Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 maart 2024
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de openstaande vragen die in de Tweede Kamer zijn gesteld in de eerste termijn Kamer tijdens de behandeling van de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne.1 Ook ga ik in op mijn toezegging om in te gaan op (de vormgeving van) de beoogde eigen bijdrage en op mijn toezegging om inzicht te geven in de redenen voor ontheemden uit Oekraïne om naar Nederland te komen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg
Beoogde vormgeving eigen bijdrage
In mijn eerste termijn heb ik toegezegd in te gaan op het invoeren van een eigen bijdrage voor ontheemden uit Oekraïne (hierna: ontheemden) die inkomen uit arbeid genieten. Hierbij informeer ik u nader over de contouren van het voorstel. Aansluitend ga ik ook in op vragen over het bijdragen aan de kosten voor zorg en het vragen van huur.
Ik werk – op basis van de nu al geldende wet- en regelgeving – aan een regeling met een balans tussen de wens om ontheemden te laten bijdragen aan de opvang, de uitvoerbaarheid van gemeenten in de praktijk en de financiële positie van ontheemden. Omdat ik het van belang vind dat deze regeling uiteindelijk zo uniform mogelijk kan worden uitgevoerd door gemeenten, kies ik voor een eenvoudig en uitlegbaar model. Op korte termijn ben ik van plan een eigen bijdrage te vragen als tegemoetkoming voor de kosten van de opvang. Voor gas, water en elektra (GWE) ga ik een bijdrage verplichten van 105,– Euro per meerderjarige ontheemde met inkomsten (en diens meerderjarige gezinsleden) per maand. Dit bedrag is gebaseerd op de geraamde kosten uit het «Kostprijsonderzoek opvang ontheemden» van eind 2023. Daarnaast ga ik een extra bijdrage verplichten voor ontheemden die geen eetgeld ontvangen maar catering op locatie. Deze bijdrage wordt het bedrag dat anders aan eetgeld zou zijn uitgekeerd, namelijk 242,48 Euro per meerderjarige per maand. Als maximum stel ik tweemaal de eigen bijdrage per gezin, zowel ten aanzien van GWE als eetgeld. Ook wordt de eerder afgesproken wijziging opgenomen voor het intrekken van leefgeld bij inkomsten uit arbeid, loondervingsuitkeringen of toeslagen een imperatieve in plaats van een beleidsvrije bepaling. De Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne (hierna: de Tijdelijke wet) moet gemeenten straks waarborgen bieden om inkomsten van ontheemden op eigen initiatief in te kunnen zien. Vanwege het feit dat de Tijdelijke wet nog niet in werking is getreden en ook nog onduidelijk is per wanneer dat wel zal gebeuren, kunnen we in deze wijziging nog niet vooruitlopen op het betrekken van informatie over inkomsten van ontheemden via Suwinet2. Zodra de Tijdelijke wet is aangenomen kan de Regeling opvang ontheemden Oekraïne op dat punt (opnieuw) gewijzigd worden.
Tijdens het debat is ook gevraagd naar de mogelijkheden om huur te gaan vragen. Er is een grote verscheidenheid in opvanglocaties, uiteenlopend van zelfstandige appartementen of flexwoningen tot omgebouwde kantoorpanden met gedeelde voorzieningen. Het vragen van een bijdrage die als huur wordt geclassificeerd, heeft mogelijk tot gevolg dat ontheemden ondanks hun atypische status, huurrechten opbouwen met bijbehorende huurbescherming. Omdat dit meer vraagstukken met zich meebrengt verken ik of het mogelijk en wenselijk is om huur te gaan vragen voor bepaalde opvanglocaties met eigen voorzieningen, bijvoorbeeld flexwoningen. Voornemen is allereerst toe te werken naar het opstarten van pilots daarvoor.
Daarnaast is gevraagd naar de wijze waarop ontheemden (kunnen) bijdragen aan de kosten voor medische zorg. Op dit moment vallen alle ontheemden onder de Regeling medische zorg ontheemden Oekraïne (hierna: RMO). Dit geldt ook voor ontheemden die werken en daarom verzekeringsplichtig zijn op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Er is besloten om de verzekeringsplicht voor werkende ontheemden niet te handhaven, omdat het niet uitvoerbaar is om alleen werkende ontheemden onder de Zvw te laten vallen. Veel van de werkende ontheemden hebben wisselend werk, waardoor zij de afgesloten zorgverzekering en de eventuele zorgtoeslag regelmatig stop zouden moeten zetten en zorgverzekeraars uitbetaalde zorgkosten terug zouden moeten ontvangen. Door de verzekeringsplicht niet te handhaven worden uitvoeringsprobleem, betalingsproblemen en onverzekerdheid voorkomen. Daarnaast zou een relatief groot deel van de werkende ontheemden zorgtoeslag ontvangen wanneer zij onder de Zvw zouden vallen, waarmee een groot deel van de zorgpremie zou worden betaald. De macro-financiële effecten van een overgang van de RMO naar de zorgverzekering zijn dan ook beperkt. Hoewel werkende ontheemden onder de RMO geen premie of eigen risico betalen, leveren ze toch een financiële bijdrage aan het Nederlandse zorgstelsel door de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet te betalen.
Beweegredenen om naar Nederland te komen
Zoals toegezegd in mijn eerste termijn geef ik hierbij inzicht in de belangrijkste beweegredenen die door de hub in Utrecht zijn gesignaleerd in de week van 19 tot en met 25 februari en geef ik tevens inzicht in uit welke landen deze ontheemden zijn gekomen. In totaal zijn in deze week 348 personen geregistreerd waarvan 285 volwassenen. Daarvan willen er 190 in Nederland aan het werk, willen er 69 herenigd worden met familieleden die al in Nederland verblijven, en zoeken 30 ontheemden hereniging met vrienden in Nederland. Andere beweegredenen zijn minder dan 20 keer genoemd door ontheemden die zich gemeld hebben bij de hub. De grootste groep ontheemden komt rechtstreeks uit Oekraïne, namelijk 209 ontheemden. 49 ontheemden hebben aangegeven vanuit Polen naar Nederland te zijn gekomen. Overige landen worden ook minder dan 20 keer benoemd. De uitkomsten van deze uitvraag onder ontheemden op de hub betreft geen wetenschappelijk onderzoek. Wanneer ontheemden zich melden bij de hub in Utrecht wordt aan hen een aantal vragen gesteld. Hierdoor kan deze informatie slechts een indicatie zijn van mogelijke beweegredenen om naar Nederland te komen. Bovendien melden niet alle ontheemden die naar Nederland komen zich bij de hub. Ontheemden die aan de voorwaarden van de RTB voldoen, hebben recht op bescherming en opvang, ongeacht de beweegreden die zij aandragen. Er kan echter wel gekeken worden naar de doormigratie-, vertrek- en verblijfintenties, en welke factoren daarvan op invloed zijn. Dit kan van belang zijn bij het vormen van beleid. We dienen ervanuit te gaan dat het hier om ontheemden gaat die vluchten voor geweld in Oekraïne en dit als primaire reden hebben om naar Nederland te reizen.
Openstaande vragen
Het lid Piri (GroenLinks-PvdA) vraagt of de Staatssecretaris kan bevestigen dat de aanwezigheid van goede voorzieningen hier een van de redenen is voor ontheemden om nu naar Nederland te komen? Zo ja, hoe verklaart hij dan dat men in het Clingendaelonderzoek tot de conclusie kwam dat dit geen rol speelt? Is er iets veranderd? Zo ja, wat is er eerder dan over het hoofd gezien?
Het Early Warning Early Action rapport is meegestuurd met de brief aan de Tweede Kamer van 3 november 2023.3 Volgens dit rapport van Clingendael is de belangrijkste factor voor doormigratie nog steeds de aanwezigheid van familie en netwerken en geografische nabijheid. Het voorzieningenniveau lijkt vooralsnog niet van grote invloed te zijn op doormigratie. Daarnaast is er nog steeds weinig doormigratie binnen de EU op te merken. Met de verzamelbrief van 15 maart stuur ik een nieuwe publicatie van Clingendael mee als bijlage.
Het lid Van Nispen (SP) vraagt of er signalen zijn opgevangen over knelpunten in de toegang tot zorg en over de zorgen die er zijn omtrent de psychische gezondheid van ontheemden, met gevolgen voor het gevoel van veiligheid van de opvanglocatie en de omwonenden.
Ontheemden hebben recht op medische zorg op basis van de RMO. Deze regeling is vergelijkbaar met de RMA die geldt voor reguliere asielzoekers. Ik herken de signalen dat het aantal psychische klachten onder ontheemden die verblijven in Nederland toeneemt. Zeker nu de oorlog langer voortduurt. Om gemeenten te ondersteunen kunnen zij terecht bij het Loket Ontheemden Oekraïne Psychosociale Hulpverlening voor vragen over psychosociale hulp aan ontheemden. Het consortium Empatia organiseert de inzet van Oekraïense psychologen en heeft tevens een directe hulplijn voor ontheemden waar zij terecht kunnen wanneer zij vragen hebben over het krijgen van psychosociale hulp.
Het lid Van Nispen (SP) vraagt of er ook speciale aandacht is voor toegang tot psychosociale zorg voor kinderen en geeft aan dat het problematisch is dat er niet standaard in een medische intake wordt voorzien.
Ik ontvang ook signalen dat het aantal ontheemden met psychische klachten toeneemt. Hieronder bevinden zich ook kinderen. Ik ben me ook bewust van de impact die het vluchten voor een oorlog op kinderen kan hebben. Om gemeenten te ondersteunen kunnen zij terecht bij het hiervoor genoemde Loket Ontheemden Oekraïne PSH voor vragen over psychosociale hulp aan ontheemden, waaronder ook specifiek voor hulp aan kinderen. Ook organiseren organisaties zoals vluchtelingenwerk programma’s voor kinderen gericht op preventieve psychosociale hulp. Dit wordt vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid financieel ondersteund.
Het lid Keijzer (BBB) vraagt of de hoge eisen die ziektekostenverzekeraars stellen aan de inzet van buitenlandse zorgverleners ook gelden voor Oekraïense psychologen? Zijn de diploma’s van in Nederland gevestigde Oekraïense psychologen erkend door OCW, voor ze worden ingezet en betaald via de regeling voorzieningen voor zorgkosten?
De eisen die gelden voor de inzet van psychologen in Nederland gelden ook voor Oekraïense psychologen die in Nederland als psycholoog aan de slag willen. Zij kunnen hun diploma laten waarderen door het Nuffic. Indien hun diploma is gewaardeerd op masterniveau kunnen zij als psycholoog in bijvoorbeeld een GGZ-instelling aan de slag. Indien hun diploma lager is gewaardeerd kunnen zij ook als begeleider of coach in de preventieve zorg werken, bijvoorbeeld bij een gemeente in een opvanglocatie.
Het lid Keijzer (BBB) vraagt of er nu al vergoedingen worden gegeven aan Oekraïense psychologen die ingezet worden in de curatieve GGZ en of dit ook een vergoeding omvat voor psychologen die buiten Nederland woonachtig zijn?
Samen met het Ministerie van VWS, zorgverzekeraar DSW en de Nederlandse GGZ is vorig jaar gekeken om de inzet van Oekraïense psychologen mogelijk te maken. In mijn brief van 26 januari jl. heb ik u geïnformeerd over de inzet van Oekraïense psychologen in de curatieve GGZ en de gevolgen van de nieuwe vereiste van de LOGO-verklaring per 1 januari 2024 (Kamerstukken 19 637 en 36 045, nr. 3202). Hierbij heb ik benoemd dat ik de financiering van de inzet van Oekraïense psychologen mogelijk wil maken, al dan niet tijdelijk, bijvoorbeeld door hiervoor een vergoeding onder de RMO te realiseren. Deze vergoeding geldt alleen voor Oekraïense psychologen die in Nederland in dienst zijn bij bijvoorbeeld een GGZ-instelling.
Het lid Keijzer (BBB) vraagt of het niet verstandig is om de wooncomponent over te maken naar het gastgezin in plaats van naar de vreemdeling?
Per 1 oktober 2023 is de wooncomponent voor ontheemden verlaagd van € 93,– naar € 80,91. Uit de berekeningen van het Nibud volgt dat de gemiddelde kosten voor nutsvoorzieningen voor een extra kostganger zijn gedaald.
Een belangrijk uitgangspunt bij de opvang van ontheemden door particulieren is vrijwilligheid. Een vergoeding voor gasthuishoudens kan als oneigenlijke motivering gaan werken. De ontheemde en het gasthuishoudens kunnen altijd onderling afspraken maken over een bijdrage aan de opvang en dit gebeurt ook. Het verschuiven van de vergoeding van de ontheemden naar gasthuishoudens zorgt daarnaast voor een extra belasting op de gemeenten in de uitvoering en controle hierop.
Het lid Synhaeve (D66) vindt het van belang dat gastgezinnen niet worden gekort op toeslagen. Kan de Staatssecretaris toezeggen hier zorg voor te dragen?
Met het Belastingplan 2023 (Kamerstuk 36 202) is wettelijk geregeld dat gasthuishoudens geen nadelige effecten op hun toeslag ondervinden als zij ontheemden opvangen die onder de Richtlijn tijdelijke bescherming4 vallen. Deze maatregel heeft de vorm van een uitzondering op het toeslagpartnerbegrip (en voor de huurtoeslag op het medebewonerschap). De ontheemde wordt dus geen toeslagpartner van het gastgezin. Dit betekent ook dat eventueel inkomen van de ontheemde niet meetelt voor het gezinsinkomen. Er is daardoor ook geen effect op de hoogte van de toeslagen van het gasthuishouden.
Het lid Piri (GroenLinks-PvdA) wijst erop dat uitzendbureaus ontheemden in Polen rekruteren als arbeidsmigrant, en stelt dat de opvangplekken hier niet voor bedoeld zijn. Zij vraagt hoe de Staatssecretaris hiernaar kijkt.
Het gericht werven van ontheemden in Polen door werkgevers in combinatie met het adverteren van «gratis» door de overheid gefinancierde opvang in Nederland vind ik zeer onwenselijk. Dit is ook via de reguliere kanalen onder de aandacht gebracht van werkgeversorganisaties. Ik sluit me aan bij de oproep van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan werkgevers om hun brede maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen.
Er wordt veel gedaan om misstanden met ontheemden, arbeidsmigranten en zeker ook met malafide uitzendbureaus aan te pakken. In oktober 2023 heeft mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het wetsvoorstel Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten5 (WTAA) bij uw Kamer ingediend. Met dit wetsvoorstel wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het aanpakken van malafide uitzendbureaus en daarmee het versterken van de positie van kwetsbare werknemers, inclusief ontheemden. Daarnaast wordt in het arbeidsmarktpakket6 onder andere voorgesteld om de onzekere periodes van uitzenden te verkorten.
Het lid Keijzer (BBB) vraagt waarom bij het vormgeven van de eigen bijdrage niet wordt gekeken naar de bestaande regelgeving hieromtrent voor asielzoekers die bij het COA worden opgevangen, en waarom het COA dit aspect niet uitvoert.
Er wordt al gewerkt aan een regeling om indien ontheemden inkomsten hebben, een verrekening plaats te laten vinden. Er is echter een verschil tussen ontheemden en asielzoekers uit andere landen: de opvang van ontheemden wordt namelijk niet verzorgd door het COA, maar door de gemeenten. Zij hebben ook zicht op de uitgekeerde verstrekkingen en zicht op de ontheemden in de opvang. Het inhouden of terugvorderen van die verstrekkingen zal dus ook een taak van de gemeente moeten zijn.
Het lid Piri (GroenLinks-PvdA) vraagt op welke manier het kabinet concreet bereid is werk te maken van duurzame investeringen (zoals het volgen van opleidingen of het opdoen van werkervaring juist in die vakgebieden die straks van groot belang zijn voor de wederopbouw van hun land), zoals eerder ook vermeld stond in een brief van het kabinet?
Vooropgesteld is dat het kabinet het positief vindt dat er al zoveel ontheemden aan het werk zijn in Nederland (per 1 november 2023 meer dan 55% betaald werk, waarvan meer dan de helft in voltijd). Een aanzienlijk deel van de ontheemden doet dus al werkervaring op.
Dat neemt niet weg dat er extra inzet nodig is om ontheemden te ondersteunen naar meer passend en duurzaam werk. Op die manier kunnen ontheemden beter participeren en werkervaring opdoen die beter aansluit bij hun competenties, ervaring en wensen. Tegelijkertijd zijn de vaardigheden (en potentie) van de ontheemden uit Oekraïne inzetbaar en van nut voor de verschillende sectoren in Nederland, in het bijzonder de sectoren waar personeelstekorten zijn. De stappen die gezet worden in dit kader zien met name op beroepserkenning en diplomawaardering en toeleiding naar werk.
Dit doet het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid samen met relevante partijen, zoals ontheemden, werkgevers, overheden, NGOs en andere stakeholders.
Daarnaast heb ik u in mijn verzamelbrief van 26 januari jl. geïnformeerd om in mijn verkenning naar verblijf en terugkeer na afloop van de RTB, bij terugkeer nadrukkelijk de koppeling te maken met wederopbouw en de bijdrage die ontheemden hieraan kunnen gaan leveren.
Het lid Piri (GroenLinks-PvdA) vraagt of het kabinet van plan is om op het terrein van bekostiging van vrijwillige inburgering nog stappen te zetten.
Ontheemden kunnen bij het leren van de Nederlandse taal gebruik maken van het reguliere aanbod voor volwasseneneducatie, het reguliere aanbod bij gemeenten en de eerder beschikbaar gestelde 15 miljoen voor taalonderwijs voor ontheemden uit 2023. In 2024 zijn geen aanvullende taalmiddelen beschikbaar voor ontheemden.
Het lid Synhaeve (D66) vraagt of taallessen die nu vrijwillig worden gevolgd straks meetellen bij een eventuele inburgering.
Ontheemden zijn niet inburgeringsplichtig onder de RTB. Uit de Wet inburgering volgt dat alleen personen die voor een niet-tijdelijk doel in Nederland verblijven inburgeringsplichtig zijn. Ik kan niet vooruitlopen op de vraag of eerder gevolgde taaluren mee kunnen tellen, als ontheemden in de toekomst wel onder de inburgeringsplicht zouden gaan vallen.
Het lid Brekelmans (VVD) vraagt of de Staatssecretaris signalen van mensensmokkel en mensenhandel herkent en of dit een groot probleem is. Zo ja, wat kan hij hiertegen doen?
Ontheemden kunnen net als andere migranten slachtoffer worden van mensensmokkel en mensenhandel.
Bij mensenhandel kan er sprake zijn van seksuele uitbuiting, criminele uitbuiting en arbeidsuitbuiting. Het is belangrijk dat burgers en overheden zoals gemeenten alert zijn op signalen van mensenhandel en deze melden bij de politie en de Nederlandse Arbeidsinspectie.
Volgens de Nationaal Rapporteur Mensenhandel7 betroffen de meldingen van mensenhandel in 2022 voornamelijk gevallen van arbeidsuitbuiting.
De Arbeidsinspectie heeft de afgelopen twee jaar ruim vijftig meldingen met signalen van mogelijke arbeidsuitbuiting of ernstige benadeling ontvangen met betrekking tot Oekraïense werknemers. Deze meldingen gingen onder meer over lange werkdagen, onterechte inhoudingen op het salaris en slechte huisvesting. De Opsporingsdienst van de Arbeidsinspectie onderzoekt alle meldingen van mogelijke arbeidsuitbuiting en geeft die waar mogelijk opvolging. Vrijwel alle meldingen zijn intern doorgezet naar bestuursrechtelijk toezicht, omdat die niet dusdanig ernstig of concreet waren voor een strafrechtelijk traject. Er lopen geen strafrechtelijke onderzoeken naar arbeidsuitbuiting waarbij Oekraïense werknemers betrokken waren (stand eind 2023). Het beeld van de Arbeidsinspectie dat ontheemden niet relatief vaker met overtredingen van de arbeidswetten te maken hebben dan andere migranten.
Om goed zicht te houden op deze mensen geldt er voor werkgevers een meldplicht als zij ontheemden in dienst willen nemen. Daarnaast is het belangrijk dat ontheemden die in Nederland werken goed op de hoogte zijn van de rechten en plichten omtrent werken in Nederland. Informatie hierover is vertaald in het Oekraïens en Russisch en te vinden op het centrale informatiepunt «Work in NL».
Ik herken ook de signalen van mensensmokkel. Mannen in de dienstplichtige leeftijd kunnen niet zomaar Oekraïne verlaten en wenden zich daarvoor tot een smokkelaar. Als men de Oekraïense grens is gepasseerd, is de hulp van een smokkelaar niet meer nodig. Signalen van betalingen die nog in Nederland aan de smokkelaar moeten plaatsvinden zijn ons niet bekend.
Het lid Keijzer (BBB) vraagt hoe het staat met de realisatie van 97.000 opvangplekken door gemeenten en de veiligheidsregio’s, of dat aantal nog steeds geldt en hoe de Staatssecretaris op weg is om dit te realiseren?
Gemeenten en Veiligheidsregio’s zijn gevraagd per 1 februari 2024 97.000 opvangplekken te realiseren. Er zijn nu ongeveer 91.000 plekken gerealiseerd. Nieuwe plekken voor ontheemden blijven gelet op de instroom die blijft doorzetten en de hoge bezettingsgraad waar al lange tijd sprake van is, ook hard nodig. Dit blijft een inspanningsverplichting voor gemeenten. Het Rijk zal de ondersteuning naar gemeenten voortzetten. Ook blijft het Rijk de gemeenten ondersteunen op het gebied van zorg, onderwijs en begeleiding naar werk. Daarnaast zal de nationale opvang organisatie voor ontheemden (NOO) gemeenten ook bij deze opgave ondersteunen. De kosten worden gedragen door het Rijk. Zo blijft bijvoorbeeld de bekostigingsregeling ook voor de aanvullende opvangplekken gelden. Tevens bevat het herziene bestuurlijk afsprakenkader afspraken tussen het Rijk, de VNG en het Veiligheidsberaad voor een goede uitvoering van de opvangtaak van gemeenten ten aanzien van ontheemden.
Het lid Piri (GroenLinks-PvdA) wijst erop dat gemeenten straks statushouders moeten huisvesten, met de spreidingswet asielzoekers opvangen en dan ook nog de ontheemden opvangen. Zou het niet handig zijn om de opvangmogelijkheden van al deze groepen af te stemmen tussen de gemeenten aan de provinciale regietafels?
Ik kan bevestigen dat hier op dit moment naartoe wordt gewerkt.
Het lid van Dijk (SGP) vraagt of het kabinet ervan verzekerd is dat de gemeenten de decentralisatie van de opvang van asielzoekers en ontheemden allemaal kunnen bolwerken? Wil deze Staatssecretaris toezeggen dat hij de vinger aan de pols houdt qua uitvoerbaarheid van de totale opvangopgave?
Ik ben me bewust van de grote opgave die we vragen aan decentrale overheden en wil ook de gelegenheid nemen om iedereen die daar aan werkt enorm te bedanken en mijn waardering daarvoor uit te spreken. Ik kan om die reden zeker zeggen dat ik vinger aan de pols houd. Uiteraard heb ik op reguliere basis contact met gemeenten, provincies en hun vertegenwoordigers.
Het lid Keijzer (BBB) vraagt hoeveel ontheemden in tijdelijke huisvesting zitten, waar zij op enig moment uit moeten. Betekent dit dat de opgave vanuit de Spreidingswet met ingang van maart 2026 toeneemt met het aantal ontheemden dat de tijdelijke opvang moet verlaten?
Ontheemden, met uitzondering van de ontheemden die zelfstandig verblijf hebben geregeld, verblijven per definitie in de gemeentelijke opvang. Die opvanglocaties variëren van noodopvanglocaties tot, in beperkte aantallen, bijvoorbeeld flexwoningen. Uw Kamer heeft eerder het kostprijsonderzoek 2023 ontvangen, daarin wordt geschat dat circa 10% van de ontheemden wordt opgevangen in «flexwoningen» of «huizen en appartementen». Zoals opgemerkt vallen ontheemden op dit moment niet onder de Spreidingswet. De taak van het college van burgemeester en wethouders eindigt echter uiterlijk één jaar nadat de ontheemden niet langer onder de reikwijdte van de Richtlijn tijdelijke bescherming vallen. Vanaf dat moment vallen de ontheemden in principe (weer) onder de verantwoordelijkheid van het COA en derhalve ook onder de reikwijdte van de Spreidingswet – vanzelfsprekend slechts voor zover de ontheemden uit Oekraïne dan niet al zijn teruggekeerd of, indien gedurende een langere tijd nog bescherming noodzakelijk is, dat verblijf op een andere wijze wordt voortgezet.
Het lid Keijzer (BBB) vraagt waarom de Spreidingswet niet wordt uitgebreid tot Nederlandse woningzoekenden en dak- en thuislozen.
De Spreidingswet gaat over de opvang van asielzoekers. Dat doet niets af aan de urgentie van andere problemen waar Nederland aan werkt, zoals de huisvesting van Nederlandse woningzoekenden en dak- en thuislozen. Dat leent zich echter niet voor regeling in de Spreidingswet. Die wet gaat over de opvang van asielzoekers.
Op het moment dat ontheemden na aanmeldprocedure bij het COA een status krijgen, moet er binnen tien weken door de gemeente voorzien zijn in huisvesting. Het lid Keijzer (BBB) vraagt of deze mensen in de flexwoningen kunnen blijven waar ze nu in zitten, of gaan drukken op de reguliere woningmarkt?
Daar is op dit moment geen sprake van. Ontheemden verblijven onder de Regeling opvang ontheemden Oekraïne in de gemeentelijke opvang. Ook kunnen ontheemden zelfstandig onderdak vinden.
Het lid Van Nispen (SP) wijst erop dat onder meer de Adviesraad Migratie wijst op het onderscheid tussen ontheemden en andere asielzoekers, en vraagt of dit nog te rechtvaardigen is.
Er zijn weliswaar verschillende regimes, maar geen ongerechtvaardigd onderscheid. Voor reguliere vreemdelingen voorziet het COA in de benodigde opvang. Voor ontheemden is deze taak bij gemeenten belegd. Wel is het zo dat ontheemden op grond van de Richtlijn tijdelijke bescherming enkele extra rechten hebben, zoals arbeid en andere voorzieningen. Verder geldt: beide groepen hebben hetzelfde recht op opvang, en voor beide groepen wordt in opvangplekken voorzien.
Het lid Keijzer (BBB) vraagt wie erop toeziet dat het aan het COA gemeld wordt als derdelanders, die nog in de gemeentelijke opvang verblijven, werken via het UWV, zodat de opvangkosten in rekening kunnen worden gebracht?
Derdelanders die voor 4 september 2023 hebben aangegeven hun asielaanvraag door te willen zetten, vallen na 4 maart 2024 niet meer onder de Richtlijn tijdelijke bescherming en zijn vanaf 5 maart 2024 asielzoekers die (administratief) bij het COA worden geplaatst. Deze groep derdelanders heeft dan ook dezelfde rechten en plichten als andere asielzoekers, ook met betrekking tot werk. Zij mogen na 4 maart 2024 alleen werken onder de voorwaarden zoals die gelden voor alle asielzoekers. De werkgever moet in het bezit zijn van een tewerkstellingsvergunning, die wordt aangevraagd bij het UWV. De melding aan het COA loopt via het UWV.
Het lid Synhaeve (D66) vraagt of de Staatssecretaris kan toelichten hoe het staat met de transitie van derdelanders, zowel vanuit de gemeentelijke opvang als vanuit de particuliere opvang? Hoe zijn de resultaten omtrent vrijwillige terugkeer? Ziet de Staatssecretaris nog mogelijkheden om dit te verbeteren? Ziet de Staatssecretaris nog kansen om binnen de JBZ-Raad volgende week verdere samenwerking omtrent de terugkeer naar derde landen te verbeteren? Ook het lid Brekelmans (VVD) vraagt hoe de Staatssecretaris er de komende weken voor gaat zorgen dat derdelanders, die ook een andere veilige plek hebben buiten Nederland in het land waar ze vandaag komen, zo snel mogelijk terugkeren.
De inzet in aanloop naar 4 maart 2024 is erop gericht vrijwillig vertrek van deze groep derdelanders actief te stimuleren. Dit betekent dat zij tot en met 4 maart 2024 gebruik kunnen maken van het remigratiebeleid door de Dienst Terugkeer en Vertrek. Het remigratiebeleid voorziet in een financiële bijdrage van € 5.000. Ook na afloop van het remigratiebeleid, kunnen derdelanders, indien gewenst, ondersteund worden in hun vertrek uit Nederland. Reguliere vertrek- en terugkeerondersteuning is dan beschikbaar. Dit bestaat onder meer uit ondersteuning voor, tijdens en na vertrek, vliegtickets en financiële ondersteuning voor eerste levensbehoeftes na terugkeer. Afhankelijk van de nationaliteit kan een derdelander ook in aanmerking komen voor herintegratieondersteuning. In totaal zijn er circa 760 derdelanders vertrokken met behulp van het remigratiebeleid. Aan terugkeer werken we voortdurend op Europees niveau, door samenwerking met derde landen te verbeteren. Dit staat ook op agenda van de JBZ-Raad. Dat geldt ook voor deze groep derdelanders.
Het lid Ceder (ChristenUnie) vraagt of de Staatssecretaris kan uitleggen waarom hij denkt aan een tijdelijke nationale verblijfstitel zolang de terugkeer van ontheemden naar Oekraïne nog niet aan de orde is en een door de EU gecoördineerde aanpak uitblijft? Welk voordeel heeft dit boven een normale asielstatus? Hoe lang zou zo'n nationale tijdelijke verblijfstitel gelden?
Op dit moment loopt een nadere verkenning naar een tijdelijke nationale verblijfstitel en de wijze waarop deze titel eruit kan zien. Hierbij zou er geen asielprocedure plaats vinden en wordt het asielsysteem niet nog verder belast. Hoe deze vergunning er uit komt te zien en voor welke duur deze tijdelijke verblijfstitel afgegeven wordt, wordt momenteel nog verder uitgelopen. Nederland zet in op een EU-gecoördineerde aanpak op verblijf en terugkeer en, indien aan de orde, een nationale terugvaloptie. Hierover zal ik de Tweede Kamer voor de zomer verder informeren.
Het lid Veldkamp (NSC) vraagt of de Staatssecretaris het met hem eens dat het wringt als Nederland, terwijl het actief militaire en andere steun aan Oekraïne verleent, Oekraïense mannen opvangt die het land thuis nodig zegt te hebben en had verboden het land te ontvluchten? Is dit een thema van gesprek onder zijn Europese collega’s en met de Europese Commissie? Zou het niet logisch zijn om in het Europese beleid in de toekomst rekening te houden met het Oekraïense beleid en het uitreisverbod en beide op een lijn te plaatsen?
We willen natuurlijk allemaal dat Oekraïne de oorlog wint. Tegelijkertijd hebben alle ontheemden die recht hebben op tijdelijke bescherming, het recht om in Nederland opgevangen te worden. Op dit moment in ieder geval nog tot en met 4 maart 2025. Daarbij maakt de Richtlijn tijdelijke bescherming geen onderscheid tussen Oekraïense mannen die wel of niet onder de dienstplicht zouden vallen. Er is dus ook geen sprake van gedwongen vertrek of terugkeer van welke groep ontheemden dan ook. Dit is in Europees verband momenteel geen specifiek onderwerp van gesprek. Wel houd ik hierover vinger aan de pols bij mijn Europese collega’s.
Het lid Markuszower (PVV) vraagt of het klopt dat er andere EU-landen zijn die geen ontheemden accepteren als zij eerder al in een ander land zijn opgevangen?
Het staat ontheemden vrij om, als zij tijdelijke bescherming hebben in een lidstaat, tijdelijke bescherming aan te vragen in een andere lidstaat. De casus die wordt aangehaald is mij bekend. Er zijn door een Tsjechische rechter prejudiciële vragen gesteld over de weigering van het verlenen van tijdelijke bescherming als een ontheemden in een andere EU-lidstaat tijdelijke bescherming heeft aangevraagd. Ik zal de ontwikkelingen nauwgezet blijven volgen.