving van de toezegging

Bronnaam/ Vindplaats

Bronnummer

Datum

Status

Nummer Kamerbrief

​De minister van Defensie zegt toe om in de komende versies van de stand van Defensie waar mogelijk historische cijfers op te nemen.

WGO Jaarverslag en Slotwet

TZ202307-051

21-6-2023

In behandeling

 

​De minister van Defensie zegt toe om per krijgsmacht deel trends (wordt nog gekeken naar de specifieke vormgeving) in zwaarwegende knelpunten m.b.t. gereedheid en inzetbaarheid in de stand van Defensie op te nemen.

WGO Jaarverslag en Slotwet

TZ202307-053

21-6-2023

In behandeling

 

​De minister van Defensie en staatssecretaris van Defensie zeggen toe om in de komende rapportages over de door de Algemene Rekenkamer geconstateerde onvolkomenheden ook in te zullen gaan op de te verwachte tijdpaden waarbinnen deze onvolkomenheden zullen zijn opgelost en met welke onderliggende plannen.

WGO Jaarverslag en Slotwet

TZ202307-056

21-6-2023

In behandeling

 

​De staatssecretaris van Defensie zegt toe om de Kamer voor de komende begrotingsbehandeling nader te zullen informeren over de verzameling van acties om de administratieve lastendruk en complexe regelgeving te bestrijden.

WGO Jaarverslag en Slotwet

TZ202307-058

21-6-2023

In behandeling

 

​De staatssecretaris van Defensie zegt toe dat er in de verantwoordingsstukken over 2023 expliciet aandacht zal worden besteed aan het spanningsveld tussen rechtmatigheid en doelmatigheid bij inkoop.

WGO Jaarverslag en Slotwet

TZ202307-059

21-6-2023

In behandeling

 

​De staatssecretaris van Defensie zegt toe om voor het komende vastgoeddebat de Kamer te zullen informeren over de mate van inzicht in de huidige stand van het vastgoed.

WGO Jaarverslag en Slotwet

TZ202307-060

21-6-2023

In behandeling

 

De minister van Buitenlandse Zaken zal de Kamer voorafgaand aan de plenaire afronding van het debat over de Artikel 100-bijdrage aan EUFOR Althea per brief een nader antwoord sturen op de vraag van de heer Kuzu over de vervlechting van de civiele en militaire aspecten van de missie, specifiek de taakafbakening tussen de Hoge Vertegenwoordiger en EUFOR-Althea.​

CD EUFOR Althea

TZ202306-257

21-6-2023

Afgedaan

Kamerstuk 29521, nr. 462

​De minister zegt toe in de komende veteranennota's ook meer in te zullen gaan op de particuliere initiatieven in relatie tot de reguliere activiteiten van Defensie en het Veteraneninstituut NLVI met betrekking tot de hulp aan Veteranen​.

Notaoverleg Veteranen

TZ202307-074

19-6-2023

In behandeling

 

​De minister van Defensie zegt toe in de toekomstige veteranennota's meer in te gaan op de verschillende deelgroepen van veteranen, mede aan de hand van een daarvoor relevant onderzoek van het veteraneninstituut dat loopt.

Notaoverleg Veteranen

n.t.b.

19-6-2023

In behandeling

 

De minister van Defensie zegt toe om verschil in positie tussen veteranenstatus en niet veteranenstatus schriftelijk aan de Kamer voor de plenaire begrotingsbehandeling te doen toekomen. ​

Notaoverleg Veteranen

TZ202307-075

19-6-2023

In behandeling

 

​De minister van Defensie zegt toe om in de brief die is toegezegd aan het lid Boswijk inzake de Veteranenstatus ook in te gaan op het ABDO-keurmerk voor het Veteraneninstituut.

Notaoverleg Veteranen

TZ202307-077

19-6-2023

In behandeling

 

​De minister van Defensie zegt toe in de brief die is toegezegd aan het lid Boswijk inzake de Veteranenstatus ook in te zullen gaan op de inkomensvoorziening. ​

Notaoverleg Veteranen

TZ202307-078

19-6-2023

In behandeling

 

De minister van Defensie zegt toe de Kamer te informeren over nadere mogelijkheden die NIMH ziet om dienst-en bevelweigeraars actief te informeren over het rehabilitatietraject.

Plenair debat Onderzoeksprogramma Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië 1945-1950

TZ202307-049

14-6-2023

In behandeling

 

​De staatssecretaris zegt toe tijdig voor het eerstvolgende overleg over Personeel de Kamer nader schriftelijk te informeren over de doorontwikkeling van de werkwijze van Defensie m.b.t. Personeel en over de geboekte resultaten in kwantitatieve zin.

CD Personeel

TZ202307-082

13-6-2023

In behandeling

 

​De staatssecretaris zegt toe de Kamer voor het volgende overleg over Personeel nader te zullen informeren over de eventuele extra BBI-maatregelen voor zover mogelijk.

CD Personeel

TZ202307-083

13-6-2023

In behandeling

 

​De staatssecretaris zegt toe voor het eerstvolgende overleg Personeel de Kamer schriftelijk te informeren over de uitwerking van de motie Valstar en dan specifiek op de zichtbaarheid van militairen in relatie tot het reizen in het openbaar vervoer.

CD Personeel

TZ202307-084

13-6-2023

In behandeling

 

​De minister van Defensie zegt toe om in overleg met het ministerie van Buitenlandse Zaken te zullen bezien hoe de Kamer kan worden meegenomen in het proces van concretiseren van veiligheidsgaranties voor Oekraine en de Kamer hierover, zo mogelijk, in de geannoteerde agenda voor de NAVO-top te Vilnius te informeren.

CD NAVO DMM

TZ202307-079

8-6-2023

In behandeling

Gerapporteerd in Kamerstuk 2023Z13817

​De minister van Defensie zegt toe om, als dat ook maar enigszins mogelijk is, voor het komende zomerreces de Kamer schriftelijk te zullen informeren over de stand van zaken met betrekking tot de training van piloten van de Chinese luchtmacht door oud-vliegers van de NAVO. ​

CD NAVO DMM

TZ202307-080

8-6-2023

Afgedaan

Kamerstukken 2023Z04170 en 2023Z13362

​De minister van Defensie zegt toe om uiterlijk voor de plenaire begrotingsbehandeling Defensie terug te komen op de eventuele overwinsten van de defensie-industrie. ​

CD NAVO DMM

TZ202307-081

8-6-2023

In behandeling

 

​In het na de zomer te ontvangen actieplan voor de implementatie van de Noordzee-strategie zal ook specifiek worden ingegaan op het al dan niet kiezen voor een nationale autoriteit. Ook zal daarin niet alleen worden ingegaan op nieuwe initiatieven maar op de samenhang met bestaande acties en structuren.

Commissiedebat Strategie ter bescherming van de Noordzee-infrastructuur

TZ202305-128

25-5-2023

In behandeling

 

​De Staatssecretaris van Defensie zegt toe dat de A-brief inzake de vervanging van de LCF vóór eind 2023 aan de Kamer zal worden aangeboden.

CD Materieel

n.t.b.

19-4-2023

In behandeling

 

​De staatssecretaris zal bij de commissie-Heerma van Voss navraag doen of er voorbeelden bekend zijn waarbij de forfaitaire vergoeding niet representatief was voor de gemaakte medische kosten en de Kamer daarover informeren voor het wetgevingsoverleg Personeel in november.​

CD Veiligheid en Integriteit

TZ202304-159

13-4-2023

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 86

​De minister heeft de opdracht gegeven om te bezien of de bestaande meldstructuren bij burgerslachtoffers inzichtelijker en toegankelijker te maken zijn.

Kamerbrief Uitkomst Transparantietoets Nederlandse inzet in de luchtcampagne OIR en start onderzoek naar mogelijke burgerslachtoffers

Kamerstuk 29521, nr. 458

30-3-2023

In behandeling

 

​De minister zal n.a.v. het artikel in de militaire spectator de Kamer een brief sturen over de wijze waarop de actualiteiten in officiersopleidingen wordt meegenomen.

CD Taakspecialisatie

TZ202303-074

23-3-2023

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 86

In het verslag van de RBZ Defensie zal een algemene samenvatting worden gegeven van de nieuwe EU-dreigingsanalyse.​

CD Raad Buitenlandse Zaken

TZ202303- 039

16-3-2023

Afgedaan

Kamerstuk 21501 02, nr. 2639

In de geïntegreerde rapportage zal ook in beeld worden gebracht wat de effecten van concrete projecten - zoals Assen/Havelte - zijn op de financiële doelstellingen van het Strategisch Vastgoedplan.​

CD Vastgoed

TZ202302-196

23-2-2023

In behandeling

 

​Er zullen geen onomkeerbare stappen gezet worden bij de overdracht van het vastgoedstelsel naar het Rijksvastgoedbedrijf voordat de Kamer is geïnformeerd en heeft gesproken over het mitigeren van de risico's. Dit zal ook in het perspectief worden geplaatst van de ervaringen met het Rijksvastgoedbedrijf sinds 2014.

CD Vastgoed

TZ202302-197

23-2-2023

In behandeling

 

​​De minister van Defensie zal de Kamer periodiek informeren over Europese samenwerking in de defensie-industrie, waarbij zij zal overleggen met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking of zij de Kamer kan informeren over vormen van bilaterale samenwerking.

Commissiedebat Defensie Industrie Strategie

TZ202302-019

1-2-2023

In behandeling

 

​De minister van Economische Zaken en Klimaat en de staatssecretaris van Defensie zullen de Kamer in het najaar informeren over de mogelijkheden van een revolverend fonds voor financiering van de Defensie Industrie Strategie, zo mogelijk vóór de begrotingsbehandeling EZK.

Commissiedebat Defensie Industrie Strategie

2023D04662

1-2-2023

In behandeling

 

​​De staatssecretaris van Defensie zegt toe dat bij de aanbieding van het DPO 2024 een evaluatie van de nu voorgestelde aanpassing van het huidige DMP aan de Kamer zal worden aangeboden.

Verzamelcommissiedebat Defensie

TZ202302-120

26-1-2023

In behandeling

 

De staatssecretaris van Defensie zegt toe de samenwerking tussen Defensie en de Nederlandse industrie als KPI op te nemen en de Kamer daar bij de aanbieding van de geïntegreerde rapportage over te informeren.

Verzamelcommissiedebat Defensie

TZ202302- 121

26-1-2023

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 79

Het kabinet zal verder ingaan op de grondoorzaken van instabiliteit en conflict; de gevolgen van klimaatverandering; de Nederlandse inzet op gebied van diplomatie, veiligheid en ontwikkelingssamenwerking; en samenwerking in Europees verband en met andere internationale partners in Kamerbrief geintegreerde inzet Sahel.

SO Kamerbrief inzet Sahel

Kamerstuk 29521, nr. 457

22-12-2022

In behandeling

 

​Kamer informeren over de uitkomsten van de strategische herziening MINUSMA en de gevolgen voor NL in de Kamerbrief over geintegreerde inzet Sahel.

SO Kamerbrief inzet Sahel

Kamerstuk 29521, nr. 457

22-12-2022

Afgedaan

Kamerstuk 29521, nr. 460

​Het kabinet zal de Tweede Kamer – mede op basis van een regionale conflictanalyse – in de eerste helft van 2023 informeren over de Nederlandse geïntegreerde inzet op het gebied van veiligheid, diplomatie, ontwikkelingssamenwerking en migratie in de Sahelregio, evenals eventuele aanvullende inzet in de West-Afrikaanse kuststaten, en de politiek-strategische doelstelling die aan de Nederlandse inzet ten grondslag ligt.

Kamerbrief Nederlandse veiligheidsinzet in de Sahel en West-Afrikaanse kuststaten post-2022

Kamerstuk 29521, nr. 456

25-11-2022

In behandeling

 

​De Kamer wordt zo mogelijk nog in 2022 geïnformeerd over de registratie van lokale medewerkers bij missies met terugwerkende kracht in het kader van de motie-Belhaj.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

TZ202211-237

17-11-2022

Afgedaan

Kamerstuk 27925, nr. 914

​Als de NAVO cyclus aansluit op de begrotingsbehandeling, ontvangt de Kamer voorafgaand daaraan de Defence Planning Capability Review.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

TZ202211-236

17-11-2022

In behandeling

 

​De Kamer ontvangt de eerder toegezegde brief over de mogelijkheden en beperkingen van indiensttreding van EU-onderdanen in Nederlandse krijgsdienst voor het einde van 2022. Dit onderwerp krijgt een plek in de P-verzamelbrief.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

TZ202211-238

17-11-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 62

​Voor de zomer van 2023 ontvangt de Kamer een brief over het verschil in de uitzendbescherming bij uitzendingen en oefeningen en de nazorg voor medewerkers.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

TZ202211-239

17-11-2022

In behandeling

Gerapporteerd in Kamerstuk 36200 X, nr. 86

​​In de periodieke voortgangsrapportages over de vervanging onderzeebootcapaciteit zal ook aandacht worden besteed aan risico’s en scenario’s met betrekking tot een capability gap.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

TZ202211-240

17-11-2022

Doorlopend

 

​Begin 2023 ontvangt de Kamer het programma Ruimte voor Defensie, waarin inzichtelijk wordt gemaakt waar op termijn de uitdagingen en de kansen voor Defensie-oefenactiviteiten liggen.​

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

TZ202211-241

17-11-2022

Afgedaan

Kamerstuk 2023Z12929

​De minister zegt toe om te bezien of in termen van waardering voor reservisten ten opzichte van full-time militairen Defensie een been dient bij te trekken.

Begrotingsbehandeling Defensie 2023

Plenair verslag 17november

17-11-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 72

​De staatssecretaris van Defensie zegt toe de Kamer schriftelijk te zullen informeren over mogelijkheden en beperkingen van indiensttreding van EU-onderdanen in de Nederlandse krijgsdienst, en daarbij ook in te gaan op specifieke kennis en kunde (bijvoorbeeld technisch personeel en zorgpersoneel).

WGO Personeel/ Materieel

TZ202211058

7-11-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 62

​De minister van BZ zegt toe dat voor 31 mei 2023 de evaluatie van de evacuatie van Afghanistan en voor 1 juli 2023 de eindevaluatie van Resolute Support verschijnt. De Kamer ontvangt hier z.s.m. een kabinetsreactie op.

CD voortgang missies en operaties

TZ202211-071

3-11-2022

Deels afgedaan

Gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 938 en 27925, nr. 941

De staatssecretaris zal in de integrale rapportage ook cijfers over sociale veiligheid opnemen. De staatssecretaris onderzoekt of hij deze cijfers over sociale veiligheid ook in vergelijkend perspectief kan plaatsen.

CD Veiligheid en Integriteit

TZ202210-182

20-10-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 79

De staatssecretaris informeert de Kamer er binnen een halfjaar over of de interne procedures voor klokkenluiders bij Defensie voldoen aan de nieuwe Europese richtlijn inzake klokkenluiders.

CD Veiligheid en Integriteit

TZ202210-183

20-10-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 66

De staatssecretaris stuurt het rapport van de commissie die onderzoek doet naar chroom-6 na ontvangst terstond aan de Kamer.

CD Veiligheid en Integriteit

2022D43914

20-10-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 52

​De minister zegt toe samenstelling en opdrachtverlening van de onderzoekscommissie naar het mortierongeval met de Kamer te delen. Dit doet zij zo snel als zorgvuldig mogelijk is. De minister zegt toe dat zij dit vooraf bij de nabestaanden en de Kamer toetst. Indien dat aanleiding geeft tot debat, zal dat volgen.  De minister zou in deze brief over de opdrachtverlening ook op ingaan of het artikel 2-compliant is en op welke wijze er onderzocht wordt waarom de vorige onderzoeken niet goed gegaan zijn. Dat is een toezegging aan de commissie.

CD Veilligheid & Integriteit

TZ202210-181

20-10-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 68

​De ministers van Defensie en BZ zeggen toe de Kamer uiterlijk 15 januari 2023 bij brief te zullen informeren over de inzet van Nederland tijdens de door Nederland te organiseren conferentie inzake AI in het militaire domein op 15 en 16 februari 2023, en in deze brief de Kamer ook te informeren over het al dan niet opnemen van het gebruik van semi-autonome wapens en systemen in artikel 100-procedure.

CD Autonome wapensystemen

TZ202210-036

5-10-2022

Afgedaan

Kamerstuk 33694, nr. 67

​Een duidelijke formulering van missiemandaat, en NL doelstellingen in artikel 100-brieven conform de IOB aanbeveling.

Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019

Kamerstuk 29521, nr. 451

30-9-2022

Doorlopend

 

De staatssecretaris zegt toe in het eerste kwartaal van 2023 een brief aan de Tweede Kamer te sturen inzake de integrale visie van Defensie op reservisten. ​

CD Personeel

TZ202209-107

15-9-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 72

​De minister van Defensie zegt toe tijdig voor de komende plenaire begrotingsbehandeling een eerste aanzet aan de Kamer te zullen aanbieden voor een format voor een integrale vorm van rapporteren, in dit stadium m.n. een aantal kritische prestatie indicatoren op onderdelen van het beleid, tijdig voor het Verantwoordingsdebat voorjaar 2023 gevolgd door een meer definitieve versie waarin ook de wijze van samenwerking binnen Europa zal zijn verwerkt.

CD Defensienota

TZ202209-104

14-9-2022

Afgedaan

Kamerstuken 33763, nr. 155 en 36200 X, nr. 79

De minister van Defensie zegt toe om tijdig voor de plenaire begrotingsbehandeling, terug te komen op het voorstel van PAX inzake een fonds voor burgerslachtoffers van Nederlands optreden tijdens missies.

CD Defensienota

TZ202209-105

14-9-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 11

De staatssecretaris van Defensie zegt toe medio oktober een gecombineerde A-B-brief inzake de verwerving van raketten voor de artillerie aan de Kamer te zullen aanbieden, met zicht op een D-brief op afzienbare termijn.

CD Defensienota

TZ202209-106

14-9-2022

Afgedaan

Kamerstuk 27830, nr. 382

​Toezegging Relatie tussen de veranderde geopolitieke omstandigheden en de vraagstukken rondom wapenbeheersing.

Plenaire vergadering 12 juli EK - Handelingen| 2021-2022, nr. 38 item 2

T03462

12-7-2022

In behandeling

 

De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Beukering (Fractie-Nanninga), toe dat de ministers van Defensie en Financiën op een rijtje zullen zetten hoe tot de 2% bbp-norm voor de NAVO zal worden gekomen in 2025, bijvoorbeeld in de stukken van Prinsjesdag.

Plenaire behandeling (EK) Goedkeuring Protocollen Noord-Atlantisch Verdragtoetreding van de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden (36.162)

T03460

11-7-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36200 V, G

​De staatssecretaris van Defensie zegt dat het Strategisch Vastgoedplan uiterlijk medio oktober 2022 aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.

CD Vastgoed

2022D30193

30-6-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36124, nr. 12

De staatssecretaris van Defensie zegt toe de Tweede Kamer uiterlijk 2 oktober nader te zullen informeren over vervolgstappen in het verwervingstraject van de nieuwe onderzeeboten, openbaar waar mogelijk en vertrouwelijk waar noodzakelijk.

CD Materieel

2022D28993

29-6-2022

Afgedaan

Kamerstuk 34225, nr. 40

​​Toezegging door Min BZK dat de Kamer in het najaar nader wordt geïnformeerd over het wettelijk kader rond de verplaatsing naar het buitenland van de schotels in Burum.

CD IVD -aangelegenheden

2022D29832

29-6-2022

Afgedaan

Kamerstuk 2023Z12717

De minister van Defensie zegt toe uiterlijk 1 november 2022 de Kamer te zullen informeren over de stand van zaken met betrekking tot de doorvoering van de aanbevelingen in de evaluatie van het PTSS-protocol uit 2016.

Notaoverleg Veteranen

2022D25994

20-6-2022

Afgedaan

Kamerstuk 30139 X, nr. 264

De minister van Defensie zegt toe dat in samenspraak met het NLVI in contact zal worden getreden met de VNG en eventueel andere instanties en hen te wijzen op de mogelijkheden van financiële ondersteuning van veteranenhuizen, en de Kamer hierover uiterlijk in de komende Veteranennota te informeren.

Notaoverleg Veteranen

2002D25994

20-6-2022

Afgedaan

Kamerstuk 30139 X, nr. 264

De minister van Defensie zegt toe voorafgaand aan het notaoverleg Veteranen 2023 de Kamer nader te zullen informeren over de criteria om de status van veteraan te verkrijgen.

Notaoverleg Veteranen

2022D25994

20-6-2022

Afgedaan

Kamerstuk 30139 X, nr. 264

Minister gaat kijken naar Criteria om V-status te verkrijgen in het licht van nieuwe vormen (drones etc.) van oorlogsvoering.

Notaoverleg Veteranen

2022D25994

20-6-2022

Afgedaan

Kamerstuk 30139 X, nr. 264

​De minister zegt toe de volgende veteranennota's uiterlijk op 1 juni van dat jaar  en van trends voorzien, aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.

Notaoverleg Veteranen

2022D25994

20-6-2022

Doorlopend

 

​Er komt een uitvoeringsagenda voor onze verduurzamingsplannen.

Defensienota 2022

36124, nr. 1

1-6-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36124, nr. 25

​Minister Ollongren zegt toe de Kamer op de hoogte te houden van de voortgangsrapportages van de Hoge vertegenwoordiger (EDEO) m.b.t. het halen van de doelstellingen van het Strategisch Kompas. Indien er in dit najaar geen voortgangsrapportage volgt zullen we een eigen appreciatie geven.

CD EU Defensieraad en rol EC veiligheid en defensie

21501 28, nr. 242

12-5-2022

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 21501 28, nr. 247

​BZ, Defensie en JenV zullen de Kamer voor de zomer een brief sturen waarin kaders worden geschetst over de verantwoordelijkheden van de Nederlandse Staat richting lokaal personeel bij militaire missies.

Debat over de stand van zaken rondom de evacuatie in Afghanistan

Verslag 67e plenaire vergadering 31 maart 2022

31-3-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 85

​De minister zou willen onderzoeken of wij een bredere groep van medewerkers van Defensie, de de bredere groep die ook onder de tolkenregeling valt , van een blijk van waardering zouden kunnen voorzien (bijvoorbeeld tolkenpenning).

Debat over de stand van zaken rondom de evacuatie in Afghanistan

Plenair verslag 67e vergadering 31 maart 2022

31-3-2022

In behandeling

 

De minister zegt toe de Kamer te informeren over het gebruik van verboden wapens/ munitie in de oorlog Oekraïne-Rusland. Openbaar als het kan, vertrouwelijk als het moet.

Debat over de situatie in Oekraïne

2022D07985

28-2-2022

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 21501 20, nr. 1796

​De minister zegt toe om de Kamer (via de geëigende kanalen) te informeren over het gegeven of men binnen de NAVO meer inlichtingen met elkaar kan delen.

Debat over de situatie in Oekraïne

2022D07985

28-2-2022

Doorlopend

 

​De minister zegt toe om in kaart te brengen waar het in de financiële zin om gaat m.b.t. het toekomstbestendig maken van de Krijgsmacht.Aan het lid Brekelsmans werd aanvullend toegezegd om in deze brief eveneens inzichtelijk te maken wat het zou kosten als we X willen, willen versnellen of als we extra's willen doen, zodat er een concreet beeld is wat we aan de NAVO kunnen leveren wanneer ze hierom vragen.

Debat over de situatie in Oekraïne

2022D07985

28-2-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36124, nr. 1

​Staatssecretaris zegt toe 1x per jaar terug te koppelen welke aanbevelingen we van de IVD hebben overgenomen en welke niet (onderdeel jaarverslag).

CD Veiligheid en Integrteit

2022D06579

16-2-2022

Doorlopend

 

​Staatssecretaris zegt toe in gesprek te zullen gaan met slachtoffers Chroom-6 (indien zij hier ook open voor staan). ​

CD Veiligheid en Integriteit

2022D06579

16-2-2022

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 71

​De minister zegt toe er naar te streven het rapport over het onafhankelijk onderzoek LIMC voor de zomer aan de Kamer te kunnen aanbieden en ervoor te zorgen dat de aanbevelingen betrokken worden bij de reeds aangekondigde beleidsvisie Informatiegestuurd Optreden (IGO)

Brief onafhankelijk onderzoek LIMC/ Tweeminutendebat LIMC

Kamerstukken 2022Z01671 en 2022D03979

2-2-2022

Afgedaan

Kamerstukken 32761, nr. 258 en 2023Z12788

De minister zal bezien hoe Nederlandse bedrijven in de toekomst een goede rol kunnen vervullen bij de bouw en de instandhouding van de nieuwe onderzeebootcapaciteit.

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

Afgedaan

Kamerstuk 34225, nr. 40

F-35 tekortkomingenDe minister zal in het geval dat als gevolg van tekortkomingen er over de kwaliteit van het vliegtuig getwijfeld wordt, dit uit de voortgangsrapportage halen die het TNO maakt en dit met de kamer delen.

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 26488, nr. 473

De minister zal de Kamer informeren over de gezondheid van de natuur van Defensieterreinen. Minister zal het RVB vragen om een rapportage en deze aan de Kamer zenden.

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 87

De minister gaat zich verdiepen in het verruimen van aanname- en selectiecriteria van Defensie. Toezegging herzien na behandeling motie 20 (BBB).

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

Afgedaan

Kamerstuk 36220 X, nr. 8

De minister zal de personeelsadministratie voor wat betreft voor ons werkend lokaal personeel in het buitenland beter op orde krijgen. Dit zal gedeeld worden met de kamer. [Toezegging herzien na behandeling motie 11 (D66)]

Begrotingsbehandeling november 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 722 en 2022Z14731

De minister zal de consequenties uitwerken van specialisatie en internationale samenwerking en daar met de Kamer over van gedachte wisselen om de effecten moeten we ook onder ogen zien.

Begrotingsbehandeling 2021

Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november

11-11-2021

Afgedaan

Kamerstuk 33279, nr. 36

​De minister heeft informeel toegezegd uit te zoeken of Nederland gebruik maakt van tolken of lokaal personeel bij de uitvoering van de C-130 bijdrage aan MINUSMA. Tevens wordt er gekeken of Nederland gebruikt heeft gemaakt van tolken of lokaal personeel in de periode 2014-2019

CD C-130 bijdrage MINUSMA (artikel 100)

29521, nr. 433

27-10-2021

Deels afgedaan

Gerapporteerd in Kamerstukken 29 521, AU en 27925, nr. 914

​De Roadmap Energietransitie Materieel wordt, zodra die is vastgesteld, aan de Tweede Kamer gestuurd. In eerste instantie toegezegd voor december '21.

Vaststelling van de Begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2022

35925 X, nr. 9

22-10-2021

Afgedaan

Kamerstuk 36124, nr. 25

Er is aangegeven dat de tolkenregeling oneindig is en dat Defensie zorg draagt hiervoor.

Plenair debat Afghanistan

2021D39496

15-9-2021

Afgedaan

Laatst gerapporteerd in Kamerstuk 27925, nr. 920

​De staatssecretaris zegt toe in het najaar van 2021 een nieuwe enqu​ête te houden onder alle mensen die ingeschreven staan bij het informatiepunt Chroom-6 over hoe het informatiepunt verbetert kan worden.​

Plenair debat Chroom-6

Handelingen vergaderjaar 2020/2021, nr. 95

30-6-2021

Afgedaan

36200 X, nr. 71

​De staatssecretaris zegt toe dat het SICT Defensiebreed zal monitoren op de beschikbaarheid van voldoende gehoorbescherming.

Plenair debat Chroom-6

Handelingen vergaderjaar 2020/2021, nr. 95

30-6-2021

In behandeling

 

De staatssecretaris van Defensie zegt toe in de komende P-rapportages of personeelsbrief in te zullen gaan op eventuele ontwikkelingen in het oplossen van de resterende langlopende zaken.

CD Veiligheid en Integriteit

35570 X, nr. 104

1-6-2021

Deels afgedaan

Gerapporteerd in Kamerstuk 35925 X, nr. 4

De staatssecretaris zendt ieder in het kader van GrIT uitgebracht BIT-advies aan de Kamer.

AO Grensverleggende IT

31125, nr. 117

10-12-2020

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstukken 31125, nr. 119 en 35728, nr. 6

De minister informeert de Kamer over de onderzoeksvragen (van de onafhankelijke commissie naar de wapeninzet in Hawija) zodra deze zijn vastgesteld, alsmede over de voortgang van het onafhankelijke onderzoek.

Notaoverleg Burgerslachtoffers

27925, nr. 750

8-10-2020

Deels afgedaan

Gerapporteerd in Kamerstuk 27925, nr. 754. Commissie die uiteindelijk is ingesteld (Sorgdrager) is onafhankelijk en houdt eigen planning aan.

Staatssecretaris informeert de kamer over resterende punten wat betreft AOW-gat en RVU boetes. De Staatssecretaris zegt toe het gesprek aan te willen gaan met de Kamer over andere zaken die nog spelen.

AO Personeel

35300, nr. 86

18-6-2020

Deels afgedaan

Kamerstuk 35925 X, nr. 51

Niet in de geannoteerde agenda’s, maar in de verslagen van de EU Defensieraden informeert de minister van Defensie de Kamer voortaan over de voortgang en stand van zaken van de Europese Defensiesamenwerking.

AO EU Defensieraad

21501 28, nr. 200

3-3-2020

Doorlopend

 

Bij toekomstige missies wordt vooraf duidelijk gemaakt hoe de voortgang van de missie zal worden gemeten en in de artikel 100-brieven wordt standaard een paragraaf opgenomen waarin de aandachtspunten en risico's worden benoemd, en de maatregelen die we willen nemen om die te beperken.

Plenair debat over misleiding VS t.a.v. de oorlog in Afghanistan

Plenaire verslag (stenogram)

6-2-2020

Doorlopend

o.a. gerapporteerd in Kamerstukken 29521, nr. 417 en 27925, nr. 755; 27925, nr. 785; 27925, nr. 868 en 27925, nr. 919

De ontwikkeling van de prijzen voor exploitatie en investeringen zal de minister van Defensie – conform de aanbeveling van het CBS – ook de komende jaren blijven volgen. In het jaarverslag en de begroting zal de minister u hierover informeren.

Nota naar aanleiding van het verslag

35280, nr. 7

3-2-2020

Doorlopend

O.a. over gerapporteerd in Kamerstuk 36200 X

De staatssecretaris van Defensie informeert de Kamer op reguliere momenten, bijvoorbeeld in het kader van het jaarverslag, over de invulling van de motie Van Helvert m.b.t. inzet klimaatgelden voor verduurzaming Defensievastgoed.

AO Vastgoed

34919, nr. 49

26-11-2019

Doorlopend

gerapporteerd in Kamerstuk 36100 X, nr. 1

De minister zegde toe dat zij een onderzoek zal (laten) uitvoeren naar de haalbaarheid en wenselijkheid van het openstellen van de Nederlandse krijgsmacht voor EU burgers.

Nota Overleg Krijgsmacht van en voor Europeanen

Kamerstuk 35189, nr. 9

23-9-2019

Afgedaan

Kamerstuk 36200 X, nr. 62

De Staatssecretaris van Defensie zegt toe de Kamer bij de begrotingen en bij de verantwoordingsstukken te zullen informeren over de experimenten en ervaringen m.b.t. innovatief partnerschap.

Notaoverleg Defensie Industrie Strategie

31125, nr. 102

18-2-2019

Doorlopend

gerapporteerd in Kamerstukken 27830, nr. 303; 34919, nr. 46; 36100 X, nr. 1

In de jaarverslagen zal inzichtelijk worden gemaakt wat de stand van zaken is van de realisatie van doelstellingen op het gebied de energiestrategie (nulmeting in 2019 en realisatie vanaf 2020).

Notaoverleg Defensie Energiestrategie

34895, nr. 8

10-9-2018

Doorlopend

gerapporteerd in Kamerstukken 34919, nr. 74; 36100 X, nr. 1

De minister van Defensie zegt toe in de komende voortgangsrapportages en evaluaties van militaire missies nader in te zullen gaan op de effecten van lopende missies op de gereedheid van de Defensieorganisatie in brede zin.

AO voortgang missies/ operaties

29521, nr. 366

27-6-2018

Doorlopend

o.a. gerapporteerd in Kamerstuk 34919, nr. 90

De minister van Defensie zegt toe in de komende Veteranennota meer in te zullen gaan op de langere termijn, en dit tweejaarlijks te zullen herhalen. (Start 2019).

Notaoverleg Veteranen

30139, nr. 201

26-6-2018

Doorlopend

O.a. gerapporteerd in Kamerstukken 30139, nr. 220; 30139, nr. 243 en 30139, nr. 254

De minister van Defensie zegt toe in de volgende evaluaties het aantal militairen en het aantal missies te vermelden.

AO Evaluatie missies/ operaties

29521, nr. 350

13-9-2017

Doorlopend

O.a. gerapporteerd in Kamerstuk 29521, nr. 444

De minister zegt toe om in de Jaarverslagen het stoplichtmodel te implementeren voor de maatregelen ter versterking van de basisgereedheid.

WGO Jaarverslag Ministerie van Defensie 2016

34725 X, nr. 11

14-6-2017

Doorlopend

Laatst gerapporteerd in Kamerstuk 34919, nr. 90

De minister gaat nog duidelijker aangeven in rapportages en brieven wat het aandeel van pensioenen en uitkeringen is.

WGO Slotwet Ministerie van Defensie 2015

34475 X, nr. 15

16-6-2016

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstukken 35570 X, nr. 1 en 35570 X, nr. 2

​De minister van Defensie zegt toe voortaan documenten van algemeen defensiebelang, zoals de NATO Defence Planning Capability Review, ook aan de Eerste Kamer te sturen.

Plenaire vergadering T02301

Verslag EK 2015/2016, nr. 32, item 4

31-5-2016

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 28676, nr. 299

De Kamer ontvangt bij de begroting jaarlijks inzicht in de effecten van het wel/niet toekennen van prijscompensatie door de minister van Financiën.

WGO vaststelling begrotingsstaten voor het jaar 2016 onderldeel materieel

34300 X, nr. 68

2-11-2015

Doorlopend

O.a. gerapporteerd in Kamerstukken 36100 X, nr. 1 en 36200 X

De minister zal in de volgende Materieelprojectenoverzichten nadere toelichting geven op de keuzes die voor bepaalde  materieelprojecten gemaakt zijn. Daarbij wordt ingegaan op de overwegingen en de mogelijke gevolgen voor andere materieelprojecten.

WGO vaststelling begrotingsstaten voor het jaar 2016 onderldeel materieel

34300 X, nr. 68

2-11-2015

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 27830, nr. 374

De minister van Defensie zal de Kamer informeren over de gevolgen voor de nationaliteit van de actief dienende militair, die recent is vertrokken naar Syrië en zich waarschijnlijk heeft aangesloten bij ISIS (betreft vraagstuk van statelijke/niet-statelijke actoren).

AO MIVD

29924, nr. 135

9-9-2015

In behandeling

 

De minister van Defensie neemt voortaan bij artikel-100 brieven op wat de materiële gereedheid is alsmede de gevolgen voor de operationele gereedheid, inclusief de financiële aspecten daarvan.

WGO Jaarverslag en Slotwet 2014

34200, nr. 15

17-6-2015

Doorlopend

o.a. gerapporteerd in Kamerstukken 29521, nr. 417 en 27925, nr. 755, 27925, nr. 785, 27925, nr. 868 en 27925, nr. 919

​De minister van Defensie zegt, naar aanleiding van een vraag van het lid Franken (CDA), toe om de voortgangsrapportages over de F-35 ook aan de Eerste Kamer te zenden, en bij deze rapportages in te gaan op de ontwikkelingen in de stealthtechnologie en de sensoren.

Voortzetting beleidsdebat

Verslag EK 2014/2015, nr. 25 item 8

24-3-2015

Doorlopend

 

De ministers van Defensie en buitenlandse Zaken zeggen toe het gender-aspect, daar waar relevant, bij missies mee te nemen in een volgende evaluatie.

AO kleine operaties

29521, nr. 282

26-11-2014

Doorlopend

O.a. gerapporteerd 27925, nr. 755; 27925, nr. 732; 29521, nr. 451

​De minister van Defensie zegt de Eerste Kamer toe jaarlijks een totaaloverzicht (dezelfde als de Tweede Kamer reeds ontvangt) te sturen van de stappen die zijn gezet op het terrein van internationale militaire samenwerking.

Mondeling overleg

33 750 X, F - blz. 15-16

25-11-2014

Doorlopend

 

De Kamer wordt bij toekomstige operaties/missies voortaan geïnformeerd over de mogelijke gevolgen van de betreffende missie voor de personeelscapaciteit bij de (ondersteunende) onderdelen van de Krijgsmacht.

AO Personeel

33750, nr. 69

27-5-2014

Doorlopend

Gerapporteerd in Kamerstuk 29521, nr. 426

De inzet van de minister is om de toekomstige geannoteerde agenda's en verslagen van NAVO-bijeenkomsten te verbeteren qua informatie over inhoud van de agendapunten en het Nederlandse standpunt.

AO NAVO Defensie Ministeriële

28676, nr. 200

18-2-2014

Doorlopend

Laatst gerapporteerd in Kamerstuk 28676, nr. 426

Per missie zal in het vervolg op voorhand een inschatting van de kosten voor de zorg worden aangegeven. De kosten voor nazorg zullen ook worden meegenomen in de evaluatie van missies.

AO Personeel

31700 X, nr. 109

25-3-2009

Doorlopend

O.a. gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 755; 27925, nr. 732; 27925, nr. 868

In de toekomst zal de minister van Defensie in artikel-100 brieven en stand van zakenbrieven, wanneer van toepassing, ingaan op civiele dienstverlening tijdens uitzendingen.

AO Civiele Dienstverlening

31700 X, nr. 58

23-10-2008

Doorlopend

Laatst gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 755; 27925, nr. 732; 27925, nr. 868

      

* Status toezeggingen bijgewerkt tot en met 20 juli 2023

     

7.4 Bijlage subsidieoverzicht

De subsidies worden verleend aan instellingen die voor Defensie een toegevoegde waarde hebben. Verder zijn de subsidie beschikkingen die Defensie verstrekt alleen bedoeld voor de specifieke subsidieaanvrager en berusten niet op wettelijk voorschrift, anders dan gelegen in de begroting en de regeling defensiesubsidies (http://wetten.overheid.nl/BWBR0013110/).

In 2017 is het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) ‘Subsidies, robuust en proportioneel’ uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een aantal aanbevelingen. Vanaf 2019 publiceert Defensie daarom de resultaten van de, vanaf dat moment uitgevoerde, subsidie-evaluaties op www.rijksfinancien.nl. De subsidies worden jaarlijks bij Defensie aangevraagd, door Defensie bezien en op risico’s beoordeeld. De grootte en eventuele risico’s zijn medebepalend voor het controle arrangement, waaronder de subsidie valt. De subsidies worden elke vijf jaar apart geëvalueerd. Tijdens de evaluatie wordt het gezamenlijk belang heroverwogen, waarna afhankelijk van de uitkomst, kan worden besloten tot afbouw van de subsidierelatie.

Tabel 55 Subidies (bedragen x 1.000 euro)

Naam

2022

2023

20241

2025

2026

2027

2028

Laatste evaluatie

Volgende evaluatie

Einddatum

Stichting Nederlands Veteraneninstituut (NLVi)

24.502

23.496

26.027

26.027

26.027

   

2026

2027

Nationaal Comité Herdenking Capitulatie 1945 Wageningen

25

25

25

25

25

  

2021

2026

2027

Stichting Veteranen Platform (VP)

212

246

258

258

258

258

 

2022

2027

2028

Stichting Koninklijke Defensiemusea

17.141

18.184

19.256

19.256

   

2019

2024

2025

Stichting Nationale Taptoe

304

322

322

322

322

322

 

2022

2027

2028

Universiteit van Amsterdam

74

74

74

74

74

74

 

2022

2027

2028

Stichting Maritiem Kenniscentrum

23

25

25

25

25

25

 

2022

2027

2028

Stichting Phantasy in Blue

25

25

     

2022

2027

2028

Stichting Historische Vlucht

118

125

125

125

125

125

 

2022

2027

2028

SWoon NLDA

15

22

25

25

25

25

 

2022

2027

2028

Stichting Klachtentelefoon luchtverkeer Limburg

 

75

75

75

75

   

2027

2028

ASL BISL Foundation

40

40

     

2022

2027

2028

Stichting Power of Freedom, Invictus Games

4.850

-

    

Eenmalige subsidie

Subsidies te verstrekken na evaluatie/ nader te verdelen2

 

417

949

1.084

20.375

46.325

47.015

Totaal:

47.293

46.537

47.161

47.296

47.331

47.229

47.015

   
X Noot
1

De genoemde bedragen betreffen het wettelijk plafond voor subsidies

X Noot
2

Wanneer een eventuele verlening nog in afwachting is van een evaluatie wordt het budget onder deze post geplaatst.

7.5 Uitwerking Strategische Evaluatieagenda

Conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) is in deze bijlage een uitwerking van de Strategische Evaluatieagenda (SEA) opgenomen. De SEA bestaat daarmee uit twee onderdelen: (1) een tabel met agendering van syntheseonderzoeken in de beleidsagenda en (2) een nadere uitwerking per SEA-thema in deze bijlage. De nadere uitwerking omvat een overzicht van evaluaties die in het verleden zijn uitgevoerd, momenteel lopen of in de komende jaren op de planning staan. Zo ontstaat een volledig overzicht van de inzichten die Defensie door de jaren heen binnen elk SEA-thema verzamelt.

Toelichting thematische indeling

Voor het evalueren van de actielijnen uit de Defensienota, maakt Defensie zo veel als mogelijk gebruik van de SEA. De SEA helpt immers om alle monitors, evaluaties en onderzoeken zo te plannen, dat Defensie de voortgang op de actielijnen kan meten en daardoor tijdig over relevante sturings- en verantwoordingsinformatie beschikt. Voor elke actielijn uit de Defensienota, bestaat daarom een thema op de SEA. Dat zijn de actielijnen:

  • 1. Krachtige ondersteuning

  • 2. Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

  • 3. Versterken van specialismen

  • 4. Meer Europese samenwerking

  • 5. Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

  • 6. Informatiegestuurd werken en optreden

Het monitoren en evalueren van de actielijnen is een continu proces. Dit betekent dat de evaluatiebehoeften en de daaruit voortvloeiende onderzoeksagendering niet in één keer worden vastgesteld, maar periodiek worden herzien. Ook zal de financiële grondslag per thema nader worden uitgewerkt.

Uitwerking per thema

Thema 1. Krachtige ondersteuning

De toegenomen dreiging vraagt om een verbeterde gereedheid en inzetbaarheid: Defensie moet sneller en vaker kunnen worden ingezet en moet een inzet langer vol kunnen houden. Dat geldt voor elk van de drie hoofdtaken van Defensie. Op dit moment is het grootste knelpunt het tekort aan operationele ondersteuning (combat support en combat service support) en inzetvoorraden. Betere ondersteuning maakt Defensie wendbaarder en meer schaalbaar. Met meer en betere ondersteuning kan Defensie vaker ‘ja’ zeggen tegen nationale en internationale hulpverzoeken. Investeren in ondersteuning verhoogt ook de betrokkenheid en motivatie van onze mensen. Oefeningen lopen niet langer vast op tekorten aan reserveonderdelen, transport en munitie. Als militairen beter getraind zijn, verhoogt dat de gereedheid van de krijgsmacht. Om de voordelen van de betere ondersteuning zo snel mogelijk te behalen, pakt Defensie de investeringen slim aan. We maken afspraken met internationale partners en bondgenoten over het gezamenlijk aanschaffen en onderhouden van (nieuwe) ondersteunende capaciteiten.

Onderbouwing evaluatieagenda

Om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van training, ondersteuning van gevechtseenheden, vergroten van de voorraden, samenwerking, nationale taken en ondersteuning aan civiele autoriteiten.

In 2023-2024 voert Defensie een beleidsdoorlichting uit van artikel 2 Koninklijke Marine. Specifiek wordt tijdens deze beleidsdoorlichting de Fleet Operational Sea Training (FOST) als onderwerp bestudeerd. FOST is een door de Britse Royal Navy (RN) ontwikkeld en geleid trainingsprogramma voor het gereedstellen van schepen. Met deze beleidsdoorlichting wordt zowel kennis verzameld over gereedstelling alsook internationale samenwerking. Het volgende syntheseonderzoek binnen het thema ‘krachtige ondersteuning’ wordt in 2025-2026 uitgevoerd.

Tabel 56 Thema 1. Krachtige ondersteuning

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 1 Defensienota: ‘Krachtige ondersteuning’

Synthese

2026

Syntheseonderzoek conform de eisen uit de RPE, om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van actielijn 1 uit de Defensienota 2022.

CMX’22 / Resilient Lion’22

Ex-post evaluatie

2022

De NAVO organiseert periodiek een politiek-militair strategische crisismanagementoefening (Crisis Management Exercise, CMX) om besluitvorming in NAVO-verband te beoefenen. De editie van 2022 is afgelast in verband met de inval van Rusland in Oekraïne. Om alsnog relevante vraagstukken te bespreken in de daarvoor bestemde overleggen is de oefening Resilient Lion gehouden. Na afloop is de voorbereiding op – en deelname aan de oefening geëvalueerd en zijn aanbevelingen ter verbetering geformuleerd.

Flag Officer Sea Training (FOST)

Beleidsdoorlichting

2024

In de memorie van toelichting van de Defensiebegroting 2020 is aan de Kamer toegezegd dat Defensie in 2024 een beleidsdoorlichting van artikel 2 Koninklijke Marine oplevert. In het specifiek wordt tijdens deze beleidsdoorlichting naar Nederlands-Britse samenwerking gekeken, gericht op de Flag Officer Sea Training (FOST). FOST is een instituut op het gebied van operationele training voor maritieme oorlogsvoering. Nederland doet al tientallen jaren mee aan de FOST. Met deze evaluatie wordt de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Nederlandse deelname aan de FOST onderzocht.

Thema 2. Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

Defensie heeft voldoende en de juiste mensen nodig om de uit de grondwet voortvloeiende hoofdtaken uit te voeren. Een toekomstbestendige krijgsmacht begint met investeringen in de mensen van Defensie. Zij zijn het hart van de organisatie. Zij moeten zich kunnen richten op hun unieke werk. Daarvoor moeten ze goed worden beloond, goede spullen hebben, passende opleidingen krijgen en in een veilige en prettige werkomgeving kunnen functioneren. De achterstand die Defensie door eerdere bezuinigingen heeft opgelopen, moet worden weggewerkt. Dat verbetert niet alleen de wendbaarheid, maar ook de gereedheid en inzetbaarheid van de organisatie.

Onderbouwing evaluatieagenda

Om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van personeel, veiligheid, vastgoed en duurzaamheid. De inzichten die hiermee worden verzameld, vormen de basis voor een syntheseonderzoek in 2025.

Tabel 57 Thema 2. Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 2 Defensienota: ’Een goede werkgever, verbonden met de samenleving’

Synthese

2025

Syntheseonderzoek conform de eisen uit de RPE, om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van actielijn 2 uit de Defensienota 2022.

Vastgoed

IBO

2021

Interdepartementaal beleidsonderzoek naar een toekomstbestendige vastgoedportefeuille voor Defensie.

Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS)

Ex-post evaluatie

2021

De RVS is in 2014 vastgesteld met als doel de afhandeling van de materiële schadevergoeding voor o.a. gewonde veteranen sneller en adequater af te handelen. Bij het vaststellen van de RVS hebben de sociale partners afgesproken om de regeling na een aantal jaren te evalueren. De evaluatie is uitgevoerd door de Auditdienst Rijk (ADR).

Integraal risicomanagement

Ex-ante evaluatie (nulmeting)

2021

Binnen Defensie loopt het programma IRM. Dit onderzoek is uitgevoerd om de startsituatie in kaart te brengen (nulmeting) alsook ontwikkelambities en de daarvoor benodigde stappen te inventariseren. Het onderzoek is uitgevoerd door het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR).

PvA Veiligheid

Ex-durante evaluatie

2022

Evaluatie van het PvA ‘Een veilige Defensieorganisatie’ om inzicht te krijgen in de status, de uitvoerbaarheid en de effectiviteit van de 40 maatregelen die in het PvA staan. Deze evaluatie is uitgevoerd door de ADR.

MID en COID

Ex-post

2022

Naar aanleiding van het rapport van de Commissie-Giebels besloot Defensie om de onafhankelijke positie van de COID en het MID te waarborgen. Om dit bereiken zijn de COID en het MID direct onder de secretaris-generaal geplaatst en is het MID sinds begin 2020 extern bemenst. In een motie van de Tweede Kamer is de regering verzocht om deze nieuwe positionering van het MID en de onderzoeksrol van de COID te evalueren. Defensie heeft in deze evaluatie de mening van de medewerker meegenomen, ook over het bredere integriteitstelsel.

Validatie Wet bescherming Klokkenluiders

Ex-post

2023

Een externe validatie naar de uitvoering van de Wet bescherming Klokkenluiders zoals toegezegd in de Kamerbrief van 3 februari 2023 (36200-X-66): «Ik vind het belangrijk dat Defensie de in oktober 2019 in werking getreden Europese richtlijn en de daarop gebaseerde nationale wetgeving «naar de letter en de geest» uitvoert. Daarom laat ik die uitvoering extern valideren, gericht op het verder verbeteren van de sociale veiligheid en integriteit bij Defensie. Hierover zal ik uw Kamer op een later moment informeren.»

Barrières uitzenden vrouwelijke militairen

Ex-durante / ex-post evaluatie

2024 i.p.v. 2022

De Nederlandse krijgsmacht heeft zich gecommitteerd aan het ‘Elsie Initiatief’, dat gericht is op het vergroten van het aantal vrouwelijke militairen en politie in VN-vredesmissies. Een van de onderdelen van het initiatief is een zogeheten ‘barrière assessment’; een onderzoek om inzichtelijk te maken welke drempels in de organisatie het uitzenden van vrouwelijke militairen belemmeren. Het onderzoek is in het voorjaar 2022 in opdracht gegeven aan de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) en sluit aan op een lopend onderzoek naar de zorgbehoefte van vrouwelijke veteranen. Het barrière assessment start daarom in 2023, het afrondingsjaar is overeenkomstig gewijzigd.

Militaire gezondheidszorg

Beleidsdoorlichting

2023 i.p.v. 2022

Met deze beleidsdoorlichting wordt onderzocht in hoeverre het MGZ-beleid in de periode april 2011 tot september 2021 doelmatig en doeltreffend is geweest. Hiervoor wordt naar de herstructurering van de MGZ gekeken. In de Memorie van Toelichting bij de Defensiebegroting 2020 (Kamerstuk 35300-X) is in bijlage 7.5 «Evaluatie- en overig onderzoek» toegezegd dat deze beleidsdoorlichting in 2022 wordt opgeleverd. Helaas heeft het evaluatieproces vertraging opgelopen. De planning van de beleidsdoorlichting is daarom gewijzigd en de uitkomsten worden uiterlijk in het derde kwartaal van 2023 aan de Kamer toegestuurd. De Kamer is hier op 22 december 2022 over geïnformeerd (Kamerstuk 31516, nr. 38).

DEOS

Ex-durante evaluatie

2022

De Defensie Energie en Omgeving Strategie (DEOS) wordt geëvalueerd in de uitvoeringsagenda Duurzaamheid. Het doel van de evaluatie is om inzicht te krijgen in de huidige stand van zaken. Hierbij ligt de focus op doorontwikkeling van de duurzaamheidsdoelen.

Culturele

diversiteit

Ex-durante / ex-post meting

2023

Het Ministerie van Defensie streeft naar een divers personeelsbestand. In 2019 heeft Defensie een eerste nulmeting culturele diversiteit (destijds migratieachtergrond) laten uitvoeren over de periode 2015 t/m 2017. Defensie wil in 2023 een vervolgmeting laten uitvoeren over de periode 2018-2022. Nadat de vervolgmeting heeft plaatsgevonden, is het doel om deze onafhankelijke meting om het jaar te herhalen waardoor de inzichten geactualiseerd blijven. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Trends, Onderzoek en Statistiek (TOS) van DPOD in samenwerking met het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS).

PARESTO

Doorlichting agentschap

2023

Tijdens deze doorlichting wordt het functioneren van het agentschap PARESTO onderzocht met focus op de governance, financieel beheer, doelmatigheidsbevordering en bekostiging. Deze doorlichting wordt uitgevoerd conform de Regeling agentschappen.

Beleving van inclusie

Ex-durante evaluatie

2023-2024

In 2017 heeft Defensie door het SCP laten onderzoeken hoe medewerkers D&I beleven en waarderen (rapport ‘Grenzen aan de Eenheid’, januari 2017). Het is gezien de doorontwikkeling van het D&I beleid en aanverwante maatschappelijke ontwikkelingen van belang om met enige regelmaat de beleving en waardering van D&I onder defensiemedewerkers te toetsen. Er wordt binnen Defensie sindsdien al op meerdere vlakken veel gemeten, maar er is diepgaander onderzoek nodig naar de beleving van inclusie bij verschillende specifieke doelgroepen. Defensie is daarom voornemens om in 2023/2024 opnieuw te laten onderzoeken hoe D&I op de werkvloer wordt ervaren.

Aansturing vastgoedbeheer

Kwalitatief onderzoek

2024

Om meetbaar te maken in hoeverre wijzigingen in ons vastgoedbeheer leiden tot concrete verbeteringen, wordt een kwalitatief onderzoek ‘aansturing vastgoedbeheer’ uitgevoerd door een onafhankelijke partij.

Integraal risicomanagement

Ex-durante evaluatie

2027

Binnen Defensie loopt het programma IRM. Dit programma is meerjarig en kent een groot bedrijfsvoeringscomponent waardoor behoefte aan tussentijdse herijking en bijsturing bestaat. Om de hiervoor benodigde inzichten te verzamelen, wordt in 2027 een evaluatie uitgevoerd. Met de uitkomsten van de ex-ante evaluatie (uitgevoerd door NLR, d.d. 2021) hebben de Defensieonderdelen implementatieplannen opgesteld, die als uitgangspunt voor de evaluatie in 2027 dienen.

Thema 3. Versterken van specialismen

Defensie kiest voor extra investeringen in die capaciteiten en kwaliteiten waar onze krijgsmacht goed in is en die de grootste meerwaarde hebben voor het gezamenlijk optreden met onze bondgenoten en partners. Zo kunnen we het gevecht samen winnen – en als we dat kunnen, schrikken we potentiële tegenstanders zoveel mogelijk af om het gevecht aan te gaan.

De krijgsmacht werkt ten aanzien van specialismen nauw samen met bondgenoten. Hiermee levert Defensie een belangrijke bijdrage aan de veiligheid van Europa. Niet alle partners doen hetzelfde en partners hebben verschillende capaciteiten waar ze onderscheidend en van meerwaarde in zijn, onder andere door hun geografische ligging en specifieke kwaliteiten. Door met extra investeringen specialismen te versterken, wordt de totale gevechtskracht op een slimme manier vergroot.

Nederland is een aanjager binnen Europa om te komen tot meer specialisatie. Het is een langdurig traject, maar gezamenlijk hebben we meer impact en gezamenlijk leveren we een hogere effectiviteit van optreden.

Onderbouwing evaluatieagenda

Om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van extra capaciteiten, samenwerking met partners en bondgenoten, het materieelproces en duurzaam materieel. De inzichten die hiermee worden verzameld, vormen de basis voor een syntheseonderzoek in 2026.

Tabel 58 Thema 3. Versterken van specialismen

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 3 Defensienota: ‘Versterken van specialismen’

Synthese

2026

Syntheseonderzoek conform eisen uit de RPE, om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van actielijn 3 uit de Defensienota 2022.

COTS/MOTS

Beleidsdoorlichting

2021

Met deze beleidsdoorlichting is onderzocht in hoeverre het COTS/MOTS-beleid bijdraagt aan een betere voorspelbaarheid en beheersbaarheid van materieelprojecten op de aspecten tijd en geld.

Defensiematerieelfonds

Ex-durante evaluatie

2027

Het DMF heeft ten doel te voorzien in een meerjarig integraal beheer van de financiering en bekostiging van de ontwikkeling, de verwerving, de instandhouding en de afstoting van het materieel, de ICT-middelen en de infrastructuur van het Ministerie van Defensie. Door het inrichten van een separaat fonds nemen naar verwachting de schokbestendigheid en betrouwbaarheid toe. Bij de instelling van het DMF is besloten deze in 2027 te evalueren; het fonds wordt dan op doelmatigheid en doeltreffendheid beoordeeld.

Thema 4. Meer Europese samenwerking

Europese landen moeten zichzelf en hun belangen beter kunnen verdedigen. De vrijheid, veiligheid en welvaart van Europese burgers moeten worden beschermd. Dat kan Nederland alleen samen met onze bondgenoten en partners: het geheel is meer dan de som der delen. Een sterke NAVO -als hoeksteen van de Nederlandse collectieve verdediging- en een sterke EU zijn dus nodig.

Met de groei van het Nederlandse defensiebudget, en dat van onze partners, ontstaan kansen om nog beter internationaal samen te werken. Die kansen benutten we, om doelmatig te investeren. Bijvoorbeeld door te kiezen voor dezelfde wapensystemen, zodat we gezamenlijk onderhoud kunnen uitvoeren en makkelijker en beter kunnen oefenen en inzetten. Hiermee vergroten we de interoperabiliteit en daarmee de slagkracht van de Europese landen.

Europa is een krachtiger partner in de trans-Atlantische relatie als de Europese landen een grotere rol kunnen spelen in het beschermen van de eigen belangen. Daarvoor is het nodig dat Europa zelfstandig kan beschikken over basale capaciteiten zoals strategisch luchttransport.

Onderbouwing evaluatieagenda

Om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van de versterking van de samenwerking in NAVO- en EU-verband en de overige multi- en bilaterale samenwerking.

In 2023-2024 voert Defensie een beleidsdoorlichting uit van artikel 3 Koninklijke Landmacht. Tijdens deze doorlichting wordt naar de samenwerking tussen Nederland en Duitsland gekeken. Nederland intensiveert de hechte multilaterale en bilaterale samenwerking die de afgelopen jaren is opgebouwd met strategische partners zoals Duitsland. Zo maakt Defensie afspraken met buurlanden over behoeftestellingen, het ontwikkelen van capaciteiten, inkopen en onderhouden van materieel, opleiden van personeel alsook gezamenlijk trainen en deelnemen aan missies. Met de beleidsdoorlichting van artikel 3 verzamelt Defensie inzichten die kunnen helpen om de effectiviteit van bestaande en toekomstige samenwerkingsverbanden te vergroten. Het volgende syntheseonderzoek binnen het thema ‘Europese samenwerking’ wordt in 2027-2028 uitgevoerd.

Tabel 59 Thema 4. Meer Europese samenwerking

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 4 Defensienota: ‘Meer Europese samenwerking’

Synthese

2028

Syntheseonderzoek conform eisen uit de RPE, om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van actielijn 4 uit de Defensienota 2022.

Benutten EU-instrumenten capaciteitsontwikkeling

Ex-durante

2024 i.p.v. 2023

Om Europese defensiesamenwerking op het terrein van capaciteitsontwikkeling te kunnen vergroten is het van belang dat EU-instrumenten en processen (CDP, CARD, PESCO, EDA, EDF) optimaal worden benut.

Tijdens de evaluatie wordt gekeken naar de mate waarin instrumenten geïmplementeerd zijn in de eigen planprocessen, wat dit tot nu toe concreet heeft opgeleverd en hoe hier verdere stappen in genomen kunnen worden.

NLD-DEUsamenwerkingsverbanden

Beleidsdoorlichting

2024 i.p.v. 2023

In de memorie van toelichting van de Defensiebegroting 2019 is aan de Kamer toegezegd dat Defensie in 2023 een beleidsdoorlichting van artikel 3 Koninklijke Landmacht oplevert. In het specifiek wordt tijdens deze beleidsdoorlichting naar de samenwerking tussen Nederland en Duitsland gekeken en wordt project Taurus als casus bestudeerd. Door gebrek aan personele capaciteit heeft het proces vertraging opgelopen. De planning van de beleidsdoorlichting is daarom gewijzigd en de uitkomsten worden in 2024 aan de Kamer toegestuurd. De Kamer is hier op 23 februari 2023 over geïnformeerd (Kamerstuk 33279, nr. 37).

Europees Defensiefonds

Ex-durante

2024/ 2025

Eind 2024 staat een evaluatie van het EDF in EU-kader gepland (in art. 32 van de verordening is vastgelegd dat maximaal 4 jaar na de start van het EDF een evaluatie zal plaatsvinden). Nederland start parallel daaraan ook een eigen evaluatie.

Thema 5. Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

Als technologische ontwikkelingen zo snel gaan als nu, is stilstand achteruitgang. Daarom blijft Defensie vooroplopen in onderzoek en ontwikkeling, en in de verkenning van nieuwe domeinen. Dat doen we samen met onze bondgenoten en partners. Dit past bij de kracht van Nederland als kennis- en netwerkeconomie. Een sterk innoverend vermogen zorgt dat Defensie als hoogtechnologische organisatie kan inspelen op relevante ontwikkelingen.

De Nederlandse defensie-industrie en kennisinstellingen dragen hieraan optimaal bij, als ze goed kunnen samenwerken met Europese en internationale partners. Hierdoor kunnen de defensie-industrie en kennisinstellingen internationaal volwaardig participeren als hoogwaardige partner of toeleverancier bij de ontwikkeling, productie en instandhouding van innovatieve producten of technologie. Zo verbeteren we de strategische autonomie en dragen we bij aan een zelfredzamer Europa.

Nieuwe dreigingen vinden door technologische ontwikkelingen steeds vaker in nieuwe domeinen plaats. Denk bijvoorbeeld aan het cyberdomein en aan de ruimte. Dit vraagt om kennisopbouw en innovatie, en vervolgens ook om nieuwe capaciteiten. In deze nieuwe domeinen versterkt Defensie daarom gericht haar gevechtskracht.

Onderbouwing evaluatieagenda

Om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van samenwerkingsverbanden, kennis- en technologieontwikkeling, innovatie, en het ruimtedomein. De inzichten die hiermee worden verzameld, vormen de basis voor een syntheseonderzoek in 2027.

Tabel 60 Thema 5. Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 5 Defensienota: «Innoverend vermogen en nieuwe domeinen»

Synthese

2027

Syntheseonderzoek conform eisen uit de RPE, om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van actielijn 5 uit de Defensienota 2022.

Kennis- en Innovatie Convenant (KIC)

Ex-durante evaluatie (interdepartementaal)

2021

Halverwege de looptijd van het KIC is onder verantwoordelijkheid van MinEZK geëvalueerd of de afspraken in dit convenant nog voldoen en of de voorgenomen budgetten adequaat zijn.

PPS Toeslagregeling

Ex-durante evaluatie (interdepartementaal)

2021

In opdracht van MinEZK heeft onderzoeksbureau Dialogic samen met de universiteit Maastricht een evaluatie van de PPS-toeslagregeling 2016-2020 uitgevoerd. Hierbij zijn de departementen en andere relevante stakeholders i.r.t. het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (MITB) betrokken. Ook Defensie is vanwege haar rol bij de KIA Veiligheid betrokken1.

Defensie Ruimteagenda

Ex-post

2027-2028

Tijdens deze ex post evaluatie wordt onderzocht in hoeverre de te ontwikkelen capaciteiten uit de Defensie Ruimteagenda (Kamerstuk 36 124, nr. 10), daadwerkelijk zijn ontwikkeld. Tijdens deze evaluatie wordt tevens gekeken naar de internationale en bilaterale samenwerking.

X Noot
1

De in de KIA Veiligheid genoemde missies zijn onder leiding van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Ministerie van Defensie gedefinieerd.

Thema 6. Informatiegestuurd werken en optreden

Het slagveld digitaliseert. De hoeveelheid data neemt enorm toe. Informatietechnologie (IT) en techniek in bredere zin ontwikkelen razendsnel. De defensieorganisatie moet informatie sneller en slimmer verkrijgen, verwerken en verspreiden om gericht te sturen en zo succesvol te kunnen zijn in moderne conflicten en crises: dat is de kern van informatiegestuurd optreden. Dit is geen keuze maar een noodzaak. Nederlandse militairen kunnen geconfronteerd worden met tegenstanders die informatietechnologie benutten om sneller en krachtiger te worden, bijvoorbeeld in het cyberdomein. Defensie moet weerbaar zijn tegen desinformatie, moet haar eigen systemen kunnen beschermen tegen cyberaanvallen en moet in het uiterste geval zelf offensieve cyberoperaties kunnen uitvoeren.

Onderbouwing evaluatieagenda

Om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van deze actielijn, voert Defensie onderzoeken, evaluaties en/of monitoringsactiviteiten uit op het gebied van commandovoering, inlichtingen, multidomein optreden, cybercapaciteiten en samenwerking met (inter)nationale veiligheidspartners. De inzichten die hiermee worden verzameld, vormen de basis voor een syntheseonderzoek in 2027.

Tabel 61 Thema 6. Informatiegestuurd werken en optreden

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Actielijn 6 Defensienota: «Informatiegestuurd werken en optreden»

Synthese

2027

Syntheseonderzoek conform eisen uit de RPE, om inzicht te krijgen in de (voorwaarden voor) doeltreffendheid en doelmatigheid van actielijn 6 uit de Defensienota 2022.

IGO KMar

Beleidsdoorlichting

2022

In 2022 is een beleidsdoorlichting van artikel 5 ‘Koninklijke Marechaussee’ (KMar) afgerond. Binnen dit artikel is de invoering van Informatiegestuurd Optreden (IGO) over de periode 2008-2022 bij de KMar bestudeerd. Specifiek is onderzocht in hoeverre de beoogde effecten zijn bereikt en waar ruimte is voor verbetering.

LIMC

Ex-post onderzoek

2023

Conform de motie Belhaj c.s. (Kamerstuk 32 761, nr. 186) heeft de minister van Defensie besloten om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het Land Information Manoeuvre Centre (LIMC). De onderzoekscommissie stond onder leiding van Harm Brouwer en heeft een diepgaande analyse uitgevoerd naar de gang van zaken rondom de besluitvorming en taakuitvoering van het LIMC. Het eindrapport is door de bewindspersonen van Defensie op 13 januari 2023 naar de Kamer gestuurd.

Missies en operaties

Nederland neemt deel aan diverse (militaire) missies. Het gaat om verschillende typen missies, waaronder vredesmissies, crisibeheersingsoperaties, enhanced forward presence, snel inzetbare reactiemachten van de NAVO en de EU, trainingsmissies en militaire assistentie, nationale operaties en humanitaire operaties. De Nederlandse inzet richt zich primair op gebieden waar de Nederlandse veiligheid en belangen in het geding zijn.  De inzet van de krijgsmacht in missies maakt doorgaans deel uit van een geïntegreerde aanpak.

In Kamerstuk 27925, nr. 721 wordt toegelicht hoe en wanneer Defensie missies en monitort en evalueert. Zo zet het stuk uiteen dat Defensie gebruikmaakt van voortgangsrapportages, tussentijdse evaluaties, eindevaluaties en in enkele gevallen een post-missie beoordeling.

Conform het Toetsingskader wordt voor elke artikel-100 missie een eindevaluatie uitgevoerd. Dit wordt sinds 1 mei 2020 niet meer door de departementen Defensie, Buitenlandse Zaken en Justitie & Veiligheid gedaan, maar door een onafhankelijke partij.

Met de evaluaties van missies verzamelt Defensie kennis over alle SEA-thema’s. De missie-onderzoeken en -evaluaties worden derhalve in een separate tabel op de SEA geplaatst.

Tabel 62 Missies en operaties

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

EMASOH

Ex-post evaluatie

2021

Van eind januari tot eind juni 2020 heeft Nederland deelgenomen aan de European-Led Mission Awareness Strait of Hormuz (EMASOH). Deze deelname is door een onafhankelijke partij (The Hague Centre for Strategic Studies) geëvalueerd. De eindevaluatie was gericht op het beoordelen van de mate waarin de doelstellingen van de Nederlandse bijdrage aan EMASOH zijn gehaald en op welke wijze de ingezette militaire en diplomatieke capaciteiten daaraan hebben bijgedragen.

Evacuatie Afghanistan

Quick scan

2021

Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft, mede namens de ministeries van Defensie en Justitie en Veiligheid, in 2021 Crisisplan verzocht een analyse uit te voeren van de evacuatieoperatie uit Afghanistan om o.a. lessen te trekken voor planning en uitvoering van toekomstige Nederlandse evacuatieoperaties en opvang van geëvacueerde.

MINUSMA

Ex-post evaluatie

2022

De Nederlandse bijdrage aan MINUSMA werd op 1 mei 2019 beëindigd. De eindevaluatie van de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA is door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) uitgevoerd. Onderzocht is in hoeverre de doelen voor de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA zijn bereikt en welke lessen daaruit kunnen worden getrokken voor toekomstige missies.

C130 MINUSMA

Ex-post evaluatie

2023

De artikel-100 missiebijdrage van Nederland aan de VN-missie in Mali (MINUSMA), met een C-130 transportvliegtuig inclusief bemanning en ondersteunend personeel van november 2021 tot en met medio mei 2022, wordt geëvalueerd door een onafhankelijke partij (IOB).

Resolute Support Mission

Ex-post evaluatie

2023

Van 2015 tot 2021 nam Nederland deel aan de NAVO-missie Resolute Support in Afghanistan. De Nederlandse bijdragen aan de Resolute Support missie is door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) geëvalueerd. Tijdens de evaluatie is onderzocht in hoeverre de doelen van de Nederlandse bijdrage aan Resolute Support zijn bereikt, hoe dit kan worden verklaard en welke lessen kunnen worden getrokken voor toekomstige Nederlandse missiebijdragen.

Wapeninzet Hawija

Ex-post evaluatie

2023

Evaluatie gericht op de vraag hoe bij de Nederlandse wapeninzet in Hawija, Irak, in de nacht van 2 op 3 juni 2015, burgerslachtoffers hebben kunnen vallen evenals welke lessen hieruit te trekken zijn voor de toekomst. Deze evaluatie wordt uitgevoerd door een onafhankelijke onderzoekscommissie van tijdelijke aard (Kamerstuk 27925, nr. 753 en 754) die onder leiding staat van mr. Winnie Sorgdrager, Minister van Staat. Het instellen van deze commissie komt voort uit de uitvoering van motie Belhaj, Kamerstuk 27925, nr. 14. De verwachting is dat dit rapport in 2023 wordt opgeleverd, de onderzoekscommissie bepaalt zelf de tijdlijn waardoor oplevering ook later plaats kan vinden.

Crisisaanpak inzake Afghanistan

Ex-post evaluatie

2023

Deze evaluatie wordt uitgevoerd door een onafhankelijke commissie van onderzoek Evacuatie-operatie Kabul (COEK)  voorgezeten door drs. Maarten Ruys (Kamerstuk 27925, nr. 897). Het onderzoek is in het voorjaar van 2022 gestart. De evaluatie betreft de Nederlandse crisisaanpak en de evacuatie vanuit Kabul, beginnend vanaf de aanname van de motie-Belhaj (Kamerstuk 35300, nr. 45) van november 2019. Het kabinet heeft deze evaluatie geïnitieerd, de aangenomen motie-Boswijk (Kamerstuk 27925, nr. 838) verzoekt het kabinet specifiek in te gaan op een aantal onderwerpen.

20 jaar Nederlandse inzet in Afghanistan

Ex-post onderzoek

2025/2026

Breed wetenschappelijk onderzoek naar het resultaat van twintig jaar Nederlandse inzet in Afghanistan (Kamerstuk 27925, nr. 885). Het oogmerk is om in negen deelonderzoeken en een samenvattend slotwerk te voorzien. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies i.s.m. het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH).

Tabel 63 Overige onderzoeken en evaluaties

Evaluatie

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Nationaal comité herdenking capitulatie Wageningen 1945 (NCHC)

Periodieke subsidie-evaluatie

2021

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2021 is daarom de subsidie aan het NCHC geëvalueerd.

Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK)

Ex-durante evaluatie

2021

Vierjaarlijkse evaluatie van het FNIK-convenant waarbij wordt gekeken naar de inhoud, het functioneren, de uitvoering en het beschikbare budget.

Subsidieverstrekkingen onderzoek

Ex-durante evaluatie

2022

Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 zijn meerdere subsidie-evaluaties uitgevoerd (zie bijlage 7.4 subsidieoverzicht, tabel 45). Hieronder vallen bijvoorbeeld subsidieverstrekkingen aan vier veteranenorganisaties die nu gezamenlijk onderdeel zijn van een enkele stichting: het Nederlands Veteranen Instituut. Voor het verantwoordingsonderzoek 2021 heeft de Algemene Rekenkamer (AR) o.a. naar het subsidiebeheer van Defensie gekeken. De hieruit voortgekomen aanbevelingen gebruikt Defensie om het subsidiebeheer te verbeteren.

Publieke investeringen in een politieke context

IBO

2022

Dit IBO onderzoekt hoe een kabinet schaarse investeringsmiddelen zo doeltreffend en doelmatig kan alloceren. Het onderzoek is door het Ministerie van Financiën getrokken en Defensie heeft deelgenomen aan de werkgroep.

Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK)

Ex-durante / ex-post evaluatie

2025

Vierjaarlijkse evaluatie van het FNIK-convenant waarbij wordt gekeken naar de inhoud, het functioneren, de uitvoering en het beschikbare budget.

7.6 Bijlage overzicht uitgaven veteranen en uitgaven zorg en nazorg

Aan de Kamer is toegezegd dat in de begroting een overzicht wordt opgenomen van de begrote uitgaven in het kader van het veteranenbeleid. De uitgaven zijn in de begroting verwerkt in verschillende begrotingsartikelen. In het onderstaande overzicht is dit samengebracht.

Tabel 64 Begrote uitgaven Nederlands Veteraneninstituut (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

 

Subsidie Nederlands Veteraneninstituut (NLVi)

26.027

Totaal

26.027

Het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi)

Het NLVi is een stichting die een groot deel van de uitvoering van het veteranenbeleid op het gebied van erkenning, waardering, en de bijzondere zorgplicht (beschreven in de Veteranenwet en nader uitgewerkt in het Veteranenbesluit), tot haar takenpakket heeft. Het NLVi is een rechtspersoon met een wettelijke taak en heeft een eigen onafhankelijke raad van toezicht.

Onderdeel van het NLVi is het Veteranenloket. Het Veteranenloket is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar voor vragen van veteranen en relaties op het gebied van dienstverlening en materiele en immateriële zorg. Het programmabureau van het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV) maakt ook deel uit van het NLVi. Het LZV is een civiel-militaire ketenorganisatie met als doel post-actieve veteranen, dienstslachtoffers en hun relaties bij missie gerelateerde psychische en psychosociale problemen overal in Nederland de meest geëigende zorg te bieden. De eerstelijnszorg (gespecialiseerd maatschappelijk werk) binnen het LZV wordt onder andere verzorgd door maatschappelijk werkers die ook tot het NLVi behoren. Tot slot zijn binnen het NLVi zorgcoördinatoren werkzaam, die de materiele en immateriële hulpvragen van veteranen/relaties met uitzendgerelateerde problemen coördineren, en ook is de coördinatie van de nuldelijnsondersteuning binnen het NLVi belegd.

Verder organiseert het NLVi jaarlijks de Veteranendag en voert het NLVi onderzoek uit gericht op de verbetering van de kwaliteit van zorg in het LZV. 

In de begrotingsbespreking Defensie in november 2022 is het amendement van lid Boswijk c.s. aangenomen. Hierdoor wordt vanaf 2023 jaarlijks € 150.000 beschikbaar gesteld voor de uitvoering van activiteiten in veteranenontmoetingscentra. Dit bedrag wordt onderdeel van de subsidie aan het NLVi. Het NLVi zal de uitvoering op zich nemen.

Tabel 65 Totaaloverzicht van begrote uitgaven voor erkenning en waardering voor veteranen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

 

Subsidie Vereniging Veteranen Platform (VP)

258

Ondersteuning organisatie dag voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers

340

Ondersteunen veteranenzaken voor operationele commando's

2.285

Totaal

2.883

Tabel 66 Ondersteunen veteranenzaken door operationele commando's (bedragen x € 1.000)

Operationele commando's

 

Koninklijke Marine

828

Koninklijke Landmacht

1.065

Koninklijke Luchtmacht

350

Koninklijke Marechausse

42

Totaal

2.285

Uitgaven erkenning en waardering

De uitgaven voor erkenning en waardering zijn begroot in niet-beleidsartikel 9 Algemeen en 10 Apparaat Kerndepartement, met uitzondering van de uitgaven voor reüniefaciliteiten die zijn begroot op de beleidsartikelen van de operationele commando’s.

Vereniging Veteranen Platform (VP)

De Vereniging Veteranen Platform (VP) behartigt de belangen van de Nederlandse veteranen en militaire oorlogs- en dienstslachtoffers via aangesloten veteranenorganisaties. Het VP is daarnaast adviseur van het Ministerie van Defensie op het gebied van veteranenzaken. Het Ministerie van Defensie beschouwt het VP als vertegenwoordiger van alle veteranen en in die hoedanigheid wordt het VP betrokken bij beleidsveranderingen. Het VP werkt continu aan het verbeteren van de beeldvorming over veteranen. Ook stimuleert het VP de deelname aan activiteiten door de jonge generatie veteranen.

Dagen voor Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers (MOD-ers)

Defensie organiseert, om erkenning en waardering te geven aan Militaire Oorlogs- en dienstslachtoffers (MOD-ers) en hun relaties, MOD-dagen. De doelstellingen van deze dagen zijn het bieden van erkenning en waardering aan MOD-ers en hun partners, het bieden van informatie over de (pensioen)regelingen en voorzieningen en het luisteren naar de behoeften van de doelgroep.

Reüniefaciliteiten

Verenigingen voor veteranen, post-actieven en MOD-ers, die geregistreerd zijn in het reünieregister van het Nederlands Veteraneninstituut, kunnen eenmaal per jaar aanspraak maken op reüniefaciliteiten. De organisatie hiervan ligt in handen van de verenigingen zelf. Daarnaast heeft elk operationeel commando de mogelijkheid om een veteranendag te organiseren.

Tabel 67 Totaaloverzicht van begrote uitgaven voor zorg voor veteranen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

 

Invaliditeitspensioenen

61.140

Nabestaandenpensioenen

17.040

Nationaal Fonds Ereschuld

114.407

Ereschulduitkering

0

Sociale Zorg (Voorzieningenregeling MOD-slachtoffers)

11.695

Inkomensvoorziening in verband met zorg & re-integratie

735

Totaal

205.017

Uitgaven zorg

De uitgaven voor zorg en nazorg zijn begroot op niet-beleidsartikelen 9 Algemeen en 10 Apparaat Kerndepartement.

Kaderwet militaire pensioenen

Deze wetgeving bevat het geheel aan wet- en regelgeving voor veteranen, MOD-ers, militairen buiten dienst en ex-militairen die niet meer (volledig) kunnen werken of aanvullende voorzieningen nodig hebben vanwege arbeidsongeschiktheid.

Voor 2024 zijn de uitgaven aan bijzonder militair invaliditeitspensioen begroot op € 61,1 miljoen. Tevens is het bijzonder militair nabestaandenpensioen onderdeel van deze wetgeving. Voor 2024 zijn de uitgaven begroot op € 17,0 miljoen. Het Nationaal Fonds Ereschuld is bedoeld voor de claims van veteranen met uitzendgerelateerde aandoeningen. Hierin zijn de Veteranenclaims PTSS en Regeling Volledige Schadevergoeding ondergebracht.

Sociale zorg (o.a voorzieningenregelingen)

Vanuit de wettelijke zorgplicht voor veteranen worden voorzieningen aan veteranen verstrekt met het oog op het verbeteren van de levensomstandigheden in specifieke situaties.

Inkomensvoorziening in verband met zorg en re-integratie

De inkomensvoorziening, zoals opgenomen in artikel 7 van de Veteranenwet, is een laagdrempelige regeling voor veteranen die ziek of arbeidsongeschikt zijn en waarbij sprake is van een vermoeden van een dienstgerelateerde aandoening. Met het aanvragen van de inkomensvoorziening in verband met zorg wordt tegelijkertijd ook de aanvraag militair invaliditeitspensioen (MIP) gestart. Daarnaast worden voor deze veteranen de inspanningen op het gebied van de re-integratie geïntensiveerd en worden de reiskosten van hun partners vergoed wanneer ze deelnemen aan ambulante lotgenotengroepen. De uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de re-integratie en het vergoeden van de reiskosten maken onderdeel uit van de raming. In totaal is voor deze voorzieningen een bedrag van € 735.000 geraamd.

Tabel 68 Begrote uitgaven onderzoek (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

 

Militaire Geestelijke Gezondheidszorg

500

Totaal

500

Uitgaven onderzoek

In de begroting van DOSCO is € 500.000 opgenomen ten behoeve van onderzoeken naar de neurobiologische gevolgen van stress en trauma dat vanuit de Wetenschappelijke Onderzoeksgroep van de MGGZ wordt uitgevoerd.

Tabel 69 Begrote uitgaven overig (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

 

Nationale ombudsman

550

Totaal

550

Uitgaven overig

Nationale ombudsman

Conform de Veteranenwet heeft de Nationale ombudsman tevens een rol als ombudsman van de veteranen. In die rol behandelt hij verzoeken/klachten van veteranen over overheidsinstanties en over niet-overheidsinstanties die een taak uitvoeren op het gebied van veteranen. Daarnaast onderzoekt hij of er structurele knelpunten zijn. Het budget van de Veteranenombudsman is vanaf 2023 vastgesteld op € 550.000 per jaar. Het budget voor de Veteranenombudsman is vanuit Defensie overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

7.7 Bijlage uitgaven Caribisch Nederland

Tabel 70 Uitgaven Caribisch Nederland

Artike/instrument

Taak

Bijdrage

Realisatie

Ontwerpbegroting 2023

   

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Totaal uitgaven

         
          

Artikel 2 Koninklijke Marine

   

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven

R

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

Artikel 3 Koninklijke Landmacht

        

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven

R

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

Artikel 5 Koninklijke Marechaussee

        

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven

R

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando

        

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven

R

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

Op verzoek van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33000 IV, nr. 28) wordt jaarlijks een overzicht van alle rijksuitgaven aan Caribisch Nederland (met uitzondering van de vrije uitkering ofwel het BES-fonds) toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties (IV).

Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) volgt het kabinet de aanbeveling op om het overzicht Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland aanzienlijk uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 11). Doel hiervan is om de rol van het Ministerie van BZK te verstevigen en een meer integrale afweging van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland te bevorderen.

In de begroting Koninkrijksrelaties (IV) is het totale overzicht van de Rijksuitgaven Caribisch Nederland te vinden. Hierboven is de uitsplitsing van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland voor de departementale begroting H10 Ministerie van Defensie weergegeven. In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken (E) of rijkstaken (R), of er sprake is van incidentele (I) of structurele (S) bekostiging en wordt een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen. Het Ministerie van Defensie voert haar taken structureel in het gehele Konikrijk uit. Het valt derhalve niet te bepalen welk specifiek deel daarvan wordt besteed in Caribisch Nederland.

7.8 Bijlage budgettaire gevolgen MIVD

Tabel 71 Begroting MIVD
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

MIVD Apparaatsuitgaven

366.029

345.173

339.069

334.235

348.592

345.983

       

MIVD Geheim (art. 11)

18.185

18.815

18.815

18.815

20.315

20.315

       

Ontvangsten

2.123

2.923

2.923

2.923

2.923

2.923

Toelichting

De MIVD is een bijzondere organisatie-eenheid die onderdeel is van het kerndepartement (Bestuursstaf). De uitgaven aan de MIVD zijn binnen de ontwerpbegroting opgenomen in artikel 10 «Apparaat kerndepartement», artikel 11 «Geheim» en in het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF). In bovenstaande tabel staan de budgetten uit art. 10 en het DMF voor de MIVD onder ‘MIVD Apparaatsuitgaven’. Het artikel 11 «Geheim» is al separaat inzichtelijk in de begroting van Defensie. Aangezien deze volledig ten behoeve van de MIVD is, is deze hier nogmaals weergegeven. Vanwege het bijzondere karakter van de MIVD en de daarbij behorende geheime uitgaven zijn de uitgaven niet verder uitgesplitst. Budgetten voor onder andere schoonmaak, energie en investeringen in nieuwbouw zijn centraal belegd bij Defensie. Deze zijn niet in bovenstaande tabel opgenomen.

Ontvangsten

De ontvangsten bij de MIVD zijn voornamelijk veiligheidsonderzoeken verricht voor andere (overheids-)organisaties. De Unit Veiligheidsonderzoeken (UVO), een samenwerkingsverband tussen MIVD en AIVD, brengt daarvoor een tarief in rekening.

7.9 Bijlage afkortingen

Tabel 72

Afkorting

Omschrijving

ADR

Auditdienst Rijk

AH-64

Apache gevechtshelikopter

AI

Artificiële Intelligentie

AIV

Adviesraad Internationale Vraagstukken

AIVD

Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

AMDTF

Air and Missile Defence Task Force

AOW

Algemene Ouderdoms Wet

AR

Algemene Rekenkamer

ASAP

Act in Support of Ammunition Production.

AVG

Algemene Verordening Gegevensbescherming

AWACS

Airborne warning and control system

BBP

Bruto Binnenlands Product

BENELUX

België Nederland Luxemburg

BG

Battle Group

BHK

Brigade Hoofdkwartier

BIV

Budget Internationale Veiligheid

BKI

BeleidsKader Inzetvoorraden

BZ

Ministerie van Buitenlandse Zaken

BZK

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

C2

Command and Control

C-17

Strategisch Transportvliegtuig

C-130

Transportvliegtuig

CARMIL

Caribische Milities

CBRN

Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire (CBRN) middelen

CDS

Commandant der Strijdkrachten

C&E

Communication and Engagement

CH-47

Chinook transporthelikopter

CIO

Chief information Officer

CIS

Communicatie- en Informatiesystemen

CLAS

Commando Landstrijdkrachten

CLSK

Commando Luchtstrijdkrachten

CMC

Chairman of the Military Committee

COID

Centrale Organisatie Integriteit Defensie

COMMIT

Commando Materieel en IT (voorheen DMO)

COTS/MOTS

Commercial/Military Off The Shelf

CRC

Crowd and Riot Control

C-UAS

Counter UAS

CZSK

Commando ZeeStrijdKrachten

DCC

Defensie Cyber Commando

DGV

Diensten Geestelijke Verzorging

DKH

Dienst Koninklijk Huis

DMF

DefensieMaterieelbegrotingsFonds

DMP

Defensie Materieel Proces

DOSCO

Defensie OndersteuningsCommando

DPO

DefensieProjectenOverzicht

DSSC

Defensie Space Security Center

DVOW

Defensiebrede Vervanging Operationele Voertuigen

ECID

Expertise Centrum Identiteitsfraude en Documenten

ECW

Evaluatiecommissie Wiv

EDA

European Defence Agency

EDF

Europees Defensiefonds

EDIRPA

European Defence Industry Reinforcement through common Procurement Act.

eFP

Enhanced Forward Presence

EI2

European Intervention Initiative

EMASOH

European-led Maritime Awareness in the Strait of Hormuz

EOD / EODD

Explosieven Opruimingsdienst Defensie

ETIAS

Europees Informatie- en Reisautorisatiesysteem

EU

Europese Unie

EUAM

Europese Adviesmissie

EUFOR

European Union Force

EZK

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

F-35

Vijfde generatie jachtvliegtuig

FBO

Fire Bucket Operations

FNIK

Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht

FO

Forensisch- en Opsporingsteam

FOXTROT

Draadloze IT infrastructuur en command- en controlsystemen

FTP

Fast Track Procurement

GrIT

Grensverleggende Informatie Technologie

HGIS

Homogene Groep Internationale Samenwerking

HNS

Host Nation Support

HR

Human Resources

HUMINT

Human Intelligence

IBO

Interdepartementaal Beleidsonderzoek

ICC

International Criminal Court

I&W

Infrastructuur en Waterstaat

IGK

Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht

IGO

Informatie Gestuurd Optreden

IGV

Inspecteur-Generaal Veiligheid

IKB

Individueel Keuzebudget

IMG

Inspectie Militaire Gezondheidszorg

ISTAR

Intelligence, Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance

IT

Informatietechnologie (incl communicatie)

IV

Informatievoorziening

IVD

Inspectie Veiligheid Defensie

JEF

Joint Expeditionary Force

JenV

Ministerie van Justitie en Veiligheid

JIMP

Joint, Inter-agency, Multinational en Public

JISTARC

Joint Intelligence, Surveillance,Target Acquisition & Reconnaissance

JIVC

Joint Informatievoorzieningscommando

KAR

Koerdische Autonome Regio

KIT

Keten implementatie team

KMar

Koninklijke Marechaussee

KNAK

Platform voor Mentale Gezondheid

KPI

Key Performance Indicator

LAC

Latijns Amerika (Latin-America)

LCF

Luchtverdedigings- en Commandofregat

LCP

Landelijke crisisplannen

LNV

Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit

LZV

Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen

MANPADS

Man-Portable Air Defence System

MARIN

Maritime Research Institute Netherlands

MatLogCo

Materieellogistiek Commando

MDO

Multi-domein Optreden

MGGZ

Militaire Geestelijke GezondheidsZorg

MHK

Militair Huis van de Koning

MINFIN

Ministerie van Financiën

MINUSMA

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission

MIP

Militair Invaliditeits Pensioen

MIVD

Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

MKB

Midden- en Kleinbedrijf

MLA

Militaire Luchtvaart Autoriteit

MOD

Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers

MP

Militaire Politie

MPC

Militair Penitentiair Centrum

MPCC

Military Planning and Conduct Capability

MVOI

Manifest Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en Inkopen

MQ-9

Onbemand vliegtuig

N.V.

Naamloze Vennootschap

NAD

National Armaments Director

NASAMS

Norwegian Advanced Surface-to-air Missile System

NATRES

Korps Nationale Reserve

NAVO / NATO

Noord Atlantische VerdragsOrganisatie

NCHC

Nationaal comité herdenking capitulatie Wageningen 1945

NDP

National Defence Plan

NFM

NATO Force Model

NH-90

Helikopter

NIGS

Nadere Inventarisatie gevaarlijke Stoffen

NLD / DEU

Nederlands-Duits

NLDA

Nederlandse Defensie Academie

NLR

Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum

NLVi

Stichting Nederlands Veteraneninstituut

NMI

Navo Missie in Irak

NPRD

Nationaal Programma Ruimte voor Defensie

NRI

NATO Readiness Initiative

OG

Operationele Gereedheid

OGRV

Objectgrondverdediging

OIR

Operation Inherent Resolve

PAS

Partiële Arbeidsparticipatie Senioren

PFAS

Poly- en perfluoralkylstoffen

PFU

Patriot Fire Unit

PTSS

Posttraumatische stressstoornis

PV

Permanente Vertegenwoordiging

PW

Politie Wet

QRF

Quick Reaction Force

R&T

Research & Technology

RBV

Rijksbegrotingsvoorschriften

RMCa

Regionaal Militair Commando en Advies

RPA

Robotic Process Automation

RPE

Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek

RVB

Rijksvastgoedbedrijf

RWT

Rechtspersonen met een Wettelijke Taak

SAC

Strategic Airlift Capability

SAF

Sustainable Aviation Fuel

SBK

Sociaal Beleidskader

SEA

Strategische Evaluatie Agenda

SGC

Schengengrenscode

SIAC

Single Intelligence Analysis Capacity

SIS

Schengen Informatiesysteem

SKD

Stichting Koninklijke Defensiemusea

SKIA

Strategische Kennis- en Innovatieagenda

SNMG1

Standing NATO Maritime Group One

SNPOC HNS

Single National Point of contact Host Nation Support

SOCOM

Special Operations Command

SOF

Special Operations Forces

SSCG

Stationschip Caribisch Gebied

StratCom

Strategische Communicatie

SVi

Stichting Veteraneninstituut

SVP

Strategisch Vastgoedplan

SWOON

Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA

SWP

Stinger Weapon Platform

SZVK

Stichting Ziektekosten Verzekering Krijgsmacht

TAKUBA

Taakgroep van de multinationale Combined Joint Special Operations Task Force (CJSOTF)

TBP

Te Beschermen Personen

TNO

Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek

TOC

Territoriaal Operatiecentrum

TSC

Target Support Cell

UAS

Unmanned Aerial System

UAV

Unmanned Aerial Vehicle

UNDOF

United Nations Disengagement Observer Force

UNIFIL

United Nations Interim Force in Lebanon

UVO

Unit Veiligheidsonderzoeken

UNTSO

United Nations Truce Supervision Organisation

VJTF

Very High Readiness Joint Task Force

VK

Verenigd Koninkrijk

VMS

Veiligheidsmanagementsysteem

VN

Verenigde Naties

VP

Vereniging Veteranen Platform

VPD

Vessel Protection Detachment

VS

Verenigde Staten

VTE

Voltijdsequivalent

WIA

Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen

WIV

Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

Woo

Wet Openbare Overheid

WvSv

Wetboek van Strafvordering

ZBO

Zelfstandige Bestuursorganen

Zr. Ms.

Zijner Majesteits