Voorgesteld 8 februari 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat broers en zussen als naasten of nabestaanden van slachtoffers van ernstige misdrijven of ongevallen op dit moment in beginsel niet in aanmerking komen voor vergoeding van affectieschade;
spreekt uit dat onder de kring van gerechtigden die aanspraak kunnen maken op affectieschade uitdrukkelijk ook broers en zussen vallen;
verzoekt de regering te bezien of op korte termijn een wetsvoorstel in procedure kan worden gebracht zodat broers en zussen ook daadwerkelijk deze aanspraak kunnen effectueren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ellian
Mutluer
Sneller
Stoffer
Helder
Boswijk
Eerdmans