Voorgesteld 8 februari 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de democratische rechtsstaat de ruggengraat vormt van een maatschappij waarin iedereen zich vrij, veilig en gelijkwaardig voelt, wetende dat hun grondrechten beschermd zijn;
constaterende dat onder meer uit de toeslagenaffaire en de aardbevingsschade in Groningen is gebleken dat de democratische rechtsstaat niet vanzelfsprekend is;
constaterende dat volgens de Staatscommissie rechtsstaat de rechtsstaat op de begroting bescherming verdient met waarborging van structurele investeringen;
spreekt uit dat een Minister van Rechtsbescherming met eigen zeggenschap over structurele begrotingsmiddelen onderdeel uit moet maken van een volgend kabinet,
en gaat over tot de orde van de dag.
Lahlah
Teunissen
Koekkoek
Van Nispen
El Abassi