Gepubliceerd: 15 december 2023
Indiener(s): Sigrid Kaag (viceminister-president , minister financiën) (D66)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36410-IX-39.html
ID: 36410-IX-39

Nr. 39 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2023

Hierbij informeer ik u, conform de Rijksbegrotingsvoorschriften, over de beleidsmatige en overige mutaties die na de Najaarsnota 2023 en de bijbehorende tweede suppletoire begrotingswet zijn opgetreden op de begroting IX (Financiën en Nationale Schuld). Deze mutaties worden in de Slotwet 2023 verwerkt. Hieronder geef ik een toelichting.

  • Artikel 1 – Belastingen

    Naar verwachting vallen de uitgaven op het geheel van artikel 1 Belastingen in 2023 circa € 3 mln. hoger uit dan bij de tweede suppletoire begroting 2023 voorzien. Dit komt met name doordat de uitgavenrealisatie op ICT-opdrachten naar verwachting circa € 26 mln. hoger uitpakt dan bij de tweede suppletoire begroting verwacht. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in 2023 meer betalingen aan leveranciers plaatsvinden, dan waar eerder in het jaar rekening mee was gehouden.

    Overigens wordt op totaalniveau op het saldo van uitgaven en ontvangsten van artikel 1 een onderuitputting van circa € 45 mln. verwacht; dit als gevolg van enkele autonome meevallers op diverse ontvangstenposten binnen apparaat, programma en de niet-belastingontvangsten.

Informatievoorziening over andere relevante wijzigingen

  • Artikel 5 – Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

    De definitieve storting in of onttrekking uit de begrotingsreserve is afhankelijk van het saldo van realisatiecijfers van de premies, schades op afgesloten dossiers en uitvoeringskosten ultimo 2023. Dit betekent dat de precieze omvang van de definitieve storting of onttrekking na 31 december 2023 kan worden vastgesteld en in de Slotwet wordt verwerkt. De in de tweede suppletoire begroting 2023 gemelde stand kan derhalve nog wijzigen op basis van de uiteindelijke realisatiecijfers. Ditzelfde geldt voor de niet-definitieve schades en restituties.

  • Artikel 6 – Btw-compensatiefonds

    Als gevolg van een overheveling van budget van ministeries naar decentrale overheden wordt een bedrag toegevoegd aan het Gemeente- of Provinciefonds. Het geraamde btw-deel wordt door de betreffende ministeries overgeheveld naar het Btw-compensatiefonds (BCF). Gemeenten en provincies kunnen de betaalde btw vervolgens terugvragen uit het BCF. Ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2023 vinden er nog enkele overhevelingen plaats van de Ministeries Infrastructuur en Waterstaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Economische Zaken en Klimaat en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Tegenover deze extra uitgaven staan gelijke ontvangsten.

  • Artikel 11 – Financiering staatsschuld

    Op basis van de eindstand van de staatsschuld per 31 december 2023 wordt de omvang van de uitgifte van vaste en vlottende schuld bijgesteld. Door onzekerheden met betrekking tot de uitgaven en belastinginkomsten van het Rijk is het lastig om de omvang van de financieringsbehoefte exact in te schatten. In de Slotwet 2023 zullen eventuele mutaties worden gepresenteerd en toegelicht.

  • Artikel 12 – Kasbeheer

    De uitgaven en ontvangsten van artikel 12 Kasbeheer zijn onder andere afhankelijk van de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren. Hierdoor laten deze uitgaven en ontvangsten zich op voorhand lastig ramen. De gerealiseerde mutaties zullen conform artikel 2.10 lid 2 CW als slotverschil in de Slotwet 2023 worden vermeld.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag