Kamerstuk 36410-VI-20

Decemberbrief Buitenlandse Zaken 2023

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2024

Gepubliceerd: 18 december 2023
Indiener(s): Hanke Bruins Slot (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36410-VI-20.html
ID: 36410-VI-20

Nr. 20 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2023

Hierbij bied ik u de Decemberbrief 2023 aan. Via deze brief wordt u geïnformeerd over majeure beleidsmatige kas- en verplichtingenmutaties ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2023 van hoofdstuk V (Buitenlandse Zaken) van de begroting van het Rijk.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot

Hieronder volgt een overzicht van de voornaamste budgettaire mutaties (verplichtingen, uitgaven en ontvangsten) ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2023 van Buitenlandse Zaken. De genoemde mutaties zullen worden verwerkt in de Slotwet.

Begrotingsartikel 1: Versterkte internationale rechtsorde

Uitgaven

Het budget op artikelonderdeel 1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak laat een verhoging zien van ongeveer EUR 6 miljoen. Dit wordt veroorzaakt doordat een deel van de OESO-contributie voor 2024, op verzoek van de organisatie, reeds eind 2023 is betaald.

Begrotingsartikel 2: Veiligheid en Stabiliteit

Verplichtingen en uitgaven

Op verzoek van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) is een extra bijdrage van EUR 500.000 gedaan aan het Special Assistance Fund voor Oekraïne. Hierdoor valt de verplichtingen- en uitgavenrealisatie op artikelonderdeel 2.3 Wapenbeheersing hoger uit dan voorzien in de tweede suppletoire begroting 2023. Op artikelniveau wordt geen overschrijding verwacht.

Begrotingsartikel 3: Effectieve Europese samenwerking

Verplichtingen en uitgaven

De EU-afdrachten vallen circa EUR 67,6 miljoen hoger uit dan geraamd bij de tweede suppletoire begroting 2023. Bij de tweede suppletoire begroting 2023 is de vierde aanvullende begroting van de Europese Unie verwerkt. Doordat de EU deze vierde aanvullende begroting pas in januari 2024 in haar eigen begroting verwerkt, loopt de Nederlandse begrotingsstand niet gelijk met de EU-begrotingsstand. Dit leidt in 2023 tot een hogere realisatie en in 2024 tot een gelijke meevaller.

Begrotingsartikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Verplichtingen en uitgaven

Op artikelonderdeel 4.1 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland vallen de uitgaven en de verplichtingen ongeveer EUR 4,6 miljoen hoger uit dan gemeld in de tweede suppletoire begroting 2023. Dit wordt veroorzaakt doordat de kosten voor de invoering van een nieuw casemanagementsysteem dat bijstand biedt aan landgenoten in noodsituaties EUR 2,4 miljoen hoger uitviel dan voorzien. Daarnaast wordt een overschrijding van EUR 2,2 miljoen verwacht door de evacuatie uit Sudan en voorbereidingen op de evacuatie uit het Midden-Oosten.

Ontvangsten

Omdat de paspoort- en visaontvangsten hoger zijn dan verwacht, valt de ontvangstenrealisatie op artikelonderdelen 4.10 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland en 4.20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen hoger uit dan gemeld in de tweede suppletoire begroting 2023. Op het moment van schrijven zijn de ontvangsten EUR 6,2 miljoen hoger. Deze meevaller kan nog toenemen gedurende de tweede helft van december.

Begrotingsartikel 7: Apparaat

Verplichtingen

Op het begrotingsartikel vallen de verplichtingen in 2023 iets hoger uit dan verwacht in de tweede suppletoire begroting 2023. De stijging zit onder meer in hogere verplichtingen voor ICT activiteiten. Verder zijn er verplichtingen aangegaan voor crisissituaties die nog niet eerder bekend waren.

Uitgaven

Door een menselijke fout is het merendeel van de mutaties van de tweede suppletoire begroting op «eigen personeel» geboekt. Hierdoor geeft de tabel in de tweede suppletoire begroting geen goede weergave in de verdeling tussen de verschillende onderdelen van apparaat. De totale mutatie voor apparaat is correct. In onderstaande tabel staan de juiste bedragen.

Toelichting over de bovenstaande tabel:

7.1.13.1 De verlaging van de kostenraming voor eigen personeel komt door onderuitputting, onder andere vanwege vertraging bij vacaturevervulling.

7.1.13.2 De «inhuur extern» betreft een verhoging vanwege inhuur op formatie, oftewel reguliere fte’s die om uiteenlopende redenen tijdelijk extern moeten worden ingevuld.

7.1.14.1 Het budget voor ICT is verhoogd voor extra licenties. Verder vallen de kosten voor de overgang naar een nieuw bedrijfsvoering systeem hoger uit dan verwacht.

7.1.14.2 De bijdrage aan de SSO’s (Shared Service Organisaties) is met name verhoogd vanwege de hogere bijdrage aan SSC ICT. Dit betreffen zowel tarief- als volumestijgingen. Verder is er budget opgenomen voor vervangingsuitgaven vanwege Life Cycle Management (LCM).

7.1.14.3 De mutatie voor «Overig materieel» bestaat uit een reeks mutaties. Voor de crisis in Soedan zijn er (evacuatie) kosten gemaakt. Verder stijgen de kosten voor de bedrijfsvoering onder meer door gestegen reiskosten. De kosten voor het systeem voor de registraties van de dienstreizen vallen hoger uit dan begroot. Een derde belangrijke component betreft huisvestingskosten die lager uitvallen. Een deel van het budget voor huisvesting wordt naar 2024 doorgeschoven. Tot slot vallen de beveiligings- en facilitaire kosten lager uit.

Dit onderwerp is ook aan de orde gekomen bij de Kamervragen (nummer 18) naar aanleiding van de Tweede Suppletoire Begroting Buitenlandse Zaken 2023.

Ontvangsten

De begroting van Buitenlandse Zaken werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de zgn. corporate rate). Deze koers wordt gelijktijdig met de presentatie van de begroting vastgesteld. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar echter een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat er een saldo. Voor de koersontwikkeling bestaat op het moment van schrijven een meevaller van EUR 5,7 miljoen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting. Koersontwikkelingen worden verantwoord op artikel 7 Apparaat.

Dit bedrag kan nog wijzigen vanwege internationale betalingen gedurende de tweede helft van december.