Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 november 2023
AmbachtNederland biedt via de Ambachtsacademie trajecten aan om zijinstromers door plaatsing bij een leerbedrijf in circa anderhalf jaar om te scholen tot specialistisch vakmensen AmbachtNederland heeft hiervoor de afgelopen vijf jaar subsidie ontvangen van SZW. Die subsidie loopt nu af. De Kamer heeft met de motie van de leden Van der Plas (BBB) en Pouw-Verweij (JA21) verzocht om naast het doen van een staatssteuntoets, de mogelijkheden te onderzoeken tot voortzetting van de Ambachtsacademie.1 Ik hecht belang aan het behoud van ambachten en de daarmee samenhangende, vaak unieke, beroepen in Nederland.
Naar aanleiding van deze motie heeft de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 12 december 2022 een brief ontvangen van het GA Platform Restauratie met de oproep om geen steun aan AmbachtNederland te verstrekken. De vaste commissie verzoekt mij tevens om hierop te reageren.2
Met deze brief informeer ik u over de uitvoering van de motie en deel ik mijn afweging. Ik vertrouw erop dat hiermee ook voldaan is aan het verzoek om te reageren op de brief van het GA Platform Restauratie.
Uitvoering van de motie
Een eerste staatssteuntoets op 13 februari 2023 wees uit dat er een risico bestaat op ongeoorloofde staatssteun. Aan die toets lag geen concrete subsidieaanvraag ten grondslag. Duidelijk was wel dat het steunen van AmbachtNederland in brede zin, gezien de opleidingstrajecten die zij aanbieden, ongeoorloofde staatssteun zou betekenen. Daarnaast was het bedrag dat mondeling besproken werd aanzienlijk hoger dan de de-minimisgrens van € 200.000 over vijf jaar. Daaruit volgde uit deze eerste staatssteuntoets een negatieve uitkomst.
Conform de motie is vervolgens in nauw overleg met AmbachtNederland onderzoek gedaan naar andere mogelijkheden tot voortzetting van de Ambachtsacademie. In de afgelopen periode heeft mijn voorganger, meermaals met AmbachtNederland gesproken. Uit die gesprekken kwam een nieuwe denkrichting naar voren: AmbachtNederland wil een tijdelijke subsidie voor het ontwikkelen van een verdienmodel waarmee ze op eigen benen kunnen staan. Binnen bestaande regelingen is hiervoor geen ruimte gevonden. De enige optie die overblijft is een incidentele projectsubsidie. Door de subsidie aan te merken als de-mininissteun bestaat er geen risico meer op ongeoorloofde staatssteun. Voorwaarde is dan wel dat de ontvangende partij de afgelopen vijf jaar niet van andere (decentrale) overheden de-minimissteun heeft ontvangen waardoor het grensbedrag van € 200.000 wordt overschreden. Dit dient de ontvangende partij zelf te verklaren in de de-minimisverklaring. Ik heb de volgende inhoudelijke afweging gemaakt alvorens de gevraagde subsidie te verstrekken.
Afweging
De Ambachtsacademie richt zich op scholing voor een aantal (zeer gevarieerde) kleinschalige ambachten. Daarbij richt zij zich met name op (werkloze) volwassenen. Het gaat om relatief kortdurende trajecten (1,5 jaar) waarbij de deelnemer wordt opgeleid door een ervaren vakman (meester-gezel constructie). De locatie van het traject is afhankelijk van de plaats waarin het betreffende bedrijf gevestigd is en kan dus in principe in heel Nederland zijn.3 Ter vergelijking: in het mbo is het opleidingsaanbod voor kleinschalige ambachten verspreid over meerdere mbo-instellingen, wordt de opleiding vaak slechts op één of enkele locaties aangeboden en ligt de focus meer op jongeren dan op volwassenen. Ook binnen het private onderwijs is er momenteel geen opleider met deze combinatie van kenmerken. Niet de individuele kenmerken, maar juist de combinatie ervan maakt de Ambachtsacademie momenteel uniek en hiermee zie ik de Ambachtsacademie als een aanvulling op het reguliere mbo.
Verschillende brancheorganisaties zijn kritisch over de kwaliteit van de trajecten die AmbachtNederland aanbiedt. Aangezien het om leren in de praktijk gaat en het niet om OCW-erkend onderwijs gaat is de kwaliteit van deze trajecten voor OCW niet vast te stellen. Daar staat tegenover dat de Ambachtsacademie door deelnemers gevonden wordt en dat mensen met behulp van zo’n traject als zijinstromer werk in het kleinschalig vakmanschap vinden.
Voor alle beroepen waartoe AmbachtNederland trajecten aanbiedt is een alternatief te vinden binnen het reguliere mbo. Hetzij als opleiding, hetzij als uitstroomrichting van een opleiding. Ook in het reguliere mbo is er de mogelijkheid tot leren in de praktijk en modulair aanbod in de derde leerweg. Er is ook nog altijd instroom in deze opleidingen en er worden nog steeds mensen opgeleid voor het kleinschalig vakmanschap. Voor het reguliere mbo in deze richting geldt echter hetzelfde als voor alle mbo-opleidingen, namelijk dat er een uitdaging ligt in het vormgeven van maatwerkonderwijs voor volwassenen. De Ambachtsacademie geeft hier op geheel eigen wijze invulling aan en bereikt daarmee volwassenen. Daarom beschouw ik dit initiatief als een waardevolle aanvulling op het regulier mbo en juich ik toe dat reguliere instellingen van de aanpak van de Ambachtsacademie leren en vice versa.
De ambachtensector in Nederland staat onder druk. In het rapport van bureau &Maes4 over de ambachtensector wordt als een van de grootste bedreigingen rondom deze sector de versnippering genoemd. Deze versnippering geldt ook voor het opleidingslandschap. Om versnippering tegen te gaan is er door OCW een Sector Comité Ambachten opgericht en gefaciliteerd. Dit Comité vertegenwoordigt de gehele sector en faciliteert bottom-up initiatieven. Het is belangrijk dat de Ambachtsacademie, waar dat opportuun is, kennis en expertise deelt met het Sector Comité Ambachten.
Het kabinet doet overigens nog meer om het voortbestaan van kleine en unieke mbo-opleidingen te borgen. Zo is in 2020 het Meld- en expertisepunt specialistisch vakmanschap ingericht, uitgevoerd door Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). Hier kunnen kleine unieke beroepen en opleidingen zich melden als zij in hun voortbestaan worden bedreigd. Het Meld- en Expertisepunt biedt, in samenwerking met branche en onderwijs, ondersteuning bij het realiseren van duurzame arrangementen. In 2022 zijn de middelen voor het Meld- en expertisepunt specialistisch vakmanschap verhoogd en structureel gemaakt.
Daarnaast bestaat er specifiek voor de Erfgoedopleidingen Het Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen (NCE). Het NCE heeft als doel om de toekomst van het restauratievakonderwijs veilig te stellen en weet zich gesteund door vele professionals en organisaties uit de restauratie-, bouw- en onderwijssector. In de periode 2018–2021 zijn, in samenwerking met brancheorganisaties, voor twaalf vakdisciplines nieuwe restauratieopleidingen, keuzedelen en studiemodules ontwikkeld. Voor de keuzedelen en studiemodules die deel uitmaken van mbo- of hbo- of universitaire opleidingen, is samengewerkt met de betreffende onderwijsinstellingen. Ook is voorlichting over het beschikbare aanbod aan erfgoed- en restauratieopleidingen een taak van het NCE.
Conclusie
De staatssteuntoets is afgerond en het onderzoek naar mogelijkheden tot voortzetting is de afgelopen periode in nauw overleg met AmbachtNederland uitgevoerd. Alles overwegend heb ik besloten deze partij eenmalig financiële steun te verlenen in de overtuiging dat de Ambachtsacademie een waardevolle aanvulling kan zijn op opleiders in het reguliere mbo en dat ze van elkaar kunnen leren. Deze steun merk ik aan als de-minimissteun en met betrekking tot deze steun ben ik de volgende aanvullende voorwaarden met AmbachtNederland overeengekomen:
− De verleende steun mag niet gebruikt worden voor het verzorgen van onderwijs.
− Het betreft een eenmalige subsidie gericht op de overgangssituatie naar een financieel zelfvoorzienend bedrijfsmodel.
− Waar dat opportuun is streeft AmbachtNederland naar samenwerking met relevante sectorpartijen zoals het Sector Comité Ambachten.
AmbachtNederland heeft aangegeven akkoord te gaan met deze voorwaarden en heeft vertrouwen om met deze eenmalige subsidie een overgang naar een zelfvoorzienend business model te kunnen bewerkstelligen.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul